Jaaroverzicht activiteiten Coöperatie Cohesie U.A. 2011 Inleiding Voor de vijfde maal presenteert de Coöperatie Cohesie haar jaarverslag. Cohesie is opgericht in december 2006 en verenigt nagenoeg alle zelfstandig werkende huisartsen en huisartsvoorzieningen in Noord-Limburg. De Coöperatie kende in 2010 drie dochterondernemingen; de stichting Huisartsenposten Noord-Limburg, MIDAS BV en Cohesie Cure and Care BV. Naast de activiteiten van de coöperatie Cohesie worden ook de activiteiten van deze dochterondernemingen belicht. Eigentijdse huisartsenzorg wordt uiteraard door de praktijken zelf aan hun patiënten geleverd. Cohesie richt zich vooral op een gezamenlijk zorgaanbod buiten kantooruren, organisatie en contractering van multidisciplinaire zorg voor chronische patiënten en ondersteuning van de praktijken op het gebied van ICT en deskundigheidsbevordering. Daarnaast behartigt Cohesie de belangen van de huisartsen in talloze contacten en bijeenkomsten met andere zorgverlenende instellingen, overheden en zorgverzekeraars. De mandatering van de organisatie is door de instemming van de leden met de in 2010 nieuw geformuleerde missie versterkt. Waar in 2010 de nadruk lag op een verdere ontwikkeling van visie en missie van de organisatie en een meerjaren beleidsplan, kwam in 2011 de noodzaak aan het licht de structuur van de organisatie aan te passen. Enerzijds door de continue groei van de activiteiten, waardoor parttime bestuurders te zwaar belast worden en anderzijds door toenemende druk vanuit de inspectie en de zorgverzekeraars, die willen zien dat de organisatie voldoet aan de eisen van de zorgbrede governance code. Na een intensieve discussie met de leden en na uitgebreid extern advies te hebben ingewonnen, ging de ledenvergadering op 19 december akkoord met een ingrijpende statutenwijziging, die per 1 mei 2012 zal ingaan. De belangrijkste aanpassingen hier op een rijtje: De ledenvergadering is en blijft het beleidsbepalende orgaan binnen Cohesie maar het bestuur zal worden geprofessionaliseerd, doordat een Raad van Bestuur wordt benoemd, waarin geen leden kunnen plaatsnemen. De ledenvergadering kiest een Raad van Afgevaardigden, die namens de leden de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseert en die instemmingsbevoegdheid heeft ten aanzien van medisch-inhoudelijke zaken. Er wordt een onafhankelijke Raad van Commissarissen ingesteld, die toezicht houdt op het bestuur en jegens de bestuurders de werkgeversrol zal invullen. De Raad van Commissarissen vervult tevens de rol van de Raad van Toezicht zoals geformuleerd in de zorgbrede governance code. De eerste maanden van 2012 zullen worden gebruikt om de bevoegdheden en omgangsregelingen van de diverse organen afzonderlijk en jegens elkaar reglementair vast te leggen en de personele samenstelling te bepalen.
1
Het beleid bleef ongewijzigd en is erop gericht te streven naar een sterke, geïntegreerde eerstelijns gezondheidszorg met de huisarts(voorziening) in een centrale positie. Meer dan voorheen zal aandacht dienen te worden besteed aan coördinatie en sturing van de complexe zorgvragen die in de eerste lijn worden gepresenteerd, aan verbindingen tussen zorg- en welzijnsvoorzieningen op dorp- of wijkniveau. In dat kader werd in oktober overeenstemming bereikt met de thuiszorginstellingen in de regio en zorgverzekeraar VGZ over de financiering van een project, dat regiobreed geïntegreerde ouderzorg dichterbij moet brengen en van waaruit verbreding wordt gezocht vanuit de zorg naar instellingen op het terrein van wonen en welzijn. Het projectplan is geaccordeerd en per 1 januari is een projectleider aangesteld. Meer informatie hierover is te vinden op de website: www.cohesie.org.
Algemeen Coöperatie Cohesie Bestuur Het bestuur bleef in 2011 nagenoeg ongewijzigd en bestond uit de huisartsen, Rob Keijzer, Frank van Kemenade, Ramon Aendekerk, Marlies Wegewijs- de Jong, Eric Cremers en twee externe deskundigen Ton Weber en Margo van Nisselroij. Tegen het eind van het jaar zag Marlies Wegewijs zich helaas genoodzaakt haar bestuurslidmaatschap neer te leggen. In verband met de implementatie van de nieuwe bestuursstructuur is afgezien van de invulling van de aldus ontstane vacature. Bestuursleden worden gehonoreerd volgens een regeling die door de ledenvergadering is vastgesteld. De vergaderfrequentie is vastgesteld op één maal per maand. Het bestuur heeft regelmatig overleg met stakeholders, zoals het Huis voor de Zorg en collega instellingen in de eerste- en tweedelijns gezondheidszorg. Cohesie participeert in de stuurgroep ketenzorg Noord-Limburg. Onder aansturing van de stuurgroep vallen de CVA-keten, “hulp bij dementie” en het netwerk palliatieve zorg. In 2011 werd door een projectgroep, samengesteld uit alle relevante regionale organisaties, een regionaal wondzorgprogramma voor de hele keten vastgesteld en gepresenteerd op een zeer druk bezocht symposium in november. Twee leden van het bestuur namen deel aan de leergang “besturen, zo werkt het”, verzorgd door de Coöperatie voor Integrale Huisartsenzorg Nijmegen e.o. en de Huisartsenkring Nijmegen e.o. Een lid startte met de NHG-kaderopleiding “beleid en beheer”. De directie bestaat uit Albert Bosch, algemeen directeur en Pieter van Wijk, medisch directeur. De directie wordt gehonoreerd conform de normen van de NVDZ. De zaken die in het verslagjaar bijzonder aandacht vroegen zijn: de voorbereidingen voor de nieuw te bouwen spoedpost de structuurwijziging van de organisatie de gevolgen van het beleid van minister Schippers voor de organisatie
2
De voorbereidingen voor de nieuw te bouwen spoedpost Andermaal lukt het in het verslagjaar niet om daadwerkelijk te beginnen met de bouw van de nieuwe spoedpost. De onderhandelingen bleken ingewikkelder dan verwacht en voortgang werd slechts moeizaam bereikt. Cohesie heeft haast; het wordt steeds lastiger de noodvoorziening aan de Hagerhofweg in een acceptabele conditie te houden. Gelukkig is eind 2011 een doorbraak gerealiseerd en kunnen begin 2012 de handtekeningen worden gezet waardoor dit jaar ook met de bouw kan worden begonnen. Eind 2013 moet de nieuwe huisvesting dan kunnen worden betrokken. Als de spoedpost wordt geopend zullen veel zogenaamde zelfverwijzers een beroep op de huisartsenpost gaan doen. Om die toenemende drukte het hoofd te kunnen bieden is taakherschikking noodzakelijk. Niet voor elke hulpvraag is de inzet van een huisarts noodzakelijk. De opleiding van zes verpleegkundigen tot Verpleegkundig Specialist verloopt voorspoedig. Zij volgen een masterstudie aan de Fontys Hogeschool in Tilburg en het praktijkgedeelte in een zevental praktijken in onze regio en op de huisartsenposten. Dit voor Nederland unieke traject wordt gefinancierd door VGZ en begeleid door de stichting KOH. In de Cohesieregio nemen huisartsen gezamenlijk de verantwoordelijkheid op om de acute eerstelijns zorgvragen in goede banen te leiden. De gevolgen van het beleid van minister Schippers voor de organisatie De minister van VWS besloot het huisartsenbudget in 2012 te korten met een overschrijding in 2010. Afgezien van de discussie over de gevolgde berekeningswijze, leidt de nu gevolgde systematiek tot grote problemen voor Cohesie Cure and Care. Bij ongewijzigd beleid zal immers elke toename van activiteiten daar in de toekomst tot gevolg hebben dat huisartsen beknot worden op de basiszorg. Waar van ons een borging gevraagd wordt van goede eerstelijns zorg voor de steeds groter wordende groep chronische patiënten tegen acceptabele kosten, kan dit uiteindelijk niet de bedoeling zijn. Dat hebben ook de grote zorgverzekeraars geconstateerd en zij hebben samen met Cohesie en soortgelijke organisaties in den lande de contraproductieve uitwerking van deze budgetteringswijze bij de minister voor het voetlicht gebracht. Het najaar van 2011 stond in het teken van ingewikkelde discussies in bestuur en ledenvergadering over de reactie die de coöperatie op de handelswijze van de minister zou moeten formuleren. Uiteindelijk besloot de ledenvergadering de voorgnomen start van ketenzorg bij verhoogd cardiovasculair risico en bij depressie vooralsnog uit te stellen tot 1 april in de hoop dat er dan óf een politieke óf een juridische interventie is ingezet.
