Kabeltelevisie, hoe zit dat eigenlijk? Alles over kabeltelevisie en veel nuttige tips.
Deel 5. Materialen
Introductie Analoge televisie, digitale televisie, on-demand, internet, telefonie. En dat alles via een netwerk dat nog steeds ‘kabeltelevisie’ genoemd wordt?
ME
Sinds haar ontstaan is het Nederlandse kabeltelevisienetwerk met de tijd meegegaan en continue aan de nieuwe werkelijkheid aangepast. In de jaren ‘70 werden kleine netwerken gebouwd met een centrale antenne voor de ontvangst. Toen ik in 1985 in de markt kwam was die situatie al enigszins aan het veranderen en bouwden exploitanten netwerken binnen de gemeentegrenzen. Er was begin jaren ‘90 zelfs sprake van een politiek voornemen om in Nederland een groot, landelijk dekkend netwerk aan te leggen.
HO
Dat ging echter niet door. In de jaren ‘90 kwam de Europese liberalisatie die het voor exploitanten mogelijk maakte om netten te vergroten. Met glasvezel konden netwerken in hoog tempo aan elkaar gekoppeld worden. De ‘kabel’ ontwikkelde zich van een ‘informatienetwerk’ tot een moderne ‘communicatie’ breedband-infrastructuur. Het netwerk is grotendeels tot aan de wijken met glasvezel aangesloten. Met de voortgaande ontwikkelingen op gebied van draadloze technieken zullen de grootste veranderingen zich nu in de binnenhuisnetwerken voordoen.
BL E
Dit boek is voor iedereen die het belang van een goed binnenhuisnetwerk weten wil, voor nu en later. Met name het binnenhuisnetwerk krijgt veel aandacht. Immers, daarmee beleeft de klant de kwaliteit van de aangeboden diensten. Ook bespreken we het gebruik van draadloze netwerken die zich zeer snel ontwikkelen en van datzelfde binnenhuisnetwerk gebruik maken. Als u het boek gelezen heeft, weet u welke producten u met name in de binnenhuisinstallatie kunt aantreffen en hoe problemen kunnen worden herkend en worden opgelost. En tenslotte, de politieke wens van destijds om in Nederland een groot netwerk aan te bieden lijkt bewaarheid te gaan worden, zij het dat het andere spelers zijn die het gaan waarmaken. Jos Huizer
CA
1e Versie: November 2013 2e Versie: Maart 2014
1
Over de Auteur
ME
Jos Huizer studeerde in 1985 ‘cum laude’ af aan de avond-HTS Utrecht. Jos begon zijn carrière in de internationale kabeltelevisiemarkt bij het Veenendaalse Tratec, waar hij later mede-eigenaar werd. Eind jaren ‘90 behaalde hij ‘passed cum laude’ zijn MBA in Bradford. Zijn thesis vormde de blauwdruk voor de internationale expansie van Tratec in Europa.
HO
In 2005 is Tratec aan het Engelse Technetix Ltd. verkocht. Jos vervolgde zijn carrière met de introductie van het Engelse SCTE (Society of Broadband Professionals) in de Balkan. Met zijn bedrijf HMConsult ontwikkelde hij kabeltelevisietrainingen voor monteurs en technici in de regio en leverde adviesdiensten aan kabelexploitanten voor het ontwerpen en bouwen van moderne kabeltelevisienetwerken. Jos organiseerde jaarlijks de internationale ‘SCTE Balkan Broadband and Exhibition’. Voor de introductie en promotie van de SCTE in de Balkanlanden ontving Jos in 2012 de prestigieuze onderscheiding ‘SCTE Honory Fellow’.
CA B
LE
Jos keerde eind jaren 2000 terug in de Nederlandse markt. Zijn visie is dat de kwaliteit van de binnenhuisinstallatie de basisvoorwaarde is voor een hoge klanttevredenheid. Daarom ontwikkelde Jos gespecialiseerde online adviesshops. De shops zijn speciaal bedoeld voor kabelabonnees om problemen met hun binnenhuisnetwerk met ondersteuning van zijn kennis en ervaring op te lossen.
2
Dankwoord
ME
De kabeltelevisiemarkt is een volwassen markt maar nog volop in beweging om zich aan nieuwe werkelijkheden aan te passen. De focus van de kabelexploitant gaat van ‘aansluiting’ naar ‘klant’, de binnenhuisinstallatie van “eindpunt” naar “beginpunt” van het netwerk en klanten van “factuuradres” naar “netwerkgebruikers” met individuele breedbandverwachtingen.
HO
Zonder de hulp en ervaring van anderen zou dit boek niet tot stand zijn gekomen. In het bijzonder gaat mijn dank uit naar Jan Eyking van Kabeltips.nl die zijn kennis, ervaringen en beeldmateriaal beschikbaar stelde. Ook ben ik veel dank verschuldigd aan Jelle Cnossen van NLkabel die het script redigeerde en optimaliseerde met zijn inzichten over de laatste stand van de kabeltelevisietechniek en Jan van Raaij die zijn uitgebreide kennis met mij deelde zodat het hoofdstuk LTE toegevoegd kon worden.
CA
BL E
Jos Huizer Maart 2014
3
Inhoud Introductie
1
TV/R-aansluitdozen
6
Kabels
8
Coax-connectoren
11
Versterkers
15
18
Multitaps
19
Referenties
21
21
CA B
LE
Nawoord
HO
Verdelers
ME
Materialen 5
4
CA
BL E
HO
ME
Materialen
Goede materialen, het juiste gereedschap en correcte montage zijn voorwaarden voor een goed binnenhuisnetwerk. Welke materialen zijn geschikt en hoe zijn die te herkennen? Wat is een Kabel Keur certificering en hoe helpt dat bij het kiezen van de juiste producten? Deze vragen worden in dit deel beantwoord.
Materialen
TV/R-aansluitdozen
ME
De meest gebruikte antennedoos is de TV/R-aansluitdoos. Het binnenkomend signaal wordt gesplitst in een radiodeel en een TV-deel. In het TV-deel bevinden zich de analoge- en digitale televisiesignalen. De TV-uitgang van een Kabel Keur gecertificeerde aansluitdoos is retourgeschikt, dus ook geschikt voor de aansluiting voor het kabelmodem. De TV/R-aansluitdoos wordt op twee plaatsen in het binnenhuisnetwerk TV/R-aansluitdoos gebruikt, nl. bij binnenkomst van de coaxkabel en elders in de woning voor (foto: Cable Home) extra aansluitingen. Als de coaxkabel in de woonkamer binnenkomt, wordt de TV/R-aansluitdoos hierop gemonteerd en is daarmee in feite het “abonnee-overname-punt1” geworden.
