REFORMATIE – NIEUWS Jaargang 18, nummer 4
EEN VOLK VOORBEREIDEN
1
GEBEDSLEZINGEN 6 – 15 december 2013
INHOUDSOPGAVE 3 Een volk voorbereiden 4 Een uitverkoren geslacht 10 Dragers van de standaard 16 Het dieet voor opname 22 Vijgenbladeren of lamswol 29 Het blauwe draadje 35 De Rustdag 42 Werk, want de nacht zal komen 48 Het zuiverende proces
Bidden voor de voorbereiding Wanneer kinderen een lange reis maken, vragen zij vaak aan hun ouders: “Zijn wij er al bijna?” Wij als kinderen van God vragen ons ook af: “Zijn wij er al bijna? Zijn wij bijna aangekomen op het punt, waarop onze Heer zal komen om ons naar het hemelse Kanaän mee te nemen?” Dat hangt af van hoeveel wij van Hem afhankelijk zijn! Hoe vast wij blijven in de liefde van onze Zaligmaker? Hoe dierbaar is onze verbinding met Hem? Hoe grondig passen wij Zijn genade toe in ons dagelijks leven? Hoe nauwgezet weerkaatsen wij Zijn beeld? Weer is een jaar bijna voorbij en een nieuwe Gebedsweek is er. Er is veel, waarvoor wij God dankbaar moeten zijn. Wil onze Heer echt, dat wij ieder jaar weer tot Hem komen zonder echt toe te staan, dat ons karakter wordt veranderd naar de gelijkenis van Christus? Laten wij bidden, dat dit een beslissende Gebedsweek zal zijn voor een ieder van ons! Denkt u er alstublieft aan, dat Sabbat, 14 december een gebedsdag zal zijn met vasten. Zondag 15 december speciale gaven zullen worden ingezameld voor de zending. Laten wij ook denken aan anderen, die alleen zijn of aan huis gebonden en probeer deze lezingen te delen met hen. ‘Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zichzelf, gelijk Hij rein is’ (1 Johannes 3:2-3). Uitgegeven door: The Reformation Herald Official Church of the Seventh Day Adventist Reform Movement Web: http://www.sdarm.org
Adres in Nederland: Zevende Dags Adventisten Reformatiebeweging Mezenhof 41 9561 CC Ter Apel Bankrekening 42 94 694 Web: http://www.zda-ref.nl
Deze uitgave wordt gerealiseerd door gaven van de leden en door vrijwillige bijdragen, waar wij bijzonder dankbaar voor zijn.
2
EEN VOLK VOORBEREIDEN Van de redactie
D
e symbolische Elia, de grote hervormer, die zou komen vóór de wederkomst van Christus moet ‘het hart der vaderen tot de kinderen terugbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen’ (Maleáchi 4:6). Hier zien wij, dat een werk van opwekking en reformatie thuis begint. “Die de laatste genadeboodschap aan de wereld brengen, moeten het als hun plicht zien om ouders te wijzen op de gezinsgodsdienst. De grote hervormingsbeweging moet beginnen met aan vaders en moeders en kinderen de beginselen van de wet van God voor te houden. Wanneer gewezen is op wat de wet eist, en mannen en vrouwen overtuigd zijn van hun plicht om daaraan te gehoorzamen, toon hun dan de verantwoordelijkheid van hun besluit, niet alleen voor henzelf maar ook voor hun kinderen. Wijs hen erop, dat gehoorzaamheid aan Gods Woord onze enige beveiliging is tegen de boosheden, die de wereld naar de ondergang voeren.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 2, blz. 426. Ter voorbereiding op de eerste komst van Christus moest de profetische Elia, die Jezus vereenzelvigde met Johannes de Doper (Matthéüs 11:11-14), ‘en hij zal voor Hem heengaan, in de geest en kracht van Elia, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om de Heere te bereiden een toegerust volk’ (Lukas 1:17). Evenzo is het de opdracht van Gods volk in deze laatste dagen om een volk voor te bereiden voor de wederkomst van Christus in heerlijkheid. Door de goddelijke genade moeten deze “hervormers”, en “herstellers” de aandacht van de mensen vestigen op de in Eden ingestelde goddelijke instellingen: Het huwelijk volgens Gods principe (Genesis 1:27), het oorspronkelijke dieet (vers 29) en de zevende dag Sabbat (Genesis 2:1-3) zijn die instellingen, die hersteld moeten worden in het proces van het voorbereiden van een bijzonder volk om de Heer in heerlijkheid te ontvangen. De apostel Petrus, sprekende over het werk dat gedaan moet worden voor de ‘grote dag des Heeren’, het afsluiten van de proeftijd, verklaarde: ‘Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden, wanneer de tijden der verkwikking zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren. En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u te voren gepredikt is, Die de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door de mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw’ (Handelingen 3:19-21). Hier hebben wij: 1. Berouw, dat is droefheid over de zonde en zich ervan afwenden.
3
2. Bekering, ‘de vernieuwing van uw gemoed, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, welbehagelijke en volmaakte wil van God is’ (Romeinen 12:2). 3. ‘Het uitwissen van zonden’ als een belangrijke voorwaarde om de ‘verkwikkende’ doop van de Heilige Geest op Gods volk te ontvangen, voordat Gods werk op aarde eindigt. De apostel legt uit, dat Christus in de hemel moet blijven ‘tot de tijden der wederoprichting aller dingen’. Daarom, “God vraagt in deze tijd, kort voor de wederkomst van Christus op de wolken des hemels, naar mensen die een volk willen voorbereiden, dat staande zal blijven op de grote dag des Heren. Eenzelfde werk, als Johannes heeft gedaan, moet plaatsvinden in deze laatste dagen. De Here geeft Zijn volk boodschappen door Zijn werktuigen, die Hij daartoe heeft verkoren, en Hij wil, dat allen acht zullen slaan op de raadgevingen, die Hij zendt. De boodschap, die voorafging aan het openbare werk van Christus, luidde: Bekeert u, tollenaars en zondaars; bekeert u, Farizeeën en Sadduceeën, ‘want het koninkrijk der hemelen is nabij’. Onze boodschap mag geen boodschap van vrede en veiligheid zijn. Als een volk, dat gelooft in de spoedige komst van Christus, moeten wij een bepaalde boodschap brengen: ‘Bereidt u om uw God te ontmoeten’. Onze boodschap moet even direct zijn als de boodschap van Johannes. Hij berispte koningen om hun ongerechtigheid. Niettegenstaande het gevaar, waarin hij verkeerde, liet hij nooit toe, dat de waarheid op zijn lippen verslapte. Ons werk in deze tijd moet getrouw worden verricht... In deze tijd van welhaast universele afval roept God Zijn boodschappers op om Zijn wet te verkondigen in de geest en kracht van Elia. Zoals Johannes de Doper bij zijn werk van voorbereiding van een volk op de eerste komst van Christus hun aandacht vestigde op de Tien Geboden, moeten wij de boodschap: ‘Vreest God en geeft Hem heerlijkheid, want de ure van Zijn oordeel is gekomen’ (Openbaring 14:7), duidelijk doen horen. Wij moeten met dezelfde ernst, die de profeet Elia en Johannes de Doper kenmerkte, ons best doen om de weg voor de wederkomst van Christus te bereiden.” –Bijbelkommentaar, blz. 298-299. Moge de Heer ons Zijn wonderbare genade geven om een volk voor te bereiden op Zijn op handen zijnde komst!
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
VRIJDAG, 6 december, 2013
EEN UITVERKOREN GESLACHT Uittreksels uit de geschriften van E. G. White
W
ij moeten een volk zijn, dat van de wereld verschilt. De ogen van de wereld zijn op ons en wij worden waargenomen door velen, waarvan wij het niet weten. Er zijn mensen, die iets van de leerstellingen, die wij zeggen te geloven, weten, en zij bemerken de uitwerking van ons geloof op ons karakter. Zij willen zien, welke invloed wij uitoefenen en hoe wij ons gedragen voor een ongelovige wereld. De hemelse engelen kijken op ons. ‘Wij zijn een schouwspel geworden voor de wereld, en de engelen, en de mensen’ (1 Korinthe 4:9). -The Review and Herald, 18 juni 1889. Weest niet verbaasd over wat u ziet Gebeurt er om ons heen niet genoeg om ons de gevaren te laten zien, waarmee ons pad bezaaid is? Overal zijn menselijke wrakken te zien, verwaarloosde gezinsaltaren, gebroken gezinnen. Vreemd genoeg wordt de maatstaf van de moraal losgelaten; de zonden nemen snel toe, die ook het oordeel van God over de aarde brachten in de dagen van de vloed, en tijdens de verwoesting van Sodom door vuur. Wij naderen het einde. God heeft lang geduld gehad met de verdorvenheden 4
van de mensheid, maar hun straf is daardoor niet minder zeker geworden. Laten zij, die belijden het licht der wereld te zijn, afstand nemen van alle ongerechtigheid. Wij zien, hoe dezelfde geest, die zich in de dagen van Christus tegen de waarheid richtte, zich ook nu manifesteert. Zij, die de wet van God krachteloos maken, zullen wegens gebrek aan Bijbelse argumenten allerlei leugens verzinnen om de werkers te belasteren en zwart te maken. Dit deden zij met de Verlosser der wereld en zij zullen dit ook doen met Zijn volgelingen. Geruchten, die niet de minste grond van waarheid bezitten, zullen als waarheid verkondigd worden. – Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 489. Bedenk: Wij als christenen moeten gelijk zijn aan Christus! De gelijkvormigheid van belijdende christenen aan de wereld is een schande voor hun belijdenis, een schande voor de zaak van God. Zij belijden uit de wereld te zijn gekomen en afgescheiden te zijn, toch zijn zij zo gelijk aan hen in kleding, in spraak en daden, dat er geen onderscheid is. Terwijl zij in bezit zijn van leven en
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
gezondheid, besteden velen hun door God gegeven tijd en middelen om de arme sterfelijke lichamen op te sieren, vergetend dat deze op elk moment aangeraakt kunnen worden door de vinger van God en op een doodsbed gelegd kunnen worden. Maar als zij hun laatste verandering naderen en doodsangst hun lichaam kwelt, is de grote vraag: “Ben ik bereid te sterven? Ben ik bereid om voor God te verschijnen in het oordeel en wordt het oordeel herzien?” Vraag hun dan, hoe zij zich voelen over het verfraaien van hun persoon, en als zij enig gevoel hebben van wat het is om voorbereid te zijn om voor God te verschijnen, zullen zij u vertellen, dat als zij het over konden doen en het verleden weer leven, dan zouden zij hun leven verbeteren en de dwaasheid van de wereld, haar ijdelheid en trots mijden; zij zouden tot eer van God leven en een voorbeeld voor allen rondom hen zijn. Waarom zijn zo weinig geïnteresseerd in hun eeuwig welzijn, bereiden zo weinig zich voor op hun laatste verandering? De aarde trekt hen, haar schatten lijken de moeite waard voor hen. Zij vinden genoeg om de geest in beslag te nemen en hebben geen tijd zich voor te bereiden op de hemel. Satan is altijd op zoek om hen steeds dieper in de problemen te storten. Zodra een verbijstering of probleem uit de gedachte is, staat hij klaar om hen te betrekken in een andere door in hen een onheilig verlangen te verwekken naar meer aardse dingen. Zo gaat hun tijd voorbij en als het te laat is, zien zij, dat zij niets wezenlijks hebben verkregen. Zij hebben gegrepen naar schaduwen en het eeuwige leven verloren. Velen, die de gewoonten en de mode van de wereld volgen, zeggen, dat zij dit doen om invloed te hebben op wereldse mensen. Maar hier maken zij een trieste en fatale vergissing. Als zij een oprechte en reddende invloed willen hebben, laten zij dan hun belijdenis uitleven, hun geloof tonen door hun rechtvaardige werken en het onderscheid duidelijker maken tussen de christen en de wereld. Onze woorden, 5
onze kleding en onze daden moeten voor God spreken. Dan zullen allen kennis van ons nemen, dat wij met Jezus zijn geweest. Ongelovigen zullen zien, dat de waarheid, die wij belijden, een heilige invloed heeft, dat geloof in de komst van Christus ons karakter beïnvloedt. Als iemand invloed wil hebben ten gunste van de waarheid, laat hij deze uitleven en zo het nederige Voorbeeld navolgen. –The Review and Herald, 12 december 1882. Onze houding aanpassen Van het licht, dat God mij gegeven heeft, weet ik, dat de Heer veel meer zou doen voor ons als volk, als wij in nederigheid voor Hem zouden wandelen. Iedereen van Gods volk zal worden getoetst en beproefd en wij willen, dat u in een positie bent, waar u de toets van God zal verdragen en er geen gebrek gevonden wordt, wanneer uw morele waarde wordt gewogen in de weegschaal van het heiligdom. Wij willen, dat u voortdurend voorwaarts en opwaarts gaat, maar dat wat uw vooruitgang in grote mate hindert, is uw gevoel van eigenwaarde, de hoge dunk die u koestert van uw eigen bekwaamheid. Als er ooit een plek was, waar het ik moest sterven, dan is het hier. Laat ons de doodsstrijd bezien. Laat ons het stervende kreunen horen. Zelfverheffing scheidt altijd de ziel van God, het maakt niet uit in wie het wordt gevonden, hetzij in hen in verantwoordelijke posities of in hen, die op een minder belangrijke plaats zijn. Wat ook gedaan is om de aandacht naar zichzelf te trekken, heeft van de heerlijkheid, die bewezen had moeten worden aan God, afgetrokken en heeft armoede gebracht aan uw zielen. Het is door deze brede weg van eigendunk en zelfvoldaanheid, dat Satan zal trachten het volk van God te verstrikken. De Heer heeft zeer belangrijke lessen voor ons om te leren en als wij niet een zachtmoedige en leergierige geest hebben, zullen wij niet zijn, waar wij de lessen, die Hij ons wil leren, kunnen leren. Wij zullen denken, dat wij wijs zijn, als wij het niet
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
zijn. Wij zullen denken, dat wij het hele verhaal kennen, als wij het abc van de les moeten leren. God zal ons steeds weer beproeven, totdat wij onze opwellingen overwinnen of geheel en al overgegeven zijn aan onze opstandigheid en eigenzinnigheid. Het gevaar is, als de Heere zo met ons handelt, dat wij tegen Hem zullen opstaan en ons vastbesloten voornemen ons niet aan Zijn wil te onderwerpen. Wij leven in een ernstige tijd. Wij kijken uit naar het oordeel en verder naar de eeuwigheid, en het betaamt ons om in grote vernedering van de ziel voor God te wandelen. Er zijn mensen geweest, die zijn opgestaan tegen de getuigenissen, die God hun heeft gezonden. Zij zijn bereid om te erkennen, dat het getuigenis gegeven aan anderen in orde was, en dat de waarheid op de zaken van hun broeders hebben gewezen, maar toen hun eigen gebreken werden blootgelegd en op hun eigen fouten werd gewezen, hebben zij verklaard, dat het niet zo kon zijn. Zij hebben de kleden van hun eigengerechtigheid om hen heen gelegd en gezegd: “Dat slaat niet op mij”. Een geest van Farizeïsme is over de mensen gekomen, die beweren de waarheid voor deze laatste dagen te geloven. Zij zijn zelfvoldaan. -The Review and Herald, 18 juni 1889. Onze kinderen bewaken Zoals de Israëlieten hun kinderen in hun huizen hielden gedurende de tijd, dat de oordelen van God in het land Egypte waren, zo moeten wij in deze tijd van gevaar onze kinderen gescheiden en apart van de wereld houden. Wij moeten hun leren, dat de geboden van God veel meer betekenen dan wij beseffen. Degenen, die deze houden, zullen niet de praktijken van de overtreders van Gods wet nadoen. Ouders moeten Gods Woord met respect beschouwen, zijn leringen gehoorzamen. Aan de ouders van nu evenals aan de Israëlieten verklaart God: ‘Deze woorden ... zullen in uw hart zijn. En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, 6
als gij in uw huis zit, en als gij op de weg gaat, en als gij neerligt, en als gij opstaat. Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij zullen u tot voorhoofdsbanden zijn tussen uw ogen. En gij zult ze op de deurposten van uw huis, en aan uw poorten schrijven’ (Deuteronomium 6:6-9). Niettegenstaande deze duidelijke aanwijzing staat een deel van Gods volk toe, dat hun kinderen de openbare scholen bezoeken, waar zij zich vermengen met hen, die een verdorven moraal hebben. In deze scholen kunnen hun kinderen niet de Bijbel bestuderen en ook niet haar principes leren. Christelijke ouders, u moet een voorziening treffen voor uw kinderen om opgeleid te worden in de Bijbelse principes. En rust niet tevreden met hen alleen het Woord in de gemeenteschool te laten studeren. Leer zelf de Schrift aan uw kinderen, als u zit, als u uit gaat, als u komt, en als u wandelen gaat. Wandel met uw kinderen veel vaker dan u nu doet. Praat met hen. Leid hun gedachten op een rechte weg. Als u dit doet, zult u merken, dat het licht en de heerlijkheid van God in uw huis zal komen. Maar hoe kunt u Zijn zegen verwachten, als u uw kinderen niet juist onderwijst? -The Spalding Magan Collection, blz. 244. Ouders, wanneer u een voorbeeld van trots bent voor uw kinderen, zaait u zaad, dat zal opkomen en vrucht dragen. Dat wat u zaait, zult u oogsten. De oogst zal overvloedig en zeker zijn. Het is gemakkelijker een les van trots te leren dan een les van nederigheid. Satan en zijn engelen staan klaar om de daad van u of van het woord, dat u doeltreffend kan spreken om uw kinderen aan te moedigen de mode van de wereld na te volgen, en in hun trots zich te mengen met de samenleving, dat is niet heilig. O ouders, u plant zo in uw eigen boezem een doorn, die u vaak pijn zal geven. Als u de droevige les ongedaan zou willen maken, die u uw kinderen geleerd hebt, zult u bemerken, dat het vrijwel onmogelijk is. U kunt hen die dingen ontzeggen, die hun trots zouden bevredigen, toch leeft het nog in het hart,
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
en niets kan het vernietigen, alleen de verkwikkende en krachtige Geest van God. Wanneer deze zijn weg vindt naar het hart, zal het werken als een reinigend vuur, en trots en liefde van de wereld zullen verteerd worden. Tenzij u wakker wordt voor de eeuwige belangen van uw kinderen, zullen zij zeker verloren gaan door uw nalatigheid. En de mogelijkheid, dat ontrouwe ouders zelf zullen worden gered, is erg klein. Het leven van ouders moet een voorbeeld zijn. Zij moeten een heilige invloed in hun gezinnen uitoefenen. Als zij de eeuwige belangen van hun kinderen op prijs stellen, moeten zij trots in hen berispen, berisp het getrouw en moedig het niet aan in woord of daad. -The Review and Herald, 12 december 1882. Ouders, ik smeek u om Christus’ wil en in het belang van uw lieve kinderen, leer hun, dat God aanspraak op hen heeft, en dat zij volledig voorbereid moeten zijn voor welk werk zij ook mogen vinden om te doen. Leid hen op, oefen hen om het oog alleen gericht te houden op de heerlijkheid van God. Om te groeien in genade moeten zij zelf kennis maken met de beweegredenen van ons geloof. Leer hun om leerlingen te zijn in de school van Christus, om kennis te krijgen van de Schriften, ijverig gebruik te maken van alle middelen van genade, zodat hun liefde steeds overvloediger kan zijn, opdat zij uitstekende dingen goedkeuren. -The Review and Herald, 8 januari 1884. Jezus, de Koning der ere, die Zijn leven gaf om ons te verlossen, droeg een doornenkroon. Zo werd het heilige hoofd van onze Meester getooid. ‘Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden’ (Jesaja 53:5). Toch kunnen juist degenen, die beweren door het bloed van Jezus, voor hen vergoten, verlost te zijn, trots toelaten in het tooien van hun persoonlijkheid, en nog steeds beweren volgelingen te zijn van het heilige, 7