3
Stafcommissie huisartsenzorg De stafcommissie bestaat uit zeven huisartsen: Marcel Crobach, voorzitter, Ad Coenen, Ilse van Tiel-Knoppen, Irene van den Heuvel, Tonnie van Kessel, Jan Maarten Tolk en Toos Goddijn-Wessel. Toos Goddijn is tevens voorzitter van de kwaliteitscommissie van de huisartsenposten en als zodanig trait d’union tussen deze gremia. De stafcommissie adviseert, gevraagd en ongevraagd, ledenvergadering, bestuur en directie over allerlei vakinhoudelijke kwesties. De stafcommissie vergadert maandelijks. De belangrijkste onderwerpen in het verslagjaar waren:
verwijsafspraken binnen Zorgdomein richtlijn medicatieoverdracht/actueel medicatieoverzicht FTTO/FTO/EKC huisartsen in de ogen van specialisten strategisch scholingsplan 2012
Zorgdomein Er zijn van verschillende specialismen sets van afspraken becommentarieerd ter implementatie binnen Zorgdomein. De kwaliteit van de aangeleverde stukken is belangrijk verbeterd. Tegen het eind van het verslagjaar liep 74% van alle verwijzingen naar VieCuri via Zorgdomein. De projectfase werd afgesloten met de vaststelling van de wijze van borging in een continuïteitsplan Zorgdomein. VieCuri is nu aan zet; via uitbreiding van de mogelijkheden tot voorgestructureerde verwijstrajecten zal de patiënt uiteindelijk gaan profiteren van kortere doorlooptijden tussen verwijzing en diagnose en behandelplan. Richtlijn medicatieoverdracht/actueel medicatieoverzicht Veel te veel patiënten in ons land hebben te maken met ongewenste neveneffecten van het slikken van medicijnen. Dat is een weerbarstig probleem. Het is evident dat het, door de betrokkenheid van talloze personen en organisaties, ingewikkeld is om een regionale aanpak van de grond te krijgen. De stafcommissie heeft zich een aantal malen over dit onderwerp gebogen en overlegd met de regionale thuiszorgorganisaties, de apothekerscoöperatie en de tweede lijn. Tevens heeft de commissie zich georiënteerd op de ICT-problematiek rond dit onderwerp. Concreet heeft een en ander nu geleid tot goede afspraken met thuiszorg en apothekers over het medicatiebeleid bij mensen die thuiszorg ontvangen. Verder waren er tegen het eind van het jaar een tweetal multidisciplinaire werkgroepen actief, waarin stafleden participeren, met als doel discontinuïteiten in de onderlinge communicatie te ondervangen en regionale afspraken over het actueel medicatieoverzicht te maken. In de eerste helft van 2012 wordt een set regionale afspraken verwacht, die Cohesie dan in de praktijken zal helpen implementeren. FTTO/FTO/EKC De behandeling van concept FTTO-afspraken is belangrijk verbeterd. Afspraken worden tijdiger aangeleverd en de onderbouwing is transparanter gemaakt. Implementatie van deze en andere richtlijnen moet plaatsvinden via de lokale FTO’s. Hier deden zich enkele knelpunten
4
voor. Ten eerste had de regio niet de beschikking over een Perifeer Accrediterings Medewerker, waardoor de accreditering van het FTO moeizaam verliep en ten tweede was het lastig grip te krijgen op de activiteiten van de Erkende Kwaliteit Consulenten, die moeite hadden hun rol te bepalen. Het lukte tenslotte om Jacqueline Cremers per 1 april aan te stellen als PAM. Samen met haar is een voorstel uitgewerkt om scholing en facilitering van de EKCers voor rekening van de coöperatie te nemen. Na een positief advies van de stafcommissie stemde het bestuur hiermee in. Op grond hiervan hopen we in 2012 een frisse herstart te kunnen maken. Huisartsen in de ogen van specialisten In 2010 hebben de huisartsen meegedaan aan het zogenaamd imagoonderzoek, waarin zij hun oordeel gaven over het functioneren van de specialisten van VieCuri. Dit deden zij onder de voorwaarde dat de specialisten bereid waren te zijner tijd hun oordeel over het functioneren van de huisartsen te geven. De huisartsen zien dit als een onderbouwing van hun kwaliteitsbeleid. Het projectplan voor het “ omgekeerd imagoonderzoek” is in de staf besproken en na verwerking van het commentaar goedgekeurd door het bestuur. De vragenlijsten zijn in oktober naar de specialisten gestuurd. In de eerste helft van 2012 vindt het vervolg van het onderzoek plaats en zal de rapportage volgen. Strategisch scholingsplan Het strategisch scholingsplan 2012 is gebaseerd op het meerjaren kwaliteitbeleidsplan 2011-2013 “verder werken aan kwaliteit”. Besloten werd af te stappen van het concept sandwichdagen en voor huisartsen kortere cursussen te gaan aanbieden onder de noemer “samen kundig”. Tevens worden in het plan aanzetten gegeven tot het toetsen van vaardigheden, voorlopig nog slechts in het verband van de huisartsenposten. Deelname aan wetenschappelijke studies Bij Cohesie kwamen in de afgelopen jaren veel aanvragen binnen om bij de leden deelname aan een wetenschappelijke studie te promoten. Deze aanvragen worden voorgelegd aan de stafcommissie. Die bekijkt of de studie een voor de huisartsgeneeskunde relevante vraagstelling heeft en of de belasting voor de praktijken acceptabel is. In 2011 zijn geen nieuwe aanvragen voorgelegd, die medewerking van de aangesloten praktijken betreffen maar is wel medewerking verleend aan een tweetal nieuwe studies.. Lopende en afgeronde studies: Amuse-2 naar een handzaam instrument om in de huisartspraktijk de kans op een longembolie in te kunnen schatten. De inclusie van patiënten is gestopt; de follow-up van patiënten duurde nog tot maart 2011. Het hoofdartikel met de resultaten van Amuse-2 zal in januari 2012 ter publicatie aangeboden worden. Effimodi naar het effect op de kwaliteit van zorg voor goed ingestelde diabeten van verlaging van de controlefrequentie. Binnen Cohesie doen er 22 huisartsen en 193 van hun patiënten mee aan de Effimodi-studie. Op dit moment zijn alle data van alle
