Jaaroverzicht activiteiten Coöperatie Cohesie U.A. 2010 Inleiding Voor de vierde maal presenteert de Coöperatie Cohesie haar jaarverslag. Cohesie is opgericht in december 2006 en verenigt nagenoeg alle zelfstandig werkende huisartsen en huisartsvoorzieningen in Noord-Limburg. De Coöperatie kende in 2010 drie dochterondernemingen; de stichting Huisartsenposten Noord-Limburg, MIDAS BV en Cohesie Cure and Care BV. De stichting Deskundigheidsbevordering huisartspraktijken Noord-Limburg werd in de loop van het jaar opgeheven en de activiteiten van de stichting werden voortgezet binnen Cure and Care BV. Naast de activiteiten van Cohesie worden ook de activiteiten van deze dochterondernemingen belicht. Na de eerste hectische pioniersjaren was 2010 een jaar van consolidatie en bezinning. Het bestuur merkte dat de in 2008 geformuleerde visie en missie onvoldoende houvast boden om adequaat te reageren op de snelle ontwikkelingen in de (eerstelijns) gezondheidszorg. In discussie met de leden konden in juni een nieuw geformuleerde visie en missie worden vastgesteld en in oktober een daarop geënt meerjaren beleidsplan en een meerjaren kwaliteitbeleidsplan. Cohesie stelt vast dat de komende jaren dient te worden gestreefd naar een sterke, geïntegreerde eerstelijns gezondheidszorg met de huisarts(voorziening) in een centrale positie. Meer dan vroeger zal aandacht dienen te worden besteed aan coördinatie en sturing van de complexe zorgvragen die in de eerste lijn worden gepresenteerd, aan verbindingen tussen zorgen welzijnsvoorzieningen op dorp- of wijkniveau. Visie en missie werden als volgt bijgesteld: Visie: Een goed georganiseerde eerstelijns gezondheidszorg is een groot goed. Cohesie en de aangesloten leden willen staan voor een continu aanbod van kwalitatief hoogstaande huisartsgeneeskundige zorg in Noord-Limburg in goede afstemming en goed gestructureerde samenwerking met de andere disciplines in eerste en tweede lijn ten behoeve van hun klanten/patiënten. Die zorg wordt zo veel mogelijk geleverd door de huisartsvoorziening in het eigen dorp of de eigen wijk. Die huisartsvoorziening maakt onderdeel uit van een (op zijn minst virtueel) geïntegreerd eerstelijns netwerk dat in interactie staat met GGD, gemeenten en zorgverzekeraars met als doel preventieve acties en wonen-, welzijn-, zorgvoorzieningen op elkaar af te stemmen. Missie: In opdracht van de leden en in het verlengde van het zorgaanbod in de praktijken wil Cohesie die eerstelijns zorg organiseren en contracteren die qua omvang en organisatie de individuele praktijk overstijgt. Cohesie is namens haar leden gesprekspartner van die partijen die van belang zijn om haar visie te kunnen realiseren. Cohesie wil voor haar leden optimale inhoudelijke en materiële randvoorwaarden realiseren, zodat de leden de inwoners van NoordLimburg een aantrekkelijk zorgaanbod kunnen doen, waarmee zij en hun praktijkpersoneel een goed inkomen kunnen verdienen en waaraan zij veel arbeidssatisfactie kunnen ontlenen.
1
De overeenkomsten met de zorgverzekeraars over de zorgprogramma’s Diabetes Mellitus en COPD liepen af per 1 januari 2011. In de zomer werden de voorbereidingen voor een nieuw aanbod conform de herziene zorgstandaarden en NZA-beleidsregels opgestart. In het najaar zijn met UVIT pittige maar constructieve onderhandelingen gevoerd die ultimo 2010 tot overeenstemming over een driejarig contract hebben geleid. Hierdoor is een stevig fundament onder de organisatie gelegd voor de middenlange termijn. Eigentijdse huisartsenzorg wordt uiteraard door de praktijken zelf aan hun patiënten geleverd. Cohesie richt zich vooral op een gezamenlijk zorgaanbod buiten kantooruren, organisatie en contractering van multidisciplinaire zorg voor chronische patiënten en ondersteuning van de praktijken op het gebied van ICT en deskundigheidsbevordering. Daarnaast behartigt Cohesie de belangen van de huisartsen in talloze contacten en bijeenkomsten met andere zorgverlenende instellingen, overheden en zorgverzekeraars. De mandatering van de organisatie is door de instemming van de leden met de nieuw geformuleerde missie versterkt.
Algemeen Coöperatie Cohesie Bestuur Huisarts Hans Vlek verliet het bestuur in verband met zijn werkzaamheden elders en werd opgevolgd door Eric Cremers. Hans stond mede aan de wieg van Cohesie en het is niet in het minst aan zijn gedecideerde voorzitterschap te danken dat de organisatie een nooit gedachte vlucht heeft kunnen nemen. Het bestuur bestaat nu uit de huisartsen, Rob Keijzer, Frank van Kemenade, Ramon Aendekerk, Marlies Wegewijs- de Jong, Eric Cremers en twee externe deskundigen Ton Weber en Margo van Nisselroij. Bestuursleden worden gehonoreerd volgens een regeling die door de ledenvergadering is vastgesteld. De vergaderfrequentie is vastgesteld op één maal per maand. Het bestuur heeft regelmatig overleg met stakeholders, zoals het Huis voor de Zorg en collega instellingen in de eerste- en tweedelijns gezondheidszorg. Cohesie participeert in de stuurgroep ketenzorg Noord-Limburg. Onder aansturing van de stuurgroep vallen de CVA-keten, “hulp bij dementie” en het netwerk palliatieve zorg. Een wondzorgprogramma is in voorbereiding. Twee leden van het bestuur begonnen aan de leergang “besturen, zo werkt het”, verzorgd door de Coöperatie voor Integrale Huisartsenzorg Nijmegen e.o. en de Huisartsenkring Nijmegen e.o. De directie bestaat uit Albert Bosch, algemeen directeur en Pieter van Wijk, medisch directeur. De directie wordt gehonoreerd conform de normen van de NVDZ.
