Submarine Pitching
NEDERLANDS
ENGLISH (USA)
Herman Kuijpens /Jeroen van Baarsen
Dit boekje is geschreven voor andere jonge pitchers met misschien armproblemen, opdat ze begrijpen dat het niet absoluut over hoeft te zijn. En voor andere trainers, zodat niet alle opgedane kennis verloren gaat.
This book is written to help young pitchers understand that problems with their throwing arms need not end their careers, and for their trainers, so that expertise won’t be lost.
Coach/Auteur Coach/Author
: Herman Kuijpens
[email protected]
Submarine pitcher : Jeroen van Baarsen Vertaling Translation
: Sandra Ball, David Ball
Fotograaf Photographer
: Jaap Muts
Drukkerij Printed by
: Keizer en van Straten Edam (Holland)
October 2004
Hallo Herman, Ik heb het boekje nu drie keer gelezen en voel me eigenlijk heel erg vereerd. Het jongensboekje gaat tenslotte over jou en mij. Ik begrijp dat het niet het doel is van het boekje! Je zei door de telefoon dat het niet zo zeer over emoties zou gaan, ik krijg er daarentegen toch ‘een gevoel’ bij. Misschien komt het omdat het over de ‘good old times’ gaat, maar een koud technisch verhaal vind ik het zeker niet. Ik lees naast een inleiding, een verhaal over onze aanloop naar het submarinepitchen en een technisch verhaal. Groeten, Jeroen
Hi Herman, I read the book three times and feel really very honored. This book is about you and me. I know that’s not the aim of your book. On the telephone you told me the book would not be about emotions. But still I get ‘a feeling’ when I read it. Maybe that’s because it’s about the good old times. In any case it’s certainly not only dry and technical. You explain how submarine pitching works and why you decided to teach me about submarine pitching. Regards, Jeroen
Mijn interesse voor submarine pitching stamt al uit 1979 toen de Pittsburgh Pirates de World Series wonnen. Hun closer was Ken Tekulve, een submariner, die een beslissende rol had in hun uiteindelijke kampioenschap. In 1986 coachte en trainde ik het Interregio Team (15-20 jaar) van Flying Petrels. Eén van de werpers klaagde altijd over zijn schouder en kon zijn arm niet hoog houden. Hij wilde graag het eerste team halen, wat voor hem alleen mogelijk leek als werper. We besloten toen, na veel met elkaar gesproken te hebben, van hem een submariner te maken. Als hij zijn arm namelijk laag hield, had hij totaal geen last. Zijn succes moest komen uit het feit, dat hij de uitzondering, de Ik kan ons eerste gesprek over submarine goed herinneren, ook al is dat 18 jaar geleden. In de sporthal aan de sportlaan. Volgens mij was het op zaterdagmiddag. Ik was een batting-practise aan het gooien met zachte ballen. Ik was een beetje aan het dollen door met een helemaal horizontale arm te gooien. Wij zagen dat de ballen toen alle kanten op bewogen.
