Jaarverslag 2012
Concept Jaarverslag MVO 2012
1
Inhoudsopgave Voorwoord (zal later worden ingevuld) 1. Het Productschap 2. Ontwikkelingen in de sector (Het hoofdstuk zal worden gemaakt zodra de cijfers over 2012 bekend zijn. Per deelsector zullen de belangrijkste ontwikkelingen worden samengevat) 3. Inzet en resultaten per aandachtsgebied a. Duurzame ontwikkeling b. Voeding en gezondheid c. Voorlichting margarine, vetten en oliën d. Kwaliteit en voedselveiligheid e. Handelspolitiek en biotechnologie f. Arbeid en scholing g. Statistiek 4. Bestuur en organisatie a. Bestuur b. Code Goed Bestuur c. Financiering d. Externe financiële relaties e. Organisatie Bijlagen: 1. Overzicht verordeningen en besluiten 2. Financiën 3. Samenstelling Bestuur 4. Organisatiestructuur productschap 5. MVO-publicaties ultimo 2012 6. Afstemming en overleg
Voorwoord
Concept Jaarverslag MVO 2012
3
1. Het productschap Het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) is een publiekrechtelijk samenwerkingsverband van ondernemingen in de oliën- en vettensector en de daarin werkzame personen. Het productschap is ingesteld via de Wet op de bedrijfsorganisatie. De organisatie heeft daardoor een publiekrechtelijk karakter. Dit betekent dat het productschap activiteiten ontplooit die in het belang van de keten zijn én het algemeen belang dienen. Doelstelling, samenstelling en werkwijze zijn bij wet geregeld.
Visie 2011-2015 MVO heeft in 2010 een nieuwe visie op de toekomst ontwikkeld. Deze visie beslaat de periode 20112015 en geeft antwoord op fundamentele vragen als: Wat is de missie en wat zijn de kernwaarden van MVO? Hoe is de positie van het productschap ten opzichte van brancheorganisaties, vakbonden en externe stakeholders? Op welke aandachtsgebieden is MVO actief en met welke ambities? En tevens: op welke wijze wordt het bedrijfsleven betrokken bij de activiteiten en wat doet MVO voor de werknemers in de sector? Werkgevers en vakbonden beslissen over het productschap. Daarom past het ook dat de Visie 20112015 in nauw overleg met de brancheorganisaties en individuele bedrijven, de vakbonden en de werkgroepen van MVO tot stand is gekomen. Voor uitgebreide informatie, de volledige tekst alsmede een handzame samenvatting van de Visie 2011-2015 kunt u terecht op de website: www.mvo.nl > Organisatie > Visie 2011-2015.
Missie Het productschap zet zich samen met het bedrijfsleven in voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.
Kernwaarden Bij het realiseren van onze visie zijn wij: Betrokken MVO zet zich in voor de gehele oliën- en vettenketen en biedt een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. Omgevingsbewust MVO werkt aan goede relaties met de (nationale) overheid, maatschappelijke organisaties, politiek, wetenschap, ketenpartijen en media. Dienstverlenend MVO biedt toegevoegde waarde aan bedrijven in de gehele oliën- en vettenketen gebaseerd op professionaliteit.
Positie MVO is door zijn positie als ketenorganisatie en publiekrechtelijke instantie de intermediair tussen bedrijven, werknemers en externe partijen. Wij zijn informatiebron, dienstverlener, coördinator, initiatiefnemer en aanjager.
Concept Jaarverslag MVO 2012
4
Het productschap is het verlengstuk van individuele bedrijven en brancheorganisaties en kan de door maatschappij en sector gewenste activiteiten en doelstellingen op een doelmatige wijze uitvoeren en nastreven. MVO wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen wat de prioriteiten zijn en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien.
Politieke discussie over de toekomst van de PBO Tijdens het VAO van de Tweede Kamer op 20 december 2011 heeft Kamerlid Aptroot - met medestanders – een motie ingediend voor opheffing van de product- en bedrijfschappen. Deze motie is toen met 90 tegen 60 stemmen aangenomen. Nog dezelfde dag hebben de productschappen hun teleurstelling uitgesproken over deze uitslag en de minister opgeroepen de uitslag naast zich neer te leggen. Het demissionaire kabinet-Rutte I, i.c. minister Kamp, heeft in juni 2012 twee toekomstmodellen voor de PBO aan de Tweede Kamer voorgelegd; een nieuw openbaar lichaam onder de bestaande Wet op de bedrijfsorganisatie, dan wel een privaatrechtelijke ZBO. Dit in verband met de op dat moment demissionaire status van het kabinet-Rutte I. Op dezelfde dag werd tevens het initiatiefwetsvoorstel Aptroot/Lodders ingediend ter intrekking van hoofdstuk 2 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, in
Concept Jaarverslag MVO 2012
5
concreto ter opheffing van de product- en bedrijfschappen en ter overheveling van hun taken naar de ministeries.. Op 29 oktober 2012 bleek in het door VVD en PvdA gesloten regeerakkoord de passage opgenomen dat de product- en bedrijfschappen in 2014 dienen te worden opgeheven en dat de heffingen worden afgeschaft. Publieke taken die thans binnen de PBO worden uitgevoerd, dienen per 2014 te worden ondergebracht bij het Ministerie van Economische Zaken. Het Productschap MVO gaat er sindsdien van uit dat 2013 het laatste volledige jaar is waarin de PBO als zodanig bestaat en dat nadien naar andere, private organisatievormen zal dienen te worden gekeken voor de behartiging van de ketenbelangen van de oliën- en vettensector. Sinds november 2012 bezint MVO zich over de afbouw van het productschap en de periode na 2013. In samenspraak met de bedrijven uit de oliën- en vettensector beraad MVO zich over eventuele voortzetting van door de MVO-achterban als noodzakelijk geziene activiteiten in een privaat vormgegeven organisatie. Reorganisatie en verhuizing Reeds in 2011 heeft het Productschap MVO, met name om tegemoet te komen aan bedenkingen van de zijde van de politiek, nagedacht over een vergroting van de efficiency door nauwere samenwerking met andere productschappen te zoeken. Samenwerking met andere productschappen was er in de eerste plaats op gericht om binnen de PBO-structuur te blijven, zoals de MVO-achterban ook wenste. Om deze samenwerking duidelijker vorm te geven, heeft het bestuur in de loop van 2012 ingestemd met een gezamenlijke huisvesting van het Hoofdproductschap Akkerbouw (Akkerbouw, Wijn en Diervoeder), het Productschap Vee en Vlees, het Productschap Pluimvee en Eieren, het Productschap Zuivel en het Productschap MVO in Zoetermeer. Deze verhuizing is per 1 oktober 2012 geëffectueerd. Tegelijk met de verhuizing is met de achterban besproken de noodzaak tot enerzijds een reductie van de formatie en anderzijds een verdergaande samenwerking met de brancheorganisaties (integratie van de branchesecretariaten in de organisatie van het productschap) ter verhoging van de effectiviteit van handelen. Een en ander heeft geleid tot een reductie van de formatie per 1 oktober 2012 met 22 procent (van 16,27 naar 12,73 fte). Van vier medewerkers werd noodgedwongen afscheid genomen, vier andere medewerkers hebben elders een andere functie aanvaard en zijn inmiddels vervangen door drie nieuwe collega´s. Gezien de ontwikkelingen rond de PBO en met name het in het regeerakkoord geformuleerde standpunt dat de product/ en bedrijfschappen in 2014 moeten worden opgeheven, is de verwachting dat MVO in 2013 opnieuw een reorganisatie zal doormaken als onderdeel van het traject naar een geprivatiseerde organisatie die met ingang van 2014 de collectieve ketenbelangen van de oliën- en vettensector zal behartigen.
Concept Jaarverslag MVO 2012
6
Taken Wat doet het productschap MVO voor de sector en voor de maatschappij: Platform Wij brengen partijen uit de gehele MVO-keten samen en bieden een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. De sector (werkgevers en werknemers) beslist zelf over de prioriteiten en activiteiten van het productschap. Door samen op te trekken werkt de sector effectief en efficiënt. Belangenbehartiging Wij behartigen het sectorbelang en treden op als woordvoerder bij sector brede thema’s en activiteiten. Bij onderwerpen als gezondheidsclaims, duurzaamheid van de productie van palmolie of soja, genetische modificatie, handelspolitiek, kwaliteit en voedselveiligheid, ‘vet-tax’, et cetera, treden wij namens de sector op als woordvoerder en gaan wij de dialoog aan met ketenpartijen, overheid, politiek, maatschappelijke organisaties, wetenschap, onderwijs en media. Zelfregulering Wij realiseren doelstellingen die de hele keten aangaan en niet alleen het bedrijfs- of sectorbelang maar ook het algemeen belang dienen. Wij zijn overtuigd van de kracht van zelfregulering voor het realiseren van strategische (maatschappelijke) doelen. Op het gebied van bijvoorbeeld duurzame grondstoffenvoorziening, energiebesparing, ketentransparantie, voedselveiligheid en verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding heeft zelfregulering haar waarde bewezen. Het belang van zelfregulering wordt de komende periode groter als de overheid zich mede als gevolg van bezuinigingen verder terugtrekt. Kennis Wij fungeren als bron van betrouwbare en genuanceerde informatie en analyseren en delen onze kennis actief met de sector (bedrijven en medewerkers). Kennis is de basis van onze activiteiten. Wij zijn het kenniscentrum van de sector en namens de sector leggen wij verantwoording af over producten, productiewijzen, ontwikkelingen, prioriteiten, visies en standpunten.
Structuur Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en de hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het dagelijks bestuur beheert het vermogen en de inkomsten en uitgaven van het productschap. Werkgroepen De werkgroepen rapporteren over voortgang en resultaten aan het bestuur. Naast regulier overleg in werkgroepen is er overleg over actuele onderwerpen.
Concept Jaarverslag MVO 2012
7
Afstemming Onderwerpen als voedselveiligheid, duurzame ontwikkeling, handelspolitiek en gezondheid vragen een internationale aanpak. Dat gebeurt in overleg met verschillende internationale/ Europese brancheorganisaties (FEDIOL, IMACE, EFPRA, RSPO, RTRS). Strategische sessie De strategische sessies met bedrijven en vakbonden creëren betrokkenheid van alle ondernemingen bij het beleid en de activiteiten van MVO en versterken de gezamenlijke visie op de toekomst.
Communicatie en woordvoering De communicatie- en woordvoerderfuncties worden uitgevoerd door het Productschap MVO en het Voorlichtingsbureau MVO. Het versterken van het imago van de oliën- en vettensector is daarbij voor beide organisaties het uitgangspunt. Het productschap richt zich daarbij op ketenpartijen, overheden, politiek, media, maatschappelijke organisaties en wetenschap. Het voorlichtingsbureau heeft als doelgroepen: voedingsvoorlichters, medewerkers (jeugd)gezondheidszorg, onderwijs, horeca, retail en media. Het voorlichtingsbureau is een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur. De kosten worden gedekt door het productschap en de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF).
Thema’s, ambities en activiteiten De Nederlandse MVO-sector is agenda zettend op het gebied van duurzame ontwikkeling Het productschap ondersteunt de oliën- en vettensector bij het streven naar duurzame grondstoffen, productiewijzen en producten. We dragen bij aan concrete resultaten op het gebied van energiebesparing en verkleining van de ecologische voetafdruk. We zetten ons ervoor in dat bij- en restproducten uit de sector hoogwaardig worden ingezet en toegepast. De toelating en acceptatie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in Europa loopt gelijk met die in de rest van de wereld Bij de moderne biotechnologie is het streven van het productschap gericht op een snellere toelating van veilig bevonden ggo’s in Europa. Alleen als de procedures in de Europese Unie in hetzelfde tempo worden doorlopen als elders, kan een ongestoorde invoerstroom van grondstoffen ook op termijn worden gegarandeerd. Overheid, politiek en publiek zullen op transparante wijze over ggo’s worden geïnformeerd.
Concept Jaarverslag MVO 2012
8
Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen in een gezonde voeding Het productschap zet zich in voor een verdere verbetering van de vetzuursamenstelling van de Nederlandse voeding. We behartigen de belangen van de sector door ruimte te creëren voor productinnovaties. We volgen de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van voeding en gezondheid nauwgezet en communiceren met betrokken stakeholders over ontwikkelingen. Werknemers zijn goed opgeleid en vinden de MVO-sector een interessante sector om in te werken MVO neemt deel aan het Programma Arbeidsmarkt en Opleiding en werkt met andere productschappen en vakbonden samen in het project Verankering Arbeid. Het productschap breidt het online kenniscentrum over oliën en vetten naar behoefte uit, verzorgt cursussen en seminars, en zet zich in voor een structurele versterking van de banden tussen MVO-bedrijven en kennisinstellingen. Een transparante sector die kwaliteit en voedselveiligheid goed heeft geborgd Op Europees niveau moeten goede systemen worden ontwikkeld en gehandhaafd die voedsel- en diervoederveiligheid garanderen. Het productschap treedt namens de oliën- en vettenketen op als belangenbehartiger in het overleg met overheden, brancheorganisaties en maatschappelijke groeperingen, en als coördinatiecentrum in het geval zich crises voordoen. Voor de verschillende plantaardige en dierlijke producten ontwikkelen en onderhouden we sectorale risicoanalyses. Het productschap is het kenniscentrum voor oliën en vetten MVO volgt de marktontwikkelingen op de voet en houdt de vinger aan de pols op het gebied van handelspolitieke afspraken. Als kenniscentrum verzamelt en deelt het productschap informatie over de sector (internationale handel, productie, consumptie). Het productschap is goed geïnformeerd over de kansen en bedreigingen van de Biobased Economy waardoor de sector zich kan voorbereiden op toekomstige ontwikkelingen.
Verantwoording Het productschap legt als publiekrechtelijke organisatie verantwoording af aan de SociaalEconomische Raad (SER) en aan de rijksoverheid. Code Goed Bestuur Het Productschap MVO onderschrijft de Code Goed Bestuur. De Code vraagt van de bestuursleden en van de ondernemers- en werknemersorganisaties die bestuursleden mogen benoemen een bepaalde houding en transparantie ten aanzien van een aantal in de Code genoemde principes (o.a. benoemingsproces, taken en verantwoordelijkheden, integriteit en persoonlijke unies, besluitvorming, toezicht en verantwoording). De uitvoering en naleving van de Code is een verantwoordelijkheid van het bestuur. In Hoofdstuk 4, Bestuur en Organisatie, leggen wij verantwoording af over de naleving van de Code.