2
De zaken die in het verslagjaar bijzonder aandacht vroegen zijn: visie, missie en meerjaren beleidsplannen de organisatie van de acute zorg. de kwaliteit van registreren en het HIS De organisatie van de acute zorg De optimistische veronderstelling. dat we eind 2010 in de uitvoeringsfase van de realisering van de nieuwe spoedpost in Venlo zouden zijn, kon niet worden bewaarheid. De voorkeurslokalisatie bleek om redenen van ruimtelijke ordening niet haalbaar. Een nieuwe locatie in aansluiting aan de SEH van VieCuri werd gevonden maar het doorrekenen van alle consequenties kostte veel tijd. Eind 2010 verkeerden de onderhandelingen tussen de zorgverzekeraars, VieCuri en Cohesie in een beslissend stadium. Cohesie heeft haast; het wordt steeds lastiger de noodvoorziening aan de Hagerhofweg in een acceptabele conditie te houden. De organisatie zal er al het mogelijke aan doen om nog in 2011 een schop in de grond te krijgen. In het voorjaar sloten de landelijke projectorganisatie, VieCuri en Cohesie een overeenkomst om gezamenlijk een pilot met het Nederlands Triage Systeem te gaan doen ter voorbereiding van de samenwerking in de nieuwe spoedpost. Cohesie heeft het systeem in juni geïmplementeerd, helaas besloot het ziekenhuis om moverende redenen daar vooralsnog vanaf te zien. De drukte op de HAP blijft een thema al lijkt de groei van het aantal hulpvragen af te vlakken (zie hiervoor het hoofdstuk huisartsenposten). Nadat alle praktijken in 2009 zijn bezocht heeft een aantal flink geïnvesteerd in verbetering van de bereikbaarheid. In 2011 zal een nieuwe ronde gesprekken plaatsvinden waarin de resultaten worden geëvalueerd. Het bestuur nam het besluit om alle wachtkamers van de huisartsenposten en de praktijken te voorzien van beeldschermen. Primair doel: via een systeem van narrow casting het uniform voorlichten van de doelgroep over doel en opzet van de huisartsenposten teneinde een meer doelmatig gebruik van deze voorziening te stimuleren. Uiteraard kan de praktijk hier ook alle andere informatie op kwijt. De informatie op de website van Cohesie werd ingrijpend herzien en een nieuwe patiëntenfolder zag het licht. In september startte de opleiding van zes verpleegkundigen tot Verpleegkundig Specialist. Zij volgen een masterstudie aan de Fontys Hogeschool in Tilburg en het praktijkgedeelte in een negental praktijken in onze regio en op de huisartsenposten. Dit voor Nederland unieke traject wordt gefinancierd door UVIT en begeleid door de stichting KOH. In de Cohesieregio nemen huisartsen gezamenlijk de verantwoordelijkheid op om de acute eerstelijns zorgvragen in goede banen te leiden.
3
De kwaliteit van registreren en het HIS Het onderwerp is in eerste instantie op de kaart gekomen door kritische opmerking van huisartsen die vonden dat de kwaliteit van de gegevens, die zij ter beschikking kregen op de huisartsenpost, beneden peil is later gesteund door opmerkingen van de inspectie in het jaarlijkse overleg. Het NIVEL heeft een 0-meting gehouden naar de kwaliteit van registreren in onze regio en geconstateerd dat er nog heel wat te verbeteren valt. Een werkgroep van huisartsen heeft zich gebogen over de meest wenselijk vorm van implementatie van de zogenaamde ADEPDrichtlijnen in Noord-Limburg, gerelateerd aan de inrichting van ons regionale HIS. Dit heeft geresulteerd in een plan tot een (niet vrijblijvend traject) van scholing en monitoring, dat in oktober in de ledenvergadering werd aangenomen. Labelsoft heeft inmiddels een aantal aanpassingen in het HIS gerealiseerd die goed registreren faciliteren. In 2011 moet een en ander leiden tot forse, meetbare verbeteringen. Een aantal huisartsen uit onze regio is wekelijks (via een internetforum) in dialoog met de programmeurs van Labelsoft en andere gebruikers in den lande met als doel het HIS nog beter en gebruiksvriendelijker te maken. Omdat in Noord Limburg de overgrote meerderheid van de huisartsen hetzelfde HIS gebruikt, is de impact van voorstellen voor verbetering vanuit onze regio groot. In 2010 zijn er dan ook tal van verbeteringen doorgevoerd. In november heeft er een bijeenkomst van huisartsen en assistentes uit de regio met Labelsoft plaats gevonden over de agendafunctie. Dit heeft al tot aanpassingen geleid. De overige meer ingrijpende verbeteringen zullen in 2011 worden doorgevoerd. In maart 2010 staat het medicatiedossier op de agenda. Stafcommissie huisartsenzorg De stafcommissie bestaat uit zeven huisartsen: Marcel Crobach, voorzitter, Ad Coenen, Ilse van Tiel-Knoppen, Irene van den Heuvel, Tonnie van Kessel, Jan Maarten Tolk en Toos Goddijn-Wessel. Eric Cremers beëindigde zijn lidmaatschap in verband met het aanvaarden van een functie in het bestuur en werd opgevolgd door Ad Coenen. De stafcommissie adviseert, gevraagd en ongevraagd, ledenvergadering, bestuur en directie over allerlei vakinhoudelijke kwesties. De stafcommissie vergadert maandelijks. De belangrijkste onderwerpen in het verslagjaar waren:
kwaliteitbeleidsplan 2011-2013 “Verder werken aan kwaliteit” verbetering kwaliteit FTO en FTTO verwijsafspraken binnen Zorgdomein deelname aan diverse wetenschappelijke studies
Kwaliteitbeleidsplan 2011-2013 “Verder werken aan kwaliteit” In dat stuk wordt een beschouwing gewijd aan de resultaten van drie jaar kwaliteitsbeleid van Cohesie en worden concrete doelen gesteld voor de komende periode van drie jaren. De doelen betreffen vooral de verbetering van het toetsen van huisartsgeneeskundig handelen in toetsgroepen en competentieontwikkeling op de aspecten van communicatie, organisatie, samenwerking en maatschappelijk handelen.
