Ixpressie
Volg me Hoe denken volksvertegenwoordigers over de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren? mr. drs. N.F. van den Hoff
Dit is een uitgave in eigen beheer van een onderzoek op eigen initiatief van ©Ixpressie – Nederland, juni 2012. Blijk van waardering Waardeert u dit onderzoek? Toon dan uw waardering. U kunt dit doen door de waarde die het onderzoek voor u vertegenwoordigd over te maken naar: Rekeningnummer 91 31 17 838 t.n.v. N.F. van den Hoff te Utrecht o.v.v. Volg me - Ixpressie Uw blijk van waardering wordt zeer op prijs gesteld. Ixpressie Ixpressie levert presentaties, trainingen en advies over welke privémening ambtenaren en werknemers op online sociale netwerken over hun werk en of werkgever mogen schrijven. Het gaat om de inhoud van de uiting. Hierin is Ixpressie uniek. Kennis over de juridische ruimte van vrijheid van meningsuiting draagt Ixpressie op een stimulerende en interactieve wijze met enthousiasme en passie over. Ixpressie wil bereiken dat personeel en werkgevers op de hoogte zijn van elkaars meningen. Ze weten van elkaar waar die geuit worden. Hierdoor worden problemen op de werkvloer door misverstanden over die ruimte voorkomen. En voelen ambtenaren, werknemers en hun leidinggevenden zich prettig bij het gebruik van online sociale netwerken omdat iedereen weet welke ideeën ze op welke wijze kunnen uitdrukken. Voor een goede werksfeer binnen en buiten de organisatie leren werkgevers en medewerkers het juridische kader kennen. Naast de juridische ruimte van meningsuiting voor medewerkers en werkgevers kan Ixpressie basisvaardigheidstrainingen geven over het gebruik van diverse online sociale netwerken. Mr. drs. N.F. van den Hoff Zij houdt zich geruime tijd bezig met de vrijheid van meninguiting voor de privémening van ambtenaren. Na het onderzoek „Geen betere censuur dan zelfcensuur‟ over de wet- en regelgeving en jurisprudentie heeft zij regelmatig 2
interviews en presentaties gegeven. Zij schrijft columns voor websites als Ambtenaar2.0 en iBestuur en discussieert op verschillende fora over de juridische ruimte van vrije meningsuiting voor privémeningen van ambtenaren.
Contactgegevens mr. drs. N.F. van den Hoff Adviseur Vrijheid van Meningsuiting 06 83 59 61 51
@Ixpressie
[email protected] www.Ixpressie.nl
Copyright ©
Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding -NietCommercieel - GeenAfgeleideWerken 3.0 Nederland.
3
Inhoudsopgave Management samenvatting .................................................................................... 6 1. Aanleiding ............................................................................................................ 8 1.1 Bijzondere interesse ........................................................................................ 8 1.2 Traditie van vrijheden ...................................................................................... 8 1.3 Democratische samenleving ........................................................................... 9 1.4 Verzekeren bij wet ......................................................................................... 10 1.5 Gezonde nieuwsgierigheid .............................................................................11 2. Inleiding .............................................................................................................. 12 2.1 Online sociale netwerken groeien ................................................................. 12 2.2 Privé wordt zakelijk ....................................................................................... 13 2.3 Online sociaal actieve ambtenaren ............................................................... 13 2.4 Bekendheid met de wet ................................................................................. 15 2.5 Publiciteit vergroot achterstand overheid ...................................................... 16 2.6 Bespaar financiële middelen ......................................................................... 17 3 Rapportage.......................................................................................................... 18 3.1 Deelnemers ................................................................................................... 18 3.1.1 Volksvertegenwoordigende gremia........................................................ 18 3.1.2 Politieke kleur ........................................................................................ 19 3.1.3 Nevenwerkzaamheden .......................................................................... 20 3.2 Ambtenaren hebben ruimte voor meningsuiting ............................................ 21 3.2.1 Afstand tot werk ..................................................................................... 21 3.2.2 Elke ambtenaar gelijk? .......................................................................... 23 3.2.3 Topambtenaar let op je woorden ........................................................... 24 4
3.2.4 Verarming van de maatschappelijke discussie ...................................... 24 3.2.5 Maatregel is geen verplichting ............................................................... 26 3.3 „Vind ik leuk‟ .................................................................................................. 26 3.3.1 Buitenlandse voorbeelden ..................................................................... 27 3.3.2 Politiek getinte voorbeelden................................................................... 28 3.3.3 Kritische bijdragen ................................................................................. 29 3.3.4 Oplopende emotie ................................................................................. 30 3.3.5 Oude wijn ............................................................................................... 31 3.4 De hele wereld kijkt mee ............................................................................... 31 3.5 Online sociale netwerk activiteiten ................................................................ 33 3.5.1 „Volg me‟ ................................................................................................ 33 3.5.2 Leuk, vrienden worden .......................................................................... 35 3.6 Vakinhoudelijke meningen ............................................................................ 37 3.6.1 Vakliteratuur ........................................................................................... 38 3.6.2 Online discussie..................................................................................... 38 3.6.3 Bloggen.................................................................................................. 39 3.6.4 „Citeren of retweeten‟ ............................................................................. 40 4 Volg me - conclusie ............................................................................................ 41 5. Bijlagen............................................................................................................... 43
5
Management samenvatting De deelnemers zijn voornamelijk gemeenteraadsleden en lid van de VVD, Lokaal links of Lokaal rechts. De volksvertegenwoordigers oefen in meerderheid betaalde nevenwerkzaamheden uit. De volksvertegenwoordigers van D66 werken het vaakst als ambtenaar en die van de VVD zijn ondernemer. De deelnemers reageren op de vragen redelijk in lijn met de bestaande wet- en regelgeving. Of de deelnemers kennen de wet- en regelgeving of de wet- en regelgeving sluit nog voldoende aan bij de huidige in het maatschappelijk verkeer geldende regels. De SPG en Lokaal links vinden dat ambtenaren te weinig ruimte voor vrije meningsuiting hebben en Lokaal rechts vindt juist dat ze te veel ruimte hebben. De politieambtenaren die onder strenge wet- en regelgeving vallen mogen van de volksvertegenwoordigers regelmatig meer dan gemeenteambtenaren. Zoals bij het „volgen‟ op Twitter en het „vrienden worden‟ te zien is. D66 en Lokaal religieus kiezen met overgrote meerderheid voor dezelfde regels voor alle ambtenaren. En D66, Groen Links en Lokaal links zijn het meest positief over de ruimte van meningsuiting van de ambtenaar voor privémeningen. De opgevoerde casussen zijn bij het linker- en rechterspectrum van de politiek even (on)bekend met uitzondering van de „AIVD‟ en de „Ambassadeur‟. Is de „AIVD‟ voornamelijk bij rechtse politieke partijen bekend geldt voor „Ambassadeur‟ dat de linkse politieke partijen deze casus bekend voor komt. De casus „Ambassadeur‟ is ondanks de aandacht in diverse media en de Tweede Kamer der Staten-Generaal slecht bekend bij de volksvertegenwoordigers. Bij deze casus speelde het effect van selectieve waarneming door selectieve aandacht. Dit effect is een aandachtspunt voor bestuurders bij het eventueel opleggen van disciplinaire maatregelen. Over het aangaan van relaties op zakelijke of privé online sociale netwerken met volksvertegenwoordigers of journalisten of het „leuk vinden‟ is consensus. De volksvertegenwoordigers vinden dat het mag. Het zal geen verrassing mogen zijn
6
dat de deelnemende volksvertegenwoordigers het „volgen‟ van henzelf en hun collega‟s het liefst zien. Bijna alle volksvertegenwoordigers zijn het daarmee eens. Voor alle groepen ambtenaren geldt tevens dat het schrijven van vakinhoudelijke artikelen op nummer 3 van toegestane activiteiten staat. Daar tegenover staat dat het actief deelnemen aan forumdiscussies over de eigen portefeuille het minst vaak gekozen wordt als toegestane activiteit. Over het bijhouden van een eigen blog om de privémening te verkondigen is nog geen duidelijke voorkeur van de volksvertegenwoordigers te onderscheiden. Statenleden zijn ten aanzien van het „volgen‟ van volksvertegenwoordigers en journalisten en het schrijven van vakinhoudelijke artikelen zeer ruim denkend. Alle deelnemende Statenleden geven dat rijks-, provincie en gemeenteambtenaren dit mogen. Het deelnemen aan forumdiscussies op het eigen vakgebied is volgens de Statenleden voor alle groepen en met name de rijksambtenaar minder geaccepteerd.
