JAARVERSLAG 2008
64
DUURZAAM ONDERNEMEN Respect voor het milieu Oog voor de burger Sensibiliseringsacties Zorg voor medewerkers
66 70 73 74
65
JAARVERSLAG 2008
66
Respect voor het milieu Tijdens het waterzuiveringsproces groeit het actief slib dat het afvalwater zuivert snel aan. Het deel dat niet in het zuiveringsproces kan worden hergebruikt, wordt zoveel mogelijk verwerkt tot nuttig product of tot alternatieve bron van energie. Ook op andere gebieden doet Aquafin inspanningen om energiezuinig te werken.
In een zuiveringsinstallatie wordt de vervuiling in het water afgebroken door een actief-slibmassa, waarin miljoenen bacteriën en andere piepkleine diertjes leven. Deze micro-organismen gebruiken de vervuiling in het rioolwater als voedsel. Door de gunstige levensomstandigheden in het afvalwater, groeit de actiefslibmassa snel aan. Om de hoeveelheid actief slib op een optimaal peil te houden, wordt het extra slib regelmatig verwijderd (gespuid). Het volume van het resterende slib wordt aanzienlijk gereduceerd door indikking van het slib, vergisting, ontwatering en droging. Tijdens het vergistingsproces wordt bovendien biogas opgewekt. In 2008 werd 91.500 ton slib omgerekend naar droge stof verder verwerkt. Daarvan werd 53% verbrand, 35% co-verbrand en 12% gebruikt in de afdeklagen van een stortplaats.
In de loop van 2008 heeft Aquafin een aanzet gegeven voor de uitbouw van een volwaardig energiezorgsysteem.
ELEKTRICITEIT EN WARMTE UIT BIOGASPRODUCTIE Bij het vergisten van waterzuiveringsslib wordt organisch materiaal bacterieel afgebroken en omgezet in biogas. Hierdoor vermindert het volume slib dat nog verder moet behandeld worden. Dit biogas is een energiedrager: het bevat ongeveer 65% methaan, dat zowel in warmte als in elektriciteit kan omgezet worden. De opwekking van elektriciteit gebeurt met gasmotoren met een elektrisch vermogen van 200 tot 500 kWhelektrisch. De koelingswarmte van de gasmotoren wordt bovendien gebruikt voor de verwarming van de slibgisting en in een aantal gevallen ook voor de verwarming van de dienstgebouwen. De groene elektriciteit wordt steeds op de zuiveringsinstallatie zelf gebruikt, waardoor Aquafin minder elektriciteit moet aankopen en waarvoor het bedrijf sinds 2002 zelf ook groenestroomcertificaten verkrijgt. Een groenestroomcertificaat toont aan dat 1.000 kWh elektriciteit werd opgewekt uit een hernieuwbare energiebron. In 2008 werd ongeveer 45,5% van al het geproduceerde slib vergist. Alle gasmotoren samen produceerden 4,7 miljoen kWhelektrisch; dit is een half miljoen kWh of 8% meer dan in 2007, ondanks het feit dat er geen bijkomende slibgistingen in gebruik genomen werden. Op de site van RWZI Deurne wordt het biogas niet omgezet in elektriciteit, maar verbrand in een stookketel om zuiveringsslib te drogen. Het geproduceerde biogas vervangt dus ook aardgas in verbrandingsprocessen (ongeveer 13 miljoen kWhthermisch).
SLIBPELLETS ALS BRON VAN THERMISCHE ENERGIE Om het resterende slib na de slibgisting en het niet-vergiste slib te drogen, heeft Aquafin vier drooginstallaties in gebruik. Ze vormen een milieutechnische eenheid met de rioolwaterzuiveringsinstallaties in Deurne, Houthalen, Leuven en Brugge. Terwijl tien jaar geleden het drogen van slib nog voor 100% gebeurde in installaties van derden, wordt het momenteel voor 99,6% gedroogd in installaties van Aquafin. Door ontwaterd slib verder te drogen, krijgt het een drogestofgehalte van ca. 90%. Het slib wordt gedroogd tot korrels, die een calorische waarde hebben gelijk aan die van bruinkool. Hierdoor kan het elektriciteitscentrales en in cementovens. In 2008 werd 31.962 ton gedroogd slib omgerekend naar droge stof co-verbrand, wat neerkomt op ongeveer 35% van de totale slibproductie.