nederige, zelfverloochenende Voorbeeld. O, dat allen dit konden zien, zoals God het ziet! Israël heeft de ogen gesloten voor de trots, mode en wereldsgezindheid in het midden van hen. Het zijn deze dingen, die God scheiden van Zijn volk, die de ark voor hen sluiten. Wanneer de waarheid hun hart beïnvloedt, zal dit dood zijn voor de wereld. Zij zullen dan de uiterlijke versiering afleggen en als zij dood zijn, zullen zij niet bewogen worden door het lachen, spotten en de hoon van ongelovigen. Zij zullen een groot verlangen voelen om los van de wereld te zijn, net als hun Meester. Zij zullen haar trots, mode of gewoonten niet navolgen. Het edele doel zal altijd voor hen zijn om God te verheerlijken en de onsterfelijke erfenis te verkrijgen. Dit vooruitzicht zal alles van een aards karakter opslokken. God zal een volk hebben, afgescheiden en verschillend van de wereld. En zodra aan een verlangen naar de mode van de wereld toegegeven wordt, net zo snel stopt God met hen te erkennen als Zijn kinderen. Zij tonen, dat zij vreemden zijn voor genade, vreemden voor de zachtmoedige en nederige Jezus. Als zij zelf contact hadden gemaakt met Hem, dan zouden zij waardig met Hem wandelen. Een vorm van godsvrucht zal niemand redden. Allen moeten een diepe en levende ervaring hebben. Dit alleen zal hen in de tijd van benauwdheid voor ons sparen. Dan zal hun werk op de proef gesteld worden, wat voor werk het ook is. Als het goud, zilver en edelstenen is, zullen zij verborgen zijn in de geborgenheid van het paviljoen van de Heer. Maar als hun werk hout, hooi en stoppels is, kan niets hen beschermen tegen de felheid van Jehova’s toorn. Velen meten zich aan elkaar en vergelijken hun leven met het leven van anderen. Dit moet niet. Niemand dan Christus is ons als een voorbeeld gegeven en iedereen moet proberen om uit te blinken in het navolgen van Hem. Wij zijn medewerkers van Christus of medewerkers van de vijand. Of wij verzamelen met
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
Christus, of verstrooien overal. Wij zijn vastbesloten, hartgrondige christenen of helemaal geen. Niemand zal de Hemel binnengaan zonder een offer. Zij, die bereid zijn om ieder en elk offer te brengen voor eeuwig leven, zullen het hebben; en het zal de moeite waard zijn ervoor te lijden, de moeite waard het ik ervoor te kruisigen en elke afgod ervoor op te offeren. De veel meer overtreffende en eeuwige waarde der heerlijkheid weegt zwaarder dan iedere aardse schat en verduistert iedere aardse aantrekkelijkheid. -The Review and Herald, 12 december 1882. De geest en het gesprek concentreren Wat is meer waard om de gedachten volledig in beslag te nemen dan het verlossingsplan? Het is een onderwerp, dat onuitputtelijk is. De liefde van Jezus, de verlossing, die door Zijn oneindige liefde werd aangeboden aan de gevallen mens, heiligheid van hart, de kostbare, reddende waarheid voor deze laatste dagen, de genade van Christus, dit zijn onderwerpen, die de ziel bezighouden en die de reinen van hart de vreugde laten voelen, die de discipelen ervoeren, toen Jezus kwam en met hen mee liep onderweg naar Emmaüs. Wie zijn genegenheid op Christus gericht heeft, zal genieten van deze geheiligde omgang met Hem, en zal goddelijke kracht putten uit zo’n vriendschap, maar wie geen waardering kan opbrengen voor dit soort gesprekken en tevreden is met het praten over sentimentele onzin, is van God afgedwaald en ongevoelig geworden voor heilige en nobele aspiraties. Gevoelszaken en aardse dingen worden door hen als hemels ervaren. Wanneer het gesprek een lichtzinnig karakter krijgt en gaat rieken naar een ontevreden zoeken naar de sympathie en waardering van mensen, komt het voort uit ziekelijke sentimentalisme, en dan zijn zowel jonge mensen als mannen met grijs haar niet meer veilig. Wanneer de waarheid van God het overheersende principe in het hart is, zal het als een levende bron zijn. Er kunnen 8
pogingen ondernomen worden om hem af te sluiten, maar ergens anders zal hij weer met kracht opwellen; hij is er en kan niet onderdrukt worden. Deze waarheid in het hart is een bron des levens. Het verfrist de vermoeiden en voorkomt onzedelijke gedachten en uitspraken... God heeft Zijn volk, dat Zijn geboden onderhoudt, gezegend, en alle tegenstand en bedrog, die zij ondervinden, zal alleen maar meer kracht geven aan hen, die sterk staan in de verdediging van het geloof, dat eens aan de heiligen werd overgeleverd. Als echter degenen, die beweren de bewaarders van Gods wet te zijn, overtreders van die wet worden, zal Hij Zijn beschuttende zorg terugtrekken, en velen zullen ten val komen door verdorvenheid en losbandigheid. Dan zullen wij inderdaad niet in staat zijn om stand te houden tegen onze vijanden. Als Zijn volk echter afgezonderd blijft van de wereld, als een natie, die gerechtigheid doet, zal God hun verdediging zijn, en geen enkel wapen, dat tegen hen wordt opgeheven, zal succesvol zijn. – Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 488-489. Onze unieke roeping waarderen De Heer Zelf heeft een scheidingswand opgericht tussen de dingen van de wereld en de dingen, die Hij heeft gekozen uit de wereld en deze Hem geheiligd. De wereld zal dit onderscheid niet erkennen; zij beweren, dat het onnodig is. De dienstknechten van de mammon doen alle moeite om de barrières af te breken en vernietigen de grens tussen het heilige en het wereldse. Velen van de belijdende volgelingen van Christus zijn vastbesloten om deze af te breken en zorgen voor een overeenkomst tussen Christus en Belial. Maar God heeft deze scheiding gemaakt en Hij wil, dat deze bestaat. In zowel het Oude als het Nieuwe Testament heeft de Heer duidelijk bevolen aan Zijn volk zich te onderscheiden van de wereld, in geest, in bezigheden, in leefwijze, een heilige natie te zijn, een bijzonder volk, zodat zij
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
kunnen laten zien de lofprijzingen van Hem, die hen geroepen heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Het oosten is niet verder van het westen, dan de kinderen van het licht zijn, in gewoonten, daden en geest, van de kinderen van de duisternis. Dit onderscheid zal meer gekenmerkt worden, beslister, als wij het einde van de tijd naderen. Het is geen belijdenis van geloof, of een geregistreerde naam in het gemeenteboek, die ons vormt tot kinderen van God. Wij moeten een levende verbinding met Christus hebben; wij moeten één zijn met Hem, vervuld zijn met Zijn Geest, deelhebbers zijn van de goddelijke natuur, gekruisigd voor de wereld met zijn hartstochten en begeerten, vernieuwd in kennis en ware heiligheid. The Review and Herald, 8 januari 1884. Het is tijd om wakker te worden! Bijzondere en snelle veranderingen zullen weldra plaatsvinden en over Gods volk zal de Heilige Geest worden uitgestort, zodat ze met hemelse wijsheid de onheilen van deze tijd kunnen opvangen en zo veel als mogelijk is de demoraliserende invloeden van de wereld zullen tegengaan. Wanneer de gemeente niet slaapt, wanneer de volgelingen van Christus waken en bidden, zullen zij licht ontvangen om de bewegingen van de vijand te kunnen waarnemen. Het einde is nabij! God doet een beroep op de gemeente om te doen, wat nog gedaan moet worden. Medearbeiders van God, u bent door God in staat gesteld om anderen met u mee te nemen in het Koninkrijk. Gij moet Gods levende werktuigen zijn, kanalen van licht voor de wereld, en om u heen zijn engelen des hemels met hun opdracht van Christus om u te ondersteunen, te sterken en staande te houden in uw arbeid voor de zaligheid van zielen. Ik doe een beroep op de gemeenten in elke conferentie. Houdt u gescheiden en 9
onderscheiden van de wereld, in de wereld maar niet van de wereld, terwijl u de heldere stralen van de Zon der Gerechtigheid weerkaatst, rein, heilig en onbesmet zijnde, en in het geloof het licht uit draagt langs de heggen en wegen van de aarde. Laten de gemeenten ontwaken, vóór het voor eeuwig te laat is. Laat elk lid zijn persoonlijk werk opnemen en de naam des Heeren verdedigen, door wie hij geroepen is. Laat een gezond geloof en ware godsvrucht in de plaats komen van traagheid en ongeloof. Wanneer het geloof beslag legt op Christus, zal de waarheid blijdschap brengen in de ziel en zullen de kerkdiensten niet saai en vervelend zijn. Uw omgang met anderen, nu eentonig en geesteloos, zal door de Heilige Geest worden bezield; dagelijks zult u een rijke ervaring opdoen, wanneer u de christelijke leer, die u belijdt, in praktijk brengt. Zondaars zullen worden bekeerd. Zij zullen bewogen worden door het woord der waarheid en zeggen, gelijk sommigen die luisterden naar de leer van Christus: “Wij hebben heden wonderbare dingen gezien en gehoord”. Gezien wat gedaan kon worden, wanneer de gemeente de haar door God gegeven verantwoordelijkheden zou aanvaarden, zullen haar leden dan doorslapen, of zal hun eergevoel ontwaken, wanneer zij de barmhartige voorzienigheid van God opmerken? Zullen zij hun erfelijke goederen verzamelen, het tegenwoordige licht benutten en de noodzakelijkheid zien om zich op te maken, teneinde het dreigende onheil tegemoet te treden? O, mochten allen zich opmaken om de wereld te laten zien, dat ze een levend geloof bezitten, dat de wereld iets van levensbelang te wachten staat, dat Jezus spoedig zal komen. Laat de mensen zien, dat wij geloven, dat we op de drempel van de eeuwige wereld staan. – Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 69-70.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
SABBAT, 7 december 2013
DRAGERS VAN DE STANDAARD Door D. Guzman
D
De tijd is voor ons gekomen om na te denken over de Heer, zodat Hij in ons hart het verlangen kan geven, dat wij nu, meer dan ooit, samen of alleen, de waarheid kunnen verheffen, die God ons heeft gegeven voor deze laatste dagen van de menselijke geschiedenis, waarin wij leven. De gemeente heeft een belangrijk en beslissend moment bereikt, waarin wij ons moeten bekleden met de wapenrusting van God om met het krachtige werk van Satan en zijn kwade krachten om te gaan, die de wereld overspoelen met nauwelijks merkbare verleidingen om de mensheid te verstrikken en te verleiden tot verderf. Laten wij bidden tot God, dat tijdens deze Gebedsweek wij diepgaande en ernstige overdenkingen mogen hebben, en dat deze gelegenheid meer dan louter toevallige en nietszeggende lezingen mogen zijn en de lezingen eindigen zonder een geestelijke ervaring. Neen! In plaats daarvan kunnen deze dagen gevuld zijn met hartonderzoek en met een grote beslistheid om ons leven, onze gezinnen en alles, wat wij hebben aan de liefdevolle handen van God over te geven, zodat Hij ons nu en tot in eeuwigheid kan leiden. Amen.
Op de drempel van de eeuwigheid Als wij de boekrol van de profetie voor ons ontrollen, toont de grote IK BEN duidelijk, dat wij de drempel van de eeuwigheid hebben bereikt. Wij bevinden ons nu in de nadagen van onze aardse geschiedenis. Slechts een dunne lijn scheidt ons van de eeuwigheid. Wij staan op het punt van de grootste crisis van alle eeuwen. De pen van de Inspiratie verklaart duidelijk dat “wij leven in de eindtijd. De tekenen der tijden, die snel in vervulling gaan, verkondigen, dat de komst van Christus zeer nabij is. De tijd, waarin wij leven, is ernstig en belangrijk. De Geest van God wordt langzaam maar zeker van de aarde teruggetrokken. Plagen en oordelen vallen op hen, die de genade van God verachten. De rampen op het land en op zee, de onzekere situatie in de samenleving en de oorlogsgeruchten zijn onheilspellend. Ze voorspellen komende gebeurtenissen van een enorme omvang.” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 17.
10
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
De toestand van Gods volk in de laatste dagen Bijna 2000 jaar geschiedenis zijn verstreken sinds dat glorieuze moment, waarop de Verlosser van de wereld twaalf mannen riep om Hem te vergezellen bij Zijn aardse bediening. Dat was het begin van wat later de christelijke gemeente zou worden genoemd. Wat een geweldige gebeurtenis! Wat een verheven werk is sindsdien begonnen zich te ontwikkelen! Wat een enorme vreugde moet de Meester hebben gevoeld bij het zien van de geboorte van Zijn gemeente! Zeker ook kwam het Jezus voor ogen, toen Hij het overdacht, de komende toekomst van de lange geschiedenis van Zijn gemeente, ook het moment dat Hij zal terugkeren, de Zijnen zal verzamelen en hen zal meenemen naar de woningen, beloofd aan Zijn kinderen sinds de oudheid. Hoe bekijkt de Heere Zijn overblijfsel in deze laatste dagen? Welke indruk moet Zijn tedere hart hebben gevoeld bij het aanschouwen van onze huidige toestand? Het is waarschijnlijk, dat de liefdevolle Heiland verdriet en smart in Zijn Wezen gevoeld heeft om onze huidige situatie te zien als een volk, dat Hij ernstige waarheden voor deze laatste dagen heeft toevertrouwd. Laten wij met dit in gedachten onze huidige toestand overdenken, terwijl wij ons eerlijk afvragen: Zijn wij getrouwe vertegenwoordigers van Degene, Die ons geroepen heeft om Zijn volk te zijn? Brengen onze daden duidelijk naar voren, dat wij leven in het licht, dat God ons gegeven heeft? Is er een duidelijk verschil tussen ongelovigen, de wereldse mensen, in duidelijke tegenstelling met ons, die beweren het overblijvende volk van God te zijn? Helaas kunnen wij zeggen, dat de gemeente nu, in bijna niets, kan worden vergeleken met de eerste christelijke 11
gemeente, die Jezus stichtte. De jaren zijn verstreken en nu hebben wij een andere gemeente, een gemeente die geleidelijk aan toe staat meegesleurd te worden in de wereld. Het is met terughoudendheid en met grote bezorgdheid, dat wij zien en horen, dat jonge leiders met de wens om de gemeente te zien groeien wereldse mode en gewoonten toestaan onder Gods volk, dat geroepen is om de met bloed bevlekte banier van Emmanuël te dragen. Laten wij een vurige oproep doen aan onze jonge leiders in het hart van het werk, ook aan hen die werken in kleine en bescheiden gemeenten over de hele wereld: Laten wij ernaar streven de banier niet te verlagen, maar om deze te verhogen! Deze banier, deze standaard, heeft de Heer geplaatst in onze handen en Hij gebiedt ons deze heel, heel hoog te houden. De standaard van het overblijfsel Wat is de standaard van Gods overblijvend volk? Zeker, de standaard, die goddelijke Voorzienigheid in onze handen heeft geplaatst, verklaart: ‘Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus’ (Openbaring 14:12). “De derde engelboodschap, die de boodschappen van de eerste en tweede engel omvat, is de boodschap voor deze tijd. Wij moeten de banier verhogen, waarop geschreven staat: ‘De geboden van God en het geloof van Jezus’.” –Counsels on Health, blz. 357. God roept ons op om onze vlag te laten wapperen en samen te werken “God roept allen op de standaard te verheffen met het opschrift: ‘Hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus’. Hij roept Zijn volk op om in volmaakte harmonie te werken. Hij roept degenen op, die bezig zijn in ons medisch werk, dit te verenigen met het dienstwerk; Hij roept het dienstwerk op samen te werken met de medische zendingswerkers; en Hij roept de gemeente op tot het opnemen van hun aangewezen taak, de standaard van echte reformatie op
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
hun eigen terrein hoog te houden, om de geoefende en ervaren werkers naar nieuwe velden te laten doordringen. Geen woord moet gesproken worden om iemand te ontmoedigen, want dit bedroeft het hart van Christus en doet de tegenstander veel plezier. Allen moeten gedoopt worden met de Heilige Geest; allen moeten zich onthouden van afkeurende en minachtende opmerkingen en dichter tot Christus naderen, opdat zij de zware verantwoordelijkheden waarderen, die de medewerkers van Hem dragen. ‘Moedig elkaar steeds aan”, zijn de woorden van onze goddelijke Raadgever. Eendracht maakt macht, tweedracht is zwakheid en mislukking.” –Counsels on Health, blz. 517-518. De taak van gemeenteleden en predikanten “Laten wij trouw huis-aan-huis-werk doen. Zielen gaan verloren uit de veilige ark. Laat de standaard van de waarheid opgeheven worden door de gemeenteleden in hun omgeving. Laten predikanten hun tenten opslaan en de waarheid prediken aan de mensen met kracht en dan naar een andere wijk gaan en de waarheid daar prediken.” –Evangelism, blz. 397. Een christelijke houding De boodschapper van de Heer doet de oproep: “God is echt met ons. Alleen degenen, die bekeerd zijn, zullen het Koninkrijk der hemelen binnengaan. Wat zouden wij denken van Christus, als Hij geen warme liefde toonde, geen neiging om mensen in nood te helpen? Toch zijn velen, die belijden Zijn volgelingen te zijn, koud en ongevoelig. Zij doen weinig moeite om hen, met wie zij in contact komen, te helpen. Zij hebben hun karakter niet veranderd. Hun woorden laten zien, dat zij niet bekeerd zijn. Zij hebben niets van Christus’ tederheid. Hun onvriendelijke karaktertrekken, hun gebrek aan sympathie, laten zien, dat zij hun eerste liefde hebben verloren. Zij moeten berouw hebben en zich bekeren, want Christus 12
wordt sterk onteerd door hun egoïsme. De Verlosser verblijft niet in hun harten, of zij zouden worden aangeraakt met gevoel voor zwakheden van anderen. Zij zijn op zichzelf gericht, hard, niet inschikkelijk. Als zij zijn, wanneer Christus de tweede keer komt, zoals zij nu zijn, ruw in woorden, grof in de geest, verstoken van christelijke liefde, zal hun kandelaar van haar plaats verwijderd worden. Zij zullen niet klaar zijn om hun Heer te ontmoeten. O, dat zij de noodzaak voelen van het aandoen van de Here Jezus! O, dat zij zouden proberen te begrijpen, wat de mens schuldig is tot zijn medemens! Ik zeg u in de naam van Jezus van Nazareth, dat er een reformatie moet zijn onder ons als volk. Tenzij mensen de gelijkvormigheid aan Christus tonen in al hun handelen met hun medemensen, tenzij zij de wetten des hemels gehoorzamen in elk detail, zullen zij nooit de stad van God binnengaan. Er is geen excuus voor iemand om te falen. Het karakter van Christus is ervoor allemaal, om het te bestuderen en na te doen. Als iemand een bepaald werk doet, dat niet helemaal volmaakt is, zullen zijn broeders dan het aan stukken trekken, er vernietigend en minachtend over spreken? Degene, die fouten heeft gemaakt, kan zijn uiterste best gedaan hebben. Heeft Christus het onvolmaakte werk van Zijn discipelen zo behandeld? Als Hij dwalende mensen zal behandelen, zoals zij te vaak elkaar behandelen, wat zou er van hen worden? Wel kunnen wij zeggen: “Laat ons vallen in de handen van de levende God in plaats van in de handen van mensen”. God is te wijs om te dwalen en te goed om ons kwaad te doen. Degenen, die verbonden zijn met de dienst van God, moeten geheiligd zijn, lichaam, ziel en geest, anders zullen zij Gods werk bederven en zetten zij Christus openlijk te schande. Wat bedoelt Gods Woord, wanneer het verklaart, dat Christus Zich een gemeente zal voordragen zonder vlek of rimpel of iets dergelijks? Het betekent, dat Gods volk de standaard van