7
1. Aanleiding In dit hoofdstuk leest u de reden en achtergrond van het hoe en waarom van dit onderzoek in paragrafen 1 en 5. De achtergronden van de grondwettelijke vrijheden staan in de paragrafen 2 en 3. Paragraaf 4 handelt over de wettelijk vastgelegde vrije meningsuiting van ambtenaren.
1.1 Bijzondere interesse De combinatie van ambtenaren en vrijheid van meningsuiting heeft mijn bijzondere interesse. De juridische kaders van de vrijheid van meningsuiting stelt alle betrokkenen voor interpretatievragen. Tweets vliegen voorbij waarin ambtenaren de vrijheid van meningsuiting ontzegd lijkt te worden. Deze en andere berichten bevorderen de deelname van ambtenaren in online sociale netwerken weinig. Ambtenaren lijken eerder in een vergaande kramp te schieten. Door mijn interesse en als spreker, trainer en adviseur Vrijheid van Meningsuiting bezit ik veel juridische informatie over ambtenaren en vrijheid van meningsuiting. Naast de wet- en regelgeving voor de verschillende groepen ambtenaren beschik ik over aanvullend materiaal zoals handleidingen, praktijkvoorbeelden en trainingen. Ambtenaren vertellen me hoe zij gebruik (willen) maken van hun vrijheid van meningsuiting in online sociale netwerken. Of ze vragen of bepaalde uitingen mogen. Ik merk dat de vrijheid van meningsuiting een steeds belangrijker onderwerp wordt. En niet alleen onder ambtenaren.
1.2 Traditie van vrijheden Nederland kent een lange traditie van vrijheden. Juist in Nederland lijkt het grondrecht van vrije meningsuiting ter discussie te staan. Iedereen vindt dat hij zijn mening moet kunnen uiten zonder beperking. Daarnaast vindt iedereen dat anderen beperkingen in acht moeten nemen. Deze dubbele moraal is op meer plaatsen voelbaar. Bepaalde onderwerpen zijn taboe en ten aanzien van andere 8
onderwerpen lijken er geen grenzen aan de meningsuiting te zijn waardoor van smaad, belediging, aantasting van de goede naam of opruiing geen sprake lijkt te zijn. Het belang van vrije meningsuiting is groot, “Vrijheid van meningsuiting is voor mij het belangrijkste ook voor ambtenaren. Vrije meningsuiting grondrecht in onze Westerse houdt in dat je verantwoordelijkheid draagt samenleving en verklaart veel voor de inhoud van de boodschap die je uit. van ons succes. Laten wij Alles mag in principe gezegd worden. Dit waken over de vrijheid van betekent niet dat alles ook gezegd moet het spreken!” – Lokaal worden. Zoals een deelnemer aan mijn Rechts / Gemeenteraad workshop achteraf liet weten: “Vrijheid van meningsuiting is geen must, het kan!”.
1.3 Democratische samenleving Grondrechten zijn noodzakelijk in een democratische samenleving. Ze dragen bij aan een menswaardige samenleving. Dit vormt het algemeen belang van grondrechten. Het persoonlijk belang, dat je als individu het recht hebt jouw mening te uiten om ieder ander te overtuigen is de andere kant. De overheid hoort zich in principe niet te mengen in grondrechten. “Aangezien ik raadslid Steeds vaker is de overheid nodig om de ben voor de SGP en de uitoefening van grondrechten mogelijk te Bijbel als leidraad zie maken. Denk bijvoorbeeld aan een voor de maatschappij vind demonstratie waar sommige groepen tegen ik dat er vrijheid van meningsuiting moet zijn. zijn en de demonstranten willen tegenhouden. Waar iemand ook staat.” Het Europese Hof voor de Rechten van de – SPG / Gemeenteraad Mens concludeert dat vrijheid van meningsuiting niet alleen voor gelijkgestemden bedoeld is: “…„information‟ or „ideas‟ that are favorably received or regarded as inoffensive or as a matter of indifference, but also to those that offend, shock or disturb; such are the demands of that pluralism, tolerance and broadmindedness without which there is no „democratic society‟.” 9
1.4 Verzekeren bij wet De regering stelde vast dat ambtenaren recht “De regels moeten zijn hebben op vrijheid van meningsuiting. Om te dat een ambtenaar best zorgen dat voor ambtenaren dit recht verzekerd is, wel zijn mening mag werd in 1983 de Ambtenarenwet aangepast. In hebben, maar deze niet publiekelijk, dus ook artikel 125a is sindsdien geregeld dat de niet per mail, social ambtenaar geen onbeperkt recht van vrije media mag uiten.“ – meningsuiting heeft. Datzelfde artikel 125a regelt CDA / Gemeenteraad ook dat de overheidswerkgever het recht niet verder kan beperken. Deze twee kanten van de medaille vormen voor de overheidswerkgever en overheidspersoneel het kader voor de vrijheid van meningsuiting. Tijdens de voorbereiding voor de aanpassing van de Ambtenarenwet merkte J.A. Peters in 1979 tijdens de discussie over het preadvies het volgende op: “…. het historische overzicht waaruit blijkt dat de situatie t.a.v. de vrijheid van de ambtenaar niet altijd dezelfde is geweest, dat het een slingerbeweging is geweest. En ik geloof dat wat dat betreft het een hele goede waarschuwing zou moeten zijn: laten we nu in ieder geval de grondrechten van ambtenaren zo goed mogelijk verankeren, omdat het niet uitgesloten is dat men in de toekomst wat dat betreft toch weer een weg terug zou willen volgen." Heeft Peters dit correct voorzien? Worden ambtenaren naar het verleden „geteleporteerd‟ omdat Nederland na 33 jaar een slingerbeweging maakt? In deze tijd lijkt alles sneller en meer publiek. Toch lijkt het alsof volksvertegenwoordigers verlangen naar een tijdperk waarin ambtenaren vrije meningsuiting ontberen of zwaar beperkte meningsuiting mogen uitoefenen. Ontberen of beperken zijn twee uitersten in het spectrum en alle tussenvormen zijn mogelijk. Zo konden ambtenaren vroeger zelfs voor een uiting buiten het vakgebied tot de orde geroepen worden of hun baan verliezen op grond van (actief) lidmaatschap van de verkeerde politieke partij. Is een (totaal) gebrek aan vrijheid van meningsuiting niet juist datgene waarvoor andere landen door Nederland en “Ambtenaren moeten zijn Kamerleden worden beoordeeld? neutraal zijn.” – PvdA / Gemeenteraad
10
Het huidige Kamerdebat over de normalisatie van de positie van ambtenaren (m.a.w. het afschaffen van de ambtenarenstatus voor veel aangestelde ambtenaren door de Ambtenarenwet te wijzigen) kan geen invloed hebben op de werking van de grondrechten in de verhouding tussen overheidswerkgever en overheidspersoneel (ambtenaar of werknemer). De grondrechten werken in de relatie tussen overheid en derden rechtstreeks. Dit betekent dat iedereen die zaken doet met de overheid zich op de grondrechten kan beroepen als de overheid ze ten onrechte beperkt. Wil de overheid de uitoefening van grondrechten beperken, dan zal die beperking in een wet moeten zijn vastgelegd. Grondrechten kunnen volgens de Grondwet alleen door wetten beperkt worden. Voor ambtenaren is de ruimte van de vrijheid van meningsuiting geregeld in de Ambtenarenwet, in artikel 125a en voor militairen in de Militaire Ambtenarenwet, in artikel 12a. Bij de normalisatie blijft dit artikel 125a gehandhaafd. Oprecht hoop ik dat Nederland zijn respect voor andersluidende meningen niet verliest, ook als ze van ambtenaren komen. Een slingerbeweging, zoals Peters het noemt, is niet wenselijk.
1.5 Gezonde nieuwsgierigheid Vanwege de publieke belangstelling voor de vrijheid van meningsuiting en de belangstelling van volksvertegenwoordigers voor uitingen van ambtenaren, wilde ik weten: “Hoe volksvertegenwoordigers denken over de vrijheid van meningsuiting voor privémeningen van ambtenaren”. Hiertoe is een enquête opgesteld en uitgezet onder ongeveer 3000 volksvertegenwoordigers. Het onderzoek is uitgezet, toen de Catshuisonderhandelingen gevoerd werden. Antwoorden van sommige volksvertegenwoordigers op openvragen zijn als citaat in de blauwe tekstblokken opgenomen. Bij de citaten is aangegeven in welke volksvertegenwoordigend gremium de volksvertegenwoordiger zitting heeft en namens welke politieke partij.
