Joris de Poris
Poëzie wordt kinderspel!
Een designonderzoek naar de integratie van de aanloop naar poëzie in het kleuteronderwijs. Charlotte Mulders — Communicatie en Mediadesign
Charlotte Mulders
I. Voorwoord
Master Communicatie en Mediadesign — 2011 – 2012
Deze thesis is geschreven in het kader van de MAD-faculty te Genk.
stond dit project nog in zijn kinderschoenen. Dank aan Rosanne van
Tijdens de opleiding communicatie en mediadesign in deze school
Klaveren en Sandy Claes voor de begeleiding doorheen het jaar. Idem
wordt er in het masterjaar een pittige periode voorgeschoteld. In het
aan externe ervaringsdeskundige Marleen Mesotten voor de inspireren-
begin van het masterjaar van 2011–2012 begon ik namelijk met een
de samenkomst en het duwtje in een juiste richting. Het voornaamste
heel klein hartje aan dit onderzoek. Kleuters van vier tot vijf jaar als
kleuterklasje waar ik altijd bij terecht kon, mijn redder in nood, bevindt
doelgroep betrekken in een project is natuurlijk een hele opgave die
zich in Zutendaal, onder leiding van Goele Gonnissen. Het spreekt voor
veel geduld vergt. De motivatie voor interactieve verhalen bij kinderen
zich dat ik zonder haar, en haar extraverte leerlingen, nooit tot bepaalde
was toen echter wel al aanwezig. Een stageperiode bij MTV Networks
interessante inzichten ben gekomen. Ook voor het technische deel van
toonde aan dat het tekenfilmpje Dora destijds (maart tot juni 2011) het
dit prototype ben niet alleen ik verantwoordelijk. Bedankt Danny Leen,
meest gekochte programma van DigiNick (het toenmalig digitale TV
om mij op weg te helpen met Arduino en mij de tips en trics te leren
overzicht van Nickelodeon) was. Dit boeide mij zo, dat dit de aanleiding
van dit platform. Over Arduino wist ik namelijk maar bijzonder weinig,
tot mijn thesis gaf. Het masterjaar en thesistraject bevatten veel ups
bij aanvang van dit studiejaar. Tot slotte ook bedankt aan Gijsbrecht
en downs, waarin er verschillende malen veranderd werd van zowel
Valkeners, voor de steun in de afwerking op grafisch vlak.
onderwerp als focus, maar laten we dit vooral verwoorden als leerzame momenten die deze thesis vormden tot waar hij nu staat.
Katholieke Hogeschool Limburg
Jorıs de Poris: Gelukkig stond ik hier dit jaar niet alleen voor. Het lijkt mij daarom ook
C-mine 5, 3600 Genk
gepast een kort dankwoord aan te halen in verband met dit onderzoek.
+32 89 30 08 50
Een project van deze omvang valt of staat, vermits enige steun van
www.mad-fac.be
buitenaf. Zonder twee enthousiaste en gedreven interne promotoren
1
Veel leesplezier!
2
II. Abstract
English translation Kernwoorden: kleuters, poëzie, interactiviteit,
It is not the question if the run-up to poetry can be integrated into
in het kleuteronderwijs, maar hoe. Dit onderzoek beoogt een aanpak
computer assisted instruction,
primary education, but how. This study strives for an approach on
computer assisted instruction,
van de voorbereiding op poëzie via een fysieke mediale toepassing en
spel.
the preparation for poetry through a physical media application and
game
Het is niet de vraag of de aanloop naar poëzie geïntegreerd kan worden
interactief vertellen. Versjes en rijmwoorden bieden net als voorlezen
interactive storytelling. Poems and rhymes offer a surplus value to the
een meerwaarde aan de ervaring en leefwereld van een kleuter. Het
experience and environment of an infant, as does reading to them. The
abstracte denken hierbij is een aanloop naar poëzie. Kleuters genieten
abstract thinking that goes along with this is a prelude to poetry. Infants
van het metrum, het ritme, de intonatie en het rijm. Volgens experten
enjoy the meter, rhythm, intonation and rhyme. According to experts,
wordt poëzie echter nog te weinig gestimuleerd bij vier- tot vijfjarigen.
poetry is still too little incentive for 4 - to 5-year-olds. The interactive
Het interactief vertellen kan hen actief betrekken en stimuleren om
storytelling can actively involve them and encourage them to think of
zelf creatieve verhaalwendingen te bedenken en zo spelenderwijs hun
creative story twists and hence playfully develop their sense of lan-
gevoel voor taal en poëzie te ontwikkelen. Vertrekkend van de fysieke
guage and poetry. Starting from the physical trait of reading books and
eigenschap van voorleesboekjes en door de toevoeging van een medi-
due to the addition of a medial game element, preschoolers get to work
aal spelelement gaan kleuters zelf aan de slag met klanken en verhaal-
with tones and story twists. The interaction with and between infants,
wendingen. Aanvankelijk wordt aan de hand van paper prototyping de
and their poetic knowledge, is initially studied on the basis of paper
interactie met en tussen kleuters onderling, en hun poëtische kennis,
prototyping. With a low-fidelity prototype in the next phase of the
onderzocht. Met een low-fidelity prototype wordt er in een volgende
research study, the focus lies on the improvement of the usability, using
fase van het onderzoek vanuit een participatieve en iteratieve werkwijze
a participative and iterative method. The intended result will be to stim-
aandacht besteed aan de verbetering van de gebruiksvriendelijkheid.
ulate the integration of poetry through a physical media application.
Key words: infants, poetry, interactivity,
Het beoogde resultaat zal door middel van een fysieke mediale toepassing de integratie van poëzie bevorderen. 3
4
Inhoudstafel I. Voorwoord
2
II. Abstract
3
2.5 Terugkoppelen naar het verhaal
38
III. Inleiding
7
2.6 Onderdelen afzonderlijk gebruiken
39
1. Poëzie
11
1.1 Kleuters en poëzie
12
1.2 Belang van poëzie voor kleuters
15
1.3 Kleuters als doelgroep
16
1.4 Interactiviteit creëren
18
2.4.1 Gebruikte afbeeldingen en geluiden
2.6.1 Casestudie: Rory’s Story Cubes
2.7 Computer assisted instruction (CAI) 2.7.1 Casestudie: i-blocks
2.8 Media en technologie 2.8.1 Kubussen herkennen via RFID
40 41 41 43 45
1.4.1 Casestudie: Annebel en de ontsnapte ballon 19
1.4.2 Casestudie: Dora the Explorer
20
2.9.1 Mat
47
1.5 Poëtische elementen bij kleuters introduceren
21
2.9.2 Kubussen
49
2.9 Het eindpakket
35
46
1.5.1 Muziek
21
2.9.3 Voorleesboek ‘Joris gaat naar Dromenland’ 50
1.5.2 Casestudie: Rijmelarij
22
2.9.4 Gebruik- en ideeënboekje
1.5.3 Casestudie: Poëzie-doe-kalender
23
3. Conclusie
54
1.5.4 Casestudie: Poëziekoffer
23
4. Bibliografie
55
2. Prototype: Joris de Poris
27
5. Bijlagen
57
2.1 Inleiding van ‘Joris gaat naar dromenland’
28
Bijlage I
57
2.2 Interactieve werking van het verhaal
29
Bijlage II
62
2.3 Eerste papieren prototype
32
Bijlage III
63
2.4 Tweede Low-fidelity prototype
33
51
III. Inleiding Centraal in deze thesis staat Joris de Poris, die kleuters het gedicht ‘Joris
bij wijze van spreken een fysieke representatie van het verhaal dat zich
er gekozen kan worden tussen twee afbeeldingen, die zich ook op de
zigheid van poëzie is het voornaamste punt waaruit dit onderzoek ver-
gaat naar dromenland’ brengt. Onder de vorm van een geïllustreerd
afspeelt in het boekje. Het bevat visueel af te leggen wegen, met een
kubussen bevinden. Na het plaatsen van een kubus wordt er verder
trekt, gefocust op vier- tot vijfjarigen. In deze thesis wordt beschreven
voorleesboekje is deze te downloaden op: http://charlottemulders.com/
begin- en een eindepunt. Deze wegen zijn weergegeven door oranje
gebladerd in het boekje, tot het einde is bereikt. Deze onderdelen van
hoe media en technologie hierbij kunnen helpen en meer specifiek hoe
example/JorisGaatNaarDromenland.pdf. Joris de Poris is het hoofdper-
vakjes met oranje leds die oplichten. De wegen worden op drie plaatsen
Joris de Poris creëren samen een vorm van interactiviteit tussen het
Joris de Poris een oplossing kan bieden. Het uitdiepen van dit probleem,
sonage in dit verhaal en tevens de naam van het prototype dat uit deze
onderbroken door een open vak met een oranje omranding. Om ze te
verhaal en de luisteraars enerzijds en tussen de persoon die voorleest
alsook de ontwikkeling van Joris de Poris, berusten op onderzoek in
thesis is voortgevloeid. Het te omschrijven als een fysieke toepassing
verbinden moet er één van de kubussen worden neergelegd in het open
en de luisteraars anderzijds. Joris de Poris probeert op een moderne en
meerdere fases met toepassing van verschillende onderzoeksmethodes.
dat gebruikt maakt van media en interactiviteit. Via een uitgebreid
vak. Dit bepaalt het verdere verloop van het verhaal.
doordachte manier verschillende kenmerken van poëzie bij te brengen aan kleuters van vier tot vijf jaar. Op een speelse manier kunnen
Een goede basiskennis creëren voor dit onderzoek begint bij een uit-
zij inpikken op onder andere het ritme en de rijm, die de voornaamste
gebreide kennis van het onderwerp en diens state of the art, via desk
kenmerken zijn die poëzie geliefd maken bij kleuters (Blanchard &
research. De state of the art van poëzie bij kleuters is in deze tekst niet
Moore, 2010). Ook tracht het prototype de fantasie en de inkleding
opgesomd in een aparte paragraaf. Deze is echter verspreid doorheen
van woorden te prikkelen bij kleuters. Deze poëtische elementen
de thesis en wordt aangehaald in de vorm van casestudies. Ook is het
Joris de Poris omvat een pakket, bestaande uit een mat, zes kubussen,
worden hen op een vertrouwde manier gebracht, namelijk via voorle-
nu eenmaal zo dat de kennis van ervaringsdeskundigen in het betref-
een voorleesboekje met poëtische kenmerken en een gebruik- en idee-
zen. Voorleesboekjes zijn echter niet de focus van dit onderzoek, maar
fende onderwerp belangrijk is. Voor dit onderzoek is Marleen Mesotten
ënboekje. Deze onderdelen werken samen als een zogenaamde interac-
eerder een hulpmiddel om een probleem aan te pakken.
van belangrijke invloed geweest. Zij geeft les aan de lerarenopleiding
onderzoek is een antwoord gezocht op de volgende vraag:
Hoe kan een fysieke mediale toepassing de voorbereiding op poëzie vanuit interactiviteit integreren in het kleuteronderwijs?
van de Katholieke Hogeschool Limburg te Hemelrijk en is een expert op
tieve verhalentoepassing. Het voorleesboekje is het medium waarmee het gedicht wordt verteld en de mat en kubussen verzorgen een manier
Dit onderzoek vertrekt namelijk vanuit een probleemstelling. Experten
het gebied van didactiek, voornamelijk bij kleuters. Een interview met
waarop de luisteraars het verhaal in dit gedicht kunnen sturen. Het
beweren dat poëzie een waardevolle toevoeging is in de leefwereld van
haar gaf niet alleen inzichten in voorlezen met kleuters, maar creëerde
boekje vertrekt vanuit één verhaal, maar kan dus verschillende kanten
Door middel van het voorleesboekje worden de kinderen voor een keuze
een kleuter, maar helaas te weinig wordt gestimuleerd bij deze doel-
zelfs het idee om het gebrek aan poëzie toe te voegen aan dit onder-
opgaan, afhankelijk van de keuzes die de gebruikers maken. De mat is
gesteld. Het biedt op verschillende pagina’s een keuze aan, waarbij
groep. Dit geldt zowel op school, alsook voor thuis. De geringe aanwe-
zoek. Ook een kleuterjuf kan veel bijbrengen over het omgaan met
7
8
kleuters. Zij kent de kinderen doorgaans goed en kan dus opmerken of
omschrijving en bevindingen van het eerste prototype is te lezen in
Om Joris de Poris degelijk te onderbouwen, zijn de bovenstaande
In het tweede deel wordt meer uitleg gegeven over dit concept, alsook
de groep open staat voor het testen van Joris de Poris. Verder is het
paragraaf 2.3 Eerste papieren prototype. Het toepassen van paper pro-
onderzoeksmethodes zo grondig mogelijk toegepast. Hoewel de toe-
de gebruikte media en technologie. Ook de technische onderdelen zijn
ook belangrijk te weten of het prototype zal aanslaan bij de persoon
totyping bespaart veel tijd en de juiste informatie kon vergaard worden
passing van deze methodes chronologisch verliep, is deze thesis iets
stuk voor stuk uitgelegd met beeldmateriaal ter illustratie. Net zoals
die voorleest, namelijk de kleuterjuf zelf. Zij zal net zo goed in aanra-
met slechts het gebruik van tekeningen en een voorleesverhaal. Er werd
anders aangepakt. In bepaalde paragrafen worden er letterlijk verschil-
deze thesis begint met een visualiserende omschrijving van Joris de
king komen met de mat, het voorleesboekje en de kubussen. Als het
telkens geëxperimenteerd met de mogelijkheden van het prototype.