HO
Op andere plaatsen in het binnenhuisnetwerk wordt de coaxkabel op de aansluitdoos afgemonteerd en is de aansluitdoos daarmee een nette manier van eindmontage. Het radiosignaal scheidt zich van het TV-signaal en de abonnee hoeft enkel nog een aansluitkabel te gebruiken om zijn TV en radio op de aansluitdoos aan te sluiten. Goede TV/R-aansluitdozen zijn einddozen. Dat zijn aansluitdozen waarop de coaxkabel afgemonteerd wordt zonder dat er een tweede coaxkabel op aangesloten kan worden om “door te rijgen” naar een volgende aansluitdoos. Is dat wel het geval spreken we van een rijgdoos. Tot in de jaren 90 werden deze rijgdozen vaak geplaatst. Een rijgdoos is een antennedoos die het signaal doorrijgt van de ene aansluitdoos naar de andere. De rijgdoos heeft daarom altijd twee kabelaansluitklemmen, een (meestal de linker) voor het ingaande signaal, en een voor het uitgaande signaal.
LE
Rijgdozen hebben t.o.v. einddozen een aantal grote nadelen: • hoge demping tussen de coaxkabel en de TV- en radio-uitgang en • als een kabel losraakt, hebben alle aansluitdozen die hier achter gemonteerd zijn ook een signaalprobleem.
Door steeds een beetje signaal in de rijgdoos “af te tappen” naar de TV/R-aansluitingen van de aansluitdoos, blijft er voldoende signaal- Rijgdoos met de doorrijguitgang afgesloten met weerstand sterkte over aan het eind van de keten. Om voldoende signaal per (foto: Kabeltips) antennedoos op de TV- en radio-uitgang te krijgen moet er aan het begin van de doorrijgketen gebruik worden gemaakt van een versterker.
CA B
De ‘aftakdemping’ wordt in twee richtingen ervaren. In de “voorwaartse richting”, de richting naar het televisietoestel maar ook in de richting terug door apparatuur die van het retourpad gebruik maakt. Is de demping in de “voorwaartse richting” nog te compenseren met de plaatsing van een geschikte versterker aan het beging van de doorrijgketen, de demping terug is niet op te lossen en kan zo hoog zijn dat er uitval van het retourverkeer kan plaatsvinden. Het gebruik van rijgdozen wordt sterk afgeraden. Daar waar ze nog geplaatst zijn, is het advies deze te verwijderen en nieuwe kabels te trekken vanaf het abonnee-overname-punt naar iedere TV/R-aansluitdoos (type einddoos). Als dat niet mogelijk is, vervang dan de rijgdoos door een tweevoudige verdeler en sluit op de ene uitgang de televisie aan en op de andere uitgang de kabel die naar de volgende aansluitdoos gaat. Is elke antennedoos geschikt? De benaming voor het type aansluitdoos aan het eind van een keten wordt aangeduid als “einddoos”. 1
Er is een belagnrijk verschil met het abonnee-overname-punt in de meterkast. Bij dat type zijn ingang en uitgang dubbelgalvanisch
van elkaar gescheiden, dat geldt niet voor een TV/R-aansluitdoos. 6
Materialen Met een “einddoos” werd vroeger een antennedoos bedoeld die aan het eind van een rijgnet werd gebruikt om de keten af te sluiten om te voorkomen dat er reflectie ontstond. Zo’n type antennedoos heeft een demping tussen de, op de ingang, aangesloten coaxkabel en TV- en radio-uitgang van ongeveer 10 dB.
ME
Dit type antennedoos had vaak slechts één kabelaansluitklem (in welk geval de afsluitweerstand in de aansluitdoos verwerkt was), soms twee kabelklemmen met een afsluitweerstand geklemd onder de rechter aansluitklem.
HO
Tegenwoordig bedoelen we met “einddoos” een antennedoos zonder doorlusmogelijkheid. De demping tussen de op de ingang aangesloten coaxkabel en TV- en radio-uitgang is ongeveer 1.5 dB. Aan het uiterlijk van een antennedoos is niet altijd goed te zien welk type aansluitdoos het is. Er zijn er die door middel van splitsing op zowel TV- als radio-uitgang de hele band doorlaten (bv. de Hirschmann EDU 04 F). Het inkomend signaal wordt bij dat type aansluitdozen gesplitst waardoor de demping op zowel de TV- als radio-uitgang ongeveer 4 dB is. Ook zijn er aansluitdozen die mechanisch exact op een normale TV/R-aansluitdoos lijken, maar waarvan de IEC-female aansluiting (gewoonlijk voor de FM-band) bedoeld is voor de satellietband. De frequentiegebieden die in een TV/R-aansluitdoos met lage (circa 1.5 dB) demping doorgelaten dienen te worden zijn: Er zijn veel verschillende merken aansluitdozen in woningen gemonteerd, hier een overzicht van de meest voorkomende aansluitdozen. Frequentieband Opmerking 5 - 65 MHz De zg. retourband 1 120 - 865 MHz Voor de doorgifte van digitale- en analoge TV-signalen Radio-aansluiting 87,5 - 108 MHz
BL E
Aansluiting TV-aansluiting
Voorheen werd de radioband opgerekt tot 120 MHz i.v.m. Digitale Audio Broadcasting (DAB). Als dit type aansluitdoos nog in het netwerk zit kan deze een of meer digitale TV-kanalen blokkeren. 1
GUT 15 digitaal (fabrikant Astro) De toevoeging “digitaal” verwijst naar TV-frequenties die vanaf 120 MHz doorgelaten worden. Frequenties in dat bereik worden door kabelexploitanten alleen gebruikt voor digitale ontvangst (TV en/of internet).
CA
De GUT 15 en GUT 715 (de voorlopers van de GUT 15 digitaal) hebben een afwijkende FM doorlaatband omdat deze ontworpen zijn voor doorgifte de DAB digitale radio.
Astro GUT 15 digitaal (foto: Kabeltips)
Dit kan tot gevolg hebben dat dit type aansluitdozen een aantal signalen voor een digitale ontvanger of modem slecht of geheel niet doorgeven.
Tratec TRAS-2000 (fabrikant Technetix) De TRAS-2000 van het merk Tratec (fabrikant Technetix) heeft een ca. halve centimeter grotere diepte dan de meeste andere antennedozen, waardoor montage lastiger kan zijn. De coaxkabel, die gewoonlijk verwerkt wordt in een lus in de opbouwrand, komt bij inbouw klem te zitten tussen wand en antennedoos. Met een opvulring kan de aansluitdoos minder diep komen te liggen. 7
Tras-2000 van Tratec (foto: Cable Home)
Materialen EDU04F (fabrikant Hirschmann) Deze aansluitdoos ziet er van de buitenkant als een standaard TV/R-aansluitdoos uit.
ME
Voorbeeld van een afwijkende doos met enkele aansluitklem; de Hirschmann EDU04F (foto: Kabeltips)
Echter, op beide uitgangen is een frequentieband beschikbaar van 5 - 2050 MHz, elk met een demping van ongeveer 4 dB. Dit wijst erop dat deze aansluitdoos in feite een Tras-2000 van Tratec met opvulring (foto: Cable splitter is. Home)
EDC1000 (fabrikant Hirschmann) Dit is de standaard TV/R-aansluitdoos in het Hirschmann assortiment. De EDC1000 heeft een eenvoudige klemverbinding en is Kabel Keur gecertificeerd.