11
2. Inleiding In de inleiding wordt een beeld geschetst van de huidige stand van zaken en ontwikkelingen. In de eerste twee paragrafen wordt ingegaan op online sociale netwerken en privacy. In de derde paragraaf staan activiteiten met online sociale netwerken van ambtenaren en overheid centraal. In de laatste drie paragrafen wordt de bekendheid met de wet en de consequenties daarvan besproken.
2.1 Online sociale netwerken groeien Het gebruik van online sociale netwerken 1 groeit in het privédomein. De penetratiegraad van online sociale netwerken in Nederland ligt hoog. Bijna elke inwoner heeft minimaal een account op een online sociaal netwerk. Het is daarmee uitgesloten dat het gebruik door overheidspersoneel en binnen de overheid achterwege blijft. De vraag is: „Hoe krijgt het gebruik van online sociale netwerken in het publieke domein vorm!‟. Ik kan geen blauwdruk geven. De tijd wijst het uit. Tot Nederland zover is, leren we allemaal met vallen en opstaan online sociale netwerken gebruiken. We leren dit in het publieke domein. Op internet is, in 2012 in elk geval, weinig privacy en vertrouwelijkheid. Dit is door de Hoge Raad der Nederlanden geconcludeerd. Iedereen kan over de informatie (teksten, foto‟s, video‟s etc.) beschikken die jezelf publiceerde. Daarnaast is er weinig controle over de informatie die anderen over jou bezitten en (kunnen) publiceren. De missers die jezelf op internet maakt, of daar buiten, en die iemand anders voor je publiceert (bijvoorbeeld video‟s), behoren allemaal tot het publieke domein.
1
Online sociale netwerken zijn netwerken waar zakelijk of privécontact gelegd en of gehouden kan worden met zakenrelaties en of privécontacten zoals familie, vrienden, kennissen en (on)bekenden. Contacten worden via software toepassingen onderhouden om kennis en of informatie te delen. De contacten worden rond een centraal punt opgebouwd. Een centraal punt is bijvoorbeeld een persoon of een bedrijf. Enkele voorbeelden van online sociale netwerken zijn: LinkedIn, Twitter, Google+, Facebook, Plaxo, Hyves, Pinterest, You Tube, Slideshare.
12
Controle over deze informatie krijg je alleen terug wanneer het een strafbaar feit betreft. Dan is de controle nog beperkt omdat gepubliceerde informatie bijna niet van internet te verwijderen is.
2.2 Privé wordt zakelijk De grens tussen privé en zakelijk is online lastig te handhaven. Netwerken van vrienden, collega‟s en zakenrelaties lopen steeds vaker door elkaar. Via online sociale netwerken weet je wie van jouw contacten een verbindende schakel vormt met anderen. Een zakenrelatie kan een goede vriend van jouw vriend zijn of een sollicitant die aanbevolen wordt door een werknemer heeft betere kansen dan iemand die via een brief solliciteert. Vrienden “Laat de mening van worden collega‟s, collega‟s en zakelijke ambtenaren maar bekend contacten worden vrienden, soms zowel online zijn. Transparantie geeft als offline - in het echte - leven. inzicht en kan helpen bij Door het vermengen van privé en zakelijke strategische positiebepaling.” – CU / netwerken worden privémeningen bekend en of Provinciale Staten toegankelijk voor anderen buiten het persoonlijke netwerk, ook wanneer de mening of informatie in een afgeschermde omgeving gepubliceerd wordt. Wanneer een privémening online geuit wordt, neemt de toegankelijkheid en beschikbaarheid erover aanzienlijk toe. Na het publiceren van informatie is de controle over wat er mee gebeurd verdwenen. Wat betekent dat voor overheidspersoneel en de overheidswerkgever?
2.3 Online sociaal actieve ambtenaren Binnen de overheid, en daarbuiten, werken veel personen en organisaties aan het gebruik en de inzet van online sociale netwerken door die overheid en overheidspersoneel. De activiteiten lopen van het geven van trainingen voor basisvaardigheden over het gebruik van een specifiek online sociaal netwerk via samenwerken aan beleid (cocreëren) of burgerparticipatie naar marketingstrategieën. Overheidswerkgevers gebruiken kennis die binnen de 13
organisatie aanwezig is om collega‟s op te leiden in vaardigheden voor het gebruik en de inzet van online sociale netwerken. De tijd dat alleen de communicatiemedewerkers trainingen krijgen aangeboden is voorbij. Nu krijgen ook andere medewerkers vaardigheidstrainingen. Trainingen sociale media behandelen nu voornamelijk het aanmaken van een account, profiel en het gebruik van het netwerk. Niet elke ambtenaar wil na een training echt aan de slag met online sociale netwerken. Na de training begrijpen ze wat online sociale netwerken inhouden. De angst om publiekelijk een misstap te maken is groot. De effectiviteit van de trainingen is een vraag die mij bezig houdt. Het doel zal zijn het inzetten van online sociale netwerken ten behoeve van de werkzaamheden. Het doel zal niet zijn dat een deelnemer alleen privé-informatie of de locatie waar hij is publiceert. Naast activiteiten die de individuele ambtenaar of overheidsorganisatie aanbiedt en of uitvoert zijn landelijke initiatieven actief. Er zijn diverse online groepen opgericht en actief rond dit thema. Sommige groepen werken samen op afgeschermde (intranet) websites. Minder publiek bekend zijn Yammer, Pleio en Ambtenaar2.0. Andere groepen gebruiken de eigen website om een online sociaal netwerk te creëren of gebruiken de mogelijkheden die externe online sociale netwerken bieden. De bekendste online sociale netwerken zijn LinkedIn, Google+, Facebook. Op al deze netwerken zijn ambtenarengroepen actief. Verder besteden verschillende (online) publicaties regelmatig aandacht aan overheid en online sociale netwerken. Bekende publicaties zijn PublicMission, RePublic, iBestuur en BinnenlandsBestuur. Zelfs de Volkskrant heeft een pagina op internet over Ambtenaar2.0.
14
2.4 Bekendheid met de wet De overheidswerkgevers proberen de ontwikkelingen op het gebied van online sociale netwerken bij te houden. Ze stellen aan de ene kant handleidingen, gedragscodes, tips of richtlijnen op voor het gebruik van online sociale netwerken. Of doen dat juist niet. De richtlijn kan tijdens of voor de bovengenoemde vaardigheidstraining onder de aandacht gebracht worden.
“Je moet dit niet te veel in regels willen vatten. Als je denkt te regelen hoe je met email omgaat staat de eerste social media voor de deur. Als je dat gehad hebt gaat het verder met nieuwe varianten. Ik ben er van overtuigd dat we naast twitter en facebook nog meer vormen in de toekomst krijgen. Niet telkens regeltjes dus. Waar het om gaat is dat je je als ambtenaar bewust bent van de bijzondere rol die je hebt. Daar moet je het met elkaar over hebben en dan de juiste dingen doen. Je kunt bijvoorbeeld niet als ambtenaar - adviseur overdag tegen je minister - gedeputeerde wethouder zeggen A en later op je social media accounts zeggen A is echt slecht, het moet B zijn.” – D66 / Gemeenteraad
Bij het opstellen van de richtlijn baseren overheidswerkgevers zich in meer of mindere mate op wet- en regelgeving en soms op richtlijnen van private bedrijven. De intentie van overheidswerkgevers bij het opstellen van een richtlijn is goed. De goede intentie neemt niet weg dat de meeste richtlijnen niet voldoen aan de zorgvuldigheid die van een overheidswerkgever die over de grondrechten van zijn personeel uitspraken doet verwacht mag worden. Het overnemen van richtlijnen van private bedrijven kan niet. Private bedrijven hebben een andere verhouding ten opzichte van hun werknemers wanneer het de inperking van grondrechten betreft. Een overheidswerkgever mag de grondrechten van de ambtenaar niet inperken, tenzij die beperking van het grondrecht in de wet is geregeld. Veel van de bestaande richtlijnen zijn onvolledig, incompleet, spreken zichzelf tegen of zijn op sommige punten zelfs in strijd met de Grondwet. Een richtlijn die aan de wet voldoet, heb ik nog niet gezien.
