De Zoon droeg de zondelast
De Zoon stond op uit de doden
Het is opvallend dat het hout vijf keer vermeld wordt in dit gedeelte, en dat Isaäk het pas zelf ging dragen toen ze bij de berg Moria aankwamen. Het hout is niet het beeld van het kruis, want die droeg de Heer Jezus niet helemaal alleen (Mat. 27:32). Het hout schijnt eerder een beeld te zijn van de zondelast die de Heer Jezus voor ons droeg (1Petr.2:24). Abraham ‘schikte het hout, bond zijn zoon Isaäk en legde hem op het altaar boven op het hout’ (Gen.22:9). ‘De Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen’ (Jes.53:6). Het vuur verteerde het hout als een beeld van het oordeel van God over de zonde.
Isaäk stierf niet werkelijk, maar ‘bij gelijkenis’ (Hebr.11:9) stierf hij en stond op. In feite horen we niets meer van Isaäk totdat hij zijn bruid ontmoet (Gen.24:62) dus wordt zijn ‘opstanding’ verondersteld te hebben plaatsgevonden. Jezus stierf echter werkelijk, werd begraven, en stond weer op uit de dood.Het is interessant om te zien dat Abraham terugkeerde naar de twee knechten (Gen.22:19), maar over Isaäk wordt er daarbij niets gezegd. Het is ongetwijfeld zo dat Isaäk samen met zijn vader naar huis terugkeerde, maar toch wordt dat niet vermeld. De Bijbelse verslaggeving toont zodoende aan dat de volgende gebeurtenis Jezus’ komst voor de Gemeente, zijn Bruid, zal zijn. Wat een dag zal dat zijn!
PA
UW
TEST
A
L
DE
S TO R A
PR
E TES
ACT UEEL
HE
AKTIS
M AT I
de Islam JO
NGERE
N
THEMA
een omstreden thema Tussen geen andere godsdiensten bestaat er zoveel strijd en twist als tussen de drie
monotheïstisch-profetische godsdiensten: het Jodendom, het christendom en de Islam. Voor de één is de Islam de godsdienst van de vrede, voor de ander die van het zwaard. De Islam staat in het maatschappelijk debat sterk in de belangstelling en heeft het gesprek losgemaakt over de ruimte voor godsdienstige overtuigingen in het publieke domein – een discussie die door Bijbelgetrouwe christenen met enigszins ingehouden adem wordt gevolgd. Tegelijk stuiten christenen in islamitische landen op felle intolerantie waardoor de verschillen op scherp worden gezet. Wat bepaalt nu onze kijk op de Islam en op onze moslim-naasten? Overheerst bij ons het vijandbeeld van de Islam (‘Islamfobie’) of laten we ons juist leiden door sympathie (Islamofile)? Aanleiding om in Focus aandacht te besteden aan dit omstreden onderwerp.
Vijandbeeld Islam: Islamofobie Een vijandbeeld ontlast onze maatschappij en geeft de mogelijkheid van een zondebok. Als die zondebok maar vaak genoeg aangewezen wordt, gelooft de maatschappij vanzelf de uitspraken over haar vijand. Preciezere informatie en oriëntatie zijn dan niet meer nodig. Gedurende vele eeuwen was de top-aartsvijand van de christelijke wereld het Jodendom. In de moderne tijd werd die plaats vervangen door het communisme en vanaf het einde van de koude oorlog door de Islam. Vandaag nog blijkt uit een onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven (1991-2007) dat de Vlaming negatiever tegenover moslims staat dan tegenover andere etnische minderheden En toch... bij het bestuderen van de vele gegevens die het christendom de laatste jaren over de Islam heeft geschetst, proef je een eenzijdige en pre-mo-
24 | focus
• door Raymond Hausoul
derne kijk op de Islam. In de vroege Middeleeuwen wisten we nog bitter weinig over de Islam. Pas in 1143n.Chr. – 500 jaar na Mohammed! – verscheen de eerste Latijnse vertaling van de Koran. Tijdens de Renaissance veranderde dat weer. Alles wat Arabisch klonk werd gedevalueerd en geweigerd. De Europese cultuur werd overschat en de Arabische onderschat. Maar ook vandaag ontbreekt een actuele kijk op de Islam sterk bij de gemiddelde bevolking in West-Europa. Er heerst nog steeds een angst voor de Islam en er is verzet tegen elke dialoog met moslims. ‘Wat heb je aan een dialoog met iemand die de leugen verkondigt’, reageren christenen verbijsterd op alle poespas over dialogen. Wat we bij deze dialoog constateren is dat net zoals de Islam dikwijls een negatief beeld heeft over het christendom, er binnen het christendom een negatief beeld aanwezig is over de Islam. Wie zich
De Islam: een omstredem thema |
25
enkel op het negatieve wil richten kan gemakkelijk een verhaal van het christendom of de Islam schrijven dat gekenmerkt wordt door bloed, doodslag en tranen.
Ideaalbeeld Islam: Islamofilie Veel moslims en christenen lijden eronder dat de Islam misvormd, vervalst en misbruikt wordt in het dagelijkse privéleven en de maatschappelijke politiek. Ze keren zich heftig tegen het vijandelijke beeld dat het Westen van de Islam heeft gemaakt. Daarbij slaat men dikwijls te ver door naar de andere kant. De Islam is voor hen het ideale beeld van een godsdienst op aarde. Het is de godsdienst bij uitstek! ‘God lijkt groter dan het christendom ervan gemaakt heeft en overschrijdt al onze tijd- en cultuurgebonden theologische ideeën’, oppert Franciscus van Assisi al als hij spreekt over de Islam. Verder werd er gesuggereerd dat de godsdienst van de hoop (het Jodendom), de godsdienst van de liefde (het christendom) en de godsdienst van het geloof (de Islam) een eenheid vormden. Wie in een interreligieus gesprek de jood, moslim en christen laat samenkomen met vertegenwoordigers van de oosterse godsdiensten, zal al snel merken dat de eerste drie veel gemeenschappelijks hebben. Maar als men de negatieve karikatuur van de Islam wil bestrijden, betekent dat nog niet dat men een liefdesbeeld of ideaalbeeld moet vereren! Een onwerkelijke versmelting van de godsdiensten lijkt onmogelijk gezien de verschillen in de godsdiensten. Zo schrijft de Kleine Islamislamitische Catechismus: ‘De Islam reinigt de wetten die al in de andere godsdiensten aanwezig waren, maar daarna door de mensen vervalst werden.’ We mogen ons net zomin door een vijandelijk beeld laten afschrikken als dat we ons door een ideaalbeeld mogen laten verblinden. Wie zijn ogen gesloten houdt voor de moeilijkheden waarmee de Islam en het christendom te maken heeft kan ontaarden in extremiteit en de geschiedenis van beiden misbruiken voor een verhaal van liefde, genade en diepgaande geloofservaringen.