5
deelnemende patiënten uit het cohort van Cohesie aangeleverd. De uiteindelijke onderzoeksresultaten worden eind 2012 verwacht. Capita naar het effect van pneumococcenvaccinatie. De inclusie van patiënten is voltooid; zij worden nu gedurende minimaal nog een jaar gevolgd om de effecten te kunnen monitoren. LOK-studie naar de effectiviteit van een polikliniek voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten. Onze regio fungeert hierbij als controlegroep. De Medisch Ethische Commissie nam heel veel tijd om tot een oordeel over de studieopzet te komen maar heeft inmiddels ingestemd. Van 10 huisartsen in de regio zijn inmiddels 70 patiënten geïncludeerd. NCSI. Het zoeken naar financiering voor een studie naar de mogelijkheid van implementatie van het NCSI in de huisartspraktijk verliep heel moeizaam. Dat lukte per ultimo 2011 alsnog. Het NCSI is in onze ogen een veelbelovend instrument dat de impact van COPD op diverse domeinen in beeld brengt. Vervolgens kan op basis hiervan het gesprek tussen patiënt en hulpverlener worden gebaseerd en een individueel zorgplan worden geformuleerd. Wij zoeken nu twee pilotpraktijken. Het uitgesteld recept. Het betreft een ZONMw gefinancierde studie door IVM en NIVEL naar de mogelijkheid het antibioticagebruik terug te dringen door bij bovenste luchtweginfecties een zogenaamd uitgesteld recept mee te geven, dat de patiënt kan verzilveren als de klachten na een afgesproken periode niet overgaan of zich in negatieve zin ontwikkelen. De interventie is in het eerste kwartaal 2011 uitgevoerd in vier FTO groepen van in totaal 37 huisartsen en 8 apothekers. In maart/april 2012 zal de interventie worden uitgevoerd bij vier FTO-groepen, die in 2011 als controlegroep aan het project meededen. De resultaten worden in de loop van 2012 verwacht. In april is de Hart voor Limburg-studie van start gegaan waarin door de universiteit Maastricht onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit van reanimatieoproepnetwerken. De huisartsenposten werken mee door de onderzoekers toegang te geven tot dossiers van patiënten, waarvoor een reanimatieoproep is uitgegaan en van wie de onderzoekers op een andere manier de afloop niet kunnen vaststellen. Dismeval. Dit betreft een Europese studie naar het ontwikkelen en valideren van methodieken om effecten van Disease Management Systemen te evalueren. De studie wordt gefinancierd door de Europese commissie en uitgevoerd door tien wetenschappelijke instituten uit zeven landen, waaronder de universiteit van Maastricht. Cohesie Cure and Care werkt mee door de geanonimiseerde data van haar cohort diabetespatiënten aan de onderzoekers ter beschikking te stellen.
Personeelszaken Personeelshandboek In april werd door het managementteam het Personeelshandboek Cohesie vastgesteld, nadat dit eerst aan de medewerkers was voorgelegd in de diverse afdelingsoverleggen. Het personeelshandboek is een handzaam naslagwerk voor medewerkers, waarin niet alleen enkele organisatiespecifieke regelingen zijn vastgelegd maar tevens de belangrijkste regelingen uit de CAO zijn samengevat.
6
Instroom en uitstroom van medewerkers In 2011 hebben 9 medewerkers afscheid genomen van Cohesie en mochten we 14 nieuwe medewerkers welkom heten. Er is een nieuw introductiebeleid ontwikkeld om ervoor te zorgen dat nieuwe medewerkers snel vertrouwd raken met het werk, de collega’s en de cultuur van Cohesie. Er zijn tot nu toe geen moeilijk vervulbare vacatures. Onze digitaal gepubliceerde vacatures leiden over het algemeen tot een hoge respons. Hoewel op landelijke schaal al enige jaren de trend merkbaar is dat het moeilijker wordt de functie triageassistent in te vullen, is dat binnen Cohesie nog niet waarneembaar. CAO In mei bereikten werkgevers- en werknemersorganisaties een principeakkoord voor een nieuwe CAO met een looptijd van anderhalf jaar, tot 1 januari 2013, met voor werknemers o.a. gedurende de looptijd tweemaal een loonsverhoging van 1,5 % en verhoging van de eindejaarsuitkering van 4,5 tot 5 %. Ook zijn de opleidingsfaciliteiten verruimd, met onder meer een minimum aanspraak van 20 uur scholing per medewerker per jaar. Er wordt een sociaal fonds opgericht voor de uitvoering van arbeidsmarktonderzoek en -communicatie en voor nieuw beleid m.b.t. scholing & opleiding en arbeidsomstandigheden. Aan het eind van het verslagjaar waren de CAO-partijen er echter nog niet in geslaagd om de nadere uitwerking van de nieuwe CAO af te ronden en was er dus nog geen nieuwe CAO-tekst beschikbaar. Ondernemingsraad Vanwege de gestage groei van het aantal medewerkers – Cohesie telt per 1 januari 2012 in totaal 67 medewerkers – is in 2011 besloten tot oprichting van een ondernemingsraad. De OR heeft een overkoepelende functie en vertegenwoordigt dus de medewerkers van alle onder Cohesie ressorterende bedrijven. De eerste verkiezingen staan gepland op 1 februari 2012. De OR van Cohesie zal bestaan uit 5 leden, waarvan 3 afkomstig van de kiesgroep HAP-medewerkers en 2 van de kiesgroep kantoorpersoneel.