exceptie, zou zijn binnen de werpersstaf. Daaraan gekoppeld, was hij zich terdegen bewust van het feit dat hij als reliever (closer) veel op de bank zou zitten. Als short-reliever weet je dat je mentaal ijzersterk moet zijn. Het kan gebeuren dat je drie tot vier wedstrijden aan de kant gehouden wordt. Maar als je dan de vijfde wedstrijd aan de bak moet in de laatste inning, één punt voor, drie honken bezet en geen nullen, dan moet je er staan. Geen tijd om in de wedstrijd te groeien. Iedere klap tegen kan fataal zijn. Vooralsnog geen gemakkelijke opgave voor een jonge werper. Dit alles vereist een sterke wedstrijdmentaliteit en concentratie in de wedstrijd om onder spanning ook nog te kunnen presteren. Verder vereist het een ontzettende zelfdiscipline wat betreft fysieke- en mentale trainingsarbeid. Het probleem was echter, dat er totaal geen boeken of publicaties 1
over submarine pitching bestaan. Zelfs de Amerikanen, die over alle zinnige en onzinnige onderwerpen wel boeken uitbrengen, lieten het afweten. Het enige waar we aan konden komen was een aantal van oorsprong Japanse illustraties, die de submarine beweging van voren, van achter en van boven af lieten zien. Ik kreeg ze van een Amsterdamse coach, die op dat moment bezig was bij OVVO met een werper om ook hem de submarine beweging aan te leren. Later hoorde ik dat hij ermee gestopt was, omdat de desbetreffende werper zichzelf al te oud vond om opnieuw te beginnen. Weinig aanknopingspunten. Dus ook wij begonnen, omdat er verder niets te verkrijgen Bekijk illustraties van boven naar beneden en van rechts naar links was aan informatie, alleen met die Japanse illustraties. We trainden op techniek en werkten aan de conditie zoals iedere sportman. Daarnaast combineerde ik fysieke training met mentale training om het rendement van de fysieke training te verhogen en vooral het resultaat te versnellen. 2
Sneller leren met zien/voelen. Als je het menselijk brein voorstelt als de hardeschijf van een computer, dan kun je je voorstellen, dat als je, zoals in dit geval, een werpbeweging met normale snelheid uitvoert, de hardeschijf niet instaat is alles naar behoren weg te schrijven en dus te onthouden. Hij zal stukjes van de beweging overslaan. Dus oefenden wij de beweging o.a zonder bal in series, in slow-motion, zodat alles goed werd weggeschreven in de hersens. We deden hetzelfde afwisselend met gesloten ogen voor het verkrijgen van een betere balans. Om het resultaat nog te versnellen trainden we dit alles voor een spiegel, zodat het spiergevoel gelijk gekoppeld wordt aan het zien van de beweging (feedback). Zelfbeeld. Veel sporters hebben zichzelf nog nooit zien bewegen en hebben dan ook een totaal verkeerd beeld van zichzelf. Maak maar eens wat video-opnamen van ze. Dat is echt schrikken. Een video-opname zorgt er vaak ook voor dat verdere discussie overbodig wordt. Iedereen weet gelijk waar hij aan toe is. Geen ge-ja-maar meer! Feedback. Het is belangrijk voor een sporter, dat het juiste spiergevoel gekoppeld wordt aan de juiste beweging en niet de veronderstelde beweging. De uitvoering van de beweging en het spiergevoel daarbij, geldt Het boek “The InnerGame of Tennis” heeft me heel bewust gemaakt van het contact tussen spieren en geest. Natuurlijk blijf je je goede dagen en je slechte dagen houden, daar verander je niets aan. Toch weet ik van mezelf dat ik bij warm weer altijd een betere pitcher was dan bij koud weer. Daarnaast speelde ik mijn beste wedstrijden ’s avonds en niet op zondagmiddag. Naar mijn gevoel speelde ik ook de beste wedstrijden tegen de goede clubs en niet tegen de onderste ploegen van de competitie.