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
christelijke volmaaktheid kan en moet bereiken. Maar om dit te doen moeten zij van Christus leren Zijn zachtmoedigheid en nederigheid. Door het offer van Christus is elke voorziening voor gelovigen getroffen om alle dingen te ontvangen, die behoren tot een godvruchtig leven. De volmaaktheid van Zijn karakter maakt het voor ons mogelijk om volmaaktheid te verkrijgen.” –Pacific Union Recorder, 9 februari 1905. Wij moeten de standaard van de Sabbat verhogen “Het Sabbatvraagstuk zal het geschilpunt zijn in de grote eindstrijd, waaraan de gehele wereld zal deelnemen. De mensen hebben de beginselen van Satan geëerd boven de beginselen, die in de hemelen gehandhaafd worden. Zij hebben de onechte Sabbat aanvaard, die door Satan verheven is als het teken van zijn gezag. Maar God heeft op Zijn koninklijk gebod Zijn zegel gezet. Elke Sabbatinstelling draagt de naam van Zijn maker, een onuitwisbaar teken dat de autoriteit van elke van die instellingen aan toont. Onze taak is de mensen dit te doen begrijpen. Wij moeten hun duidelijk maken, dat het van vitaal belang is, of zij het merkteken van Gods koninkrijk dragen of het merkteken van het koninkrijk der rebellie, want zij beschouwen zich als onderdanen van het koninkrijk, waarvan zij het merkteken dragen. God heeft ons geroepen de banier van Zijn vertrapte Sabbat omhoog te heffen. Hoe belangrijk is het dan, dat wij een goed voorbeeld in Sabbatviering geven.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 15-16. Een onbaatzuchtig en nederig dienen is nodig, vrij van aardse of geestelijke eerzucht en volledig toegewijd aan de dienst van God. “Er is een soort liefde, die ons zou leren onze metgezellen te prijzen en te vleien en niet om hen getrouw te vertellen van hun gevaren en hen te waarschuwen en raad te geven voor hun bestwil. Deze liefde is niet hemels. Onze woorden en daden moeten 13
ernstig en oprecht zijn, vooral voor degenen die het heil van hun ziel verwaarlozen. Als wij belijden zonen en dochters van God te zijn, moeten wij een dergelijke weg volgen ten opzichte van de ongelovigen, dat onze ziel vrij zal zijn van hun bloed, wanneer wij hen ontmoeten op de grote dag van de laatste afrekening. Als wij ons met hen verenigen in het zoeken naar lichtzinnigheid, onbeduidend plezier, of in enige bezigheid die ernst uit de geest zal bannen, zeggen wij voortdurend aan hen door ons voorbeeld: ‘Vrede, vrede en geen gevaar. Er is geen reden voor ongerustheid’. Dit zegt de zondaar: “Het zal wel goed zijn met u”. O, hoeveel onafhankelijke, liefhebbende zielen zijn er onder ons, die zich feitelijk verenigen met zondaren en in hun samenleving niets zeggen en doen om schuldgevoel op te wekken, niets om hun vleselijke veiligheid te verstoren! Velen, die belijden zonen en dochters van God te zijn en zich het licht der wereld noemen, weerkaatsen geen licht in de duisternis. Als deze halfslachtige, luie, plezier liefhebbende belijders van Christus waren, wat zij belijden te zijn, hoeveel goeds zouden zij kunnen doen! … De boodschap, gebracht aan de mensen door de trouwe dienaren van God, zal niet berekend zijn om hen in vleselijke gerustheid te sussen. Zij zullen woorden moeten spreken om hen op te wekken tot actie. Wij roepen hen op, die Meroz nadoen, wakker te worden. Ga aan het werk, doe iets voor de redding van zielen, doe iets om de zaak van God te bevorderen en doe het nu.” –The Review and Herald, 8 januari 1884. “God vraagt Zijn dienaren onder de met bloed bevlekte banier van Prins Emmanuël te staan, proberend in Zijn kracht de principes van de waarheid zuiver en onbedorven te houden. Zij moeten nooit een stap afwijken van het pad van zelfverloochening en nederigheid, waarover elke ware christen moet reizen. Als zij zo samenwerken met God, wordt Christus in hen gevormd, ‘de hoop der heerlijkheid’ (Kolossensen 1:27). Bekleed met Zijn
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
zachtmoedigheid en nederigheid vinden zij hun grootste vreugde in het dienen van Hem. Aardse eerzucht maakt plaats voor een verlangen om de Meester te dienen.” – That I May Know Him, blz. 123. “God wenst mensen in Zijn dienst, onder Zijn banier, die strikt eerlijk zijn, onwrikbaar eerlijk in karakter, wiens tong nooit zullen uiten, wat een gelijkenis met een onwaarheid heeft. De tong moet eerlijk zijn, de ogen moeten eerlijk zijn, de handelingen geheel en al, zodat God er Zijn goedkeuring aan kan hechten.” –Hoe Leid Ik Mijn Kind, blz. 176. “Wij moeten een bekeerd dienen hebben. De doeltreffendheid en kracht samen met een waarlijk bekeerd dienen zouden de huichelaars in Sion angstig laten sidderen en zondaren bang maken.” –Gospel Workers (1892), blz. 28. God vraagt Zijn volk heilig en rein te zijn “Het is het doel van God, dat Zijn volk een toegewijd, gereinigd, heilig volk zal zijn, licht verspreidend aan allen om hen heen. Maar alleen als zij de standaard hoog houden, alleen als zij tonen, dat de waarheid, die zij belijden te geloven, in staat is om hen te beïnvloeden tot gerechtigheid en om hun geestelijk leven te ondersteunen, alleen als zij de principes van de waarheid een deel van hun dagelijks leven maken, kunnen zij een lof en eer voor God zijn op aarde.” –This Day with God, blz. 53. “God zal een volk hebben, afgescheiden en verschillend van de wereld. Als iemand een wens koestert om de gebruiken van de wereld na te doen, zal Hij hen niet langer erkennen als Zijn kinderen en zij worden de kinderen der wereld en der duisternis. Degenen, die Christus hadden beleden, schepen Hem feitelijk af en laten zien, dat zij vreemden zijn voor genade en voor de zachtmoedige en nederige Jezus. Hadden zij zich vertrouwd gemaakt met Hem, dan zouden zij waardig met Hem wandelen. Jong en oud, God beproeft u nu. U beslist over uw eigen eeuwige bestemming. Uw 14
trots, uw ijdele en lege gesprekken, uw egoïsme, zijn allemaal in de schaal gelegd, en in veel gevallen is het gewicht van het kwaad vreselijk tegen u. Terwijl het kwaad toe neemt en diep wortelt, verstikt het het goede zaad, dat in het hart gezaaid is. Velen vleien zichzelf, dat zij goede christenen zijn, maar die geen enkele lichtstraal van Jezus hebben. Ze weten niet, wat het is om een hart te hebben, dat vernieuwd is door genade. Zij hebben zelf geen levende ervaring in de dingen van God. God beproeft Zijn mensen in deze wereld. Dit is de plaats om u geschikt te maken om in Zijn aanwezigheid te verschijnen. Hier tonen de mensen, welke kracht hun hart beïnvloedt en hun daden beheerst. Als het de kracht van de goddelijke waarheid is, zal het leiden tot goede werken. Het zal de ontvanger verheffen en hem een edel hart geven en vrijgevig maken, zoals zijn goddelijke Heer. Maar als kwade engelen het hart beheersen, zal het op verschillende manieren te zien zijn. De vruchten zullen zijn hebzucht, egoïsme, trots en verkeerde hartstochten. Het hart is onbetrouwbaar boven alle dingen en wanhopig zondig. Veel belijders van godsdienst zijn niet bereid zichzelf nauwgezet te onderzoeken om te zien, of zij in het geloof zijn, en sommigen leunen op een valse hoop. Zij lijken te denken, dat een belijden van de waarheid hen zal redden. Als zij die zonden, die God haat, bedwingen, zal Jezus binnenkomen en maaltijd met hen houden en zij met Hem. Zij zullen dan goddelijke kracht van Jezus trekken en in Hem groeien, en zij kunnen zeggen met heilige triomf: ‘Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus’ (1 Korinthe 15:57). Het is het voorrecht van elke christen de diepe bewegingen van de Geest van God te ervaren. Een zoete, hemelse vrede kan de geest doordringen, en u kunt met plezier nadenken over God en de hemel. U kunt u verheugen over de heerlijke beloften van Zijn Woord. Maar weet vooral, dat u de
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
der duisternis en de machten des lichts. Elk oprecht kind van God zal dapper strijden aan de zijde van Christus. Degenen, die in deze grote crisis zich steeds meer laten gaan aan de kant van de wereld dan van God, zullen zich uiteindelijk volledig plaatsen aan de kant van de wereld.” –The Kress Collection, blz. 105.
christelijke baan begonnen bent. Weet, dat de eerste stappen gezet zijn op de weg naar het eeuwige leven. Word hier niet misleid, want eeuwige belangen staan op het spel.” -The Review and Herald, 9 september 1884. “Als u niet verschillen wilt van de wereld, maar wenst u ermee te vermengen, zodat er geen verschil te zien is tussen u en de wereld, dan kunt u weten, dat u vervuld bent met de zorgen van dit leven. O, er zijn zoveel zelfzuchtige belangen, zoveel koorden om ons aan deze wereld te binden! Maar wij moeten deze koorden blijven doorsnijden en in een toestand van wachten op onze Heer zijn. De wereld heeft zich gedrongen tussen onze ziel en God. Maar welk recht hebben wij om toe te staan, dat ons hart wordt overladen met de zorgen van dit leven? Welk recht hebben wij, door onze toewijding aan de wereld, om de zaken van de gemeente en de belangen van onze medemensen te verwaarlozen?” –The Signs of the Times, 7 januari 1886. “In plaats van de wereld gelijk te worden moeten wij steeds meer van de wereld gaan verschillen. Satan heeft zich verenigd en zal doorgaan zich te verenigen met de kerken door zich meesterlijk in te spannen tegen de waarheid van God. Alles, dat gedaan is door Gods volk om een aanslag te doen op de wereld, zal vastbesloten tegenstand oproepen van de machten der duisternis. De laatste grote strijd van de vijand zal een meest vastberadene zijn. Het zal de laatste strijd zijn tussen de machten
15
Conclusie Wij willen een beroep doen op onze predikanten, voorgangers, Bijbelarbeiders, leiders en onze mensen in het algemeen, dat wij werken met alle kracht, die God ons gegeven heeft om onze hoge principes te handhaven tegen elke prijs. Laten wij door de genade, die God ons heeft gegeven, de deur sluiten voor het wereldse. Voorgangers en predikanten, laten wij duidelijk en krachtig elke afwijking van de waarheid veroordelen, hoe klein deze ook mag zijn en wat het ons ook kost. Laten wij geen enkele wereldse daad toestaan, niet in onze gezinnen en ook niet door onze getuigenis, zodat God een reformatie kan doorvoeren in de gemeenten, waar wij werken. “Moge de Heer zielen naar Zich trekken en ieder van hen afzonderlijk bewust maken van hun heilige verantwoordelijkheid om een zodanig karakter te vormen, dat Christus Zich niet zal hoeven schamen om hen broeders te noemen. Verhef de standaard dan zal Gods zegen over u worden uitgesproken op de dag, waarop iedereen zal ontvangen naar hetgeen hij in het lichaam gedaan heeft.” – Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 490. Laten wij waakzaam zijn en de gevaren van de tegenwoordige tijd beseffen; zodat wij onze heilige taak kunnen aanvaarden om de standaard van de eeuwige waarheid hoog te houden tot het einde van de proeftijd, die de Heer ons heeft gegeven, zodat wij deze eeuwige waarheid mogen laten schijnen voor de wereld. Moge God Zijn volk zegenen, nu en altijd. Amen.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
ZONDAG, 8 december, 2013
HET DIEET VOOR OPNAME
Door Daniel Boarim
De grootste droom ls wij mensen moesten vragen over hun toekomstige ambities en wat zij van plan zijn voor hun leven, zouden wij een breed scala van reacties krijgen. Natuurlijk zouden leeftijd en maatschappelijke toestand helpen de gang van zaken te bepalen. De jongere zou zeggen: afstuderen op school, een baan krijgen, trouwen en succes hebben. De oudere en meer gevestigde zou noemen: pensionering en streven naar een betere kwaliteit van leven. Eens hoorde ik over een oudere dame, die haar droom vervuld zag om haar oude dag in een klein en rustig stadje aan de kust door te brengen, zodat zij iedere dag bij de zee kon wandelen. Tussen deze twee uitersten zouden wij zeker een aantal “reizen” hebben met de nadruk op bepaalde specifieke doelen en doelstellingen, en misschien zouden wij zelfs een glimp opvangen van het gebrek aan ambitie van de kant van sommigen. Hoe zit het met u? Welke plannen hebt u voor uw toekomst? Dromen is geen
A
16
zonde, zolang uw dromen niet Gods grote plannen voor u verstoren. Het is niet moeilijk te begrijpen: God houdt zoveel van u, dat, omdat Hij de toekomst kan overzien en wij niet in staat zijn om dit te zien, Hij soms niet toe staat uw plannen uit te werken. Het kan pijnlijk zijn, maar het is, omdat Hij ons kan garanderen: ‘Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft voor hen, die Hem liefhebben’ (1 Korinthe 2: 9). Laten wij een moment pauzeren om ons voor te stellen, wat de apostel bedoelt. Dit is een van de meest verheven verzen van de Bijbel. De meest vruchtbare voorstelling, zelfs in dit tijdperk van ongelooflijke digitale werkelijkheden, kan niet zichtbaar maken de grootheid en de voortreffelijkheid van wat God heeft gereserveerd voor Zijn vrienden. Want het was Jezus Zelf, die zei: ‘Ik noem u niet meer dienstknechten, want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
vrienden genoemd, want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt’ (Johannes 15:15). Een betere plaats, onvergelijkbaar beter! Ja, dat klopt: God heeft voor Zijn vrienden een prachtige plaats gereserveerd, die onze meest geweldige dromen overtreft. Het is echt niet nodig te vragen, of u daar wilt zijn. Elk ander antwoord dan een helder klinkend: ‘Ja, natuurlijk wil ik daar zijn’ zou op zijn minst onsamenhangend of een vrucht van ongeloof zijn. Het Bijbelboek Openbaring, ten onrechte het boek van “tragedies en verschrikkingen” genoemd, vertelt in zijn laatste hoofdstukken over het gelukkig einde van de vrienden van God. ‘En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn, want de eerste dingen zijn weggegaan’ (Openbaring 21:4). Stelt u zich een werkelijkheid voor zo kolossaal als dit, waarin slecht nieuws eenvoudigweg zal verdwijnen uit de “media”. In feite zal er geen “media” zijn, zoals wij deze nu kennen. De technologie en de wetenschap van God zullen voldoende zijn om indruk te maken op de meest briljante geesten. Toegang De manier om de hemel aan te grijpen is duidelijk. De deur staat open. In de Bijbel zijn er, onmiskenbaar, een aantal dingen die moeilijk te begrijpen zijn, maar de wetenschap van verlossing is zo objectief, dat zelfs een kind het kan begrijpen en ervan genieten. ‘En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet’ (Openbaring 22:17). Het is noodzakelijk dorst te hebben, daarom is het nodig het te wensen! Verlangt u ernaar? Wilt u het echt? Maar wacht even, de “wens”, hier genoemd, is geen “magisch verlangen” van het “alles, wat u hebt te doen, is: verlang het en alles zal gebeuren” scenario. In tegenstelling tot deze gevaarlijke geloofsovertuiging is het alleen 17
een werkend, energiek verlangen, dat handelt. Door de kracht van de Heilige Geest in samenwerking met volledige instemming en initiatief van de kant van het individu wordt een nieuwe mentale opstelling geïnstalleerd, die uit twee dingen bestaat: Zelfbeheersing en wilskracht. Beter gezegd: 1. Zelfbeheersing om niet te doen wat schadelijk is en 2. Wilskracht om te doen wat goed is. Met andere woorden, besluiten om: 1. Alles verlaten wat zondig is en 2. Alles doen wat opbouwend is. Hebt u gemerkt, dat steeds het tegenwoordige werkwoord “verlangen” naast het werkwoord ”doen” staat? Dat is het geheim van het succes in dit leven en, zonder twijfel, het succes in het veroveren van het eeuwige leven. Maar er is een ander belangrijk aspect hierbij betrokken: Zowel onze “wens” en ons “doen” zijn verzwakt door de zondige toestand van de mensheid. Wij zelf zijn hulpeloos. De vleselijke natuur, hoe zeer deze goed wil doen, heeft de neiging om de tegenovergestelde richting uit te gaan (Romeinen 7)! Daarom bevestigt de Bijbel: ‘Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen’ (Filippensen 2:13). En in hetzelfde verband lezen wij: ‘Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven’ (vers 12). Er is maar één manier om dit te begrijpen: God werkt en de mens werkt samen. Het is een harmonieus en wonderbaar werk. Verenigd met Christus zal er geen onoverkomelijk obstakel zijn. Gelooft u in de kracht, die voortkomt uit vereniging met Christus? Het is de kracht, die alle kwaad overtroeft en de overwinning garandeert. ‘De waarheid zal u vrijmaken’ Tijdens het christelijke leven worden veel veranderingen en nieuwe krachtgevende waarheden geopenbaard, hoe iemand in verbinding staat met Christus en Zijn verbazingwekkende
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
karakter. Het onpartijdige van deze waarheden, die Jezus ons beetje bij beetje openbaart, moet ons van de uiterste achteruitgang, waarin de zonde ons heeft geworpen, brengen naar het andere uiterste van volmaaktheid en geluk, waarin het eerste paar viel. Wat betekent dit in de praktijk? Naast de behoefte aan reinheid en heiligheid betekent het om in de richting te gaan van vrede, geluk en gezondheid. Het betekent de goede dingen herstellen, die de zonde ons heeft ontnomen en om de verspilling van slechte eigenschappen en hun kwade gevolgen weg te doen, waarmee de zonde ons heeft geschaad en ons blijft schaden. Uiteindelijk betekent het vrijheid. Om precies te zijn: Zonde is een verslaving, die fascineert, misleidt en verslaaft. Het is gewoon voorbijgaande opwinding, die leidt tot verdriet, ziekte en dood. En als wij dat weten: door gemeenschap met Jezus maakt de waarheid ons vrij! Het wonder der wonderen Is het duidelijk? God wil ons geluk, de rechtschapenheid en het welzijn herstellen, die ons gewelddadig ontnomen zijn door de zonde. Dat is de kern van het verlossingsplan. Vele malen maken wij verkeerd gebruik van de keuzevrijheid, die God ons heeft gegeven, en als eigenwijze en onvolwassen kinderen rennen wij rechtstreeks naar het gevaar. Door een dagelijkse verbinding met Christus volgroeien wij geestelijk, uiteindelijk kijken wij om ons heen met andere ogen; een proces dat Paulus heel goed beschrijft met de woorden: ‘Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus’ wil schade geacht’ (Filippensen 3:7). Veel dingen veranderen in ons leven. Hebt u, beste lezer, dit ervaren? Het grootste van alle wonderen zijn de daden in ons leven, die zo onzichtbaar zijn als de wind, maar merkbaar in de verandering, die gebeurt in het gelukkig, dagelijks wandelen met Jezus.