Ziekteverzuim Tot 2011 kende Cohesie een laag verzuimcijfer. In 2010 was het gemiddelde ziekteverzuim nog 2,83%. In 2011 kregen we echter binnen de beide huisartsenposten te maken met enkele langdurig verzuimende medewerkers. Dat leidde tot een gemiddeld verzuimcijfer van 5,87% in 2011. Dat cijfer wordt overigens positief beïnvloed door een laag verzuim bij het kantoorpersoneel. Voor de beide huisartsenposten ligt het gemiddelde verzuim namelijk op 8,79%. De oorzaak hiervan ligt voor een deel aan persoonlijke omstandigheden bij de betrokkenen, maar heeft ook te maken de onregelmatige werktijden in combinatie met de toenemende leeftijd van de triageassistenten. Met het oog daarop is een vitaliteitsbeleid ontwikkeld, enerzijds voor een optimale begeleiding van zieke medewerkers, leidend tot snelle
7
re-integratie, anderzijds om ook de nodige aandacht te hebben voor preventieve maatregelen, zodat medewerkers bij Cohesie zo vitaal mogelijk kunnen werken. Arbodienst Uit ontevredenheid over de begeleiding van zieke medewerkers en de advisering daaromtrent aan leidinggevenden is het contract met de arbodienst MKBasics per 1 januari 2012 opgezegd. Na een marktverkenning is een nieuwe overeenkomst gesloten met VieCuri Vitaal.
Stichting Huisartsenposten Noord-Limburg 2011 is voor de HAP een bewogen, maar uiteindelijk succesvol jaar geweest. Personele wisselingen in het management, het operationeel worden van een groot aantal projecten ten behoeven van kwaliteitverbetering, werkdrukverhoging door een bijzonder hoog aantal ziekteverloven en problemen met onze leverancier van vervoer hebben de gemoederen beziggehouden. Tien jarig jubileum Dit jaar heeft onze huisartsenpost haar tien jarig jubileum gevierd. Een moment om stil te staan bij wat er in tien jaar gebeurt is. De organisatie heeft zich van nieuw initiatief ter ontlasting van de huisarts in de avond, nacht weekend uren, ontwikkeld tot een onmisbare organisatie in eerstelijns spoedzorg binnen onze regio. Alle huisartsen en medewerkers hebben een bijzondere avond beleefd in Toverland om stil te staan bij wat de organisatie is geworden. Alles was aanwezig om er een geslaagd feest van te maken. Cijfers Wederom kunnen we spreken van een stabilisatie van het aantal contacten. Dit jaar zijn op de posten in Noord Limburg 74.106 patiëntencontacten verwerkt. Van deze contacten betreft 41% een uitsluitend telefonisch contact, 52% van deze mensen zijn op de post geweest voor een consult en bij de overige 7% heeft een huisarts een huisbezoek afgelegd.
8
Sinds de invoering van het NTS (de Nederlandse Triage Standaard) medio 2010, zien wij een verschuiving van telefonische contacten naar consulten van 2%. Hoewel zowel onder medewerkers als huisartsen het gevoel leeft dat het NTS aan de (te) veilige kant zit, waardoor de werkdruk toeneemt, kunnen we concluderen dat dit in praktijk niet het geval is. Wel is duidelijk dat er nog steeds aandacht moet zijn voor het werken met het systeem en meer in het bijzonder de communicatie tussen triageassistent en huisarts. Het urgentie gericht denken vraagt een grote aanpassing in werkcultuur. Klachten, Calamiteiten en MIP Op de 74.106 patiëntencontacten in 2011 heeft de post 46 klachten ontvangen. De klachten in 2011 betreffen de volgende aspecten: 48% medisch inhoudelijk (22 klachten) 22% Relationeel (10 klachten) 17% Organisatorisch (8 klachten) 1% Financieel (1 klacht) 11% Overig (5 klachten Onze samenwerking met onze externe klachtenfunctionaris verloopt zeer goed. Als terugkoppeling op de bemiddeling krijgen wij van betrokkenen terug, dat het prettig is met een objectieve partij te communiceren. Dat onze methodiek van klachtenbemiddeling werkt, blijkt uit het gegeven dat alle klachten naar tevredenheid zijn afgehandeld. Het grootste aantal daarvan middels telefonische bemiddeling. In één geval heeft schriftelijke bemiddeling plaatsgevonden en in de afhandeling van zes klachten is een bemiddelingsgesprek gevoerd. In 2011 is er geen beroep gedaan op de klachtencommissie huisartsenzorg en ook heeft er geen melding plaatst gevonden bij het tuchtcollege. Één keer is een klacht als calamiteitenmelding bij de inspectie neergelegd. Bij drie andere casus is intern besloten een calamiteitenmelding te doen. In alle gevallen is het zorgproces anders verlopen dan ingeschat, met ernstige gevolgen voor de patiënt. In opdracht van de inspecteur heeft het bestuur een intern onderzoek ingesteld naar de gang van zaken bij deze calamiteiten en daarvan verslag uitgebracht bij de inspectie. De kritieke punten die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen, worden nu actief aangepakt als verbeterpunten. Na een intensieve campagne om medewerkers te bewegen tot het maken van MIP meldingen hebben we dit jaar het aantal MIP meldingen zien toenemen van zes tot dertig meldingen. Dit is de reden geweest om gedurende het jaar een nieuwe structuur te geven aan een MIP commissie. Het doel is de MIP meldingen vertrouwelijk te verwerken, zodanig dat de organisatie beter kan inspelen op de risico’s die naar voren komen. Deze meldingen zijn opgepakt om de kwaliteit te verbeteren. Personeel Dit jaar heeft in het teken gestaan van grote personele veranderingen. Naast het aanstellen van een nieuwe locatie- en een assistent locatiemanager, is ook het secretariaat en het team triageassistenten uitgebreid. Het team heeft in 2011 te kampen gehad met een ziekte percentage van maximaal 22%, exclusief zwangerschapsverloven. Dit is veel meer dan we gewend zijn en is het gevolg van een aantal langdurige ziektegevallen.
9
Begin 2012 zal een samenwerking met een nieuwe arbodienst starten. Het hoge ziekteverzuim- percentage heeft ons doen inzien dat op preventie gerichte maatregelen noodzakelijk zijn; de nieuwe arbodienst zal ons hierin ondersteunen. Veel tijd en energie is gestoken in het operationeel houden van de werkzaamheden op een kwalitatief acceptabel niveau. Onder meer door: dagelijkse aansturing op het rooster, zodat er elke dienst minimaal één gediplomeerde triageassistent op de post aanwezig was. aannemen van flexibele krachten die snel kunnen reageren op openstaande diensten. informeren van huisartsen over de situatie, zodat zij niet voor verassingen kwamen te staan. continu aansturen op grenzen van verantwoordelijkheden bij de medewerkers zodat toegenomen werkdruk niet leidt tot het maken van fouten. Gelukkig is de situatie inmiddels genormaliseerd. Op dit moment zijn zes medewerkers in opleiding tot triageassistent. Daarnaast in 2011 zijn voor het eerst ook op de post NoordLimburg medisch studenten in dienst genomen. De verpleegkundig specialisten zijn het tweede jaar van de opleiding in gegaan. Sinds september zijn de dames met een groeiende frequentie aan het werk op de HAP. Kwaliteitsmanagement
2011 heeft ook in het teken gestaan van het operationaliseren van het eerder gemaakte beleid. Zo is de feedbackmodule uitgerold. Hiermee is het mogelijk geworden voor huisartsen om gevraagd en ongevraagd feedback te geven op de op de huisartsenpost ingezette behandeling. In samenwerking met Cohesie Deskundigheidsbevordering is een toetsingscarrousel voor triageassistenten ontwikkeld. Vanaf begin 2012 worden de triageassistenten niet langer getraind, maar nu getoetst op de medisch technische voorbehouden en risicovolle handelingen. Om meer draagvlak onder de medewerkers te krijgen voor het belang van kwaliteitsmanagement, is veel aandacht besteed aan het trainen van de triageassistenten op dit vlak. Ook is er dit jaar een klankbordgroep opgericht. Deze groep bestaat uit medewerkers die het management ondersteunen in het operationaliseren van het kwaliteitsbeleid, maar vormen tevens een klankbord voor collega’s bij het management. Concreet hebben zij gerealiseerd dat we sinds een paar maanden werken met een eerste verantwoordelijke triageassistent die de operatie coördineert tijdens de dienst, hebben ze alle protocollen gereviseerd en meegeholpen aan de ontwikkeling van de nieuwe inrichting van onze kwaliteitsmanagementsoftware en is er een handboek ontwikkeld voor het inwerken van nieuwe medewerkers. En is er door de kwaliteitsfunctionaris gewerkt aan het uitwerken van ons beleid, zodanig dat we in 2012 de aftrap kunnen geven aan het project ‘Trede omhoog, stapje dichterbij’. Het doel is meetbare gegevens verzamelen om zo preventief in te steken op mogelijk risicovolle aspecten binnen de organisatie van de HAP.