DUURZAAM ONDERNEMEN
gedroogde slib gebruikt worden om andere brandstoffen te vervangen in steenkool- of bruinkoolgestookte
67
JAARVERSLAG 2008
68
Zuiveringsslib gegeerd als brandstof en als grondstof Tijdens de biologische zuivering van rioolwater worden grote hoeveelheden slib geproduceerd. Dat restproduct is geen afval, maar heeft een waarde als brandstof en binnenkort ook als grondstof voor de aanmaak van cement. Vanaf 2011 start een samenwerking tussen Aquafin en afvalverwerker Indaver en partner CBR uit de cementindustrie. CBR plant de bouw van een doseerinstallatie en twee slibsilo’s, die Aquafin dagelijks met pellets zal bevoorraden. Het organische materiaal uit het slib is waardevol als brandstof, terwijl de asresten minerale stoffen bevatten die de basis vormen voor cement. Deze overeenkomst levert Aquafin een aanzienlijke reductie in de slibafzetkosten op. Indaver en CBR zullen immers betalen voor het gebruik van deze pellets. Daarmee heeft Aquafin een primeur voor West-Europa.
SLIB ALS MATERIAAL VOOR AFDICHTLAAG OP STORTPLAATSEN Ontwaterd slib kan nuttig gebruikt worden in de afdichtlagen van stortplaatsen. Het doel van een afdichtlaag bestaat erin te voorkomen dat water het stort zou binnendringen. Hydrostab is een alternatief voor de klassiek gebruikte afdichtingsmaterialen zoals zand-bentonietmengsels. In het Hydrostabprocedé worden afvalstoffen gebruikt in plaats van natuurlijke bodemmaterialen. In 2008 werd 11.125 ton slib omgerekend naar droge stof (12% van de totale hoeveelheid) afgezet voor gebruik als afdichtlaag op de gesaneerde stortplaats Hooge Maey in Antwerpen. Ook de vliegassen van de slibverbrandingsoven van Brugge krijgen hierbij een nuttige toepassing. Voorheen werd er ook al slib van Aquafin gebruikt voor de afdichting van twee stortplaatsen in Nederland.
VERBRANDEN VAN SLIB In 2008 werd in het totaal 48.442 ton slib verbrand, wat neerkomt op 53% van de totale hoeveelheid slib omgerekend naar droge stof. De helft daarvan werd verbrand in de verbrandingsoven van SLECO te Beveren. De andere helft ging grotendeels naar de slibverbrandingsinstallatie van Brugge die Aquafin in dienst heeft. Een klein deel werd in Duitsland verbrand. 26,1 miljoen kWhthermisch van de slibverbrandingsoven van RWZI Brugge werd gevaloriseerd in de slibdrooginstallatie. Het resultaat is een slib dat voldoende droog is om autotherm te kunnen verbranden. Dit maakt het bijstoken van een primaire brandstof zoals steenkool overbodig. 47% van de totale verbrandingswarmte van het verwerkte slib kon hierdoor hergebruikt worden in 2008.
HERGEBRUIK VAN AFVALWARMTE VAN DERDEN In de slibdrogingsinstallatie van Houthalen wordt geen biogas of aardgas ingezet. Aquafin gebruikt er de afvalwarmte van de naastliggende huisvuilverbrandingsinstallatie van Bionerga. De warmte die ontstaat bij de verbranding van het restafval wordt in stoom omgezet, die aan Aquafin wordt verkocht. Bionerga levert op deze manier jaarlijks 22 miljoen kWhthermisch.