Concept Jaarverslag MVO 2012
9
2. Ontwikkelingen in de sector Het hoofdstuk zal worden gemaakt zodra de cijfers over 2012 bekend zijn. Per deelsector zullen de belangrijkste ontwikkelingen worden samengevat)
Concept Jaarverslag MVO 2012
10
3. Inzet en resultaten per aandachtsgebied a. Duurzame Ontwikkeling Focus 2012 De Nederlandse ambities voor sourcing van duurzaam geproduceerde palmolie en soja concreet ondersteunen via o.a. de Task Force Duurzame Palmolie en Task Force Verantwoorde Soja (Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja). Verdere verbreding van het Europese en internationale draagvlak. De voor de MVO-sector ontwikkelde Routekaart energie-efficiency 2020 uitdragen binnen de sector en concrete invulling geven aan follow-up activiteiten. Resultaten van uitgevoerde activiteiten: Eerste jaarrapportage (2011) Task Force Duurzame Palmolie In maart 2012 is het eerste jaarrapport van de Task Force Duurzame Palmolie (over 2011) gepresenteerd en overhandigd aan staatssecretaris Bleker. In dit verslag wordt melding gemaakt van de stappen die zijn ondernomen om te komen tot de doelstelling: “100% Duurzame palmolie: de norm in 2015”. Uit het rapport blijkt dat 21% van de palmolie en palmpitolie die is ingezet in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie, duurzaam is geweest. Verder is er per deelnemende partij aan de Task Force een overzicht opgenomen waarin de ondernomen activiteiten, resultaten en plannen voor 2012 zijn gepresenteerd. Task Force Duurzame Palmolie Award De Task Force heeft de Duurzame Palmolie Award in het leven geroepen. Deze prijs is bedoeld om erkenning te geven aan bedrijven die zich (op een speciale manier) hebben ingezet voor duurzame palmolie. De eerste Duurzame Palmolie Award is in maart toegekend aan Friesland Campina. Friesland Campina is sinds 2007 lid van de RSPO en heeft publiekelijk een ambitieus commitment uitgesproken: Inkoop van 100% RSPO duurzame palmolie. Het bedrijf toont aan dat het gebruiken van duurzame palmolie echt mogelijk is en roept andere bedrijven op om niet langer te wachten maar ook de keuze te maken voor duurzame palmolie. Eerste bijeenkomst van Europese initiatieven Duurzame Palmolie In september 2012 is er een bijeenkomst georganiseerd door MVO in samenwerking met IDH en Hill + Knowlton (H+K). Andere Europese lidstaten met nationale initiatieven om te komen tot duurzame palmolie waren aanwezig. Deze bijeenkomst stond in het teken van uitwisseling van ervaringen en ‘best practices’. MVO zal zich samen met IDH en RSPO (H+K) ook in de toekomst inzetten om te komen tot een zoveel mogelijk geharmoniseerde aanpak binnen Europa. Hierbij is de ervaring van MVO van grote waarde en ook als zodanig erkend. MVO spreekt met andere lidstaten over het opzetten van monitoring van de hoeveelheid duurzame palmolie en harmonisering hiervan om mogelijke dubbeltelling te voorkomen. Maatschappelijke dialoog/verbreding draagvlak voor verduurzaming MVO is overtuigd van het feit dat verduurzaming een gezamenlijke activiteit moet zijn van alle betrokken partijen. Evenals in 2011 heeft MVO als voorzitter van de Task Force Palmolie (en begin 2012 ook als voorzitter Task Force Soja) deelgenomen aan het tripartite overleg soja en palmolie tussen overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. Verder is er met het Initiatief Duurzame Handel (IDH) samengewerkt aan concrete programma-invulling op het gebied van duurzame palmolie en soja om zo ook te komen tot een optimaal gebruik van het budget (20 miljoen euro) dat beschikbaar is gesteld door de Nederlandse overheid in 2011. Concept Jaarverslag MVO 2011
11
RSPO-workshop voor Tweede Kamerleden MVO heeft, in samenwerking met een aantal NGO’s, een workshop georganiseerd voor Tweede Kamerleden. Het doel was het creëren van draagvlak voor RSPO en de Task Force. Aanwezig waren Van der Werf (CDA), Wiegman (CU) en Ouwehand (PvdD). De besproken thema’s waren onder meer vergunningenbeleid in Indonesië en Maleisië, aandeel biobrandstoffen, vervangbaarheid naar andere oliegewassen en de inzet van de Task Force. Er werd geconcludeerd dat voor de komende periode de volgende vraagstukken van belang zijn: land-use planning, budget voor RSPO voor handhaving, monitoring, dispute settlement en ondersteuning voor smallholders (yield). Duurzame grondstofvoorziening Doelstelling: Het bevorderen van de productie en het gebruik van duurzaam geproduceerde grondstoffen. Het uiteindelijke doel is om in 2015 te komen tot het gebruik van enkel duurzame grondstoffen. Afstemming: Werkgroep Duurzame Ontwikkeling MVO Werkgroep Duurzame palmolie Ad hoc werkgroep soja Nieuwsbrief: Sustainable Agriculture Vette Feiten
1. Palmolie Focus in 2012: Het versterken van de vraag naar duurzame palmolie door het ontwikkelen en uitvoeren van actieplannen en rapportages via de Task Force Duurzame Palmolie. Het bevorderen van eenheid en synergie in het steeds breder wordende speelveld van duurzaamheidsstandaarden voor palmolie voor food, feed en fuel. Resultaten van uitgevoerde activiteiten Task Force Duurzame Palmolie In 2012 heeft MVO zijn activiteiten, ook als voorzitter en secretariaat, binnen de Task Force Duurzame Palmolie voortgezet met als doel het stimuleren van de productie en het gebruik van duurzaam geproduceerde palmolie. MVO heeft samen met de betrokken brancheorganisaties (Vernof, BNMF, VBZ, VAVI, CBL, Nevedi, AKSV en FNLI) gewerkt aan de uitvoering en doelstellingen zoals verwoord in het eerste actieprogramma. De eerste jaarrapportage (2011) is in maart 2012 gepresenteerd en overhandigd aan staatssecretaris Bleker (zie ook onder algemene resultaten en uitgevoerde activiteiten). MVO heeft actief gewerkt aan het faciliteren, begeleiden en ondersteunen van deelnemers bij de uitvoering van de respectieve actieprogramma’s en bij het opstellen van nieuwe actieprogramma’s. MVO heeft voorlichting gegeven over omschakeling naar duurzame palmolie bij specifieke branchebijeenkomsten en geholpen bij het ontwikkelen van communicatiemateriaal. Er is o.a. een presentatie gehouden bij het CBL voor een groep duurzaamheidsmanagers van de betrokken retailpartijen om het nut en de noodzaak van duurzame palmolie nader toe te lichten. Tijdens Concept Jaarverslag MVO 2012
12
een bijeenkomst van de FNLI in het voorjaar is een bijdrage door MVO geleverd met een focus rondom de RSPO-communicatie en claims aangaande duurzaamheid. Ook is er een presentatie gehouden tijdens de ledenvergadering van het AKSV, waarbij dieper is ingegaan op de mogelijkheid om duurzame palmolie te kopen. Het is hierbij belangrijk op te merken dat dit alles past is een groter wordende vraag naar duurzaam ondernemen. Inkoop van duurzame palmolie is bijvoorbeeld ook opgenomen in de Barometer Duurzame Bakkerij en Zoetwaren. In het kader van de Task Force heeft MVO in oktober-november 2012 een missie naar Indonesië en Maleisië georganiseerd voor brancheorganisaties, bedrijven en politici. De missie had tot doel de bewustwording van en de kennis over verduurzaming van de palmolie supply chain te vergroten. Tevens is tijdens de reis het RT10-congres van de RSPO bezocht. Verder heeft MVO zich sterk gemaakt voor duurzame palmolie in de internationale context. Ook dit is geheel in lijn met duurzame ontwikkeling als zodanig. In navolging van de Nederlandse Task Force zijn er ook in andere Europese lidstaten nationale initiatieven om te komen tot duurzame palmolie in opkomst of ontwikkeld. Met name het Belgische initiatief ‘Belgium Alliance for Sustainable Palm Oil’ (BASP) is met raad en daad bijgestaan door MVO. MVO heeft een presentatie gegeven over duurzame palmolie, RSPO, certificering, de mogelijkheden voor het inkopen van duurzame palmolie en het gebruik van het RSPO Trademark. Een belangrijk aspect van deze initiatieven is de monitoring van de hoeveelheid duurzame palmolie die wordt gebruikt. Voor de Nederlandse markt is hiervoor een aanpak gekozen die is gebaseerd op input van de producenten. Op aanraden van MVO zal ook de Belgische alliantie op deze manier monitoren. MVO faciliteert hierin. Om te komen tot een geharmoniseerde aanpak zal MVO zich samen met RSPO en H+K inzetten voor een Europees monitoringsysteem. RSPO Als duurzaamheid- en certificeringsschema is de RSPO succesvol. Ook in 2012 is de productie van duurzaam gecertificeerde RSPO-palmolie toegenomen. De gecertificeerde productiecapaciteit is inmiddels gegroeid tot meer dan 7 miljoen ton per jaar of ruim 14% van de wereldproductie. Evenals vorige jaren blijft echter de totale vraag nog steeds achter. In 2012 werd iets meer dan de helft als duurzaam gekocht. MVO is actief binnen RSPO, ook binnen de twee Standing Committees ‘Trade and Traceability’ en ‘Claims and Communications’. Binnen deze commissies worden alle mogelijke zaken behandeld die een barrière kunnen vormen om te komen tot duurzame RSPO-gecertificeerde palmolie (in de gehele keten). Dankzij de verworven expertise en ervaringen wordt een nuttige bijdrage geleverd om te komen tot een oplossing voor geconstateerde of ontstane problemen. Vanaf 2013 zal MVO het voorzitterschap van de T&T weer op zich nemen. Belangrijke zaken die binnen T&T spelen, zijn o.a. het komen tot een nieuw en adequaat IT-systeem dat zowel de fysieke stromen als de certificatenhandel zal registreren. Een ander belangrijk punt van aandacht betreft de groepscertificering van kleine bedrijven. MVO heeft samen met ketenpartijen binnen de Task Force een eerste stap gezet om te komen tot een dergelijke groepscertificering (zie ook onder toekomstig beleid). Informatievoorziening Om bedrijven te helpen bij de overstap naar duurzame palmolie heeft MVO de factsheet ‘Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015’ ontwikkeld. Deze factsheet licht het belang van duurzame palmolie toe en legt uit hoe bedrijven van start kunnen gaan met het inkopen van duurzame palmolie. Deze factsheet is ook in het Engels vertaald. De BASP heeft deze factsheet herschreven voor België en tevens in de Franse taal uitgebracht. Daarnaast is de website www.vettefeiten.nl/ en de Engelstalige variant www.factsonfats.nl verder uitgebreid met informatie bestemd voor de retail en de levensmiddelenindustrie over duurzaam geproduceerde grondstoffen.
Concept Jaarverslag MVO 2012
13
De MVO Werkgroep Duurzame Palmolie heeft in 2012 vijf keer vergaderd. Tijdens deze vergaderingen stellen de leden van de Werkgroep elkaar op de hoogte van de activiteiten op het gebied van duurzame palmolie, RSPO, Task Force en internationale ontwikkelingen en wordt ingespeeld op (mogelijke) ontwikkelingen. In september 2012 is er een bijeenkomst georganiseerd door MVO in samenwerking met IDH en Hill + Knowlton (H+K). Tevens heeft MVO, in samenwerking met een aantal NGO’s, een workshop georganiseerd voor Tweede Kamerleden (zie onder uitgevoerde activiteiten algemeen). Nieuwsbrief De MVO Newsletter Sustainable Agriculture is in 2012 zes keer verschenen. In de nieuwsbrief zijn actualiteiten opgenomen over RSPO, RTRS en duurzaamheidsinitiatieven van bedrijven. ‘Vette Feiten’ is drie keer verschenen met daarin nieuwsitems op het gebied van duurzaamheid en voeding & gezondheid.
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid Task Force Duurzame Palmolie In 2013 zal de Task Force de tweede jaarrapportage presenteren over de resultaten van 2012. De activiteiten binnen de Task Force en betrokken partijen zullen meer kwantitatief gemonitord worden. Samen met IDH is in 2012 gesproken over het stimuleren van duurzame palmolie zowel door te werken met producenten-smallholders als door een programma dat is gericht op een toename van het gebruik van duurzame palmolie (groepscertificering van kleine bedrijven). MVO ondersteunt de brancheorganisaties bij het ontwikkelen van nieuwe actieprogramma’s alsook het uitvoeren ervan. Maatschappelijke dialoog MVO zal zich actief blijven inzetten om te komen tot verbreding van het draagvlak voor verduurzaming van palmolie. Dit zal o.a. gebeuren door deelname aan het tripartite overleg en deelname aan internationale discussies en conferenties. RSPO Ondersteuning van de RSPO geeft een positieve impuls aan de productie en aankoop van duurzame palmolie en zal door MVO de komende jaren worden voortgezet.
2. Soja Focus in 2012 Concretisering van de ambities voor de aankoop van verantwoorde soja van het Nederlandse bedrijfsleven. Speciale aandacht voor de problematiek van de ‘competing schemes’. MVO is voorstander van een internationaal breed gedragen duurzaamheidsstandaard voor food, feed en fuel en zet zich in voor het naar elkaar toe laten groeien van diverse standaarden Als voorzitter van de Task Force Duurzame Soja en lid van de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja continueren we de dialoog met maatschappelijke organisaties en overheden en zorgen we voor goede informatievoorziening richting media en politiek. Tevens is ingezet op stimuleren van producenten richting verantwoorde sojateelt.
Concept Jaarverslag MVO 2012
14
Resultaten van uitgevoerde activiteiten RTRS In 2011 is de eerste RTRS-gecertificeerde soja beschikbaar gekomen. In 2012 zal naar verwachting de totale hoeveelheid RTRS-soja zijn toegenomen tot ongeveer 1 miljoen ton. Via de Task Force Duurzame Soja heeft MVO de RTRS gesteund met het versterken van het internationale draagvlak voor de RTRS door een bijdrage te leveren aan het ‘communication and outreach programma’. In 2012 heeft MVO het jaarlijkse congres van de RTRS, de RT7, in Londen bijgewoond. Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja Bedrijven in de sojaketen hebben hun krachten gebundeld om binnen vier jaar over te schakelen op 100% verantwoorde soja binnen de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja. Deze werkt aan 100% verantwoorde soja in 2015 voor de productie van vlees, zuivel, eieren en andere levensmiddelen in Nederland. Verantwoorde soja is RTRS-gecertificeerd of gelijkwaardig. De stichting coördineert de aankoop van verantwoorde soja voor de diervoeder- en levensmiddelenindustrie. Bij de start is afgesproken om de komende jaren steeds grotere volumes verantwoord geteelde soja aan te kopen. In 2015 moet 100% van de aangekochte soja voor de Nederlandse markt verantwoord geproduceerd zijn. Sinds de start van de ketentransitie is het aandeel verantwoorde soja en sojaproducten dat in Nederland verwerkt wordt al gestegen naar 16%. De komende jaren koopt de stichting stapsgewijs steeds grotere volumes verantwoorde soja aan: 500.000 ton in 2012, 1 miljoen ton in 2013, 1,5 miljoen ton in 2014. In 2015 is de aankoop van verantwoorde soja integraal verankerd in de ketenafspraken. De bij het plan betrokken organisaties zijn Nevedi, het Initiatief Duurzame Handel (IDH), Friesland Campina, de Centrale Organisatie voor de Vleessector, Albert Heijn, C1000, Jumbo, Lidl, Superunie, LTO Nederland, het Productschap Pluimvee en Eieren en het Productschap Margarine, Vetten en Oliën. Het plan wordt ondersteund door het Wereld Natuur Fonds, Natuur & Milieu en Solidaridad. MVO neemt actief deel in de discussies en onderhandelingen om te komen tot duurzame soja. Hierbij is er voor MVO speciale focus op het deel sojaolie. Dit is slechts een klein volume ten opzichte van het sojameelvolume dat gebruikt wordt in de veevoerindustrie. MVO participeert in de stuurgroep, projectgroep en inkoopgroep van de Stichting Ketentransitie. Competing Schemes Vanuit de biobrandstoffenmarkt ontstaat vraag naar soja die voldoet aan de eisen van de Europese duurzame-energierichtlijn (RED). De RTRS heeft een speciale versie van het RTRS-schema ontwikkeld die zorgt dat soja voldoet aan deze eis. De International Sustainability and Carbon Certification (ISCC) zorgt echter ook dat soja (of een andere grondstof) aan deze eis voldoet. Dit zorgt ervoor dat er in 2011 een discussie is ontstaan over ‘competing schemes’. Dit heeft geresulteerd in de volgende positie: ‘MVO is voorstander van één internationaal breed gedragen duurzaamheidsstandaard voor food, feed en fuel en zal zich de komende periode inzetten voor het naar elkaar toe laten groeien c.q. het erkennen van diverse standaarden.’ Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid
MVO zal zich blijven inzetten om de RTRS-handelssystemen zo optimaal mogelijk te maken voor alle producenten en bedrijven in de keten en zich specifiek inzetten voor het naar elkaar toe laten groeien c.q. het erkennen van diverse standaarden. MVO zal verduurzaming van sojaolie verder proberen te voeren met inachtneming van de wensen en verwachtingen van de betrokken partijen (producenten en afnemers). Hierbij zal rekening worden gehouden met de ontwikkeling op de markt ten aanzien van gehanteerde duurzaamheidschema´s waaronder RTRS. Samen met IDH zal worden gewerkt aan duurzame handelsketens en gekeken naar de mogelijkheden binnen de Nederlandse, Europese en mondiale markt.
Concept Jaarverslag MVO 2012
15
Gezien de huidige overlap tussen de Task Force Duurzame Soja en de stichting ketentransitie, zal MVO zich richten op het laten opgaan van de Task Force in de Stichting met inachtneming van de doelstellingen van de Task Force. MVO zal zich blijven inzetten op belangenbehartiging richting de overheid (bijvoorbeeld door tripartite overleg).