3
ook als een controle middel voor de sporter, zodat als het spiergevoel niet goed is hij op dat moment begrijpt waarom het resultaat (bijvoorbeeld de worp) niet goed was en hij dus terug moet naar het goede gevoel om de juiste beweging uit te voeren. Als het geheel meer ingeslepen is, weet je als werper dan ook al op het moment van loslaten of het een goede pitch zal worden. In sommige takken van sport is trainen met behulp van een spiegel voor het verkrijgen van feedback helemaal ingeburgerd. Denk aan boksen en ballet. Een simpele spiegel zorgt nog directer voor de koppeling van beweging/gevoel dan een videocamera. Ontspannings-oefeningen. Ook begonnen we met ontspannings-oefeningen. Deze dienden niet alleen om zich op elk moment in de wedstrijd te kunnen ontspannen, maar ook en dat is een stap verder, zijn submarine beweging door middel van visualisatie te kunnen trainen in zijn hoofd zonder dat de omgeving er erg in had. Bijvoorbeeld zittend in de trein op weg naar school. Bewezen is dat spieren activiteit vertonen bij het denken aan een beweging en zo dus ook mentaal getraind kunnen worden. De resultaten waren aardig na een winter in de zaal en ook op het veld bleven resultaten niet uit. Het grootste probleem was in eerste instantie de tegenstander. Spelers die de submarine pitcher uitmaakten voor mietje of wijf, omdat hij vergeleken werd met een softball pitcher. Je begrijpt dat dat niet makkelijk is voor een jongen van ongeveer zeventien jaar. Maar nadat ze aan slag geweest waren zakte het gejoel uit de dug-out al snel. De uitzondering, waarover we het eerder hadden, kreeg gestalte. Normaal komt een honkbal van boven naar beneden. Bij de submarine beweging, komt de bal voor de rechtse slagman van achter 4
zijn rug en van onder naar boven over de plaat. Soms dalend of rijzend tot bijna in het gezicht van de slagman. Des te agressiever de tegenstander, des te beter de resultaten! Toch waren wij onderling nog niet tevreden en dan vooral over de snelheid. Gedurende de Haarlemse Honkbalweek maakte ik een afspraak met een Taiwanese coach in hotel Bouwes-Zandvoort. En na een ochtend training op het Kinheim-veld (in Zandvoort is geen grasveld door de De dag bij de Taiwanezen was te gek. Dat is wat ik me kan herinneren. O ja, ik was erg zenuwachtig. De foto's die jij en Jaap een jaar (of twee) later hebben gemaakt hebben meer resultaat gehad en waren zeker de basis voor mijn latere gooien. Iedere pitcher heeft zo zijn favoriete ballen. Hij gooit de één beter dan de andere. We hebben zeker geëxperimenteerd, wat ruwe kantjes afgevijld en zo een eigen worp "ontwikkeld". Zo ook de grip op de bal.
invloed van de zee) dachten we op het goede spoor te zijn. Maar dat viel tegen. Ook deze coach bleek het fijne niet te weten. We experienteerden nog enige jaren en waren wel tevreden over de technische-, maar vooral over de mentale vooruitgang. Van een bescheiden ietwat onzekere jongen, had hij zich ontwikkeld tot een closer, waarvoor alle teamleden veel respect hadden. Li Jwei-Lin. Maar ja we waren nog steeds niet tevreden over de snelheid. Totdat ik opnieuw gedurende de Haarlemse Honkbalweek 1990 een afspraak kon maken met de hoofdcoach van Taiwan, Li Jwei-Lin. Op de tussenberm voor het hotel in Haarlem liet hij samen met een submarine pitcher (Chiu Chi-Chen) en een catcher, mij alle pitches zien. In komisch Engels legde hij alles uit. Ook de stand van de arm/hand boven in de beweging, zodat we nu eindelijk het snelheidsprobleem konden oplossen. 5