Hirschmann EDC1000
Tratec TWO-3400L, aansluitdoos voor TV, radio en kabelmodem (foto: Cable Home)
HO
Een opmerking voor de antennedoos met een vaste F-connec- (foto: Kabeltips) tor voor het aansluiten van een modem (bv. de Tratec TWO-3400L van fabrikant Technetix). Dit type aansluitdoos heeft naast normale IEC-connectoren voor TV en radio, een F-female connector voor het aansluiten van het kabelmodem. Bij de meeste antennedozen die in deze uitvoeringsvorm aangeboden worden, is de F-female connector een satellietaansluiting en geen TV-aansluiting.
Adviesmaten voor montage op de TV/R-aansluitdoos (tekening: Kabeltips)
LE
Strippen van de kabel Voor de juiste montage van de kabel dient de kabel correct voorbereid te worden. Aanbevolen maten van binnenader en buitenmantel die bloot moeten komen verschillen per antennedoos. Met de voorgeschreven lengtes fixeert de kabel zich op de juiste manier in de montageklem en wordt de optimale trek- en buigontlasting bereikt, zonder daarbij de elektrische aansluiting de verstoren.
CA B
Bij het monteren van de coaxkabel mogen de haartjes van de buitenmantel de binnenkern niet raken. De binnenkern mag niet te kort zijn (dan maakt het geen goed contact) en niet te lang (dan raakt die door verbuiging mogelijk de metalen behuizing Kabelstripper met een mesje voor van de aansluitdoos). buiten- en binnenisolatie
Universele coaxstripper (foto: Cable Home BV)
Kabels
(foto: Kabeltips)
Na de montage van de coaxkabel mag er geen buitenmantel bloot liggen en moeten kabel en teruggeslagen omvlechting goed vastzitten onder het klepje.
Een van de meest voorkomende oorzaken van beeld- en geluidsproblemen zijn te lange of te dunne coaxkabels en de op de kabel gemonteerde connectoren. Coaxkabels kunnen verouderen en connectoren kunnen los(ser) gaan zitten door trillingen en temperatuursverschillen. Bij montage is het belangrijk dat kern en mantel (afscherming) van de coaxkabel goed van elkaar gescheiden zijn en dat de mantel aan beide zijden, liefst rondom de kabel met de connector is verbonden.
8
Materialen De afscherming van zowel kabel als connector is van groot belang om instraling te voorkomen. De demping van de kabel is voor de korte kabellengtes (1 à 2 meter) van ondergeschikter belang. Voor de langere lengtes gaat de lengte wel een rol spelen.
ME
Tenslotte is er nog de “karakteristieke impedantie” die voor bekabeling van consumentenapparatuur 75 Ohm is. Dit betekent dat aan een coaxkabel niet zonder meer een andere type kabel gemonteerd kan worden.
HO
Afscherming Afscherming van de kabel is belangrijker geworden sinds er zowel op de kabel als in de ether meer kanalen bij zijn gekomen. Om te voorkomen dat de coaxkabel als ontvangst- of zendantenne voor etherfrequenties werkt dient deze goed hoogfrequentdicht te zijn. Een goede hoogfrequente dichtheid ontstaat door: • gebruik van een coaxkabel met voldoende hoeveelheid omvlechting en extra aluminium folie rondom het diëlektricum van de coaxkabel, • het monteren van metalen connectoren en • te zorgen voor de correcte montage van connectoren op de coaxkabel. De juiste materiaaleigenschappen zijn aanwezig als het product een Kabel Keur certificering heeft. Veel oudere typen coaxkabels hebben alleen een mantel in de vorm van een omvlechting. Bij goedkopere kabels is de omvlechting zeer gering waardoor er instraling optreedt waarbij etherfrequenties de kabelfrequenties kunnen gaan storen.
BL E
Type coaxkabels Een goede binnenhuiskabel onderscheidt zich door zijn Kabel Keur certificering. Deze kabels zijn 6.8 - 7 mm dik en hebben zeer goede technische eigenschappen. T.o.v. de coaxkabels die buiten de woning gebruikt worden, zijn binnenhuiskabels soepeler, vaak in de kleur wit of grijs. De buitenmantel is van PVC gemaakt. Dit type buitenmantel is niet waterdicht en water dringt na verloop van tijd door de poreuze isolatie heen. Een PVC-kabel kan daarom niet gebruikt worden in bv. vochtige kruipruimtes. Buiten de woning worden coaxkabels gebruikt die voor buitengebruik beter geschikt zijn, zo zijn deze typen coaxkabels bv. waterdicht.
CA
Coax-12 grijs (diverse fabrikanten) Dit is de meest gebruikte binnenhuiskabel. In vakjargon afgekort tot C12 en zo genoemd vanwege zijn demping van ca. 12 dB per 100 meter lengte, gemeten op een frequentie van 230 MHz. Het diëlektricum bestaat uit massief polyethyleen. Hoewel de kleur eerder neigt naar beige wordt deze ook wel aangeduid als Coax-12 (C12) grijs. De coaxkabel met groene waterdichte polyethyleen uitgevoerde variant (de “C12 groen”) is de kabel waarmee de meeste huizen in Nederland van een kabelaansluiting zijn voorzien. De groene Coax-12 coaxkabel voldoet nog steeds prima, maar is achterhaald door de hieronder genoemde nieuwere type coaxkabels. Coax-9 (diverse fabrikanten) De naam Coax-9 is afgeleid van de demping van ca. 9 dB per 100 meter lengte op een frequentie van 230 MHz. Deze coaxkabel is de opvolger van de meest gebruikte huisaansluitkabel Coax-12. De kern van de Coax-9 is dikker dan die van de Coax-12, maar de binnenisolatie (diëlektricum) bestaat uit een Polyethyleen (Cell-PE) foam waardoor de kabel een iets grotere minimum buigstraal heeft. Sterke buiging van kabels moet altijd vermeden worden, maar is met dit type kabel nog kritischer. 9
ME
Materialen De buigstraal van een coaxkabel moet minimaal 7 x de kabeldiameter zijn. Als de coaxkabel 7 mm. dik is, is de minimale buigstraal 49 mm. Een Coax-9 kabel wordt onder deze naam gewoonlijk alleen uitgevoerd als waterdichte grondkabel met Polyethyleen (PE) buitenisolatie. Naast de uitvoering met blank koper voor de folie en het vlechtwerk, is deze kabel ook beschikbaar met aluminium folie en vertind koper. Coax-9 is van buitenaf te onderscheiden van Coax-12 door een streep in de lengterichting over de buitenisolatie. HD 9 (fabrikant Bedea) Door de dikkere kern heeft de Bedea Coax-9 een lagere demping per strekkende meter dan Coax-12.