3. Raap- en zonnebloemolie Resultaten van uitgevoerde activiteiten Er zijn voorzichtige contacten geweest over de mogelijkheden rond verduurzaming van raapzaadolie. Dit op grond van een initiatief door Cargill en Unilever en presentaties hieromtrent. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid MVO realiseert zich dat er op het terrein van verduurzaming van andere plantaardige oliën, conform palmolie en sojaolie, nog heel veel braak ligt. Een initiatief zoals door Cargill en Unilever gepresenteerd laat dit zien. MVO is zich er ook van bewust dat een werkelijke verduurzaming van deze productieketens alleen dan vorm kan krijgen wanneer alle spelers samen optrekken. MVO beseft ook dat het hierin een cruciale rol speelt wanneer het gaat om de ketenbrede benadering. Het productschap zou hierin dan ook graag volgende stappen willen zetten. Gezien de huidige onzekere situatie rondom het voortbestaan van MVO in de publieke setting acht MVO het echter niet verantwoord om nu bepaalde afspraken te maken waarbij financiële verplichtingen worden aangegaan. Zodra er meer duidelijkheid en zekerheid is over de nieuwe organisatiestructuur, biedt dit mogelijkheden om op het terrein van (andere) zaadoliën een programma op te zetten. Tot die tijd zal MVO zich beperken tot het inventariseren van mogelijkheden hieromtrent en het stimuleren van mogelijke partijen om iets dergelijks vorm te geven. Duurzame bedrijfsvoering Doelstelling Ondersteunen van de sector bij het verbeteren van de energie-efficiency en communiceren over de duurzaamheidsaanpak van de MVO-sector in de keten. Ontwikkelen en ondersteunen bij de uitvoering van een MVO-routekaart die o.a. de kansen en innovaties voor de Biobased Economy in kaart brengt. Afstemming Werkgroep Duurzame Ontwikkeling Werkgroep Energiebesparing Ad-hoc Werkgroep Carbon Footprint Nieuwsbrief Biobrandstoffen Energie en Milieu Focus in 2012 30% energie-efficiencyverbetering in de periode 2005-2020 (MJA3) Opstellen van Energie-efficiencyplannen Brochure Biobased economy Inbrengen duurzaamheidstandpunten MVO-sector binnen de Commissie Corbey.
Concept Jaarverslag MVO 2012
16
Resultaten van uitgevoerde activiteiten MJA3 - Routekaart In april heeft MVO-industrie de MVO-Routekaart gepubliceerd. De MVO-Routekaart geeft invulling aan de derde Meerjarenafspraak energie-efficiëntie (MJA3). De MVO-Routekaart is in samenwerking met de bedrijven in de sector opgesteld, voortbouwend op de Voorstudie uit 2010. De doelstelling van een Routekaart is 30% energie-efficiëntieverbetering in 2020 ten opzichte van 2005, met een werkhypothese van 50% energie-efficiëntieverbetering in 2030. De MVO-sector heeft in 2010 al 8% energiebesparing uit procesmaatregelen ten opzichte van 2005 gerapporteerd. Met de in de Routekaart benoemde innovaties en innovatietrajecten kan de sector tot 2030 hier ongeveer 23% (2,0 PJ) aan toevoegen. Een veelvoud aan energiebesparing kan echter worden behaald door in de chemie grondstoffen op basis van fossiele oliën te vervangen door producten uit de MVO-sector op basis van biomassa. Procesverbetering en ‘biobased’ producten zijn door het MVO-bedrijfsleven aangemerkt als de sleutel tot het realiseren van 50% energiebesparing in 2030. Om meer bekendheid te geven aan de mogelijkheden van oliën en vetten voor technische toepassingen heeft MVO in mei een brochure uitgebracht met als titel “De waarde van plantaardige en dierlijke oliën en vetten voor de biobased economy”. Gevolgd door een Engelse versie in september. De brochure laat zien dat oliën en vetten een goede basis vormen voor diverse chemicaliën en materialen. Voorbeelden daarvan zijn plastics, weekmakers, smeermiddelen en verven. Bovendien worden steeds nieuwe producten en toepassingen ontwikkeld in samenwerking met kennisinstellingen en ketenpartners. De MVO-sector wordt meer en meer een partner van de chemische industrie. MJA algemeen De monitoring van 2012 over 2011 laat zien dat de Nederlandse oliën- en vettensector in 2011 7,9 PJ aan energie heeft gebruikt. Dit is 6,5 procent minder dan in 2010 en ongeveer gelijk aan 2009. De daling komt vooral door energiebesparende procesefficiëntiemaatregelen (41 maatregelen leverden een besparing van 79 TJ op) en in mindere mate door energiebesparing in de keten (besparing van 5,4 TJ t.o.v. de situatie in 2005). Ook het iets lagere productievolume als gevolg van de crisis speelde echter een rol. Al met al is in 2011 bijna 40 procent van de MJP-doelstelling voor 2009-2012 gerealiseerd. Na drie jaar is het effect van alle getroffen maatregelen een besparing van 419 TJ, terwijl bij aanvang werd gemikt op 1.106 TJ na vier jaar. Er is een procesefficiëntieverbetering van 1 procent ten opzichte van 2010 gerealiseerd, met als belangrijkste maatregelen de isolatie van of aanpassingen aan opslagtanks, het vervangen van of aanpassen aan compressoren en het vervangen van warmtewisselaars. Opstellen Energie-efficiencyplannen Het afgelopen jaar heeft het Productschap MVO de bedrijven ondersteund bij het opstellen van de Energie-efficiencyplannen (EEP’s) per vestiging. In februari heeft MVO in samenwerking met Agentschap NL een informatiebijeenkomst georganiseerd. De EEP’s schetsen de zekere en voorwaardelijke energieefficiencymaatregelen die bedrijven kunnen nemen in de periode 2013-2016. De resultaten uit de EEPs vormen de basis voor het Meerjarenplan dat begin 2013 zal worden opgesteld. MVO/VAPRO-cursus “Energiebewuste operator” Voortbouwend op de MVO-Routekaart zijn in het kader van de Meerjarenafspraak een aantal acties uitgevoerd. Zo is in 2012 een eerste pilot van de MVO/VAPRO-cursus georganiseerd bij SRC en Pieter Bon. In circa zes maanden hebben groepjes operators gewerkt aan zelf bedachte energiebesparingsprojecten onder begeleiding van VAPRO-consultants. Dit heeft geleid tot 3% energiebesparing op jaarbasis met een gemiddelde terugverdientijd van 1,5 jaar. Bovendien zijn de medewerkers nu veel gemotiveerder nu ze weten wat energieverspilling kost. De betrokkenheid bij het reilen en zeilen van het bedrijf is merkbaar toegenomen.
Concept Jaarverslag MVO 2012
17
Watertool Eind 2012 ontvingen alle MVO-bedrijven die deelnemen aan de MJA de MVO-watertool. Hiermee kunnen bedrijven doorrekenen wat de kosten zijn voor waterbehandeling en of er alternatieven zijn die dezelfde kwaliteit water leveren tegen lagere kosten. Processen, stoom en koeling vragen een verschillende waterkwaliteit. Maar ook de kwaliteit van de ingangsstromen kan sterk verschillen en daarmee de prijs om het te behandelen en op te werken tot de gewenste kwaliteit. Waterbehandeling is voor de MVObedrijven geen kernactiviteit. Gebleken is dat de meeste bedrijven geen goed zicht hebben op de kosten die samenhangen met waterbehandeling en daarmee ook niet op besparingsmogelijkheden. De ontwikkeling van nieuwe technologieën heeft echter niet stilgestaan. En sommige nieuwe waterbehandelingstechnieken kunnen tot kostenreductie of betere kwaliteitsbeheersing leiden. In 2012 is bovendien een waterbenchmark uitgevoerd om de prestatie van MVO-bedrijven in kaart te brengen. De resultaten daarvan worden geaggregeerd en in 2013 aan de bedrijven teruggekoppeld. Gecombineerd met de watertool geven de gegevens uit de benchmark een waardevol gereedschap om de waterbehandeling te verbeteren en de kosten te minimaliseren. Technoproject solvent recovery In het kader van scheidingstechnologie hebben twee bedrijven belangstelling getoond voor deelname aan het Technoproject solvent recovery. Het project met een budget van € 50.000,- wordt gefinancierd door NL GUTS, platform van gebruikers van scheidingstechnologie, dat een ticket koopt bij ISPT (Institute for Seperation Technology). Het onderzoek zal worden uitgevoerd door Membraan Applicatie Centrum Twente (MACT) in samenwerking met membraanleverancier Solsep. Inmiddels hebben beide bedrijven deelname bevestigd en kan het project begin 2013 van start gaan. Commissie Corbey MVO neemt deel aan de Commissie Corbey die aan de regering advies uitbrengt over de wijze waarop duurzaamheid van de grondstoffen voor biobased products kan worden gegarandeerd. MVO zet zich ervoor in dat de criteria aansluiten bij de duurzaamheidssystemen die in de MVO-sector internationaal worden gehanteerd. MVO heeft gepleit voor gebruik van bijproducten en afvalstoffen en voor de erkenning van vrijwillige internationale certificatiesystemen (zoals RSPO en RTRS). MVO pleit bovendien voor een systeem waarbij efficiency en duurzaamheid van de landbouw ongeacht de toepassing van het gewas wordt gestimuleerd. MVO zet zich verder in voor een zo eenvoudig mogelijk systeem voor de rapportage over broeikasgasemissie. Bio smeermiddelen De website www.biosmeermiddelen.nl is een door MVO ontwikkelde website met informatie over smeermiddelen en hydraulische oliën die minder toxisch en beter biologisch afbreekbaar zijn dan producten op basis van minerale grondstoffen. Momenteel wordt gewerkt aan een Engelse vertaling van de gehele website. Carbon footprint Eind 2012 is het project Carbon Footprint Diervoeding (Carbon Footprint Animal Nutrition, ofwel CFPAN) tot een afronding gekomen met de oplevering van: Studies naar de carbon footprint van diervoederingrediënten; Een database met primaire data nodig als input voor de berekening van footprints; Software voor de berekening van footprints (Feedprint). De ervaringen met dit project bevestigen voor MVO de noodzaak om te komen tot internationale afstemming voor het berekenen van carbon footprints. MVO en VERNOF hebben via de stuurgroep actief deelgenomen aan dit project.
Concept Jaarverslag MVO 2012
18
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid MVO zal bijeenkomsten organiseren gericht op kennisoverdracht over energie-efficiencyverbetering. Deze bijeenkomsten bieden de mogelijkheid om te netwerken, binnen de sector van elkaar te leren en nieuwe inzichten van buiten op te doen. MVO zal op basis van de resultaten van de watertool en de waterbenchmark beleid ontwikkelen om de prestaties van waterbehandeling in de MVO-sector te verbeteren.
b. Voeding & Gezondheid Doelstelling Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen in een gezonde voeding Afstemming Werkgroep Voeding en Gezondheid Ad hoc werkgroep palmolie en gezondheid Nieuwsbrief Voeding en Gezondheid Vette Feiten Literature Releases on Fats and Health (tot oktober 2012) Focus in 2012 Belangenbehartiging ten aanzien van etiketteringswetgeving voeding en gezondheid Informeren van de achterban en relevante stakeholders over wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van oliën, vetten en gezondheid Inzet op eenduidige communicatie over oliën en vetten binnen de MVO-sector en aan belangrijke stakeholders Resultaten van uitgevoerde activiteiten: Nieuwsbrief ‘Literature Releases on Fats and Oils’ Deze nieuwsbrief is elke maand uitgebracht. Als gevolg van de MVO reorganisatie medio 2012 heeft de wetenschappelijk medewerkster de organisatie verlaten en is de verspreiding van nieuwsbrief vanaf oktober 2012 gestaakt. Lezing Ingrid Steenhuis Op uitnodiging van MVO heeft Ingrid Steenhuis (Associate Professor Health Promotion, VU Amsterdam) een presentatie gegeven over de rol van prijsmaatregelen in de voedingskeuze voor de leden van de Werkgroep Voeding en Gezondheid. In de Werkgroep werden op regelmatige basis wetenschappelijke gastsprekers uitgenodigd voor een presentatie en discussie op het gebied van vetten en gezondheid. Deze activiteit is met het vertrek van de wetenschappelijk medewerkster komen te vervallen. Nederlands/Belgisch wetenschappelijk oliën- en vettenplatform In navolging op het succesvolle Euro Fed Lipid-congres in Rotterdam heeft MVO de eerste behoefte binnen het MVO-bedrijfsleven en andere stakeholders geïnventariseerd voor de opzet van een Nederlands/Belgisch wetenschappelijk oliën- en vettenplatform onder Euro Fed Lipid. Begin 2012 zijn verdere stappen gezet om een dergelijk platform op te zetten, hetgeen echter nog niet tot concrete resultaten heeft geleid. Vanuit België zal eerst een medevoortrekker gevonden moeten worden voordat volgende stappen kunnen worden gezet. Dit project heeft geen hoge prioriteit maar biedt wel kansen. Concept Jaarverslag MVO 2012
19
Wetenschappelijke ontwikkelingen; position paper gezondheidsaspecten van verzadigd vet Op basis van de wetenschappelijke discussie heeft MVO een position paper over de gezondheidsaspecten van verzadigd vet opgesteld. Dit document is bediscussieerd en aangescherpt met input van diverse wetenschappelijke specialisten uit de MVO-achterban en in 2012 afgerond. Het position paper kan als eenduidig achtergronddocument worden gebruikt om voorlichtingsmaterialen te ontwikkelen en als basis dienen voor communicatie richting professionals. Communicatie programma over palmolie De platformfunctie voor de palmolie-industrie heeft in 2012 verder vorm gekregen met de toetreding van nieuwe partijen en een bevestiging van commitment om de komende drie jaar een communicatiecampagne uit te voeren. Deze communicatiecampagne is gericht op het wegnemen van misvattingen over palmolie en gezondheid binnen Europa, met de focus op Frankrijk en Duitsland. Doel is het behoud van een goed imago van palmolie. Zowel voor Frankrijk als voor Duitsland zijn key messages opgesteld en er is een communicatiebureau gecontracteerd. De activiteiten worden volledig gefinancierd door de deelnemende partijen; MVO heeft een coördinerende rol in de European Palm Oil Alliance. Samenwerking met FrieslandCampina/Nederlandse Zuivel Organisatie De gestarte samenwerking met FrieslandCampina/Nederlandse Zuivel Organisatie is in 2012 verder uitgebouwd. Het doel om te komen tot een eenduidige communicatie rondom gezondheidsaspecten van vetten in de voeding naar zorgprofessionals en consumenten is helaas niet gehaald. Hiervoor verschilden partijen te veel van mening. Het MVO position paper over de wetenschappelijke stand van zaken inzake verzadigd vet – zoals eerder genoemd in dit jaarverslag - kon door de zuivel niet worden onderschreven. Netwerk herformulering productaanbod In 2012 heeft MVO in nauwe samenwerking met de BNMF zijn activiteiten binnen het Netwerk Herformulering Productaanbod, een initiatief van het ministerie van VWS, voortgezet. MVO en de BNMF hebben begin 2012 een concreet actieplan ingediend waarbij de focus ligt op verdere bevordering van de consumptie van onverzadigd vet in de voeding ter vervanging van verzadigd vet en transvet. Gestreefd wordt naar behoud van het aandeel vloeibare frituurvetten (in de horeca en retail), alsmede behoud van het aandeel vloeibare bak- en braadproducten in de retail. In 2012 heeft MVO in het kader van dit Netwerk een eerste monitoring uitgevoerd over de jaren 2010 en 2011. Uit de monitoringscijfers blijkt dat consumenten steeds vaker voor vloeibare en dus gezonde vetten kiezen. Zo is inmiddels 49% van de bereidingsvetten in de supermarkt vloeibaar. De resultaten zijn in juni 2012 gepresenteerd bij een bijeenkomst van dit Netwerk en zijn gepubliceerd in de nieuwsbrief Vette Feiten en op de MVO-website. Bovendien heeft MVO samen met de BNMF in een brief begin juli gereageerd op de oproep van de minister van VWS producten te herformuleren. Het ministerie van VWS heeft RIVM en het Voedingscentrum opdracht gegeven te rapporteren over ontwikkelingen in de markt die de inspanningen van alle deelnemende partijen moeten bevestigen. In een bijeenkomst van het Netwerk werd MVO in de gelegenheid gesteld om te reageren op de eerste resultaten van dit onderzoek door RIVM en Voedingscentrum. Hierbij is benadrukt dat MVO reeds in 2003 een Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling heeft geïnitieerd waarbij aanbieders en afnemers van plantaardige oliën en vetten zich actief hebben ingezet voor een betere vetzuursamenstelling van de voeding.