18
Het gebeurde bij de discipelen en het zal ook gebeuren met ons, als wij de deuren van ons hart openen in antwoord op het zachte kloppen van Jezus! Wat verandert er? Alles verandert ten beste. Alles wat God ons vraagt achter te laten is, wat ons schaadt, en alles wat Hij ons vraagt om te doen, is altijd gezond. In het “neen” van Jezus, als Hij zegt: ‘Gij zult dit niet doen, gij zult dat niet doen’, vinden wij ingesloten: ‘Ja, Ik wil, dat u succesvol bent; Ik wil, dat u een overwinnaar bent’. Lees langzaam en met veel aandacht de volgende teksten, die duidelijk de goede bedoeling van God voor de gehele mensheid laat zien: ‘Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad’ (Deuteronomium 30:19). ‘Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de Heere, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geef het einde en de verwachting’. En de volgende, een van de meest mooie en ontroerende oproepen van de Bijbel: ‘En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart’ (Jeremia 29:11, 13). De grote finale: Opname Heel de hemel is steeds werkzaam bij de voorbereiding van ons voor het laatste hoofdstuk van de geschiedenis van de mensheid. God weet, dat wij om goedgekeurd te worden in de grootste van alle testen, wij ons moeten onderwerpen aan het veranderende en straffende proces, eerder genoemd en bekend als de ‘overdracht van de gerechtigheid van Christus’. Waar spreken wij over? Wij wijzen op een bijzonder volk, dat leeft in een bijzondere tijd, met een speciale opdracht en een fantastische boodschap om aan de wereld te brengen: De 144.000. En er is nog een ding: Deze speciale groep mensen moet ook een bijzondere leefstijl aannemen.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
De leefstijl van de kandidaten voor opname Wij hebben allemaal de gemeenplaats gehoord: “Moderne mensen hebben een levensgevaarlijke leefstijl aangenomen”. Is dit verstandig! Nu moet ik u vragen, heeft het zin voor de kandidaat voor opname dezelfde leefstijl aan te nemen? Heeft het zin om de kostbare gezondheid, die God geeft, te schaden met eetgewoonten, slaapgewoonten en min of meer schadelijke gedachten? Ik hoorde iemand eens zeggen: “De dingen betreffende eetgewoonten zijn slechts ‘raadgevingen’ en geen geboden. Raad kan wel of niet opgevolgd worden zonder grote gevolgen ten opzichte van onze verlossing”. Wat denkt u? Laten wij er eens over nadenken. In Openbaring 3:18 lezen wij: ‘Ik raad u (let op: Ik raad u), dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur ... , en witte klederen ... , en zalf uw ogen met ogenzalf’. Dit zijn ook ‘raadgevingen’! Wat zal er gebeuren, als wij deze goddelijke ‘raadgevingen’ niet opvolgen? Nogmaals, het is makkelijk te begrijpen hier is het begrip ingesloten van de keuzevrijheid. Maar, ‘wat de mens zaait,
19
dat zal hij ook maaien’ (Galaten 6:7), en ‘alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet nuttig’ (1 Korinthe 6:12). Eetgewoonten van de kandidaten voor opname Wij kennen allemaal de geschiedenis van de profeet Elia, maar wij moeten onze studie een beetje meer uitdiepen in zijn leefstijl, want het heeft heel veel te maken met ons eigen leven. Toen het moment voor zijn opname naderde, ontdeed hij zich van zijn eigen natuur en nam steeds meer de goddelijke natuur van Christus aan. Zelfs zijn eetgewoonten ondergingen wezenlijke veranderingen, ze werden eenvoudiger en gezonder. (Zie 1 Koningen 17:6, 14-15; 19:6). Waarom? Het antwoord is gemakkelijk gevonden: Hij bereidde zich voor op het hemelse burgerschap, zowel in zijn verbinding met anderen en in zijn leefstijl. Dit is niet anders dan in ons geval! Onze eetgewoonten moeten steeds meer natuurlijk, eenvoudig en gezond worden, als het glorieuze naschrift van onze geschiedenis nadert, of, met andere woorden, als wij echt willen worden
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
toegelaten om de gelukkige groep van de opname te vergezellen. ‘Meer dan overwinnaars voor hun eigen rekening’ Besteed bijzondere aandacht aan de volgende geïnspireerde woorden: “Als christenen het lichaam in onderwerping zullen houden en al hun begeerten en verlangens onder de leiding brengen van een verlicht geweten, het als een plicht voelen, dat zij verschuldigd zijn aan God en hun naasten om de wetten te gehoorzamen, die de gezondheid en het leven besturen, zullen zij de zegen van fysieke en mentale kracht hebben. Zij zullen morele macht hebben om deel te nemen in de strijd tegen Satan, en in de naam van Hem, die de eetlust overwon voor hen, kunnen zij meer dan overwinnaars voor eigen rekening zijn. Deze strijd staat open voor allen, die zich ermee bezighouden.” –Testimonies 4, blz. 35-36. Zegeningen die u niet kunt missen! Onder alle zegeningen, die God heeft toegewezen aan Zijn gemeente, is een van de meest bijzondere de reformatieboodschap voor de gezondheid, omdat wij veel te winnen hebben, als wij deze aannemen en veel te verliezen, als wij deze verwerpen. Had u aandacht besteed aan de woorden van de Inspiratie? De zorg van onze eetgewoonten en gezondheid draagt bij tot de helderheid van geest en morele kracht, die ons voorbereidt en versterkt in de strijd tegen het kwaad, waarmee wij allemaal bezig zijn. De volgende woorden zijn nog specifieker: “Wij moeten niet beheerst worden om iets in de mond te nemen, dat het lichaam in een ongezonde toestand zal brengen, het maakt niet uit, hoe graag wij het lusten. Waarom? Omdat wij Gods eigendom zijn. U hebt een kroon te winnen, een hemel te winnen en een hel te mijden. Dan vraag ik u om Christus’ wil: Zult u het licht laten schijnen voor u in heldere en duidelijke stralen en dan u 20
afwenden en zeggen: Ik houd van dit en ik houd van dat? God roept een ieder van u op om plannen te gaan maken, samen te werken met God in Zijn grote zorg en liefde, om de gehele ziel, lichaam en geest te verheffen, te veredelen en te heiligen, zodat wij medewerkers van God mogen zijn.” –The Review and Herald, 7 januari 1902. Zij houden niet van u! Het is de moeite waard de nadruk te leggen op het begin van de zin: “Wij moeten niet beheerst worden om iets in de mond te nemen, dat het lichaam in een ongezonde toestand zal brengen, het maakt niet uit, hoe graag wij het lusten”. De conclusie is duidelijk. Houdt u van junkfood (ongezonde kost)? Besef wel, dat deze niet van u houdt! Houdt u van chocolade, geraffineerde en gebakken voedsel? Houdt u van frisdrank? Al deze dingen haten u! De lijst is lang, u kent deze wel, en het is geen onderdeel van een verstandig dieet, het dieet van de kandidaten voor de opname. Er zijn mensen, die zouden zeggen, dat de verbinding van velen met hun verraderlijke voedsel een geval is van onbeantwoorde liefde. Dit calorierijke, ongezonde voedsel zou alleen dienen om uw lichaam lelijk en ziek en uw geweten zo zwaar als uw lichaam achter te laten, met negatieve gevolgen in uw denkvermogen en de “fijne afstemming” van uw geestesgesteldheid. Trouwens, dit alles is niets meer dan “blinde hartstocht”. U wordt verraden zonder het te weten. Het is tijd om een periode toe te voegen aan deze eenzijdige verbinding, waarin u degene bent, die wordt geschaad. Twee genoegens in plaats van één Het is tijd om uw relatie met voedsel te veranderen. Besluit om alleen die dingen te willen, waar u echt van houdt, gezond voedsel, vrijelijk gegeven door de Schepper, die dingen die gezond en lekker zijn! Zij zullen u twee genoegens geven: Het plezier van goede smaak en het
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
grootste plezier, weet u welke het is? Het plezier van zich goed voelen! Want dit is, wat onze liefhebbende God voor ons heeft gepland met de reformatieboodschap voor de gezondheid: Kwaliteit van leven en een goede geestelijke gezindheid om Zijn goede nieuws te begrijpen en ook om deze met de wereld delen. Heerlijke grenzen Stel doelen voor uw leven vast, maak een haalbaar plan en voer dit vastberaden uit, maar vooral met veel plezier. Dit zal uw persoonlijke gezondheidstest zijn. U kent de valkuilen en weet hoe u eraan kunt ontsnappen. Vooral kunt u rekenen op Hem, die over de god van eetlust zegevierde in de woestijn, begin uw overwinning precies waar onze voorouders hun nederlaag behaalden. Bewijs met lofprijzen aan uzelf en aan allen, die u zien, wie zich echt beheerst: Christus met uw volledige instemming en initiatief. Alleen op deze manier kunt u de heerlijke grenzen van gematigdheid beleven, altijd met uw ogen op de grotere prijs. Met andere woorden bega niet de dwaasheid van het opofferen van het grotere genoegen voor kleinere en vergankelijke genoegens. Voelt u zich machteloos ten opzichte van uw slechte gewoonten? Lees dan dit: “De Verlosser overwon om de mens te tonen, hoe hij kan overwinnen... Vraag de verzochte om niet naar de omstandigheden te kijken, naar eigen zwakheid, of naar de kracht van de verzoeking, maar naar de kracht van Gods Woord.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 147, 148. Nu is het aan u “Laat niemand, die voorgeeft godsvruchtig te zijn, onverschillig staan tegenover zijn lichamelijke gezondheid en
21
zichzelf vleien met de gedachte, dat onmatigheid geen zonde is… Niemand kan een succesvolle arbeider op geestelijk gebied zijn zonder, dat hij strikte gematigdheid in zijn dieet betracht. God kan Zijn Heilige Geest niet laten rusten op degenen, die, terwijl ze weten, hoe zij gezond zouden moeten eten, voortgaan op een weg, die hen naar lichaam en geest verzwakt… Wij moeten leren, dat het bevredigen van onze eetzucht de voornaamste hinderpaal is voor de groei van ons verstand en de heiligmaking van onze ziel… Het is onmogelijk voor hen, die hun zucht naar eten bevredigen om christelijke volmaaktheid te bereiken… Zij, die voorlichting hebben ontvangen over de kwalijke kanten van het gebruik van vlees, thee en koffie, en weelderige en ongezonde gerechten, en die vastbesloten zijn een verbond met God aan te gaan door opofferingen te doen, zullen niet doorgaan met het bevredigen van hun eetlust met voedsel, waarvan zij weten, dat het ongezond is. God eist, dat wij onze eetlust reinigen, en dat wij zelfverloochening beoefenen ten aanzien van dingen, die niet goed voor ons zijn. Dit is een taak, die moet worden vervuld, voordat Zijn volk volmaakt voor Hem kan staan.” – Adviezen over Dieet en Voeding, blz. 59, 52, 41-42, 19-20, 33-34. Dus waarom nu niet beginnen met een herziening van ons menu en levensgewoonten? Één ding is zeker: als u de door God aangewezen weg kiest, zult u in de toekomst in staat zijn om zonder spijt terug te kijken. Echt u zult veel te vieren hebben en God danken voor dit wonderbare licht. Zo wonderbaar en noodzakelijk dat wij, zoals wij net gelezen hebben, als “Zijn volk volmaakt voor Hem kan staan”.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
WOENSDAG, 11 december 2013
VIJGENBLADEREN OF LAMSWOL Door P. D. Laušević
V
ele jaren geleden bezochten wij, als opleiding van Bijbelarbeiders, met een oudere predikant verschillende alleenstaande leden en geïnteresseerden. In een plaats wilden wij een gemeentelid bezoeken, die geen van ons ooit had ontmoet, dus vroeg ik me af, hoe wij haar zouden herkennen. Wij keken naar de vele mensen, die uit de lift in de hal kwamen, waar wij waren, en een dame liep eruit en meteen wisten wij, dat dit onze zuster was. Afscheiding De reden, waarom wij onmiddellijk deze vrouw herkenden als lid van onze gemeente, was, omdat zij zich duidelijk onderscheidde van alle andere vrouwen in dit gebouw. God maakte duidelijk, dat Hij een volk zal hebben, dat zeer verschillend en afgescheiden is van alle andere volken op de aardbodem. ‘Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de 22
Heere, en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige’ (2 Korinthe 6:17- 18). Als God zegt, dat Zijn volk uit de wereld moet komen, dat Zijn volk uit Babylon moet komen, verwacht Hij, dat wij er helemaal uitgaan, niet alleen een gedeelte van de weg. Alleen, als wij besluiten ons volledig af te scheiden van alles, wat Hij een gruwel noemt, dat wij dan de zonen en dochters van de Almachtige worden. Wij beseffen, dat wij Zijn eigendom zijn, omdat Jezus naar deze wereld kwam en de losprijs voor onze verlossing betaalde. Echter alleen wanneer wij vrijwillig het offer van Jezus aannemen en ons volledig aan Hem toevertrouwen, dat wij die speciale verbinding als zonen en dochters kunnen ontvangen. ‘Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
zichzelf, en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij’ (Lukas 9:23). “De volgelingen van Christus zijn verplicht uit de hele wereld komen, zich af te scheiden en het onreine niet aan te raken, en zij hebben de belofte van de zonen en dochters van de Allerhoogste te zijn, leden van de koninklijke familie. Maar als aan de voorwaarden niet wordt voldaan van hun kant, zullen zij niet, kunnen niet, de vervulling van de belofte verwezenlijken. Een belijden van het christendom is niets in de ogen van God, maar oprechte, nederige, gewillige gehoorzaamheid aan Zijn eisen kenmerkt de kinderen van Zijn aanneming, de ontvangers van Zijn genade, de deelgenoten van Zijn grote zaligheid. Zodanigen zullen te onderscheiden zijn, een schouwspel voor de wereld, voor engelen en mensen. Hun bijzondere, heilige karakter zal waarneembaar zijn en zal hen duidelijk afscheiden van de wereld, van zijn genegenheden en verlangens.” –Testimonies 2, blz. 441. Beginsels ervaren God houdt zoveel van Zijn volk, dat Hij met hen de eeuwigheid wil doorbrengen. ‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een grote stem uit de hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn’ (Openbaring 21:1-3). Kunt u zich voorstellen, dat de grote God van het universum de tabernakel bij Zijn volk wil hebben en met hen leven in alle eeuwigheid? Dit is niet alleen spreken over een toekomstig leven, zoals wij alleen spreken in theologische kringen. God wil beginnen te leven met ons hier, nu, vandaag. ‘Blijft 23
in Mij, en Ik in u. Gelijk de rank geen vrucht kan dragen van zichzelf, zo zij niet in de wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft’ (Johannes 15:4). En door de Heilige Geest wordt dit constante leven met ons volbracht. “Zij, die Christus zien in Zijn ware karakter en Hem ontvangen in hun hart, hebben het eeuwige leven. Door de Geest woont Christus in ons en de Geest van God, die wij ontvangen in ons hart door het geloof, is het begin van het eeuwige leven.” –De Wens der Eeuwen, blz. 334. Als wij naar de toekomst kijken, wanneer de Heilige Geest zal worden uitgestort over Gods volk in de volheid van de late regen, hebben wij veel lessen te leren van de eerste christelijke gemeente. Wat maakte het voor hen mogelijk om de volheid van de kracht van de Heilige Geest in hun tijd te ontvangen? Waarom hadden deze betrekkelijk onwetende mensen, die in alle opzichten geen volgelingen tot hun nieuwe godsdienst konden trekken, de wereld verschrikt? “De eerste christenen waren inderdaad een groep eigenaardige mensen. Hun onberispelijk gedrag en onwankelbaar geloof waren een voortdurende aanklacht, die de rust van de zondaren verstoorde. Hoewel ze gering in aantal waren en geen rijkdom, aanzienlijke eretitels bezaten, waren ze overal, waar hun karakter en leer bekend werden, een verschrikking voor de boosdoeners.” – De Grote Strijd, blz. 42. Het was niet alleen hun nieuwe leer, die belangstelling trok. Het was deze fatale combinatie van leer en karakter, die het hele Romeinse rijk verstoorde, evenals elke cultuur en godsdienst, die samen kwamen met deze unieke mensen. De wereld zou een ander idee of leer kunnen tolereren. Maar het was deze leer, die in feite de macht had het karakter te veranderen, die het zo krachtig maakte. “De grootste misleiding van de menselijke geest in de dagen van Christus was, dat alleen instemmen met de waarheid reeds gerechtigheid vormt. Bij alles, wat mensen
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
ervaren hebben, is gebleken, dat een theoretische kennis der waarheid niet voldoende was om de ziel te redden. Het brengt geen vruchten der gerechtigheid voort. Een nauwgezet in acht nemen van wat theologische waarheid genoemd wordt, gaat dikwijls gepaard met een haat voor de zuivere waarheid, zoals het leven laat zien.” –De Wens der Eeuwen, blz. 259. Het was deze waarheid, die de eerste christenen daadwerkelijk beleefden. Wij als Adventisten praten vaak over de komende zondagverordening en wanneer deze op deze wereld zal komen. In werkelijkheid zal het nooit komen, totdat er een volk is, dat in feite de waarheid in hun leven ervaart in een dergelijke mate, dat zij in hun dagelijks leven het leven van Jezus uitleven. Dat zij werkelijk christenen zijn, degenen die zijn zoals Christus. Dus is de echte vraag, die wij ons moeten stellen: Zijn wij werkelijk christenen, of zijn wij dat alleen in belijden? Het is onmogelijk voor ons om de wereld en Jezus te dienen. ‘Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal de ene aanhangen en de andere verachten; gij kunt niet God dienen en de Mammon’ (Matthéüs 6:24). Wanneer wij spreken van afscheiden van de wereld, moeten wij begrijpen, dat het hoofdzakelijk drie specifieke dingen omvat.’Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmee gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?’ (vers 25). Het betekent, wat wij eten, wat wij drinken en hoe wij ons kleden. Daarom geeft de Geest van de Heer ons een beheerste beoordeling bij het spreken over kledingreformatie. “Laat de mode veranderen en gerieflijkheid zou niet langer genoemd moeten worden. Het is de plicht van ieder kind van God zich af te vragen: “Waarin ben ik afgescheiden van de wereld?” Laten wij een beetje ongerief lijden en aan de veilige kant 24
staan. Welke kruizen draagt Gods volk? Zij vermengen zich met de wereld, nemen deel aan hun wezen, kleding, praten en handelen als zij.” –Testimonies 1, blz. 278. Betekent dit, dat het hun niet kan schelen, wat zij eten of hoe zij zich kleden? ‘Aanziet de vogelen des hemels; dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt ze nochtans; gaat gij ze niet zeer veel te boven?’ (vers 26). Heel duidelijk zorgen de vogels voor het soort voedsel, dat zij eten. Zij maken zich echter geen zorgen over deze dingen. Op dezelfde manier zal het volk van God zich niet bezighouden met hun voeding en kleding. Zij zullen altijd die dingen doen tot Gods eer en heerlijkheid, maar nooit zo bezig zijn met deze dingen, dat deze hen aftrekt van hun geestelijk leven met de Heer als hun voornaamste levensdoel. Oorspronkelijke kleding Welk onderwerp wij ook overdenken, wij moeten altijd tegenwoordige gedachten en praktijken vergelijken met Gods oorspronkelijke plan voor Zijn volk. ‘Zo zegt de Heere: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt daarin, zo zult gij rust vinden voor uw ziel’ (Jeremia 6:16). Jezus zelf moest, toen Hij op aarde was, veel verbeteringen, gebaseerd op het oorspronkelijke plan, maken. Hij kon zeggen: ‘van de beginne is het alzo niet geweest’ (Matthéüs 19:8). Toen God onze eerste ouders maakte, waren zij anders dan iedere andere schepping. “Heel de hemel toonde een diepe en blijde belangstelling in de schepping van de wereld en de mens. Menselijke wezens vormden een nieuwe en aparte klasse.” –Bijbelkommentaar, blz. 2. Zij waren naar Gods beeld gemaakt. ‘En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem, man en vrouw schiep Hij ze’ (Genesis 1:27). Omdat de mens werd gemaakt naar het beeld van God, hebben wij erover nagedacht, wat voor kleding God draagt?