lende vragen gesteld. Het omschrijven van deze zoektocht naar ant-
Poris, eindigt het ook met geïllustreerd opsomming van de componen-
spel niet gebruiksvriendelijk genoeg voor haar is, moet hier een betere
Regelmatig werd er aan de kleuters gevraagd wat zij ervan vonden,
woorden, verloopt niet chronologisch maar via een doorlopend verhaal,
ten aan de hand van foto’s, vooraleer het onderzoek wordt afgerond
oplossing voor gevonden worden. Uit interviews en samenwerking met
maar de meeste informatie kwam uit observaties. Interviews afnemen
opgesplitst in twee delen.
met een conclusie.
kleuterleidsters Goele Gonnissen in Zutendaal en Jo Indekeu in Bret-
bij kleuters is in ieder geval niet evident, dus het veldonderzoek steunt
Gelieren was feedback over de gebruiksvriendelijkheid alsook informa-
vooral op waarnemingen bij de kleuters, interviews met leerkrachten en
Deze thesis begint in het eerste deel met de vraag: Wat is poëzie?
tie over het gedrag van de kleuters te verkrijgen.
gesprekken met experts. Een low-fidelity prototype stond vervolgens
Dit is direct één van de moeilijkste vragen om een sluitend antwoord
op de planning. Deze bestaat uit een papieren en stoffen simulatie van
op te geven. Met veel moeite is hier toch een passende definitie voor
Het samenwerken met kleuters uit de doelgroep heeft veel inzicht
de elektronische mat, kartonnen kubussen en een interactief gedicht.
gevonden, die voor dit onderzoek van toepassing is. De mening die
gebracht in hun leefwereld, hoe ze omgaan met bepaalde dingen, en
Het uiteindelijke prototype dat voorop is gesteld werd zo goed mogelijk
kleuters hierover hebben is echter heel anders. De visie die de kleuters
hoe ver zij staan in hun taalontwikkeling. Hoewel dit voor elk kind ver-
nagebootst en getest volgens de Wizard of Oz methode. Deze heeft
van de Stapsteen, Wiemesmeer te Zutendaal, over poëzie hebben,
schillend is, bleken bepaalde langere rijmwoorden toch voor ieder kind
als doel om op een snelle manier te weten te komen of het prototype
wordt hierna aangehaald, in paragraaf 1.1: Kleuters en poëzie. Tijdens
nog te moeilijk. De eerste kennismaking met een groep kleuters bestond
zal aanslaan en niet te ingewikkeld is voor de kleuters. Paragraaf 2.4
het bespreken van de onderzoeksresultaten is er steeds een terugkop-
uit een participatieve observatie sessie, waarbij de groep werd geob-
Tweede Low-fidelity prototype biedt meer uitleg en bevindingen over
peling naar Joris de Poris te vinden. Deze reflecties geven telkens uitleg
serveerd vanuit een standpunt tussen de leerlingen in. Kennis over de
het tweede prototype, geïllustreerd met foto’s. De werking en inkleding
over de manier waarop Joris de Poris zich verhoudt ten opzichte van
stand van zaken, in hoeverre poëtische elementen al werden toegepast
van het uiteindelijke prototype vloeide voort uit bevindingen van de
de onderzoeksresultaten. Ze zijn te onderscheiden van de doorlopende
in de klas, werd opgedaan op een speelse manier, tijdens hun ‘lessen’
voorgaande prototypes.
tekst, doordat ze inspringen met een afbeelding van een gloeilamp en
door. De volgende observaties bij het testen van het eerste, papieren
als titel: “Joris de Poris.” Uiteindelijk is het vooral Joris de Poris waarrond
prototype vormen de basis voor een verbeterd ontwerp. De volledige
deze thesis is opgebouwd.
9
10
1. Poëzie
1.1 Kleuters en poëzie
Het onderzoek in deze thesis begint bij het begrip poëzie. Een reeds
zijn bedoeld om te worden beluisterd en gehoord, in plaats van enkel
De visie die kleuters op poëzie hebben is echter anders. Een obser-
Jorıs de Poris:
veel gestelde vraag die ook de aandacht van deze thesis trok is:
te lezen. Een goed gedicht zou de lezer of luisteraar moeten betrek-
vatie in het tweede kleuterklasje van de StapSteen Wiemesmeer te
Joris de Poris verwacht niet dat kinderen een gedicht
Wat is poëzie? Een sluitende definitie is moeilijk op dit begrip toe te
ken, en bovenal aangrijpen. Af en toe maakt een gedicht ons aan het
Zutendaal, toont aan dat kinderen vooral bekend zijn met slechts enkele
uit het hoofd leren. Aangezien het verhaal ‘Joris gaat
passen en zal voor elk onderzoek variëren. Wel is het mogelijk visies
lachen. Over het algemeen ontroert een gedicht mensen omdat het een
kenmerken van poëzie. Samen met de kleuterjuf, Goele Gonnissen,
naar Dromenland’ bij elke voorleessessie anders kan
uit interviews en bronnen samen te voegen, die relevant zijn voor dit
ervaring vangt of een idee uitdrukt dat men herkent. Vaak is dit er een
beantwoordde het ‘vlinderklasje’ enkele vragen. “Wat weten jullie alle-
verlopen, is dit ook niet mogelijk. Zo kunnen kinderen
onderzoek, om zo deze term minder abstract te maken. Het Van Dale
die gemeenschappelijk is voor ons allemaal: verliefd worden, verlies van
maal over poëzie?” leek in eerste instantie een moeilijke vraag te zijn.
telkens opnieuw de inhoud ontdekken en kan de het
woordenboek (2012) omschrijft poëzie als:
liefde, de vreugde of de druk van het leven, of belangrijke gebeurtenis-
Deze werd echter al snel beantwoord met: “oh, wij kunnen heel goed
pakket veelvuldig opnieuw worden gebruikt.
“dichtkunst; de kunstvorm of uiting van het dichten; dichterlijk gevoel;
sen in het leven, zoals oorlog of de dood.
rijmen” of: “we kennen heel wat versjes van buiten.” Hieruit is op te
dichterlijke bekoring; (verzameln.) de gedichten.”
merken dat kleuters bekend zijn met de term poëzie, maar er een totaal
De olifant is een dergelijk versje dat het kleuterklasje van Goele uit het
Het online woordenboek Dictionary.com biedt een concretere definitie:
verschillende visie op nahouden dan de visie die in paragraaf 1. Poëzie
hoofd heeft geleerd (zie de tweede bijlage voor de volledige tekst). Dit
“De kunst van ritmische compositie, geschreven of gesproken voor het
werd aangehaald. Deze visie is echter niet fout. Verzen en rijm zijn
tekstje bespreekt de kenmerken van een olifant, op een leuke, kinderlijke
plezier, door prachtige, fantasierijke, of verheven gedachten. ”
zeker kenmerken, en kunnen zelfs tot de basis van dichtkunst worden
manier. Het hangt in het klaslokaal en wordt af en toe samen opgezegd.
gerekend. Bij de vraag aan de kleuterjuf, wat de kinderen al rond poëzie
Van de drie versjes die ze gedurende het jaar hebben gezien, sprak De
Poëzie is dus een kunstvorm, bevat ritme, is geschreven of gesproken,
hadden gedaan, luidde het antwoord echter heel anders. Zij beweerde
olifant hen het meest aan. Volgens de kleuters bespreken ze deze het
en stimuleert een ruim denkkader. Voor deze thesis volstaat het om met
dat de kleuters hier nog niet zo veel mee in aanraking zijn gekomen,
liefst omdat het over een gemakkelijk onderwerp handelt en grappig is.
bovenstaande omschrijving te werken. In dit onderzoek is het vooral
hooguit met een aantal versjes. Deze versjes worden van buiten geleerd
Een ander versje dat zij hebben behandeld in de klas gaat bijvoorbeeld
belangrijk het begrip poëzie af te bakenen, zodat hier enkele kenmerken
en regelmatig in groep opgezegd.
over Jezus. Een religieus onderwerp blijkt echter helemaal niet interes-
1
uit gehaald kunnen worden. In tegenstelling tot andere literaire vormen,
sant te zijn volgens de meeste kinderen. Het thema is dus van grote
richt deze zich het meest tot de taal zelf. Hoe de klanken van woorden
invloed op het feit of kleuters het gedicht leuk vinden of niet. Wat voor
muzikale patronen vormen, is van vitaal belang voor poëzie. Gedichten
volwassenen misschien een erg mooi of leerzaam gedicht is, hoeft voor
11
1. Definitie van poëzie door Dictionary.com: http://dictionary.reference.com/browse/poetry. Geraadpleegd op 2 maart 2012.
12
kleuters niet direct interessant te zijn. Voor een gedicht is niet alleen de
nadruk op de klinkers die de klank van een woord vormen, zoals die ‘ie’
Jorıs de Poris :
inhoud van de tekst belangrijk, maar ook de vorm waarin deze gegoten
en ‘aa’ klank. De eindletter is bij dit soort rijm niet van belang.
Om verwarring te voorkomen en het spel haalbaar te
is. De moeilijkheid van de woorden speelt namelijk ook een rol voor de
maken voor kleuters, bestaan de woorden die de ze zelf
kinderen. Bij rijm hebben ze al snel moeite met woorden die uit meer
Het eerste prototype werd echter niet enkel in bovenstaand ‘vlinder-
moeten invullen uit slechts één lettergreep. Woorden
dan twee lettergrepen bestaan. De woorden ‘zeemeermin’ en ‘zeppelin’
klasje’ met vierjarigen onderworpen. Ook de vijfjarigen in het derde
als ‘draak’ en ‘haak’ zijn gemakkelijke en ook gekende
mogen voor volwassenen misschien duidelijk rijmen, maar uit de eerste
kleuterklasje van basisschool de Reinpad-Gelieren, onder leiding van
woorden voor vier- tot vijfjarigen. Deze zijn tevens
test met het papieren prototype in de klas van Goele bleek dat vierjari-
Jo Indekeu, ondervonden dit. Met het gebruik van volrijm waren deze
gemakkelijk af te beelden in een eenvoudige tekening of
gen hier erg veel moeite mee hebben. De woorden waren te lang om de
kleuters bijzonder snel weg, maar ook zij hadden het moeilijk met woor-
illustratie.
eindklank, die belangrijk kan zijn bij rijmwoorden, hierin te herkennen.
den die uit meer dan één klank bestonden. Pas na verschillende spelletjes met rijmwoorden ontdekte één van de kleuters dat ‘zeemeermin’ en ‘zeppelin’ op elkaar rijmden. Hij legde zelfs de klemtoon op de
Het eerste papieren prototype maakte gebruik van zowel woorden met één lettergreep, als van woorden met twee of drie lettergrepen. De
zonder problemen. Waar enkele vierjarigen wel moeite mee hadden
eindklank, om het zijn klasgenoten duidelijk te maken. Dit benadrukt
onderdelen hiervan omvatten een kort interactief versje en negen losse
was het onderscheiden van ‘paard’ en ‘baard’ met andere woorden
wederom het belang van korte en eenvoudige woorden omdat vier- tot
tekeningen op A4-formaat. De test bestond uit het kiezen van de juiste
die een ‘aa’ klank vormden. Om deze reden staat volrijm, waarbij er
vijfjarigen gewoonweg nog niet zo ver in hun taalontwikkeling staan
tekening waarvan het afgebeelde woord in het rijmschema van het
klankovereenkomst is tussen zowel klinkers als medeklinkers, niet in het
om dit te kunnen verwerken. Het eerste papieren prototype moest erg
versje paste. Eindigde een zin op het woord ‘baard,’ dan kon de zin die
leerplan voor de vierjarige kleuters in het ‘vlinderklasje.’ Dit bleek uit
worden vereenvoudigd om het principe haalbaar te maken voor de kleu-
volgde eindigen op ‘paard,’ of ‘zwaard.’ Tijdens het testen in het ‘vlinder-
een interview met Goele, alsook uit een test met het tweede prototype,
ters. De volledige analyse van de bevindingen bij het eerste prototype is
klasje’ van Goele bleven slechts enkele kleuters geboeid. Ze vonden het
een low-fidelity versie. Deze versie maakte gebruik van verschillende
terug te vinden in paragraaf 2.3 Eerste papieren prototype.
erg moeilijk omdat zowel de zinnen als enkele woorden te lang waren.
woorden met een ‘aa’ klank, maar eindigden in een andere medeklinker,
Het hielp hierbij om het laatste woord van de voorgaande zin, bijvoor-
wat vooral voor de jongste kleuters verwarrend overkwam. Het enigste
beeld ‘baard,’ te herhalen met de vraag: “Wat rijmt er op baard?”
type rijm dat zij dit jaar namelijk kort hebben gezien, met uitzondering
Het herkennen van de rijm in woorden als ‘baard’ en ‘paard’ verliep
van de versjes, is een vorm van assonantie. Deze rijmvorm legt enkel de
13
14
1.2 Belang van poëzie voor kleuters
1.3 Kleuters als doelgroep
Het doel van deze thesis is niet om de taalontwikkeling van kleuters te
Jorıs de Poris :
Poëzie is spelen met taal. Het houdt dus veel meer in dan het lezen
Kleuters zijn erg snel geboeid, maar helaas ook even snel afgeleid. Ze
versnellen of ze in aanraking te laten komen met zware poëtische litera-
Het doel van Joris de Poris is niet om kinderen begrip-
of schrijven van een rijmend versje. In dit verband wordt onder meer
zijn volop in hun ontwikkeling, zowel op mentaal, fysiek als educatief
tuur. In plaats daarvan wordt de aanloop naar, en dus enkele beginele-
pen te leren. Het moet kinderen enkel bewust maken
gesproken over het uiten van gevoelens, het ordenen van gedachten
vlak. Ze gaan immers nog maar net naar school en moeten al grote
menten van poëzie onder de aandacht gebracht. Zo leren en beleven
van deze elementen. Het herkennen van rijm en ritmes
en de combinatie van taal en vorm. Als kleuters in aanraking worden
hoeveelheden informatie verwerken. Alles kan interessant zijn, maar
kinderen bijvoorbeeld poëzie door ernaar te luisteren. Maar om een
en het stimuleren van de fantasie zijn voorbeelden die
gebracht met klanken en taalelementen, stimuleren deze het taalvermo-
ook weer even snel verworpen worden. Leerzame projecten worden
bijzonder kenmerk van poëzie te leren, zoals het metrum of rijm, moet
het prototype bij hen stimuleert via het zelfstandig
gen en de taalontwikkeling. Men is het eens wat betreft de progressieve
door kinderen al snel als saai bestempeld. In de media werd de term
het kenmerk naar de voorgrond worden gebracht. Samuelsson et al.