4
Verbetering FTO en FTTO Afspraken binnen het FTO zouden zo veel effectiever geïmplementeerd kunnen worden wanneer ze verwerkt kunnen worden in het EVS. Een pilot in Grubbenvorst met het gebruik van de van de Prescriptor Wizard, een instrument om eigen FTO-afspraken een prominente plaats te geven binnen het EVS, is succesvol gebleken. Samen met de stichting Samenwerkende Apotheken Noord-Limburg zal het gebruik van de Wizard in alle FTOgroepen worden geïmplementeerd. Dit gebeurt in relatie tot behandeling van de onderwerpen diabetes mellitus en het uitgestelde recept (zie hieronder), begeleid door kaderarts of onderzoeker. Het formulariumbeheer wordt ondergebracht bij Meetpunt Kwaliteit in Eindhoven. De FTTO-afspraken, die aan de stafcommissie zijn voorgelegd worden aan een kritische beschouwing onderworpen. Met name de afspraken, die afwijken van onze standaarden of van de CBO-concensus, zijn niet altijd overtuigend onderbouwd. De stafcommissie constateert wel dat het laatste jaar duidelijk vooruitgang is geboekt en wil de status van het FTTO graag gaan bespreken met de medische staf van VieCuri. Verwijsafspraken binnen Zorgdomein De stafcommissie kreeg een flink aantal concept verwijsafspraken, gemaakt door werkgroepjes van specialisten en huisartsen, voorgelegd. Na een aantal kritische opmerkingen bij de eerste sets afspraken steeg de kwaliteit dermate dat een groot aantal afspraken geautoriseerd kon worden en in Zorgdomein ingevoerd. Voorts kregen werkgroepen en maatschappen een reeks suggesties mee om nog eens goed over een aantal zaken na te denken. Deelname aan wetenschappelijke studies Bij Cohesie komen veel aanvragen binnen om bij de leden deelname aan een wetenschappelijke studie te promoten. Deze aanvragen worden voorgelegd aan de stafcommissie. Die bekijkt of de studie een voor de huisartsgeneeskunde relevante vraagstelling heeft en of de belasting voor de praktijken acceptabel is. De stafcommissie bracht een positief advies uit over deelname aan de studie “terugdringen van antibiotica gebruik door het uitgesteld recept”. De studie wordt uitgevoerd door IVM en NIVEL en gefinancierd door ZonMw. Voorschrijven van antibiotica bij hoge luchtweginfecties heeft vaak te maken met mispercepties en miscommunicatie bij huisartsen en patiënten. Door het trainen van huisartsen in een bepaalde gesprekstechniek en het introduceren van een methodiek, waarbij de patiënt een recept meekrijgt maar pas ophaalt als de klachten daartoe aanleiding geven, hopen we het oneigenlijk gebruik van antibiotica terug te kunnen dringen. EKC-ers en apothekers die het project kregen uitgelegd, reageerden enthousiast en inmiddels zijn 5 interventiegroepen en 5 controle FTO-groepen geworven voor deelname. Tegelijk met introductie van de studie hopen we de implementatie van de Prescriptor Wizard ter hand te kunnen nemen (zie hierboven). Lopende en afgeronde studies: Amuse-2 naar een handzaam instrument om in de huisartspraktijk de kans op een longembolie in te kunnen schatten. De inclusie van patiënten is gestopt; de follow-up van patiënten duurt nog tot maart 2011 en de gegevensverwerking kan daarna starten.
5
Effimodi naar het effect op de kwaliteit van zorg voor goed ingestelde diabeten van verlaging van de controlefrequentie. Binnen Cohesie doen er 22 huisartsen en 193 van hun patiënten mee aan de Effimodi-studie. Op dit moment zijn alle baselinegegevens van alle deelnemende patiënten van Cohesie al bekend. In de zomer van 2011 zal gestart worden met het verzamelen van de eindgegevens. De uiteindelijke onderzoeksresultaten worden eind 2012 verwacht. Capita naar het effect van pneumococcenvaccinatie. De inclusie van patiënten is voltooid; zij worden nu gedurende minimaal twee jaar gevolgd om de effecten te kunnen monitoren. LOK-studie naar de effectiviteit van een polikliniek voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten. Onze regio fungeert hierbij als controlegroep. Helaas neemt de medisch Ethische Commissie heel veel tijd om tot een oordeel over de studieopzet te komen. Is dus nog niet gestart. NCSI stadium a. In deze studie is in een eerstelijns populatie de validiteit getest van een in de tweede lijn gebruikt instrument om de conditie van een COPD-patiënt op verschillende vlakken in beeld te brengen. Deze studie heeft bruikbare informatie opgeleverd. Het NCSI en een daarvan afgeleide simpele vragenlijst lijken prima mogelijkheden te bieden om patiënten op een veel vollediger manier in kaart te brengen en te monitoren dan met de tot nu toe gebruikelijke methoden. Cohesie wil in 2011 graag met 2 of 3 praktijken een pilot starten.