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
Heeft Hij iets gedragen? ‘Loof de Heere, mijn ziel! O Heere, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid. Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij spant de hemel uit als een gordijn’ (Psalm 104:1-2). Ja! God draagt eer, majesteit en licht. Dus wij kunnen verwachten, dat onze eerste ouders, als zij plezier maakten in de hof, waren bekleed met eer, majesteit en licht, toen zij werden geschapen naar Gods eigen beeld. Het is een zeer wereldsgezind beeld van Adam en Eva, naakt in de hof van Eden, zoals wij nu naaktheid begrijpen. Het is waar, dat zij in zekere zin naakt waren zonder kleren. ‘En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet’ (Genesis 2:25). Deze naaktheid echter moet onderscheiden worden van de toestand, waarin zij waren, nadat zij zondigden. ‘Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgenboombladeren samen, en maakten zich schorten’ (Genesis 3:7). Zodra zij zondigden, wisten zij, dat zij iets hadden verloren, en zij probeerden te bedekken, wat zij hadden verloren door het maken van een kleed van vijgenbladeren. “God gaf onze eerste ouders aanwijzingen in verband met de boom der kennis en zij waren volledig op de hoogte ten opzichte van de val van Satan en het gevaar van het luisteren naar zijn voorstellen. Hij beroofde hen niet van de kracht van het eten van de verboden vrucht. Hij liet hen als vrije, deugdzame wezens om Zijn woord te geloven, Zijn geboden en leven te gehoorzamen, of te vertrouwen op de verleider, ongehoorzaam te zijn en vergaan. Zij aten beiden en de grote wijsheid, die zij verkregen was de kennis van zonde en een gevoel van schuld. De bekleding van licht over hen verdween snel, en onder een gevoel van schuld en het verlies van hun goddelijke bedekking, begonnen zij te beven en zij probeerden hun blootheid te bedekken.” -The Spirit of Prophecy 1, blz. 40.
25
Waarom maakten zij die kleding van vijgenbladeren? Zij hadden op vaste tijden hun Schepper ontmoet en omdat zij wisten, dat zij in Zijn tegenwoordigheid kwamen, wisten zij, dat zij bekleed moesten zijn. Zij konden niet volledig bekleed zijn, zoals zij bekleed waren geweest met het kleed van licht, dus deden zij aan, wat zij konden vinden. Het is interessant op te merken, dat hoe meer mensen in zonde vallen, hoe meer zij naakt in de tegenwoordigheid van God willen komen, of in ieder geval met steeds minder kleding. Daarom wilden zij jaren geleden, als mensen een kerk binnen gingen, er zeker van zijn, dat zij voldoende gekleed waren. Tegenwoordig zien wij strakke en/of beschamend laag uitgesneden topjes, die veel van de borst onthullen, korte mouwen of zonder mouwen, samen met korte broeken of korte jurken in de kerk, alles toont duidelijk, dat wij ongevoeliger worden voor de zonde en in de tegenwoordigheid van God komen met onze schorten van vijgenbladeren. En toch is de eerbied van de heilige engelen, die nooit hebben gezondigd, opmerkelijk, als zij zich bedekken, wanneer zij de grote God in Zijn heilige tempel naderen. ‘In het jaar, toen de koning Uzzia stierf, zag ik de Heere, zittende op een hoge en verheven troon, en Zijn zomen vervullende de tempel. De serafs stonden boven Hem; een ieder had zes vleugels; met twee bedekte ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij’ (Jesaja 6:12). Dit alles gezegd hebbende is het beter, dat iemand in de aanwezigheid van God komt met zijn of haar schaars bedekkende kleed van vijgenbladeren in plaats van helemaal niet te komen. Als zondaren wil God, dat wij tot Hem komen, zoals wij zijn, omdat Hij een middel heeft voor onze ellendige, verdorven toestand als zondaren.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
Het verlossingsplan Adam en Eva kwamen voor God, niet alleen uiterlijk gekleed op een manier die ongeschikt was voor de tegenwoordigheid van God, maar hun innerlijke toestand was, zoals Jesaja die beschreef van het belijdend volk van God in zijn eigen tijd. ‘Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen van hen is met olie verzacht’ (Jesaja 1:6). En wat deed Christus met zulke zondaren, die Hij zo lief had, dat Hij bereid was Zijn leven te ruilen met dat van hen? Na het uitleggen van het verlossingsplan aan Adam en zijn vrouw en het offer, dat nodig was om hen te kunnen verlossen van deze achteruitgang, maakte de Here God ‘rokken van vellen, en trok ze hun aan’ (Genesis 3:21). God toonde praktisch Zijn offer voor de zondaar en Hij legde het toen vast in hun geheugen door hun kleed van vijgenbladeren om te ruilen voor rokken van vellen, die duidelijk het verlossingsplan vertegenwoordigden vanwege het gemaakte offer van een dier ten goede van hen. Elke dag, als zij deze kleding
26
aantrokken, die God speciaal voor hen had gemaakt, zouden zij eraan herinnerd worden, dat zij Christus als hun gerechtigheid hadden aangenomen. Op deze manier beïnvloedde hun verandering van kleding werkelijke hun karakter. “Misschien is er nooit de vraag in ons opgekomen, die een dergelijke karakterontwikkeling heeft teweeggebracht als de kledingreformatie.” – Testimonies 4, blz. 636. Om deze reden, als wij iemand zien, die op de verkeerde manier gekleed is, wat weten wij dan? “Ik zag, dat de uiterlijke verschijning een verwijzing is naar het hart... Tenzij zo iemand gereinigd wordt van zijn zonde, kan hij nooit God zien, want alleen de reinen van hart zullen Hem zien.” –Testimonies 1, blz. 136. Hebben wij Jezus aangenomen als onze persoonlijke Verlosser? Als dat zo is, dan zal er een overeenkomstige verandering zijn in onze uiterlijke verschijning. Het is waar, dat men het uiterlijk kan veranderen zonder de innerlijke verandering, maar men kan het innerlijk niet veranderen zonder het aan de buitenkant te laten zien. Als wij naar de verschillende
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
veranderingen van onze eerste ouders kijken, is het opmerkelijk te zien, dat elke keer, dat hun geestelijke toestand veranderde, hun uiterlijke verschijning ook veranderde. Eerst waren zij bekleed met een volledig kleed van licht. Zodra zij zondigden, was er een automatische verandering in hun uiterlijke verschijning, het licht verdween. Als wij een christelijk leven uitleven en dan onze verbinding met de Heer verliezen, is één van de eerste tekenen de verandering in de manier, waarop wij ons kleden. Al vele jaren heb ik naar gemeenteleden gekeken, als zij beginnen met de weg naar afval, de eerste verandering is in de manier, waarop zij zich kleden. Toen Adam en Eva zich herinnerden, dat zij God moesten ontmoeten voor Zijn regelmatige afspraken met hen, beseften zij hun gevoel van naaktheid en schaamden zich en probeerden hun best te doen om hun blootheid te bedekken. Het was eigengerechtigheid op zijn best, toen zij probeerden voor God te verschijnen, alsof er niets was gebeurd. Maar onze God werd niet misleid. Hij hield te veel van hen om hen op de door hen ingeslagen weg te laten. Nadat zij het plan begrepen, dat de Godheid de mensheid moest redden en zij persoonlijk dat plan aannamen, was er onmiddellijk een verandering in de manier, waarop zij gekleed waren. God liet hen niet achter met hun vijgenbladeren of maakte kleding in de stijl van holbewoners, Hij maakte voor hen rokken van vellen. Hij kleedde hen volledig met kledingstukken, die het verlossingsplan symboliseerden. Op dezelfde manier, wanneer iemand uiteindelijk Christus aanneemt als zijn of haar persoonlijke Verlosser, ziet men onmiddellijk een verandering in de manier, waarop hij of zij zich kleedt. In plaats van vijgenbladeren, zijn mensen volledig gekleed, zoals besproken zal worden in het volgende artikel. Op dezelfde manier als Adam en Eva hun nieuwe kleding bekeken, zouden zij zich herinneren, dat Christus stierf, 27
zodat zij konden leven. Ook wij zouden, als wij Jezus als onze persoonlijke Verlosser aannemen, een verandering van kleding moeten hebben. Wanneer wij kijken naar de principes van de kledingreformatie, zoals gegeven aan het volk van God in de laatste dagen en ook een kruis er bij, denken wij aan het verlossingsplan voor zondaren en dat Christus onze gerechtigheid is. “De kledingreformatie wordt door sommigen behandeld met grote onverschilligheid en door anderen met minachting, omdat er een kruis bij hoort. Voor dit kruis dank ik God. Het is precies, wat wij nodig hebben om Gods gebodenhoudend volk te onderscheiden en af te scheiden van de wereld.” –Testimonies 3, blz. 171. Identificatie, vereenzelviging “Ik zag, dat de bijl gelegd moet worden aan de wortel van de boom. Een dergelijke trots moet niet worden ondervonden in de gemeente. Het zijn deze dingen, die God afscheiden van Zijn volk, die de ark weg doet van hen. Israël heeft de ogen gesloten voor de trots, mode en de gelijkvormigheid met de wereld in hun midden. Zij groeien elke maand in hoogmoed, hebzucht, egoïsme en liefde van de wereld. Als hun harten worden getroffen door de waarheid, zal het dood voor de wereld veroorzaken, en zij zullen afleggen de linten, koorden en halssnoeren en als zij dood zijn, zal het lachen, het honen en bespotten van ongelovigen hen niet beroeren. Zij zullen een groot verlangen voelen om zich af te scheiden van de wereld, net als hun Meester. Zij zullen niet nadoen haar trots, mode of gewoonten. Het nobele doel zal altijd voor hen zijn, om God te verheerlijken en de onvergankelijke erfenis te verkrijgen. Dit vooruitzicht zal alles van een aards karakter verzwelgen. God zal een volk hebben afgescheiden en verschillend van de wereld. En zodra iemand een verlangen heeft om de mode van de wereld na te doen, dat zij niet onmiddellijk onderwerpen, net zo snel
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
stopt God met hen te erkennen als Zijn kinderen.” –Testimonies 1, blz. 136-137. God gaf Israël de beginselen van kledingreformatie niet alleen als een herinnering aan het offer van Christus voor de mensheid, maar ook voor het doel van Zijn volk te identificeren. Zoals wij lezen in Numeri 15:37-41, maakte God een eenvoudige regeling voor het plaatsen van een blauwpurperen draad om te laten zien, wie Zijn volk is. “Hier gebood God uitdrukkelijk om een heel eenvoudig teken aan de kleding te maken voor de kinderen van Israël met het doel hen te onderscheiden van de afgodische volken om hen heen. Als zij keken naar hun bijzondere kleding, moesten zij eraan herinnerd worden, dat zij Gods gebodenhoudend volk waren, en dat Hij op wonderbaarlijke wijze hen gebracht had uit de Egyptische slavernij om Hem te dienen, om een heilig volk voor Hem te zijn. Zij moesten niet hun eigen verlangens dienen, of de afgodische volken rondom hen nadoen, maar een apart, afgescheiden volk blijven, dat allen, die naar hen keken, konden zeggen: Dezen zijn zij, die God uit het land Egypte bracht, die de wet der Tien Geboden bewaren. Een Israëliet werd herkend, zodra als hij gezien was, want God onderscheidde hem door eenvoudige middelen als de Zijne. De opdracht, die God aan de Israëlieten gaf om een blauwe draad te plaatsen in hun kleding, moest geen directe invloed hebben op hun gezondheid, alleen als God hen zou zegenen door gehoorzaamheid, en de draad zou in hun herinnering houden de hoge eisen van Jehova en hen weerhouden zich te vermengen met andere naties, zich te verenigen met hun dronkemansfeesten en het eten van varkensvlees en luxe voedsel, schadelijk voor de gezondheid. God zou nu willen, dat Zijn volk de kledingreformatie aanneemt, niet alleen om zich te onderscheiden van de wereld als Zijn ‘bijzonder volk’, maar omdat een kledingreformatie belangrijk is voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. 28
Gods volk heeft in grote mate hun bijzonderheid verloren en geleidelijk zich aan de wereld aangepast en zich met hen vermengd, totdat zij in veel opzichten gelijk aan hen geworden zijn. Dit mishaagt God. Hij leidt hen, zoals Hij vroeger de kinderen van Israël leidde, om uit de hele wereld te komen en hun afgodische praktijken te vergeten, niet hun eigen hart volgen (want hun harten zijn ongeheiligd) of hun eigen ogen, die hen geleid hebben tot het verlaten van God en om zich te verenigen met de wereld.” –Testimonies 1, blz. 524-525. Conclusie Door te kijken naar al deze uitspraken in de Bijbel en de Geest der Profetie kunnen wij zien, dat onze God ons echt lief heeft. ‘En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft. God is liefde, en die in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem’ (1 Johannes 4:16). Hij geeft ons de principes van de kledingreformatie vanuit Zijn liefdevolle verhouding. Het is voor ons voordeel om deze principes op te volgen voor lichamelijke, mentale en geestelijke gezondheid en welzijn. Niet alleen is het voor ons persoonlijk van nut, maar het kenmerkt ons als Zijn bijzonder volk in deze wereld. Iedere keer als wij het als een kruis voelen ons te kleden volgens de voorgeschreven wijze, die God ons geeft door de geïnspireerde geschriften, moeten wij eraan denken, dat deze manier van kleden symbool staat voor het offer van Jezus voor een verloren wereld. De belangrijkste vraag nu voor u is: Hebt u zichzelf gezien als een zondaar met behoefte aan een Verlosser? Hebt u Jezus gezien, als het offer voor uw zonden? Hebt u Hem aangenomen als uw persoonlijke Verlosser? Zo niet, dan is het nu de tijd om deze beslissing te nemen om Hem van ganser harte aan te nemen en met vreugde de rokken van vellen (principes van kledingreformatie) als symbool van die aanvaarding aan te nemen.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
VRIJDAG, 13 december, 2013
HET BLAUWE DRAADJE:
ZICH KLEDEN VOOR DE KOMST VAN DE MEESTER Door D. Zic
H
et onderwerp van de kledingreformatie is zowel eenvoudig als ingewikkeld. Eenvoudig, omdat de Schrift en inspiratie zo duidelijk het belang laten zien en duidelijke aanwijzingen geven over dit onderwerp. Ingewikkeld, omdat wij te lang het onderwerp niet serieus genomen
29
hebben. Terwijl enkelen hebben gezucht en geroepen over de toenemende invloed van wereldse mode onder onze eigen mensen, was de meerderheid van ons geneigd om dit opzij te zetten als een randverschijnsel. Nu zijn de gevolgen van jarenlange verwaarlozing van dit onderwerp te zien in de algehele toestand onder het belijdend volk van God. Wij moeten nu dit onderwerp het hoofd bieden als nooit tevoren, of het gevolg overzien, dat ons zal leiden naar de ondergang. Als man moet ik toegeven, dat het onderwerp mij in het verleden niet zo belangrijk leek te zijn. Duidelijk is de mode-industrie meer gericht op vrouwen dan op mannen. Maar de trends veranderen en mannen zijn nu net zoveel het doelwit van Satans middelen als vrouwen in dit opzicht. De morele verdorvenheid, zo algemeen in de samenleving, moet worden aangepakt, of wij zullen als volk worden opgeslokt door een golf, die ons ver mee zal nemen naar zee en weg van de Rots van onze Verlossing. ‘Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
deze ingaan; want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die deze vinden’ (Matthéüs 7:13-14). De oproep om zich af te scheiden Gods volk is een afgescheiden volk. Dat is waarom ons duidelijk gevraagd wordt: ‘Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen, want wat heeft de gerechtigheid gemeen met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En welke samenstemming heeft Christus met Belíal, of wat deel heeft de gelovige met de ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel van de levende God, gelijk God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige’ ( 2 Korinthe 6:14-18). De mode-industrie Kleding is niet zondig. In feite wordt kleding gebruikt in de Schrift om de bedekkende gerechtigheid van Christus te symboliseren. Maar de vijand der zielen heeft kleding genomen en deze gemaakt tot een afgod, die de mensheid scheidt van hun Schepper. De mode-industrie gebruikt de menselijke zwakheid voor hoogmoed en ijdelheid en bindt zo de slachtoffers aan de dingen van deze wereld. In tegenstelling nemen de zonen en dochters van God het standpunt in om zich af te scheiden van de dingen van deze wereld. ‘Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem’ (1 Johannes 2:15). “De volgelingen van Christus zijn verplicht om uit de hele wereld te komen 30
en zich af te scheiden, en het onreine niet aan te raken, en zij hebben de belofte van de zonen en dochters van de Allerhoogste te zijn, leden van de koninklijke familie. Maar als aan de voorwaarden niet wordt voldaan van hun kant, zullen zij niet, kunnen niet, de vervulling van de belofte verwezenlijken. Een belijden van het christendom is niets in de ogen van God, maar oprechte, nederige, gewillige gehoorzaamheid aan Zijn eisen kenmerkt de kinderen van Zijn aanneming, de ontvangers van Zijn genade, de deelgenoten van Zijn grote zaligheid. Zodanigen zullen te onderscheiden zijn, een schouwspel voor de wereld, voor engelen en mensen. Hun bijzondere, heilige karakter zal waarneembaar zijn en zal hen duidelijk afscheiden van de wereld, van zijn genegenheden en verlangens.” – Testimonies 2, blz. 441. Onderscheiden door het blauwe draadje Toen God wilde, dat Zijn volk zou verschillen van de wereld, wilde Hij, dat hun kleding deze afscheiding zou weerspiegelen. ‘En de Heere sprak tot Mozes, zeggende: Spreek tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: Dat zij zich snoertjes maken aan de hoeken van hun klederen, bij hun geslachten, en op de snoertjes van de hoek zullen zij een hemelsblauwe draad zetten. En hij zal u aan de snoertjes zijn, opdat gij het aanziet, en aan al de geboden des Heeren gedenkt, en die doet; en gij zult naar uw hart, en uw ogen niet navolgen, die gij zijt nahoererende; opdat gij gedenkt, en doet al Mijn geboden, en uw God heilig zijt. Ik ben de Heere, uw God, Die u uit het Egypteland uitgevoerd heb, om u tot een God te zijn; Ik ben de Heere, uw God’ (Numeri 15:37-41). Het blauwe draadje was een teken van herkenning, niet voor hen, maar voor de wereld. Net zoals in de nieuwe bedeling onze kleding een merkteken is voor de wereld. Als zij onze uiterlijke verschijning zien, kijken zij naar onze innerlijke harten.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
‘Gij zijt onze brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen’ (2 Korinthe 3:2). “Laat de mode veranderen en het gemak moet niet langer worden genoemd. Het is de plicht van ieder kind van God zich af te vragen: “Waarin ben ik afgescheiden van de wereld?” Laten wij een beetje ongerief lijden en aan de veilige kant staan. Welke kruizen draagt Gods volk? Zij vermengen zich met de wereld, nemen deel aan hun wezen, kleding, praten en handelen als zij.” –Testimonies 1, blz. 278. U kunt geen twee heren dienen. Wanneer u een slaaf van de wereldse mode wordt, kunt u niet tegelijkertijd zeggen een volgeling van Christus te zijn. ‘Niemand kan twee heren dienen: want of hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal de ene aanhangen en de andere verachten. Gij kunt niet God dienen en de Mammon. Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmee gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?’ (Matthéüs 6:2425). Betekent dit, dat voeding en kleding niet belangrijk zijn? Neen, het is gewoon, dat hartgrondige christenen zich niet bezighouden met deze dingen, omdat zij hun leven onderworpen hebben aan Christus en gehoorzaam doen, wat Christus zou doen met betrekking tot voeding en kleding. ‘Aanziet de vogelen des hemels: dat zij zaaien niet, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt ze nochtans; gaat gij ze niet zeer veel te boven?’ (vers 26). Op dezelfde wijze moeten wij afgescheiden zijn van de wereld in eten en kleden. Wij zullen ons niet bezighouden met deze dingen. Christus staat klaar om u tot Hem te leiden, waar u ook bent op dit moment. Maakt u geen zorgen over, waar u tot nu geweest bent. Maakt u geen zorgen over 31