Van de gehele instructie konden we zowel foto’s als een video-tape maken. De video-opname werd alleen erg verstoord door langs rijdend verkeer, waarvan het lawaai erg overheersend bleek. Tips, 1. Ook Japanners, Taiwanezen of Koreanen zullen geen submariner maken van een werper als hij zonder problemen bovenhands kan gooien. Op dit moment zijn er in MLB een aantal Amerikaanse en Koreaanse submarine pitchers aan het werk. Ook Amerikanen geloven als het om winnen gaat in de uitzondering van de submarine pitcher. Bij de Amerikaanse werpers zie je echter veel meer kracht, terwijl de oosterlingen veel meer werken op souplesse, iets wat mijn voorkeur geniet. Ik heb het idee, dat dit voortkomt uit hun traditie van zelfverdedigings sporten, waarin ontspanning een grote-, zo niet de belangrijkste rol speelt. 2. Heeft je tegenstander veel linkse slagmensen in de line-up laat je submariner dan op de bank. Linkse slagmensen zien de bal de hele weg naar de plaat aankomen. Komt er een toch linkse slagman aan slag en de situatie dwingt je ertoe, pitch dan om hem heen. Geef hem niets knaps om te slaan. Geef hem “vuil”. Zet hem liever met vier wijd op de honken! Het is absoluut niet waar dat het makkelijker stelen is op een submarine pitcher. 3. Als er een bal naar de submariner wordt geslagen en hij moet bijvoorbeeld naar het eerste honk gooien, laat hem dat dan ook 6
onderhands doen. Dat geldt ook voor de pick-off. Laat hem in zijn ritme, dat voorkomt overthrows. 4. Een submarine-pitcher kan, omdat zijn beweging zo natuurlijk is en niets van zijn arm eist, elke dag gooien. Mensen zijn uiteindelijk niet gebouwd om overhands te gooien. Vertrouwen. Belangrijk is dat een coach vertrouwen heeft in het fenomeen submarine-pitching en niet te snel afhaakt na bijvoorbeeld twee maal vier wijd in het begin. Een submariner wordt vaker dan een overhandse werper half geraakt en de kans dat hij alsnog met vangballen of een dubbelspel uit de inning komt is daardoor aanmerkelijk groter. Ik heb de kansen van jou en van andere trainers meerdere malen gekregen om mezelf te bewijzen. Ik denk dat ik daar veel steun in heb gehad. Misschien hadden ze me bij een andere club allang naar het derde team geschopt!
7
Stand op de werpplaat Voor de verschillende pitches geldt ook een andere stand op de werpplaat. Dit om het effect van de pitches te verhogen. Net als bij het bovenhands werpen geldt: offspeed pitches aan de buitenkant! Fast ball
Rechts
Sinker Curve Change Rising
Fork ball Nuckle
Midden
Links
T H U I S P L A AT
De aanvangsbeweging. De aanvangsbeweging van de submariner is hetzelfde als bij een overhandse werper. Echter op het moment van naar voren gaan, klapt het bovenlichaam zo diep mogelijk omlaag. Fastball. 1. Pak de bal over de naden, net als een “normale” werper. 2. De arm gaat achter omhoog en draait met de duim omlaag en naar binnen, zodat de bal boven op de hand komt te liggen. 3. De arm komt naar omlaag en de onderarm draait uit tot een hoek van 90º en blijft zo diep mogelijk bij de grond (elleboog leidt). De afstand tot de heup is ongeveer 20 cm. 4. De arm gaat door en wordt lang voorin. Als of je de bal aan de catcher wilt geven. En eindigt hoog. Diagonaal dus boven de schouder en vindt daar zijn ontspanning. 5. Altijd zelfde “point of release”. Midden voor het lichaam. 6. De handschoenkant wordt net als bij het overhands gooien naar en tegen lichaam gedraaid, in wisselwerking met de gooiarm. 8
Als ik denk aan de fastball, voel ik de spanning in mijn hand en mijn vingers zoals je die ook voelt als je met gestrekte arm naar achter, je hand en je vingers zo ver mogelijk naar boven wilt laten wijzen.
90º ± 20cm
9
Curveball. 1. Pak langs de naden (één of twee). 2. In tegenstelling tot de fastball is de curve-beweging korter voorin. De arm gaat eerder rond en omhoog. Persoonlijk vind ik dit één van de moeilijkste pitches, omdat de vingers en de pols voorin een draaibeweging maken onder de bal. Dit vereist veel ontspanning in de hand, maar vooral in de vingers.
De curve-ball geeft een gevoel in mijn pols. Probeer de hoek tussen je onderarm en je hand zo klein mogelijk te maken als je je arm langs je been trekt tot het moment van loslaten van de bal. Hou je vingers gestrekt, maar ontspannen.
10
11
Forkball Bij de forkball pak je géén naden en de bal hangt onder de hand i.p.v. dat hij op de hand ligt als bij de fastball en de curveball. De pols/onderarm wordt op het moment dat hij naar voren gaat omgedraaid.