Stichting Huisartsenposten Noord-Limburg De afgelopen jaren is er sprake geweest van een toenemend beroep op de huisartsenpost. Dit jaar echter is er voor het eerst sprake van een stabilisatie van het aantal contacten. Het aantal verrichtingen op de huisartsenposten in Venlo en Venray in 2010 bedroeg 72.839 tegen 77.452 in 2009 en in 2008 72.879. Voorzichtige conclusie: de stijgende trend in de hulpvragen lijkt afgebogen. Het aantal visites neemt licht af, van 5654 in 2008 en 5428 in 2009 naar 5271 in 2010. Het aantal consulten bedroeg in 2008 38111, in 2009 38497 en in 2010 37.275. Een andere tendens laten de telefonische consulten zien. In 2008 waren dat er 28973, in 2009 33356 (veel vragen over de griep) en in 2010 30186. Uit de verhouding consulten/telefonische consulten valt af te leiden dat door de verbeterde kwaliteit van de triage steeds meer hulpvragen telefonisch kunnen worden afgehandeld. We blijven hierop inzetten naast de andere maatregelen die we treffen om de drukte op de HAP beheersbaar te houden. De vrees dat de implementatie van het NTS zou leiden tot meer visites en consulten is duidelijk niet bewaarheid.
Aantal verrichtingen
Totaal verrichtingen per jaar t/m december 80.000
77.452
71.584 72.879
72.839
70.000 Totaal 2007
60.000
Totaal 2008
50.000
Totaal 2009
40.000 1
Totaal 2010
Jaren t/m september
6
Op de 72.839 patiëntencontacten in 2010 heeft de post 48 klachten ontvangen. De klachten in 2010 betreffen de volgende aspecten: 54% medisch inhoudelijk (24 klachten) 30% Relationeel (14 klachten) 15% Organisatorisch (10 klachten) Begin 2010 is besloten om vanaf dat moment iedere klacht voor te leggen aan een externe klachtenbemiddelaar, waar in het verleden in een aantal gevallen ook bemiddeld werd door het management. In praktijk zorgt dit voor een snellere afhandeling van de klachten. Bijna alle klachten konden met telefonische bemiddeling worden opgelost. Zeven keer werd er een bemiddelingsgesprek gevoerd om de klacht op te lossen en één keer werd de klacht verholpen door schriftelijke bemiddeling. In drie gevallen werd een klacht na bemiddeling alsnog doorgestuurd naar de stichting klachtenregeling huisartsenzorg Zuid-Nederland, omdat de geboden oplossing niet tot tevredenheid van de betrokkenen was. In drie gevallen heeft het bestuur een calamiteit moeten melden bij de inspectie voor de Volksgezondheid. Bij een calamiteit is het zorgproces anders verlopen dan ingeschat met ernstige gevolgen voor de patiënt. In opdracht van de inspecteur heeft de directie naar deze gevallen een intern onderzoek ingesteld naar de gang van zaken en daarvan verslag uitgebracht aan de inspectie. De kritieke punten die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen in het kader van twee casus worden nu actief aangepakt als verbeterpunten. Een casus berust nog bij de inspectie. In die casus loopt nog een strafrechtelijk vooronderzoek. Onze MIP functionaris heeft zes MIP meldingen ontvangen. Onze kwaliteitsadviseur analyseert na elke MIP melding, wat er mogelijk fout is gegaan en hoe wij kunnen voorkomen dat een dergelijke situatie zich in de toekomst opnieuw voordoet. Daarnaast zijn wij bezig met de ontwikkeling van zogenaamde PRI’s. PRI staat voor preventieve risico inventarisatie. Een PRI wordt opgesteld aan de hand van thema’s, binnen een dergelijk thema wordt, samen met de mensen van de werkvloer, bekeken wat mogelijke risico factoren kunnen zijn van onze manier van werken. Op basis van deze risicofactoren wordt er een risiconiveau bepaald. Als blijkt dat een bepaalde handeling in onze werkzaamheden risicovol is voor het behoud van onze kwaliteit, dan wordt er een plan opgesteld om dit risico te verlagen. Op deze manier proberen we calamiteiten voor te zijn. Dit jaar kreeg de HAP onaangekondigd bezoek van de arbeidsinspectie. Het zwaartepunt van de inspectie lag op veiligheid voor onze medewerkers. De inspectie is goed verlopen en de inspecteur heeft een positief verslag uitgebracht over de maatregelen die getroffen zijn en worden om onze medewerkers zo veilig mogelijk te laten werken. In 2010 zijn wij gestart met een pilot van het NTS. Dit is een software applicatie (op basis van landelijke consensus tussen de betrokken beroepsgroepen), die onze triage-assistenten ondersteunt in het triageren en het bepalen van de urgentie van een klacht. Deze pilot zijn wij aangegaan met het zicht op de toekomst. De inzet is het ontwikkelen van een nieuwe, digitale triagestandaard, waar eerstelijns en tweedelijns spoedzorg gezamenlijk gebruik van gaan maken.