PRODUCTIE VAN WINDENERGIE Aquafin stelt ruimte ter beschikking voor partijen die willen investeren in windenergie. Zoals elk jaar hebben ook nu weer een heel aantal bedrijven hun interesse getoond om van onze terreinen gebruik te maken om een nieuw windenergieproject op te zetten. De windturbines op onze site in Middelkerke en op RWZI Brugge hebben een jaarproductie van ongeveer 6,5 miljoen kWhelektrisch.
WIJZIGING IN DE ENERGIEPOLITIEK VAN AQUAFIN In de loop van 2008 heeft Aquafin een eerste aanzet gegeven voor de uitbouw van een volwaardig energiezorgsysteem. Daartoe werd een projectleider Energiemanagement aangesteld.
De afvoer van hoofdzakelijk vloeibaar zuiveringsslib naar de landbouw is eind 1999 volledig stopgezet, na een verbod in het Vlaamse Gewest. In het buitenland vormt afvoer naar de landbouw vaak nog steeds de belangrijkste afzetroute. Ook het storten van slib werd in Vlaanderen verboden, zodat anno 1997 naar alternatieve afzetroutes moest worden gezocht voor ongeveer 70% van het geproduceerde zuiveringsslib. Sinds 2007 wordt ook geen zuiveringsslib meer verwerkt tot een meststof of bodemverbeteraar. In 2008 werd 53% van het slib onder de vorm van droge stof verbrand. De overige 47% kan milieuvriendelijk worden co-verbrand met een andere brandstof, of worden gebruikt in een afdeklaag voor een stortplaats.
EVOLUTIE IN DE AFZET VAN HET ONTWATERDE ZUIVERINGSSLIB 100% n Bodemverbeteraar/landbouw 80%
n Storten (eventueel na solidificatie)
60%
n Verbranding
40%
n Co-verbranding na droging
20% 0% ‘97
‘98 ‘99 ‘00
‘01
‘02
‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07
‘08
DUURZAAM ONDERNEMEN
n Afdichting stortplaats
69
JAARVERSLAG 2008
70
Oog voor de burger Aquafin wil zijn rioleringswerken zo vlot mogelijk laten verlopen voor de omwonenden. Het bedrijf doet daarom veel inspanningen voor een goede coördinatie van de werken en een uitgebreide communicatie met de projectpartners en buurtbewoners. Als een handelaar of buurtbewoner geen aanspreekpunt vindt op de werf of als een probleem niet ter plekke kan worden opgelost, staat de ombudsman van Aquafin klaar. Hij zorgt voor correctie informatie, bemiddeling of verzoening en draagt concrete oplossingen aan.
MINDER HINDER BIJ DE UITVOERING VAN DE INFRASTRUCTUURWERKEN Een vlotte projectuitvoering kan niet zonder goede afspraken met steden en gemeenten. De projectleiders van Aquafin overleggen uitgebreid met de gemeenten vóór en tijdens de uitvoering van een project. Er wordt bijvoorbeeld al heel vroeg gepeild naar de behoeften van de lokale handelaars. Ook de buurtbewoners worden uitgebreid geïnformeerd via infovergaderingen, opvolgingsbrieven en via de website van Aquafin. Om de hinder van werken in uitvoering te beperken, worden ook de nodige inspanningen van de aannemers gevraagd. In september reikte Aquafin voor de tweede keer zijn Minder Hinder Award uit aan de aannemer van rioleringswerken die het voorbije jaar het meest buurtvriendelijk tewerk ging. Voor de toekenning van de Award baseert Aquafin zich op vier fundamentele criteria. Ten eerste zijn dat de resultaten uit de enquêtes die na afloop van elk project worden ingevuld door de projectleider, de werftoezichter, het studiebureau en alle betrokken besturen. Deze vragenlijst peilt naar de manier waarop de aannemer de besteksbepalingen naleeft om de hinder te beperken. Daarnaast tellen ook de frequentie en de omvang van eventuele schadegevallen en de gegevens uit de klachtendatabank mee. Een laatste, maar minstens even belangrijke factor zijn de veiligheidsstatistieken die de aannemer kan voorleggen. Wie het beste scoort op de combinatie van deze vier criteria, mag zich laureaat noemen. Om na te gaan of alle partijen voldoende inspanningen hebben geleverd om de hinder bij de uitvoering van een rioleringsproject te beperken, voert Aquafin ook tevredenheidsonderzoeken uit bij de buurtbewoners. Daarin wordt o.a. gepolst of de communicatie-inspanningen van Aquafin en de aannemer voldoende waren, of de woningen goed bereikbaar bleven en of het openbaar en privé-domein in de oorspronkelijke staat hersteld werden.