hen om u heen, die de verandering in uw leven zullen zien. Als wij tot nu toe Christus niet goed weerspiegeld hebben aan de wereld, kunnen wij vandaag beginnen. Wat een wonderbare levende getuigenis kunt u worden van de kracht van Christus in bekering. Een slaaf van de mode kan worden bevrijd van deze valstrik. Uw verbinding met Christus zal zo duidelijk zijn voor de hele wereld. Voor mezelf was het moeilijk om het belang van het onderwerp van de kledingreformatie te beseffen, totdat ik dit harde feit besefte: Er zijn slechts twee dingen; die u kunt weerspiegelen aan deze wereld. Terwijl de wereld probeert u te vertellen een “persoonlijkheid” te zijn, is de werkelijkheid, dat u slechts één van de twee dingen zal weerspiegelen naar anderen. Als iemand naar u kijkt, zult u of een weerspiegeling zijn van de zachtmoedige en nederige Jezus, of u zult een weerspiegeling zijn van de vijand der zielen. Uw kleed is de uiterlijke verschijning van uw hart. “De uitverkorenen, die belijden gewassen te zijn door het bloed van Jezus, vergoten voor hen, kunnen hun arme, sterfelijke lichamen kleden en versieren, en durven te belijden volgelingen van het heilige, zelfverloochenende, nederige Voorbeeld te zijn. O, dat iedereen dit kon zien, zoals God het ziet en het mij liet zien! Het leek te veel voor mij om te dragen, de zielenpijn die ik voelde, toen ik het aanschouwde. De engel zei: “Gods volk is bijzonder; dat Hij gereinigd heeft naar Zichzelf”. Ik zag, dat de uiterlijke verschijning een indruk geeft van uw hart. Wanneer de buitenkant is behangen met linten, halssnoeren en nodeloze dingen, toont het duidelijk, dat de liefde voor dit alles in het hart is; tenzij zulke personen gereinigd worden van hun verdorvenheid, kunnen zij nooit God zien, want alleen de reinen van hart zullen Hem zien.” – Testimonies 1, blz. 136. “Het karakter van iemand wordt beoordeeld naar de wijze, waarop men zich kleedt. Een verfijnde smaak, een
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
beschaafde geest zullen geopenbaard worden in de keuze van eenvoudige, gepaste kleding. Wanneer een kuise eenvoud in de kleding samen gaat met bescheidenheid, zal dat een jonge vrouw omgeven met een sfeer van geheiligde terughoudendheid, die voor haar een schild tegen tal van gevaren zal zijn.” – Karaktervorming, blz. 250. De “regels” van kleden Welke richtlijnen geeft de inspiratie met betrekking tot het onderwerp kleding? Wij willen in deze lezing u niet alleen zeggen, dat kleding belangrijk is, maar u ook praktische adviezen geven om te helpen de moeilijkheid op te lossen. Hieronder volgt een verzameling van richtlijnen, die uw keuze zal leiden in wat elke dag te dragen. Als het kleden een last voor u is geweest, ga dan iedere morgen deze lijst langs om te beslissen wat te dragen. 1 Is het geschikt? Kleding is een “bedekking”, dus als het “onthullend” wordt, is het ineens in strijd met het eigenlijke doel. Uw kleding moet een geschikte bedekking zijn, niet te kort of te strak. ‘Evenzo ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met zedigheid en matigheid zichzelf versieren, niet in vlechtingen van het haar, of goud, of paarlen, of kostelijke kleding. Maar (hetwelk de vrouwen betaamt, die de godvruchtigheid belijden) door goede werken’ (1 Timótheüs 2:9-10). 2 Vestigt het de aandacht op mij? Omdat kleding uw hart weerspiegelt, moet u zich afvragen, of de kleding, die u draagt, is bedoeld om de 32
aandacht te trekken tot u. Elke kleding, gedragen met het doel van trots en ijdelheid, ook al is het geschikt, is een gruwel voor God. Uw kleding moet niet de aandacht trekken, maar een innerlijke verbinding met God weerspiegelen. Denk aan het doel, waarvoor u deze kleren kiest, evenals kleur, model, strakheid, enzovoort. ‘Wier versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, bestaande in het vlechten van het haar, en omhangen van goud, of het aantrekken van klederen. Maar de verborgen mens des harten; in het onverderfelijk versiersel van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God’ (1 Petrus 3:3-4). 3 Is het schoon, netjes en gezond? ‘Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in u woont? Zo iemand de tempel Gods schendt, die zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt’ (1 Korinthe 3:16-17). “Hij (onze Schepper) wil, dat onze kleding niet alleen netjes is zonder nadeel voor de gezondheid, maar ook praktisch en smaakvol.” –Karaktervorming, blz. 250. 4 Is het geschikt voor het weer? U moet overwegen, of uw kleren geschikt zijn voor de temperatuur om de gezondheid te bevorderen. Er bestaat een nauw verband tussen kleding en gezondheidsreformatie. De deugdzame vrouw ‘Zij vreest voor haar huis niet vanwege de sneeuw, want haar ganse huis is met dubbele klederen gekleed (d.w.z. dubbele deugdzaamheid)’ (Spreuken 31:21). 5 Is het geschikt voor mijn leeftijd en het werk dat ik doe?
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
Te vaak vergeten mensen hun leeftijd, als zij kijken naar welke kleren te dragen. “Het is altijd goed netjes te zijn en op passende wijze bekleed te zijn op een manier die bij uw leeftijd en plaats in het leven past.”—Testimonies 4, blz. 142. 6 Vermijdt het lijken op de kleding van de andere sekse? Er is een toenemende neiging in de moderne mode om ofwel onzedelijke kleding te produceren of anders te proberen om vrouwen zo veel mogelijk als mannen te laten verschijnen. ‘Het kleed van man zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is de Heere, uw God, een gruwel’ (Deuteronomium 22:5). “Er is een toenemende neiging voor vrouwen om in hun kleding en uiterlijk zo dicht mogelijk bij de andere sekse te komen en zich te kleden met kleding, die heel erg op die van mannen lijkt, maar God noemt dit een gruwel.” -Testimonies 1, blz. 421. 7 Haar is een onderdeel van uw bekleding Bedenk, dat uw haar ook onderdeel is van hoe u zich kleedt (of bedekt). De stijl, waarin u uw haar opmaakt, weerspiegelt ook uw verbinding met God aan de wereld. ‘Of leert u ook de natuur zelf niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is? Maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar tot een deksel haar is gegeven’ (1 Korinthe 11:14-15). 8 Verheerlijkt, wat ik draag, God? De echte vraag is niet, WAT u draagt, maar WAAROM u het draagt. Als u het draagt om de aandacht op uzelf te richten, kunt u niet tegelijkertijd Christus aan de wereld weerspiegelen. Ook als u volledig bedekt bent, maar op een manier, stijl of kleur, die de aandacht op uw lichaam zal vestigen in plaats van op uw gezicht, dan kunt u niet op hetzelfde 33
moment God verheerlijken. ‘Hetzij dan dat gij eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods’ (1 Korinthe 10:31). Gemeentelijke actie Kan de gemeente leden in de tucht doen, die de bovenstaande regels van zich christelijk kleden overtreden? Kan de gemeente de doop ontzeggen aan iemand, die niet wenst te leven volgens deze principes? De boodschapper van de Heer schrijft: “Ik zag, dat de bijl gelegd moet worden aan de wortel van de boom. Een dergelijke trots moet niet worden ondervonden in de gemeente. Het zijn deze dingen, die God afscheiden van Zijn volk, die de ark weg doen van hen. Israël heeft de ogen gesloten voor de trots, mode en de gelijkvormigheid met de wereld in hun midden. Zij groeien elke maand in hoogmoed, hebzucht, egoïsme en liefde van de wereld. Als hun harten worden getroffen door de waarheid, zal het dood voor de wereld veroorzaken, en zij zullen afleggen de linten, koorden en halssnoeren en als zij dood zijn, zal het lachen, het honen en bespotten van ongelovigen hen niet beroeren. Zij zullen een groot verlangen voelen om zich af te scheiden van de wereld, net als hun Meester. Zij zullen niet nadoen haar trots, mode of gewoonten. Het nobele doel zal altijd voor hen zijn, om God te verheerlijken en de onvergankelijke erfenis te verkrijgen. Dit vooruitzicht zal alles van een aards karakter verzwelgen. God zal een volk hebben afgescheiden en verschillend van de wereld. En zodra iemand een verlangen heeft om de mode van de wereld na te doen, dat zij niet onmiddellijk onderwerpen, net zo snel stopt God met hen te erkennen als Zijn kinderen. Zij zijn de kinderen van de wereld en van de duisternis. Zij verlangen naar de look en uien van Egypte, dat is, verlangen om zoveel mogelijk als de wereld te zijn; door dit te doen wijzen degenen, die belijden bij Christus te blijven, Hem feitelijk af, en
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
laten zien, dat zij vreemden zijn voor de genade en vreemden voor de zachtmoedige en nederige Jezus. Als zij zelf kennis van Hem hadden, dan zouden zij Hem waardig wandelen.” –Testimonies 1, blz. 136-137. “Mode doet afbreuk aan het intellect en vreet aan de geestelijke gesteldheid van ons volk als een kanker. Het navolgen van de mode dringt zich meer en meer in in onze Zevende Dags Adventistengemeenten en het is bovenal machtig om ons volk van God te scheiden. Mij is getoond, dat onze kerkelijke voorschriften maar zeer gebrekkig zijn. Al die uiterlijke opschik in de kleding, verboden in Gods Woord, geeft voldoende aanleiding tot kerkelijke tucht. Wanneer men, ondanks waarschuwingen en beroepen en smekingen, blijft doorgaan de perverse wil te volgen, mag dat als een bewijs beschouwd worden, dat in geen enkel opzicht het hart gemeenschap heeft met Christus. Het eigen ik, en het eigen ik alleen, is het object van aanbidding, en iemand, die zich zo als christen voordoet, zal velen van God afleiden. Op ons als volk rust een vreselijke zonde, dat wij onze kerkleden toegestaan hebben zich te kleden op een wijze, die niet in harmonie is met ons geloof. Daartegen moeten wij zonder uitstel in verzet komen en de deur sluiten voor de verlokkingen van de mode. Doen wij dit niet, dan zullen onze gemeenten meer en meer demoraliseren.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 623-624.
geloof waren een voortdurende aanklacht, die de rust van de zondaren verstoorde. Hoewel ze gering in aantal waren en geen rijkdom, aanzien of eretitels bezaten, waren ze overal, waar hun karakter en leer bekend werden, een verschrikking voor de boosdoeners.” –De Grote Strijd, blz. 42. In de periode van Laodicea worden wij ook opgeroepen onze kleding af te leggen en het kleed aan te nemen, dat de Heer ons aan biedt. Nu is het tijd om de witte klederen te kopen. ‘Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden, en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande van uw naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt. Zo wie Ik lief heb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij’ (Openbaring 3:1820).
Vervulling van de profetie Wij wachten verlangend op de late regen. Maar wij moeten ons voorbereiden op deze gebeurtenis. In de eerste gemeente was het hun leer en karakter, die hen tot een schrik voor de wereld maakten. “De eerste christenen waren inderdaad een groep eigenaardige mensen. Hun onberispelijk gedrag en onwankelbaar
34
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
SABBAT, 14 december 2013
DE RUSTDAG
Een studie uit de Bijbel en de Geest der Profetie met commentaar van Manuel Henda Zevende Dag teken ls volk zijn wij ons bewust van de wonderbare waarheid van de zevende dag Sabbat, ons gegeven in de Schrift, en de wens van de Heer is Zijn vertrapte wet in deze donkere wereld te verhogen. Wij zijn vaak tevreden met deze kennis, gaan naar de kerk van week tot week, betalen onze tienden en geloven in de waarheid. Als wij het onderwerp van de Sabbat bestuderen in zijn kader van waarheid, zullen wij meer, veel meer, vinden, dat God ons wil leren en ons wil helpen te leven.
A
Sabbat is meer dan naar de kerk gaan op de zevende dag ‘God heeft de zevende dag gezegend, en die heiligd’ (Genesis 2:3). “De Sabbat is een gouden band, die God en 35
Zijn volk samen bindt.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 15. Om de Sabbat heilig te bewaren moeten wij een heilig volk zijn. Dit kan niet, als wij niet verenigd zijn met Christus, die onze Gerechtigheid is. Deze kan ook niet heilig bewaard worden, als wij niet de wil van God doen op de andere zes dagen van de week. Het is een diepere studie, maar laten wij ons inspannen om te bidden en dieper te graven in het Woord van God om ons voorrecht en onze verantwoording voor God te begrijpen. 1 Petrus 2:9 geeft ons die speciale roeping, dat wonderbare mandaat als gelovigen en volgelingen van Christus. “Veel meer heiligheid is verbonden met de Sabbat dan door veel belijdende Sabbatvierders daaraan wordt gegeven. De Heer is wel zeer onteerd door hen, die de Sabbat niet gehouden hebben volgens het
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
gebod, hetzij naar de letter, hetzij naar de geest. Wat de viering van de sabbat betreft, vraagt Hij om een hervorming.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 16. ‘En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen: de fundamenten van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten, en gij zult genoemd worden: Die de bressen dicht, die de paden weer aanlegt, om te bewonen. Indien gij uw voet van de sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heilige dag, en indien gij de sabbat noemt een verlustiging, opdat de Heere geheiligd wordt, Die te eren is; en, indien gij die eert, dat gij uw wegen niet doet, en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt. Dan zult gij u verlustigen in de Heere’ (Jesaja 58:12-14). “Wanneer nieuwe gemeenten worden gesticht, moeten de predikanten zorgvuldig onderricht geven wat betreft de viering van de Sabbat. Zij moeten waakzaam zijn, anders zullen de lakse gewoonten, die onder zondagvierders overheersen, nagevolgd worden door hen, die belijden Gods heilige rustdag te vieren. Er moet een duidelijke scheidingslijn lopen tussen hen, die het merkteken van Gods koninkrijk dragen en hen, die het teken hebben van het koninkrijk der rebellie.” – Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 16. Wat zijn de scheidingslijnen? Wees dagelijks voorbereid “De gehele week door moeten wij de Sabbat in gedachten houden en toebereidselen treffen om die te vieren volgens het gebod. Wij moeten de Sabbat niet alleen zien als een wettelijke aangelegenheid. Wij moeten zijn geestelijke invloed op alle levensdaden onderkennen. Allen, die de Sabbat beschouwen als een teken tussen hen en God en daarmee aantonen, dat Hij de God is, die hen heiligt, zullen de beginselen van Zijn heerschappij aan het licht brengen. Dagelijks zullen zij de beginselen van Zijn 36
Koninkrijk in praktijk brengen. Dagelijks zal het hun gebed zijn, dat de heiligmaking van de Sabbat op hen mag rusten. Dagelijks zullen zij de gemeenschap met Christus smaken en de volmaaktheid van Zijn karakter uitdragen. Dagelijks zal voor anderen hun licht uitstralen in goede werken. In alles wat met het welslagen van Gods werk verbonden is, moeten de allereerste overwinningen behaald worden in het gezinsleven. Hier moet de voorbereiding op de Sabbat beginnen. Laten de ouders in de loop van de week eraan denken, dat hun gezin een school moet zijn, waarin hun kinderen worden voorbereid op de hemelse hoven. Laten zij geen ondoordachte, maar de juiste woorden spreken. Woorden, die hun kinderen niet mogen horen, mogen niet over hun lippen komen. Laat er de geest heersen zonder enige verbittering. Ouders, leeft gedurende de week uw leven als voor het aangezicht van een heilig God, Die u kinderen geschonken heeft om voor Hem op te voeden. Geeft voor Hem de kleine gemeente in uw huis leiding, opdat op de Sabbatdag allen voorbereid zijn in ’s Heren heiligdom te aanbidden.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 17. Wees in rust voorbereid “Wanneer zo aan de Sabbat wordt gedacht, zal het wereldlijke onmogelijk inbreuk op het geestelijke kunnen maken. Geen plicht, die behoort tot de zes werkdagen, zal verzuimd worden en die dan doen op de Sabbatdag. Gedurende de week behoren onze krachten voor de dagelijkse arbeid niet zo uitgeput te worden, dat op de dag, waarop de Here rustte en Zich verkwikte, wij te vermoeid zijn om deel te nemen aan Zijn dienst.” – Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 18. Wees voorbereid op de Voorbereidingsdag. Het is niet moeilijk, met een goede planning, om onze taken af te hebben met extra tijd voor ontspanning, gebed en om te zingen, voordat de Sabbat
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
nadert. De voorbereidingsdag is precies die dag om ervoor te zorgen, dat onze Sabbatkleding, ons Sabbat voedsel en onze persoonlijke reiniging van huis en lichaam moeten gedaan zijn, voordat de Sabbat begint. “Hoewel de voorbereiding op de sabbat gedaan moet worden tijdens de gehele week, moet vrijdag toch wel de bijzondere voorbereidingsdag zijn. Door Mozes zei de Heer tot de kinderen Israëls: ‘ Morgen is de rust, de heilige Sabbat des Heeren; bakt wat gij bakken zoudt, bakt dat, en kookt, wat gij koken zoudt, en al wat over blijft, legt het op voor u in bewaring tot de morgen’ (Exodus 16:23)... Daar viel wat te doen wat betreft de bereiding van het van de hemel gezonden brood voor de kinderen Israëls. De Here gebood hun dit werk te doen op vrijdag, de voorbereidingsdag. Dit was voor hen een proef. God wilde zien, of zij wel of niet de Sabbatdag zouden heiligen.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 18. “Hoewel koken op de Sabbatdag vermeden moet worden, is het toch niet nodig koude spijzen te eten. Bij koud weer kan het voedsel, dat de vorige dag is klaargemaakt, opgewarmd worden. En laat men de spijzen, hoewel eenvoudig, smakelijk en aantrekkelijk maken. Maak iets klaar, dat beschouwd zal worden als een traktatie, iets dat het gezin niet elke dag krijgt.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 20-21. “Laat op vrijdag de voorbereiding voor de Sabbat klaar komen. Zorg, dat alle kleren gereed liggen en dat het koken gedaan is. Men moet zorgen, dat de schoenen gepoetst zijn en dat ieder gebaad heeft. Het is mogelijk dit alles te doen. Wanneer u daarvan een gewoonte maakt, dan kan het. De Sabbat moet niet gebruikt worden om kleren te herstellen, spijzen te koken, vermaak te zoeken of voor andere wereldse bezigheden. Vóór de zon ondergaat, moet al het gewone werk opzij gelegd worden en alle wereldse
37
kranten moeten uit het zicht verdwijnen. Ouders, verklaart uw werk en de bedoelingen daarvan aan de kinderen en laat ze u helpen bij uw voorbereiding om de Sabbat te houden volgens het gebod.” – Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 19. Wees met het hart voorbereid De Sabbat is de dag om nog dichter te komen tot de Heer, onze gezinnen en onze broeders en zusters. Hoe belangrijk is het dan om de goede voorbereiding van het hart te hebben, zodat wij in een gemoedstoestand kunnen zijn om onze Heer te zoeken en zegeningen te ontvangen. Wees vroeg voorbereid. Wij moeten ons niet moeten haasten en verlaat de Sabbatzegeningen ontvangen. Als wij iedere week steeds laat voorbereid zijn, wat zal er dan gebeuren, als wij ons voorbereiden om Jezus te ontmoeten bij Zijn wederkomst? “Wij moeten met zorg waken over het begin en het einde van de Sabbat. Denk eraan, dat elk ogenblik gewijde, heilige tijd is. Indien dit mogelijk is, moeten werkgevers hun werkkrachten de uren van vrijdagmiddag tot het begin van de Sabbat vrij geven. Geef hun tijd om zich voor te bereiden, opdat zij de dag des Heren met een rustige geest kunnen verwelkomen. Indien u zo handelt, zult u zelfs in het stoffelijke geen verlies lijden.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 19. Wees voorbereid in uw relaties. Het is geen ware aanbidding, als wij samenkomen met anderen en verkeerde gevoelens in ons hart hebben. Wij moeten ons inspannen om echt verenigd te zijn in de geest met onze broeders en zusters en onze gezinnen, of wij zullen de zegeningen van God niet ontvangen. ‘Jaagt de vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand de Heere zien zal’ (Hebreeën 12:14).