De dikkere kern, het vlezige vlechtwerk en steviger folie, maken deze kabel bovendien ook plezieriger in de afmontage dan Coax-12.
HO
Coax-9 van fabrikant Bedea (foto: Kabeltips)
De elektrische eigenschappen van HD9 zijn praktisch gelijk aan die van Coax-9.
KOKA-799 (fabrikant Hirschmann) De Kabel Keur gecertificeerde KOKA-799 is eigenlijk de Coax-9 van Hirschmann. Een zeer bekende kabel, aangeboden in de webshops Cablers. nl en UPC Accessoires Shop maar ook in vrijwel elke speciaalzaak voor kabel- en satellietapparatuur.
KOKA-799 van fabrikant Hirschmann (foto: Cable Home)
Zoals ook voor de andere typen kabels met foam diëlektricum geldt, moet ook deze kabel niet te sterk gebogen worden om knikken te voorkomen.
LE
De folie van de kabel wordt in tegenstelling tot andere Coax-9 kabels verlijmd met de binnenisolatie waardoor bij sterke buiging minder snel een hoogfrequent lek ontstaat.
CA B
Coaxkabel van diverse bouwmarkten Diverse bouwmarkten leveren kabels van een niet goede of nauwelijks omschreven kwaliteit. Bij kwalitatief mindere kabels is er vooral sprake van een zeer sobere omvlechting (wat leidt tot instraling door ongewenste signalen vanuit de ether) en het diëlektricum (binnenisolatie) dat ovaal gevormd is (wat leidt tot hogere dempingen). Een ander type kabel is de dunne Coax-18. Deze coaxkabel wordt veel gebruikt om door een buis te trekken maar heeft een zeer hoge demping. Ook is er sprake van een incourante maatvoering voor vrijwel alle typen beschikbare connectoren. Kabel Keur Een van de grootste problemen voor kabelexploitanten is de “doe-het-zelf” abonnee die in de bouwmarkt de materialen koopt voor zijn binnenhuisnetwerk. Vaak zijn die materialen niet geschikt voor gebruik in een modern binnenhuisnetwerk. Tot voor kort was er geen keurmerk en was de consument aangewezen op de informatie op de verpakking. In het analoge tijdperk was het nog wel mogelijk om producten met lage kwaliteiten te installeren om dan toch nog redelijke televisie-ontvangst te behouden. Echter, in het digitale tijdperk wordt dit afgestraft met uitvallend internet, blokjes in het beeld, trage beeldovergangen of in het geheel geen beeld. Maar hoe kan een consument weten of een product van geschikte kwaliteit is? Daarvoor hebben de Nederlandse exploitanten, verenigd in NLkabel, het Kabel Keurmerk opgericht. 10
ME
Materialen Op de site www.Kabelkeur.nl staat daarover het volgende: “Heeft u televisie via de kabel? Dan is uw kabelbedrijf verantwoordelijk voor de verzending van het tv-signaal naar uw woning. Maar dat gaat tot uw deur. Binnen zult u zelf moeten zorgen voor goede kabels en aansluitingen. Waarschijnlijk heeft u meer dan één televisie, dus gaat u zelf aan de slag met splitters of versterkers. Maar hoe weet u of de spullen die u Kabel Keur-logo (logo: NLkabel) gebruikt, ook de beste zijn? Kabel Keur helpt u daarbij. Het Kabel Keurmerk maakt het u gemakkelijk om de goede producten te vinden voor de aansluiting van uw televisie. In de winkel herkent u voortaan kwaliteitsproducten aan het Kabel Keur-logo”.
HO
Inmiddels zijn al veel producten Kabel Keur gecertificeerd en in winkels en webshops verkrijgbaar. Kabel Keur gecertificeerde producten zijn herkenbaar aan het Kabel Keur logo dat op het product en verpakking gevoerd wordt. Kabelexploitanten promoten Kabel Keur gecertificeerde producten. Zo heeft UPC een speciale accessoires shop (accessoires.upc.nl) voor de online aankoop van Kabel Keur gecertificeerde producten.
Coax-connectoren
Waar vaak gesproken wordt over antenneplug of antennestekker spreekt de professional liever over “connector”. In de kabeltechniek komen twee typen connectoren voor montage aan een coaxkabel het meest voor: • IEC-connector • F-connector
BL E
IEC-connector Dit is de connector die in Europa al tientallen jaren de standaard is voor allerlei apparaten waaraan een antennekabel gekoppeld kan worden. De naam is afgeleid van de standaard IEC 60169-2 opgesteld door de International Electrotechnical Commission. Het is de oudste coaxiale antenneconnector die zijn oorsprong vindt in de tijd van de eerste uitzendingen van de BBC in de jaren twintig. Buiten Nederland is deze connector ook bekend als Belling-Lee connector, naar de firma die het principe van deze connector het eerst toepaste. De belangrijkste voorwaarde voor IEC-connectoren is de hoogfrequentdichtheid. Een tweede belangrijke voorwaarde is een goede trek- en torsieontlasting. Krachten op de aangesloten kabel mogen geen mechanische invloed in de connector zelf hebben.
CA
Tenslotte moet de connector makkelijk te monteren zijn. Een goede montage is voorwaarde voor zowel goede elektrische als mechanische eigenschappen. Goede IEC-connectoren Goede IEC-connectoren zijn herkenbaar aan hun Kabel Keur certificering. In Nederland zijn de Kabel Keur gecertificeerde IEC-connectoren vooral van de fabrikanten Technetix en Hirschmann. De belangrijkste verschillen tussen beide typen zijn de lengte en de wijze waarop de connector op de kabel gemonteerd wordt. Bij de Technetix uitvoering wordt de gestripte coaxkabel van achteren in de IEC-connector gestoken waarna de coaxkabel onder het klepje vastgezet wordt. De binnenkern heeft geen eigen schroefje om mee vastgedraaid te worden, er is geen zicht op een goede kabelklemming. De IEC-connector is snel een eenvoudig te monteren, echter de dunne Coax-18 zal niet goed geklemd worden. 11
Materialen Door de relatief korte achterkant mag op de coaxkabel, als die vanaf de connector met een bocht wegloopt, niet te veel kracht uitgeoefend worden.
ME
Bij de Hirschmann connector wordt de IEC-connector in twee schaaldelen verdeeld. In het ene schaaldeel komt de coaxkabel te liggen. De De IEC-connectoren van fabrikant binnenkern wordt met een schroefje vastgezet. Technetix (foto: Cable Home) Door deze methode is er goed zicht op de juiste montage van de coaxkabel. Daarna wordt het andere schaaldeel aangebracht en het geheel vastgezet met de plastic wartel. De Hirschmann connector heeft door deze methode meer onderdelen om te monteren dan de Technetix uitvoering.