In 2008 reikte Aquafin voor de tweede keer zijn Minder Hinder award uit aan de aannemer van rioleringswerken die het meest omgevingsvriendelijk te werk ging.
Op basis van de resultaten van beide enquêtes, maakt Aquafin verdere afspraken met de veiligheidscoördinatiebureaus en worden waar nodig de veiligheids- en Minder Hinder-voorschriften in de technische bestekken geconcretiseerd. Ook voor de uitvoering van onderhoudswerken aan de infrastructuur van Aquafin op openbaar domein, is in 2008 een Minder Hinderprocedure opgemaakt.
OMBUDSMAN ALS BEMIDDELAAR TUSSEN BURGER EN BEDRIJF In 2008 werd de ombudsman van Aquafin 335 keer rechtstreeks aangesproken. Van de klachten die hij registreerde ging 68% over de uitvoering van rioleringswerken. De meeste betroffen de herstelling van privaat en openbaar domein, de toegankelijkheid van straten en woningen, onvoldoende informatie en onrechtmatig gebruik van privaat eigendom. De overige 27% van de klachten ging over de werking van de zuiveringsinstallaties en betroffen vooral lawaaihinder, wateroverlast en geurhinder. Om klachten systematisch aan te pakken en in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen, buigen de betrokken directies zich elke trimester samen met de ombudsman over de kwartaalrapporten. Met de lering die daaruit wordt getrokken, worden eveneens bestekken en procedures aangepast.
DUURZAAM ONDERNEMEN
71
JAARVERSLAG 2008
72
Tijdelijke parking vermindert verkeersproblemen in Hombeek De voorbije zomer is Aquafin gestart met de langverwachte collectorwerken langs de E19, tussen Mechelen-Noord en Mechelen-Zuid. Met de uitvoering van het project zal Aquafin in één klap maar liefst 18.800 inwoners aansluiten op het
De educatieve inspanningen
waterzuiveringsnetwerk. Maar de bewoners van Hombeek krijgen tijdens de werken wel met
die Aquafin doet, worden
heel wat omleidingen te maken. Door een goede planning vooraf en gesprekken met handelaars
zeer gewaardeerd door
en buurtbewoners, kon de verkeershinder op een cruciaal punt verminderd worden. Na overleg tussen
scholen, verenigingen
Aquafin en het stadsbestuur werd besloten om een tijdelijke parking aan te leggen langs de Mechelseweg. Op die manier blijven de plaatselijke handelaars bereikbaar, terwijl de parking voor de scholen in de buurt als uitwuifzone fungeert. Begeleiders van de scholen vangen er de vele kinderen op die met de auto naar school gebracht worden, waarna ze in groep via een veilige voetgangersweg naar school stappen.
en particulieren.
Sensibiliseringsacties Aquafin ondersteunt het milieubeleid van het Vlaamse Gewest door regelmatig zijn infrastructuur open te stellen voor het grote publiek en helder te communiceren via publicaties, afgestemd op verschillende doelgroepen.