10
En verder Een grote verandering in onze manier van werken betreft de samenwerking met de dienstapotheek. In 2011 is het project ‘reorganisatie voorraadbeheer medicatie’ gestart en afgerond. De voorraad op de post is geminimaliseerd tot een voorraad ten behoeve van acute zorg. Alle overige medicatie is niet langer voorradig op de post, maar kan per recept tijdens de dienst verkregen worden in de dienstapotheek. Op deze manier wordt er meer verantwoordelijk omgegaan met de medicatie, vindt er een apothekerscontrole plaats en is er een aanzienlijke kostenbesparing gerealiseerd. In het eerste kwartaal van 2012 zal de herstructurering voortgezet worden bij het beheer van de gebruiksartikelen en medische apparatuur. Helaas is de samenwerking met Medi-expresse, onze leverancier van vervoersdiensten, op een eind aan het lopen. Operationeel heeft de samenwerking goed gefunctioneerd maar het bedrijf staat op de rand van faillissement. In de laatste maanden van 2011 werd steeds meer duidelijk dat een beëindiging van samenwerking onafwendbaar is. We zijn in onderhandeling met nieuwe aanbieders. In aanloop naar de eventuele spoedpost in Venlo zijn we intensief in gesprek met het ziekenhuis Viecuri en haar spoedeisende hulp afdeling. Ook is er een nauwe samenwerking met de GGZ tot stand gekomen, waarmee overeengekomen is dat vanaf begin 2012 een medewerker van de GGZ tijdens de dienst op de huisartsenpost aanwezig zal zijn. In 2012 afsluitend zullen ook de in 2011 opgestarte gesprekken met de Zorggroep Noord- en MiddenLimburg voortgezet worden, teneinde ook daar de samenwerking in de ANW uren te verbeteren.
Cohesie Cure and Care B.V. CardioVasculairRisicoManagement DBC In het jaarverslag van 2010 is aangegeven dat een begin was gemaakt om de DBC CVRM in de passen in de opzet van de RHZ te Maastricht. Begin 2011 is besloten om toch niet mee te liften met deze pilot-DBC. Binnen het beschikbare budget bleek het namelijk niet mogelijk om recht te doen aan de vorm en inhoud van de eigen DBC. Medio 2011 gaf de preferente zorgverzekeraar aan weer nieuwe DBC’s CVRM te gaan contracteren met ingang van 2012. Deze DBC diende dan wel vormgegeven te zijn conform de nieuwe zorgstandaard van het platform vitale vaten. Daartoe heeft het team het zorgprogramma omgeschreven. Eind december zijn hierover de eerste inhoudelijke gesprekken gevoerd met VGZ. De invoer van de DBC staat gepland voor het tweede of derde kwartaal 2012. Dit hangt af van de beslissingen, die de ledenvergadering neemt inzake de gevolgen die de door de minister opgelegde bezuinigingen moeten hebben voor het beleid van de organisatie.
11
Zelfmanagement December 2011 is het gezamenlijk project van Vilans, GC Withuis en Cohesie inzake zelfmanagement binnen de patiëntengroep CVRM afgerond. Uit het eindrapport van dit project kan geconcludeerd worden dat de implementatie van zelfmanagement in de praktijk (veel) meer tijd kost dan verwacht. Dit komt deels door de veranderingen die dit vraagt in attitude en methodieken van de professionals, deels doordat ook patiënten hieraan moeten wennen. Dit rapport “Aan de slag met zelfmanagement voor patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico – Eindrapport over de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een teamplan voor deze doelgroep in Gezondheidscentrum Withuis” is op te vragen bij Cohesie Cure and Care via Almar van Wissen:
[email protected]. Een tweede resultaat van dit project is een animatiefilmpje om patiënten aan het denken te zetten over de veranderingen binnen de zorg en zelfmanagement. Dit filmpje zal via de informatieschermen van Cohesie in de huisartsenpraktijken en op de HAP worden getoond en gebruikt worden bij o.a. scholingen op het gebied van zelfmanagement. Vilans zal dit filmpje ook beschikbaar stellen aan externe geïnteresseerden. Bovendien zullen de bevindingen en resultaten uit dit project in 2012 gepresenteerd worden in relevante tijdschriften zoals Medisch Contact, Huisarts en Wetenschap en het tijdschrift van de NVvPO (Nederlandse Vereniging van Praktijkondersteuners).