Concept Jaarverslag MVO 2012
20
Reactie MVO/ BNMF op oproep van ministerie van VWS om stappen te zetten naar een gezonder productaanbod In april 2012 heeft minister Schippers van het ministerie van VWS een brief gestuurd naar alle brancheorganisaties binnen de voedingsmiddelenindustrie, met een kopie aan o.a. alle productschappen waarin zij een oproep doet aan producenten en aanbieders van levensmiddelen in Nederland om op basis van zelfregulering verder stappen te zetten naar een gezonder productaanbod. In reactie hierop heeft MVO samen met de BNMF een brief gestuurd naar de minister van VWS met daarin de boodschap dat de MVO-sector op het gebied van verbetering van de vetzuursamenstelling en een gezonder voedingsaanbod al decennialang een voortrekkersrol heeft vervuld. Ook zijn in deze brief de uitkomsten van de monitoringscijfers 2010 en 2011 beschreven zoals deze door MVO gemeten zijn in het kader van het Netwerk Herformulering Productaanbod. www.vettefeiten.nl De website www.vettefeiten.nl geeft voorlichting aan retail en voedingsmiddelenindustrie over het belang van vetten in een gezonde voeding. Het hoofddoel is het verbeteren van de kennis over vetten bij voedingsmiddelenindustrie en retail. Dit betekent o.a. dat de voedingsmiddelenindustrie geïnformeerd wordt over mogelijkheden ter verbetering van de vetzuursamenstelling en het gebruik van duurzame grondstoffen. De bestaande samenwerking met de FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie), die een online zichtboek uitgeeft met cases over herformulering van producten, is voortgezet. Verder werden in het verslagjaar drie edities uitgebracht van de nieuwsbrief Vette Feiten in samenwerking met de Task Forces Duurzame Palmolie en Duurzame Soja. Met deze nieuwsbrief worden ruim 500 lezers bereikt. Wetgeving MVO heeft de achterban en relevante stakeholders (waaronder de overheid) geïnformeerd over nieuwe wetgeving en de implicaties hiervan voor de MVO-sector met betrekking tot o.a.: 1. Ontwikkelingen rond de claimwetgeving. Zo is in juni de lijst met toegestane voedingsclaims uitgebreid met onder meer de claim “verlaagd gehalte aan verzadigd vet”. Op 14 december verliep de overgangstermijn en sindsdien moeten alle claims aan de Europese regels voldoen. 2. Ontwikkelingen rond de Verordening voedselinformatie aan consumenten. De Europese Commissie is eind 2012 gestart met een impact assessment inzake herkomstetikettering, waarbij FEDIOL namens de oliën- en vettensector input levert. 3. Ontwikkelingen rond voeding gerelateerde prijsmaatregelen (bijvoorbeeld de belasting op verzadigd vet in Denemarken en de ‘Nutella’ taks in Frankrijk). 4. Ontwikkelingen m.b.t. de wetgeving rond additieven en aroma’s. Belangenbehartiging MVO heeft, veelal samen met de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten, zowel op nationaal als Europees niveau zijn standpunten bepleit in het kader van de wetgeving zoals op de hierboven gemelde onderwerpen. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid
In het belang van de sector zal MVO de achterban en relevante stakeholders blijven informeren over verdere ontwikkelingen in de claims-, etiketterings-, additieven- en ‘novel foods’-wetgeving of notificaties op het gebied van vetten (transvetzuren, vettaks, etc.) en de implicaties hiervan. MVO blijft de belangen van de sector behartigen bij de ontwikkeling van nieuw beleid en wetgeving op het gebied van voeding en gezondheid. MVO doet dit op nationaal en Europees niveau in samenwerking met de brancheorganisaties. Een verdere intensivering van de samenwerking op nationaal en Europees niveau tussen brancheorganisaties en MVO zal in 2013 worden opgepakt.
Concept Jaarverslag MVO 2012
21
MVO zal zich het komende jaar blijven inzetten voor een betere vetzuursamenstelling van de voeding ten gunste van het algemeen belang. MVO zal hiervoor o.a. participeren in het Netwerk herformulering productaanbod. Focus van MVO ligt hierbij op een verdere verschuiving van vaste naar vloeibare margarines en bak- en braadproducten voor in de keuken, van vaste naar vloeibare frituurvetten voor in de horeca, en het geven van goede voorlichting over vetten richting de voedingsmiddelenindustrie (inclusief bakkerijsector) en retail. De activiteiten uit het plan van aanpak richten zich met name op het geven van voorlichting, waarvoor de werkzaamheden vanuit het Voorlichtingsbureau MVO en het Kennisplatform Vette Feiten als basis dienen.
Het up-to-date houden van de voorlichtingsboodschap over vetten en gezondheid, en daar waar nodig aanpassen op basis van wetenschappelijke ontwikkelingen. Overleg voor het behoud/bereiken van een eenduidige communicatie over vetten met de MVO-sector, wetenschappers, overheid, Voedingscentrum en de zuivelsector wordt gecontinueerd.
MVO zal participeren in de European Palm Oil Alliance, het platform dat een communicatiecampagne uitvoert gericht op het wegnemen van misvattingen over palmolie en gezondheid binnen Europa. Deze activiteit zal worden uitgevoerd onder de vlag van het Voorlichtingsbureau MVO.
c. Voorlichting Margarine, Vetten en Oliën Doelstelling: Het verzorgen van voorlichting aan intermediaire doelgroepen over het belang van vetten in een gezonde voeding. Afstemming: Bestuur Voorlichtingsbureau MVO Stuurgroep Kies Gezond Vet, aandachtsgroep volwassenen Stuurgroep Kies Gezond Vet, aandachtsgroep kinderen Werkgroep Voeding en Gezondheid Projectgroep Verantwoord Frituren Projectgroep Frituurvet-Recycle het! Nieuwsbrief: Ter Perse voor diëtisten Ter Perse voor jeugdgezondheidszorg Focus in 2012 Lancering nieuw voorlichtingsmateriaal voor ouders van jonge kinderen via consultatiebureaus Maken en accrediteren van opleidingsmateriaal over vetten voor praktijkondersteuners Pilot in Amsterdam en Den Bosch t.b.v. het stimuleren inzamelen van gebruikt frituurvet Het in de markt zetten van de maatschappelijke stage ‘Vet Goed’ voor het voortgezet onderwijs
Resultaten van uitgevoerde activiteiten: Stuurgroep Kies Gezond Vet: MVO is initiator en uitvoerder van de Stuurgroep Kies Gezond Vet. In eerste instantie is samen met het Voedingscentrum gewerkt aan een nieuwe versie van de vetwijzer van het Voedingscentrum, maar later is besloten de vetwijzer uit te brengen als brochure van de Stuurgroep Kies Gezond Vet. MVO heeft er bewust voor gekozen om de boodschap over verzadigd vet positief te houden [‘vervang verzadigde vetten door meervoudig onverzadigde vetten’] en dus af te wijken van de algemene boodschap van het Voedingscentrum. De Kies Gezond Vetwijzer sluit aan bij het rekenprogramma op Concept Jaarverslag MVO 2012
22
www.kiesgezondvet.nl. Op 5 november 2012 is een eerste exemplaar overhandigd aan de directeur van de Nederlandse Hartstichting. Al snel is opdracht gegeven tot een tweede druk na grote belangstelling van intermediairs in de eerste weken na verschijning. In het vakblad Huisarts en Wetenschap verscheen in februari 2012 een artikel van drie Stuurgroepleden (Gerard Hornstra, Henriette Grooten, Jaap van Binsbergen) over de rol van vetten in voeding. Gerard Hornstra heeft op 21 november 2012 een presentatie gegeven over het belang van vetten tijdens het Nationaal Voedingsgeneeskundig Congres in Amsterdam. Praktijkondersteuners
Binnen de Stuurgroep Kies Gezond Vet is er veel aandacht voor de doelgroep Praktijkondersteuners. Deze professionals hebben een belangrijke rol in de huisartsenpraktijk. Artikelen over de rol van vetten in voeding zijn gepubliceerd in drie vakbladen voor praktijkondersteuners. Het Voorlichtingsbureau MVO was present met een stand op een grote beurs voor praktijkondersteuners op 22 mei waar zo’n 800 aanwezigen waren. De eerder ontwikkelde e-learning module voor praktijkondersteuners is afgerond en geaccrediteerd door de twee beroepsverenigingen voor praktijkondersteuners, de NVvPO en de V&VN. Aandachtsgroep Kinderen De Stuurgroep heeft sinds 2010 de focus uitgebreid naar de Jeugdgezondheidszorg, en hiervoor een Aandachtsgroep Kinderen opgericht, waaraan o.a. vertegenwoordigers van de verpleegkundigen en artsen binnen de jeugdgezondheidzorg en verloskundigen deelnemen. Deze Aandachtsgroep Kinderen richt zich op een gezonde vetkeuze voor kinderen tot vier jaar. De campagne genaamd “Met goed vet bak je er méér van!” is in januari 2012 van start gegaan en omvat onder meer een poster voor in de wacht- of spreekkamer van het consultatiebureau, een voorleesboekje over het belang van vetten in de voeding van jonge kinderen voor ouders en peuters, een brochure met achtergrondinformatie en wetenschappelijke onderbouwing voor de professional en een ‘bewaarkaart’ voor op het consultatiebureau voor het toepassen van de adviezen in de praktijk. Tijdens het Kinderobesitas Congres op 26 en 27 januari zijn de materialen gepresenteerd aan de 275 bezoekers. In april 2012 is de campagne geëvalueerd en hieruit blijkt dat het goed is gelukt om de boodschap over het belang van vet in voeding op een positieve manier onder de aandacht te brengen van moeders. Ook professionals reageerden positief. Jeugdgezondheidszorg Naast de campagne “Met goed vet bak je er meer van!” is een drietal digitale nieuwsbrieven gepubliceerd, de Ter Perse JGZ met nieuws en achtergrondinformatie over voeding en gezondheid, toegespitst op de actualiteit. Er was veel aandacht voor de toenemende problematiek van overgewicht bij kinderen. Diëtisten en voedingsvoorlichters Diëtisten en voedingsvoorlichters zijn belangrijke ambassadeurs voor het verduidelijken van de rol van vet in de voeding. Persoonlijk contact met de doelgroep had het Voorlichtingsbureau door met een stand aanwezig te zijn bij de Algemene Ledenvergadering van de NVD waarbij de nieuwe Kies Gezond Vetwijzer werd gelanceerd. De nieuwsbrief voor diëtisten Ter Perse verscheen drie keer. Eerstejaars studenten Voeding en Diëtetiek aan de Hanze Hogeschool Groningen hebben een presentatie bijgewoond over het belang van vetten in een gezonde voeding. Lespakket Basisonderwijs – EstaVETte In 2012 is het spel EstaVette geëvalueerd op een aantal basisscholen. 42 Leerkrachten hebben meegedaan aan de enquête. Het lespakket wordt over het algemeen goed gewaardeerd. Vooral gewaardeerd wordt de mogelijkheid het spel op elk gewenst moment te kunnen gebruiken. Zo kan het meer keren per groep gespeeld worden; door herhaling bereik je het meeste effect en daar leent dit spel zich goed voor. Opvallend is dat het spel niet alleen in de doelgroep wordt gebruikt, maar ook in hogere groepen van het basisonderwijs en in de lagere klassen van het praktijkonderwijs. Ook Concept Jaarverslag MVO 2012
23
diëtisten/gewichtsconsulenten maken gebruik van het spel in hun praktijk. In 2012 is aan de scholen die meedoen aan het Nationaal Schoolontbijt een exemplaar van het spel EstaVETte aangeboden dat het belang van het besmeren van je boterham duidelijk maakt. Dit kwam tot stand met financiële steun van Unilever. Voortgezet Onderwijs- Vet Goed Om middelbare scholieren de mogelijkheid te bieden hun verplichte maatschappelijke stage te houden over vetten in relatie met gezondheid of milieu, is een interactief programma ‘Vet goed’ ontwikkeld dat beschikbaar is gekomen via de portal www.foodstages.nl. Bij de start van het schooljaar 2012/2013 zijn de foodstages opnieuw onder de aandacht gebracht van de scholen voor voortgezet onderwijs en de stagemakelaars. Het reguliere lespakket voor het voortgezet onderwijs is herzien en herdrukt. De leskaarten zijn zowel als ansichtkaart als digitaal beschikbaar en zijn te gebruiken via het digibord. Er is een VMBO- en een HAVO/VWO-versie. Ook is een nieuwe mobiele website gelanceerd: www.vettesite.nl. Met een quiz op de website kunnen leerlingen via de computer of mobiele telefoon, een ringtone winnen. Campagne Verantwoord Frituren MVO is initiatiefnemer en heeft sinds 2004 actief campagne gevoerd ten behoeve van het stimuleren van het gebruik van vloeibaar frituurvet in de horeca. 2012 Was het tweede jaar waarin de campagne nog maar beperkt wordt gevoerd ter behoud van het logo en de naam, maar zonder actieve werving. Toch is een viertal advertenties (testimonials) geplaatst in de vakbladen voor de horeca om aandacht te blijven vragen voor gebruik van vloeibaar frituurvet. Het is nog steeds noodzakelijk om de boodschap onder de aandacht te blijven brengen zowel voor nieuwe ondernemers als voor bestaande ondernemers. In de cafetariabranche ontstond dit jaar verwarring over de gezondheidsaspecten van vetten en oliën en MVO is hierover in gesprek gegaan met de Profri, een nieuwe vereniging voor Professionele Frituurders, met als resultaat dat de verwarring weer weg is. Campagne inzamelen gebruikt frituurvet ‘(Frituur)Vet, Recycle het! De campagne ‘(Frituur)Vet – Recycle het!’ is zowel lokaal als landelijk actief geworden. De pilots in Amsterdam en Den Bosch zijn dit jaar opgestart en hier wordt inmiddels intensief met consumenten gecommuniceerd en is een goede infrastructuur opgezet voor de inzameling. Op nationaal niveau is op 8 oktober een campagne gelanceerd gericht op gemeenten. Samen met Stichting Rioned, de koepel van gemeenten, waterschappen en rioolbedrijven, wordt de boodschap meer gericht op gebruikte vetten in zijn algemeenheid. Gemeenten worden gestimuleerd om zelf de vetinzameling te initiëren en worden daarbij ondersteund door een toolkit en (gratis) communicatiematerialen. De campagne werkte toe naar een climax rond de oliebollentijd en heeft op dat moment inderdaad veel publiciteit gescoord. Gedurende het afgelopen jaar zijn de inzamelpunten landelijk in beeld gebracht en zijn met veel partijen netwerkgesprekken aangegaan. Alle activiteiten vinden plaats mede met externe financiering door het Ministerie E,L &I en Stichting Rioned. MVO treedt hierbij op als projectleider. Persberichten In 2012 zijn 10 persberichten verschenen. Voor de inhoud hiervan werden afhankelijk van het onderwerp verschillende afzenders gebruikt, onder meer het Productschap MVO, de Task Force Duurzame Palmolie, de Stuurgroep Kies Gezond Vet, Verantwoord Frituren, Frituurvet Recycle Het! en het Voorlichtingsbureau zelf. De persberichten werden veelvuldig geplaatst in kleinere en grotere media. Dit jaar is gebleken dat het persbeleid dat sinds een tweetal jaren versterkt ingezet is, ook vruchten begint af te werpen in de zin dat de pers steeds vaker actief contact met ons opneemt. Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid: De campagne “Met goed vet bak je er méér van!” zal in 2013 opnieuw onder de aandacht worden gebracht. Hiervoor zullen de materialen beschikbaar blijven via consultatiebureaus en zullen een aantal PR-activiteiten uitgevoerd worden. Indien nodig worden bestaande materialen geschikt gemaakt voor Concept Jaarverslag MVO 2012
24
nieuwe doelgroepen zoals bijvoorbeeld medewerkers van kinderdagverblijven. In overleg met de Aandachtsgroep kinderen wordt bepaald hoe. De e- learning module die ontwikkeld is voor praktijkondersteuners, wordt ook geschikt gemaakt voor verloskundigen en consultatiebureaumedewerkers. In 2013 zal een aantal nieuwe activiteiten worden opgepakt, zoals nieuwe artikelen in de vaktijdschriften en de ontwikkeling van een voorbeeldpresentatie en een Q&A. In 2013 zal de nieuwe Kies Gezond Vetwijzer worden geëvalueerd en de Draaischijf Kies Gezond Vet wordt geactualiseerd zodat hij aansluit bij de Kies Gezond Vetwijzer. Met het Voedingscentrum worden gesprekken gevoerd inzake de continuïteit van deelname aan de Stuurgroep Kies Gezond Vet. De campagne Verantwoord Frituren zal ook in 2013 in beperkte omvang blijven voortbestaan, aangevuld met 1 activiteit zoals in 2012. De gelden komen van de licentiehouders van het beeldmerk, te weten de frituurvetfabrikanten en grossiers die het logo voeren. Het vigerende beeldmerkreglement loopt in 2013 af en in de projectgroep zal besproken worden of er een verlenging van de campagne komt en hoe een nieuw reglement er zal uitzien. De campagne ‘Vet, Recycle het!’ zal worden doorgezet in samenwerking met Stichting Rioned. De focus zal liggen op afronding en evaluatie van de pilots, netwerkgesprekken, betrokkenheid van de retail en kinderboerderijen, free publicity, en goede vindbaarheid van de inzamelpunten. Om goede resultaten te bereiken zal onder meer gebruik gemaakt worden van social media. MVO zal participeren in de European Palm Oil Alliance, het platform dat een communicatiecampagne uitvoert gericht op het wegnemen van misvattingen over palmolie en gezondheid binnen Europa. Deze activiteit zal worden uitgevoerd onder de vlag van het Voorlichtingsbureau MVO. Persberichten van VB MVO en MVO zijn door de pers goed opgepakt en hebben bijgedragen aan positieve berichtgeving over het belang van vetten in een gezonde voeding. Ook in 2013 lijkt het zinvol om aandacht te blijven schenken aan persberichten en perscontacten.
d. Kwaliteit en Voedselveiligheid Doelstelling Voedsel- en diervoederveiligheidsborging voor de MVO-sector garanderen Afstemming Werkgroep Food / Feed Quality and Safety Werkgroep Feed / GMP+ Ad-hoc Werkgroep Pesticiden Ad-hoc Werkgroep samengestelde vetten Ad-hoc Werkgroep cursus oliën en vetten Nieuwsbrief Quality and Food Safety Wetgeving Dierlijk Vet Focus in 2012 De MVO/sector ondersteunen in de afstemming, communicatie en informatievoorziening op
het terrein van voedsel- en diervoederveiligheidskwesties. Organisatie MVO-cursus op het gebied van voedselveiligheid van plantaardige oliën en vetten. Het leveren van actieve bijdrage bij het opzetten van risicoanalyses voor deelsectoren binnen de oliën- en vettensector. Het inzetten voor een brede(re) acceptatie van de Europese food- en feed-standaarden voor oliën en vetten binnen de MVO-achterban en diens klanten.