Forkball. Het gevoel dat je alleen je elleboog kunt bewegen en niet je pols en je hand. Je hele onderarm is afhankelijk van je elleboog.
12
13
Sinkerball Pak voor de sinkerball de bal over de naden, daar waar ze het dichts bij elkaar komen. Verder komt bij de sinkerball net als bij de forkball, de bal aan de pols te hangen. Dus ook hier draait de onderarm 180º bij het passeren van het diepste punt.
14
15
Risingball Vasthouden als fastball, maar voorin korte arm en omhoog halen. Dus niet als bij de fastball het gevoel hebben dat je hem aan de cacher geeft. Bal rolt over de vingertoppen.
16
Submarine Pitching
ENGLISH (USA)
Herman Kuijpens /Jeroen van Baarsen
My interest in submarine pitching goes back to 1979 when the Pittsburgh Pirates won the World Series. Their closing pitcher was Ken Tekulve, a submarine pitcher. He played a deciding roll in their winning the series. In 1986 I coached and trained 15-20 year olds for an inter-regional team in Purmerend, Holland. One of the pitchers complained about his shoulder. He couldn’t hold his arm above his head. He wanted to make the cut for the first team, but his chances of making it as a pitcher seemed fairly small. After quite a lot of discussion, we decided to turn him into a submarine pitcher. If he kept his arm low, he didn’t experience any pain. His success had come from being the exception among the pitchers. He was very aware of the fact that as a reliever (a closing pitcher) he’d be sitting on the bench a lot. A closing reliever has to have nerves of steel. It’s possible that he will not play three or four games and then in the last inning of the fifth game, he’ll be put in; one run ahead, the bases loaded and no outs. And then he has to be ready to do his job. No time to grow into the game. Every hit can be fatal. That’s no easy job for a young pitcher. During the game he needs to have optimal concentration, a strong mentality and the ability to perform under stress. He needs tremendous self discipline and both physical and mental training. Few leads How do you turn someone into a submarine pitcher if there’s no information about how it works? There were not even any American publications, even though they write about every - sensible and senseless - subject there is. The only thing we could find were a number of original Japanese illustrations (see figure). We could see the movements from the front, back and looking down at the pitcher. 18
I got the drawings from a coach in Amsterdam who was also trying to teach a pitcher the submarine. Later I heard that he’d stopped because the pitcher he was working with thought he was too old to learn to pitch in a different way. So we started with the illustrations. We trained technique and we worked on his general physical condition, just like any athlete. I also worked on a combination of physical and mental training, which was meant to increase the success of the physical training. Learn quicker by seeing and feeling The human brain is like the hard drive of a computer. If you See the movements from the front, back and looking down at the pitcher. make the movements of a pitch at a normal speed, the drive, or brain in this case, won’t be able to retain everything. It will overlook movements. That’s why we divided the pitch in segments and practiced each movement in slow motion so that it could be imprinted on the mind. We tried again with our eyes closed so that we had a 19
better balance. In order to quicken the results, we used a mirror so that the feeling in the muscles would be connected with the movement which we could see ourselves. This form of feedback worked well. Many athletes have never seen the way they move and have a totally incorrect idea of what they are doing. By making a home video of their pitching, they see what’s going on and they are shocked. Videotape is so clear that further discussion isn’t necessary. The problems are then clear and the athlete won’t say ‘Yes, but...’ Feedback It’s important that the athlete imprints the correct feeling in his muscles with the correct movement and that he doesn’t assume which movement he should be doing. If the muscle doesn’t feel right, The book The InnerGame of Tennis made me realize the relationship between my muscles and my mind. Of course you have good days and bad days. You can’t change that. I know that I’m always a better pitcher in warm weather than in cold. And I played my best games in the evening, not on Sunday afternoon. And I felt like I played my best games against the good teams and not against the teams which were at the bottom of the competition.