Reëelbeeld Islam Wat is het reële beeld dat de Islam met zich meedraagt? Ook tegenwoordig bestaat er geen eenheid op aarde die we kunnen typeren als de Islam. Er heerst een even grote pluraliteit binnen de Islam als binnen het christendom. Het spectrum reikt van een oproep tot vrede en tolerantie tot het bevel de ongelovigen te bestrijden. In de islamitische groepering hangt het er zodoende vooral vanaf welke Koranteksten er in het centrum van de geloofsbeleving worden geplaatst. Welke uitleg het dan voor het zeggen heeft hangt dus nauw samen met de vraag hoe het gros van de moslims maatschappelijk en politiek gesitueerd is.
26 | focus
Juist die situatie moet bekeken worden. Het lijkt dat de christen in de eenentwintigste eeuw voor een keuze staat. Oftewel helpt hij mee aan de onderlinge rivaliteit tussen de godsdiensten op deze aarde, oftewel kiest hij voor de kritische dialoog tussen de godsdiensten. Daarmee wil ik geen pleidooi vormen voor een vermenging van de Islam en het christendom. Syncretisme is het laatste wat we moeten zoeken. Wat ik daarentegen wil benadrukken is een voor God verantwoordelijke omgang met de moslims, waarin christen en moslim in gesprek met elkaar staan, zoals de Heer Jezus in gesprek stond met de mensen in zijn dagen.
Weg, waarheid, leven Binnen de Islam heeft de Koran een andere plaats dan de Bijbel binnen het christendom. De manier waarop de Islam ten opzichte van de Koran staat is te vergelijken met de wijze waarop de christenen tegenover de aanbidding van God staan. Wat voor de jood de Thora en voor de christen Jezus Christus is, is de Koran voor de moslims: de weg, de waarheid en het leven. De Koran is het grote wonder: Allahs woord is boek geworden! Dit boek is de oorsprong, bron en onderscheidingsnorm voor de islamiet. Heel zijn geloof, handel en leven dienen eraan geijkt te worden. De woorden van deze Koran begeleiden de moslim vanaf zijn vroege geboorte – waar de geloofsbelijdenis van de Koran de zuigeling in het oor worden gesproken – tot aan zijn laatste uur als hem de woorden van de Koran in de eeuwigheid begeleiden. Al vanaf de vroege kinderjaren proberen moslims vandaar hele tekstgedeelten uit de Koran van buiten te leren en in het dagelijkse leven wordt er op diverse plaatsen in het openbaar uit voorgelezen. De benaming ‘Koran’ is vandaar afkomstig van het werkwoord qara’a dat ‘luid voorlezen’ betekent. Hoe weinig zien we deze overgave en passie voor de Bijbel, ons heilige boek, vandaag terug bij de christenen. Zelden ontmoet je in onze gemeenten gelovigen die volledige tekstgedeelten of perikopen in hun hart hebben geleerd. Ik ben er in elk geval nog geen tegengekomen, u wel?
Uniek Geschrift De Koran is veruit het grootste Arabische werk uit de oudheid dat tot op heden bekend is. Net zoals de Statenvertaling van grote invloed was voor onze volkstaal had de Koran een grote invloed op het Arabisch. Dat werd gestimuleerd doordat de moslims geen afbeeldingen en muziekinstrumenten gebruikten in hun godsdienstige leven. Wat wel geoorloofd was, waren de sierlijke weergaven van Koranteksten en het reciteren van de Koran in de
>>
De Islam: een omstredem thema |
27
enkel op het negatieve wil richten kan gemakkelijk een verhaal van het christendom of de Islam schrijven dat gekenmerkt wordt door bloed, doodslag en tranen.
Ideaalbeeld Islam: Islamofilie Veel moslims en christenen lijden eronder dat de Islam misvormd, vervalst en misbruikt wordt in het dagelijkse privéleven en de maatschappelijke politiek. Ze keren zich heftig tegen het vijandelijke beeld dat het Westen van de Islam heeft gemaakt. Daarbij slaat men dikwijls te ver door naar de andere kant. De Islam is voor hen het ideale beeld van een godsdienst op aarde. Het is de godsdienst bij uitstek! ‘God lijkt groter dan het christendom ervan gemaakt heeft en overschrijdt al onze tijd- en cultuurgebonden theologische ideeën’, oppert Franciscus van Assisi al als hij spreekt over de Islam. Verder werd er gesuggereerd dat de godsdienst van de hoop (het Jodendom), de godsdienst van de liefde (het christendom) en de godsdienst van het geloof (de Islam) een eenheid vormden. Wie in een interreligieus gesprek de jood, moslim en christen laat samenkomen met vertegenwoordigers van de oosterse godsdiensten, zal al snel merken dat de eerste drie veel gemeenschappelijks hebben. Maar als men de negatieve karikatuur van de Islam wil bestrijden, betekent dat nog niet dat men een liefdesbeeld of ideaalbeeld moet vereren! Een onwerkelijke versmelting van de godsdiensten lijkt onmogelijk gezien de verschillen in de godsdiensten. Zo schrijft de Kleine Islamislamitische Catechismus: ‘De Islam reinigt de wetten die al in de andere godsdiensten aanwezig waren, maar daarna door de mensen vervalst werden.’ We mogen ons net zomin door een vijandelijk beeld laten afschrikken als dat we ons door een ideaalbeeld mogen laten verblinden. Wie zijn ogen gesloten houdt voor de moeilijkheden waarmee de Islam en het christendom te maken heeft kan ontaarden in extremiteit en de geschiedenis van beiden misbruiken voor een verhaal van liefde, genade en diepgaande geloofservaringen.