7
Er is veel aandacht besteed aan de begeleiding en opleiding in het gebruik van het NTS. Dit is gebeurd in de vorm van groepstrainingen, feedback na analyse van de gevoerde gesprekken en individuele coaching door professionals. Het management is begonnen met het in kaart brengen van het NTS gebruik en wij zien dat er in de loop der tijd een substantiële stijging is in het gebruik. De assistentes worden hier op individueel niveau op aangesproken. Omdat het een pilot is, hebben we te maken gehad met veel opstartproblemen. Ook medisch inhoudelijk was er het een en ander op het programma aan te merken. Onder meer de input uit Noord-Limburg heeft geleid tot een nieuwe versie van het programma die in januari 2011 geactiveerd zal worden. In de tweede helft van het jaar heeft de samenwerking tussen HAP en Ambulancedienst inzake de beschikbaarstelling van visiteassistenten een einde gekregen. De RAV kon het per 1 januari 2011 aflopende contract met de posten om financiële redenen niet verlengen. Na een moeizame periode met name ook voor de visiteassistenten en onze medewerkers op de HAP, die met grote onzekerheid werden geconfronteerd, heeft de HAP een contract gesloten met een nieuwe partner, Medi-expresse. Dit is een bedrijf gespecialiseerd in het leveren van vervoersdienstverlening in de zorg. Zij is in binnen- en buitenland actief bij diverse organisaties waaronder ook huisartsenposten. Medi-expresse zal gaan zorgen voor een vast team van chauffeurs, die gaan rijden met nieuwe auto’s. Cohesie is partner in het Regionaal Overleg Acute Zorg, dat onder leiding van traumacentrum Maastricht de opdracht heeft de acute zorg in de provincie te stroomlijnen. In het verslagjaar werd vastgesteld dat de operationele activiteiten van het ROAZ beter konden worden gecoördineerd door de beide GHOR organisaties in Limburg. De geografische schaal waarbinnen die opereren sluit immers beter aan bij de schaal waarop de meeste zorgaanbieders georganiseerd zijn. De GHOR Limburg-Noord heeft inmiddels de handschoen opgepakt en een structureel overleg in het leven geroepen waarin de operationele afstemming tussen instellingen en professionals kan plaatsvinden. Ten slotte werd het jaar afgerond op wel heel bijzondere wijze. Voor het eerst in de negen jaar dat de HAP actief is, hebben we één van onze vestigingen moeten evacueren in verband met een brand in een nabijgelegen fabriek waarbij asbest is vrijgekomen. De post in Venlo is twee avonden gesloten geweest. Door uitmuntende inzet van ons personeel en de behulpzaamheid van dagpraktijk Venlo-Zuid, hebben wij toch onze dienstverlening uit kunnen oefenen. Uiteraard heeft de situatie ook een aantal aandachtspunten naar voren gebracht waarmee wij in 2011 met veel plezier aan de slag gaan.
Cohesie Cure and Care B.V. Algemene activiteiten Cohesie Cure en Care In september en november namen 55 praktijkondersteuners deel aan een 2 daagse nascholing: Kern van de keten: werken aan je DBC-vaardigheden. Doel was om een aantal zaken, die de aandacht vroegen, geclusterd onder de aandacht te brengen. Er waren plenaire sessies over de nieuwe Zorgstandaard COPD, de stand van zaken omtrent de DBC CVRM, de ervaringen met de BeweegKuur van het NISB en in het kader van de DBC DM de op te starten PRISMA-cursus
8
en de samenwerking met de podotherapeut. Daarnaast werden workshops aangeboden met als thema Interpretatie spirometrie, Voeding en COPD, Inhalatie-instructie, Stoppen met roken (Stivoro), Zelfmanagement (CBO), Meten Enkel/Arm-index, BNP en X-Thorax en Meten bloeddruk, orthostatische hypotensie en 24-uurs bloeddrukmeting. Cohesie ontvangt vier maal per jaar een kwaliteitsrapportage over de geleverde zorg binnen de zorgprogramma’s (DBC’s) diabetes mellitus type 2 en COPD. De rapporten worden op onze website voor iedereen ter inzage gezet. De praktijken krijgen twee maal per jaar een rapportage over hun eigen resultaten gespiegeld aan het gemiddelde van Cohesie. Deze rapportage wordt door onze zorgcoördinator of de kaderarts met huisarts en praktijkondersteuner besproken. Van elk praktijkbezoek is een kort verslag gemaakt. Hier staan de proces- en uitkomstindicatoren die goed worden beoordeeld vermeld en processen waar nog extra aandacht aan besteed dient te worden. Samen met de praktijk wordt gekeken wat de praktijk zelf kan doen tot verbetering of waar men hulp van Cure & Care, inzet extra scholing of training on the job voor nodig heeft. Telkens worden er stappen in de goede richting gezien. Voor 2011 staat een patiëntenenquête op stapel voor zowel DM als COPD DBC DM Per 1 januari 2010 bedroeg het aantal patiënten in het zorgprogramma 7800, eind van het jaar was dat gestegen tot 8300. Gefundeerd op de gegevens uit de kwaliteitrapportages en het klanttevredenheidsonderzoek zijn de volgende speerpunten aangepakt: Diëtetiek: Slechts de helft van alle diabeten maakt gebruik van de consultatie bij de diëtiste. Acties 2010: 2 contactbijeenkomsten georganiseerd met 3 diëtisten, 3 POH’s , Cure & Care team. Doel: Hoe kunnen we patiënten motiveren hun lifestyle te verbeteren ten aanzien van voeding en beweging en onze werkzaamheden op elkaar afstemmen zodat we elkaar niet tegenspreken maar versterken? 2 patiëntengroepsbijeenkomsten in opdracht van Cohesie georganiseerd door Vilans waarin op gestructureerde wijze informatie is verzameld over de kijk van patiënten op het werk van een diëtiste en hun ervaringen daarmee. De uitkomsten hiervan worden op 3 maart 2011aan huisartsen, praktijkondersteuners en diëtisten gepresenteerd. Fundusfoto: Volgens de statistiekgegevens maakt 48% van de patiënten gebruik van een fundusfoto ter controle van de ogen. Dit aantal zou rond de 70% moeten liggen. Om dit percentage te verhogen hebben we de volgende zaken aangepast: Patiënt kan samen met de POH rechtstreeks via Zorgdomein een afspraak plannen voor een fundusfoto in de agenda van VieCuri. Patiënt ontvangt een print met de afspraakbevestiging en locatie Aantal plaatsen is uitgebreid waar de patiënt een fundusfoto kan maken.