De IEC-connectoren van fabrikant
Cabelcon IEC-connector speciaal tegen LTE instraling (foto: Cable Home)
De connectoren worden in de betere webshops zoals Accessoires.upc.nl en cablers.nl aangeboden. Kwalitatief slechte IEC-connectoren zijn herkenbaar aan de witte plastic kapjes. In het analoge tijdperk kon een dergelijke IEC-connector nog wel gemonteerd worden. In het digitale tijdperk is dit type IEC-connectoren vaak de oorzaak van veel problemen bij de ontvangst van digitale signalen en gebruik van het retourpad door interactieve settop boxen en kabelmodems.
LE
Slechte connectoren
HO
Hirschmann (foto: Cable Home) Eind 2013 zijn nieuwe type IEC-connectoren op de markt gekomen van het merk Cabelcon. Deze connectoren zijn volledig van metaal en hebben een speciale ‘kooi’ voor extra afscherming tegen instraling. De connectoren zijn speciaal ontworpen om voldoende bescherming te bieden tegen instraling van LTE signalen.
CA B
Dit type connectoren lijkt erg handig omdat ze snel en gemakkelijk op de coaxkabel zijn te monteren. Echter, de montageschroefjes gaan door een combinatie van warmteverschillen en trillingen/ bewegingen na enige tijd los zitten. Er kan roestvorming plaatsvinden op het contactoppervlak2 door te hoge luchtvochtigheid. Deze roestvorming verstoort het retourpadverkeer. De connectoren zijn niet voldoende afgeschermd tegen instraling van stoorsignalen afkomstig van kabelmodems en antennemasten voor Digitenne. Ook bieden deze connectoren geen bescherming tegen instraling door LTE signalen en 4G smartphones. F-connector Hoewel in Europa binnen de regulier verkrijgbare consumentenapparatuur dit type connector vrijwel alleen voor satellietontvangers wordt gebruikt, is de F-connector in de antennetechniek al decennia lang de standaard connector. Lang voordat in Nederland kabeltelevisie aangelegd werd, was dit type connector al een standaard in de Verenigde Staten en Japan. Hierdoor konden de connectoren in grote volumes geproduceerd worden wat een gunstige invloed op de prijs had.
Het grote voordeel van de F-connector is dat de kern van de coaxkabel direct het binnencontact vormt. De montage is relatief eenvoudig. De elektrische aansluiting van de kabel op de connector is beter dan die bij IEC-connectoren. Binnenwerk van een F-female connector (foto: Cable Home)
2
Een dun roestlaagje op de binnenzijde van de connector door vocht in de lucht, mogelijk in combinatie met aardstromen. 12
Materialen De impedanties van de kabel en de connector (beiden 75 Ohm) sluiten met de montage van een F-connector beter op elkaar aan. De zogenaamde misaanpassing3 is bij F-connectoren minimaal.
ME
F-connectoren voor professioneel gebruik worden aan de kabel gemonteerd met een speciale tang. Daarbij is onderscheid te maken tussen compressie en krimpen. Compressieconnectoren Bij compressie wordt een ronde huls in zijn geheel rond de kabel gekrompen. De connector wordt op de kabel geduwd, totdat de binnenisolatie gelijk ligt aan het eind van de schacht.
Daarna wordt de connector met een speciale compressietang op de kabel geperst, waarbij in de lengterichting van de connector twee delen in elkaar geduwd worden zonder de kabel te beschadigen.
HO
EX-6 van het merk PPC (foto: PPC)
Er zijn veel type connectoren met compressie techniek verkrijgbaar (foto: Asheridge)
PPC VT-150 compressie gereedschap (foto: PPC)
Ripley compressie gereedschap (foto: Ripley)
Ook bij krimpen wordt de connector op de kabel geduwd, echter nu wordt de buitenhuls van de connector in een 6-kantige vorm gekrompen.
BL E
Krimpconnectoren
Gemonteerde compressie F-connector (foto: PPC)
Tot voor enkele jaren terug was dit de meest voorkomende wijze van montage. Echter, het nadeel van deze montage is (1) de mogelijkheid tot het indringen van vocht en (2) onvoldoende stoorstralingsdicht tegen in- en uitstra- Krimptang (foto: Ripley) ling van signalen wat storing tot gevolg kan hebben. Bij krimpconnectoren wordt de schacht van de connector tussen de folie en het vlechtwerk van de mantel geschoven. Om het opstropen van de mantel en/of folie te voorkomen worden de mantelhaartjes eerst omgeslagen over de kabelisolatie. Krimp- en compressietangen zijn relatief duur gereedschap waardoor de krimp- en compressieconnectoren geen reëel aanbod voor de consumentenmarkt zijn.
CA
Krimpconnectoren (foto: Kabeltips)
Twist-on connectoren De twist-on is de meest gebruikte F-connector in het consumentensegment, en dan met name in de satellietmarkt. Bij de twist-on connector wordt deze op de kabel gedraaid, waardoor ze ook wel schroefconnectoren genoemd worden. Nadeel van dergelijke connectoren is dat de mantelhaartjes van de F-schroefconnectoren coaxkabel bij het op de kabel schroeven van de connector gedeeltelijk (foto: Kabeltips) 3
Als impedanties van coaxkabel en connector niet gelijk zijn ontstaat zg. misaanpassing en daardoor demping van het signaal.
Reflecties die door misaanpassingen ontstaan storen het teletekst signaal maar ook kunnen ze digitale signalen ernstig storen. 13
Materialen doorgesneden worden.
ME
Bij een F-connector die op de coaxkabel geschroefd wordt, zijn de mantelhaartjes het enige contact dat de mantel met de connector maakt. De folie doet dat slechts gedeeltelijk bij de flens. Het is lastig een twist-on F-connector goed op de coaxkabel te monteren. De connector moet perfect op de kabel passen en er mag geen vlechtwerk naar buiten treden. Maar bij een perfecte maatvoering is de kans groot dat de mantelhaartjes beschadigen door het verdraaien en doorsnijden ervan bij het monteren van de connector. Ideaal zou een twist-on F-connector zijn die met enige moeite moet worden aangebracht en dus een hoge mate van trekontlasting biedt, terwijl de mantelhaartjes zoveel mogelijk intact worden gelaten en niet door het aanzetten worden weggesneden.
HO
Push-on F-connectoren De krimp- en compressieconnector is voor de consument geen goed alternatief i.v.m. de prijs van de connector en gereedschap. De twist-on connector is kwalitatief geen goede F-connector voor het moderne binnenhuisnetwerk omdat de montage te grote problemen meebrengt. Er is sinds enkele jaren een goed alternatief beschikbaar gekomen in de vorm van een pushon F-male connector, ook wel Easy Fit connector genoemd. Dit type connector is met een Kabel Keur certificering verkrijgbaar in de betere speciaalzaak en webshops zoals cablers.nl en de UPC Accessoires shop.