Reëelbeeld Islam Wat is het reële beeld dat de Islam met zich meedraagt? Ook tegenwoordig bestaat er geen eenheid op aarde die we kunnen typeren als de Islam. Er heerst een even grote pluraliteit binnen de Islam als binnen het christendom. Het spectrum reikt van een oproep tot vrede en tolerantie tot het bevel de ongelovigen te bestrijden. In de islamitische groepering hangt het er zodoende vooral vanaf welke Koranteksten er in het centrum van de geloofsbeleving worden geplaatst. Welke uitleg het dan voor het zeggen heeft hangt dus nauw samen met de vraag hoe het gros van de moslims maatschappelijk en politiek gesitueerd is.
26 | focus
Juist die situatie moet bekeken worden. Het lijkt dat de christen in de eenentwintigste eeuw voor een keuze staat. Oftewel helpt hij mee aan de onderlinge rivaliteit tussen de godsdiensten op deze aarde, oftewel kiest hij voor de kritische dialoog tussen de godsdiensten. Daarmee wil ik geen pleidooi vormen voor een vermenging van de Islam en het christendom. Syncretisme is het laatste wat we moeten zoeken. Wat ik daarentegen wil benadrukken is een voor God verantwoordelijke omgang met de moslims, waarin christen en moslim in gesprek met elkaar staan, zoals de Heer Jezus in gesprek stond met de mensen in zijn dagen.
Weg, waarheid, leven Binnen de Islam heeft de Koran een andere plaats dan de Bijbel binnen het christendom. De manier waarop de Islam ten opzichte van de Koran staat is te vergelijken met de wijze waarop de christenen tegenover de aanbidding van God staan. Wat voor de jood de Thora en voor de christen Jezus Christus is, is de Koran voor de moslims: de weg, de waarheid en het leven. De Koran is het grote wonder: Allahs woord is boek geworden! Dit boek is de oorsprong, bron en onderscheidingsnorm voor de islamiet. Heel zijn geloof, handel en leven dienen eraan geijkt te worden. De woorden van deze Koran begeleiden de moslim vanaf zijn vroege geboorte – waar de geloofsbelijdenis van de Koran de zuigeling in het oor worden gesproken – tot aan zijn laatste uur als hem de woorden van de Koran in de eeuwigheid begeleiden. Al vanaf de vroege kinderjaren proberen moslims vandaar hele tekstgedeelten uit de Koran van buiten te leren en in het dagelijkse leven wordt er op diverse plaatsen in het openbaar uit voorgelezen. De benaming ‘Koran’ is vandaar afkomstig van het werkwoord qara’a dat ‘luid voorlezen’ betekent. Hoe weinig zien we deze overgave en passie voor de Bijbel, ons heilige boek, vandaag terug bij de christenen. Zelden ontmoet je in onze gemeenten gelovigen die volledige tekstgedeelten of perikopen in hun hart hebben geleerd. Ik ben er in elk geval nog geen tegengekomen, u wel?
Uniek Geschrift De Koran is veruit het grootste Arabische werk uit de oudheid dat tot op heden bekend is. Net zoals de Statenvertaling van grote invloed was voor onze volkstaal had de Koran een grote invloed op het Arabisch. Dat werd gestimuleerd doordat de moslims geen afbeeldingen en muziekinstrumenten gebruikten in hun godsdienstige leven. Wat wel geoorloofd was, waren de sierlijke weergaven van Koranteksten en het reciteren van de Koran in de
>>
De Islam: een omstredem thema |
27
moet er aan het begin vermeld worden dat de theologie, zoals we die in Europa kennen als wetenschappelijke reflectie op God, niet als dusdanig bekend is binnen de Islam. In vergelijking met het christendom heeft het geloof binnen de Islam als hoogste doel God te eren, te aanbidden en te gehoorzamen. Zelfs na de eerste uitbreidingen van de Islam, na de dood van Mohammed, kent de Islam nog geen afgebakende theologie. De theologische beschouwingen over God staan vandaar voor de moslim op de tweede plaats. Bij het bestuderen van de verschillende theologische perspectieven en het gesprek met de moslim dient hiermee rekening te worden gehouden.
Christologisch perspectief
samenkomst. Vandaag is daar geen verandering in gekomen. Zodoende neemt dit boek in het leven van de moslim een belangrijke plaats in. Het is voor hem een wonderwerk dat de menselijke vaardigheden ver overstijgt. Door het ritme en de rijm is het zeer moeilijk in andere talen te vertalen. Dat probleem kennen we eveneens bij de poëtische gedeelten van de Bijbel. De Koran is ongeveer net zo lang als het Nieuwe Testament en bestaat uit 114 soera’s (hoofdstukken), die in totaal 6.666 verzen bevatten – een getal waar christenen graag indirecte verwijzingen naar Op13:18 in zien. De Koran is niet chronologisch of thematisch ingedeeld, maar vormt een verzameling van diverse teksten die na de dood van Mohammed bij elkaar werden gebracht. Qua inhoud wil de Koran vooral gekend zijn als een boek van de ethiek en niet als een boek van de wet. Ze geeft geen volledig omvattend wettelijk systeem dat de verschillende bereiken van het menselijke leven omvat. Slechts 600 van de 6.666 Koranverzen houden zich bezig met juridische zaken. De meeste daarvan gaan over religieuze plichten en handelingen. Over veel juridische vragen zwijgt de Koran en verwijst het boek indirect naar de Arabische gewoonten.