15
2.5 Publiciteit vergroot achterstand overheid Overheidswerkgevers en -personeel kennen de geldende wet- en regelgeving onvoldoende, helemaal niet of passen de wet- en regelgeving niet correct toe. Dit is zichtbaar in reacties op mogelijke incidenten waar de vrijheid van meningsuiting het functioneren van de overheidsorganisatie of ambtenaar aantast. Op een mogelijk incident wordt direct en of regelmatig (te) zwaar gereageerd door de overheidswerkgever. Beter kan de overheidswerkgever even afstand nemen en het incident toetsen aan wet- en regelgeving. Het handelen van de ambtenaar kan en mag niet (alleen) aan een interne richtlijn “Er zijn al te veel regels. getoetst worden! Een ieder is verantwoordelijk voor zijn mening en Een ambtenaar mag zorgvuldigheid, uitspraken en zal de belangenafweging en proportionaliteit consequenties van zijn of verwachten van de overheid. Helemaal als haar uitspraken juist moeten het een beslissing betreft die eventueel zijn inschatten en accepteren.” persoonlijke levenssfeer en functioneren CDA / Gemeenteraad raakt. Geen regels. Wat 'geheim' of 'vertrouwelijk' is mag niet
worden gemaakt, Het optreden van de overheidswerkgever heeftpubliek een grote uitwerking op alle maar dit wordt niet geregeld medewerkers. Zeker wanneer een incident „de voorpagina‟ haalt. Voor een onder het hoofd 'vrijheid van ambtenaar die ongewild in de schijnwerpers meningsuiting'. staat, heeft dat waarschijnlijk voldoende afschrikkende werking om herhaling te voorkomen. Zijn collega‟s zullen naar aanleiding van zo een gebeurtenis mogelijk terughoudend blijven of worden. Een afschrikwekkend voorbeeld in de directe omgeving vergroot daardoor de achterstand “Gemeenteambtenaren die van de overheid op online sociale netwerken. onder het juk van een gemeentesecretaris elke Want het zijn de ambtenaren die de overheid vrijheid moet inleveren […] online (mede)vertegenwoordigen.
Ik wil niet beweren dat deze afschrikkende werking door het plotseling in de schijnwerpers staan of door een veroordeling voor de publieke opinie terecht is. De overheidswerkgever mag zich niet door de (publieke) opinie laten leiden bij het al dan 16
is een voormalige Oostbloksituatie die vermeden moet worden. In onze stad kennen we een duidelijke Twitter afluisterdienst met name door afdeling voorlichting.” – Lokaal Rechts / Gemeenteraad
niet opleggen van disciplinaire maatregelen of sancties. Zoals bovenstaand aangegeven dient een afweging gemaakt worden op basis van de kaders uit weten regelgeving. Die kaders kunnen duiden of het terecht is dat het vermeende incident „de voorpagina‟ haalde. Voor de ambtenaar geldt: “Ken de wet- en regelgeving!” en leg disciplinaire maatregelen en sancties ter toetsing via bezwaar- en of beroepsprocedures voor. Ook rechtsbijstandverleners die ambtenaren bij staan kunnen hier vaker een beroep op doen.
2.6 Bespaar financiële middelen Ambtenaren hebben er baat bij meer te weten over hun vrijheid van meningsuiting, zeker wanneer ze bang zijn een misstap te begaan. Het helpt wanneer de overheidswerkgever aangeeft welke foutmarge een ambtenaar heeft. Treedt de overheidswerkgever direct op of is er een (gewennings)fase waarin fouten gemaakt mogen worden? Is deze gehanteerde bandbreedte bekend, dan kunnen alle betrokkenen zich vrijer op online sociale netwerken bewegen. Een organisatie waar foutloos gewerkt wordt bestaat niet. Duidelijk communiceren en informeren welke wettelijke rechten en plichten beide partijen dienen na te komen, kan een opener sfeer creëren. In een opener sfeer stimuleert een offline dialoog op de werkvloer over het gebruik van online sociale netwerken. In een goede sfeer en onderlinge verstandhouding worden minder fouten gemaakt. Minder fouten beperkt de inzet van middelen om kostbare juridische stappen te nemen. Juridische stappen werken verstorend op de arbeidsverhouding, de sfeer op de werkvloer en kunnen onbepaalde tijd voortduren. Het is voor alle betrokkenen het prettigst als dat door duidelijke communicatie over de wederzijdse verwachtingen, rechten en plichten voorkomen kan worden. Graag presenteer ik u hierbij de rapportage van de onderzoeksresultaten.
17
3 Rapportage In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gerapporteerd. De eerste paragraaf beschrijft de deelnemers. In hoeverre ambtenaren volgens volksvertegenwoordigers vrijheid van meningsuiting hebben wordt in de tweede paragraaf besproken. De tweede paragraaf bestaat uit verschillende subparagrafen waarin de afstand tot het werk en de mening en de gelijkheid van de verschillende ambtenaren om hun mening te uiten centraal staan. De laatste twee subparagrafen bespreken consequenties van het beperken van meningsuiting en het opleggen van disciplinaire maatregelen. In de derde paragraaf worden verschillende casussen uit de praktijk opgevoerd. De volksvertegenwoordigers gaven aan of zij bekend zijn met de betreffende casus. De vierde paragraaf gaat over selectieve waarneming. In de vijfde (m.b.t. netwerken) en zesde (m.b.t. schrijven) paragraaf geven de volksvertegenwoordigers antwoord op de vraag welke mogelijkheden die online sociale netwerken bieden de ambtenaren mogen toepassen. Voor veel van de gegeven mogelijkheden is het voor de volksvertegenwoordigers duidelijk hoe ze tegenover het gebruik door ambtenaren staan. Sommige mogelijkheden zijn nog controversieel. Dit is af te leiden uit de lagere percentages. In deze paragraaf wordt tevens zichtbaar dat Statenleden anders denken dan gemeenteraadsleden.
3.1 Deelnemers 3.1.1 Volksvertegenwoordigende gremia De volksvertegenwoordigers uit verschillende volksvertegenwoordigende gremia en verschillende delen van het land zijn verzocht mee te werken aan het onderzoek. Deelname aan het onderzoek vond plaats op basis van vrijwilligheid en eventueel kon de vragenlijst anoniem ingezonden worden. Volksvertegenwoordigers die de onderzoeksresultaten wilden ontvangen gaven dat in het onderzoek aan of via een separate e-mail. 18
Alle leden van de Eerste en Tweede Kamer de Staten-Generaal en Provinciale Staten zijn rechtstreeks benaderd. De gemeenteraadsleden van 120 gemeenten zijn rechtstreeks of via de griffie benaderd. Naast meerkeuzevragen zijn openvragen opgenomen in Deelname naar gremium de enquête. Ruim 200 volksvertegenwoordigers reageerden door de vragenlijst in te vullen. De leden van Provinciale Staten en gemeenteraden zijn goed vertegenwoordigd onder de deelnemers. Gemeenteraad
Provinciale Staten
Eerste en Tweede Kamer
De verdeling over de verschillende volksvertegenwoordigingen is naar rato van de aantallen vertegenwoordigers redelijk. Nederland kent ruim 9000 gemeenteraadsleden tegenover 75 Eerste Kamerleden. Tussen de Statenleden en gemeenteraadsleden zijn soms noemenswaardige verschillen ontdekt in de gegeven antwoorden deze zijn in de bespreking van de resultaten opgenomen.
3.1.2 Politieke kleur
Verdeling deelnemers naar politieke partij
VVD
Uit alle landelijke politieke partijen hebben volksvertegenwoordigers deel genomen. De verdeling over het linker- en rechterspectrum van het politieke veld is gelijk. Opvallend is het grote aantal VVD‟ers (16%). De lokale partijen waren
PVV Lokaal Rechts
CDA Eenmansfractie
PvdD D66
PvdA SP
Lokaal Links GL Lokaal Reli CU SGP
19
ingedeeld in drie categorieën. De categorieën zijn 1. religieus, 2. gelijkend op SP, PvdA, GroenLinks en 3. gelijkend op VVD, CDA, PVV. De verdeling lag langs de lijn coalitie versus oppositie. Door de val van de regering is deze verdeling bij het verwerken van de reacties achterhaald. De lokale partijen worden in het onderzoek aangehaald als Lokaal religieus, Lokaal links en Lokaal rechts. De laatste twee lokale stromingen waren beiden met 13% deelnemers vertegenwoordigd en na de VVD de grootste groep.