Concept Jaarverslag MVO 2012
25
Belangenbehartiging in het kader van GMP+ International en ondersteuning activiteiten EFIP (European Feed Ingredients Platform) en EFISC (European Feed Ingredients Safety Code).
Resultaten van uitgevoerde activiteiten Fediol-werkgroepen MVO heeft actief deelgenomen aan de werkgroepen Contaminants and Pesticides en Food and Feed Safety Standards (FFSS), waarin onder andere onderwerpen als 3-MCPD esters, Mineral Oil Hydrocarbons, dioxine in veevoeder, deo-distillaten, bleekaarde in sojameel en salmonella in veevoeder aan de orde zijn geweest. Dioxinemonitoringwetgeving Op 16 september 2012 is EU-verordening 225/2012 van kracht geworden, hetgeen een gevolg is van de dioxinecrisis in Duitsland begin 2011. Deze verordening behelst onder meer een verplichte erkenning van producenten van samengestelde vetten door het NVWA. MVO heeft intensief overleg met zijn achterban en de NVWA over de uitvoering van deze wetgeving met name ten aanzien van de praktische uitvoering van monstername, analyse en labelling. Werkgroep Samengestelde vetten MVO heeft een een Task Force Pesticiden Fat Compounders opgericht met als doel een generiek controleplan voor pesticiden op te stellen specifiek voor producenten van samengestelde vetten. Naast een aantal fat compounders maken een tweetal laboratoria deel uit van deze task force. Bij aanvang van de discussie was ook de NVWA betrokken, aangezien instemming door deze partij van belang is met het oog op de Europese MRL-wetgeving. In 2012 heeft ‘finetuning’ van dit controleplan plaatsgehad in overleg met alle producenten van samengestelde vetten en zijn ook de relevante raffinaderijen benaderd. Na de beoordeling door NVWA en partijen als GMP+ International en Trust Feed is het de bedoeling dit controleplan begin 2013 van start te laten gaan. In december 2012 is een bijeenkomst gehouden voor de mengvetindustrie, die vooral in het teken stond van vetrecycling en biobrandstoffen, waarbij echter ook aandacht is besteed aan onderwerpen die betrekking hebben op diervoederveiligheid. Een aantal vetmengbedrijven houdt zich bezig met zowel toelevering aan de diervoederindustrie als aan de biodieselindustrie. Er is daarbij vooral gesproken over de uitvoering van de wetgeving op dioxinemonitoring en de rol van de NVWA. Cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ Van 24 t/m 26 april 2012 heeft MVO voor de derde keer met succes de driedaagse Engelstalige cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ georganiseerd voor werknemers van MVO-bedrijven, afnemers, certificerende instanties, brancheverenigingen, overheid en onderwijs. Deze cursus combineert theoretische presentaties met cases op het gebied van voedselveiligheid met een drietal bedrijfsbezoeken (olie-opslagbedrijf, raffinaderij en een margarinefabriek). Bijproductenverordening in de praktijk De nieuwe Europese Dierlijke Bijproductenverordening is sinds maart 2011 van kracht. In alle EUlidstaten hebben Europese en nationale beleidsmedewerkers begin 2012 informatie verzameld over de wijze waarop deze verordening in de praktijk wordt toegepast, over de knelpunten die bedrijven hierbij tegenkomen, over onduidelijkheden die nog moeten worden opgelost. De verkregen informatie zal waar nodig worden verwerkt in voorstellen tot wijziging van de Bijproductenverordening. Het Productschap MVO heeft zich hierbij actief ingezet voor het laten kennismaken van de beleidsmedewerkers van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) maar ook van hun buitenlandse collega’s met de praktijk van genoemde verordening. Zo heeft MVO met medewerking van Bosland BV bij het bedrijf in Almere een bezoek geregeld voor medewerkers van EL&I die geïnteresseerd waren in de dagelijkse bedrijfsvoering en de invloed die Concept Jaarverslag MVO 2012
26
hierbij wordt ondervonden van bepalingen en voorschriften van genoemde Bijproductenverordening. Doel van dit bezoek was om de dossierhouders van EL&I een beter beeld te geven van de bedrijfsmatige afwegingen die binnen de organisatie worden gemaakt en de besluiten die hierdoor worden genomen m.b.t. de productie van dierlijke vetten. Verder heeft MVO eigener beweging aansluiting gezocht bij het door het Ministerie van EL&I georganiseerde bezoek van een internationale delegatie (Zweden en het Verenigd Koninkrijk) aan de mengvoederfabriek van Van Tuijl in Kesteren. Bij dit bezoek ging het met name over de mogelijkheden en beperkingen m.b.t. het inzetten van dierlijk vet van categorie 1, 2 en 3 als brandstof voor stationaire motoren als onderdeel van een warmte-/kracht-koppelingssysteem (WKK). GMP+ International MVO heeft in 2012 de belangen van de dierlijke en plantaardige oliën- en vettensector behartigd in het International Expert Committee (IEC) en de subcommittees Production, Transport en Trade & Collection GMP+ International. Afstemming over GMP+-onderwerpen had in 2012 plaats via de MVO Werkgroep Feed/GMP+. De uitvoering van de Dioxinemonitoringwetgeving (Verordening 225/2012), alsmede minimumeisen voor monstername en analyses en “negative list”, zijn onderwerpen die aan de orde zijn geweest. Ook zijn er stappen gezet in een verdergaande samenwerking/acceptatie tussen GMP+, Ovocom en EFISC. NEN MVO ondersteunt de NEN bij de ontwikkeling van goed bruikbare internationaal genormeerde analysemethoden. Via de NEN normcommissie plantaardige en dierlijke oliën en vetten wordt informatie verkregen over ontwikkelingen en de lopende projecten van ISO (International Organization for Standardisation) en CEN (European Committee for Standardization). Via de NEN beleidscommissie Landbouw en Levensmiddelen wordt actief deelgenomen aan besluitvorming op het gebied van ontwikkelingen binnen de Agrisector in het algemeen en die van de oliën en vetten in het bijzonder. Dierlijk vet De dierlijk-vetbedrijven zijn via 7 elektronische nieuwsbrieven wetgeving dierlijk vet geïnformeerd over relevante wettelijke en beleidsmatige ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op de dagelijkse bedrijfsvoering. In deze nieuwsbrieven zijn onder andere aan de orde geweest de nieuwe Wet dieren die per 1 januari 2013 van kracht wordt, de daarbij horende Regeling dierlijke producten en Besluit dierlijke producten en de gevolgen hiervan voor de verwerker van categorie 1- en 2-materialen. Ook is melding gedaan van de eerste stap voorwaarts bij het oplossen van het al jaren slepende conflict tussen de EU en Duitsland over het BSE-restrisico bij de toepassing van rundvet in diervoeders. Verder was er aandacht voor de nieuwe keuringstarieven van de NVWA, wijzigingen in de Traces-lijsten voor erkende buitengrensinspectieposten en veterinaire eenheden, de wijziging van het intracommunautaire handelsdocument voor dierlijke bijproducten, de aanbevelingen van de EFSA voor aanpassingen van het BSE-/TSE-testregime en de wijzigingen op de BSE-landenlijst. In april werd de WUR-publicatie beschikbaar gesteld over de mogelijke herintroductie van diermelen in diervoeders. Voor de bedrijven die zich specifiek met visolie bezighouden, was er onder meer het EFSA-advies over de gezondheidseffecten van omega-3 vetzuren. Informatiecampagne Dierlijk Vet In 2012 is besloten de Informatiecampagne Dierlijk Vet niet te continueren. De campagne heeft naar de mening van productschap en achterban haar voornaamste doel bereikt, te weten het tegengaan van misverstanden bij politiek, pers en publiek wat betreft dierlijke vetten. De campagnewebsite, met daarop de verzamelde informatie over het product dierlijk vet, het productieproces, de regels m.b.t. voedsel- en diervoederveiligheid, de in de sector actieve bedrijven enzovoort, is wel online gebleven omdat er zowel in binnen- als buitenland nog steeds behoefte blijkt aan zakelijke, objectieve informatie over dierlijke vetten.
Concept Jaarverslag MVO 2012
27
In juni heeft het productschap deelgenomen aan het jaarlijkse EFPRA-congres, deze keer gehouden in Dubrovnik, maar vanwege de beëindiging van de campagne is er dit jaar geen campagnenieuwsbrief aan het congres gewijd.
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid
MVO heeft met zijn crisismanagement ten aanzien van de dioxinecrisis laten zien een relevante spil te zijn in het netwerk van overheden, stakeholders en MVO-bedrijven. MVO zal daar waar nodig in de toekomst een actieve rol innemen als coördinatie- en informatiecentrum voor de Nederlandse MVO-sector ten tijde van voedsel- of diervoederveiligheidskwesties. In 2013 zullen de MVO-nieuwsbrieven Quality and Safety en Wetgeving Dierlijk Vet worden geïntegreerd tot één elektronische nieuwsbrief die minimaal eens per maand verschijnt. Hiertoe is besloten omdat de – grotendeels Europese - veterinaire wetgeving in het overgrote deel der gevallen is of wordt ingevoerd omwille van redenen van kwaliteit en/of voedsel-/diervoederveiligheid. Notities van overheidsinstanties, perspublicaties, onderzoeksrapporten en andere schriftelijke en mondelinge uitingen met betrekking tot dierlijke vetten zullen nauwgezet worden gevolgd, zodat tijdig kan worden besloten of een eventueel reactiveren van de informatiecampagne dierlijk vet gewenst is. De cursus ‘Food Safety of Vegetable Oils and Fats’ zal wegens succes ook in 2013 worden georganiseerd. MVO zal zich blijven inzetten voor een Europese diervoerderstandaard en de boodschap van EFIP en EFISC bij deze doelgroep voor het voetlicht blijven brengen. In GMP+ International zal MVO de belangen van de sector blijven behartigen. MVO zal de sectorale risicoanalyses voor de gehele MVO-keten blijven ondersteunen en daar waar nodig uitbouwen. Continue belangenbehartiging en het streven naar een geharmoniseerde aanpak van interpretatie van wetgeving op het terrein van hygiëne, contaminanten en pesticiden blijven ook in 2013 punten van aandacht voor MVO.
e. Handelspolitiek en Biotechnologie Doelstelling Onbelemmerde (tariefvrije) EU-invoer van grondstoffen die van economisch belang zijn voor de Nederlandse oliën- en vettensector. Vrije toegang tot de in derde landen geproduceerde grondstoffen, in het bijzonder door de afschaffing van (gedifferentieerde) exportheffingen en –belemmeringen ten aanzien van oliezaden en plantaardige oliën Volledige liberalisering van de multilaterale en bilaterale/regionale handel in oliezaden, oliën en vetten op basis van het Level Playing Field-principe. De toelating en acceptatie van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in Europa loopt gelijk met die in de rest van de wereld. Afstemming Bestuur van MVO en rechtstreeks met relevante bedrijven per onderwerp Nieuwsbrieven Trade Policy & Biotechnology
Concept Jaarverslag MVO 2012
28
Focus 2011 Ondersteuning van multi- en bilaterale handelsbesprekingen door belangenbehartiging en contacten met de Nederlandse overheid en Europese Commissie c.q. Europese brancheorganisaties Informatievoorziening aan de achterban op het gebied van multilaterale en bilaterale vrijhandelsbesprekingen Participeren in de nationale en Europese discussie rondom de versnelling van de toelating van ggo’s, de introductie van een drempelwaarde of ‘technische oplossing’ en de discussies rondom de (sociaal economische) criteria voor toelating van nieuwe ggo’s Resultaten van uitgevoerde activiteiten
Handelspolitiek Via nieuwsbrieven, de beantwoording van individuele vragen en de organisatie van informatiebijeenkomsten heeft MVO het bedrijfsleven gedetailleerd op de hoogte gehouden van de voor de sector relevante vrijhandelsafspraken voor oliën en vetten. Regionale vrijhandelsovereenkomsten Op regionaal niveau heeft de EU in het verslagjaar de nodige vooruitgang geboekt bij de verdere liberalisering van de handel in oliën en vetten. Maleisië In de eerste maanden van 2012 zijn de sinds eind 2010 lopende bilaterale vrijhandelsbesprekingen tussen de EU en Maleisië voortvarend voortgezet. Na de 6e en 7e onderhandelingsronde in respectievelijk Kuala Lumpur (februari) en Brussel (april) zijn deze onderhandelingen echter in verband met de komende Maleise verkiezingen in de eerste helft van 2013 tot nader order opgeschort. Partijen hebben vooralsnog geen formele productspecifieke voorstellen uitgewisseld over de (geleidelijke) afschaffing van de EU-invoerrechten en de Maleise exportheffingen op (duurzame) palmolie. Mede gelet op de voorlopige opschorting van deze onderhandelingen en de termijn die na afronding van de onderhandelingen benodigd is om deze overeenkomst in procedurele zin goed te keuren, is het niet aannemelijk dat deze vrijhandelsovereenkomst vóór 2015 in werking treedt. Oekraïne De EU en Oekraïne hebben de technische onderhandelingen over de totstandkoming van hun zogenaamde “Deep and Comprehensive Free Trade Agreement” (DCFTA) op 19 juli 2012 succesvol afgerond. Met de parafering van deze overeenkomst is de ondertekening van deze vrijhandelsovereenkomst een stap dichterbij gekomen. De betrokken partijen hopen in 2013 een oplossing te vinden voor de bestaande politieke belemmeringen die de formele ondertekening van de overeenkomst blokkeren zodat deze alsnog tijdens een politieke top in Vilnius (november 2013) kan worden ondertekend. Canada Hoewel de EU en Canada in 2012 grote vorderingen hebben geboekt bij de onderhandelingen over de totstandkoming van hun “Comprehensive and Economic Trade Agreement” (CETA) hebben deze onderhandelingen in dat jaar niet tot een akkoord geleid. Gelet op de grote economische belangen en het beperkte aantal probleemdossiers is de verwachting dat partijen deze vrijhandelsbesprekingen in 2013 zullen afronden.