Christenen en de Koran Hoe moeten we tegenover de Koran staan? De reformator Maarten Luther (1483-1546n.Chr.) noemde in zijn tijd de Koran een vervloekt, schandelijk, wanhopig boek dat vol van leugens, fabels en allerlei gruwelen stond. Mohammed was een lustgedrevene pseudo-profeet en de Islam een antichristelijke tegenmacht. Maar, zou de Koran niet net zo goed een middel kunnen zijn waardoor God zich aan de Arabieren
28 | focus
(gedeeltelijk) wilde openbaren, Hij openbaarde zich immers in het Oude Testament ook buiten Israël? Is het niet te gemakkelijk om Mohammed een bedrieger en valse profeet te noemen? Hoe kan het dat de Koran zo uniek is en originele vroomheid en religieuze poëzie bevat? Is dat het werk van de duivel of van een bedrieger? Deze vragen verlangen een antwoord dat we enkel kunnen geven als we de Koran naast de Bijbel plaatsen en beiden met elkaar vergelijken. Hoewel God zich ook buiten Israël aan de volken kan openbaren, kunnen we daaruit niet concluderen dat de Koran dus Gods werk is. Zelfs de moslim stelt dat niet alle werken die de pretentie ‘goddelijkheid’ claimen ook afkomstig van God zijn. Uiteindelijk kunnen we er maar op één wijze achter komen of de God van de Bijbel de God van de Koran is, namelijk door beide werken met elkaar te vergelijken en te zien of ze met elkaar in samenspraak zijn. Net zoals we niet enkel naar christenen kijken om te zien wat Jezus Christus onderwees, dienen we ook niet enkel naar moslims te kijken om te zien wat Mohammed onderwees. Juist als gelovigen die leven na de Reformatie willen we terug naar de oorspronkelijke bronnen en verkiezen we de directe gegevens vanuit de Koran boven de (latere) theologische modellen binnen de Islam. We zullen vandaar nader ingaan op enkele leerstukken van de Koran en deze vergelijken met de leer van het christendom, zoals die in het Nieuwe Testament en de vroege kerk werd geleerd. Wel
Hoe kijkt het heilige boek van de Islam naar Jezus Christus die christenen aanbidden en vereren als God de Zoon? In de Koran worden meer dan honderd verzen aan Jezus Christus besteed. Daarbij draagt Hij de naam ‘Isa en wordt Hij erkend als profeet en gezondene (Soera 61:6). Ondanks dat de Koran Hem elf keer Messias noemt, zullen we versteld staan hoe dikwijls en hoe gedetailleerd de Koran probeert te ontkennen dat God een zoon kan hebben (Soera 23:19; 43:81; 4:171). De gedachte: ‘In Christus heeft God een menselijk gelaat gekregen’, past niet binnen het Godsbeeld van de Islam. God is absoluut transcendent en allesoverheersend. Aan Allah worden de mooiste namen gegeven waarover de menselijke taal beschikt, maar hij blijft een god buiten de wereld, een god die alleen majesteit is, nooit Immanuel, God met ons. Dat is ook de reden waarom de Islam de naam ‘Vader’ voor God niet gebruikt. Er zou anders gedacht kunnen worden aan eventuele dochters of zonen van God. Er is een fundamenteel verschil tussen de kijk op Christus in de Islam en in het christendom, zoals men al snel merkt bij het doorlezen van de Koran. De klassieke Islamitische argumenten tegenover de christologie en leer van de Drie-eenheid tonen ons de reikwijdte van die verschillen: ‘Gelooft dus in Allah en zijn boodschappers en zegt niet dat Allah “drie” is. Houdt hiermee op, dat is beter voor jullie. Voorwaar, Allah is de ene God. Verheven is Hij boven de bewering dat Hij een zoon heeft’ (Soera 4:171). In de Koran bevat vooral Soera 5 een regelrechte polemiek tegen het christelijke gedachtegoed over Jezus van Nazareth en de leer van de Drie-eenheid. Het is tekenend dat het juist deze Soera is die waarschijnlijk als laatste werd geschreven. Nadat in Soera 5 erover gesproken is dat zowel joden als christenen Gods verbond overtraden (vs12-14) en Gods Woord vervalsten (vs15-16), wordt er in vs17 van dat hoofdstuk gezegd: ‘Voorzeker, zij waren ongelovig, degenen die zeiden: “Voorwaar, Allah is de Christus, zoon van Maria”. Zeg: “Wie zou er enige macht hebben om Allah af te houden wanneer Hij zou wensen dat de Christus, zoon van Maria, en zijn moeder en wie er ook allemaal op de aarde zijn, vernietigd zou worden?” En aan Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is. Hij schept wat Hij wil. En Allah is Almachtig over alle zaken’ (vgl. Soera 9:30). De islamitische commentator Kathir verklaart bij dit citaat dat op de christenen die zeggen ‘Christus is God’, de vloek van Allah zal terechtkomen op de dag van de opstanding. Hij wijst erop dat de joden faalden en het beloofde land verloren, omdat ze het verbond overtraden; de christe-
nen zouden eveneens van dit verbond zijn afgeweken doordat ze Jezus van Nazareth als God vereerden. Dit soort islamitische uitleggingen staan uiteraard haaks op de kern van de christelijke geloofsbelijdenis!
Soteriologisch perspectief Volgens de Islam is niets in Gods relatie met de mensheid afhankelijk van genade. Alles rust op menselijke verdiensten. De Koran presenteert een relatie met God die voorwaardelijk is en elke mogelijkheid van genade uitsluit. Op de dag van het oordeel zal de persoon ontdekken of Allah hem wel of niet wil vergeven. Daar vloeit automatisch uit voort dat de Koran enkel bekendheid vertoont met het verbond dat God met Israël op de berg Sinaï sloot. Van een nieuw verbond, waarin Gods Geest in de harten van de gelovige zijn genadig werk zal verrichten is geen sprake. Er is zelfs geen nadruk op de menselijke nood aan die genade. Nergens wordt er iets uitvoerig medegedeeld over de absolute menselijke hulpeloosheid en zijn behoefte aan Gods genadig ingrijpen. Er wordt verwacht dat de mens alle verplichtingen van de islamitische wet vervult en zo deel
uitmaakt van de enige en volmaakte religie: ‘Vandaag heb ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb ik mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb ik de Islam voor jullie als godsdienst gekozen’ (Soera 5:3). De gelovige ontvangt niet Gods genadig handelen, zoals de christen dat kent door het nieuwe verbond, maar Gods openbaring van de Islam. Als gelovige dient de moslim zich te laten leiden door de Koran waarin de instructies voor zijn levensweg te vinden zijn. Hij kent noch een wedergeboorte, noch een verlossingsweg buiten hemzelf, noch een Middelaar of offer. Vergeving is enkel mogelijk door een goddelijk vonnis (Soera 75:22v.) of door het zelf kunnen vergeven van anderen: ‘En laat hen van jullie die bemiddeld en gefortuneerd zijn niet zweren niet uit te geven aan de verwanten en de armen en de uitwijkers op de weg van Allah; laat hen vergeven en lankmoedig zijn: houden jullie er niet van dat Allah jullie vergeeft? En Allah is verge-
De Islam: een omstredem thema |
29
moet er aan het begin vermeld worden dat de theologie, zoals we die in Europa kennen als wetenschappelijke reflectie op God, niet als dusdanig bekend is binnen de Islam. In vergelijking met het christendom heeft het geloof binnen de Islam als hoogste doel God te eren, te aanbidden en te gehoorzamen. Zelfs na de eerste uitbreidingen van de Islam, na de dood van Mohammed, kent de Islam nog geen afgebakende theologie. De theologische beschouwingen over God staan vandaar voor de moslim op de tweede plaats. Bij het bestuderen van de verschillende theologische perspectieven en het gesprek met de moslim dient hiermee rekening te worden gehouden.