invullen van zinnen en het zoeken naar een rijmwoord.
ontwikkeling van het fonologische bewustzijn. Zodra kinderen erkennen
edutainment bedacht voor producten die tot doel hebben zowel
stellen dat er een belangrijk onderscheid moet worden gemaakt tussen
Op deze manier wordt er bij wijze van spreken gespeeld
dat woorden verschillend zijn van elkaar, dan beginnen ze te begrijpen
leerzaam als vermakelijk te zijn. Van nature genieten kinderen van het
de ‘inhoud van het leren’ en het ‘object van het leren’ (2009). Een voor-
met taal en klanken. Het spelen met taal kan kinderen
dat sommige woorden rijmen. Daarna beginnen te horen dat woorden
ontdekken en leren over de wereld om hen heen (Harel, 2001). Het is
beeld van het leren van inhoud binnen de poëzie is kinderen vragen om
helpen bij de ontwikkeling van hun vaardigheden in rijm
deelbare lettergrepen hebben, om ten slotte fonemen te onderscheiden
erg moeilijk om dit niveau in te schatten of hier via desk research meer
het verschil tussen een metafoor en een vergelijking uit te leggen. Het
en alliteratie (Cunningham,1992; Marvin & Mirenda,
(Castle, 1999; Chard & Dickson, 1999; Nicholson, 1999). Met Joris de
informatie over te vinden. Volwassenen zullen soms producten ontwer-
object van het leren is meer specifiek dan het leren van inhoud. Deze
1993). Kleuters bewust maken van poëtische elementen
Poris probeer ik deels het begin van deze ontwikkeling te stimuleren.
pen voor kinderen met de veronderstelling dat ze weten wat het beste
staat voor kinderen bewust te maken van dergelijke kenmerken en hun
is dan ook een belangrijks doel van deze thesis.
Door kleuters het verschil te laten zien in woorden zoals ‘haak’ en ‘haan,’
voor hen is. Kinderen hebben hun eigen sympathieën, antipathieën en
die qua schrijfwijze erg gelijken op elkaar, zien ze dat deze woorden er
behoeften die niet hetzelfde hoeven te zijn als die van hun ouders of
een totaal verschillende betekenis op nahouden. De woorden rijmen
opvoeders. Ontwerpers vergeten wel eens dat kinderen niet hetzelfde
zelfs niet op elkaar in volrijm; het soort rijm dat Joris de Poris hanteert.
zijn als volwassenen, maar een heel andere gebruikersgroep met hun
Omdat er in dit onderzoek met kleuters wordt gewerkt beoogt dit een
eigen cultuur, normen en complexiteiten (Berman, 1977). Wanneer
gerichte onderzoeksaanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de
kinderen betrokken zijn in interactief ontwerp, weten zij het doorgaans
doelgroep.
beter (Druin, et al. 2000).
inzicht hierin te stimuleren (Samuelsson, et al. 2009).
15
16
1.4 Interactiviteit creëren Het uiteindelijke prototype is daarom voornamelijk ontstaan uit obser-
Jorıs de Poris :
Interactiviteit kan op meerdere manieren gecreëerd worden. In verge-
Moeten kleuters in staat zijn het verhaal te beïnvloeden door
vaties en tests met de doelgroep. Het klasje van De Reinpad te Bret-
Het narratieve aspect van het gedicht neemt kinderen
lijking met de brede term ‘poëzie,’ is er misschien nog meer discussie
participatief mee te werken of moeten zij reageren op de leer-
Gelieren kwam al snel met eigen ideeën in verband met het papieren
mee op avontuur. De mat sleept hen mee in deze ver-
over de term ‘interactiviteit.’ Tijdens mijn masterjaar nam ik deel aan
kracht, of beide?
prototype. Ze vroegen of ze niet zelf woorden mochten verzinnen of
kennende activiteit, door het gebruik van een materiële
de module play. Zoals de naam deels aangeeft, zijn spelelementen
zelf tekeningen mochten maken. Dit was zeker een goed idee, het doel
interface. De expressieve activiteit uit zich in de fysieke
of -interfaces het focuspunt van deze module. Eén van de boeken
Interactiviteit tussen de gebruiker en het verhaal is een veel gebruikte
van dit deze eerste testfase bleef namelijk ongewijzigd en bracht zelfs
elementen die bij de mat gebruikt worden. Zo kunnen
op de lijst was: Rules of play: Game Design Fundamentals (Salen &
vorm in games. Ook is dit toepasbaar op voorleesboekjes, waarbij er
tot nieuwe inzichten, namelijk het ideeënboekje. Er werd meer te weten
kleuters het verhaal op een fysieke manier verkennen.
Zimmerman, 2004). In het zesde hoofdstuk worden een aantal model-
een papieren vorm van hypertext wordt gegenereerd. Een voorbeeld
len en toepassingen rond interactiviteit verduidelijkt. Ze worden voorge-
van een dergelijk interactief verhaal dat een correlatie tussen het boek
gekomen over de kennis van woorden en het herkennen van symbolen en tekeningen bij kleuters. De spellen bleven erg lang interessant
Het doel om een aanloop naar poëzie te integreren in het kleuteronder-
steld als manieren om videogames te ontleden, maar ze vormen ook
en kind tot stand brengt, is Annebel en de ontsnapte ballon (Petty &
omdat elk kind hierin betrokken was en zij zelf de graad van moeilijk-
wijs kan op verschillende manieren bereikt worden. Een eerste factor
een goede basis om een aantal toepassingen in deze thesis te illustre-
Peppelenbosch, 1986)2.
heid konden afstellen op hun niveau. Theoretische inzichten in de
die behandeld wordt, is interactiviteit. Belangrijk bij kinderen is een
ren. Volgens Salen en Zimmerman (2004) is interactiviteit een woord
ontwikkelingspsychologie suggereren dat effectief leren moet bestaan
bepaalde vorm van interactie om de aandacht vast te houden. Enerzijds
dat vele betekenissen kan omvatten. Bij het voorbeeld van een game
uit zowel expressieve activiteit, waar het tastbare het gedrag van de
biedt interactieve inhoud keuzes die onafhankelijk zijn en die de inhoud
kan de interactie bestaan tussen de objecten van de interface, evenals
leerling vertegenwoordigt, en verkennende activiteit, waar de leerling
van een verhaal of activiteit kunnen wijzigen. Interactieve ervaringen
sociale interacties tussen spelers. Buiten de context van deze game kan
het opgenomen model in de materiële interface verkent (Ackermann,
met andere kinderen anderzijds zullen zorgen voor effectieve commu-
er een derde, culturele interactie ontstaan. Zo is deze meerduidigheid
1996, 1999). De uitdaging is om de gebruiker deel te laten nemen aan
nicatiemiddelen die communicatievorming en een uitbreiding hiervan
ook toepasbaar op interactief verhalen vertellen. Er bestaat een duide-
een meeslepende en verkennende activiteit, en hem of haar te helpen
mogelijk maken (Harbeck, 1991). Ook voor deze thesis is het belangrijk
lijk verschil tussen de interactie tussen kleuters en leerkracht enerzijds,
om hierover na te denken.
de factor interactiviteit toe te voegen, om kinderen betrokken te houden
en kleuters en het verhaal anderzijds.
tijdens de educatieve activiteit.
17
2. Annebel en de ontsnapte ballon, door Collin Petty en Ciny Peppelenbosch. Uitgeverij Hemma, 1986.
18
1.4.1 Casestudie: Annebel en de ontsnapte ballon
1.4.2 Casestudie: Dora the Explorer
Annebel is een typisch voorbeeld van een interactief leesboekje.
Jorıs de Poris :
Dora is een tekenfilmserie voor kinderen die gebruik maakt van het
Jorıs de Poris:
Alle aandacht wordt gevestigd op de input die de lezer kan hebben,
Dezelfde fun-factor die in ‘Annebel en de ontsnapte ballon’
medium televisie. Het ligt niet voor de hand om een interactief pro-
Joris de Poris probeert een beetje van beide soorten
waardoor de kwaliteit van het verhaal minder van belang is. Bijlage III
is toegepast, neemt ‘Joris gaat naar Dromenland’ ook
gramma uit te zenden. In de meeste gevallen zijn het films, series of
interactie te integreren. De meeste aandacht wordt
bevat een aantal pagina’s waarmee het boek begint
duidelijk in zich op (zie 2.2 Interactieve werking van het
programma’s die hun verhaal uitbeelden en de kijker neemt dit in op.
besteed aan een interactie tot stand te brengen tussen
en waarin de manier van interactie wordt getoond.
verhaal). Het boekje hanteert een gelijkaardige vertel-
Er kan zelf bepaald worden wat er met deze informatie wordt gedaan,
de kleuters en het verhaal. Omdat ook de voorleesstem
Zodra er een keuze gemaakt moet worden, wordt er
structuur, aangaande de interactiviteit. Op de pagina’s van
maar er volgt geen feedback op iets of iemand in het programma zelf.
van de leerkracht erg belangrijk is tijdens het voorlezen,
aan de lezer een vraag gesteld wat Annebel vervol-
het voorleesboekje zijn eveneens aanwijzingen aange-
Dora the Explorer probeert dit te doorprikken. Het hoofdpersonage,
ontstaat er hierop volgend een interactie tussen de
gens zou gaan doen. Rechts beneden in het boekje
bracht, om de lezer verder te laten bladeren. Normaal zijn
Dora, stelt telkens een vraag aan de kijkers of geeft hen een opdracht.
luisteraars en de voorlezer. Het hoofdpersonage zal zelf
bevinden zich twee geïllustreerde witte bordjes in de
het de luisteraars die het verhaal zullen beïnvloeden, maar
Daarna wacht ze op een antwoord, door een korte pauze in te lassen.
echter geen vraag stellen aan de kleuters, zoals Dora dit
vorm van een pijl. Hierop staat het paginanummer
ook is het mogelijk om enkel de voorlezer te laten kiezen.
De kijkers krijgen zo de mogelijkheid de handeling uit te voeren of te
doet. Het is de functie van de leerkracht een dergelijke
waar de lezer naartoe moet bladeren, na het maken
Het boekje kan mee worden genomen en onafhankelijk
kunnen antwoorden. Kinderen moeten op deze manier actief partici-
rol aan te nemen en vragen te stellen om de kleuters te
van een keuze.
van de mat voorgelezen worden. Het is dan niet meer aan
peren in het verhaal. Dora vraagt de kijkers ook vaak om hulp. Als ze
betrekken tijdens het gebruik van Joris de Poris.
de luisteraars maar aan de lezer om het verdere verloop te
aan een touw moet trekken vraagt ze aan de kijkers om recht te staan
Er wordt op die manier niet alleen een interactieve, maar ook een fun-
kiezen. ‘Joris gaat naar dromenland’ loopt echter af in één
en ook het touw op te pakken om mee te kunnen trekken. Zo kunnen
factor toegevoegd die ook terug te vinden is in games. Gaat Annebel
einde.
de kinderen op een diepere en geëngageerde manier samen met Dora
bijvoorbeeld wachten op de professor, of vertrekt ze zonder hem?
hele avonturen beleven. Uit cijfers blijkt dit concept bijzonder populair
Deze keuze ligt bij de gebruiker. Het boek biedt alle mogelijkheden en
Net zoals Annebel een van de betere voorbeelden is om interactiviteit
te zijn. Deze vaststelling deed ik tijdens mijn stage bij MTV Networks
uitkomsten van het verhaal maar het is uiteindelijk de gebruiker die de
tussen kleuters en een boek tot stand te brengen, is Dora the Explorer
te Lint, in 2011. De cijfers die werden bijhouden van het digitale kanaal
handeling moet uitvoeren om naar de juiste pagina te gaan. Het is ook
een goed voorbeeld van interactiviteit tussen kleuters en een verteller.3
van Nickelodeon, bevestigen dat Dora the Explorer het meest gekochte
enkel de gebruiker die beslist hoe het verhaal deze keer zal eindigen.
programma is van deze televisiezender.4
19
4. Nickelodeon: een kinderzender door Viacom International Media Networks. http://www.nickelodeon.be/
3. Dora the Explorere, door Nick Jr. (Nickelodeon). http://www.nickjr.com/dora-the-explorer/
20
1.5 Poëtische elementen bij kleuters introduceren
1.5.2 Casestudie: Rijmelarij
Bovenstaande bevindingen tonen aan dat het werken met kleuters
gemakkelijker ze te onthouden. Het kinderliedje ‘ik zag twee beren
Een volgende manier waarmee kinderen in aanraking kunnen komen
een bijzondere aanpak beoogt. Tevens zijn er verschillende methodes
broodjes smeren’ door Van Riemsdijk (1896), is gebaseerd op eindrijm.