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
“Dan is er nog een werk, dat op de voorbereidingsdag de aandacht moet hebben. Op die dag moeten alle geschillen tussen broeders en zusters, hetzij in het gezin, of in de gemeente, uit de weg geruimd zijn. Laat alle bitterheid en toorn en boosheid uit de ziel worden gebannen. In een nederige geest, ‘Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt’ (Jakobus 5:16)… Laten de leden van het gezin voor zonsondergang bijeenkomen om Gods Woord te lezen, te zingen en te bidden. Hier moet nodig een hervorming plaatsvinden, want velen zijn op dit punt nalatig geworden. Wij moeten voor God en voor elkaar belijdenis doen.” - Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 19, 20. Bereid een eerbiedige houding voor. Of u wel of niet kinderen hebt, elk moet een eerbiedige houding hebben, die de Here zoekt, Zijn goedheid prijst, luistert naar Zijn rustige, zachte stem. Het is goed om speciale kleding te hebben, die geschikt is voor de eerbiedige aanbidding. Bedenk, dat de kerk geen modeshow is; het is de plaats, waar men God zoekt. “Laat aan de gezinswijding ook de kinderen een aandeel hebben. Laten allen hun Bijbel bij zich hebben en een ieder kan dan één of twee verzen lezen. Dan kan er een bekend lied worden gezongen, gevolgd door een gebed. Wat dat betreft, heeft Christus een voorbeeld gegeven. Het ‘Onze Vader’ had niet de bedoeling, dat het louter formeel herhaald zou worden, maar het is een voorbeeld, hoe onze gebeden moeten zijn, eenvoudig, ernstig en veelomvattend. Vertel de Here in een eenvoudige bede uw noden en leg daarin ook dankbaarheid voor Zijn barmhartigheden. Zo nodigt u Jezus als een welkome gast uit in uw gezin en hart.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 21. “Velen moeten onderricht worden, hoe zij moeten verschijnen in de kerkdienst op de Sabbatdag. Zij moeten niet in de tegenwoordigheid van God verschijnen in de gewone kleding, die zij door de week dragen. Allen moeten een speciaal 38
Sabbatkostuum hebben, dat gedragen wordt, wanneer de dienst in Gods huis wordt bijgewoond. Al moeten wij niet mee gaan met de wereldse mode, toch moeten wij niet onverschillig zijn wat betreft onze uiterlijke verschijning. Wij moeten er netjes en verzorgd uitzien, hoewel zonder versiering. De kinderen van God behoren inwendig en uitwendig rein te zijn.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 18-19. Sta vroeg op en wees thuis vrolijk. Dit is een deel van de juiste houding om de Heer te aanbidden. Als iedereen vroeg op staat, goed uitgerust, zal er een heilige kalmte en verwachting zijn voor een ontmoeting met de Heer en anderen. “Laat men de kostelijk uren van de Sabbat niet op bed verknoeien. Op Sabbatmorgen moet het gezin vroeg opstaan. Staan zij laat op, dan ontstaat om tijdig gereed te zijn voor ontbijt en de Sabbatschool een gehaaste verwarring. Er is een haasten en jachten, gepaard aan ongeduld. Zo sluipen onheilige gevoelens het gezin binnen. De Sabbat, aldus ontheiligd, wordt een vermoeiende zorg en zijn komst eerder gevreesd dan dat men het prettig vindt.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 20.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
Eet lichter voor een heldere geest. Zoveel gaat verloren, als wij te moe zijn of overvoerd. Onze geest wordt ongeïnteresseerd en wij onderscheiden niet alles, wat de Heer ons wil leren. “Wij moeten voor de Sabbatdag geen overvloediger maal of een grotere verscheidenheid aan spijzen brengen dan op andere dagen. In plaats hiervan moeten de spijzen eenvoudiger zijn en moet er minder gegeten worden, opdat de geest helder en krachtig is om geestelijke dingen te begrijpen. Te veel eten verduistert het verstand. De kostelijke woorden kunnen worden gehoord en toch niet gewaardeerd worden, omdat de geest verduisterd wordt door verkeerde voeding. Door op de Sabbat te veel te eten hebben velen meer gedaan om God te onteren, dan ze denken.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 20. Sabbatbijeenkomst ‘Dient de Heere met blijdschap, komt voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang. Weet, dat de Heere God is; Hij heeft ons gemaakt, en niet wij, Zijn volk en de schapen Zijner weide. Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofzang; looft Hem, prijst Zijn naam’. ‘Zijn Naam is heilig en vreselijk’ (Psalm 100:24, 111:9). “Wanneer u de plaats der aanbidding binnen treedt, vraag dan aan God om al het kwaad in uw hart weg te nemen. Breng tot Zijn huis alleen datgene, wat Hij kan zegenen. Kniel neer voor God in Zijn tempel en wijd Hem, wat Hem toekomt en dat Hij gekocht heeft met het bloed van Christus. Bid voor de spreker of de leider van de gemeente. Bid, dat grote zegen mag komen door hem, die het Woord des levens brengt. Streef ernaar met al uw kracht om een zegen voor uzelf te ontvangen.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 26. Het is belangrijk te bedenken, dat wij geroepen zijn om Christus in alles wat wij zeggen en doen, te vertegenwoordigen. Nauwkeurigheid, orde en netheid moeten 39
het uiterlijk en de woningen van Sabbatvierders kenmerken en ook de hele plaats van aanbidding en haar dienstwerk. Het is belangrijk dit de kinderen te leren door voorschrift en voorbeeld en hen af te houden van het veroorzaken van verwarring en lawaai in de kerk. Nog steeds is ons bevolen: ‘Laat alle dingen eerbaar en met orde geschieden’ (1 Korinthe 14:40). “Het huis van God wordt vaak ontheiligd door kinderen van Sabbatvierders. Hun ouders staan hen toe te rennen in het huis, te spelen, te praten, de aandacht te trekken van de mensen en hun kwade driften in de bijeenkomsten te tonen, waar zij samen gekomen zijn om God te dienen. Ik heb gezien, dat in de vergadering van de heiligen een heilige stilte moet heersen. Maar het huis, waar Gods volk vergadert, wordt vaak tot volmaakt Babylon gemaakt, een plaats van verwarring en wanorde. Dit mishaagt God.” –Spiritual Gifts 2, blz. 288-289. “Als de mensen ware eerbied voor de Heer hebben, wanneer zij het huis van aanbidding binnenkomen, en in gedachten houden, dat zij in Zijn aanwezigheid zijn, dan zal er een aangename welsprekendheid zijn in de stilte. Het gefluister en gelach en gepraat, wat op een alledaagse plek geen zonde zou zijn, moet niet worden toegestaan in het huis, waar God aanbeden wordt. De geest moet voorbereid zijn om het woord van God te horen, zodat de waarde ervan ingezien kan worden en het indruk op het hart kan maken... Wanneer de bijeenkomst met gebed wordt geopend, moet elke knie zich buigen in de aanwezigheid van de Heilige God en ieder hart moet in stille toewijding naar Hem uitgaan... De gehele dienst moet gehouden worden met eerbied en ontzag, ons bewust zijnde, dat wij in de zichtbare aanwezigheid van de Meester van samenkomsten zijn.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 402-403. Ditzelfde principe geldt na de dienst, zodat ons hart de ernstige
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
boodschap, die aan ons gegeven is, kan verwerken. “Wanneer het woord wordt gesproken, moet u bedenken, broeders en zusters, dat u naar de stem van God luistert door Zijn gemachtigde dienstknecht. Luister aandachtig. Val geen moment in slaap, omdat door deze sluimering u de woorden kunt missen, die u het meest nodig hebt, juist die woorden die, wanneer u er acht op zou slaan, u ervan zou weerhouden af te dwalen en verkeerde paden in te slaan. Satan en zijn engelen zijn druk bezig de zinnen in een verdoofde toestand te brengen, zodat waarschuwingen en vermaningen niet gehoord zullen worden, of wanneer ze gehoord worden, ze geen effect zullen hebben op het hart en het leven niet zullen veranderen. Soms kan een klein kind zo de aandacht van de toehoorders trekken, dat het kostbare zaad niet in goede grond valt om vrucht voort te brengen. Soms hebben jonge mensen zo weinig eerbied voor het huis en de dienst van God, dat zij ook gedurende de preek voortdurend met elkaar blijven praten. Als deze mensen de engelen van God hadden kunnen zien, die naar hen keken en hun daden optekenden, zouden zij met schaamte vervuld worden en zij zouden van zichzelf walgen. God wil oplettende toehoorders. Toen de mensen sliepen, zaaide Satan zijn onkruid. Wanneer de zegen wordt uitgesproken, moet iedereen nog stil zijn, bang om de vrede van Christus te missen. Laat iedereen naar buiten gaan zonder drukte te maken of luid te praten, met gevoel dat zij in aanwezigheid zijn van God, dat Zijn oog op hen rust, en zij zich moeten gedragen, alsof Hij zichtbaar aanwezig is. Blijf niet in de gangpaden stil staan om met elkaar te kletsen, om zo de doorgang te blokkeren, zodat niemand er meer langs kan. De kerk en directe omgeving ervan moeten omgeven zijn met een heilige eerbied. Het moet niet tot een plaats worden gemaakt om bekenden weer eens te zien en alledaagse gedachten uit te wisselen of wereldse en zakelijke dingen te 40
regelen. Dit moet buiten de kerk blijven. Het gebeurt maar al te v aak, dat God en de engelen onteerd worden door het onverschillige, luidruchtige gelach en het geschuifel van voeten, zoals in sommige plaatsen voorkomt.” -Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 403-404. Geniet van de broederschap Een deel van het doel van samenkomen is elkaar te ontmoeten voor vriendschap, ter bemoediging en om elkaar te versterken in het allerheiligst geloof. Het moet geen gewone bijeenkomst zijn maar een heilige. Gesprekken moeten verheffend en opbouwend zijn. ‘Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede rede is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve aan hen, die ze horen’ (Éfeze 4:29). “Wij ontvangen nog niet een honderdste deel van de zegen, die wij konden verkrijgen op onze samenkomsten om God te aanbidden. Onze vermogens om waar te nemen moeten nodig versterkt worden.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 26. De Sabbat is de tijd om de dubbele portie manna krijgen. Dat betekent niet, dat wij uren moeten preken. Als wij de juiste houding en hart hebben en de predikant heeft dezelfde, kan God spreken zonder ons moe te maken. De dienst is ook de gelegenheid om Zijn goedheid in ons leven te delen, een kans om Hem te prijzen. “De preek op onze Sabbatvergaderingen moet in het algemeen kort zijn. Degenen, die God liefhebben, moeten gelegenheid geschonken worden hun dankbaarheid en toegenegenheid te uiten.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 24. “(Daniel Webster verklaarde treffend): Veel van de tegenwoordige predikanten nemen hun tekst uit St. Paul en preken uit de kranten. Als zij dit doen, geef ik de voorkeur aan mijn eigen gedachten in plaats van te luisteren. Ik wil, dat mijn voorganger bij mij komt in de Geest van het evangelie en zegt: ‘U bent sterfelijk.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
Uw proeftijd is kort, uw werk moet snel gedaan worden... U haast u naar de balie van God. De Rechter staat voor de deur”. “ –The Review and Herald, 23 juni 1891. “Laat niemand naar de plaats der aanbidding gaan om een dutje te doen. In Gods huis behoort men niet te slapen. U valt ook niet in slaap onder uw wereldse bezigheden, omdat u belangstelling hebt voor uw werk. Zullen wij dan de dienst, waar het gaat om eeuwige belangen, op een lager niveau plaatsen dan de tijdelijke dingen des levens?” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 25. Sabbatmiddag De middag en avond van de Sabbat is ook een bijzondere tijd. Het is niet aan ons om deze te gebruiken voor ons eigen plezier of om te praten over onze eigen dingen. Het is gewijde tijd om meer van onze Schepper te leren door middel van Zijn schepping. Vooral voor mensen met gezinnen is dit het ideale moment om nader tot elkaar te komen. Het zal dan de beste dag van de week zijn. “De Sabbatschool en de dienst daarna maken slechts een deel van de Sabbat uit. Wat voor het gezin overblijft, kan tot de meest geheiligde en kostelijkste ogenblikken van al de Sabbaturen gemaakt worden. Veel van deze tijd moeten de ouders doorbrengen met hun kinderen.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 21. ‘Vraag toch de beesten, en elk van die zal het u leren, en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven. Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen’ (Job 12:7-8). “Bij mooi weer kunnen de ouders met hun kinderen gaan wandelen door velden en bossen. Vertel hun te midden van de schone natuur de reden van de instelling van de Sabbat.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 21.
41
Reizen op de sabbat “Wanneer wij de zegen verlangen, die beloofd is aan de gehoorzamen, dan moeten wij de Sabbat nauwkeuriger vieren. Ik ben bang, dat we op die dag dikwijls reizen, terwijl dat vermeden had kunnen worden. In overeenstemming met het licht, dat de Here heeft gegeven ten aanzien van de Sabbatviering, moeten wij wat betreft het reizen per boot of per trein wat voorzichtiger zijn. Betreffende deze aangelegenheden moeten we onze kinderen en opgroeiende jeugd een goed voorbeeld geven. Om de gemeenten, die onze hulp nodig hebben, te bereiken en hun de boodschap te brengen, die God wil dat ze zullen horen, kan het voor ons noodzakelijk zijn op Sabbat te reizen; maar zover dat mogelijk is, moeten wij onze kaartjes vooruit nemen en op een andere dag alle nodige voorbereidingen doen. Wanneer wij op reis gaan, moeten we al het mogelijke doen, dat wij ter plaatse niet op de Sabbatdag aankomen.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3 blz. 23. (Het is belangrijk te begrijpen, dat het bovenstaande geschreven is in tijd van zuster White. De boten en treinen verwezen naar betaald vervoer, nodig om een grote afstand af te leggen. De gelovigen in die tijd reisden met paard en wagen, wat behoorlijk veel tijd kostte. De toegenomen technologie kan ons vervoer makkelijker hebben gemaakt, maar de betrokken principes zijn tijdloos.) Samenvatting “Grote zegeningen gaan gepaard met de viering van de Sabbat, en God wenst, dat de Sabbatdag voor ons een dag van blijdschap zal zijn.” -Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 12. Laten wij bedenken, dat de Sabbat een tijd is om verbinding te hebben met onze Schepper, Verlosser en Zaligmaker. Moge een ieder van ons Zijn zegen ontvangen, is mijn gebed. ‘Want de Zoon des mensen is een Heere ook van de sabbat’ ( Matthéüs 12:8).