Christologisch perspectief
samenkomst. Vandaag is daar geen verandering in gekomen. Zodoende neemt dit boek in het leven van de moslim een belangrijke plaats in. Het is voor hem een wonderwerk dat de menselijke vaardigheden ver overstijgt. Door het ritme en de rijm is het zeer moeilijk in andere talen te vertalen. Dat probleem kennen we eveneens bij de poëtische gedeelten van de Bijbel. De Koran is ongeveer net zo lang als het Nieuwe Testament en bestaat uit 114 soera’s (hoofdstukken), die in totaal 6.666 verzen bevatten – een getal waar christenen graag indirecte verwijzingen naar Op13:18 in zien. De Koran is niet chronologisch of thematisch ingedeeld, maar vormt een verzameling van diverse teksten die na de dood van Mohammed bij elkaar werden gebracht. Qua inhoud wil de Koran vooral gekend zijn als een boek van de ethiek en niet als een boek van de wet. Ze geeft geen volledig omvattend wettelijk systeem dat de verschillende bereiken van het menselijke leven omvat. Slechts 600 van de 6.666 Koranverzen houden zich bezig met juridische zaken. De meeste daarvan gaan over religieuze plichten en handelingen. Over veel juridische vragen zwijgt de Koran en verwijst het boek indirect naar de Arabische gewoonten.
Christenen en de Koran Hoe moeten we tegenover de Koran staan? De reformator Maarten Luther (1483-1546n.Chr.) noemde in zijn tijd de Koran een vervloekt, schandelijk, wanhopig boek dat vol van leugens, fabels en allerlei gruwelen stond. Mohammed was een lustgedrevene pseudo-profeet en de Islam een antichristelijke tegenmacht. Maar, zou de Koran niet net zo goed een middel kunnen zijn waardoor God zich aan de Arabieren
28 | focus
(gedeeltelijk) wilde openbaren, Hij openbaarde zich immers in het Oude Testament ook buiten Israël? Is het niet te gemakkelijk om Mohammed een bedrieger en valse profeet te noemen? Hoe kan het dat de Koran zo uniek is en originele vroomheid en religieuze poëzie bevat? Is dat het werk van de duivel of van een bedrieger? Deze vragen verlangen een antwoord dat we enkel kunnen geven als we de Koran naast de Bijbel plaatsen en beiden met elkaar vergelijken. Hoewel God zich ook buiten Israël aan de volken kan openbaren, kunnen we daaruit niet concluderen dat de Koran dus Gods werk is. Zelfs de moslim stelt dat niet alle werken die de pretentie ‘goddelijkheid’ claimen ook afkomstig van God zijn. Uiteindelijk kunnen we er maar op één wijze achter komen of de God van de Bijbel de God van de Koran is, namelijk door beide werken met elkaar te vergelijken en te zien of ze met elkaar in samenspraak zijn. Net zoals we niet enkel naar christenen kijken om te zien wat Jezus Christus onderwees, dienen we ook niet enkel naar moslims te kijken om te zien wat Mohammed onderwees. Juist als gelovigen die leven na de Reformatie willen we terug naar de oorspronkelijke bronnen en verkiezen we de directe gegevens vanuit de Koran boven de (latere) theologische modellen binnen de Islam. We zullen vandaar nader ingaan op enkele leerstukken van de Koran en deze vergelijken met de leer van het christendom, zoals die in het Nieuwe Testament en de vroege kerk werd geleerd. Wel
Hoe kijkt het heilige boek van de Islam naar Jezus Christus die christenen aanbidden en vereren als God de Zoon? In de Koran worden meer dan honderd verzen aan Jezus Christus besteed. Daarbij draagt Hij de naam ‘Isa en wordt Hij erkend als profeet en gezondene (Soera 61:6). Ondanks dat de Koran Hem elf keer Messias noemt, zullen we versteld staan hoe dikwijls en hoe gedetailleerd de Koran probeert te ontkennen dat God een zoon kan hebben (Soera 23:19; 43:81; 4:171). De gedachte: ‘In Christus heeft God een menselijk gelaat gekregen’, past niet binnen het Godsbeeld van de Islam. God is absoluut transcendent en allesoverheersend. Aan Allah worden de mooiste namen gegeven waarover de menselijke taal beschikt, maar hij blijft een god buiten de wereld, een god die alleen majesteit is, nooit Immanuel, God met ons. Dat is ook de reden waarom de Islam de naam ‘Vader’ voor God niet gebruikt. Er zou anders gedacht kunnen worden aan eventuele dochters of zonen van God. Er is een fundamenteel verschil tussen de kijk op Christus in de Islam en in het christendom, zoals men al snel merkt bij het doorlezen van de Koran. De klassieke Islamitische argumenten tegenover de christologie en leer van de Drie-eenheid tonen ons de reikwijdte van die verschillen: ‘Gelooft dus in Allah en zijn boodschappers en zegt niet dat Allah “drie” is. Houdt hiermee op, dat is beter voor jullie. Voorwaar, Allah is de ene God. Verheven is Hij boven de bewering dat Hij een zoon heeft’ (Soera 4:171). In de Koran bevat vooral Soera 5 een regelrechte polemiek tegen het christelijke gedachtegoed over Jezus van Nazareth en de leer van de Drie-eenheid. Het is tekenend dat het juist deze Soera is die waarschijnlijk als laatste werd geschreven. Nadat in Soera 5 erover gesproken is dat zowel joden als christenen Gods verbond overtraden (vs12-14) en Gods Woord vervalsten (vs15-16), wordt er in vs17 van dat hoofdstuk gezegd: ‘Voorzeker, zij waren ongelovig, degenen die zeiden: “Voorwaar, Allah is de Christus, zoon van Maria”. Zeg: “Wie zou er enige macht hebben om Allah af te houden wanneer Hij zou wensen dat de Christus, zoon van Maria, en zijn moeder en wie er ook allemaal op de aarde zijn, vernietigd zou worden?” En aan Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is. Hij schept wat Hij wil. En Allah is Almachtig over alle zaken’ (vgl. Soera 9:30). De islamitische commentator Kathir verklaart bij dit citaat dat op de christenen die zeggen ‘Christus is God’, de vloek van Allah zal terechtkomen op de dag van de opstanding. Hij wijst erop dat de joden faalden en het beloofde land verloren, omdat ze het verbond overtraden; de christe-
nen zouden eveneens van dit verbond zijn afgeweken doordat ze Jezus van Nazareth als God vereerden. Dit soort islamitische uitleggingen staan uiteraard haaks op de kern van de christelijke geloofsbelijdenis!