met poëtische elementen, is via spelletjes. Rijmelarij is bijvoorbeeld een
aangehaald om kleuters geboeid te houden tijdens een activiteit. Het is
Tegenwoordig bestaan er ontelbare varianten en parodieën die verzon-
kaartspel dat kinderen leert rijmen. Het spel houdt in dat er telkens een
echter niet noodzakelijk om ze in al hun behoeftes te voorzien. Kleuters
nen zijn op dit liedje, die allemaal vertrokken zijn van hetzelfde doel.
kaart wordt getrokken waarop moet worden gerijmd. Degene die geen
kunnen natuurlijk ook genieten van een voorleesverhaaltje of tekenfilm,
De beginwoorden ‘ik zag twee’ worden aangevuld met een vervangend
woord meer kan bedenken verliest. Ook al is het concept erg eenvoudig,
zonder enige vorm van interactiviteit. Afhankelijk van de inhoud kunnen
woord. Hierop volgt een zin die rijmt op het vervangende woord. De
het idee hierachter is wel doordacht. Op elke kaart zijn de eindletters
zij dit erg leuk vinden. Het medium is hierbij vrij te kiezen. Dit geldt
parodieën zijn afhankelijk van het rijmschema dat dit kinderliedje han-
van een woord aangebracht, die de eindklank representeren. Een afbeel-
ook voor poëzie. Tegenwoordig bestaan er uiteraard reeds verschil-
teert. Het maken van parodieën heeft als voornaamste doel natuurlijk
ding hierbij maakt het beginnen met rijmen gemakkelijker. Omdat elke
lende methodes om kleuters in aanraking te laten komen met poëtische
om humor in het liedje te brengen. Wat kinderen onbewust doen als
afbeelding eenvoudig is, kunnen kinderen deze gemakkelijk herkennen
elementen.
zij zelf nieuwe rijmwoorden bedenken, is hun taal ontwikkelen. Door
en met dit woord het spel beginnen. Dat maakt het eenvoudiger voor ze
deze rijmwoorden in het liedje toe te passen leren zij het rijmschema te
om hierop verder te rijmen.
gebruiken. Ook voor andere soorten muziek is rijm vaak geen onbe-
1.5.1 Muziek Een medium waar kinderen over het algemeen regelmatig mee in
kende. Liedjes klinken namelijk al snel poëtisch door ze te laten rijmen. Omdat de meeste gedichten zelf een bepaald ritme en schema hebben,
Jorıs de Poris:
klinken zij ook als muziek. De twee vloeien dus prima in elkaar over.
De afbeeldingen van Joris de Poris zijn zo eenvoudig
aanraking komen is muziek. Op speciale momenten, zoals Kerstmis en
mogelijk gehouden(zie 2.2.1 Gebruikte afbeeldingen en
Sinterklaas, worden er liedjes geleerd in de kleuterscholen. Voor de
geluiden, voor vier voorlopige afbeeldingen).
kleuters zijn ze aangepast aan hun niveau, zodat zij deze kunnen begrijpen en van buiten kunnen leren. Veel van deze liedjes rijmen, of maken op zijn minst gebruik van een rijmschema. Dit maakt het voor kinderen 21
Bron: http://www.hobbyenspel.nl
22
1.5.3 Casestudie: Poëzie-doe-kalender
1.5.4 Casestudie: Poëziekoffer
De poëzie-doe-kalender5 is een kalender voor kinderen van zes tot
Een voorbeeld dat gebruik maakt van een mengeling van voorlezen
Volgens haar leren kinderen sneller om te gaan met een bepaald thema
De illustratie links onder is een voorbeeld van een poëziekoffer die
twaalf jaar die opgehangen kan worden in de klas, of thuis. Hoewel
en objecten is de poëziekoffer. Zoals de naam al weggeeft, bestaat
via een versje. Het is dan ook het versje uit de poëziekoffer, dat dit
gemaakt is door studenten van de lerarenopleiding in de Katholieke
deze doelgroep lichtelijk verschilt van de doelgroep van Joris de Poris,
het concept uit een koffer met een poëtische inhoud. Deze kan gevuld
concept interessanter maakt dan een zogenaamde ‘schatkist,’ zoals
Hogeschool Limburg te Hemelrijk. Het bevat een versje, een dob-
is het principe van een poëtische opdracht doen interessant voor dit
zijn met een versje, fysieke voorwerpen en eventueel een leesboekje
deze wordt gebruikt in het kleuteronderwijs. In deze context duidt de
belsteen met afbeeldingen en voorwerpen zoals een kastanje en een
onderzoek om onder de loep te nemen. Jeugd en Poëzie spoort kinderen
of liedje. De versjes en liedjes kunnen zowel oud als hedendaags zijn.
term op een kist of koffer die gevuld is met bijvoorbeeld voorwerpen en
speelgoedautootje. Deze koffer werkt niet direct rond een thema, maar
elke maand aan tot het ontdekken, het zelf bedenken en schrijven van
Ook de lengte van de teksten kan variëren. Sommige versjes vormen
verhalen. Een schatkist is meer gekend in het kleuteronderwijs, zo blijkt
probeert aan de hand van voorwerpen een versje te vertellen.
poëzie. Zo wordt er op regelmatige basis een moment ingelast waarin
een volledig verhaal, andere enkel een impressie. De bedoeling van
uit gesprekken met kleuterleidsters Goele Gonnissen en Jo Indekeu. Een
kinderen bezig kunnen zijn met deze taalvorm. Eens per maand krijgen
een poëziekoffer is niet deze tekstjes van buiten te leren, al mag dat
schatkist hanteert ongeveer hetzelfde concept als een poëziekoffer. Het
de kinderen een leuke poëtische opdracht voorgeschoteld en leren ze
natuurlijk wel. Zolang kinderen leren van poëzie te genieten, is het
focust echter voornamelijk op het overbrengen van een bepaald thema
zo zelf versjes te schrijven. Een voorbeeld van een dergelijke opdracht
concept geslaagd. Een poëziekoffer draait meestal rond één bepaald
via voorwerpen, in plaats van een poëtische aanpak.
voor de maand mei heeft betrekking op de uitspraak: in mei leggen alle
thema. Zo kunnen kleuters bijvoorbeeld leren over de rups met een
vogels een… De kinderen leren deze zin zelf in te vullen met het woord
koffer die bestaat uit een gedichtje, prentenkaartjes van vlinders, het
‘ei’. De opdracht hierbij is om voorwerpen op te schrijven die een vogel
leesboekje Rupsje Nooitgenoeg door Eric Carle (1969) en de audio-DVD
kan gebruiken voor zijn nest. Vervolgens moeten ze deze uitknippen
van ditzelfde verhaal.
om er een nest mee te vormen. Met die woorden kunnen ze uiteindelijk een lange zin bedenken. Afgezien van de maandelijkse opdracht blijft
Op zich kan de inhoud van een poëziekoffer uit allerlei verschillende
de Poëzie-doe-kalender vanzelfsprekend ook een gewone kalender. Het
voorwerpen bestaan, maar deze dienen vooral ter ondersteuning van
biedt ruimte voor een notitie bij elke dag te schrijven en schoolvakan-
het versje. Marleen Mesotten, expert op het gebied van didactiek,
Dezelfde leerlingen ontwierpen tevens een poëzietoren (voorbeeld op
ties, feest- en andere belangrijke dagen zijn in de kalender opgenomen.
gelooft in dit concept (persoonlijke mededeling, 2 februari, 2012).
de volgende pagina). Deze bestaat uit zes aparte doosjes die op elkaar zijn gestapeld als toren. De doosjes werken volgens hetzelfde principe
23
5. Poëzie-doe-kalender door Jeugd & Poëzie (2012): http://www.jeugd-en-poezie.be/poëzie-doe-kalender
24
als de poëziekoffer, buiten dat elk doosje slechts één voorwerp of dier
zelf hun denkbeeld van een draak, die ongetwijfeld zal
behandelt. Het rode doosje werkt bijvoorbeeld rond de koe. Het bevat
verschillen van de opvatting van medeleerlingen. Deze
een rubberen handschoen die opgeblazen kan worden, om zo een uier
opdracht is ook gedaan door de vierjarigen in het ‘vlin-
na te bootsen. Dit is een mooi voorbeeld van een figuurlijke weergave of
derklasje’ van de Stapsteen Wiemesmeer. Sommige van
representatie van een bestaand voorwerp. Hoewel deze natuurlijk geen
de kleuters hadden moeite met op gang te komen bij
echte uier is, stimuleert het toch de fantasie van zowel de kleuters als
het maken van de tekening. Mits enige hulp en motivatie
de leerkracht. In elk doosje zit telkens een ander voorbeeld dat kinderen
tekenden zij uiteindelijk allemaal een eigen interpretatie
iets bijleert over een onderwerp. Een poëzietoren of –koffer kan ook in
van een draak, waar zij achteraf ook erg trots op waren.
worden gezet voor het vertolken van moeilijkere onderwerpen, zoals gevoelens. Onderwerpen worden bespreekbaar door ze tastbaar te maken. Het visualiseren gevoelens en woorden, eventueel via voorwerpen, helpt kinderen om moeilijke materie te begrijpen.
Jorıs de Poris:
Het gedicht van Joris de Poris kan een bepaalde wending aannemen zodat het hoofdpersonage een draak tegenkomt. Een draak is een schepsel dat in wezen niet bestaat. Door kinderen een draak te laten tekenen, helpt het hen dit begrip te beter te begrijpen. Zij visualiseren 25
26
2. Prototype: Joris de Poris
2.1 Inleiding van ‘Joris gaat naar dromenland’
Ook het gebruik van Joris de Poris is een manier om poëtische elementen
het voldoende ruimte voor de kinderen biedt om hierop te zitten. Dit
De inleiding is in verhouding van de rest van de tekst bewust iets langer
Lachend zei hij blij: “Ik heet Kevin, en jij?”
bij kleuters te introduceren. Dit is het prototype dat ontstaan is de bevin-
onderdeel van het pakket neemt dan ook het meeste ruimte in beslag. Het
gemaakt, zodat de luisteraars in het ritme van het gedicht kunnen
“Joris, zo heet ik,” zei Joris met een knik.
dingen van dit onderzoek. Het is een uitgewerkt concept dat traditionele,
dient als een basisstation die auditieve feedback geeft als het in aanraking
komen. Ze kunnen gemakkelijker een keuze maken omdat ze al voor een
“Ben jij een eend?” vroeg Joris gemeend.
tastbare media en nieuwe media samenbrengt. Het prototype tracht
komt met één van de andere componenten, namelijk één van de kubus-
deel in het verhaal zitten en het rijmschema ondertussen begrijpen. Het
Kevin keek hem aan. “Nee hoor, ik ben een …”6
onder meer poëzie tastbaar en interactief te maken. Hieronder wordt eerst
sen. Joris de Poris bevat zes kubussen die op of in de mat gelegd kunnen
rijmende gedicht gaat over Joris, een klein jongetje met veel fantasie.
het algemene concept uit de doeken gedaan, waarna er dieper wordt
worden. Even belangrijk in dit pakket is het geïllustreerde poëtische
Hij wil erg graag naar Dromenland, omdat het daar mooi schijnt te zijn.
Na de inleiding is het de beurt aan de kleuters om te beslissen tot welke
ingegaan op de verschillende onderdelen en de gebruikte technologie.
verhaal: Joris gaat naar dromenland, in de vorm van een voorleesboekje.
De volledige inleiding, tot aan de eerste keuze die gemaakt moet wor-
vogelsoort Kevin behoort. Zij krijgen de keuze uit twee mogelijkheden:
Samen bieden zij een geschikte manier om het verhaal ter beschikking te
den, verloopt als volgt:
een haan en een zwaan. Tot zover is dit de inleiding die iedere lezer
Als het prototype in productie zou gaan, zou het bijvoorbeeld uitgeleend
stellen. Met hulp van de kleuterjuf en de kinderen zelf, wordt het verhaal
kunnen worden aan een scholengemeenschap via een instantie. De biblio-
hardop verteld. De luisteraars zitten allen op de mat, rondom een fysieke
Joris gaat naar Dromenland, dat lijkt hem heel plezant.
het verhaal is echter afhankelijk van de keuzes die de lezer maakt. De
theek van de Katholieke Hogeschool Limburg te Hemelrijk stelt bijvoor-
plattegrond van het verhaal. De vakjes en wegen op de plattegrond zijn
Heel veel te beleven, maar waar is Beer gebleven?
manier waarop deze keuzes verlopen wordt uitgelegd in de volgende
beeld ondertussen naast boeken ook poëziekoffers ter beschikking. Joris
de richtingen die het verhaal uit kan gaan. In het gedicht dat Joris de Poris
“Ik ga Beertje halen, hij zou daar nog verdwalen!”
paragraaf.
de Poris kan als educatief pakket in een dergelijke bibliotheek worden aan-
brengt, is eindrijm van groot belang. Het gedicht heeft een AABB rijm-
Dapper ging hij op pad, tot hij Beertje terug had.
geboden. Dit prototype, dat gericht is op vier- tot vijfjarigen, kan geplaatst
schema, waardoor het einde van de eerste zin rijmt op het einde van de
Joris was al uitgeput, toen hij aankwam bij een put.
worden in de klas, of als deze te klein is, in een speelruimte. De keuze is
tweede, de derde rijmt op de vierde, enzovoorts. De reden van dit gebruik
Er klonk een eng geluid, de put schreeuwde ‘t uit.
aan de leerkracht om een vertrouwde plaats te kiezen die genoeg ruimte
staat beschreven in 2.3 Eerste papieren prototoype. Het gedicht wordt in
Dapper keek Joris erin, en wat hij zag was niet min.
biedt, maar ook weinig afleidt van het interactief vertellen. Een plek waar
verhaalvorm gebracht en bevat een begin en een einde. De manier waarop
Een vogel wou eruit. “Help me!” riep hij luid.
kinderen zich goed voelen stimuleert hun gemoedstoestand, waardoor zij
dit verhaal verloopt, kan echter op vier manieren gebeuren. Aan de hand
In de put, daar hing een touw. “Ik red je hieruit, en gauw!”
sneller geneigd zijn te participeren in het interactief vertellen. Uitgerold is
van een voorbeeldschets van de inleiding van het verhaal, is dit principe
“Neem het touw in je bek, zodat ‘k je eruit trek.”
de mat ongeveer 145 centimeter breed en 160 centimeter lang, waardoor
het best te illustreren.