3.1.3 Nevenwerkzaamheden De volksvertegenwoordigers is gevraagd welke nevenwerkzaamheden zij naast de politiek verrichten. Ruim 70% van de deelnemers geeft aan dat ze andere betaalde werkzaamheden uitoefenen. De werkzaamheden variëren van ondernemer, loondienst tot ambtenaar. Het merendeel van de volksvertegenwoordigers (40%) werkt in loondienst. Lokaal rechts en Groen Links hebben het hoogste percentage niet-meerwerkenden met 25% respectievelijk 17%. Volksvertegenwoordigers van D66 (29%) en VVD (25%) hebben het vaakst een functie als Werkzaamheden -Totaal ambtenaar. In loondienst werken de volksvertegenwoordigers van Lokaal links (15%) en VVD (14%) met meest en een eigen onderneming voeren VVD (20%) en CDA, D66, Lokaal rechts (allen 16%). Anders (niet werkzaam of volksvertegenwoordiger) Van de deelnemers geeft 11% aan Beroepsbevolking (loondienst, aangesteld, ondernemer) fulltime als volksvertegenwoordiger te werken.
20
3.2 Ambtenaren hebben ruimte voor meningsuiting De eerste reactie van de volksvertegenwoordigers, op de vraag of ambtenaren voldoende ruimte voor meningsuiting hebben, is positief. Meer dan de helft van de deelnemers (55%) vindt, dat er voldoende ruimte is. Bij de landelijke politieke partijen D66, PvdA, CDA en VVD geeft een meerderheid van de deelnemers aan dat er voldoende ruimte is. Ambtenaren hebben voldoende ruimte om zich te uiten - totaal
Sommige volksvertegenwoordigers (12%) vinden zelfs, dat er te weinig ruimte is voor ambtenaren om hun mening te uiten. De volksvertegenwoordigers die vinden dat er te weinig ruimte voor de ambtenaar is om zijn mening te uiten zijn evenredig verdeeld over de linkeren rechterkant van het politieke spectrum. SGP (33%) en Lokaal links (24%) voeren in deze groep de boventoon.
Ambtenaren hebben voldoende ruimte om zich te uiten Ambtenaren hebben te weinig ruimte om zich te uiten. Ambtenaren hebben te veel ruimte om zich te uiten. Ik weet het niet
Een percentage van 6% vindt, dat ambtenaren te veel ruimte hebben om hun mening te uiten. Deze reactie komt voornamelijk van volksvertegenwoordigers van lokaal rechtse partijen (31%).
3.2.1 Afstand tot werk Hoe denken volksvertegenwoordigers over het uiten van een privémening die het vakgebied, de organisatie, het beleid of de portefeuille raakt? Wanneer hiernaar gevraagd wordt zijn de vertegenwoordigers van politieke partijen consequent in hun reactie. Tussen de partijen is een verwaarloosbaar onderscheid ten aanzien van de verschillende vragen. Van de deelnemende volksvertegenwoordigers mag een ambtenaar zijn privémening uiten zolang deze uiting niet het beleid en de
21
organisatie (71%), de portefeuille (59%) of het vakgebied (60%) raakt. (Zie voor een overzicht van de percentages figuur 1 - Een ambtenaar mag … in de bijlage.) Deze percentages zijn hoger dan de 55% die vindt dat een ambtenaar zijn privémening mag uiten. En de percentages zijn in overeenstemming met de 69% die vindt dat er voldoende of te weinig ruimte voor de ambtenaar is om zijn privémening te uiten. Volgens regelgeving en jurisprudentie heeft een ambtenaar meer ruimte van meningsuiting als het onderwerp waarover hij zich uit verder van zijn vakgebied verwijderd is. Uit de vorige vraag bleek een percentage van 59% van de deelnemende volksvertegenwoordigers te vinden dat ambtenaren voldoende of te weinig ruimte is voor de ambtenaar om zijn mening te uiten. In deze vraag is in het algemeen gevraagd naar de ruimte van vrije meningsuiting die ambtenaren hebben. Bij het specificeren van verschillende groepen ambtenaren neemt bij de deelnemende volksvertegenwoordigers de ruimte van vrijheid van meningsuiting af.
“Ambtenaren horen zich niet uit te laten over het beleid maar staan ten dienste van dat beleid. ze horen loyaal te zijn aan het uit te voeren beleid. Ook horen ze in de pers niet hun mening te geven met ondertiteling hun functie. Ook politie mensen horen zijn een voorbeeld functie en kunnen dus niet de minister bekritiseren over het beleid. het feit dat ze nu al maanden staken stoort mij al behoorlijk” – Lokaal Rechts / Gemeenteraad
In de volgende vraag is per groep ambtenaren gevraagd of zij hun privémening bekend mogen maken. Opvallend is dat 50% van de volksvertegenwoordigers vindt dat rijks-, provincie- en gemeenteambtenaren hun privémening mogen uiten. Voor militairen en politieambtenaren vinden respectievelijk 47% en 44% van de volksvertegenwoordigers dat ze hun mening mogen uiten. Deze percentages liggen lager dan de eerder geconstateerde 69%. Voor alle groepen geldt dat Lokaal links, D66 en Groen Links deze vraag het meest positief antwoorden. Het verschil in percentage tussen de verschillende groepen ambtenaren blijft behoorlijk constant in dit onderzoek. Opvallend is dat militairen soms meer zouden mogen dan andere ambtenaren, terwijl de wetgeving juist vanwege het landsbelang voor militairen strikter is. 22
Het antwoord op de vraag, hoeveel ruimte ambtenaren hebben, is belangrijk. Het vormt de basis van het onderzoek. Zijn de overige vragen consequent in deze lijn beantwoordt, zou de huidige wet- en regelgeving kunnen volstaan. De reacties zouden dan alleen invulling geven aan de gewenste interpretatie van de wet- en regelgeving. “Geen enkele mening tav handelen
De consequente beantwoording en de werkgever” en “Geen beoordelinginterpretatie van wet- en regelgeving is suitspraken over beleid. Zij moeten uitvoeren en ten dienste van de onder andere onderzocht door te bestuurders en volksvertegenwoorvragen naar activiteiten die digers”. – VVD / Gemeenteraad verschillende groepen ambtenaren wel mogen volgens de volksvertegenwoordigers. Deze vraag staat centraal bij de verdere analyse van de reacties.
3.2.2 Elke ambtenaar gelijk? In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt naar vijf groepen ambtenaren. De rijks-, provincie- en gemeenteambtenaren vormen drie groepen en de militairen en politieambtenaren nog eens twee groepen. Een meerderheid van de deelnemende volksvertegenwoordigers (64%) vindt, dat voor alle ambtenaren dezelfde regels moeten gelden. Momenteel geldt voor ordehandhavers (politie en militairen) Regels per groep ambtenaren zwaardere aanvullende regelgeving. totaal Alleen voor militairen en politieambtenaren afwijkende regels opstellen vindt 15% van de volksvertegenwoordigers gewenst. En 19% wil voor elke groep ambtenaren aparte regels. De landelijke partijen D66, PvdA, SP, CDA, VVD en Lokaal links, Lokaal religieus en Lokaal rechts kiezen met ruime meerderheid voor dezelfde regels voor alle ambtenaren. 23
Dezelf de regels voor alle ambtenaren Andere regels voor alle ambtenaren Andere regels voor ordehandhavers (politie en militairen) Ik weet het niet.
D66 en Lokaal religieus zijn partijen waar niemand voor het vastleggen is van verschillende regels per groep. Lokaal religieus, Lokaal rechts en PVV zijn partijen waar niemand voor het vastleggen is van verschillende regels voor ordehandhavers (militairen en politie). Alleen D66 en Lokaal religieus kiezen met overgrote meerderheid voor dezelfde regels voor alle ambtenaren.