LE
De push-on F-connector is gemaakt voor de 6.8 - 7 mm dikke coaxkabel en zonder speciaal gereedschap op de kabel te monteren. F-male push-on, ook wel Easy Fit De connector is daarom erg handig voor genoemd (foto: Cable Home) thuisgebruik, temeer ook omdat de 6.8 - 7 mm voor alle Kabel Keur gecertificeerde installatiekabels geldt. De connector wordt op de kabel geduwd totdat de binnenisolatie gelijk ligt met het eind van de schacht.
De F-male push-on (Easy Fit) wordt op de coaxkabel geduwd totdat de binnenisolatie gelijk komt met het eind van de schacht (foto: Cable Home BV)
CA B
Net als bij de krimp-, compressie- en twist-on connectoren is een punt van aandacht de lengte van de blootgelegde kern van de coaxkabel. Nadat de connector op de kabel gemonteerd is, dient de kern op de juiste lengte te worden afgeknipt. Als de kern te lang gelaten wordt bestaat de kans op omvouwen van de kern of beschadiging van de contactveer in de F-female connector die om de kern klemt.
Gereedschappen Goede montage met goed gereedschap is essentieel voor een storingsvrij ontvangst en het voorkomen van instraling door nabij gelegen stoorbronnen zoals een Digitenne zendmast of 4G mobieltjes. Onder goede montage verstaan we ook het met de juiste kracht vastzetten van de F-male connector. F-male connectoren dienen met steeksleutel 11 vastgedraaid te worden. Nog beter is het gebruik van de professionele momentsleutel die bij het juiste moment van ca. 4.5 Nm. een duidelijk hoorbare “klik” geeft.
Momentsleutel voor F-male connectoren (foto: Ripley)
Voor het aandraaien van dieper liggende F-male connectoren zijn er speciale F-male aandraaiers met een verlengde schacht van ca. 12 cm. Om een coaxkabel stevig vast te houden tijdens de montage van de is er de rubberen “grip” die om de coaxkabel heen
F-gereedschap voor het aandraaien F-male connector, van F-male connectoren die wat gelegd wordt. dieper liggen (foto: Ripley)
14
Materialen In de “grip” zit een profiel om de coaxkabel in te leggen. Het rubberen materiaal zorgt voor de extra stevige greep op de kabel terwijl de F-connector erop gedrukt wordt.
ME
Bij installatie van een aantal coaxkabels tegelijk komt het nog wel eens voor dat er onduidelijkheid is Handige rubberen greep voor het stevig vasthouwaar welke kabel naar toegaat. den van de coaxkabel Daarvoor is de “signaalzoeker” ontworpen. Aan de (foto: Cable Home) ene kant komt de “zender” die een gelijkstroompje verstuurd. Signaalzoeker (foto: Ripley) Aan de andere kant een “ontvanger” die een geluid geeft en een LED laat branden als het stroompje ontvangen wordt.
Versterkers
HO
Voor antenneversterkers geldt in het algemeen dat die ontworpen zijn om dempingen te compenseren in het achter de versterker liggende binnenhuisnetwerk. Dit betekent dat versterkers niet bedoeld zijn om een te zwak inkomend signaal te versterken.
Technetix versterker FRA752N (foto: Cable Home)
De hoogte van de versterking moet dus afgestemd zijn op de mate van de achterliggende demping die door de versterker gecompenseerd moet worden.
BL E
De binnenhuisversterker wordt achter het abonnee-overname-punt (AOP) gemonteerd. Het AOP is het punt waarop de kabelexploitant het signaal “overdraagt” aan de abonnee. Op dit punt dient het signaal aan een aantal technische eisen te voldoen voor de sterkte, stabiliteit en kwaliteit zoals bv. de hoeveelheid ruis (de som van alle ongewilde signalen t.o.v. het gewenste signaal). Op Europees niveau zijn hier normen voor, de CENELEC4 normen. De signaalsterkte op het AOP is in veel gevallen voldoende om achter het AOP een tweevoudige verdeler te monteren met op elk van de uitgangen een lengte van 5 à 10 meter Kabel Keur gecertificeerde coaxkabel. Om de gewenste versterking voor een aansluiting achter de versterker te kunnen inschatten, moeten de dempingen van elk van de componenten tussen versterker en aansluiting ingeschat worden. Hier een aantal ruwe inschattingen5: - tweevoudige verdeler: 3,5 dB per uitgang - installatiekabel: 2 dB per 10 meter lengte - TV/R-aansluitdoos: 1,5 dB
CA
Een rekenvoorbeeld; de aansluiting met een tweevoudige verdeler en een kabel van 10 meter lengte afgemonteerd op een TV/R-aansluitdoos. De demping op de TV-uitgang zal dan bij benadering (3,5 + 2 +1,5 =)7 dB zijn. De montage van een versterker met een versterking van 7 dB zou een goede keuze zijn om deze demping te compenseren. Geen of een te lage versterking kan betekenen dat het televisiebeeld nog steeds (bij analoog beeld) ruist of (bij digitaal beeld) blokjes geeft. Te hoge versterking zou kunnen leiden tot storingen in het televisiebeeld doordat de televisie of mediabox een te sterk signaal ontvangt en daardoor zelf stoorproducten genereert. 4
Comité Européen de Normalisation Electrotechnique.
5
Ruwe inschattingen, waarbij geen rekening gehouden wordt met een tilt van het signaal door de coaxkabel, dempingen via connec-
toren en dempingen door aansluitkabels vanaf de TV/R-aansluitdoos naar de televisie of mediabox. 15
Materialen Als een aan de versterker aangeboden signaal te zwak is (relatief veel ruis t.o.v. het gewenste signaal) kan een versterker dit probleem niet oplossen en biedt het op haar uitgang(en) een versterkte ruis, dus slechter signaal.
ME
FRA-752/N (fabrikant Technetix) Een van de meest bekende, Kabel Keur gecertificeerde, huisversterkers is de FRA-752/N van fabrikant Technetix. Deze versterker wordt door zowel UPC als Ziggo aan haar abonnees aanbevolen.
HO
De versterker heeft 4 uitgangen. De uitgangen hebben verschillende, oplopende, versterkingsfactoren van 0 - 2 - 4,5 - 7,5 dB. De versterker versterkt op elke uitgang over het hele frequentiegebied 5 - 862 MHz met een constante waarde. De 0 dB-uitgang wordt aanbevolen voor de aansluiting van het kabelmodem (daarvoor hoeft het signaal eigenlijk niet versterkt te worden omdat het kabelmodem vaak met een kort kabeltje met de versterker is verbonden). De 2 dB en 4,5 dB uitgangen zijn voor aansluitingen met langere kabels. De 7,5 dB uitgang is ook erg handig voor het maken van een 5e aansluiting met een extra splitter. Alle uitgangen bieden een 3 dB versterking voor retoursignalen die vanaf het Afsluitweerstand (foto: Cable Home) kabelmodem en de mediabox terugkomen. De fabrikant heeft in de versterker een Modem safe® en een Ingress safe® circuit ingebouwd. Het Modem safe® circuit blokkeert aan de ingang van de versterker de energie van een indirecte blikseminslag. Onderzoek heeft uitgewezen dat die energie op een frequentie van ca. 1 MHz als puls aanwezig is. Door een filter in de versterker te bouwen die deze frequentie blokkeert, wordt vermeden dat de energiepuls doorgegeven wordt.