Diabetes mellitus type 2 Het aantal geïncludeerde patiënten steeg van 8331 van 106 huisartsen op 1 januari 2011 naar 9164 van 110 huisartsen een jaar later. Wij zien de landelijk geprognosticeerde groei van het aantal diabetespatiënten dus ook in onze populatie terug. Daarnaast bestaat de indruk dat de tweede lijn actiever is in het terugverwijzen van patiënten die geen tweedelijns zorg (meer) nodig hebben. PRISMA Begin 2011 is Cohesie Cure and Care gestart met de implementatie van de groepscursus PRISMA voor patiënten met DM. Deze cursus maakt onderdeel uit van de DBC DM en wordt ingezet als aanvullende begeleiding op de begeleiding die praktijken zelf al aanbieden. Primaire doel van de cursus is om patiënten bewuster te maken van hun eigen aandeel en mogelijkheden in de behandeling van DM. Hieruit voorvloeiend wordt patiënten opgeroepen een eigen actieplan op te stellen van activiteiten die ze zelf willen en kunnen doen om hun risicofactoren voor DM te beperken. Secundair doel is om de workload voor de praktijken op den duur te verlagen, omdat patiënten minder een beroep doen op begeleiding van professionals. Ze zijn dan namelijk beter zelf in staat om te beslissen en te overzien hoe ze met hun aandoening om willen gaan. Partner of andere familieleden zijn welkom op de cursus om ervoor te zorgen dat gewenste verandering in leefstijl ook door het thuisfront worden begrepen en gedragen. De cursus is ontwikkeld door de diabetesafdeling van het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Cohesie Cure and Care is de eerste zorggroep in Nederland geweest die deze cursus heeft ingezet in de 1e lijn. Hiervoor bleken na een aanloopperiode van 6 maanden enkele aanpassingen nodig. Juni 2011 is een pilot gestart in de huisartsenpraktijk Venlo-Zuid met enkele aanpassingen: er werd gekozen voor een cursuslocatie enkele honderden meters van de praktijk en alle patiënten met DM werden schriftelijk persoonlijk uitgenodigd namens de huisarts. Tevens werd de mogelijkheid geboden om zich via een papieren inschrijfformulier aan te melden. Dit leverde een opkomst van ongeveer 20% op van het totaal uitgenodigde aantal
12
patienten. Op basis van deze aanpassingen zijn ook cursussen gestart in HA Antoniusveld (Venray), HA Pantaleon (Panningen), HA Lottum/Broekhuizen en HA Grubbenvorst. In totaal zijn in de periode van juni t/m december 21 cursussen gegeven en hebben 211 patiënten met DM deelgenomen. Voor 2012 is de planning om 600 patiënten deel te laten nemen. Fundus Sinds maart 2011 worden alle fundusfoto’s beoordeeld door 9 HBBers (Huisartsen Bijzonder bekwaamheden. De oogarts participeert actief in intervisiebesprekingen die 4 x gehouden zijn. Alle foto’s die vraagtekens opriepen werden besproken. Er is een kwaliteitsslag gemaakt door deze actieve samenwerking tussen tweede en eerste lijn. Er waren bij de start problemen met de aanlevering van de fundusfoto’s van VieCuri naar Cohesie. Sinds eind september is de logistieke procedure in VieCuri vereenvoudigd. Ook zijn er 2000 patiëntenplaatsen bijgekomen en zijn 2 extra TOA’s (Technisch Oogheelkundig Assistent) opgeleid. Expertteam Er is een expertteam ingesteld bestaande uit kaderarts, diabetesverpleegkundige en zorgcoördinator. Alle professionals kunnen aan het expertteam vragen stellen over zowel inhoud als organisatie van zorg. Hier wordt vooral door de praktijkondersteuners druk gebruik van gemaakt.
Chronic Obstructive Pulmonary Disease Dit Zorgprogramma telde op 1 januari 2011 2105 patiënten van 86 huisartsen en op 1 januari 2101 2440 van 102 huisartsen. Bij vele tientallen patiënten moesten we na zorgvuldige beoordeling van de diagnostiek vaststellen, dat zij geen COPD hebben en dus niet in dit zorgprogramma opgenomen dienen te worden. Opleidingsplan spirometrie assistenten en POH’s Cohesie heeft een opleidingsplan spirometrie opgezet. In 2011 is een start gemaakt voor doktersassistenten en praktijkondersteuners met als doel in de gehele regio op eenzelfde kwalitatief goed niveau spirometrie te verrichten en interpreteren. Uitbreiding voor huisartsen volgt in 2012. Assessment Eind 2011 werd met de longartsen van VieCuri medisch centrum en zorgverzekeraars een unieke samenwerkingsafspraak gemaakt omtrent het assessment bij patiënten met matige ziektelast. Een assessment is een beoordelingsprogramma bestaande uit: het inventariseren van alle hoofddomeinen die betrekking hebben op de integrale gezondheidstoestand van de patiënt. De longarts beoordeelt op basis van dit assessment of de patiënt in de eerste lijn kan blijven dan wel naar de tweede lijn gaat voor verdere behandeling. Dit tweedelijns assessment maakt nu deel uit van eerstelijns DBC. Deze afspraak is baanbrekend in Nederland.
13
Er is een expertteam opgericht. Dit bestaat uit: kaderarts astma/COPD longverpleegkundige longfunctie laborante Vanuit de 2e lijn zijn de longartsen bij dit expertteam betrokken Het expertteam COPD krijgt elke problematische casus door de huisarts voorgelegd en beoordeelt of een assessment noodzakelijk is. In de praktijk blijkt dat vaak met adviezen van het expertteam worden volstaan. Hierdoor wordt de 2e lijn niet onnodig belast. Indien een assessment wordt verricht zijn de volgende afspraken over de inhoud gemaakt: Longfunctieonderzoek: Statische en dynamische longvolumina Invloed van bronchusverwijdende medicatie Bodyplethysmografie Residubepaling Diffusie capaciteit Maximale inspiratoire en expiratoire monddruk Zuurstofsaturatie Consult op COPD poli: 6 min looptest BODE VVMI Dyspnoe score Röntgen: X-thorax VA + li dwars Longarts: Anamnese, lichamelijk onderzoek Beoordelen bovenstaande onderzoeken en evt voorlichting Alleen als behandeling in de 2e lijn noodzakelijk blijkt neemt de longarts de behandeling over en wordt de DBC in de 1ste lijn gesloten.
Nieuwe informatieboekjes DM en COPD Met de nieuw afgesloten overeenkomsten voor 3 jaar 2011-2013 zijn voor beide DBC’s nieuwe informatieboekjes gekomen. De patiënten kunnen in een beknopt overzicht lezen welke zorg is opgenomen voor hun chronische aandoening. Ook is vanaf 1 januari 2011 een start gemaakt met de introductie van het IZP (Individueel Zorg Plan). De patiënt wordt meer betrokken bij zijn chronische aandoening. Hij kan , daar waar dit wenselijk en mogelijk is zelf de regie voeren voor zijn eigen chronische aandoening. Samen met de zorgverleners bepaald hij welke stappen hij zelf kan zetten om zijn levenskwaliteit te verhogen. Dit plan wordt vastgelegd. Bij elke controle kan de patiënt aangeven hoe het gaat, of zijn zorgplan vol te houden is en welke handvaten hij nodig heeft om dit individuele plan steeds meer vorm te geven. Het doel hiervan is meer bewustwording van leefstijlfactoren op de chronische aandoening.