Soteriologisch perspectief Volgens de Islam is niets in Gods relatie met de mensheid afhankelijk van genade. Alles rust op menselijke verdiensten. De Koran presenteert een relatie met God die voorwaardelijk is en elke mogelijkheid van genade uitsluit. Op de dag van het oordeel zal de persoon ontdekken of Allah hem wel of niet wil vergeven. Daar vloeit automatisch uit voort dat de Koran enkel bekendheid vertoont met het verbond dat God met Israël op de berg Sinaï sloot. Van een nieuw verbond, waarin Gods Geest in de harten van de gelovige zijn genadig werk zal verrichten is geen sprake. Er is zelfs geen nadruk op de menselijke nood aan die genade. Nergens wordt er iets uitvoerig medegedeeld over de absolute menselijke hulpeloosheid en zijn behoefte aan Gods genadig ingrijpen. Er wordt verwacht dat de mens alle verplichtingen van de islamitische wet vervult en zo deel
uitmaakt van de enige en volmaakte religie: ‘Vandaag heb ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb ik mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb ik de Islam voor jullie als godsdienst gekozen’ (Soera 5:3). De gelovige ontvangt niet Gods genadig handelen, zoals de christen dat kent door het nieuwe verbond, maar Gods openbaring van de Islam. Als gelovige dient de moslim zich te laten leiden door de Koran waarin de instructies voor zijn levensweg te vinden zijn. Hij kent noch een wedergeboorte, noch een verlossingsweg buiten hemzelf, noch een Middelaar of offer. Vergeving is enkel mogelijk door een goddelijk vonnis (Soera 75:22v.) of door het zelf kunnen vergeven van anderen: ‘En laat hen van jullie die bemiddeld en gefortuneerd zijn niet zweren niet uit te geven aan de verwanten en de armen en de uitwijkers op de weg van Allah; laat hen vergeven en lankmoedig zijn: houden jullie er niet van dat Allah jullie vergeeft? En Allah is verge-
De Islam: een omstredem thema |
29
iemand die voor hen op hem leek. [...] Maar Allah heeft hem juist tot zich opgeheven. En Allah is Almachtige, Alwijs.’ (Soera 4:157-158). Het kruis wordt zo afgewezen als irrelevant en beschreven als een schanddaad in plaats van een symbool van heil. Geloofszekerheid is er voor de moslim enkel als hij zich volledig aan Allah overgeeft en voor zijn geloof met zijn hele hebben en zijn strijdt (Soera 61:10-13). Door moslims wordt dit zo geïnterpreteerd dat een persoon die in jihad sterft, rechtstreeks naar de hemel gaat en niet in zijn graf hoeft te wachten op de dag van het oordeel. Maar ondanks deze zekerheid, proeven we toch een zeker onzekerheid als we luisteren naar de woorden van Mohammed: ‘Bij Allah, hoewel ik zijn apostel ben, weet ik niet wat er met mij gaat gebeuren.’ Het gevolg daarvan is een grote onzekerheid bij moslims over hun lot na de dood. Uit deze gekozen onderwerpen blijkt dat er een groot verschil is tussen beiden werken. De gedachte om te stellen dat beide vanuit dezelfde geest geschreven zijn is vandaar moeilijk te verdedigen. Er dient gekozen te worden op basis van de feiten die zich in beide werken aandienen. Enkel door het eerlijk en oprecht doorlezen van de Bijbel en de Koran kan de mens een gegronde persoonlijke wilskeuze maken voor de God van de Bijbel of de God van de Koran.
De dialoog
vensgezind, meest barmhartig’ (Soera 24:22). Het is Allahs vrijheid om te vergeven zoals hem goeddunkt. De gedachte aan een plaatsvervangende verlossing is daardoor een vreemde eend in de theologische vijver van de Islam. ‘De Koran belijdt dat God zowel Rechtvaardig als Genadig is. Sinds hij de mensheid schiep en haar zwakheid kent, verwacht hij geen bloedbad om te kunnen vergeven. Iemand die oprecht berouw toont en zijn liefde tegenover God benadrukt, gehoorzaam is zich onderwerpt, kan zeker zijn van Gods liefdevolle vergeving.’ Goede werken en bekering zijn belangrijk, niet een bepaald offer. ‘De goede daden wissen de slechte daden uit’ (Soera 11:114b). Hierbij gaat het dan wel om ‘kleine’ zonden. Voorbeelden van zulke zonden zijn: een dag niet bidden, liegen, eten tijdens het vasten in de Ramadan of weigeren een buur in nood te helpen. Voor de islamiet is het plaatsvervangend lijden van Jezus Christus dan ook ongrijpbaar geworden. Die moeilijkheid wordt nog verzwaard doordat de Koran de kruisiging van Christus verloochent: ‘Wegens hun uitspraak “Wij hebben de Christus ‘Isa [=Jezus], zoon van Maria, gedood”. Maar zij doodden hem niet en zij kruisigden hem niet, maar
30 | focus
Het is daarom goed om moslims te vertellen hoe de Bijbel in elkaar zit. Veel moslims weten bijvoorbeeld niet dat de Bijbel bestaat uit meerdere boeken die door meerdere auteurs in een periode van 1500 jaar geschreven zijn. En juist het laten proeven aan Gods Woord kan een grote verheldering geven in de dialoog. Het uitwisselen van elkaars boek kan de ander vertrouwd maken met het geloof van de ander en de dialoog tussen beiden partijen verstevigen en verdiepen. Meerdere getuigenissen zijn ervan bekend dat moslims door het lezen van het Nieuwe Testament tot geloof kwamen omdat ze op dat moment in aanraking kwamen met de goddelijke Auteur van dat werk. Laten we vandaar de kracht van Gods Woord niet onderschatten.