9
Probleem blijft hier wel de tegenwerking die Cohesie van enkele regionale oogartsen ondervindt, die zich niet herkennen in de regionale afspraken die op basis van de richtlijnen van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap zijn gemaakt. DBC COPD Het aantal geïncludeerde patiënten steeg in het verslagjaar van 1900 tot 2250. Nu de COPD zorg is geïmplementeerd in de meeste praktijken en het categoraal spreekuur staat, zijn inmiddels de eerste meetgegevens bekend. In 2010 is vooral de kwaliteit van registratie van belang geweest en in 2011 zal er al meer worden gekeken naar de uitkomsten. Op basis daarvan wordt per praktijk gekeken wat van belang is om de kwaliteit te verbeteren.
In juli bezochten 24 praktijkondersteuners, 10 fysiotherapeuten en 9 huisartsen een Themabijeenkomst ‘Bewegen & COPD’. Een fysiotherapeut uit de regio gaf uitleg over de rol van de fysiotherapeut bij de DBC. Carel van de Wetering gaf een presentatie “revalidatie en aanpassing bij COPD leefstijl is kosteneffectief” op basis van de resultaten uit zijn promotieonderzoek.
De koppeling van de Spidasoftware met Zorgdossier is gerealiseerd, waarna dit hoofdpijndossier kan worden gesloten. Al het harde, taaie werk aan de koppeling heeft er wel toe geleid dat we nu een unieke database met spirometrie-gegevens kunnen aanleggen en ontsluiten. Er zijn bijeenkomsten georganiseerd voor POH’s en doktersassistenten waarin stapsgewijs alle belangrijke punten m.b.t. het betrouwbaar meten van spirometrie, instrueren van patiënt, controleren en onderhouden van apparatuur aan de orde zijn geweest. Voor POH’s is deze bijeenkomst uitgebreid met beoordelen van de curve en interpretatie van de meetwaarden. De huisartsen hebben deelgenomen aan de intervisie met de longartsen. Hieraan hebben ook een aantal praktijkondersteuners deelgenomen. De ondersteuning vanuit Cohesie bij de implementatie van het COPD-programma is niet optimaal geweest door een hardnekkige vacature voor een longverpleegkundige bij Cure and Care. Gelukkig hebben we tegen het eind van 2010 een ervaren longfunctielaborante kunnen aantrekken die in onderling overleg met de al aanwezige longverpleegkundige de ondersteuning van de praktijken vorm kan gaan geven.
10
DBC CVRM Voor 2010 stond in de planning om in 3 praktijken een aantal factoren m.b.t. de DBC CardioVasculair Risicomanagement (CVRM) nader te onderzoeken. Hoewel alle pilotpraktijken belangrijke input hebben geleverd die hielp om de definitie van het zorgprogramma scherp te krijgen kon door omstandigheden alleen de pilot in Gezondheidscentrum Withuis te Venlo worden gerealiseerd. Deze pilot richtte zich met name op het gebruikt van een tool om het zelfmanagement bij patiënten met Hart-/Vaatziekten te ondersteunen en te stimuleren en is uitgevoerd door de projectleider van Cure & Care zelf. Het verslag hiervan is te verwachten in de loop van 2011. De preferente zorgverzekeraar zal tot eind 2011 geen nieuwe DBC’s CVRM contracteren. Zo kwamen de voorbereidingen voor een eigen DBC op een lager pitje te staan. Na de zomer werd de toezegging gedaan door UVIT dat Cohesie mee zou kunnen liften op de pilot-DBC CVRM van de RHZ te Maastricht. Om binnen het beschikbare budget en de opzet van deze DBC te passen, is een begin gemaakt met het aanpassen van de eigen DBC met als doel zoveel mogelijk van de eigen keuzes en opvattingen hierin te kunnen verwerken. Dit zodat deze pilot-DBC zoveel mogelijk aan kan sluiten op de uiteindelijke eigen DBC van Cohesie. De daadwerkelijke realisatie van deze pilot-DBC is gepland voor het 2e kwartaal van 2011. Medio 2010 is een gezamenlijk project van Vilans, GC Withuis en Cohesie met financiering door Robuust gedefinieerd om vorm te geven aan zelfmanagement binnen de huisartsenpraktijk. Doel van dit project is tweeledig: 1. Professionals na laten denken over en helpen vorm te geven aan hoe zelfmanagement geïmplementeerd kan worden in de praktijk 2. De ervaring en beleving van de patiënt m.b.t. zelfmanagement bij de introductie van methodieken te betrekken en te monitoren. Van augustus t/m december is gewerkt aan de opzet en uitwerking van het werkplan; vanaf januari 2011 is het Withuisteam daadwerkelijk aan de slag gegaan met een aangepaste manier van werken. De resultaten hiervan worden na de zomer van 2011 geïnventariseerd en eind 2011 gepresenteerd in verschillende media. Hartfalen Met (mede)financiering door Cohesie is in gezondheidscentrum Pantaleon een pilot hartfalen gestart. Hierin wordt door een kaderhuisarts en een verpleegkundig specialist een zorgprogramma voor hartfalen geformuleerd en getest en er wordt bezien in hoeverre het mogelijk is dat programma door praktijkondersteuners uit te laten voeren. Regionale cardiologen zijn bij de pilot betrokken. De resultaten worden in de loop van 2011 verwacht. Ouderenzorg Cohesie is partner in het project “hulp bij dementie in Noord-Limburg”. In 2010 is, na de drie succesvolle pilots, de uitrol in de gemeente Venray voltooid. Over de wijze van financiering moest helaas langdurig overlegd worden met het Zorgkantoor waardoor de verdere uitrol is vertraagd. In het najaar kwam er echter een gunstig bericht en zegde het
11