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
ZONDAG, 15 december 2013
WERK, WANT DE NACHT ZAL KOMEN
Een samenstelling uit de Bijbel en de Geest der Profetie, met commentaar van F. Matyas
E
en van de kenmerken van onze moderne wereld is, dat wij het oorspronkelijke doel van de dag en nacht hebben verloren. Maar ‘God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis’ (Genesis 1:4). Toen ik een kleine jongen was, waren er enkele rustige dorpjes, waar de mensen nachtdiensten op de werkplek afkeurden. “De dag is om te werken en de nacht om te rusten”, zeiden zij. De oude vijand van goede dingen is slim geweest: Als het denkbeeld van overdag werken is gestopt, vermenigvuldigen de uitgaansgelegenheden, wordt de liefde voor overdag werken in mensen vernietigd. Verschillende moderne snufjes zijn in onze gezinnen geslopen en hebben helaas de goede dagelijkse routine van veel huishoudens vernietigd. Mensen zijn niet in staat om gewoon te werken, omdat zij uitgeput zijn door late nachten. In de tijd van de aartsvaders begrepen de mensen de betekenis van dag en nacht. Zij wisten deze tijd goed te gebruiken. De nacht werd besteed aan rust en slaap en overdag aan werk en andere activiteiten. Jakob klaagde tot Laban over de hardheid van de nachten werken, die hem zonder rust lieten. ‘Ik ben geweest, dat mij bij dag de hitte verteerde, 42
en bij nacht de vorst, en dat mijn slaap van mijn ogen week’ (Genesis 31:40). David prees de Heer vroeg in de morgen: Waak op, gij luit en harp! Ik zal in de dageraad opwaken’ (Psalm 108:3). Jezus Zelf maakte goed gebruik van het licht van de dag: ‘En des morgens vroeg, toen het nog diep in de nacht was, opgestaan zijnde ging Hij uit, en ging heen in een woeste plaats, en bad aldaar’ (Markus 1:35). Hij wees ook op, die graag werkt in het donker van de nacht: ‘En toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg’ (Matthéüs 13:25). Gods plan voor Zijn uitverkoren volk ‘Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de Heere opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden’ (Jesaja 60:2). “God wilde, dat Zijn volk het licht der wereld zou zijn. Door hen moest de heerlijkheid van Zijn wet geopenbaard worden in het dagelijks leven. Om dit plan te verwezenlijken had Hij gezorgd, dat het uitverkoren volk een centrale plaats onder de volken op aarde zou innemen.” – Profeten en Koningen, blz. 44. Door de profeten waarschuwde Hij hen voor het niet trouw zijn in deze zaak:
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
‘Hoort het woord des Heeren, gij kinderen Israëls! want de Heere heeft een twist met de inwoners des lands, omdat er geen trouw, en geen weldadigheid, en geen kennis van God in het land is’ (Hoséa 4:1). “Eeuwenlang voor de eerste komst van Christus bedekte duisternis de aarde en donkerheid de volken. Satan wierp zijn duivelse schaduw over het pad van de mensen om te verhinderen, dat zij kennis kregen van God en van de toekomst. Talloos velen zaten in de schaduw van de dood. Hun enige hoop op het verdrijven van deze schaduw was, dat God Zich zou openbaren.” –Profeten en Koningen, blz. 422. De werkende Jezus “In een profetisch vergezicht had David, de door God gezalfde, voorzien, dat de komst van Christus zou zijn ‘als het morgenlicht bij het opgaan der zon, een morgen zonder wolken’ (2 Samuël 23:4). En Hoséa zegt: ‘Zo zeker als de dageraad is zijn opgang’ (6:3). Stil en rustig breekt de morgen aan over het aardrijk, verdrijft de duistere schaduwen en wekt de aarde tot leven. Zo zou de Zon der gerechtigheid opgaan, ‘met genezing onder haar vleugelen’ (Maleáchi 3:20). Het volk, dat ‘in donkerheid wandelt, zou een groot licht zien’ (Jesaja 9:2).” -Profeten en Koningen, blz. 422-423. Hoe werd deze belofte vervuld? Jezus zei: ‘Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben’ (Johannes 8:12). ‘Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het licht der wereld’ (Johannes 9:5). ‘En zij versloegen zich over Zijn leer, want Hij leerde hen, als machthebbende, en niet als de Schriftgeleerden’ (Markus 1:22). ‘En de scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd, en God verheerlijkt, die zodanige macht aan de mensen gegeven had’ ( Matthéüs 9:8). ‘En vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze aldaar’ (Matthéüs 19:2). 43
‘En Jezus vertrok met Zijn discipelen naar de zee; en Hem volgde een grote menigte van Galiléa, en van Judéa, en van Jeruzalem, en van Iduméa, en van over de Jordaan; en die uit de buurt van Tyrus en Sidon, een grote menigte, gehoord hebbende, hoe grote dingen Hij deed, kwamen tot Hem. En Hij zeide tot Zijn discipelen, dat een scheepje steeds nabij Hem blijven zou, om de schare, opdat zij Hem niet zouden verdringen. Want Hij had er velen genezen, alzo dat allen, die enige kwaal hadden, Hem overvielen, opdat zij Hem mochten aanraken. En de onreine geesten, toen zij Hem zagen, vielen voor Hem neer, en riepen, zeggende: Gij zijt de Zoon van God!’ (Markus 3:7-11). “Jezus sloeg met diepe ernst de veranderende gelaatsuitdrukkingen van zijn toehoorders gade. De gezichten, die belangstelling en welgevallen uitdrukten, gaven Hem grote voldoening. Wanneer de pijlen der waarheid in de ziel doordrongen, de hinderpalen van zelfzucht doorbraken en berouw teweeg brachten en ten slotte dankbaarheid, verheugde dit de Heiland. Wanneer Zijn ogen over de menigte van toehoorders gleden, en Hij daaronder gezichten herkende, die Hij eerder gezien had, lichtte Zijn gelaat op van vreugde. Hij zag in hen hoopvolle onderdanen voor Zijn Koninkrijk.” –De Wens der Eeuwen, blz. 208. Jezus roept op om te werken ‘En Hij de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben. Toen zeide Hij tot Zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinig. Bidt dan de Heere van de oogst, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote’ (Matthéüs 9:36-38). ‘En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan heen, onderwijst al de volken, hen dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen’ (Matthéüs 28:18-20). Werd deze oproep alleen gedaan aan de discipelen? ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven’ (Johannes 1:12). Wat bracht deze oproep met zich mee? Een opdracht. ‘Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn’ (Matthéüs 5:14). Degenen, die hun opdracht begrijpen, moeten deze kracht bezitten, zodat zij door lof, dankbaarheid en gelukkig dienen het karakter zullen weerspiegelen van de grote Gever en de wet van dat land, waar niemand ‘zichzelf…zoekt’. “De kostelijke waarheden, die op die gedenkwaardige dag van de lippen van Christus klonken, werden in de harten van velen als schatten bewaard. Daaruit ontsproten nieuwe gedachten, werden nieuwe verlangens gewekt, en begon een nieuwe geschiedenis. Na de kruisiging en de opstanding van Christus kwamen deze mensen naar voren en vervulden hun goddelijke opdracht met een wijsheid en ijver, die overeen kwamen met de grootheid van het werk. Zij droegen een boodschap uit, die sprak tot de harten van de mensen, en die het oude bijgeloof, dat lange tijd het leven van duizenden in de groei had belemmerd, deed verzwakken. Voor hun getuigenis werden menselijke theorieën en filosofieën als ijdele fabels. Machtig waren de gevolgen, die voortvloeiden uit de woorden, die de Heiland sprak tot die verbaasde, van ontzag vervulde menigte in de tempel te Jeruzalem.” –De Wens der Eeuwen, blz. 541. Jezus zei over zichzelf: ‘Ik moet werken de werken van Hem, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan. Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het licht der wereld’ (Johannes 9:4-5). “’Als iemand overdag loopt’, vervolgde Hij, ‘stoot hij zich niet, omdat hij het licht 44
van deze wereld kan zien’ (Johannes 11:9). Hij, die de wil van God doet, die wandelt op het pad, dat God voor hem heeft aangegeven, kan niet struikelen of vallen. Het licht van Gods leidende Geest geeft hem een duidelijk beeld van zijn plicht en leidt hem nauwkeurig tot de afsluiting van Zijn werk. ‘Maar wanneer iemand bij nacht loopt, stoot hij zich, omdat het licht niet in hem is’ (vers 10). Hij, die gaat op het pad van zijn eigen keuze, waar God hem niet heeft geroepen, zal struikelen. Voor hem wordt de dag veranderd in nacht, en waar hij zich ook bevindt, hij is niet veilig.” –De Wens der Eeuwen, blz. 456. Het gevaar “Het is één van Satans methodes de mensen hun godsdienstige vormen te laten behouden, als de ware godsvrucht maar ontbreekt... De geestelijke duisternis, die volken, kerken en personen omhult, is niet te wijten aan de willekeurige terugtrekking van de bijstand van de goddelijke genade door God zelf, maar ontstaat door de verwaarlozing of verwerping van goddelijk licht door de mensen. Een treffend voorbeeld hiervan vinden we in de geschiedenis van het Joodse volk ten tijde van Christus. Door hun liefde voor de wereld en het vergeten van God en Zijn Woord, was hun verstand verduisterd en was hun hart werelds en zinnelijk geworden. Daardoor wisten zij niets af van de komst van de Messias en in hun hoogmoed en ongeloof verwierpen zij de Verlosser.”–De Wens der Eeuwen, blz. 353. In de tijd van de discipelen Na de hemelvaart van Jezus en de vervulling van de beloofde Heilige Geest waren de discipelen in staat om te getuigen van Christus met grote kracht. “Christus vervulde hun (de discipelen) gedachten; de uitbreiding van Zijn koninkrijk was hun doel. In verstand en karakter waren zij hun Meester gelijk geworden, en de mensen ‘herkenden hen, dat zij met Jezus geweest waren’
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
(Handelingen 4:13)... Zij konden de naam van Jezus met overtuiging uitspreken. Want was Hij niet hun Vriend en oudere Broeder? In nauwe gemeenschap met Christus gebracht voelden zij zich met Hem in de hemel verenigd. Met welk een geestdriftige taal omkleedden zij hun gedachten, wanneer zij van Hem getuigden! Hun harten vloeiden over van welwillendheid, zo vol, zo diep, zo verreikend, dat zij zich gedrongen voelden om tot aan de einden der aarde te gaan om van de macht van Christus te getuigen. Zij waren vervuld met een intens verlangen om het werk, dat Hij was begonnen, voort te zetten. Zij waren zich van hun grote schuld tegenover God en van de verantwoordelijkheid voor hun werk bewust. Door de gave van de Heilige Geest gesterkt gingen zij vol ijver voorwaarts om de triomfen van het kruis uit te breiden. De Heilige Geest bezielde hen en sprak door hen. De vrede van Christus straalde van hun gelaat. Zij hadden hun leven Hem ten dienste gesteld en heel hun wezen droeg het kenmerk van de overgave, waarmee zij dit hadden gedaan.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 33, 34. “In de dagen der apostelen waren de gelovigen vervuld met ijver en enthousiasme. Zij werkten zo onvermoeibaar voor hun Meester, dat ondanks felle tegenstand in betrekkelijk korte tijd het evangelie van het koninkrijk was gebracht aan alle bewoonde delen der aarde. De ijver, die in die tijd getoond werd door de volgers van Jezus, is door de pen der inspiratie tot bemoediging van de gelovigen uit latere tijden.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 422. God kan alleen de ziel zegenen, die met Hem samenwerkt “Evenals Christus moeten ook nu de gezanten van de Allerhoogste hun plaats kiezen in deze verkeerscentra, waar zij de voorbijgaande menigten uit alle delen der wereld kunnen ontmoeten. Evenals Jezus moeten ze geheel opgaan in God en het zaad van het evangelie zaaien door aan 45
anderen de kostbare waarheden van de Bijbel voor te houden, die wortel zullen schieten in geest en verstand, en vrucht zullen dragen voor het eeuwige leven.” – Profeten en Koningen, blz. 45-46. De boodschapper van de Heer waarschuwt ons: “Mij werd getoond, dat wanneer Gods volk zich van zijn kant niet inspant, maar wacht of de verkoeling op hen komt om hun verkeerdheden weg te nemen en hun gebreken te herstellen; wanneer zij erop vertrouwen, dat de verkoeling hen wel zal reinigen van de bezoedeling van het vlees en van de geest, en hen wel zal klaarmaken om deel te nemen aan de luide roep van de derde engel, zij te licht bevonden zullen worden.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 220. “Wij kunnen er zeker van zijn, dat wanneer de Heilige Geest wordt uitgestort, dat degenen, die niet de vroege regen hebben ontvangen en gewaardeerd, niet de waarde van de late regen zullen zien of begrijpen.” –Testimonies to Ministers, blz. 399. Wie moet werken? Iedereen “Terwijl de hele hemel wakker is, boodschappers uit zendt naar alle delen van de aarde om het verlossingswerk voort te zetten, moet de gemeente van de levende God ook samenwerken met Jezus Christus. Wij zijn leden van Zijn lichaam. Hij is het Hoofd en regelt alle leden van het lichaam. Jezus Zelf, in Zijn oneindige genade, werkt aan mensenharten, bewerkt geestelijke veranderingen, zo verbazingwekkend dat engelen met verbazing en vreugde toekijken.” –The Review and Herald, 24 december 1908. “Als de Heer ooit door mij gesproken heeft, dan spreekt Hij nu, wanneer ik zeg, dat arbeiders in het onderwijs, in de evangeliebediening en in de medische zending als één man onder toezicht van God moeten samenwerken, waarbij de één de ander helpt en elk de ander zegent. Zij, die aan onze scholen en sanatoria verbonden zijn, moeten met ernstige bereidwilligheid werken. Het werk, dat onder de bediening van de Heilige Geest uit liefde tot God en
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
tot de mensheid gedaan wordt, zal de goddelijke handtekening dragen en zal indruk maken op de geest van mensen. De Heer roept onze jongeren op om onze scholen te bezoeken en zich snel te bekwamen voor de dienst. Er moeten op verschillende plaatsen, buiten de steden, scholen opgericht worden, waar onze jongeren een opleiding kunnen ontvangen, die hen voorbereidt op evangelisatie en medisch zendingswerk.” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 163-164. “Vrouwen, die vaardig zijn en bereidwillig doen wat hun hand vindt om te doen, en die hun echtgenoot blijmoedig van geest helpen om de lasten te dragen en hun kinderen voor God op te voeden, zijn zendelingen in de hoogste betekenis van het woord.” –Het Bijbels Gezin, blz. 199. “Kinderen en jongeren moeten thuis zendeling zijn. Zij moeten dingen doen, die nodig gedaan moeten worden, en die toch iemand doen moet... Je kunt door het trouw doen van kleine taken, die in jouw ogen misschien onbelangrijk lijken, bewijzen dat je een ware zendingsgeest bezit.” –Het Bijbels Gezin, blz. 245. “Als de Geest van de Heer werkt op de harten van de ouders, zullen hun gebeden en tranen voor God komen en zij zullen ernstig smeken, en zullen genade en wijsheid ontvangen uit de hemel en in staat zijn voor hun onbekeerde kinderen te werken. Als deze Geest Zich in het huis heeft gevestigd, zal Deze in de gemeente worden gebracht, en zij, die thuis zendelingen zijn, zullen ook gezanten voor God worden in de gemeente en in de wereld. De instellingen, die God heeft geplant, zullen een volkomen verschillende vorm dragen.” -The Review and Herald, 14 maart 1893. Christus wacht op u “De Heer verlangt, dat elk talent en bekwaamheid ingezet worden om te gebruiken. Wanneer de berisping van gemakzucht en luiheid zullen zijn weggeveegd uit de gemeente, zal de Geest van de Heer genadig geopenbaard worden; goddelijke macht zal samengaan met 46
menselijke inspanning, de gemeente zal de wonderbaarlijke tussenkomst zien van de Here God der heerscharen, het licht van de waarheid zal worden verspreid, de kennis van God en van Jezus Christus, die Hij gezonden heeft. Zoals in de tijd van de apostelen zullen vele zielen zich keren tot de Here. De aarde zal worden verlicht met de heerlijkheid van de engel uit de hemel... Als de wildernis van de gemeente een vruchtbaar veld moet worden en het vruchtbare veld een bos moet zijn, is het door de Heilige Geest van God, die uitgestort wordt over Zijn volk. De hemelse vertegenwoordigers hebben lang gewacht op de menselijke vertegenwoordigers, de leden van de gemeente, om met hen samen te werken in het grote werk, dat gedaan moet worden. Zij wachten op u. Zo groot is het veld, zo alles omvattend het plan, dat ieder geheiligd hart gedrongen zal worden in dienst te gaan als vertegenwoordiger van goddelijke kracht... Laten allen, die de waarheid voor deze tijd geloven, hun verschillen weg doen; afgunst, kwaadsprekerij en kwaad denken weg doen. Dring elkaar, dring samen. ‘Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander lief uit een rein hart’ (1 Petrus 1:22).” –General Conference Daily Bulletin, 28 februari 1893. “Zij, die zich niet inspannen, maar eenvoudig wachten tot de Heilige Geest hen aan het werk zet, zullen in het duister omkomen. U moet niet stil zitten zonder iets te doen in Gods werk.” –De Daad bij het Woord, blz. 209. Dit is de profetie voor onze tijd: “Als goddelijke kracht wordt gecombineerd met de menselijke inspanning, zal het werk zich verspreiden als vuur in de stoppel. God zal vertegenwoordigers gebruiken, waarvan de oorsprong de mens niet in staat zal zijn deze te onderscheiden. Engelen zullen een werk doen, dat mensen de zegen zou hebben gegeven van de vervulling, als zij niet hadden nagelaten om de eisen van
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
God te beantwoorden.” –Selected Messages 1, blz. 118. “De engel, die deel neemt aan de verkondiging van de boodschap van de derde engel zal de hele wereld met zijn heerlijkheid verlichten. Gods Woord voorzegt een wereldwijd werk met buitengewone kracht... De gezichten van Gods boodschappers zullen stralen van heilige toewijding, Zij zullen van de ene plaats naar de andere gaan om de boodschap van de hemel te verkondigen.” –De Grote Strijd, blz. 564, 565. Geliefde broeders en zusters, laten wij werken, terwijl het dag is. Het is niet genoeg om de waarheid aan te nemen en een deel te zijn van Gods overblijvende gemeente. Laten wij werken, terwijl ons Licht ‘Jezus’ in het heiligdom is. Laten wij werken, terwijl de Heilige Geest voor ons werkt! Als wij niet werken ... “De periode van groot geestelijk licht zal, als dat licht niet heilig gekoesterd wordt en opgevolgd, omgezet worden in een tijd van overeenkomstige geestelijke duisternis. De indruk, gemaakt door de Geest van God, als de mensen de heilige indruk niet koesteren en de heilige grond bezetten, zal verdwijnen uit de geest. Degenen, die in geestelijke kennis vooruit gaan, moeten staan aan de bron van God, en steeds drinken uit de bronnen des heils, zo genadig voor hen geopend. Zij moeten nooit de bron van verkwikking verlaten, maar met harten vol dankbaarheid en liefde bij het tonen van de goedheid en barmhartigheid van God moeten zij voortdurend deelgenoten zijn van het levende water.” –Selected Messages 1, blz. 135. “Eigengerechtigheid is geen ware gerechtigheid en zij, die zich daaraan vastklemmen, zullen de gevolgen moeten ondervinden van het vasthouden aan een fataal bedrog. Velen beweren in deze dagen, dat zij Gods geboden bewaren, maar in hun hart leeft niet Gods liefde om die tot anderen te laten stromen. Christus roept hen op om met Hem samen te 47
werken in het redden van de wereld, maar zij stellen zich tevreden met te zeggen: ‘Ja, heer’. Zij gaan niet. Zij werken niet samen met degenen, die voor God werken. Zij doen niets. Evenals de ontrouwe zoon beloven zij God iets, wat zij niet doen. Toen zij lid werden van de gemeente, hebben zij beloofd Gods Woord aan te nemen en te gehoorzamen, om God te dienen, maar zij doen het niet. Zij belijden, dat zij kinderen van God zijn, maar door hun leven en aard loochenen zij de verhouding tussen hen en God. Zij geven hun wil niet over aan God. Hun leven is een leugen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 167. “Hoe velen zullen treuren om de gemiste kansen, als het voor eeuwig te laat is! Nu hebben wij talenten en de mogelijkheid, maar wij weten niet hoe lang nog. Laten wij werken, zolang het dag is, want de nacht komt, waarin niemand werken kan. ‘Zalig is de dienstknecht, die zijn heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende’ (Lukas 12:43).” –Testimonies to Ministers, blz. 167. “Als u getrouw de wijngaard van uw hart bewerkt, maakt God van u Zijn medewerker. U zult niet alleen voor uzelf maar ook voor anderen moeten werken. Christus leert ons niet, als Hij de gemeente voorstelt als een wijngaard, dat wij ons medeleven en onze arbeid moeten beperken tot onze eigen leden. De wijngaard des Heeren moet vergroot worden. Hij wil, dat deze in alle delen van de aarde zal worden uitgebreid. Naarmate wij van God onderricht en genade ontvangen, moeten wij aan anderen vertellen, hoe zij voor de kostbare planten moeten zorgen. Op die wijze kunnen wij de wijngaard des Heeren uitbreiden. God ziet uit naar bewijzen van ons geloof, onze liefde en volharding. Hij ziet toe, of wij elk geestelijk voordeel gebruiken om bekwame werkers te worden in Zijn wijngaard op aarde, zodat wij het Paradijs van God, het tehuis waaruit Adam en Eva door de zonde zijn verdreven, kunnen binnengaan.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 169-170.
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4
Het zuiverende proces
De gemeente is geen grootse tempel, die bekroond wordt met een toren. Zij wordt gevormd door vele verschillende mensen: Worstelende, dwalende mensen.
Laten we het leven van Christus uitleven in het dagelijks leven: Puur, onschuldig, efficiënt. Alleen via het verlossende bloed: Zijn genade, dat is voldoende!
Het scheuren van het hart en de geest Is nodig, totdat we klaar zijn: Gevestigd in de tegenwoordige waarheid, Ferm, waakzaam, geaard en stabiel.
Eensgezind moeten we doorgaan Te trachten als broeders te werken. En niet alleen dat, maar ook gericht Nog anderen vinden en helpen
De Heer zal werken in het menselijk hart, Totdat Hij dat aantal ziet. Nu is het tijd om te kijken naar de Hemel; Voor slapen is het de tijd nog niet!
Hoe binnenkort zal onze gezegende Heere komen: We zullen zien naar Wie we verlangden zeer; Degene wiens bloed werd vergoten voor u, Laten we uitkijken naar Zijn wederkeer!
De toetsingstijd is heel kort. Laat Hij ons niet slapend vinden. Het is tijd om te rouwen over al onze zonden: Berouw met geloof en verdriet verbonden!
Met Christus als Koning kunnen we niet falen, Zachtmoedig tijdens het onderzoek. Zo zullen we onbaatzuchtig met Hem gaan Tot het overwinnend gejubel! .. B. Montrose Vrij vertaald: A. K. van Bommel – van Tol
48
Reformatie – Nieuws, jaargang 18, nummer 4