De vogel was bevrijd, en sloeg zijn vleugels wijd.
27
of luisteraar mee zal krijgen en deze blijft onveranderd. De rest van
6. De volledige versie van het geïllustreerde voorleesboekje is te downloaden op: http://charlottemulders.com/example/JorisGaatNaarDromenland.pdf
28
2.2 Interactieve werking van het verhaal Als er wordt gekozen het totale pakket te gebruiken, verloopt het kiezen
Jorıs de Poris:
van een verhaalwending als volgt. Het boekje, met de mat en de kubus-
De mat is voornamelijk ontworpen als hulpmiddel om
sen, werken volgens het principe van interactie. Het gedicht is nu zo ver
het verhaal te vertellen. Het is daarom aan de leerkracht
gevorderd dat ze op de mat bij het eerste omrande vak zijn aangeko-
om foute antwoorden te corrigeren. Zij heeft hier de
men. Op die plek moet er een kubus worden neergelegd, die zij moeten
meeste ervaring mee en kan kleuters het best stimule-
kiezen uit de stapel. Op elke kubus is een tekening afgebeeld. Het
ren om een passend antwoord te zoeken.
woord dat deze tekening uitbeeldt zou moeten rijmen op het laatste woord van de voorgaande zin. Zo zijn er dus verschillende foute kubussen, die qua vorm wel in de mat passen, maar die niet van toepassing zijn bij deze keuzemogelijkheid. In het voorbeeld van de eerste kruising, vlak na de inleiding, eindigt de zin op ‘aan.’ De juiste kubussen die hierbij gebruikt kunnen worden zijn dan die met een tekening van een zwaan, of die van een haan. Bij elk van de kruisingen zijn er telkens twee juiste antwoorden. Bij een fout antwoord geeft de mat geen auditieve feedback en branden er ook geen leds. Het is aan de leerkracht om de kleuters verder duidelijk te maken dat dit niet juist is.
29
Richting van de zwaan en de haak.
30
2.3 Eerste papieren prototype Afhankelijk van de kubus die ze hebben gekozen, zal er een rij leds bran-
Dit principe is overgenomen van het interactieve verhaal Annebel en
Uit bevindingen via desk research is besloten een interactief verhaal
Jorıs de Poris:
den, die de juiste richting van het verhaal aanwijst. De lezer moet in het
de ontsnapte ballon. Zie paragraaf 1.4.1 Casestudie: Annebel en de
te schrijven. Met inspiratie van Annebel werd in eerste instantie een
Na het testen met tekeningen is besloten deze te ver-
boekje verder bladeren naar de juiste pagina, op basis van wat de kleu-
ontsnapte ballon voor een analyse van dit voorleesboek. Doorheen het
kort verhaaltje geschreven, waarop kinderen konden reageren met
vangen door stevige, maar zachte kubussen uit stof en
ters hebben gekozen. Het paginanummer waar naartoe gebladerd moet
volledige gedicht van Joris de Poris zullen er minstens twee keuzes
tekeningen. Net zoals in Annebel waren er twee antwoorden mogelijk,
schuim. Deze kunnen niet scheuren, maar zijn ook niet
worden staat telkens onderaan de pagina weergegeven met een pijl.
gemaakt moeten worden. Er bestaat één langere weg, waarbij alledrie
waarna er verder gebladerd moest worden in het verhaal. Om kinderen
te hard. Zo kunnen de gebruikers zich niet bezeren.
de omlijnde vakken aan bod komen. Bij het kiezen van de kubussen
echter te laten spelen met taal, werd hen een gedicht voorgelezen.
kunnen de kinderen niet weten welke richting het verhaal uit zal gaan.
De eerste gebruikerstest vond plaats in de StapSteen Wiemesmeer te
Ook hadden de kleuters niet van de eerste keer spelen door dat er
Dit hoeft ook niet, omdat ze volgende keer een ander verhaal kunnen
Zutendaal, gevold door een tweede test in De Reinpad te Bret-Gelieren.
meerdere antwoorden mogelijk waren. Voor zowel het bovenstaande
maken als ze Joris de Poris gebruiken. Uiteindelijk loopt het verhaal
Dit prototype bevatte veel fouten, die verholpen moesten worden. Zoals
probleem van de tekeningen neerleggen, als het aantonen van meerdere
telkens hetzelfde af. Dit is het doel waar zij naartoe werken en is weer-
in 1.1 Kleuters en poëzie wordt uitgelegd, bestond het eerste prototype
mogelijkheden, trad de mat in werking. Een mat brengt mensen samen
gegeven met een eindvakje op de mat. Een verhaal een begin en een
enkel uit een kort interactief gedichtje en bijpassende tekeningen. De
en helpt bijdragen aan een gemoedelijke sfeer. Het is voor kinderen een
einde. Om die reden bevat de mat een begin- en een eindvak in plaats
bedoeling van de eerste testen in de kleuterschool van zowel Bret-
plek van geborgenheid, een zogezegde ‘veilige basis.’ In hun ogen is dit
van een start en een finisch, zoals de meeste bordspellen dit hebben.
Gelieren als van Zutendaal, was om na te gaan in hoeverre vier- tot
vaak een zone waarin ze bijvoorbeeld niet aangetikt kunnen worden, of
Uit observaties en gebruikerstesten met het eerste papieren prototype,
vijfjarigen afbeeldingen kunnen herkennen en rijmwoorden kunnen
waarop ze veilig zijn van de denkbeeldige lava of het water rondom. De
bleek dat een duidelijk einde nodig was om het verhaal af te bakenen en
gebruiken. Sommigen kozen al snel voor de juiste afbeelding, waarvan
mat uit Joris de Poris vult deze functie in door zitplaats te voorzien voor
het spel te voltooien. Deze vaststelling, samen met de andere opvat-
het afgebeelde woord rijmde op de voorgaande zin. Ze begrepen echter
ten hoogste vijf kleuters en een leerkracht. Het zorgt ervoor dat elk kind
tingen die gedaan werden tijdens het testen met het eerste prototype,
het nut niet van het neerleggen van een tekening. Uiteindelijk hadden ze
een eigen plekje heeft op de gezamenlijke mat, maar ook voor een afba-
worden nader verklaard in de volgende paragraaf, gevolgd door een
het er ook erg moeilijk mee om hun favoriete tekening te laten gaan. De
kening van het aantal gebruikers. Uit testen is gebleken dat vijf kleuters
soortgelijke over het tweede prototype.
tekening van een zeemeermin bleek zo populair, dat deze per ongeluk
die tegelijkertijd gebruik maken van het prototype, het absolute maxi-
gescheurd werd tijdens het testen.
mum is. Vanaf een hoger aantal zal het interactief vertellen te chaotisch
31
32
worden en wordt het samen spelen erg moeilijk. Er is gekozen om de
2.4 Tweede Low-fidelity prototype
mat ovaal te maken, in de vorm van een wolk. Zo kan er niemand op
Het doel van het low-fidelity prototype was om na te gaan of de
Toen de vierjarige Robin het verhaal ging uitleggen aan zijn klasge-
gebruikte tekeningen herkenbaar genoeg waren, of de mat het gewens-
nootjes, was hij het bij het juiste eind en was hij dus prima mee met
een hoek of uiteinde komen te zitten. De vorm van de Op deze manier
Het tweede prototype, een low-fidelity versie, is een vervolg op het
te effect had en of het verhaal aansloeg. Ik ondervond dat het verhaal
het verhaal. Hij wist dat Joris naar Dromenland was gegaan, Kevin had
is elke kleuter gelijk en kunnen zij allemaal even goed mee het verhaal
papieren prototype. Het principe van interactief verhalen vertellen bleef
zeker niet te lang was, in tegendeel. In het eerste papieren prototype
gered en hulp kreeg van het schaap. De zoektocht naar Beer had hij ech-
volgen. De vorm van de mat wordt uitgebreid besproken in 2.9.1 Mat.
ongewijzigd. Er werden echter een mat en zes kubussen toegevoegd.
werd opgemerkt dat de rijm voor de kleuters nog niet helemaal duidelijk
ter niet direct meegekregen. In het boekje werden hierna twee zinnen
Het korte testversje werd vervangen door een uitgebreider voorleesver-
was. Ze hebben een aanloop nodig om in het ritme te komen. De lange
toegevoegd aan de inleiding, om het zoeken naar Beer te benadrukken.
In verband met de moeilijkheidsgraad van de woorden en de lengte van
haal in een AABB-rijmschema. De kubussen waren gemaakt van karton
inleiding van ‘Joris gaat naar Dromenland’ bood genoeg zinnen om de
De rest van het verhaal bleef ongewijzigd.
de zinnen, bleek deze ook te complex. Woorden uit meerdere lettergre-
en allemaal gevormd in dezelfde afmetingen. Hierop zijn gekopieerde
kinderen deze aanloop te geven. Bij het kiezen van de eerste kubus had-
pen of te lange zinnen vermoeilijkten enkel het vertelproces. Bijgevolg
afbeeldingen geplakt van de originele tekeningen.
den de kleuters vrijwel direct het rijmschema door. Ze konden dan snel
Het neerleggen van de kubussen op een vak had voor de kleuters ook
is een eenvoudig rijmschema van belang. Een rijmschema als ABAB,
inpikken en de juiste kubus zoeken. Het verhaal mocht zelfs iets langer
plots een doel. Ze zagen hoe ver het verhaal reeds gevorderd was en
waarbij er telkens een zin tussenkomt, is voor vier- en vijfjarigen net te
zijn, om de zoektocht naar Beer beter uit te leggen.
konden zien dat er meerdere mogelijkheden waren per vak. Wat mij
hoog gegrepen om hier zelf mee aan de slag te gaan. Een rijmschema
duidelijk opviel was dat de kleuters soms moeite hadden om gesproken
als AABB, waarbij de eerste zin rijmt op de tweede, biedt hiervoor de
woorden met afbeeldingen te verbinden. Ofwel deden ze het mondeling
oplossing. Op deze manier hebben de kleuters het einde van de voor-
en riepen ze rijmwoorden als gok, zonder naar de kubussen te kijken,
gaande zin nog in gedachten, zonder dat deze verstoord wordt door een
ofwel zochten ze tussen de kubussen naar het juiste antwoord. Bij
tussenliggende zin.
enkele kleuters was de vraag: “wat rijmt er op …” nodig om ze op gang te brengen. Dit prototype was beduidend gemakkelijker voor de kleuters om mee te werken dan het eerste. Het gebruik van eenvoudigere afbeeldingen speelde hierin een rol. Deze zijn net als het verhaal vrijwel ongewijzigd gebleven ten opzichte van het uiteindelijke prototype. De overgang van het low-fidelity prototype naar de laatste is vooral te zien in de afwerking en de toevoeging van technologie.
33
34
2.4.1 Gebruikte afbeeldingen en geluiden Elke kubus bevat een eigen afbeelding. Er zijn zes kubussen die
prototype (zie paragraaf 2.4 2e Low-fidelity prototype) is gebleken dat
geplaatst kunnen worden op de mat, in één van de drie vakjes met
kleuters van vier tot vijf jaar de afbeeldingen gemakkelijk herkennen.
een RFID-lezer. Deze vakjes zijn aangeduid met een oranje rand en
Vijftien kleuters verdeeld over drie aparte sessies in groepjes van vijf,
verschillen van de gevulde oranje vlakken, waarin leds zijn verwerkt.
deden mee aan de test. Van de vijftien leerlingen waren er slechts drie
De afbeeldingen bestaan uit een haan, een zwaan, een haak, een draak,
die een kubus niet herkenden. De haan werd door twee kleuters aange-
een schaap en een aap. Er is voornamelijk gekozen om afbeeldingen van
zien als een kip en de draak door slechts één als een krokodil. Deze drie
dieren te gebruiken. Deze zijn gemakkelijk herkenbaar door kleuters en
leerlingen werden er echter direct op gewezen door de andere kleuters.
eenvoudig te visualiseren.
Volgens de kinderen waren het de groene pluimen van de haan die deze herkenbaar maakten en de vleugels van de draak die deze typeerden.