In 2008 organiseerde Aquafin opendeurdagen op vijf zuiveringsinstallaties die nieuw gebouwd of pas gerenoveerd waren. Bijkomend werden er nog drie installaties opengesteld voor de bewoners van de wijk waarin de installatie zich bevindt.
Van die mogelijkheid maken jaarlijks honderden groepen gebruik. Daarnaast stelt Aquafin educatief materiaal zoals brochures, leerpakketten en standen ter beschikking van verenigingen, scholen en gemeenten. Dankzij een proactieve, duidelijke communicatie over de activiteiten van Aquafin naar de pers, neemt het aantal positieve berichten over de werken in uitvoering jaar na jaar toe.
DUURZAAM ONDERNEMEN
Scholen en verenigingen kunnen op weekdagen op een 20-tal installaties terecht voor een geleid bezoek.
73
JAARVERSLAG 2008
74
Zorg voor medewerkers Om de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen te beheren en de grote opdrachtenportefeuille van het bedrijf uit te voeren, heeft Aquafin nood aan competente en gemotiveerde medewerkers. In 2008 lag de focus dus op individueel competentiemanagement en de uitwerking van een goed retentiebeleid, dat ervaren medewerkers moet helpen behouden en nieuwe krachten moet aantrekken. Tegelijk zette het bedrijf nieuwe veiligheidsacties op en werd een beleid uitgetekend om de psycho-sociale belasting van alle medewerkers op te volgen.
COMPETENTIEMANAGEMENT EN VERLONING Aquafin wil zijn medewerkers een duidelijk zicht geven op hun toekomstmogelijkheden binnen het bedrijf, zowel binnen hun huidige functie als eventueel later in een andere functie. Daarom kent elke functie vijf loopbaantrappen: van ‘basis’ over ‘bevestigd’, naar ‘ervaren’, ‘specialist’ en ‘rolmodel’. Drie componenten bepalen de inschaling van een medewerker in zijn horizontale loopbaanpad: gedragscompetenties, technische expertise en de mate waarin hij/zij uiting geeft aan de bedrijfswaarden. In 2008 werden alle niet-technisch medewerkers voor de eerste keer ingeschaald in hun horizontale loopbaanpad. Voor de technisch medewerkers ging het al om de derde inschalingsronde. Bij de inschaling spreken leidinggevende en medewerker af welke opleiding of coaching de medewerker moet krijgen om naar het volgende niveau door te kunnen groeien. Bij de inschalingsresultaten van de technisch medewerkers was er dit jaar een lichte verschuiving merkbaar in de richting van ‘ervaren’ en ‘specialist’. Een bewijs dat het systeem werkt. Aquafin heeft de voorbije jaren werk gemaakt van een transparant loonbeleid, zodat elke medewerker zicht heeft op de verloning waar hij of zij naartoe kan werken. In 2008 werd het loon voor het eerst gekoppeld aan de minimale loonniveaus die bepaald werden voor elke functieklasse en het competentieniveau dat een medewerker binnen zijn of haar functie bereikt heeft. Aquafin garandeert voor zijn medewerkers een verloning die minimum op de marktmediaan ligt. Voor de mensen die zich onder het loonniveau bevinden dat voor hen van toepassing is, ging het bedrijf met een inhaalbeweging van start.
Aquafin heeft de voorbije jaren hard gewerkt aan een modern HRM-beleid dat alle medewerkers gelijke kansen en mogelijkheden geeft.