3.2.3 Topambtenaar let op je woorden Is er voor volksvertegenwoordigers een verschil in het uiten van een privémening door een hogere of lagere ambtenaar? Ja, de vraag kon alleen beantwoord worden met eens of oneens. Aannemelijk is dat twijfelaars voor „oneens‟ kiezen. Van de deelnemende volksvertegenwoordigers vindt 41% dat een lagere ambtenaar zijn privémening publiek bekend mag maken en daar meer ruimte voor heeft dan een hogere ambtenaar. Terwijl 14% van de volksvertegenwoordigers vindt, dat een hogere ambtenaar meer ruimte heeft om zijn privémening publiek bekend te maken. De politieke kleur van de volksvertegenwoor“Leidinggevende ambtenaren digers is geen voorspellende factor over de moeten zich m.i. nog meer ruimte van vrije meningsuiting die een hoge of bewust zijn van de impact van de geuite mening.” – lagere ambtenaar heeft. Groen Links / Gemeenteraad
3.2.4 Verarming van de maatschappelijke discussie De reacties van de deelnemende volksvertegenwoordigers zijn in lijn met de wet- en regelgeving voor ambtenaren en de vrijheid van meningsuiting. De wet- en regelgeving bepalen dat de ruimte van meningsuiting groter is naarmate de afstand tussen portefeuille en ambtenaar groter is of naarmate er meer ruimte ligt tussen het vaststellen van het beleid en de meningsuiting. De wet- en regelgeving noch jurisprudentie beantwoorden de vraag: „of een hogere ambtenaar meer ruimte van meningsuiting heeft dan een lagere of vice versa‟. Uit jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van Mens blijkt dat met name politieambtenaren minder ruimte krijgen naar mate ze hoger in de organisatie komen. In enkele zaken heeft het Hof geconcludeerd dat politieke neutraliteit voor 24
hoge politiefunctionarissen gewenst is. Actief lidmaatschap voor politieke partijen, zeker die aan de uiteinden van het politieke spectrum, kan het einde van verdere bevordering betekenen of zelfs tot ontslag leiden voor politie-ambtenaren, volgens het Europese Hof voor de Rechten van Mens. In Nederland is lange tijd maatschappelijk geaccepteerd, dat hoge ambtenaren publiek hun mening kenbaar maakten, bv. bij een nieuwjaarsreceptie of via optredens in de media. Tegenwoordig is dat aantal publieke speeches en optredens in de media aanzienlijk verminderd. De maatschappelijke trend lijkt te zijn dat de huidige generatie hoge ambtenaren minder ruimte van meningsuiting hebben of krijgen dan hun voorgangers. “Hoge ambtenaren met beleids/of hoge leidinggevende functies hebben veel macht en invloed en sturen al vreselijk veel. Zij weten vaak ook veel, dus hun vakkennis moeten zij kunnen delen en die is meestal niet helemaal vrij van meningen. Toch moeten zij oppassen politiek te gaan bedrijven door met hun mening het publiek debat te beïnvloeden, want dat werkt sterk als een soort aparte belangen/lobbygroep. Tegelijkertijd is het ook niet verkeerd als volksvertegenwoordigers en bestuurders weten waar de ambtenaren staan; dan weet je ook beter wat je eraan hebt of kunt verwachten, een blog ofzo waar dat voorzichtig uit blijkt, kan geen kwaad en geeft ook inzicht in waar ambtenaren tegenaan lopen, kan heel leerzaam zijn.” – Groen Links / Gemeenteraad
Voor het maatschappelijke debat vind ik het een verarming wanneer ambtenaren zich niet meer of beperkt uiten. Het doel van vrijheid van meningsuiting dient onder andere het algemeen belang. Door het uitwisselen van meningen wordt beter inzicht verkregen in de verschillende standpunten en keuzes. Door beter inzicht in het onderwerp ontstaat een bredere basis voor besluitvorming of kunnen onvolkomenheden gerepareerd worden. Ambtenaren zijn specialisten en overzien hun vakgebied juist door alle contacten die ze hebben. Daardoor zijn zij in de gelegenheid om verbanden te leggen tussen aanpalende vakgebieden. Wanneer ambtenaren zich uit het maatschappelijke debat terugtrekken verdwijnt een specialistisch geluid.
25
3.2.5 Maatregel is geen verplichting Hoe denken volksvertegenwoordigers over het gebruik van de ruimte van meningsuiting door ambtenaren? Door de jaren heen zijn er veel voorbeelden in binnen- en buitenland van incidenten. Een incident betekent niet dat er daadwerkelijk een probleem was of is. Op het moment zelf kan het lijken op een probleem, door het incident te toetsen aan wet- en regelgeving wordt het incident geobjectiveerd. “Bij meningsuiting vind ik Overheidswerkgevers reageren steeds vaker erg belangrijk als men dat direct en publiek wanneer een ambtenaar in de doet dan weet je in elk geval wat er in zijn hoofd schijnwerpers staat als zich zogenaamd een speelt maar aan de andere incident heeft voorgedaan. In hoeverre zijn kant twijfel ik eraan hoe deze incidenten doorgedrongen tot een groter het gewaardeerd wordt om publiek? Was er reden voor een disciplinaire zo open te zijn heb mijn maatregel omdat het functioneren van de dienst twijfels wel hierover.” – of de ambtenaar geschonden is? In de PVV / Tweede Kamer regelgeving staat dat de aard, duur en wijze van de schending van het functioneren meewegen bij het bepalen of een maatregel volgt. De overheidswerkgever kan een maatregel opleggen. Hij is niet verplicht een maatregel op te leggen!
3.3 ‘Vind ik leuk’
Ambassadeur vindt groep op facebook leuk
VVD
PVV
De volksvertegenwoorLokaal Rechts CDA digers is gevraagd of zij Eenmansfractie bekend zijn met specifieke PvdD D66 casussen. Deze casussen PvdA geven praktijkvoorbeelden SP met betrekking tot het Lokaal Links GL gebruik van de vrijheid van Lokaal Reli meningsuiting door CU SGP overheidspersoneel. De casussen zijn gebaseerd op Afbeelding 1 - Bekendheid Casus 'Ambassadeur' 26
jurisprudentie van de afgelopen dertig jaar. Tussen de casussen zijn enkele buitenlandse voorbeelden opgenomen. Politiek getinte casussen zouden mijns inziens zeker de aandacht van volksvertegenwoordigers wekken. De laatste politiek getinte casus „Ambassadeur‟ speelde in maart 2012. Over deze casus zijn Kamervragen gesteld en in verschillende media is verslag gelegd. De casus „Ambassadeur‟ betreft een ambassadeur die op Facebook een pagina 'leuk vind‟. Verrassend is dat 86% van de volksvertegenwoordigers de casus „Ambassadeur‟ niet kent. Van de 20 gegeven casussen staat „Ambassadeur‟ op een gedeelde 15 plaats met 2 andere casussen. Welke casussen zijn dan bekender dan „Ambassadeur‟? Een overzicht van de bekendheid met alle casussen is in de bijlage in figuur 2 opgenomen.
3.3.1 Buitenlandse voorbeelden Op de niet-Nederlandse casussen reageren de deelnemende volksvertegenwoordigers vaker dat ze de casus kennen, dan de casus „Ambassadeur‟. Zoals de niet-Nederlandse casus „Militaire missie‟ van een militair die foto‟s inclusief de GPSgegevens van een militaire missie op Facebook plaatst. De casus „Militaire missie‟ komt 23% bekend voor. Dit is 9% hoger dan de bekendheid van „Ambassadeur‟. Ook de casus „AIVD‟ waar een medewerker persoonlijke contact- en familiegegevens op Facebook heeft geplaatst is met 16% bekender. Bij de rechtse partijen is „AIVD‟ bekender en AIVD-medewerker plaatst op facebook prive-gegevens bij de linkse partijen „Ambassadeur‟ (zie afbeelVVD dingen 1 en 2). Voor de PVV Lokaal Rechts overige casussen zijn ze bij CDA alle partijen even bekend. Eenmansfractie PvdD De casus „Kritische militair‟ D66 kent 17% van de PvdA SP volksvertegenwoordigers. De Lokaal Links „Kritische militair‟ zou ten GL Lokaal Reli overstaan van publiek en CU collega‟s het regeringsbeleid SGP Afbeelding 2 Bekendheid Casus 'AIVD' bekritiseerd hebben. 27
3.3.2 Politiek getinte voorbeelden De eerste politiek getinte casus „Stembureaumedewerker‟ betreft een twitterende stembureaumedewerker. Zij twitterde tijdens de Provinciale Statenverkiezingen in 2011 dat ze tijdens de telling PVV-stemmen zou laten verdwijnen. Van de deelnemende volksvertegenwoordigers van Provinciale Staten kenden 10% deze casus. Met 16% van alle deelnemende volksvertegenwoordigers is deze 12 maanden oudere casus bekender dan „Ambassadeur‟. Veel bekender is de tweede politiek getint casus „Politiechef 1‟. Dit betreft een hoge politieambtenaar die twitterde over de PVV. De bekendheid van „Politiechef 1‟ kan liggen in het feit dat de casus veelvuldig als voorbeeld gebruikt wordt. De casus is met 66% de meest bekende onder de deelnemende volksvertegenwoordigers. De casus „Politiechef 2‟ volgt op een tweede plaats met 54% bekendheid. „Politiechef 2‟ betreft een andere „tweet‟ van „Politiechef 1‟ “Transparantie en vrijheid van over huiselijk geweld. Door ondoordacht meningsuiting is een een gevoel te uiten heeft zij haar belangrijke waarde. Echter respect voor de ander is dat vertrouwenspositie verloren. Disciplinaire ook en anderen kwetsen en/of maatregelen waren voor de politiechef het beledigen als gevolg van privé gevolg. Alleen deze twee casussen zijn bij mening is dat niet en kan niet een meerderheid van de volksvertegenworden getolereerd.” – Groen woordigers bekend. Links / Gemeenteraad Een andere casus met een politieambtenaar is de „Politieagent‟. Hij twittert privé en ziet een interessante „tweet‟ van een krant. Deze „tweet‟ „retweet‟ hij. Aansluitend geeft hij zijn persoonlijke mening over PVV en hoofddoeken. Deze derde politiek getinte casus „Politieagent‟ kent 35% van de volksvertegenwoordigers. De volksvertegenwoordigers is expliciet de vraag voorgelegd of ambtenaren iemand anders mogen citeren of „retweeten‟. Verderop wordt deze vraag uitgewerkt. Een vierde casus met een politieke tint is „Docent‟ en gebaseerd op jurisprudentie. „Docent‟ betreft een casus over het ontslag van een leraar vanwege lidmaatschap van een extreemrechtse partij. Zoals in het kader is opgenomen reageerde een volksvertegenwoordiger met de mededeling dat de PVV niet extreemrechts is. De casus „Docent‟ speelde echter in de jaren 80 van de twintigste eeuw. De docent waar het in de voornoemde casus ging was Janmaat van de Centrum Democraten. 28
De bekendheid van deze casus is 19%. Wanneer er andere docenten zijn die onlangs vanwege actief lidmaatschap voor een politieke partij zijn ontslagen beïnvloedt dat natuurlijk het resultaat. “Uw vraag "Leraar wordt Recentere casussen waarin docenten ontslagen wegens lidmaatschap zijn ontslagen leidden niet tot extreem rechtse partij" heeft Kamervragen of aandacht in de betrekking op een leraar Duits, landelijke media. die op de kieslijst van de PVV stond.