Een haak is echter een voorwerp en is geïllustreerd met de arm van een piraat. Deze link tussen een piraat en een haak maakt het voor kleuters gemakkelijker om het voorwerp te herkennen. Het wordt immers in
Jorıs de Poris:
een situatie geschetst. Om de aandacht bij de haak te houden en niet
Het doel van de afbeeldingen is louter om rijmwoorden
te veel bij een piraat, is enkel diens arm afgebeeld. Bij het afbeelden
te visualiseren. Kleuters van vier en vijf jaar kunnen
van een volledige piraat kan er verwarring ontstaan. De dieren zijn zo
immers nog niet lezen. In het geval van Joris de Poris is
veel mogelijk gestileerd in eenzelfde stijl, zodat overbodige informa-
het daarom belangrijk dat de afbeeldingen snel en zon-
tie is weggelaten uit de afbeelding. De afbeelding van de aap bestaat
der verwarring worden herkend. Het is niet de bedoe-
bijvoorbeeld enkel uit een hoofd en een staart. De draak is afgebeeld
ling dat kleuters eerst moeten raden wat de afbeelding
met een hoofd, vleugels en een staart. Dit zijn de typische kenmerken
uitbeeldt.
die kinderen linken aan deze dieren. Uit een test met het low-fidelity 35
36
2.5 Terugkoppelen naar het verhaal
Elke kubus is ook gerelateerd aan een bepaald geluidsfragment die dat
Wanneer het gedicht ten einde is, kan er teruggekoppeld naar het
mat kan afspelen. Zodra een rijmende kubus op de mat wordt geplaatst,
verhaal en hierover gereflecteerd worden. De volgende paragraaf biedt
zal er automatisch een passend geluid uit de speakers klinken. In het
meer inzicht in het apart gebruiken van de verschillende componenten
Na het voorlezen kan er teruggekoppeld worden naar elementen uit
met vormgeving is te vinden in Bijlage I. Het gebruik van dit boekje is
geval van het schaap speelt het gemekker waaraan dit dier herkenbaar
en het ontstaan van het zogenaamde gebruikers- en ideeënboekje.
‘Joris gaat naar Dromenland.’ Samen met de kleuterjuf kunnen de kinde-
echter geen must. De ideeën zijn niet bedoeld als handleiding en bevat-
is. Ook de aap, draak, zwaan en de haan zijn gelinkt aan een geluid dat
ren terugkijken naar de weg die ze op de mat, en dus ook in het verhaal,
ten tevens geen technische uitleg. Ze bieden uitsluitend manieren aan
zij met hun mond of snavel produceren. In het geval van de zwaan volgt
hebben afgelegd. Zo kan Joris bijvoorbeeld een draak zijn tegengeko-
om alternatieve spellen en activiteiten met het pakket te spelen. Deze
er een kort gefladder van de vleugels, om het geluid herkenbaarder te
men tijdens zijn zoektocht naar Beer. Aangezien een draak logischer-
bestaan voornamelijk uit korte taal- en poëziespelletjes die gespeeld
laten klinken. Een haak is moeilijker, deze kan geen geluid produceren
wijs niet bestaat en dus een mythisch figuur is, kan deze voor iedereen
zowel gespeeld kunnen worden als nevenactiviteit, alsook om terug te
zonder een persoon deze gebruikt. In dit geval is de haak echter gelinkt
anders verbeeld worden. De mat biedt een mogelijkheid om hierover
koppelen naar het verhaal ‘Joris gaat naar Dromenland.’ Joris de Poris
aan een piraat, die een bekend staat om een bepaalde kreet. Samen
te praten. Op de plaats waar ze de draak tegengekomen kunnen de
vertrekt vanuit het principe om de onderdelen samen te gebruiken in
met het geklingel van een metalen haak, vormt een dergelijke kreet het
kleuters een tekenblokje vinden. De juffrouw kan hen de opdracht geven
een interactief vertelproces, maar biedt tevens mogelijkheden om de
geluidsfragment dat aan de haak is gelinkt. Een combinatie van deze
zelf een draak te tekenen met hun eigen kleurpotloden. Het tekenen
componenten apart te gebruiken.
twee geluiden laat kleuters een duidelijke link leggen met het voorwerp.
van een draak is slechts een voorbeeld van de vele manieren waarop teruggekoppeld kan worden naar het verhaal. Bij de aanschaf van Joris de Poris wordt een gebruikers- en ideeënboekje in a5-formaat meege-
Jorıs de Poris:
leverd. Deze biedt allereerst een vereenvoudigde handleiding van het
Door het toevoegen van geluiden bij het neerleggen van
gebruik van Joris de Poris. De manier waarop de ruime inhoud van het
een kubus, zullen kleuters niet alleen een visuele con-
pakket gebruikt dient worden, kan voor sommige gebruikers misschien
nectie maken met het woord, maar ook een auditieve.
niet direct duidelijk zijn. Een korte uitleg hoe het interactieve vertelpro-
Joris de Poris laat kleuters dus woorden verbinden met
ces verloopt biedt verduidelijking. De resterende inhoud van dit boekje
zowel beeld als geluid.
bestaat louter uit ideeën en spelletjes waarvoor de mat, de kubussen en het voorleesboekje gebruikt kunnen worden. De volledige inhoud
37
38
2.6 Onderdelen afzonderlijk gebruiken
2.6.1 Casestudie: Rory’s Story Cubes
Soms is er helaas geen tijd of geen plaats om het volledige pakket te
tegelijk genieten van het verhaal, in plaats van het maximum aantal
Dit spel bedraagt een reeks van negen kleine dobbelstenen met aan
gebruiken, of hebben de kinderen hier geen behoefte aan. Als educa-
spelers bij het spel.
iedere zijde een andere afbeelding. Elke afbeelding is eenvoudig gere-
tief pakket kunnen er in dat geval andere activiteiten worden gedaan
presenteerd in de vorm van een icoon. Ze zijn bewust ongecompliceerd
met de mat, de kubussen en het voorleesboekje. Het gebruikers- en
Ook de mat kan afzonderlijk in een klas geplaatst worden. Deze kan
voorgesteld voor het gemak van de ruime doelgroep. Zowel jonge
ideeënboekje haalt al enkele voorbeelden aan om korte spelletjes mee
bijvoorbeeld fungeren als een verteltafel. Marleen Mesotten, expert op
kinderen als volwassenen kunnen deelnemen in het dobbelspel. Volgens
te spelen en eindigt met een alinea waarin wordt benadrukt dat Joris
het gebied van didactiek, legde mij tijdens een mondeling interview
de regels zou het speelwijze als volgt moeten verlopen: alle negen dob-
de Poris ook verhalenderwijs gebruikt kan worden. De volgende alinea’s
het concept van een verteltafel uit. Dit is een zelf ingerichte plaats met
belstenen worden tegelijkertijd gerold. De iconen die worden weergege-
bieden meer inzicht in deze mogelijkheden, opgesomd per component.
daarop voorwerpen waarmee kinderen een verhaal kunnen verzinnen of
ven op de bovenliggende zijdes, mogen in willekeurige volgorde worden
De overige, korte taalspelletjes zijn terug te vinden in Bijlage I, in een
navertellen. Het is tevens een omgeving waar het verhaal van een boek
neergelegd. De speler die de stenen heeft gegrold, verzint met deze
volledige en vormgegeven versie van het boekje.
zich kan afspelen. Een verteltafel kan gepersonaliseerd worden door de
afbeeldingen zelf een verhaal en vertelt dit aan zijn medespelers. Het
leerlingen door hun eigen knuffels of andere voorwerpen toe te voegen.
aantal spelers voor dit spel is trouwens onbegrensd. Iedere deelnemer
Het voorleesboekje is een object uit het pakket dat ook op zichzelf kan
Het doel is om kinderen aan te sporen verhalen te verzinnen en deze
kan om de beurt een verhaal uitdenken. Er is geen fout antwoord en dus
Dit principe is ook van toepassing op de kubussen van Joris de Poris.
staan. Het kan afzonderlijk van de mat en de kubussen gebruikt wor-
hardop te vertellen.
ook niet direct een winnaar. Het doel is om op een narratieve manier
Het verbinden van woorden met afbeeldingen is een geschikte oplos-
verhalen te bedenken. Het prikkelen van de verbeelding door middel
sing voor kleuters die nog niet kunnen lezen, maar desondanks bezig
den. Als het boekje los van de mat en kubussen wordt gebruikt, werkt
Bron: http://www.storycubes.com/
het als een normaal voorleesverhaal. De lezer kiest een van de twee
De kubussen kunnen als laatste component in deze opsomming even-
van symbolen, speelt hierbij een essentiële rol. De ontwikkelaar, The
zijn met woorden. Hoewel de meest taalgevorderden onder de doel-
mogelijkheden die onderaan de pagina zijn weergegeven, en bladert
eens verhalenderwijs gebruikt worden. De afbeeldingen die hierop zijn
Creativity Hub (2012), gebruikt naar eigen zeggen metaforen om inzich-
groep van vier- tot vijfjarigen ongetwijfeld enkele geschreven letters
dan naar die pagina toe. Deze methode werkt dus volgens het principe
weergegeven, zijn hierbij van belang. De kubussen kunnen afzonderlijk
ten te vergaren. Het principe werkt omdat het brein denkt in beelden en
zullen herkennen, heeft het weinig zin enkel woorden op de kubussen te
van Annebel (zie 1.4.1 Casestudie: Annebel en de ontsnapte ballon). Op
ingezet worden op een manier zoals als Rory’s Story Cubes7 hier gebruik
laterale connecties maakt tussen de afbeeldingen en zinsconstructies.
plaatsen. Het imaginatieve van de kinderen wordt ook gewekt door het
die manier kan het boekje mee naar huis worden genomen of gewoon
van maakt.
gebruikt worden voor voorleessessies. Zo kunnen er meer kinderen 39
7. Rory’s Story Cubes door The Creativity Hub Ltd, 2012: http://www.storycubes.com/products/rorys-story-cubes/
gebruiken van de kubussen en het verzinnen van verhalen. Deze mogen zo abstract zijn als de kleuters zelf willen. 40
2.7 Computer assisted instruction (CAI) Jorıs de Poris
De kubussen werken niet alleen conceptueel, maar ook technologisch
kinderen die net beginnen te lezen, met klanken spelen. De drijvende
Het spel met de kubussen van Joris de Poris zal iets anders
samen met de mat, die direct feedback geeft. Deze feedback van belang
krachten achter het concept, Mark van den Broek en Jeroen de Weerd,
moeten worden gespeeld. Aangezien de kubussen geen
bij kleuters, omdat zij graag terstond worden beloond als ze iets juist
trachten met de i-blocks taal tastbaar en interactief te maken. Dit vergroot
Jorıs de Poris:
verschillende afbeeldingen op elke zijde hebben, maar slechts
hebben gedaan. Wanneer een van hun antwoorden niet juist is, zijn ze
het fonemisch en fonologisch bewustzijn van kinderen. Uitgesproken
Ook al geeft de mat feedback bij het leggen van een
één afbeelding per kubus, zal de keuze van de afbeeldingen
nieuwsgierig naar wat het dan wel zou moeten zijn. Computer assisted
opdrachten en directe terugkoppeling door middel van stem, licht en
kubus, de kleuterjuf wordt echter niet overbodig
iets anders verlopen. De kubussen worden in een ton gelegd
instruction werkt volgens dit principe. Het is niet meer een persoon,
geluid zorgen ervoor dat kinderen zelfstandig met de i-blocks kunnen
gemaakt bij dit spel. De vertelstem van de leerkracht
en kleuters moeten zonder te kijken drie kubussen grabbelen.
maar de computer die instructies en feedback geeft. Als het antwoord
werken. Het pakket bestaat uit één basisstation dat alle opdrachten helder
is voor kinderen erg belangrijk en geeft een vertrouwd
Met deze kubussen moeten ze een verhaaltje verzinnen.
juist is zal er een rij leds branden die de juiste weg doet oplichten en
en duidelijk uitspreekt, een boekje met daarin oefeningen variërend van
gevoel. Ook kan de leerkracht kleine instructies geven
wordt er een passend geluid afgespeeld. De technische uitleg die hierbij
gemakkelijk tot moeilijk en een set letterblokken. Als bijvoorbeeld de
in verband met de omgang van de kinderen. Dit is een
Omdat de kubussen en het voorleesboekje analoog zijn, kunnen ze
hoort is terug te vinden in paragraaf 2.8.1 Kubussen herkennen via RFID.
kubus met de letter ‘r’ in het vakje wordt gelegd, speelt de bijbehorende
functie die Joris de Poris niet kan vervullen.
overal mee naartoe genomen worden. Het interactieve aspect van de
Zonder dat de kleuterleidster moet ingrijpen tijdens het kiezen van een
klank af. Zo kunnen de gebruikers zelf woorden maken met verschillende
mat treedt echter pas in werking bij het insteken in een stopcontact.
kubus, kunnen de kleuters zelf met de mat het juiste antwoord zoeken.
kubussen. Met i-blocks kunnen kinderen niet alleen zelf woordjes ontdek-
Het tastbaar maken van woorden is een belangrijke eigenschap van
De rol van technologie vooral ondersteunend en kan op een bepaalde
Haar rol in dit proces is vooral het bijsturen en stimuleren van de
ken, maar ook opdrachten maken. Via het basisstation krijgen ze direct
i-blocks en Joris de Poris. In bepaalde mate delen de twee hetzelfde
manier een bijdrage leveren in het vertelproces. In het geval van Joris de
kinderen. CAI kan ook een grote rol spelen in de taalontwikkeling. Een
feedback als een woord juist of niet juist is. Bij een rood licht liggen er dus
concept. De aanpak is echter verschillend. I-blocks maakt het moge-
Poris draagt technologie vooral bij via computer assisted instruction.
voorbeeld hiervan is i-blocks.
één of meerdere kubussen fout op het basisstation. Bij een groen licht
lijk zonder de leerkracht de taalontwikkeling van kleuters te stimule-
wordt elke klank afzonderlijk herhaald, gevolgd door het volledige woord;
ren. Joris de Poris focust echter op een samenspel tussen kleuters en
het woord is bijgevolg dus juist. Een blauw licht representeert dat het kind
de leerkracht. Beiden maken ze gebruik van fysieke objecten zodat
op de goede weg is. Kinderen leren zo niet alleen visuele, maar ook audi-
kinderen een woord kunnen vasthouden. Om het eerder aangehaalde
I-blocks8 is een interactieve creatie die de taalontwikkeling van kleuters
tieve koppelingen maken. Op de officiële website van i-blocks omschrijft
computer assisted instruction toe te passen, is er echter een vorm van
stimuleert (Biggle toys, 2012). Door het leggen van kubussen kunnen
De Weerd (2012) het product als: “Een soort elektronische juf.”
technologie nodig.