LE
Het Ingress safe® circuit6 bevindt zich in de uitgangen van de versterker en zorgt voor fasedraaiing van stoorsignalen in het retourpad. Aangezien de mate van fasedraaiing afhankelijk is van o.a. kabellengte en frequentie, is het Ingress safe® circuit niet in alle gevallen effectief.
CA B
Om instraling via F-female connectoren te vermijden dienen de niet gebruikte uitgangen van de versterker afgesloten te worden. Deze afsluiting gebeurt met een afsluitweerstand (met een impedantie van 75 Ohm) die op de uitgangsconnector geschroefd wordt. GHV41M (fabrikant Hirschmann) De GHV41M van Hirschmann is een Kabel Keur gecertificeerde versterker met 4 uitgangen. Ook bij deze versterker hebben de uitgangen een verschillende, oplopende, versterkingsfactor van 3,5 - 4,5 - 7,5 - 9 dB. De versterking is, in tegenstelling tot de FRA-752N versterker, niet vlak over het frequentiegebied maar hoger naarmate ook de frequentie hoger is (ook wel “vooreffening” genoemd). Hirschmann versterker GHV41M Dit is een methode om de oplopende kabeldempingen (die oplopen (foto: Cable Home) naarmate de frequentie hoger is) te compenseren zodat aan het eind van de kabel de versterking min of meer vlak is over het gehele frequentiegebied. De versterkingen zijn, met vooreffening: uitgang 1: 3-3.5 dB uitgang 2: 3-4.5 dB uitgang 3: 6-7.5 dB uitgang 4: 6-9.0 dB 6
Ingress is het Engelse woord voor indringen, hier bedoeld als het vermijden van de gevolgen van instraling. 16
Materialen Het retoursignaal wordt op de eerste twee uitgangen met 2 dB versterkt en met 5 dB op de derde en vierde uitgang.
ME
GHV41MX (fabrikant Hirschmann) De Kabel Keur gecertificeerde versterker GHV41MX heeft dezelfde versterking als de GHV41M en biedt ook nog twee handige LED indicatoren voor (1) de sterkte indicatie van het ingangssignaal en (2) het aanwezig zijn van retourverkeer.
Hirschmann versterker GHV41MX Met een ingangssignaal gelijk of hoger dan 65dBµV7 licht de linker (foto: Hirschmann) LED blauw op. Als er retourverkeer plaatsvindt (bv. vanuit het kabelmodem of vanuit de interactieve settop box) dat gaat de rechter LED blauw knipperen.
BDA-02 Kabel Keur gecertifi- Als ceerde opdrukversterker (foto: het Cable Home)
HO
BDA-01(02) (fabrikant Technetix) Een zeer populaire versterker is de BDA-opdrukversterker van fabrikant Technetix. Deze versterker past direct op een TV/R-aansluitdoos. In veel oudere woningen komt de coaxkabel direct op een TV/R-aansluitdoos de woonkamer binnen. Dit in tegenstelling tot de nieuwere woningen waar de coaxkabel in de meterkast binnen komt op een AOP (abonnee-overname-punt. er meerdere aansluitingen in de woning gemaakt moeten worden is al snel noodzakelijk een versterker i.p.v. splitters te gebruiken om problemen met de beeldkwaliteit te voorkomen. Om het de consument gemakkelijk te maken is deze opdrukversterker ontwikkeld om direct op de woonkamer TV/R-aansluitdoos gedrukt te worden.
BL E
De versterker heeft 3 retourgeschikte TV-uitgangen, een radio-uitgang en een aparte uitgang voor het kabelmodem. De versterking is 4 dB voor elke TV-uitgang en kabelmodemaansluiting, wat ongeveer overeenkomt met de verzwakking door een coaxkabel met een lengte van 15 meter. De TV- en radio-connectoren op de versterker zijn van het type IEC. Voor het kabelmodem is de connector van het type F-female. In het najaar van 2013 is de BDA-01 versie opgevolgd door de Kabel Keur gecertificeerde BDA-02.
CA
Niet-Kabel Keur gecertificeerde huisversterkers Er zijn veel versterkers te koop die niet-Kabel Keur gecertificeerd zijn. Goede versterkers zijn van groot belang voor de beeldkwaliteit en het retourverkeer. Niet-gecertificeerde versterkers voldoen niet aan de strenge eisen van kabelexploitanten, die deze versterkers dan ook afraden. Enkele belangrijke specificaties van een versterker zijn: - Versterking. Deze moet voldoende zijn om de dempingen achter de uitgangsconnector te compenseren maar mag niet te hoog zijn omdat dat storing veroorzaakt. Om te weten wat ongeveer de benodigde versterking moet zijn, is het noodzakelijk de achterliggende dempingen in te schatten. Wat erg belangrijk is voor de uiteindelijke kwaliteit, is de mate waarin alle kanalen evenveel versterkt worden waardoor de onderlinge verschillen minimaal blijven. Kwalitatief mindere versterkers hebben vaak geen vlakke versterking waardoor signalen niet in dezelfde mate versterkt worden en bepaalde kanalen daardoor kunnen storen. 7
Volgens opgave van Hirschmann Nederland, gemeten bij ontvangst van 42 kanalen. 17
Materialen - Ruisbijdrage. Goede, Kabel Keur gecertificeerde versterkers hebben een lage en stabiele ruisbijdrage. Goedkopere versterkers hebben een relatief hoge ruisbedrage en veroorzaken daardoor storingen. Kabel Keur specificeert een maximum van 8 dB in de frequentieband 120 MHz - 862 MHz8.
ME
Veel technische eigenschappen die bij een Kabel Keur gecertificeerde versterker op het specificatieblad staan worden bij goedkopere versterkers niet vermeld waardoor een echt goed vergelijk niet mogelijk is.