he’ll understand why his movement - a pitch for example - isn’t good. By going back to the movement that felt right, he can get the pitch back. In some sports, training with a mirror is common place, like in boxing and ballet. A mirror is better than a video recorder, because it is a more direct way of coupling movement and feeling. Relaxation exercises We also began doing relaxation exercises. These weren’t only meant to help him relax at any point in a game when it would be necessary. The exercises were intended to help visualize the movements he nee20
ded for the submarine. He could do that while he was sitting in a train on the way to school, for example. It has been proven that muscle activity has been recorded in the brain when someone is thinking of the movement. Mental muscle training is therefore also possible. After a winter working out in the gym, there were results and during the ball games the progress was clear. The biggest problem was the opposing players. They called him a sissy and compared him to a softball pitcher. It’s not easy for a 17-year-old boy. But once they were at bat, the banter from the dugout quickly diminished. The pitcher who is the exception among the pitchers was taking form. With a normal pitch the trajectory of the baseball starts high and drops just before the plate. The submarine is different. The ball approaches on a rising trajectory and comes from behind the back of a right-handed batter. Sometimes it drops or rises almost to the face of the batter. The more aggressive the opponent, the better the results! But we still weren’t completely satisfied. His speed needed improvement. During the annual international baseball tournament that is held in the Netherlands, we made an appointment with a Taiwanese coach. One morning we met at the baseball field. We were excited at having found the lead we needed. But it was a disappointment. This coach couldn’t give us much more information than we already had, so we That day we trained with the Taiwanese was great. That’s what I remember. I was really nervous. The pictures that you and Jaap took a few years later had more results and certainly formed the basis for my success. Every pitcher has his favorite pitch. He throws one better than another. We experimented and filed off the rough edges so that I could develop my own pitch. 21
continued to experiment for several years and were satisfied with the technical, and especially the mental improvement. The pitcher had developed from a shy, insecure boy to a closing pitcher who had the respect of his teammates. There was still room, however, to improve on his speed. Li Jewi-Lin In 1990 we made another appointment with the head coach of the Taiwanese team who was visiting the Netherlands. Li Jewi-Lin agreed to help us and we went out on the grassy median in front of his hotel with his submarine pitcher Chiu Chi-Chen and a catcher. They showed me all the pitches. He explained everything in comical English. He told us about the position of the hand and the arm in the beginning of the movement. Now we could finally solve the speed problem. We took lots of pictures and made a video recording of the lesson. Unfortunately the cars driving past made it difficult to understand what is being said on the video. The tips The Japanese, Taiwanese and Korean’s won’t teach a pitcher to use the submarine pitch unless the person is having trouble throwing overhand. At this moment there are a number of Korean and American submarine pitchers in the Major Leagues. Americans agree that when it’s a matter of winning the submarine pitcher as the unexpected exception, can be a valuable instrument. American 22
pitchers are very strong while the Asians are subtler in their movements. I prefer the latter. I think it comes from their tradition of selfdefense sports in which relaxation plays an important – perhaps the most important – roll. If the opposing team has lots of left-handed batters, then the submarine pitcher should be left on the bench. Lefties see the pitch coming and that defeats the purpose. A submarine pitcher should pitch around a single left-handed batter. Don’t give him anything to hit, give him garbage. It’s better to walk him. It’s not easier to steal with a submarine pitcher, as some might think. If the ball is hit to the submarine pitcher and he needs to throw to first, he should do that underhand. Make sure he stays in his rhythm, otherwise he might overthrow the base. Because his movements are so natural, and because it takes no toll on his arm, a submarine pitcher can throw everyday. People weren’t built to throw overhand. The submarine pitcher begins warming up by throwing side arm and as he continues to warm up he begins to let his arm drop. Trust It is important the coach trusts the submarine pitcher and doesn’t take him out after he has walked two batters. The submarine pitch will be hit more often than an overhand pitch, so there is a great chance that the inning will end with a pop fly or a double play. You and the other trainers gave me numerous chances to prove myself. I think that gave me a lot of support. Otherwise they would have put me in a lower division!