De kracht van God Eén van de zaken die eveneens vergeten wordt in het godsdienstige debat met moslims is de kracht van God. Beiden partijen proberen met man en macht verschillende argumenten voor hun religie aan te dragen, en zoeken smachtend naar een soort stappenplan om de ander te overtuigen van hun gelijk. Veelal wordt daarbij de kracht van het gebed vergeten. Juist het gebed tot God om in het leven van de ander in te grijpen kan grote veranderingen teweeg brengen. In de dialoog met moslims vraag ik graag wat het betekent dat de Koran Jezus Christus drie keer een teken van God voor alle mensen
noemt (Soera 19:21; 21:91; 23:50). Juist voor moslims is dit uitdagend. Zij geloven en belijden immers dat Jezus Christus wonderen, uitdrijvingen en genezingen kon verrichtten. Doordat het doen van wonderen bij Mohammed omstreden is, vormt de christelijke waarheid dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood en leeft een uitdaging voor de moslim. Als dit daadwerkelijk waar is, kan ook de moslim zich in het gebed richten tot Christus en hem vragen voor een ingrijpen in zijn leven. We hoeven als christenen vandaar niet huiverig ervoor te zijn om de moslims te wijzen op de almacht, alwetendheid en alomtegenwoordigheid van onze Heer een Meester Jezus Christus. Wijs hen op Hem als de enige die de mens daadwerkelijk kan verlossen van alle ziekten en moeilijkheden. Wees een getuige en spreek erover wat God in jou leven heeft gedaan en doet. Dat kan mensenlevens het meest veranderen. Wees je daarnaast wel bewust dat je van Godswege de opdracht hebt om je gesprekspartner eerlijk te benaderen en te beschrijven. In deze artikels is daartoe een mogelijke aanzet gemaakt. Ze werden zo geschreven dat de moslim hetgeen ik over de Islam schreef zou kunnen onderschrijven als correct en juist. Wie vanuit een karikatuurbeeld van de ander vertrekt, doet de waarheid immers geweld aan. Resumé: Spreek vanuit je eigen leven en denken tot de ander en doe daarbij recht aan het leven en denken van die ander.
Door de brede verspreiding van de Islam in Europa is er de laatste decennia meer aandacht geweest voor gesprekken tussen moslims en christenen. Binnen de katholieke Kerk bestaat er een Pauselijke Raad voor Interreligieuze Dialoog die een speciaal bureau voor de relaties met moslims onderhoudt. De vraag naar het gesprek is vooral vanuit christelijke middens gekomen. Daarnaast is er ook vanuit de Islam initiatief gekomen om het christelijke geloof beter te kunnen begrijpen. Het gezamenlijke gesprek tussen moslim en christen blijft vandaar van groot belang tegenwoordig. Maar meteen aan het begin moeten we daarbij erkennen dat het onmogelijk is om deze dialoog op een objectieve manier te bekijken voor degenen die overtuigd is van de waarheid van het christendom of de Islam. Dat maakt de dialoog niet meteen onvruchtbaar. Integendeel juist een gesprekspartner die volledig met hart en ziel verknocht is aan zijn geloof geeft ons een heldere kijk op de moeilijkere en minder moeilijkere zaken binnen het geloof. Uiteraard moet er daarbij gelet worden op het belang van de dialoog en mag het gesprek niet uitmonden in een monoloog verkondigen van de eigen geloofsleer. ‘Soera 29:49’.
De kracht van het Woord De Koran erkent de Thora en evangeliën (Soera 3:3; vgl. Soera 4:163; 5:43; 6:154) en Psalmen (Soera 17:55). Er wordt zelfs een oproep gedaan om deze werken te lezen (Soera 5:66). Het is spijtig dat de meeste moslims onbekend zijn met deze geschriften. Wat meestal nog bekend is, is dat de Bijbel door de christenen ‘vervalst’ is en de verwijzingen naar de komst van Mohammed eruit werden gehaald (Soera 2:79,135,140,146,159; 3:65,71,78; 4:150; 5:15,18; 6:24,91; 9:77; 10:59; 11:18-19; 16:116).
De Islam: een omstredem thema |
31
iemand die voor hen op hem leek. [...] Maar Allah heeft hem juist tot zich opgeheven. En Allah is Almachtige, Alwijs.’ (Soera 4:157-158). Het kruis wordt zo afgewezen als irrelevant en beschreven als een schanddaad in plaats van een symbool van heil. Geloofszekerheid is er voor de moslim enkel als hij zich volledig aan Allah overgeeft en voor zijn geloof met zijn hele hebben en zijn strijdt (Soera 61:10-13). Door moslims wordt dit zo geïnterpreteerd dat een persoon die in jihad sterft, rechtstreeks naar de hemel gaat en niet in zijn graf hoeft te wachten op de dag van het oordeel. Maar ondanks deze zekerheid, proeven we toch een zeker onzekerheid als we luisteren naar de woorden van Mohammed: ‘Bij Allah, hoewel ik zijn apostel ben, weet ik niet wat er met mij gaat gebeuren.’ Het gevolg daarvan is een grote onzekerheid bij moslims over hun lot na de dood. Uit deze gekozen onderwerpen blijkt dat er een groot verschil is tussen beiden werken. De gedachte om te stellen dat beide vanuit dezelfde geest geschreven zijn is vandaar moeilijk te verdedigen. Er dient gekozen te worden op basis van de feiten die zich in beide werken aandienen. Enkel door het eerlijk en oprecht doorlezen van de Bijbel en de Koran kan de mens een gegronde persoonlijke wilskeuze maken voor de God van de Bijbel of de God van de Koran.