Uw
kwalificatie
doet
Tijdens het verwerken van de reacties geen recht aan deze persoon en zijn politieke keuze.” – Lokaal deed zich een soortgelijk voorbeeld voor. Rechts / Provinciale Staten Een leraar die voor Leefbaar Leiden in de gemeenteraad zit. Deze leraar twitterde in mei 2012 onder zijn eigen naam tegen de islam en moslims. In zijn Twitter biografie stond op welke school hij les geeft. Hij werd door de schoolleiding met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld en kreeg een brief dat zijn jaarcontract niet verlengd zou worden. Over deze zaak zijn Kamervragen gesteld.
3.3.3 Kritische bijdragen Eerder schreef ik dat vroegere topambtenaren regelmatig hun mening publiekelijk verkondigden. Er zijn veel casussen van topambtenaren te vinden. In sommige gevallen leidde dit tot onenigheid op de werkvloer met als resultaat een juridische procedure. Een eerste casus uit de jurisprudentie is „Gevangenisdirecteur‟. Het betreft een gevangenisdirecteur die het regeringsbeleid openlijk op televisie bekritiseert. Deze casus kent 36% van de volksvertegenwoordigers. De casus „Secretaris-Generaal‟ is gelijk aan die van „Gevangenisdirecteur‟. Alleen is er geen sprake van televisie optreden. Deze casus kent 31% van de volksvertegenwoordigers. Een andere kritische ambtenaar werkte bij de belastingen. Hij schreef artikelen in vakbladen op persoonlijke titel. Toch vond zijn werkgever dat niet mogen toen hij een gat in de wetgeving aantoonde. Deze ambtenaar was niet bij de totstandkoming van de wet betrokken. De casus „Belastingambtenaar‟ uit de jaren 90 is bij 24% bekend. 29
Tegenwoordig bestaat de klokkenluidersregeling om misstanden op de werkvloer te melden. Voordat de klokkenluidersregeling bestond was het moeilijk voor ambtenaren om bijvoorbeeld corruptie te melden. Een politieagent heeft dat gedaan in de jaren 80 van de twintigste eeuw. Hij kreeg gelijk, echter er werd niet voortvarend opgetreden om de misstanden uit te bannen. Hij schreef een boek over de misstanden. Deze casus “In onze gemeente werken we „Schrijvende politieagent‟ kent 16% van met zogenaamde Ronde de deelnemende Tafelgesprekken. Hieraan nam volksvertegenwoordigers. Het recentere ook een ambtenaar deel, maar boek van een provincieambtenaar die dan als medeorganisator van een hetzelfde probeerde, kent 14%. lokaal evenement. In die hoedanigheid heb ik geen enkel probleem met een privémening. Het is dan namelijk publiekelijk duidelijk hoe de verhoudingen zijn en wordt het zelfs op prijs gesteld dat iedereen zijn of haar mening geeft. Het is in deze situatie niet van belang welk beroep hij of zij heeft. Ook niet als hij/zij ambtenaar is. Ook volksvertegenwoordigers moeten daar op een professionele manier mee omgaan.“ – CU / Gemeenteraad
3.3.4 Oplopende emotie Emotie is vaak een slechte raadgever, zeker wanneer het om geschreven uitingen handelt. De context, intonatie en klank zijn voor de ontvanger afwezig, daardoor kan een bericht sneller dan bij mondelinge communicatie anders dan bedoeld geïnterpreteerd worden.
Het is geen privémening of privéaccount waarop dit speelde. En deze onopvallende gebeurtenis op Twitter hoort eigenlijk niet in het onderzoek thuis. Juist om het lastige verschil aan te tonen tussen privé en zakelijk is deze casus opgenomen. Wat was er aan de hand? Het webcareteam van een politieregio heeft als taak online sociale netwerken te controleren op mogelijke meldingen en vragen. Meerdere medewerkers werken onder een en dezelfde online-identiteit (naam) van een politieregio. Hier ging het mis toen via Twitter een melding binnen kwam die niet bij de politie hoort. De dienstdoende medewerker gaf geen bedankje noch gaf hij de melding door aan de gemeente. Hij reageerde dat het geen politiemelding was. Hierop volgende een uitgebreide en onwenselijke discussie tussen melder en politieregio waarin emoties opliepen. De discussie trok de aandacht van andere twitteraars, zij gingen aan de discussie deelnemen. Uiteindelijk duurde „de 30
discussie‟ meerdere dagen. Deze uit de hand gelopen discussie kreeg geen aandacht in landelijke media. Toch is deze casus bij de volksvertegenwoordigers bekender dan „Ambassadeur‟. De casus „Politieregio‟ kent 19%.
3.3.5 Oude wijn De reactie op de bekendheid met de casussen lijkt een subjectief beeld te geven. Het lijkt eerder een invulling van de wenselijkheid van het gebruik van de meningsuiting van de ambtenaar dan daadwerkelijke bekendheid met specifieke casussen. Er zullen waarschijnlijk niet veel volksvertegenwoordigers zijn, die aan dit onderzoek deelnemen, en een casus kennen die in de jaren tachtig in een Zeeuwse (11%) of Noord-Hollandse (14%) gemeente speelde. De „Bloggende leraar‟ en „Bloggende rijksambtenaar‟ zijn onder respectievelijk 16% en 14% van de volksvertegenwoordigers bekend. De „Bloggende leraar‟ berust op jurisprudentie en de „Bloggende “in beginsel mogen ambtenaren rijksambtenaar‟ hoorde ik na afloop van hun privémening uiten. Een mijn presentatie van een ambtenaar zekere terughoudendheid is wiens collega blogde en tot dat moment gewenst, maar dat geldt ook voor de reactie op die meningen.” – niet wist dat hij er iets tegen kon Groen Links / Gemeenteraad ondernemen. De antwoorden op de casussen laten zien dat de voorbeelden bij de deelnemers verschillende beelden oproepen. Misschien verandert de mening van volksvertegenwoordigers over de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren. Het neemt niet weg dat volksvertegenwoordigers en ambtenaren sinds jaar en dag op dezelfde vragen stuiten. Hoe ver gaat de vrijheid van meningsuiting voor de privémening van een ambtenaar? Of het de krant, een pamflet, een blog of een tweet betreft de vraagstelling blijft hetzelfde. De meningsuiting via online sociale netwerken is oude wijn in nieuwe zakken.