2.7.1 Casestudie: i-blocks
41
8. I-blocks door Biggle toys: http://www.i-blocks.info/
42
2.8 Media en technologie Net als de media is het onderwijs continu in ontwikkeling. Tussen deze
overbodige geluiden afgespeeld. Alle draden en kabels
seerd op flexibele hardware en software die gemakkelijk in gebruik
Jorıs de Poris:
twee bestaat een wisselwerking, doordat er in het onderwijs gebruik
zijn zo goed mogelijk weggewerkt in de mat, om deze
zijn9. Via het gebruik van Arduino is het mogelijk om zelf interactieve
Omdat de gesoldeerde kabels in de mat behoorlijk
wordt gemaakt van verschillende soorten media. Technologie kan de
visueel aantrekkelijk te maken voor kleuters. De tech-
prototypes te creëren en om raad te vragen aan medegebruikers. Er
kwetsbaar zijn, kunnen ze loskomen als de mat veel
dingen voor kinderen interessanter maken. De mat maakt geluid, geeft
nologie wordt dus zogezegd verstopt in het prototype.
bestaat namelijk een uitgebreid forum waar elke beginnende gebruiker
beweegt. Om dit op te lossen zijn de meeste kabels zo
licht, en is tastbaar. Het prikkelt dus meerdere zintuigen om de kleuters
Op deze manier hebben de kinderen die er gebruik
terecht kan. Omdat dit platform geen onbekende is in Communicatie
veel mogelijk in de lengte gespannen. Bijgevolg is elke
zoveel mogelijk te betrekken tijdens het gebruik. Cito-toetsen worden
van maken geen idee hoe de binnenkant eruit ziet. De
en Mediadesign, gebruikte ik voor de realisatie van mijn prototype ook
kabel tevens ingenaaid. Zo kan de mat gemakkelijk in
inmiddels op de computers gemaakt, schoolborden en krijtjes zijn inge-
overige kabels en de geluidsboxen zijn afgewerkt in een
Arduino. De codes zullen in deze thesis niet worden prijsgegeven, maar
de breedte opgerold worden, zonder dat er veel risico is
ruild voor een digitale vervanger en ook de methodes om te leren lezen
houden kistje die verbonden is aan de mat. Als het pro-
een uitgebreide analyse van de belangrijkste technische onderdelen
dat de kabeltjes loskomen. Moest dit toch het geval zijn
gaan met hun tijd mee (Biggle toys, 2012). Belangrijk hierbij is wel dat
totype in productie zou gaan, is het mogelijk de boxen
worden wel besproken. Ondersteunend beeldmateriaal is bijgevoegd
biedt de mat een extra oplossing. De helft van de mat
deze voorwerpen kindvriendelijk en visueel aantrekkelijk zijn. Het is voor
te verwerken in de mat zelf. Zie paragraaf 2.9.1 Mat voor
om de onderdelen te illustreren. Wanneer je met een Arduino werkt,
is aan de zijkant opgengelaten. Deze wordt op bepaalde
de gebruiker meestal niet relevant om precies te weten wat elk kabeltje
de afmetingen en foto’s van zowel het kistje als de mat.
zal je ook veel gebruik moeten maken van kabels en soldeertin. Dit kan
plaatsen gesloten met klittenband, over de lente van de
een prototype erg delicaat maken. Er kunnen snel kabeltjes loskomen
mat. Deze kan opengetrokken worden als er technische
waardoor een opstelling plots niet meer kan werken.
problemen zijn. Het prototype is dus nooit volledig af-
of lampje doet. Een goede afwerking is dus een must. Ook is het erg belangrijk dat een overvloed aan technische elementen de gebruiker
Jake Barton, van Local Projects, vindt dat technologie onzichtbaar moet
niet afleidt.
handelen, en alleen in dienst van het te vertellen verhaal (Barton, 2011).
gedekt zonder dat er nog iemand aan kan. De mat is het
Dit wil zeggen dat de gebruikte technologie niet alle aandacht naar zich
enige onderdeel van Joris de Poris dat gebruikt maakt
toe mag trekken, maar de voorhand moet geven aan het spel, en het
van Arduino. De kubussen zijn volledig draadloos zodat
Jorıs de Poris:
verhaal dat verteld wordt. Hierdoor is er een gezond evenwicht nodig
ze onafhankelijk gebruikt kunnen worden.
Voor Joris de Poris is er een minimum aan zichtbare
tussen zowel technologie als andere componenten. Low tech elemen-
technische elementen gebruikt. Er zijn geen overvloe-
ten worden gecombineerd met een Arduino, die zo goed mogelijk is
dige lampjes geplaatst op de mat en er worden geen
weggewerkt in de mat. Arduino is een open source platform, geba-
43
9. Arduino: http://www.arduino.cc/
44
2.9 Het eindpakket
2.8.1 Kubussen herkennen via RFID Een vraag die voor dit onderzoek ook erg van belang is, handelt over
elk van de RFID-lezers en iets teweegbrengen op het Arduino-bordje
Om deze thesis af te ronden vooraleer er een conclusie wordt gevormd,
het corresponderen van de mat en de kubussen. Hoe worden de juiste
waarmee deze verbonden is. Voor deze thesis is het nodig met drie
volgt in de komende alinea’s een opsomming van de verschillende
kubussen herkend? Er zijn hiervoor verschillende mogelijkheden. De
Arduino-bordjes te werken, omdat er drie RFID-lezers worden gebruikt.
componenten, zoals deze er afgewerkt uitzien. De gebruikte materialen,
meest eenvoudige manier om bijvoorbeeld blokken te herkennen is
Deze alledrie samen aansluiten op slechts één bordje gaf verschillende
alsook de afmetingen worden per component gespecifieerd.
terug te vinden in peuterspeeldoosjes. Driehoekige blokjes bij deze
problemen. De snelste en beste oplossing was het gebruiken van drie
doosjes passen enkel bijvoorbeeld enkel door een driehoekige inkeping
afzonderlijke bordjes, die ook elk verschillende series van leds kunnen
in het doosje. Deze oplossing is echter voor de allerkleinsten van
aansturen. Zodra een lezer één van de tags in de kubussen herkent,
toepassing en te gemakkelijk voor vier- en vijfjarigen. Een elegantere
stuurt hij de ID hiervan door naar het bordje waar hij aan vasthangt. Als
en effectievere oplossing is het gebruik van RFID. Deze term staat voor
de herkende ID zich in één van de rijmende kubussen bevindt, stuurt het
Radio Frequency Identification, wat niets minder betekent dan het
aanhangende Arduino-bordje een signaal door naar het eerste bordje,
uitzenden en ontvangen van unieke ID’s over radio frequenties (Want,
waar een MP3-shield aan is verbonden. Dit schild is bevestigd op één
2006). Hoewel er veel tijd kroop in het ontwikkelen van het prototype,
van de Arduino’s en zorgt ervoor dat er via speakers een geluid afge-
is het voor dit onderzoek niet relevant een uitgebreide technische uitleg
speeld kan worden. Paragraaf 2.4.1 Gebruikte afbeeldingen en geluiden
over de werking hiervan aan te halen. Om toch het basisprincipe nader
bevat een opsomming van de geluiden die het schild in dit prototype
te verklaren, volgt een korte uitleg.
kan afspelen. Het haalt deze geluidsfragmenten van een mini-SD kaartje. Dit kaartje bevat uitsluitend audio-fragmenten die vrij van auteurs-
Het herkennen van kubussen vertrekt in dit geval vanuit drie RFID-
rechten zijn. Afhankelijk van de geplaatste kubus zal het bijbehorende
lezers, die verwerkt zijn in de mat. Deze corresponderen met RFID-
geluid worden afgespeeld.
tags die zich in de kubussen bevinden. Elke kubus bezit één RFID-tag, die een unieke ID heeft. Elke kubus kan dus herkend woorden door 45
46
2.9.1 Mat Het zitgedeelte van de mat uit zich in de vorm van een wolk. Deze
De onderkant bevat een witte rand en Joris zijn naam, geknipt uit een
De mat kan opgerold worden wanneer deze opgeborgen moet worden.
bestaat uit lichtblauw fleece, die de boven- en onderkant bedekt.
anti-slip materiaal. Zo kan de mat niet wegschruiven op een gladde
Preventief is slechts de helft van de twee lagen fleece aan weerszijde
Tussen deze twee lagen stof is een laag schuim met een dikte van
vloer.
van de mat dichtgenaaid. Moest er een kabel of led loskomen, dan
één centimeter aangebracht, om het zitten aangenamer te maken. De
kan het klittenband dat de twee zijdes aan de andere helft van de mat
schuimen verhoging in het midden van de mat, de vorm van de plat-
samenhoudt losgehaald worden om de mat open te slaan. De rest van
tegrond aangeeft, bestaat uit de kleuren: oranje, groen, blauw, bruin en
de kabels zijn verwerkt in een kistje, tezamen met de geluidsboxen en
geel. De blauwe en groene vlakken representeren respectievelijk de zee
Arduino’s. Met een ingebouwde volumeknop is het geluid te regelen.
en de weides, waarin het verhaal van ‘Joris gaat naar Dromenland’ zich
Het geluid kan ook helemaal uit worden gezet met het knopje onder de
afspeelt. De oranje vakjes zijn toegevoegd om een de mat de uitstra-
volumeknop.
ling van een uitgestippelde weg op een plattegrond te geven. Al deze gekleurde vlakken zijn geknipt uit vilt.
47
Afmetingen: 160 x 145 x 2 centimeter
Letters uit anti-slip materiaal aan de onderkant van de maat
48
2.9.2 Kubussen
2.9.3 Voorleesboek ‘Joris gaat naar Dromenland’
Elke kubus bestaat uit een op maat gesneden, schuimen body met
Het voorleesboekje dat in dit pakket thuis hoort is volledig
Het boekje is in liggend formaat geprint, zodat de breedte groter is
zijdes van twaalf centimeter. Ze zijn bekleed in lichtblauw en wit
te downloaden op:
dan de hoogte. Kleuters kunnen op die manier gemakkelijker meekijken
fleece. De combinatie van schuim en fleece maakt de kubussen erg
http://charlottemulders.com/example/JorisGaatNaarDromenland.pdf.
tijdens het voorlezen. Alle illustraties zijn met de hand getekend en
zacht en onbreekbaar. Op elke zijde is een tekening van een figuurtje
Op de cover wordt het hoofdpersonage Joris weergegeven in een denk-
daarop volgend gefotografeerd. De tekst is gedrukt en ingelijmd bij een
genaaid. Deze tekeningen zijn geprint, verstevigd met verstevigings-
ballon. Dit symboliseert de fantasie en de droom in het verhaal.
drukker, maar de cover is met de hand gemaakt. Dit geeft een persoon-
stof, geplastificeerd en daarna op maat geknipt. Zoals in paragraaf 2.7.1
lijke toets aan de afwerking van Joris de Poris.
Kubussen herkennen via RFID wordt uitgelegd, bevat elke kubus een eigen RFID-tag. Deze is bevestigd aan één zijde van de kubus, onder het laagje fleece. Deze zijde bevindt zich tegenover de enkele witte zijde. Als de kubus op de mat wordt gelegd, met de witte kant naar boven, zal de RFID-tag die zich dan aan de onderkant bevindt worden waargenomen door de RFID-lezer. Dit is tevens de reden waarom elke
Afmetingen: 12 x 12 x 12 centimeter
kubus één verschillende zijde heeft. Door de beperkte leesafstand tussen een RFID-tag en een RFID-lezer zou in elke zijde een tag verwerkt moeten worden om de kubus op elke manier op de mat te leggen. Dit zou in totaal zesendertig tags vergen, een aantal dat voor dit prototype onhaalbaar was qua financiële middelen. Afmetingen: 24,5 x 28 centimeter
49
50
2.9.4 Gebruik- en ideeënboekje Een laatste, maar voornamelijk additioneel onderdeel in dit pakket is het gebruik- en ideeënboekje. Bijlage I bevat het volledige boekje, inclusief vormgeving. De grootte is in A5, een compact formaat dat makkelijk te lezen is als handleiding.