23
Standing on the pitchers mound The pitcher should stand at a different spot on the mound, depending on the type of throw. This will increase the effect of the pitches. Just as is the case for an overhand pitcher; off speed pitches should be thrown on the outside of the plate. Fast ball
Right
Sinker Curve Change Rising
Middle
Fork ball Nuckle
Left
H O M E P L AT E
Throwing the submarine The submarine pitch starts like a regular overhand throw, but at the point that the pitcher moves forward, the top of his body bends as low as possible. Fastball 1. Hold the ball with your fingers over the seams, just like a normal pitcher. 2. The arm is held high behind the body with the thumb low and turned toward the body. This way the ball is lying in the hand. 3. The arm comes down and the lower arm moves to a 90-degree angle and it remains as close to the ground as possible. The elbow leads the lower arm and is about 20 cm from the hip. 4. The arm continues and becomes extended in front of the body, as if the pitcher wants to hand the ball to the catcher. The pitch ends high, above the level of the shoulder. At that point the pitcher can relax his arm. 5. The point of release is always the same; in the middle in front of the body. 6. Just as with an overhand pitch, when throwing arm goes forward, the arm with the glove moves backward against the body. 24
When I think about the fast ball, I feel the tension in my hand and in my fingers, just as you feel when you reach with your arm behind you and try to point your hand and your fingers as high in the air as possible.
90º ± 20cm
25
Curveball 1. Hold the ball on the stitching (one or two) 2. As opposed to the fastball, the curve ball movements are shorter in front of the body. The arm comes around sooner and goes up sooner. Actually, I think that this is one of the most difficult pitches because the fingers and the wrist make a turning movement under the ball. The hands, and especially the fingers, need to be quite relaxed.
I get a certain feeling in my wrist with the curve ball. Try to make the angle between your underarm and your hand as small as possible when you pull your arm past your leg until the moment of releasing the ball. Keep your fingers extended, but relaxed.
26
27
Forkball The pitcher holds no seams and the ball is under the hand instead in the hand as is the case with the fast ball and the curve ball. The wrist and the lower arm are turned while the arm moves forward.
Forkball. It should feel like you can only move your elbow and not your hand or your fingers. Your whole arm is dependent on your elbow.
28
29
Sinkerball Hold the ball at the thickest part where the seams come together. As with the forkball, the sinker ball hangs in the hand. Here too the ball has to turn a 180-degree angle when passing its deepest point.
30
31
Risingball Hold this ball as you would a fastball, but don’t extend the arm as far in front of the body. With this pitch, don’t have the feeling that you are giving the ball to the catcher as is the case with the fast ball. The ball rolls over the finger tops.
32
“Achteraf kun je een koe in haar kont kijken! Ik had door regulier honkbal nooit het eerste team kunnen halen. Ik was een slechte slagman en een slechte veldspeler. Je omschrijft dat heel goed. Ik had dat in 1986 nog niet bedacht. Misschien jij wel. Maar achteraf is het zeker waar. Door het honkbal (zeker in het eerste team) heb ik dingen geleerd en dingen mee kunnen maken die toch wel bijzonder waren. Hardlopen en fitness ben ik leuk gaan vinden. Daarnaast goede vrienden en mooie herinneringen aan onze reisjes”. Jeroen
“Afterwards, it’s like you could have hit me over the head with a waffle iron! I would have never made it to the first division team. I was a bad hitter, a bad fielder. You hit the nail on the head, the way you describe that. I hadn’t thought of that though. Maybe you did. But looking back I can see that now. By playing in baseball (and especially playing in the first division) I learned lessons for life. Things happened that made a lasting impression. I’ve come to enjoy jogging and working out. And we’ve become good friends and had lots of good memories of all the trips we took”. Jeroen
Sponsored and printed by
w w w. k e n v s . n l