14
Klanttevredenheidsonderzoeken DM en COPD In het kader van de DBC’s Diabetes Mellitus (DM) en COPD voert Cohesie Cure and Care een keer per twee jaar een klanttevredenheidsonderzoek (KTO) uit onder de patiënten die ingeschreven staan in deze DBC’s. Doelen van deze KTO’s zijn: de subjectieve tevredenheid over de behandeling en begeleiding rondom de ziektebeelden DM en COPD peilen, inzicht krijgen hoe tevreden patiënten zijn over de wijze waarop de huisartsenpraktijken omgaan met klachten, of patiënten zich serieus genomen voelen, of de uitleg op een begrijpelijke manier is gegeven, belangrijke aspecten mbt het ziektebeeld zijn besproken, eventuele verwijsmogelijkheden naar de 2e lijn zijn besproken en welke suggesties patiënten zelf geven om de zorg te verbeteren. Voor de DBC DM (start 1-1-2008) wordt dit KTO voor de 2e keer uitgevoerd. Het eerste KTODM heeft eind 2009 plaats gevonden. Voor de DBC COPD was dit het eerste KTO aangezien deze DBC later van start is gegaan (per 1-4-2009). Iedere 5e DBC-patiënt (20% van de totale populatie) heeft een vragenlijst met begeleidende brief ontvangen. Deze vragenlijst bestond uit 14 gesloten en 1 open vraag. In totaal hebben 1556 patiënten met DM deze vragenlijst ontvangen, hiervan hebben 859 patiënten (58%) de vragenlijst teruggestuurd. 452 patiënten met COPD hebben de vragenlijst ontvangen en hiervan hebben 259 patiënten (57%) de vragenlijst teruggestuurd.Gemiddeld scoort de DBC DM een 8,5. In 2009 was dit gemiddeld een 8.4. De zorgverlening binnen de DBC COPD scoort gemiddeld een 8. Uit de KTO’s komen een aantal aanbevelingen die zullen worden meegenomen in het zorgproces rondom deze ziektebeelden en toekomstige KTO’s. Het volledige verslag van deze KTO’s zal medio februari 2012 te vinden zijn op de site van Cohesie.
Hulp bij Dementie Cohesie participeert in de regionale zorgketen Dementie. Eind 2011 konden patiënten uit 96% van onze huisartspraktijken een beroep doen op trajectbegeleiding in samenwerking met de huisarts en via hun op een van de Diagnostische Expertise Centra. In 2011 is een start gemaakt met implementatie van elektronische verslaglegging binnen Hulp bij Dementie door middel van het HIS. De lijsten waarmee de DEC teams werkten om zo een compleet beeld te krijgen van de totale gezondheidstoestand van de patiënt, die mogelijk een vorm van dementie heeft, zijn samengevoegd tot twee protocollen in het HIS, te weten de probleeminventarisatie en het zorgplan. Dit betekent zowel voor de patiënt als hun naasten en het DEC-team een enorme stap voorwaarts.
15
Deskundigheidsbevordering De afdeling DKB verkreeg in 2011 na een audit door het CvAH opnieuw voor drie jaar erkenning als IA06 instelling. Door Cohesie aangeboden scholing is nu ook geaccrediteerd voor Specialisten OuderenGeneeskunde. De regionale SOG’s krijgen nu standaard het Cohesieaanbod en maken daar ook regelmatig gebruik van. De afdeling organiseerde voor de huisartsen: Goed bezochte sandwichdagen ouderenzorg, een cursus chronische nierschade en trainingen BLS/AED. Helaas moesten de geplande sandwichdagen over acute zorg worden geannuleerd wegens gebrek aan inschrijvingen. In 2012 zal worden gestart met een ander opzet van de nascholing van huisartsen onder het motto “Samen kundig”. De afdeling ondersteunde de werkgroep bij de organisatie van de Wanssumcursus 37 huisartsen volgden een training “goed registreren binnen Zorgdossier”, waarin door twee goed ingevoerde collega’s het registreren volgens de ADEPD methodiek in hun eigen HIS wordt aangeleerd. De bedoeling is dat de aldus getrainde huisartsen die kennis verder verspreiden onder hun collega’s in de praktijken en hun personeel.
Voor de doktersassistenten: Veel goed bezochte cursusavonden met als onderwerpen: Buikpijn, dementie, enkel tapen, kindermishandeling, hygiëne in de huisartspraktijk, oogheelkunde, de chemie van de verslaving, samenwerking met de meldkamer en AED/BLS. Voor de praktijkondersteuners: Cursussen met als onderwerpen: chronische nierschade, ouderenzorg, sexuologie en AED/BLS. De afdeling verleende inhoudelijke en administratieve ondersteuning aan het netwerk praktijkondersteuning Noord-Limburg. Voor de triageassistenten: Cursussen alcohol en drugs, gebruik NTS, kwaliteitsmanagement, gebruik van de HAAK-methodiek en trainingen AED/BLS. Voor de verpleegkundig specialisten i.o: Een cursus ADEPD registreren. Verder namen de VS deel aan de cursussen kwaliteitsmanagement en aan de training AED/BLS. Negen maal werden incompany-trainingen verzorgd met als onderwerpen AED/BLS, telefonische triage, kindermishandeling, zwachtelen en intervisie/supervisie. Twaalf keer is voor externe partijen de accreditering verzorgd. In het kader van landelijke en regionale afspraken tussen GHOR en LHV/kring ondersteunt Cohesie deskundigheidsbevordering bij de training van het regionale crisisteam en de Hagrovertegenwoordigers.
16
Beschikbaarheid van goed geschoold personeel voor de huisartsenpraktijk is nu al een probleem dat in de toekomst onbeheersbaar dreigt te worden. Huisartsenpraktijken moeten optimaal gefaciliteerd worden om te kunnen opleiden. In dat kader startte in 2010 op initiatief van Cohesie een project “opleiden, een gezamenlijke verantwoordelijkheid”. Partners daarin zijn ROC Gilde en Calibris. Doel is te komen tot een verbetering van de kwaliteit van de stages van doktersassistenten in opleiding en van de samenwerking tussen het veld en de opleiding. Het project is een succes gebleken. Noord-Limburg is nu de enige regio in Nederland waar alle stagiaires een plek in de huisartsenpraktijk kunnen vinden. Er is een overzichtelijke toolkit stagebegeleiding vervaardigd en er worden regelmatig netwerkbijeenkomsten voor stagebegeleiders gehouden. Na de officiële afsluiting van de projectfase blijven partijen structureel met elkaar samenwerken. In 2011 is een enquête uitgezet om in bredere zin de opleidingssituatie in de praktijken in beeld te brengen. De conclusies zullen in 2012 worden gebruikt om een nieuw op te zetten project te schragen onder de titel: “De huisartsenpraktijk als permanent opleidingsinstituut”. Jacqueline Cremers ving in april haar werkzaamheden als Perifeer Accrediterings Medewerker aan op basis van een overeenkomst die Cohesie heeft gesloten met de huisartsenkring Limburg en de vier andere regionale organisaties van huisartsen in Limburg. Na een periode van inwerken is zij actief geworden bij het opstellen van een beleid voor het ondersteunen van de werkzaamheden van de Erkende KwaliteitConsulenten in de toetsgroepen. Het bestuur besloot vanaf 1 januari 2012 de kosten van scholing en ondersteuning van de EKC-ers voor rekening van het collectief te gaan nemen. Vier huisartsen volgden in 2011 een kaderopleiding met steun van Cohesie. Frank Pepels kon met goed gevolg de kaderopleiding astma/COPD afsluiten.