zorgkantoor aanvullende middelen toe. Dat zal ertoe leiden dat in 2011 introductie bij een dertig- tot veertigtal huisartsen kan plaatsvinden. Huisarts en trajectbegeleider gaan dan als duo continue, goed gecoördineerde zorg leveren aan dementerenden en hun mantelzorgers. Het Noord-Limburgse project wordt landelijk als een van de twee toonaangevende projecten binnen het nationaal programma gezien. Samen hebben gezondheidscentrum het Withuis, softwareleverancier Labelsoft en Cohesie Cure & Care twee protocollen ouderenzorg ontwikkeld: Probleeminventarisatie en Zorgplan. In samenwerking met de NHG zijn die als experimentele Prodigmo-Protocollen voor de regio ter beschikking gekomen en ingebouwd in Zorgdossier. Het dementieproject gaat de protocollen nu gebruiken voor de registratie. Hierdoor kunnen de protocollen gebruikt gaan worden als KetenInformatiesysteem ouderenzorg analoog aan het gebruik van ons HIS Zorgdossier binnen de DBC’s. Een geïntegreerde manier van werken komt dichterbij door een geïntegreerde manier van verslaglegging zonder dubbele registraties en zonder papierwinkel. Cohesie participeert samen met de Zorggroep, Proteion, zorgverzekeraar UVIT en zorgkantoor in het project “eerstelijns ouderenzorg”. In een aantal modelpraktijken wordt getracht obstakels, die goed georganiseerde zorgverlening aan ouderen met een complexe hulpvraag in de weg staan, te identificeren en uit de weg te ruimen. De resultaten zullen op een symposium in juni 2011 worden gepresenteerd. We proberen de ervaringen en het enthousiasme uit dit project mee te nemen in de activiteiten die Cohesie gaat ontplooien bij de uitrol van de module complexe ouderenzorg die UVIT binnenkort openstelt. Deskundigheidsbevordering De afdeling DKB verkreeg in 2010 na een audit erkenning van het CRKBO. Hierdoor is Cohesie vrijgesteld van het heffen van BTW op onze cursussen. De afdeling organiseerde voor de huisartsen: Goed bezochte sandwichdagen gynaecologie, twee intervisiegroepen voor startende huisartsen, een sandwichcursus over patiëntvriendelijke praktijkorganisatie, die bij gebrek aan deelnemers helaas maar een keer door kon gaan en trainingen AED/BLS. Voor de doktersassistenten: Veel goed bezochte cursusavonden met als onderwerpen: zorg in het hospice, hoofdpijn, urineincontinentie, de gastvrije praktijk, ambulante compressietherapie en meten van enkel/armindex. Voor de praktijkondersteuners: een intervisiegroep, een masterclass insulinetherapie en een cursus timemanagement. De praktijkondersteuners konden ook aan de sandwichcursus over praktijkorganisatie deelnemen. Voor de triageassistenten: cursussen gebruik NTS, herkenning kindermishandeling, trainingen BLS/AED en vaardigheidstrainingen medisch-technische handelingen. Vijf maal werden incompany-trainingen verzorgd met als onderwerpen AED/BLS en persoonlijkheidsstoornissen.
12
Negen keer is voor externe partijen de accreditering verzorgd, één aanvraag werd afgewezen. De afdeling ondersteunde de Wanssumcommissie bij de organisatie van de huisartsendriedaagse en verleende inhoudelijke en administratieve ondersteuning aan het netwerk praktijkondersteuning Noord-Limburg. Beschikbaarheid van goed geschoold personeel voor de huisartsenpraktijk is nu al een probleem dat in de toekomst onbeheersbaar dreigt te worden. Huisartsenpraktijken moeten optimaal gefaciliteerd worden om te kunnen opleiden. In dat kader startte op initiatief van Cohesie een project “opleiden, een gezamenlijke verantwoordelijkheid”. Partners daarin zijn ROC Gilde en Calibris. Doel is te komen tot een verbetering van de kwaliteit van de stages van doktersassistenten in opleiding en van de samenwerking tussen het veld en de opleiding. Zodoende hopen we meer praktijken bereid te vinden stagiaires te begeleiden en de attractiviteit van de opleiding voor studenten te vergroten. Er is inmiddels een netwerk stagebegeleiding opgericht; de eerste bijeenkomsten zijn gehouden, er zijn al een aantal nieuwe stageplekken gevonden en Gilde heeft personele wijzigingen doorgevoerd om de samenwerking van nieuw elan te voorzien. Er wordt hard gewerkt aan een handboek stagebegeleiding. In 2011 zal het project worden afgerond maar Cohesie wil ook na het project op structurele basis blijven samenwerken met de opleiding. Na lang zoeken hebben we gelukkig een huisarts, in de persoon van Jacqueline Cremers, bereid gevonden de functie van Perifeer Accrediterings Medewerker te gaan vervullen. Zij zal haar activiteiten starten in april 2011 en wij verwachten van haar een belangrijke impuls voor de kwaliteit van het toetsgroepenonderwijs. Drie huisartsen volgden in 2010 een kaderopleiding met steun van Cohesie. Frank van Kemenade kon met goed gevolg de kaderopleiding ouderenzorg afsluiten. MIDAS B.V. Speerpunt voor 2010 was het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening door betere registratie van vragen en klachten, uitbreiding van het aantal ICT-ers, functiescheiding, focussen op preventief onderhoud en het oppakken van de praktijkbezoeken. Er zijn het afgelopen jaar de nodige stappen in de goede richting gezet. . Halverwege 2010 is het aantal ICT-ers uitgebreid van 2 naar 3. Door deze in te zetten op met name de 1e lijns ondersteuning heeft Midas de bereikbaarheid kunnen verbeteren, is er meer ruimte ontstaan openstaande zaken te behandelen, zelfs al wat te richten op preventieve werkzaamheden en is er een start gemaakt met de noodzakelijke duidelijkere scheiding tussen 1e en 2e lijns ondersteuning en de daarbij behorende personele invulling. Midas ging voortvarend van start in 2010 door het mailplatform te migreren van Echange Server 5.5 naar versie 2010. Met name de webmail-functionaliteit, het meest gebruikte 13