De dialoog
vensgezind, meest barmhartig’ (Soera 24:22). Het is Allahs vrijheid om te vergeven zoals hem goeddunkt. De gedachte aan een plaatsvervangende verlossing is daardoor een vreemde eend in de theologische vijver van de Islam. ‘De Koran belijdt dat God zowel Rechtvaardig als Genadig is. Sinds hij de mensheid schiep en haar zwakheid kent, verwacht hij geen bloedbad om te kunnen vergeven. Iemand die oprecht berouw toont en zijn liefde tegenover God benadrukt, gehoorzaam is zich onderwerpt, kan zeker zijn van Gods liefdevolle vergeving.’ Goede werken en bekering zijn belangrijk, niet een bepaald offer. ‘De goede daden wissen de slechte daden uit’ (Soera 11:114b). Hierbij gaat het dan wel om ‘kleine’ zonden. Voorbeelden van zulke zonden zijn: een dag niet bidden, liegen, eten tijdens het vasten in de Ramadan of weigeren een buur in nood te helpen. Voor de islamiet is het plaatsvervangend lijden van Jezus Christus dan ook ongrijpbaar geworden. Die moeilijkheid wordt nog verzwaard doordat de Koran de kruisiging van Christus verloochent: ‘Wegens hun uitspraak “Wij hebben de Christus ‘Isa [=Jezus], zoon van Maria, gedood”. Maar zij doodden hem niet en zij kruisigden hem niet, maar
30 | focus
Het is daarom goed om moslims te vertellen hoe de Bijbel in elkaar zit. Veel moslims weten bijvoorbeeld niet dat de Bijbel bestaat uit meerdere boeken die door meerdere auteurs in een periode van 1500 jaar geschreven zijn. En juist het laten proeven aan Gods Woord kan een grote verheldering geven in de dialoog. Het uitwisselen van elkaars boek kan de ander vertrouwd maken met het geloof van de ander en de dialoog tussen beiden partijen verstevigen en verdiepen. Meerdere getuigenissen zijn ervan bekend dat moslims door het lezen van het Nieuwe Testament tot geloof kwamen omdat ze op dat moment in aanraking kwamen met de goddelijke Auteur van dat werk. Laten we vandaar de kracht van Gods Woord niet onderschatten.
De kracht van God Eén van de zaken die eveneens vergeten wordt in het godsdienstige debat met moslims is de kracht van God. Beiden partijen proberen met man en macht verschillende argumenten voor hun religie aan te dragen, en zoeken smachtend naar een soort stappenplan om de ander te overtuigen van hun gelijk. Veelal wordt daarbij de kracht van het gebed vergeten. Juist het gebed tot God om in het leven van de ander in te grijpen kan grote veranderingen teweeg brengen. In de dialoog met moslims vraag ik graag wat het betekent dat de Koran Jezus Christus drie keer een teken van God voor alle mensen
noemt (Soera 19:21; 21:91; 23:50). Juist voor moslims is dit uitdagend. Zij geloven en belijden immers dat Jezus Christus wonderen, uitdrijvingen en genezingen kon verrichtten. Doordat het doen van wonderen bij Mohammed omstreden is, vormt de christelijke waarheid dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood en leeft een uitdaging voor de moslim. Als dit daadwerkelijk waar is, kan ook de moslim zich in het gebed richten tot Christus en hem vragen voor een ingrijpen in zijn leven. We hoeven als christenen vandaar niet huiverig ervoor te zijn om de moslims te wijzen op de almacht, alwetendheid en alomtegenwoordigheid van onze Heer een Meester Jezus Christus. Wijs hen op Hem als de enige die de mens daadwerkelijk kan verlossen van alle ziekten en moeilijkheden. Wees een getuige en spreek erover wat God in jou leven heeft gedaan en doet. Dat kan mensenlevens het meest veranderen. Wees je daarnaast wel bewust dat je van Godswege de opdracht hebt om je gesprekspartner eerlijk te benaderen en te beschrijven. In deze artikels is daartoe een mogelijke aanzet gemaakt. Ze werden zo geschreven dat de moslim hetgeen ik over de Islam schreef zou kunnen onderschrijven als correct en juist. Wie vanuit een karikatuurbeeld van de ander vertrekt, doet de waarheid immers geweld aan. Resumé: Spreek vanuit je eigen leven en denken tot de ander en doe daarbij recht aan het leven en denken van die ander.
Door de brede verspreiding van de Islam in Europa is er de laatste decennia meer aandacht geweest voor gesprekken tussen moslims en christenen. Binnen de katholieke Kerk bestaat er een Pauselijke Raad voor Interreligieuze Dialoog die een speciaal bureau voor de relaties met moslims onderhoudt. De vraag naar het gesprek is vooral vanuit christelijke middens gekomen. Daarnaast is er ook vanuit de Islam initiatief gekomen om het christelijke geloof beter te kunnen begrijpen. Het gezamenlijke gesprek tussen moslim en christen blijft vandaar van groot belang tegenwoordig. Maar meteen aan het begin moeten we daarbij erkennen dat het onmogelijk is om deze dialoog op een objectieve manier te bekijken voor degenen die overtuigd is van de waarheid van het christendom of de Islam. Dat maakt de dialoog niet meteen onvruchtbaar. Integendeel juist een gesprekspartner die volledig met hart en ziel verknocht is aan zijn geloof geeft ons een heldere kijk op de moeilijkere en minder moeilijkere zaken binnen het geloof. Uiteraard moet er daarbij gelet worden op het belang van de dialoog en mag het gesprek niet uitmonden in een monoloog verkondigen van de eigen geloofsleer. ‘Soera 29:49’.
De kracht van het Woord De Koran erkent de Thora en evangeliën (Soera 3:3; vgl. Soera 4:163; 5:43; 6:154) en Psalmen (Soera 17:55). Er wordt zelfs een oproep gedaan om deze werken te lezen (Soera 5:66). Het is spijtig dat de meeste moslims onbekend zijn met deze geschriften. Wat meestal nog bekend is, is dat de Bijbel door de christenen ‘vervalst’ is en de verwijzingen naar de komst van Mohammed eruit werden gehaald (Soera 2:79,135,140,146,159; 3:65,71,78; 4:150; 5:15,18; 6:24,91; 9:77; 10:59; 11:18-19; 16:116).
De Islam: een omstredem thema |
31