MIDAS B.V. Het jaar 2011 was voor Midas een jaar van bezinning. De afgelopen jaren is Midas hard gegroeid, niet alleen in aantal te ondersteunen werkplekken, maar ook in activiteiten. Deze groei is met name bereikt door het enthousiasme van de medewerkers, die alles wat ook maar enigszins met ICT te maken heeft oppakken. Aan de ene kant een uitstekende eigenschap, aan de andere kant schept dit toch ook wel enige onduidelijkheid. Wat kan en mag de klant van Midas verwachten en wat kan en mag Midas de klant bieden? Om hier enige duidelijkheid in te verschaffen door onder andere het opstellen van SLA’s, is de hulp ingeroepen van Douma ICT Consult. Als snel werd duidelijk dat het vraagstuk wat breder getrokken diende te worden en dat er gekeken moest worden hoe Midas toekomstproof gemaakt kan worden. Naar aanleiding van dit rapport gaat Midas een splitsing maken tussen beheer en projecten. Hoofd beheer krijgt de opdracht de huidige beheerorganisatie te optimaliseren door verdere structurering en formalisering en hoofd projecten wordt verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de ICT. Daarnaast gaat Midas door middel van SLA’s en transparantie van kosten duidelijkheid verschaffen in standaard en optionele diensten. Door deze aanpassingen denken wij dat we de huisartsen nog beter van dienst kunnen zijn. Enkele belangrijke projecten in 2011 waren:
17
Narrowcasting Begin 2011 zijn door de leverancier de laatste narrowcastingschermen in de praktijken opgehangen. Kort daarop is Midas gestart met het aansluiten en heeft het de schermen, in samenwerking met DKB voorzien van de eerste content. Begin 2012 gaat Midas de praktijken de mogelijkheid bieden de content zelf aan te passen. Zorgverlenersportaal Na jaren van overleg tussen en inspanningen van Midas en Viecuri is net voor het einde van 2011 het Zorgverlenersportaal van Viecuri voor de huisartsen een feit geworden. Middels dit portaal krijgen de huisartsen de mogelijkheid tot inzien van diagnostische gegevens in het ziekenhuis van hun patiënten. Vanaf 1 januari 2012 is dit beschikbaar gekomen voor Zorgdossier en Callmanager op de Huisartsenpost volgt snel daarna. Zorgmail Tot 2011 hebben we binnen onze regio, middels een communicatieserver bij Viecuri, altijd zelf voorzien in het afhandelen van Edifactverkeer. Echter, om Edifactverkeer van en naar zorgverleners buiten onze regio mogelijk te maken, heeft Midas de Huisartsenpost en alle huisartsen en HIDHA’s voorzien van een Zorgmailadres. Dit is een landelijk dekkend communicatienetwerk, waarop bijna alle zorgverleners in Nederland zijn aangesloten en beschermd medische gegevens kunnen uitwisselen. Verhuizen en “Updaten” praktijken Afgelopen jaar heeft Midas veel tijd gestoken in het verhuizen van de praktijken Huisartsen Buitenlust te Venray, Praktijk Aan de Singel te Roermond, Huisartsenpraktijk Schonck & Pepels te Velden en Gezondheidscentrum Helios te Tegelen. Voor de meeste van deze praktijken was de verhuizing ook tevens aanleiding de bestaande PC’s en randapparatuur te vervangen. Het was sowieso het jaar van de vervangingsinvesteringen, zowel op de huisartsenposten als –praktijken en dan met name in nieuwe PC’s met grotere schermen. Speerpunten 2012 Speerpunten voor 2012 worden het herstructureren van de beheerorganisatie en het inpassen van de NEN7510, de kwaliteitsnorm voor ICT in de Zorg. Daarnaast gaan Midas zich verder oriënteren op server- en desktopvirtualisatie. Hiermee kan enerzijds voldaan worden aan de toenemende wens van onze huisartsen om overal, altijd en met nagenoeg elk type apparaat toegang tot hun mail, bestanden en HIS te krijgen, maar het levert tevens een grote bijdrage aan de invulling van de NEN7510. Daarnaast wordt begin 2012 de eerste praktijk aangesloten op de VOIP telefooncentrale van Cohesie. Deze eerste praktijk dient als pilot en, indien succesvol, komt deze dienst ook beschikbaar voor de overigen Cohesiepraktijken. Met deze service krijgen de deelnemende huisartsen alle momenteel te benutten technische mogelijkheden ter beschikking, zoals managementrapportages, meldteksten, wachttijdenregistratie, etc. Hiermee wordt weer een stap voorwaarts gezet in de samenwerking tussen de huisartsen in Noord-Limburg.
18
FINANCIEEL VERSLAG De resultaten zijn op concernniveau gepresenteerd . Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro's. De grondslagen van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Coöperatie Cohesie U.A. In de geconsolideerde resultaatbepaling zijn de volgende ondernemingen opgenomen: - Coöperatie Cohesie U.A. - Cohesie Cure and Care B.V.(inclusief Deskundigheidsbevordering) - Midas Noord-Limburg B.V.
Opbrengsten Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
2010 Realisatie 2.167
2011 Realisatie 1.735
2012 Begroting 2.150
1.765 402
1.498 237
2.017 133
-68 334
-22 215
-9 124
Rentebaten - lasten/belastingen Resultaat
De organisatie heeft ondanks moeilijke omstandigheden goed gepresteerd. Wij zijn er van overtuigd dat dit ook voor 2012 zal gelden. Stichting Huisartsenposten Noord-Limburg
2010 Realisatie 3.842
2011 Realisatie 4.302
2012 Begroting 3.714
4.256 -414
4.431 -129
4.354 -640
Rentebaten - lasten
2 -412
-3 -132
-1 -641
Tariefverrekening voorgaande jaren Resultaat
264 -148
26 -106
641 0
Baten Lasten Saldo
19
Lijst van afkortingen AED Automatische Externe Defibrillator ADEPD Adequate Dossiervorming met het Elektronisch PatiëntenDossier BLS Basis Life Support DBC Diagnose Behandel Combinatie COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease CVA Cerebraal Vasculair Accident CvAH College voor Accreditering Huisartsen CVRM CardioVasculair RisicoManagement DEC Diagnose Expertise Centrum DM Diabetes Mellitus EKC Erkende Kwaliteits Consulent FTO Farmaco Therapie Overleg FTTO Transmuraal FarmacoTherapie Overleg GGZ Geestelijke GezondheidsZorg GHOR Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen HAAK Hulpvraag, Achtergrondinformatie, Advies en Klantreactie. HAP HuisArtsenPost HIS Huisartsen Informatie Systeem IVM Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik KOH Kwaliteit en Ontwikkeling Huisartsenzorg LHV Landelijke Huisartsen Vereniging LOK Lichamelijk Onverklaarbare Klachten LSP Landelijk Schakel Punt NCSI Nijmegen Clinical Screening Instrument NEN Nederlands Normalisatie Instituut NHG Nederlands Huisartsen Genootschap NIVEL Nederlands Instituut Voor onderzoek in de Eerste Lijn NTS Nederlands Triage Systeem NVDZ Nederlandse Vereniging van Directeuren in de Zorg MIDAS Motor In De Artsen Samenwerking MIP Meldingen Incidenten Patiëntenzorg POH PraktijkOndersteuner Huisartsenzorg PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self MAnagement educatie. ROC Regionaal Opleidings Centrum SEH SpoedEisende Hulp SLA ServiceLevel Agreement VOIP Voice Over Internet Protocol VVMI VetVrije Massa Index ZonMw Financier van onderzoek in de gezondheidszorg namens VWS
20