Verdelers
HO
Verdelers (ook wel splitters genoemd) verdelen het signaalvermogen symmetrisch naar meerdere uitgangen. Op elke uitgang staat hetzelfde signaalniveau. De mate van demping tussen ingang en uitgang is afhankelijk van het aantal uitgangen waarnaar het ingaande signaal verdeeld wordt. Verdelers komen vooral voor met twee-, drie- en vier uitgangen. Uitvoeringen met nog meer uitgangen komen minder vaak voor en als ze toegepast worden, Tweevoudige verdeler voor wandmontage is dat samen met een versterker die dan voor de verdeler gemonteerd wordt (foto: Cable home) om de hoge dempingen te compenseren. Theoretisch splitst een tweevoudige verdeler het inkomend signaal precies door de helft, wat de waarde van 3 dB vertegenwoordigt. De waarde 3 dB komt overeen met de helft van het inkomende vermogen. Echter, door de wijze waarop splitters gemaakt worden, zijn de werkelijke waarden iets hoger. Fabrikanten vermelden deze waarde op het product. Ongebalanceerde drievoudiDe demping voor verdelers staat in onderstaande tabel9: ge verdeler ES-33 (foto: Technetix)
Vermogen op elke uitgang 44% van het ingangsvermogen 24% van het ingangsvermogen 19% van het ingangsvermogen
LE
Type verdeler Demping op iedere uitgang Twee takken 3,6 dB Drie takken 6,2 dB Vier takken 7,3 dB
CA B
Ongebruikte uitgangen moeten afgesloten worden met een afsluitweerstand om instraling en storingen door reflecties te vermijden. Splitters die niet volledig benut worden, dempen op alle aangesloten aansluitingen onnodig veel. Vervang daarom de splitter door een type waarbij alle uitgangen aangesloten zijn.
Opsteeksplitter, handig voor montage achterop de settopbox (foto: Cable Home)
Opdrukverdeler voor op TV/R-aan- Professionele verdelers voor sluitdoos wandmontage hebben F-female (foto: Cable Home) connectoren (foto: Cable Home)
UPC woonkamersplitter voor directe montage op de TV/R-aansluitdoos (foto: Cable Home)
Een splitter dempt in het algemeen op elke uitgang evenveel. Een uitzondering is de ongebalanceerde drievoudige verdeler. Bij dit type dempen twee uitgangen ongeveer 7,3 dB en de derde uitgang slechts 3,8 dB. Het handige van dit type verdeler is dat op twee aansluitingen korte coaxkabels aangesloten kunnen worden en op de derde aansluiting een coaxkabel die bijna tweemaal zo lang is. Dezelfde dempingen worden bereikt door twee tweevoudige verdelers achter elkaar te plaatsen, waardoor de beide uitgangen van de tweede splitter een demping geven van elk 7,2 dB en 8
De verwachting is dat de maximale ruisbijdrage aangescherpt wordt naar 7 dB en de frequentie naar 1006 MHz opschuift
9
De waarden zijn gebaseerd op de documentatie can fabrikant Technetix. 18
Materialen de overgebleven uitgang van de eerste splitter een demping van 3,6 dB8.
ME
Type verdelers Splitters zijn in twee groepen in te delen, die voor wandmontage en die om direct op een ander apparaat of product te monteren. Het type voor wandmontage wordt in de meterkast of tegen een muur elders in de woning geschroefd. Professionele verdelers van dit type hebben F-female connectoren op de ingang en uitgangen.
HO
Verdelers van de tweede groep zijn ontwikkeld om snel en eenvoudig op de TV/R-wandcontactdoos of achterop een settop box te drukken. Dat laatste wordt vaak gedaan om een extra aansluiting voor de televisie te maken of de kabel door te lussen naar een volgende televisie. Bij verdelers uit de tweede groep zijn de connectoren van het type IEC-female op de ingang en IEC-male op de uitgangen.
Multitaps
Een multitap verdeelt, net als een splitter, het signaal in meerdere (multi) vertakkingen. Wordt bij een splitter het inkomend signaal op alle uitgangen evenveel gedempt, bij een multitap zijn de dempingen per uitgang verschillend, vaak oplopend in stappen van 1 dB. Dit heeft een technische reden. Multitap (foto: Kabeltips) Multitaps zijn ontwikkeld om in straatkasten gemonteerd te worden. Vanaf hier worden dan de woningen in de omgeving aangesloten. Het streven van de kabelexploitant is bij elke woning een signaal te leveren met min om meer hetzelfde signaalniveau.
BL E
Stel, de afstand tussen de multitap en woning B is groter dan die tussen de multitap en woning A. De aansluitkabel vanaf de straatkast naar woning B is dus langer dan die naar woning A. Als een splitter i.p.v. een multitap zou zijn gemonteerd, krijgt woning B een zwakker signaal dan woning A. Om dat verschil in signaalTekening: Cable Home sterkte te compenseren worden multitaps gebruikt, waarbij woning B wordt aangesloten op een uitgang met een lagere demping en woning A op een uitgang met een hogere demping. Hierdoor krijgt woning A en woning B ongeveer dezelfde signaalsterkte aangeleverd.
CA
Multitaps hebben hogere dempingen dan splitters en zijn daardoor over het algemeen ongeschikt voor gebruik in een binnenhuisnetwerk. Als achter een uitgang met een hoge demping een interactieve settopbox of kabelmodem gemonteerd is, is de kans groot dat het retourverkeer teveel wordt verzwakt door die hoge dempingen (de dempingen werken in beide richtingen, van ingang naar uitgang en ook van uitgang naar ingang). Een ander verschil tussen splitters en multitaps is de isolatiewaarde tussen de uitgangen, ook wel ontkoppeling genoemd. Deze is bij multitaps hoger, waardoor de kans op onderlinge signaalbeïnvloeding lager is in vergelijking met een splitter, waarvan de ontkoppeling tussen de uitgangen lager is. Verder betekent een goede ontkoppeldemping dat een niet-aangesloten uitgang, die daardoor het signaal reflecteert, niet of nauwelijks van invloed is op de signaaloverdracht via overige aansluitingen.
19
CA B
LE
HO
ME
Materialen Multitaps zijn er in diverse uitvoeringen. Daarbij kan globaal onderscheid worden gemaakt in: • het aantal taps: van minimaal vier tot maximaal zestien, • de demping op de uitgangen: met een tilt (de hoger frequenties krijgen een lagere demping dan de lagere frequenties) of vlak en gestaffeld ( alle frequenties krijgen dezelfde demping, de uitgangen lopen op in stappen van 1 dB).
20
Referenties
ME
www.cablers.nl accessoires.upc.nl Kabeltips.nl www.Technetix.com Technetix Kabel Keur producten www.nlkabel.nl www.hirschmann-multimedia.nl SECT SCTE trainingen SCTE Members’ Handbook Vefica 4G Masten.nl Agentschap Telecom
HO
• • • • • • • • • • • • •
Nawoord
Ik ben mij ervan bewust dat in dit boek niet alle aspecten van het onderwerp tot in detail behandeld zijn. Voor meer details verwijs ik naar bv. de SCTE trainingen en de e-learning SECT modules voor diegene die hun branchecertificaten halen willen. Dit boek is onderdeel van het complete boek “Kabeltelevisie, hoe zit dat eigenlijk”.
CA
Jos Huizer
BL E
Heeft u vragen? Neem daarvoor contact op met uw kabelexploitant, bezoek een van onze online adviesshops, www.cablers.nl of de UPC accessoires shop, of stuur ons een e-mail.
> Terug naar “Inhoud” 21