51
Afmetingen: A5-formaat, 21 x 14,8 centimeter
52
3. Conclusie
53
Joris de Poris heeft als prototype gedurende dit jaar verschillende
Het werken met deze jonge doelgroep was zeker een uitdaging.
vormen aangenomen. Het afgewerkte product is in een dergelijke staat
Kleuters hebben hun eigen wil en deze is in hun ogen altijd wet. Er mag
dat het zo goed mogelijk een antwoord tracht te geven op de onder-
echter zeker niet beweerd worden dat het testen met het ‘vlinderklasje’
zoeksvraag: Hoe kan een fysieke mediale toepassing de voorbereiding
van de StapSteen Wiemesmeer onder leiding van Goele Gonnissen
op poëzie vanuit interactiviteit integreren in het kleuteronderwijs?
geen amusante situaties opleverde. De onderzoeksmethodes, alsook
Interactiviteit staat centraal in het prototype pakket in die zin dat het
het prototype werden voor elke testsessie aangepast naar de belangen
zowel een correlatie tussen de kleuters en het prototype alsook tussen
van de doelgroep. Ook het gebruik van technologie als ondersteunende
leerkracht en de kleuters tot stand brengt. Op een fysieke manier gaan
rol werd nader onderzocht. Het begrip computer assisted instruction
de gebruikers aan de slag met klank en gesproken woord. Kleuters van
werd hierbij onder de loep genomen en toegepast in het prototype. De
vier tot vijf jaar kunnen immers nog niet lezen en hebben dus ook geen
interactieve mat zorgt op deze manier voor feedback in de vorm van
notie van geschreven poëzie of woord. De manier om poëzie toegan-
licht en geluid als goedkeuring voor het kiezen van een juiste kubus. De
kelijker te maken voor deze doelgroep verloopt in Joris de Poris via
componenten van Joris de Poris, een interactieve mat, zes kubussen
het gebruik van eenvoudige afbeeldingen en bijbehorende geluiden.
met afbeeldingen en een interactief voorleesboekje vormden uiteinde-
Kleuters maken via beeld en geluid de link met een gesproken woord.
lijk het prototype voor dit onderzoek. Door middel van interactief ver-
Zij leren via het rijmschema van het voorleesboekje ‘Joris gaat naar
halen vertellen bleek het toegankelijk maken van poëzie voor kleuters
Dromenland’ en de rijmwoorden op de kubussen om klanken in woor-
een moeilijke, maar geen onmogelijke opgave. Het prototype zou in de
den te ontdekken. Spelenderwijs leren zij zo omgaan met woorden die
toekomst een volledig educatief pakket kunnen worden voor productie,
hetzelfde kunnen klinken, maar een andere betekenis kunnen hebben.
met Joris de Poris in de hoofdrol.
54
4. Bibliografie Ackermann, E. (1996, 1999). Perspective-taking and object construc-
Blanchard, J., & Moore, T. (2010). The Digital World of Young Children:
tion: two keys to learning. In Y. a. Kafai, Constructionism in practice:
Impact on Emergent Literacy. Arizona: Pearson Foundation.
designing, thinking, and learning in a digital world (pp. 25-35). Lawrence
distributed collaboration. Proceedings of ACM CSCW00 Conference on
Developing children’s understanding of rhyme. Contemporary issues in
Computer Supported Cooperative Work, 363.
Early Childhood, 9(1), 14-26.
Harbeck, J. (1991). Seven principles for designing developmentally
Rory’s Story Cubes. (2012). Geraadpleegd op 12 maart 2012, The
appropriate web sites for young cildren. Educational Technology, Vol.
Creativity Hub: http://www.thecreativityhub.com/games-and-tools/
Erlbaum.
Carle, E. (1969). The Very Hungry Caterpillar. Penguin.
39 no.4.
rorys-story-cubes
Ackermann, E. (1999). Enactive Representations in Learning: Pretense,
Castle, J. M. (1999). Learning and teaching phonological awareness. In
Harel, I. (2001). Opgeroepen op april 23, 2012, van Mamamedia: http://
Salen, K., & Zimmerman, E. (2004). Interactivity. In K. Salen, & E.
Models, and Machines. In P. L. J. Bliss, In Learning Sites: Social and tech-
G. B. Thompson, & T. Nicholson, Learning to read: Beyond phonics and
www.Mamamedia.com
Zimmerman, Rules of play: Game Design Fundamentals (pp. 57-68).
nological Contexts for learning (pp. 144-154). Elsevier.
whole language (pp. 55-73). New York: Teachers College Press.
Massachusetts: Massachusetts Institute of Technology. Marvin, C., & Mirenda, P. (1993). Home literacy experiences of pre-
Barton, J. (2011, november 3). XLab. Society for Environmental Graphic
Chard, D. J., & Dickson, S. V. (1999). Phonological awareness: instructio-
schoolers enrolled in Head Start and special education programs.
Samuelsson, I. P., Carlsson, M. A., Olsson, B., Pramling, N., & Wallerstedt,
Design. Technology Center New York.
nal and assessment guidelines. Intervention in School and Clinic, 34(5),
Journal of Early Intervention, 17, 351-367.
C. (2009). The art of teaching children the arts: music, dance and poetry with children aged 2-8 years old. International Journal of Early
261-270. Berman, R. (1977). Preschool knowledge of language: What five-year
Nicholson, T. (1999). Literacy in the family and society. In G. B.
olds know about language structure and language use. In C. Pontecorvo,
Cunningham, P. M. (1992). What kind of phonics instruction will we
Thompson, & T. Nicholson, Learning to read: Beyond phonics and a
Writing development: An interdisciplinary view (pp. 61-76). Amsterdan:
have? In C. Kinzer, & D. Leu, Literacy research, theory, and practice:
whole language (pp. 1-22). New York: Teachers College Press.
John Benjamin’s Publishing.
Views from many perspectives. Forty-first yearbook of the National Reading Conference (pp. 17-31). Chicago: National Reading Conference.
Biggle toys. (2012). Geraadpleegd op april 28, 2012, i-blocks: http:// www.i-blocks.info/
55
van Riemsdijk, J. C. (1896). Nederlandsch Volksliederen, 134 liederen
voor zang en klavier. G.J. Boekenoogen. Petty, C., & Peppelenbosch, C. (1986). Annebel en de ontsnapte ballon. Hemma.
Want, R. (2006). An introduction to RFID technology . Pervasive
Computing, IEEE, 25-33.
Druin, A., Benford, S., Bruckman, A., Inkpen, K., & O’Rourke, S. (2000). The Children’s Challenge: New technologies to support co-located an
Years Education, 17(2), 119-135.
Pramling, N., & Asplund Carlsson, M. (2008). Rhyme and reason: 56
5. Bijlagen
Inhoud:
Bijlage I
Joris de Poris: het volledige pakket
een voorleesboekje ‘Joris gaat naar Dromenland’ een interactieve speelmat zes stoffen kubussen een resetkaartje een tekenblokje
Benodigdheden:
Het gebruik- en ideeënboekje. Dit boekje staat vol met leuke en leerzame activiteiten die je met de Joris de Poris kunt doen. Dit is geen handleiding met spelregels, maar een opsomming van ideeën waarvoor de onderdelen van het pakket gebruikt kunnen worden. Zo kan het volledige interactieve spel gespeeld worden, maar kunnen de kleuters ook aan de slag met enkel de kubussen, de mat, of kan het verhaaltje apart worden voorgelezen. Laat je fantasie dus de vrije loop!
Joris de Poris Gebruik & ideeën
Inhoudstafel:
Joris de Poris: het volledige pakket Verteltafel Voorlezen Kubusje leggen, niemand zeggen Vertelkubussen Kubusje doorgeven Rara, wat ben ik? Maar…
2 3 4 5 6 7 8 8
het voorleesboekje ‘Joris gaat naar Dromenland’ de interactieve speelmat de zes stoffen kubussen een stopcontact
Dit is het volledige, interactieve pakket. Het kan aangepast worden naargelang de leeftijd van de gebruikers, door bijvoorbeeld enkele kubussen weg te laten op bepaalde momenten. Om te beginnen moet de ‘begin’ knop worden ingedrukt. De eerste drie leds springen aan en verlichten de weg die naar de het eerste omlijnde vak leidt, waarin een kubus gelegd moet worden. Het verhaal wordt hierbij voorgelezen. Zodra de lezer bij een pagina komt waar er een keuze gemaakt moet worden, is het de beurt aan de kinderen. Uit de zes kubussen zijn er telkens twee waarvan het afgebeelde woord rijmt op de voorgaande zin. De kinderen kiezen uit dit stapeltje slechts één kubus waarvan de afbeelding rijmt en plaatsen deze in het eerste omlijnde vak. Deze moet dus overeenkomen met één van de twee tekeningen in het boekje. De mat speelt automatisch een passend geluid bij deze afbeelding af en de leds die aanspringen duiden een nieuwe weg aan naar het volgende omlijnde vak, totdat het verhaal geëindigd is. In het leesboekje moet de voorlezer dan naar de juiste pagina bladeren, afhankelijk van de kubus die de kinderen gekozen hebben. Als het verhaal gedaan is, is de mat ook aan het einde toegekomen. Om de leds weer uit te zetten hou je het resetkaartje boven de omlijnde vakjes. Zo kun je weer opnieuw beginnen!
Jorıs de Poris tip: gebruik het tekenblokje dat in de mat zit om terug te koppelen naar het verhaal. Laat de kinderen bijvoorbeeld zelf een draak tekenen. 1
57
2
Verteltafel Benodigdheden:
de interactieve speelmat voorwerpen om een verhaal mee te vertelle (knuffels, poppen, speelgoedautootjes, …)
De mat kan gebruikt worden als verteltafel. Een verteltafel is een plekje, ingericht met voorwerpen waarmee kinderen al handelend een verhaal kunnen (na)spelen en (na)vertellen. Het is een omgeving waar het verhaal van een boek of een zelfverzonnen verhaal zich kan afspelen. Met de mat kan hetzelfde gedaan worden. De kinderen kunnen zelf het verhaal naspelen van Joris gaat naar Dromenland of een nieuw verhaal verzinnen met de mat.
3
58
Voorlezen Benodigdheden:
Kubusje leggen, niemand zeggen het voorleesboekje ‘Joris gaat naar Dromenland’
Het leesboekje kan gebruikt worden als een gewoon leesboekje, waarbij de lezer telkens tussen de twee mogelijkheden kiest en daarna naar de juiste pagina bladert. Het verhaal kan dus verschillende wendingen aannemen!
Benodigdheden:
Vertelkubussen Benodigdheden:
de kubus met de afbeelding van de haan (of eventueel een andere afbeelding)
Kubusje leggen is een variant op het kinderspelletje zakdoek leggen. Eén speler neemt de kubus met de haan vast. De overige spelers gaan in een kring zitten met hun hoofd voorovergebogen en hun ogen dicht, zodat ze niet kunnen zien waar de kubuslegger is. Het kind met de kubus loopt buiten om de kring heen. De kinderen in de kring zingen het liedje “kubusje leggen niemand zeggen.” Aan het eind van het lied legt het kind de kubus achter iemand die in de kring zit. Diegene, bij wie het voorwerp ligt, staat op en probeert zo snel mogelijk de kubuslegger te tikken. Zodra de kubuslegger om de kring is gelopen en weer op zijn/haar eigen plaats is gaan zitten, kan hij/zij niet meer getikt worden. Het spel eindigt dus als de kubuslegger getikt wordt of op zijn/haar eigen plaats gaat zitten. Het kind dat de kubus heeft gekregen, is de nieuwe kubuslegger.
de zes stoffen kubussen
Erg leuk is het om kinderen zelf een verhaal of zelfs gedicht te laten bedenken. Er kunnen bijvoorbeeld twee kubussen gekozen worden, waarmee het kind een verhaal moet bedenken. Ook kunnen ze verhaaltjes navertellen. Als er één verhaal wordt bedacht met de afbeeldingen op bijvoorbeeld twee kubussen, kan een kind proberen deze na te vertellen, met als de afbeeldingen als ankerpunt.
Kubusje doorgeven Benodigdheden:
telkens één van zes de kubussen
Het liedje gaat als volgt:
Jorıs de Poris tip: lees gezellig samen met het kind voor het slapen gaan en laat het telkens kiezen tussen de twee afbeeldingen. Zo kan het kind genieten van het voorlezen maar heeft het toch zijn eigen inbreng in het verhaal. 4
59
Bij kubusje doorgeven mogen de kleuters in een kring gaan zitten. Er wordt één kubus gekozen en deze wordt steeds doorgegeven. De eerste speler zegt hardop welk figuur er op de kubus staat en zoekt een woord dat hier op rijmt. Daarna geeft hij/zij de kubus door aan de speler rechts van zich. Deze zoekt weer naar een nieuw rijmwoord en geeft de kubus door. Zo kan het spel doorgaan totdat er niemand meer een woord weet.
Kubusje leggen, Niemand zeggen, Kukeleku daar kraait een haan. Ik heb maar twee paar schoenen aan. Een van stof en een van leer, Hier leg ik mijn kubusje neer.
5
6
7
60
Rara, wat ben ik? Benodigdheden:
Bijlage II telkens één van de kubussen iets om de kubus mee af te dekken
Dit spelletje is vooral leuk als de kinderen de kubussen nog niet kennen. Een kleuter kiest een kubus zonder dat anderen dit zien en dekt deze af met bijvoorbeeld een dekentje. Daarna mogen de andere kleuters vragen stellen om het gekozen dier of voorwerp te achterhalen of geeft de kleuter die de kubus gekozen heeft hints.
De olifant Een versje dat het kleuterklasje van Goele Gonnissen van buiten heeft geleerd. De auteur was niet te achterhalen.
Ik ben een hele lieve dikke olifant en ik pas niet in een hondenmand
Jorıs de Poris tip: beeld het figuurtje uit, zonder geluid te gebruiken en laat de anderen raden. Dat wordt leuk!
Maar ik ben wel heel erg sterk en ik heb een heel groot achterwerk Ook heb ik een hele lange slurf
Maar … Het hoeft natuurlijk niet altijd een activiteit met spelregels te zijn. De kleuters kunnen bijvoorbeeld ook zelf één of meerdere kubussen kiezen en hier zelf een verhaaltje mee vertellen, of met hun eigen speelgoed op de mat spelen.
Je moest eens weten wat ik allemaal durf! Maar als ik roep: ik kom eraan Pas dan op dat ik niet op je ga staan Want je weet ik weeg heel zwaar wel meer dan 1000 kg, is dat nou niet raar? Toch wil ik heel graag je vriendje zijn maar ik ben heel groot en jij bent zo klein.
8
61
62
Bijlage III Een aantal pagina’s uit het interactieve leesboekje:
Annebel en de ontsnapte ballon (Petty & Peppelenbosch, 1986).
63
64
65
66
mèèh !