Concept Jaarverslag MVO 2012
29
India De EU en India zijn hun onderhandelingen over de totstandkoming van een bilaterale vrijhandelsovereenkomst in juni 2007 gestart. Vanwege de wisselende berichtgeving over het boeken of juist uitblijven van vorderingen bij deze onderhandelingen, is het in dit stadium niet mogelijk om goed inzicht te verschaffen in het tijdspad richting afronding van deze bilaterale vrijhandelsbesprekingen. Marokko Op 1 oktober 2012 is een sterk uitgebreid vrijhandelsprotocol tussen de EU en Marokko in werking getreden. Dit protocol voorziet vanaf de datum van inwerkingtreding in volledige vrijstelling van EUinvoerrechten op alle plantaardige oliën en vetten (inclusief olijfolie en arganolie) van oorsprong uit Marokko. Marokko verlaagt op grond van dit protocol geleidelijk de invoerrechten op geraffineerde en anderszins bewerkte plantaardige vetten en oliën van oorsprong uit de EU zodat deze in 2016 volledig vrijgesteld zijn van invoerrechten. Voor de geleidelijke afbraak van invoerrechten op margarine van oorsprong uit de EU hanteert Marokko een termijn van tien jaar. Ruwe plantaardige oliën van oorsprong uit de EU zijn bij invoer in Marokko vanaf 1 oktober 2012 volledig vrijgesteld van rechten. Centraal-Amerika, Colombia en Peru De EU heeft op 15 december 2012 de vrijhandelsovereenkomst met zes Centraal-Amerikaanse landen officieel gepubliceerd. Op 21 december 2012 volgde de officiële publicatie van de overeenkomsten tussen de EU en respectievelijk Colombia en Peru. Met de inwerkingtreding van deze overeenkomsten (in de eerste helft van 2013) zullen de op het APS gebaseerde eenzijdige EU-tariefpreferenties ten gunste van deze landen worden omgezet in wederzijdse liberalisering van onderlinge handel. De EU biedt deze landen vanaf de datum van inwerkingtreding volledige vrijstelling van invoerrechten voor hun oliën en vetten van oorsprong. De Centraal-Amerikaanse landen, Colombia en Peru zullen hun markt geleidelijk openstellen voor oliën en vetten van oorsprong uit de EU. WTO-toetreding Rusland In augustus 2012 heeft de Russische Federatie de tariefafspraken geïmplementeerd die zij in het kader van haar WTO-toetreding was overeengekomen. Dit betekent onder meer een (aanzienlijke) verlaging van de Russische invoerrechten op plantaardige oliën, speciaalvetten en margarine alsmede een reductie van de exportheffingen op sojabonen en zonnebloempitten. Zij heeft hierbij echter voor diverse plantaardige oliën - met name voor palmolie, palmpitvet en kokosolie - haar tariefafspraken geschonden. Deze schending bestaat voornamelijk uit het handhaven van invoerrechten die qua niveau hoger zijn dan de in WTO-kader toegestane maxima. Op 7 september 2012 heeft het Productschap MVO de Minister van Economische Zaken schriftelijk verzocht hiertegen bezwaar te maken. Ook heeft het Productschap over deze problematiek ambtelijke gesprekken gevoerd met het Ministerie van Economische Zaken en de Europese Commissie. Herziening Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) De EU heeft op 31 oktober 2012 haar drastisch gewijzigde stelsel van algemene tariefpreferenties ten gunste van ontwikkelingslanden voor de periode 2014-2023 officieel gepubliceerd. Vanaf 1 januari 2014 kunnen de zogenaamde High Income Countries (HICs) en Upper Middle Income Countries (UMICs) niet langer aanspraak maken op de tariefverlagingen van het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) op de EU-markt. Dit betekent dat de EU-invoerrechten op producten (w.o. oliën en vetten, vetzuren, lecithinen en biodiesel) van oorsprong uit landen zoals Argentinië, Brazilië, Rusland, Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Maleisië vanaf genoemde datum (aanzienlijk) zullen stijgen. Verder zal de EU-invoer van bepaalde vetzuren, biodiesel en lecithinen van oorsprong uit Indonesië en India in ieder geval tot 1 januari 2017 niet in aanmerking komen voor APS-tariefpreferenties. Voor oliën en vetten van oorsprong uit Indonesië wordt de bestaande opschorting van tariefpreferenties verlengd tot 1 januari 2017. Behalve diverse nieuwsbrieven heeft MVO op 10 oktober 2012 een uitgebreide informatiebijeenkomst gewijd aan de tarifaire gevolgen van de herziening van het APS voor de invoer van oliën en vetten.
Concept Jaarverslag MVO 2012
30
EU: anti-dumpingonderzoek biodiesel uit Argentinië en Indonesië Op 29 augustus 2012 heeft de EU officieel bekendgemaakt een antidumpingprocedure te starten naar de invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië en Argentinië. Op 10 november 2012 volgde de bekendmaking van een antisubsidie-onderzoek naar de invoer van dezelfde producten. Het antidumpingonderzoek en antisubsidie-onderzoek dienen binnen respectievelijk 15 en 13 maanden te worden afgerond. Voor beide onderzoeken geldt dat tot 9 maanden na de bekendmaking voorlopige maatregelen mogen worden ingesteld. Biotechnologie De EU-besluitvorming op het terrein van biotechnologie in het verslagjaar kan wederom worden gekenmerkt als bijzonder traag. Met name de ophef die het gevolg was van de publicatie van de (wetenschappelijk omstreden) “Séralini-studie” en het gedwongen vertrek van de in opspraak geraakte EU-commissaris John Dalli lijken de EU-besluitvorming op het terrein van biotechnologie verder te hebben verlamd. In de laatste vijf maanden van 2012 heeft het Permanent Comité van de Voedselketen en de Diergezondheid (PCVD), sectie GGO, slechts een dagdeel vergaderd en zijn verder alle (maandelijkse) vergaderingen geannuleerd. Het PCVD is het ambtelijke voorportaal van de EUregelgeving op het terrein van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders. Het niet bijeenkomen van dit PCVD leidt dan ook onder meer tot procedurele stagnatie van EU-markttoelatingen. Afgezien van de officiële publicatie in februari 2012 van een drietal nieuwe EU-markttoelatingen van sojavariëteiten (de herbicidentolerante A5547-127 en DP-356043-5 en de insectenresistente MON 87701) en de verlenging van de bestaande markttoelating van de MON 04032 is er op dit terrein bijzonder weinig te melden. Inmiddels lopen de toelatingen van nieuwe GG-sojavariëteiten in Noord- en Zuid-Amerika gestaag door en hierdoor verder uiteen met die van de EU (schema?) waardoor de EUproblematiek als gevolg van de “asynchrone toelatingen” slechts verder wordt geïntensiveerd. Mede doordat het aandeel van GG-soja in Brazilië aan een stevige opmars bezig is (inmiddels bijna 90% en hiermee richting de niveaus van de VS en Argentinië), is de noodzaak tot een Europese Low Level Presence-voorziening voor levensmiddelen het afgelopen jaar slechts verder toegenomen. In juni 2011 is een dergelijke voorziening voor diervoeders officieel door de EU gepubliceerd. In tegenstelling tot diverse aankondigingen van de zijde van de Europese Commissie heeft zij de Lidstaten ook in het verslagjaar nog geen voorstel voor een dergelijke voorziening voor levensmiddelen voorgelegd. Tenslotte, de Europese Commissie heeft in het verslagjaar door een extern bureau onderzoek laten doen naar de wenselijkheid van geharmoniseerde regelgeving op het terrein van de etikettering van “non-GGO producten”. De uitkomsten van dit onderzoek zouden in november 2012 gereed zijn, maar zijn vooralsnog niet met de Lidstaten gedeeld. Informatieplatform Groene Biotechnologie (IGB) In 2012 heeft MVO actief geparticipeerd in het IGB. Het IGB heeft als doel een structurele dialoog tussen maatschappelijke organisaties, overheid en bedrijfsleven over de kansen en risico’s van het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) voor een duurzame landbouw te faciliteren. In 2012 hebben vier bijeenkomsten plaatsgehad. Maatschappelijke organisaties (Solidaridad, WNF, SNM, Greenpeace), overheid (EL&I en IM) en bedrijfsleven (FNLI, CBL, Nevedi, NZO, LTO, NJAK, Niaba, NVZP, MVO) namen aan deze bijeenkomsten deel. De heer Pieter van Geel (oud-staatssecretaris VROM) is voorzitter van het IGB. De agenda voor de komende jaren heeft de ambitie om de structurele dialoog te continueren en waar mogelijk oplossingsrichtingen te ontwikkelen.
Concept Jaarverslag MVO 2012
31
f. Arbeid en scholing Doelstelling Het aantrekkelijk maken van de MVO-sector als (potentiële) werkgever, het ondersteunen van MVObedrijven bij het naleven van de arboregels en het opzetten van scholingsactiviteiten voor hun eigen werknemers en het creëren van een betere arbeidsmarkt voor zittend en nieuw personeel. Afstemming Werkgroep Verankering Arbeid Werkgroep Arbeid en Scholing Ad-hoc Werkgroep cursus oliën en vetten Nieuwsbrieven Arbeid (afdeling arbeid van HPA/MVO) Arbeid en Scholing Focus in 2012 Versterken contacten enerzijds MVO-bedrijfsleven en anderzijds opleidingsinstituten (project MVO Scholingsconsulent → FNLI Initiatiefgroep Rijnmond resp. MVO Kenniscentrum) Intensiveren onderlinge contacten tussen P&O’ers/HR-medewerkers in de sector door de organisatie van HR-netwerkbijeenkomsten met thema en spreker Organiseren van een op de oliën- en vettensector gerichte cursus op HBO-niveau over aspecten van voedselveiligheid van plantaardige oliën Faciliteren van een cursus Preventiemedewerker Begeleiden van de nieuwe MVO/VAPRO-cursus Energiezuinige operator Stimuleren arbeidsmarktanalyse bij MVO-bedrijven (project GRIP op de arbeidsmarkt) Verbeteren kennisniveau middelbare scholieren m.b.t. oliën en vetten (project Maatschappelijke Stage) Resultaten van uitgevoerde activiteiten De vertegenwoordigers van de vakbonden in de Werkgroep Arbeid en Scholing zijn bijeengekomen om het concept Jaarplan Arbeid 2012 te bespreken, zoals dat na telefonisch overleg tussen productschap en P&O’ers en HR-medewerkers uit de sector was opgesteld. Hoewel deze situatie voor betrokkenen niet ideaal was, is hiervoor om praktische redenen gekozen opdat nog vóór het einde van 2011 het jaarplan voor 2012 kon worden vastgesteld. In het verslagjaar is tweemaal een poging ondernomen om een HR-netwerkbijeenkomst voor P&O’ers en HR-medewerkers in de sector te organiseren. In beide gevallen heeft het productschap de bijeenkomst moeten annuleren wegens een gebrek aan aanmeldingen. In april 2012 is de derde driedaagse Engelstalige MVO-course on Food Safety in Rotterdam georganiseerd voor werknemers van MVO-bedrijven, afnemers, certificerende instanties, brancheverenigingen, overheid en onderwijs. Behalve een groot aantal presentaties kregen de ongeveer dertig cursisten de gelegenheid diverse bedrijven te bezoeken en in de praktijk kennis te maken met uiteenlopende issues. In het eerste kwartaal is de proefeditie van de MVO/VAPRO-cursus Energiezuinige operator van start gegaan bij de Zaanse MVO-bedrijven SRC en Pieter Bon. Deze cursus is zeer positief ervaren door de betrokken cursisten/werknemers en heeft verscheidene ideeën tot verbetering van de energieefficiëntie op de werkvloer opgeleverd. In de loop van 2012 hebben andere MVO-bedrijven aangegeven interesse te hebben voor deelname aan een volgende editie.
Concept Jaarverslag MVO 2012
32
Wegens gebrek aan voldoende aanmeldingen heeft de Cursus ‘De Preventiemedewerker in de praktijk’ in 2012 tot tweemaal toe geen doorgang kunnen vinden. In 2012 heeft MVO enige activiteiten ontplooid m.b.t. de drie zgn. PAO-projecten, die financieel mede mogelijk worden gemaakt door het Ministerie van EL&I: GRIP op de arbeidsmarkt, Maatschappelijke Stage en Scholingsconsulent. Een gecombineerde GRIP quick scan en analyse die voor één MVObedrijf zou worden uitgevoerd, is in het verslagjaar op verzoek van het desbetreffende bedrijf opgeschort. Het vernieuwde concept van de Maatschappelijke Stage ‘Vet goed’ is in het schoolseizoen 2011/2012 ingevoerd, tezamen met andere foodstages, en aldus gedurende 2012 voor de schooljeugd beschikbaar geweest. Het project Scholingsconsulent heeft een inhoudelijke wijziging ondergaan: enerzijds is besloten aansluiting te zoeken bij de FNLI Initiatiefgroep Rijnmond, waarin bedrijven uit een breed scala van levensmiddelensectoren gezamenlijk initiatieven opzetten om gesignaleerde problemen m.b.t. scholing en arbeidsmarkt aan te pakken; anderzijds is ingezet op verhoging van het gebruik van het online MVO Kenniscentrum door het MBO onderwijs in Rotterdam-Rijnmond. Drie MVO-bedrijven hebben zich in 2012 bij genoemde initiatiefgroep aangesloten, terwijl vijf MBO onderwijsinstellingen na het voeren van aparte gesprekken hebben aangegeven gebruik van (delen van) het MVO Kenniscentrum te willen maken bij de opleiding van hun leerlingen. Het MVO Kenniscentrum is in 2012 op verzoek van de achterban uitgebreid met een module Veilig werken, waarin informatie wordt verstrekt aan (tijdelijke) arbeidskrachten in de sector over producten werknemersveiligheid in de MVO-industrie. De Afdeling Arbeid van HPA/MVO heeft in 2012 vier edities van de Nieuwsbrief Arbeid uitgebracht.
Terugkoppeling resultaten naar toekomstig beleid De positieve respons op de derde editie van de cursus Food Safety heeft geleid tot het besluit om ook in 2013 een editie te verzorgen. Er zullen voorlopig geen HR Netwerkbijeenkomsten meer worden georganiseerd. In 2013 zullen de activiteiten op het gebied van Arbeid en Scholing in zijn algemeenheid geleidelijk worden afgebouwd. In 2013 zal opnieuw ernaar worden gestreefd de Maatschappelijke Stage Vet goed blijvend bij middelbare scholen onder de aandacht te brengen. De positieve ervaringen met de proefeditie van de VAPRO/MVO-cursus Energiebewuste operator zullen in 2013 tot volgende edities leiden.
g. Statistiek Doelstelling Informatievoorziening over productie van en handel in voor de MVO-sector relevante producten en landen/werelddelen. Focus in 2012
Inhoudelijke en cijfermatige ondersteuning van alle beleidsactiviteiten binnen het Productschap; Het uitbrengen van relevante data: Statistisch Jaarboek Databank Handelsgegevens EU Trade Figures in Excel, Databank Prijzen Tailor-made cijfermatige ondersteuning van MVO-bedrijven (op verzoek)
Concept Jaarverslag MVO 2012
33
Resultaten van uitgevoerde activiteiten Statistisch Jaarboek In dit statistisch jaarboek van het Productschap MVO zijn cijfers opgenomen van de Nederlandse, Europese en mondiale productie, handel en binnenlandse afleveringen van oliezaden en plantaardige en dierlijke vetten en oliën in 2011. Daarbij zijn ter vergelijking ook de cijfers over de jaren 2010, 2009, 2008 en 2007 opgenomen. EU handelsgegevens / Nederlandse handelsgegevens De EU-handelscijfers (per lidstaat) zijn in 2012 halfjaarlijks geactualiseerd en opgenomen in de online databank. Daarnaast zijn de EU-handelscijfers op een overzichtelijke manier in Excel gepresenteerd. Het overzicht Nederlandse handelsgegevens is maandelijks verschenen en geeft inzicht in de Nederlandse handel onderverdeeld naar product en land van herkomst of bestemming. Databank Prijzen Deze databank bevat de gemiddelde week-, maand-, kwartaal/ en jaarprijzen van de belangrijkste MVOproducten (vanaf 1988). De databank bevat de gegevens van 6 oliehoudende zaden, 25 soorten/bewerkingen van plantaardige vetten en oliën, 10 soorten/bewerkingen van dierlijke vetten en 6 schrootsoorten. De gegevens worden wekelijks bijgewerkt.