DUURZAAM ONDERNEMEN
75
JAARVERSLAG 2008
76
VERDERE UITBOUW RETENTIEBELEID Aquafin wil de volgende jaren werk maken van een proactief retentiebeleid. Dat begint bij de aanwerving van medewerkers met de juiste competenties en de juiste persoonlijkheid, gevolgd door een combinatie van acties tijdens de verdere loopbaan bij Aquafin om getalenteerde medewerkers zo lang mogelijk in dienst te houden. Duidelijke loopbaanvooruitzichten vormen één van de belangrijkste pijlers van een goed retentiemanagement. Daaraan komt Aquafin tegemoet met de invoering van zijn competentiemanagement. Daarnaast wil Aquafin trouw aan het bedrijf belonen en een goede balans tussen werk en privé-leven mogelijk maken. Met een herziening van zijn wagenpolitiek in 2008, wordt het voor waardevolle medewerkers aantrekkelijker om bij Aquafin te blijven werken en wordt het voor het bedrijf gemakkelijker om nieuwe gekwalificeerde medewerkers aan te trekken. Om de combinatie werk- en privéleven eenvoudiger te maken, voerde Aquafin in het verleden al flexibele werkuren in en de gelegenheid om op daartoe uitgeruste zuiveringsinstallaties te werken. In 2008 werden ook de voorbereidingen getroffen voor de opening van een satellietkantoor in Oost-Vlaanderen en in de Kempen, waardoor meer mensen de gelegenheid zullen krijgen om dichter bij huis te werken.
Satellietkantoren in Herentals en Drongen verminderen fileleed Minister van Leefmilieu Hilde Crevits ondersteunt het initiatief van Aquafin om de reistijden van zijn werknemers te verkorten, en kwam het satellietkantoor in Drongen in maart 2009 persoonlijk openen. Het bedrijf stimuleert zijn medewerkers om zo min mogelijk de auto te gebruiken en zo veel mogelijk gebruik te maken van het openbaar vervoer of de fiets.
VEILIGE WERKOMSTANDIGHEDEN CREËREN Bij de uitbouw en de exploitatie van de zuiveringsinfrastructuur komt veilig werken altijd eerst. Dat bleef ook in 2008 de belangrijkste boodschap voor alle medewerkers. De voorbije jaren is het aantal arbeidsongevallen beduidend gedaald. Dat is grotendeels te danken aan een voortdurende aanscherping van het veiligheidsbewustzijn bij alle medewerkers. Zo werd in 2008 aan de competentieprofielen van alle functies, de noodzakelijke veiligheidskennis toegevoegd.
Bovendien moeten de coördinatoren van een team technisch medewerkers op de zuiveringsinstallaties sinds 2008 minstens tien keer per jaar hun medewerkers op hun toepassing van de veiligheidsregels beoordelen. De resultaten worden opgevolgd via de Balanced Scorecard-rapportering van Aquafin. Voor nieuwe projectleiders die verantwoordelijk zijn voor de uitbouw van de infrastructuur is Aquafin bezig met de ontwikkeling van een e-learning pakket rond veilig werken. Anderzijds was er in 2008 een duidelijke stijging in het aantal woon-werkongevallen met werkverlet tot gevolg. Opvallend veel fietsers werden slachtoffer van het drukke verkeer. Die cijfers hoopt Aquafin te keren met de opstart van zijn satellietkantoren, die het mogelijk maken om dichter bij huis te werken.
UITWERKING VAN EEN WELZIJNBELEID In 2008 sprak Aquafin samen met de sociale partners de te volgen beleidslijnen af voor het psycho-sociaal welzijnsbeleid van Aquafin. Het bedrijf engageert zich om vanuit een open communicatie, een risico-analyse inzake psychosociale belasting op het werk mogelijk te maken, de preventiemaatregelen te beoordelen en te verbeteren in samenspraak met de leidinggevenden en alle medewerkers (via hun vertegenwoordiging in
Aquafin wil voor het aanbod van het individuele preventieprogramma 10 tot 15% van zijn voorziene opleidingstijd en -budget ter beschikking stellen. Door dit programma “integraal gezondheidsmanagement” wenst Aquafin aan elke medewerker de begeleiding aan te bieden om een goede gezondheid en een gevoel van algemeen welzijn te verkrijgen of te behouden.
DUURZAAM ONDERNEMEN
het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk, de Ondernemingsraad en de Syndicale delegatie).
77