onderdeel binnen de coöperatie, is hierdoor sterk verbeterd. De migratie naar de nieuwe Exchange versie betekende tevens intrede van de eerste Windows 2008 64-bit servers binnen het MIDAS serverpark. Zoals altijd volgden er ook hier na het eerste schaap meerdere en inmiddels zijn 5 van de 20 servers voorzien van de laatste versie van het Microsoft Operating System. De planning is dat in 2011, voor zover mogelijk, ook de bestaande servers overgaan. Exchange 2010 en Windows 2008 waren niet de enige nieuwe uitdaging aan het begin van het jaar. Het grootste deel van het kantoorpersoneel verhuisde aan het begin van het jaar van de Hagerhofweg naar het pand op de Hogeweg. Aan Midas de uitdaging om met de beperkte beschikbare bandbreedte toch een volledig functionerende kantooromgeving, inclusief telefonie te realiseren. Met de bouw van een Citrix-omgeving hebben wij voor een toekomstbestendige oplossing gekozen. De term het “het nieuwe werken” ofwel “werken waar en wanneer je wilt en op nagenoeg elk apparaat” begint ook in de huisartsenwereld door te dringen. Citrix is een perfecte tool om hieraan invulling te geven en past tevens in het plaatje dat door de NEN7510 geschetst wordt. Midas is dan ook aan het onderzoeken hoe dit technisch het beste ruimer geïmplementeerd zou kunnen worden en wat hiervan de financiële consequenties zijn. Ter verbetering van de interne organisatie is in 2010 een start gemaakt met de implementatie van het CRM systeem Salesmanager voor het kantoorpersoneel. Hiermee moet een einde komen aan de wildgroei van adressenlijsten en dient het daarnaast ter ondersteuning van de werkzaamheden van Deskundigheidsbevordering (realisatie 2011), supporttool voor Midas (realisatie 2011) en een integraal documentbeheer (realisatie 2011). Gedurende het jaar heeft Midas veel tijd geïnvesteerd in de voorbereiding op de koppeling van de huisartsenposten en –praktijken aan het Landelijk Schakelpunt. Daar waar gewenst heeft Midas de huisartsen het werk voor de uitvoerig van de aanmeldprocedure en de aanvraag van bijbehorende subsidieregeling uit handen genomen. Op de huisartsenpost is inmiddels iedere (balie)assistente voorzien van een UZI-pas en zijn we, na ZSP kwalificatie van Systemec BV en XIS kwalificatie van zowel Callmanager als Zorgdossier, klaar om daadwerkelijk tot koppelen over te gaan (planning: start februari 2011). In het kader van de DCB COPD heeft Midas een essentiële bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van Spida ASP (spirometriesoftware draaiend onder ASP). Door nauw samen te werken met CareFusion en PT-Medical heeft Noord-Limburg nu als eerste regio zo grootschalig een volledige werkende ASP versie van Spida draaien. Op basis van burgerservicenummer is het nu mogelijk om vanuit Zorgdossier de betreffende patiënt in Spida op te roepen. De databases van de lokale Spida versies zijn allemaal geconverteerd naar Spida ASP zodat we één Spida database voor de hele regio hebben. Het jaar is afgesloten met een klanttevredenheidsonderzoek onder zowel de huisartsen als de assistentes. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat Midas op het gebied van bereikbaarheid vooruitgang geboekt heeft. Klachten en of opmerkingen waren vooral van lokale aard en zijn al zoveel mogelijk opgepakt en opgelost. De gemiddelde beoordeling was 7,3, wat weliswaar een ruime voldoende is, maar tevens op onderdelen voldoende aanknopingspunten biedt voor verdere kwaliteitsverbetering In 2011 zal Midas zich dan ook gaan richten op het invoeren van de supporttool (onderdeel van het CRM) en opstellen van een gedegen SLA voor de “klanten” en de invulling van de GBZ eisen, noodzakelijk voor de koppeling met het LSP. Deze GBZ eisen dienen tevens als eerste opstap naar de NEN7510.
14
Lijst van afkortingen AED Automatische Externe Defibrillator ADEPD Adequate Dossiervorming met het Elektronisch PatiëntenDossier ASP Active Server Pages BLS Basis Life Support DBC Diagnose Behandel Combinatie CBO Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease CRKBO Centraal Register Kort BeroepsOnderwijs CRM Customer Relationship Management CVRM CardioVasculair RisicoManagement DM Diabetes Mellitus EKC Erkende Kwaliteits Consulent EVS Electronisch Voorschrijf Systeem FTO Farmaco Therapie Overleg FTTO Transmuraal FarmacoTherapie Overleg GBZ Goed Beheerd Zorgdossier GHOR Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen HAP HuisArtsenPost HIS Huisartsen Informatie Systeem IVM Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik KOH Kwaliteit en Ontwikkeling Huisartsenzorg LSP Landelijk Schakel Punt NCSI Nijmegen Clinical Screening Instrument NEN Nederlands Normalisatie Instituut NHG Nederlands Huisartsen Genootschap NISB Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen NIVEL Nederlands Instituut Voor onderzoek in de Eerste Lijn NTS Nederlands Triage Systeem NVDZ Nederlandse Vereniging van Directeuren in de Zorg NZA Nederlandse ZorgAutoriteit MIDAS Motor In De Artsen Samenwerking MIP Meldingen Incidenten Patiëntenzorg POH PraktijkOndersteuner Huisartsenzorg PRI Preventieve Risico Inventarisatie PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self MAnagement educatie. RAV Regionale Ambulance Voorziening ROAZ Regionaal Overleg Acute Zorg ROC Regionaal Opleidings Centrum SEH SpoedEisende Hulp SLA ServiceLevel Agreement UZI Unieke ZorgIdentificatie VHN Vereniging Huisartsenposten Nederland XIS Gekwalificeerd Softwaresysteem in het kader van GBZ ZonMw Financier van onderzoek in de gezondheidszorg namens VWS ZSP ZorgService Provider
15