Concept Jaarverslag MVO 2012
34
4. Bestuur en Organisatie Het productschap is ingesteld voor ondernemingen waarin : a. Vetten of oliën worden bereid of bewerkt; b. Vetten of oliën worden verwerkt tot producten welke tot menselijk voedsel kunnen dienen, al dan niet na verdere be- of verwerking; c. Handel wordt uitgeoefend in : 1. kopra of in het buitenland geteelde oliehoudende zaden of vruchten, met uitzondering van consumptiegrondnoten en cacaobonen; 2. vetten of oliën, met uitzondering van ongesmolten dierlijk vet, of daaruit verkregen producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking tot menselijk voedsel kunnen dienen. De verticale kolom waarvoor het productschap is ingesteld, omvat derhalve drie groepen ondernemingen, namelijk: Ondernemingen waarin vetten of oliën van plantaardige of dierlijke oorsprong worden bereid of bewerkt; Ondernemingen waarin deze vetten of oliën verder worden verwerkt; Ondernemingen op het gebied van de (internationale) handel.
a. Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het houdt rekening met de afwegingen ter zake van sectoraal en algemeen belang en functioneert als sectoraal platform. De samenstelling van het bestuur, de benoemende organisaties en de zetelverdeling worden door de Sociaal-Economische Raad vastgesteld. Het bestuur kent een zittingsperiode van twee jaar. Op 1 januari 2012 is een nieuwe zittingsperiode van het bestuur begonnen die loopt tot en met 31 december 2013. Gedurende het verslagjaar overleden twee leden van het bestuur. Op 9 april 2012 overleed Geert B. Rijzinga op de leeftijd van 59 jaar. Sinds 1 januari 2002 was hij plaatsvervangend lid van het bestuur van het Productschap MVO, alwaar hij namens de werknemers in de detailhandel zitting had. Tevens vertegenwoordigde hij CNV Dienstenbond in de besturen van enkele andere productschappen. Hij was een gedreven onderhandelaar, een netwerker, een lobbyist en een betrokken bestuurder. Op 15 oktober 2012 overleed Sjoerd-Jan ten Kate op de leeftijd van 56 jaar. Hij was namens de dierlijkvetsector sinds 2000 lid van het bestuur van het Productschap MVO, en vanaf de oprichting in augustus 1996 tot en met september 2008 lid van het bestuur van het Voorlichtingsbureau MVO. Sjoerd-Jan ten Kate was een gedreven ondernemer die buitengewoon trots was op zijn bedrijf en op de sector waarin hij actief was. Hij was een bestuurder die op bevlogen wijze ook de belangen van de MVO-sector heeft behartigd. Het bestuur kwam in 2012 driemaal (19 januari, 14 juni en 15 november) in vergadering bijeen. De bestuursvergaderingen zijn openbaar en de bestuursstukken zijn te vinden op de website (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Bestuursstukken). Voor de zittingsperiode 2012-2013 telt het bestuur 13 leden, van wie 4 leden benoemd door werknemersorganisaties. Voor de bestuurszetel(s) van FNV Bondgenoten zijn er momenteel vacatures. Voor de namen van de leden, de plaatsvervangende leden en de benoemingsgerechtigde organisaties wordt verwezen naar Bijlage 3. Een overzicht van de bezoldigde en onbezoldigde functies van de voorzitter alsmede van relevante nevenfuncties van de bestuursleden staat op de website van MVO Concept Jaarverslag MVO 2012
35
(www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Nevenfuncties). De Wet openbaarmaking van uit publieke middelen gefinancierde topinkomens is op de bedrijfslichamen van toepassing. In 2012 waren er geen functionarissen van wie voor de verantwoording over 2011 de beloningscomponenten het normbedrag van € 193.000 (voor een voltijds dienstverband) overschreden. De regels voor de vergoedingen van voorzitter en bestuursleden staan op het openbaar toegankelijke deel van de MVO-website (www.mvo.nl>Organisatie>Bestuur>Vergoedingen). Voor de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 is de heer drs. W. Oosterhuis benoemd tot voorzitter van het Productschap MVO. De plaatsvervangende voorzitters zijn van werknemerszijde de heer R.J. Gijsen (voor 2012) en van ondernemerszijde de heer mr. R.A. Macnack (voor 2013). De heer Oosterhuis is sedert 1 januari 2004 voorzitter van het productschap en voldoet aan het functieprofiel van voorzitters van bedrijfslichamen. De heer Oosterhuis heeft geen nevenfuncties. Gedurende het verslagjaar was de heer ir. F.A.G.M. Claassen directeur/secretaris van het productschap. Ministeriële en SER-vertegenwoordiging Voor het bijwonen van bestuursvergaderingen waren in 2012 als ministeriële en SER-vertegenwoordigers aangewezen: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie: De heer G.F.C. Heijink (Directie Industrie en Handel) Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Mw. C.A. Boot Sociaal-Economische Raad Mw. A. van der Velden - van Meerkerk Voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is geen vertegenwoordiger aangewezen. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur houdt zich bezig met organisatorische zaken, beheert het vermogen en houdt toezicht op de inkomsten en uitgaven. In 2012 bestond het dagelijks bestuur uit de volgende leden: Van ondernemerszijde: De heer mr R.A. Macnack De heer R.M. Prince De heer L. Favre Van werknemerszijde: De heer R.J. Gijsen FNV Bondgenoten (vacature) Het dagelijks bestuur heeft in 2012 eveneens drie keer (19 januari, 10 mei en 1 november) vergaderd.
b. Code Goed Bestuur Met ingang van 2007 heeft het bestuur van het Productschap MVO de Code Goed Bestuur onderschreven en zijn alle onderdelen van de code goed bestuur uitgewerkt en ingevoerd. De afzonderlijke principes en de praktische invulling die daaraan is gegeven, zijn op de MVO-website gedetailleerd toegelicht (www.mvo.nl>Organisatie>Code Goed Bestuur). Hieronder zijn een aantal specifieke principes verder toegelicht.
Concept Jaarverslag MVO 2012
36
Vergoedingen In de jaarrekening zijn de vergoedingen van de voorzitter en de bestuursleden vermeld. Deze jaarrekening is te vinden op de MVO-website. De vergoeding van de voorzitter bedroeg in 2012 € 73.128. Deze vergoeding is gebaseerd op een parttimefactor van 0,4 fte en betreft salariskosten, inclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, sociale lasten en reis-, verblijfs- en representatiekosten. Per vergadering ontvangen bestuursleden van de benoemende werkgevers- en werknemersorganisaties een vergoeding van € 385 vacatiegeld, € 16 verblijfskosten en een kilometervergoeding van € 0,29 per kilometer. Indien dagelijks bestuur en bestuur aansluitend vergaderen wordt dat gezien als één vergadering. In 2011 werd € 11.110 aan vergoedingen voor bestuursleden uitgekeerd. Personele unies Op de website zijn van alle bestuursleden de datum van eerste benoeming, de functies binnen de sector en de relevante nevenfuncties vermeld. Beleidscyclus en invloed van bedrijven op het beleid Het bestuur moet ervoor zorgen dat de bedrijven in de sector in staat worden gesteld kennis te nemen van de verschillende activiteiten. MVO wil de betrokkenheid van de bedrijven stimuleren, zelf zo transparant mogelijk opereren en verantwoording verder bevorderen. In het communicatieplan Code Goed Bestuur 2008 is destijds aangegeven op welke wijze het MVO-secretariaat én de (bestuurders namens) dragende organisaties invulling geven aan deze transparantie en betrokkenheid. De werkwijze van MVO kan als volgt worden samengevat: In 2011 is de Toekomstvisie 2011-2015 vastgesteld. Van deze Toekomstvisie is een ‘populaire’ samenvatting gemaakt die begin 2011 aan alle bedrijven en organisaties in de sector is toegezonden met het verzoek om mee te denken op welke wijze we de genoemde doelstellingen met elkaar kunnen realiseren. Uiteindelijk hebben alle MVO-bedrijven in het eerste kwartaal 2011 de gelegenheid gekregen om commentaar en suggesties aan te leveren. Voor inhoudelijke afstemming en overleg heeft MVO voor ieder aandachtsgebied reguliere werkgroepen. Voor meer incidentele zaken zijn er ook ad hoc werkgroepen. Een overzicht van afstemmings- en overleggroepen vindt u in bijlage 6. Binnen de werkgroepen worden standpunten, doelstellingen en activiteiten met de achterban afgestemd. De werkgroepen zijn ook betrokken bij het terugkoppelen van de MVO Toekomstvisie en bij het opstellen van de jaarplannen. Het Jaarplan 2012 is op 17 november 2011 door het bestuur vastgesteld. Door deze werkwijze is er brede steun vanuit de verschillende sectoren voor de activiteiten van het productschap en wordt bereikt dat de activiteiten ook aansluiten bij de behoeften van de bedrijven en bij de dagelijkse praktijk. De samenstelling van de belangrijkste werkgroepen, de vergaderdata en de mogelijkheid om je aan te melden om deel te nemen aan een of meer werkgroepen staan op het openbare deel van de MVOwebsite. Het bestuur zorgt voor het beleidskader en voor de formele vaststelling van de plannen en activiteiten. In iedere bestuursvergadering wordt een overzicht gegeven van de actuele items per aandachtsgebied. Hierin worden de activiteiten en de inzet per aandachtsgebied weergegeven en worden eventuele gemaakte en te maken keuzes of beleidswijzigingen aan het bestuur voorgelegd. Zeer regelmatig worden bedrijven en externe stakeholders via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op een bepaald beleidsterrein en wordt verslag gedaan van de activiteiten en werkgroepen. De reguliere publicaties kunt u vinden in bijlage 5.
Concept Jaarverslag MVO 2012
37
In de algemene communicatie (het MVO-Magazine) wordt aandacht besteed aan de agenda van een komende bestuursvergadering. Na afloop wordt aandacht besteed aan de besluiten die er in de bestuursvergadering zijn genomen. Stelsel van intern toezicht Volgens de Code Goed Bestuur moet het bestuur zorgen voor een evenwichtig stelsel van intern toezicht en horizontale verantwoording. Bij het Productschap MVO heeft het bestuur afgesproken dat het dagelijks bestuur optreedt als zogenaamde audit-commissie. Integriteitcode voor het personeel Er is een integriteitcode voor het personeel. Het bestuur heeft een van zijn leden, mw. I. Tiesinga, tot vertrouwenspersoon benoemd aan wie de medewerkers van het productschap vermeende onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard kunnen rapporteren. Er zijn in 2012 geen meldingen ontvangen. Klachtenregeling Een van de onderdelen van de Code Goed Bestuur is een formele klachtenbehandeling waarbij het bestuur ervoor zorgt dat mondeling of schriftelijk ingediende klachten behoorlijk en zorgvuldig worden behandeld. Er is een formeel klachtenprotocol van toepassing (www.mvo.nl>Organisatie>Code Goed Bestuur>Klachtenbehandeling). Het bestuur heeft de heer R.J. Gijsen benoemd als klachtenadviseur, de heer T.C.M Vrancken, Hoofd Stafunit, treedt daarbij op als coördinator. In 2012 zijn er geen klachten geregistreerd die volgens het klachtenprotocol voor registratie in aanmerking zouden zijn gekomen.
Tuchtrecht Overtredingen op de MVO Verordeningen Algemene Bepalingen 2009 en Verstrekking gegevens intraen extrahandel 2009 worden tuchtrechtelijk gehandhaafd. Het Productschap MVO heeft gelet op het minimaal aantal te verwachten zaken en zijn beperkte omvang gekozen voor een opzet waarbij het tuchtgerecht van het Productschap Akkerbouw is aangewezen als het bevoegde tuchtgerecht. De Interne Accountantsdienst (IAD) van het Productschap Akkerbouw is daarbij aangewezen als toezichthouder en is belast met het toezicht op de naleving van deze verordeningen, waarbij het gaat om door de ondernemers te verstrekken gegevens. Het secretariaat van de tuchtgerechten van het Productschap Akkerbouw, het Productschap Vis en het Productschap MVO wordt bediend door het Instituut voor Agrarisch Recht in Wageningen. In 2012 zijn er geen zaken voor het Productschap MVO aangebracht. Toezicht en Tuchtrecht Overtredingen van verordeningen kunnen op grond van artikel 104 Wet op de bedrijfsorganisatie worden aangemerkt als strafbaar feit of als een handeling waarvoor een tuchtrechtelijke maatregel kan worden opgelegd. In het laatste geval maakt de voorzitter, op basis van de berechtingsrapporten van de door het bestuur aangewezen toezichthouders, de zaken aanhangig bij het tuchtgerecht. De volgende verordeningen van het Productschap MVO worden tuchtrechtelijk gehandhaafd: -Verordening MVO algemene bepalingen 2009 -Verordening MVO verstrekking gegevens intra- en extrahandel 2009 Belast met het toezicht op de naleving van deze verordeningen zijn twee medewerkers van de Interne Accountantsdienst van het Productschap Akkerbouw. Het Tuchtgerecht van het Productschap Akkerbouw is bevoegd over aangebrachte zaken te oordelen.
Concept Jaarverslag MVO 2012
38
Administratieve lasten Om de administratieve lasten die voortvloeien uit de verordeningen van het Productschap MVO tot een minimum te beperken, is in het verleden reeds zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande regelgeving (douane/CBS). Hierbij geschiedt de gegevensuitwisseling veelal op volledig geautomatiseerde wijze. Ten opzichte van de nulmeting in 2003 zijn de omstandigheden met betrekking tot de administratieve lasten nauwelijks gewijzigd. Dit betekent dat ultimo 2012 de administratieve lasten nog steeds op ongeveer € 54.000 per jaar worden geraamd.
c. Financiering Het productschap wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen waar de prioriteiten in de keten liggen en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien. De inkomsten van het productschap bedragen ongeveer € 2,5 miljoen en bestaan nagenoeg geheel uit heffingen die het productschap oplegt bij de productie respectievelijk de invoer van MVO-producten in Nederland. Met ingang van 1 januari 2010 is de hoogte van de (basis)heffing € 0,40 per 1000 kg voor producten met een 100% vetgehalte. Voor producten met een lager vetgehalte is het tarief daarvan afgeleid. Heffingen lager dan € 50,-- per maand worden niet opgelegd. De lasten bedragen ongeveer € 2,3 miljoen. De voorzitters- en personeelskosten zijn met een aandeel van ongeveer 60% de grootste kostenpost. De beleidsuitgaven zijn verantwoord onder de ingekochte diensten voor de sector. De beleidsuitgaven hebben een aandeel van ongeveer 20% van de totale uitgaven. In bijlage 2 treft u het exploitatieoverzicht aan. De jaarrekening 2012 wordt separaat van het Jaarverslag vastgesteld en geeft een gedetailleerd overzicht van de grootte en samenstelling van het vermogen en van de baten en lasten gespecificeerd per hoofd- en subrubrieken. De in dit jaarverslag gehanteerde bedragen zijn voorlopige cijfers. De volledige en definitieve jaarrekening wordt geplaatst op het openbaar toegankelijke deel van de website (www.mvo.nl>Organisatie>Jaarverslagen>MVO-Jaarrekening).
Omvang van de reserves en beleggingsbeleid Op de balans per 31 december 2011 bedroeg het eigen vermogen ongeveer € 1,150 miljoen. Het eigen vermogen dient om eventuele exploitatietekorten van het productschap op te vangen. Het financiële beleid is de afgelopen jaren erop gericht geweest het eigen vermogen stapsgewijs terug te brengen tot een doelvermogen dat schommelt rond de € 1,0 miljoen. Ultimo 2012 zal het Eigen Vermogen ongeveer € 1,350 miljoen bedragen. In de vergadering van 11 november 2010 heeft het bestuur de uitgangspunten en doelstellingen van het reserve- en beleggingsbeleid vastgesteld in de vorm van een verordening. De volledige ‘Verordening Beleggingsbeleid Productschap MVO’ is te vinden op het openbaar toegankelijke deel van de website (www.mvo.nl>Organisatie>Financiering). Daarnaast is een bedrag van € 25.000 gereserveerd ter dekking van verplichtingen die voortvloeien uit “oude” wachtgeldregelingen.
d. Externe financiële relaties Deze kostenrubriek is bestemd voor de verantwoording van geldstromen naar organisaties die op basis van de SER-richtlijnen als gelieerde organisaties worden beschouwd. MVO verantwoordt onder deze
Concept Jaarverslag MVO 2012
39
rubriek de bijdrage aan het Voorlichtingsbureau MVO en de financiële bijdragen aan het Nederlands Normalisatie instituut (NEN). De bijdrage aan het Voorlichtingsbureau MVO voor 2012 is uitgekomen op circa € 125.000. De bijdrage aan het NEN bedroeg in 2012 € 31.000. De stichting Voorlichtingsbureau MVO heeft een eigen bestuur. De bestuursleden worden benoemd door: het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (VERNOF) het bestuur van de Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF) het bestuur van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS) De voorzitter van het bestuur van het voorlichtingsbureau wordt benoemd door het dagelijks bestuur van het productschap. De VERNOF, de BNMF en de VVS zijn ook benoemingsgerechtigde organisaties in het bestuur van het Productschap MVO. Het NEN is een niet-dragende organisatie waarmee een financiële relatie wordt onderhouden. Er is geen bestuurlijke verwevenheid. De volgende bestuursleden en functionarissen zijn gelieerd aan de ontvangers van financiële middelen: de heer ir. F.A.G.M. Claassen, secretaris van het Productschap MVO en tevens voorzitter van de stichting Voorlichtingsbureau MVO mevrouw mr. I. Tiesinga, plaatsvervangend bestuurslid namens de BNMF in het productschapsbestuur, tevens secretaris van de BNMF, bestuurslid van de Stichting Voorlichtingsbureau MVO de heer mr. M.A.D.M. Beerendonk, bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Destructoren (VND) en van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS), bestuurslid van het Productschap MVO en tevens bestuurslid van de Stichting Voorlichtingsbureau MVO
e. Organisatie Gedurende het verslagjaar was de heer ir F.A.G.M. Claassen directeur/secretaris van het productschap. Het jaar 2012 heeft enkele ingrijpende ontwikkelingen te zien gegeven die een grote invloed op de organisatie van het Productschap MVO hebben gehad, namelijk enerzijds de politieke discussie en besluitvorming rond de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO), en anderzijds de hiermee nauw in relatie staande, per 1 oktober 2012 uitgevoerde, plannen voor reorganisatie en verhuizing.
In december 2012 waren – exclusief de voorzitter (0,4 fte) – 17 medewerkers (13,6 fte) in dienst van het productschap. Van hen waren 9 vrouwen (van wie 9 parttimers) en 8 mannen (van wie 2 parttimers).
Totaal Productschap Totaal in FTE Aantal medewerkers in dienst
Vrouwen Full-time
Mannen Part-time
Full-time
Part-time
13,65
-
6
6
1,65
17
-
9
6
2
Daarnaast zijn er met drie medewerkers detacheringsovereenkomsten gesloten.
Voor een compleet overzicht van de organisatie per 31.12.2012 wordt verwezen naar het organogram in bijlage 4.
Concept Jaarverslag MVO 2012
40
Ziekteverzuim In 2012 kwam het ziekteverzuimcijfer (excl. zwangerschapsverlof) uit op 2,95%. Het verzuim bij de mannen was 1,1% en bij de vrouwen 4,35%.
Concept Jaarverslag MVO 2012
41
Bijlage 1: Overzicht verordeningen en besluiten Jaarrekening 2011 Besluit rekening baten en lasten 2011
14.06.2012 14.06.2012
Begroting 2013 en Meerjarenraming 2013-2015 Verordening Begroting 2013
15.11.2012 15.11.2012
Van kracht zijnde verordeningen Het Productschap MVO kent de volgende verordeningen: MVO Verordening 2002, Eetbare oliën en vetten Doel: De verordening beoogt een verbod te realiseren op aflevering van bepaalde spijsoliën en -vetten en voorschiften geven omtrent benamingen. Reikwijdte: De verordening geldt voor elke ondernemer die bepaalde producten op de markt brengt. Duur: De verordening is vastgesteld op 23 mei 2002, is in 2008 verlengd. In de vergadering van 16 juni 2011 is er een Besluit heroverweging van deze verordening genomen. MVO Verordening 2009, Algemene Bepalingen Doel: De verordening geeft algemene bepalingen en voorschriften omtrent het voeren van administratie, het naleven van inzage daarin en het verstrekken van gegevens door de bedrijven aan het productschap. Tevens dienen de gegevens als basis voor het opleggen van heffingen. Reikwijdte: Ieder natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. Duur: De verordening is vastgesteld op 26 mei 2009 en zal volgens het schema van vierjaarlijkse heroverweging in 2013 worden heroverwogen. MVO Verordening 2009, Verstrekking gegevens intra- en extrahandel Doel: Het productschap verkrijgt met deze verordening de beschikking over de Nederlandse handelsgegevens, die voor beleidsmatige doeleinden worden gebruikt. Tevens dienen de gegevens als basis voor het opleggen van heffingen. Reikwijdte: Ieder natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. Duur: De verordening is vastgesteld op 26 mei 2009 en zal volgens het schema van vierjaarlijkse heroverweging in 2013 worden heroverwogen. MVO Verordening 2009, Administratieve Heffingen Doel: Het opleggen van heffingen op hetzij de invoer van oliën en vetten en van vet-/oliehoudende producten, hetzij op de productie van ruwe oliën en vetten. Reikwijdte: Ieder natuurlijke persoon en elke rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld. Duur: Deze verordening is op 1 januari 2009 in werking getreden en heeft geen einddatum. Op 21 januari 2010 zijn de van toepassing zijnde tarieven middels een wijzigingsverordening aangepast (wijziging I).
Concept Jaarverslag MVO 2012
42
Bijlage 2: Financiën De
volledige
jaarrekening
is
te
vinden
op
het
openbare
deel
van
de
MVO-website:
www.mvo.nl>Organisatie>Jaarverslagen>MVO-Jaarrekening.
De Jaarrekening 2012 zal separaat door het bestuur in de geplande vergadering van 16 mei 2013 worden vastgesteld. De resultaten 2012 zoals weergegeven in het onderstaande exploitatieoverzicht en in de balans zijn derhalve voorlopig.
Exploitatieoverzicht Jaarrekening 2011
Begroting 2012
Jaarrekening 2012 (voorlopig)
€
€
€
2.301.275
2.350.000
2.475.000
5.628
4.000
7.000
1.
Baten
1.1
Administratieve heffing
1.2
Rente-inkomsten
1.3
Overige baten
16.243
11.000
11.000
Totaal Baten
2.323.146
2.365.000
2.493.000
1.385.519
1.408.000
1.368.000
2.
Lasten
2.1
Voorzitters- en personeelskosten
2.2
Reis-, verblijfs- en repr.kosten
62.670
62.000
57.000
2.3
Huisvestingskosten
91.093
104.000
112.000
2.4
Bureaukosten
134.912
142.000
142.000
2.5
Vergaderkosten
14.640
25.000
18.000
2.6
Ingekochte diensten t.b.v. sector
482.013
553.000
458.000
2.6
Ingekochte diensten t.b.v. schap
62.993
71.000
87.000
2.7
Overige lasten
8.553
10.000
60.000
Totaal Lasten
2.242.393
2.375.000
2.302.000
80.753
- 10.000
191.000
3.
Exploitatieresultaat
Concept Jaarverslag MVO 2012
43
Balans 31 december 2011
31 december 2012 (voorlopig)
ACTIVA
€
€
Vaste activa Inventaris
82.040
40.000
Automatiseringsmiddelen
67.287
35.000 149.327
75.000
Vorderingen op korte termijn
752.876
750.000
Effecten
100.003
Vlottende activa
105.000 Liquide middelen
563.279 735.000
Totaal activa
1.565.485
31 december 2011
1.665.000
31 december 2012 (voorlopig)
PASSIVA
€
€
Eigen vermogen Algemene Reserve
1.150.468
1.340.000 1.150.468
1.340.000
Voorzieningen Wachtgeldverplichtingen
49.114
25.000 49.114
25.000
Vlottende passiva Niet opgenomen vakantiedagen Kortlopende schulden
Totaal passiva
Concept Jaarverslag MVO 2012
61.939
40.000
303.964
260.000 365.903
300.000
1.565.485
1.665.000
44
Bijlage 3: Samenstelling bestuur 2012** Ondernemersorganisaties
Werknemersorganisaties
Oliefabricage, olieraffinaderij, spijsolie- en hardingsindustrie Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (VERNOF)
CNV BedrijvenBond
Lid: Plv.
Lid: R.J. Gijsen* Plv. lid: A. Bruggeman
R. van Velzen R. van Dorland
Lid: R.A. Macnack * Plv. lid: H. Kant
FNV Bondgenoten Lid: vacature
Margarine-industrie Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF)
FNV Bondgenoten
Lid:
R.M. Prince*
Lid: vacature
Plv. lid:
mw. I. Tiesinga
Industrie van dierlijke vetten Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS)
FNV Bondgenoten
Lid: Plv. lid:
Lid: vacature
vacature G. Borgesius
Vereniging van Nederlandse Destructoren (VND)
De Unie
Lid: Plv. lid:
Lid: Plv. lid:
M.A.D.M. Beerendonk mw. C. van Vuure
E. Staal vacature
Technische sector Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi)
FNV Bondgenoten
Lid: Plv. lid:
Lid: vacature
H.W.C.M. Flipsen L. Vogel
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie FNV Bondgenoten/CNV BedrijvenBond (VNCI) Lid: Plv. lid:
R. den Oude vacature
Concept Jaarverslag MVO 2012
Lid: geen lid benoemd
45
Groothandel en tussenpersonen Netherlands Oils, Fats and Oilseeds Trade Association FNV Bondgenoten (NOFOTA) Lid: L. Favre (*) Plv. lid: M. Osseweijer
Lid:
vacature
Detailhandel Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel FNV Bondgenoten/Dienstenbond CNV (CBL) Lid: Plv. lid:
M.J.B. Jansen mw. J. Mulders
Lid: Plv. lid:
R.C. Roelofse vacature
* = tevens lid van het dagelijks bestuur ** = de nevenfuncties van de bestuursleden zijn terug te vinden op het openbare deel van de MVO-website www.mvo.nl>organisatie>bestuur
Concept Jaarverslag MVO 2012
46
Bijlage 4 Organisatiestructuur productschap Organogram Productschap MVO per 1 oktober 2012 Voorzitter W. Oosterhuis (0,4 fte) Directeur / Secretaris F. A.G.M. Claassen (0,95 fte)
Secretariaat (1) P.G. van Asch (0,4 fte) J. Tegelaar ( 0,6 fte) Publicatie en website S. Tulp (0,65 fte) J v.d. Langkruis (0,3) (2) Heffingen H. Pouw (0,8 fte)
Duurzame Ontwikkeling
Voeding en Gezondheid
E. Esselink (1 fte) I. van der Sluijs (0,8 fte) F.P.G. Bergmans (1 fte)
M. Bijlsma (0,7 fte) I. Tiesinga (0.2 fte) (3) N.C. Vervaet (0,8 fte) M.M. v.d. Drift (0,63 fte) J. v.d. Bijl (0,6 fte) (5) J.E.M. van Roon (0,6 fte)
Beleidsthema's : Handelspolitiek & Biotechnologie F. Koster (1,0 fte) Kwaliteit & Voedselveiligheid incl. dierlijke vet R. van Noord (0,6 fte) (4) Statistiek J.A.H. van Leeuwen (1,0 fte) Arbeid & Scholing E. Koopman (0,1 fte) (3)
(1) T. Vrancken blijft tot medio 2013 in dienst (2) detacheringsovereenkomst HPA‐MVO (3) samenwerkingsovereenkomst MVO‐BNMF (4) detacheringsovereenkomst MVO‐NOFOTA (5) situatie na terugkeer zwangersschapverlof
Concept Jaarverslag MVO 2012
47
Bijlage 5: MVO Reguliere Publicaties ultimo 2012 Frequentie
Doelgroep(en)
MVO Jaarverslag
Jaar
1,2
MVO Magazine
3-wekelijks
1,2
Databank Productinfo
Doorlopend
1,2
MVO-Nieuwsbrief Voeding en Gezondheid
Maand
1,2
Nieuwsbrief Vette Feiten
3 x per jaar
1,2
Ter Perse Diëtisten
3 – 4 x per jaar
2
Ter Perse Jeugdgezondheidszorg
3 – 4 x per jaar
2
MVO Newsletter Quality and Food Safety
6 x per jaar
1
MVO-Nieuwsbrief Wetgeving dierlijk vet
8 x per jaar
1
4 x per jaar
1,2
MVO-Newsletter Trade Policy and Biotechnology
ca. 25 – 40 x per jaar
1,3
Database Market Access
Doorlopend
1,3
MVO-Nieuwsbrief Energie en Milieu
2 x per jaar
1,2
MVO-Nieuwsbrief Biobrandstoffen
2-wekelijks
1,2
MVO-Newsletter Sustainable Agriculture
6 x per jaar
1
Algemeen
Voeding en Gezondheid
Voorlichtingsbureau MVO
Kwaliteit en Voedselveiligheid
Arbeid MVO/HPA Nieuwsbrief Arbeid Handelspolitiek en plantaardige biotechnologie
Duurzame ontwikkeling
Concept Jaarverslag MVO 2012
48
Marktonderzoek MVO Maandoverzicht Nederlandse handelscijfers
Maand
1,3
Statistisch Jaarboek
Jaar
1,3
Database Trade Information EU and other countries
Doorlopend
1,3
Excel-publicatie EU-handelsgegevens
2 x per jaar
1,3
Database Price Information
Doorlopend
1,3
Doelgroepen: 1=MVO-bedrijven 2=externe stakeholders 3=betalende abonnees
Concept Jaarverslag MVO 2012
49
Bijlage 6: Afstemming en overleg Algemeen College van Voorzitters Productschappen Secretarissenoverleg Productschappen MVO-werkgroepen en ad hoc werkgroepen Werkgroep Voeding en Gezondheid Werkgroep Food/Feed Quality and Safety Werkgroep Energie-efficiencyverbetering Werkgroep Duurzame Ontwikkeling Werkgroep Duurzame Palmolie Werkgroep Feed/GMP+ Ad hoc werkgroep Carbon Footprint Ad hoc werkgroep pesticiden Ad hoc werkgroep cursus oliën en vetten Ad hoc werkgroepen MVO Routekaart Procesbeheersing Innovaties scheidingstechnologie Biobased economy Ad hoc werkgroep samengestelde vetten
Werk-, projectgroepen of Task Force met externe stakeholders (op initiatief van MVO opgericht) en overlegorganen waarin het productschap participeert Voeding en Gezondheid Projectgroep Verantwoord Frituren in de horeca ROW deskundigen Overleg Etikettering van Levensmiddelen ROW deskundigen Overleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen: toevoeging microvoedingsstoffen (verrijking) ROW deskundigen Overleg Productwetgeving Levensmiddelen: additieven, enzymen, aroma’s ROW deskundigen Overleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen: voedings- en gezondheidsclaims Fediol ad hoc Group Nutrition and Health Stuurgroep Kies Gezond Vet Stuurgroep Kies Gezond Vet aandachtsgroep kinderen PPO-overleg (overleg voorlichtingsbureaus in de PBO-sector) Productschappencommissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW) FEDIOL product safety and consumer affairs working group (SAFCO) CWBV: vergadering van de Commissie Warenwetgeving (BNMF) Redactieraad Ter Perse Jeugdgezondheidszorg Projectgroep ‘Frituurvet – Recycle het!’ Amsterdam Projectgroep ‘Frituurvet – Recycle het!’ Den Bosch
Concept Jaarverslag MVO 2012
50
Duurzame ontwikkeling Task Force Duurzame Soja (gaat in 2013 mogelijk op in Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja) Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja Projectgroep Stuurgroep Inkoopgroep Task Force Duurzame Palmolie Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) RSPO Working Group Trade and Traceability RSPO Working Group Communication and Claims RSPO Working Group RED Commissie Duurzame Biobrandstoffen (Commissie Corbey) Round Table on Responsible Soy Association (RTRS) RTRS Working Group Traceability and Market Claim Tripartite overleg soja/palm Foodpolicy NL Transitiegroep FEDIOL Ad Hoc Group Sustainability FEDIOL Ad Hoc Group Industry & Environment Platform Energiebesparing (MJA) MJA Agendacommissie Duurzaamheidsoverleg Productschappen (wordt in 2013 opgeheven) Regulier overleg Productschappen Duurzaam Inkopen Overleggroep Energie (OGE) Brancheoverleg Stoffen VNO/NCW werkgroep Vluchtige Organische Stoffen VNO/NCW werkgroep Afvalstoffen Branchegroep Vluchtige Organische Stoffen EZ Projectgroep Partnerschap Palmolie PDV Werkgroep Carbon Footprint CIAA ad hoc group EU Waste Directive Fediol ad hoc group REACH and ETS Ketenoverleg vloeibare biobrandstoffen NEN normcommissie vloeibare en gasvormige brandstoffen, smeermiddelen en verwante producten NEN normcommissie biobased products Handelspolitiek en Plantaardige Biotechnologie ‘Multilateraalbedrijfslevenoverleg’, Directie Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid van EZ (voorheen EL&I) FEDIOL Supply Chain working group FEDIOL GM ad hoc group Standing Committee on the Food Chain and Animal Health (SCoFCAH), section Genetically Modified food and feed Informatieplatform Groene Biotechnologei (IGB) Productschappencommissie Levensmiddelen Wetgeving (PLW) ROW Deskundigenoverleg Biotechnologie Levensmiddelen (DBL) VNO/NCW Commissie Multilaterale Handelspolitiek
Concept Jaarverslag MVO 2012
51
Kwaliteit en Voedselveiligheid Secretarissenoverleg diervoedersector Productschappen Commissie Levensmiddelenwetgeving (PLW) International Expert Committee (IEC) van GMP+ International NEN normcommissie Plantaardige en dierlijke oliën en vetten NEN Beleidscommissie Landbouw en levensmiddelen CEN normcommissie Oliën en vetten EZ Stakeholdersoverleg Diervoeder ISO commissie Oliën en vetten ISO commissie Oliezaden en oliezadenmelen Codex Committee Fats and Oils ROW deskundigen Overleg Hygiëne Levensmiddelen ROW deskundigen Overleg Productwetgeving Levensmiddelen - Contaminanten FEDIOL Feed and Food Safety Standards Sub Working Group FEDIOL Contaminants and Pesticides Sub Working Group EFIP European Feed Ingredients Platform Technical Committee EFISC European Feed Ingredients Safety Certification Arbeid Werkgroep Verankering Arbeid Afdeling Arbeid (gezamenlijke afdeling HPA/PA/PDV/PW/MVO) Adviescommissie Sociale aangelegenheden
Concept Jaarverslag MVO 2012
52