3.4 De hele wereld kijkt mee Duidelijk is dat direct betrokkenen bij incidenten en geïnteresseerden in online sociale netwerken en overheid menen dat het hele land de incidenten kent. Uit het 31
onderzoek blijkt die algemene bekendheid met incidenten tegen te vallen. Dit effect van selectieve waarneming door selectieve aandacht geeft direct betrokkenen en geïnteresseerden het gevoel dat de hele wereld meekijkt als een incident plaats vindt, zoals in de casus „Ambassadeur‟. Bestuurders, leidinggevenden en andere belanghebbenden zouden daarom ervoor moeten waken incidenten onder een vergrootglas te leggen. De casus „Ambassadeur‟ is bij een beperkte groep binnen de overheid en daarbuiten bekend. Zelfs door het stellen van Kamervragen is deze casus op de achtergrond gebleven voor volksvertegenwoordigers die aan dit onderzoek meewerkten. Van volksvertegenwoordigers kan bredere belangstelling verwacht worden voor meningsuiting van ambtenaren. Zeker wanneer het de verhouding bestuurder en ambtenaar betreft. Ik vind het “Of een ambtenaar iets mag volgen, of daarom opmerkelijk hoe weinig niet. Dat is natuurlijk niet de realiteit. deelnemers deze recente casus Een ambtenaar is ook een mens en kennen. Zelfs Eerste en Tweede heeft veel vrijheid, maar dat wil niet Kamerleden geven aan deze zeggen dat alles kan. Iedereen moet in specifieke casus niet te kennen. zijn uitingen rekenschap geven van zijn maatschappelijke
functie
en
verantwoordelijkheid richting de Overheidswerkgevers dienen het werkgever/opdrachtgever. Dit geldt effect „de hele wereld kijkt mee‟ ook voor ambtenaren. 'Liken' mag dus in overweging te nemen bij hun best, maar denk na wat je 'liket'.” – reactie naar volksvertegenwoorCDA / Gemeenteraad digers, media en ambtenaren. De reactie van de overheidswerkgever dient zorgvuldig en proportioneel te zijn en alle belangen af te wegen. De criteria naar de aard, duur en wijze van de schending van het functioneren van de dienst (in deze casus: Ministerie van Buitenlandse Zaken) zijn waarschijnlijk beperkt, verwaarloosbaar of niet geschaad.
Staat een „reprimande‟ - zoals de reactie van de minister in de Tweede Kamer in vele perspublicaties genoemd wordt - van de ambassadeur in verhouding tot de schending? Misschien had minister Rosenthal voor hij reageerde beter zijn eigen advies ter harte kunnen nemen: “Nieuwe media vragen om nieuwe omgangsvormen” of “Social media is te gebruiken als thermometer in de maatschappij”. 32
3.5 Online sociale netwerk activiteiten Een „like‟ van een ambassadeur is aanzienlijk minder bekend dan een tweet over de PVV van een politiechef. Welke activiteiten op online sociale netwerken vinden de volksvertegenwoordigers als private vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren acceptabel? De volksvertegenwoordigers gaven per afzonderlijke groep ambtenaren aan welke van de gevraagde en veel gebruikte activiteiten op online sociale netwerken door ambtenaren toegepast mogen worden. Volksvertegenwoordigers konden kiezen uit meerdere activiteiten. Een hoog percentage geeft aan dat de volksvertegenwoordigers een duidelijke mening hebben over de mogelijkheid en het toestaan voor de ambtenaar. Een laag percentage geeft aan dat er geen duidelijke mening is over het gebruik door ambtenaren.
3.5.1 ‘Volg me’ Het kan weinig opvallend zijn dat volksvertegenwoordigers graag gevolgd willen worden, ook door ambtenaren. Van 77% mag een rijksambtenaar relaties aangaan op zakelijke online netwerken met volksvertegenwoordigers. Voor het contact met journalisten ligt dat lager op 63%. Waar de “Ik heb de indruk dat er Aanwijzingen inzake externe contacten wat krampachtig wordt rijksambtenaren (tegenwoordig Oekaze Kok omgegaan met contact ambtenaren – politici” – SP genoemd) de contacten van rijksambtenaren / Eerste Kamer regelt en beperkt hanteert een meerderheid van de deelnemende volksvertegenwoordigers ruimere opvattingen. Voor provincieambtenaren liggen de percentages op 72% en 61% en voor militairen het laagst op 63% en 51% om te ‟linken‟ met volksvertegenwoordigers of journalisten. Van 75% mogen gemeente- en 64% politieambtenaren „linken‟ met volksvertegenwoordigers. Het „linken‟ met journalisten vindt 61% respectievelijk 55% gewenst. De provincieambtenaren mogen van 75% de Statenleden zowel „linken‟ met volksvertegenwoordigers als journalisten. Van de gemeenteraadsleden vindt 59% 33
dat provincieambtenaren met journalisten mogen „linken‟. Voor de eigen ambtenaren zijn gemeenteraadsleden meer coulant ten aanzien van „linken‟ met volksvertegenwoordigers (73%) en journalisten (62%). De politieambtenaar is de enige waarvoor een verschil wordt gemaakt door Statenleden tussen het „linken‟ met journalisten en volksvertegenwoordigers. Zijn voor alle groepen deze twee percentages bij de Statenleden gelijk. Is er bij politieambtenaren een verschil van 8% ten gunste van de volksvertegenwoordigers. Opvallend is dat 80% van de Statenleden vindt dat militairen en politieambtenaren mogen „linken‟ met volksvertegenwoordigers en voor de andere drie groepen ligt dat percentage op 75%. Van de gemeenteraadsleden vindt slechts 60% en 59% dat politieambtenaren en militairen met volksvertegenwoordigers mogen „linken‟. Bij „linken‟ met journalisten ligt dat nog lager op respectievelijk 38% en 41%. In figuur 3 en 4 in de bijlage is opgenomen hoe de Statenleden en gemeenteraadsleden denken ten aanzien van hun eigen ambtenaren. Verrassend is de opvatting over het „volgen‟ op Twitter van volksvertegenwoordigers of journalisten. Deze percentages liggen hoger dan het percentage voor het opnemen in een zakelijk netwerk. Het percentage voor het „volgen‟ van volksvertegenwoordigers of journalisten door rijksambtenaren is 95%. Het „volgen‟ van volksvertegenwoordigers of journalisten op Twitter ligt voor politie- en provincieambtenaren met respectievelijk 92% en 91% voor het volgen van volksvertegenwoordigers en respectievelijke 91% en 88% voor het „volgen‟ van journalisten. “Linken en contacten De wenselijkheid voor gemeenteambtenaren en kunnen geen kwaad, het militairen ontloopt elkaar niet veel. Bij militairen gaat om welke berichten 86% en 84% en bij gemeenteambtenaren 86% openbaar worden gedaan. Ambtenaren mogen voor het „volgen‟ van volksvertegenwoordigers en hun eigen voorkeuren journalisten. hebben en over algemene thema's hun mening uiten, mits dit niet gelinkt is aan hun eigen onderwerpen.” - SGP / Gemeenteraad
Alle deelnemende Statenleden vinden dat rijks-, provincie en gemeenteambtenaren op Twitter volksvertegenwoordigers en journalisten mogen volgen. Het percentage voor politie-ambtenaren en militairen ligt rond de 93%. De gemeenteraadsleden zijn minder enthousiast over deze mogelijkheid van online sociale net-werken. Slechts 82% vindt dat journalisten en volksvertegenwoordigers 34
gevolgd mogen worden door hun eigen ambtenaren en voor provincie- en politieambtenaren ligt het percentage rond 90%. Opmerkelijk is het lage percentage voor de gemeenteambtenaren en het hoge percentage voor politieambtenaren. Het is opmerkelijk omdat de positie van een gemeenteambtenaar ten opzichte van een raadslid te vergelijken is met de verhouding tussen rijksambtenaar en Kamerlid. Ook ten aanzien van politieambtenaren, die vanwege hun functie zo neutraal mogelijk moeten blijven, is de acceptatie voor het „volgen‟ van volksvertegenwoordigers of journalisten onverklaarbaar. Volksvertegenwoordigers willen net zoals andere gebruikers graag „gevolgd‟ worden.
3.5.2 Leuk, vrienden worden Naast „linken‟ en „volgen‟ is „vrienden worden‟ een andere veel gebruikte toepassing van online sociale netwerken. Voor het online contact houden met „vrienden‟ zijn verschillende netwerken beschikbaar waar informeel persoonlijke informatie wordt gedeeld. De bekendste netwerken in Nederland zijn Facebook, Google+ en Hyves. Over „linken‟ en „volgen‟ waren de volksvertegenwoordigers in zeer duidelijk en positief. Vinden volksvertegenwoordigers dat ambtenaren met volksvertegenwoordigers „vrienden‟ mogen worden?
“Ambtenaren worden geacht vastgesteld beleid uit te voeren, ook wanneer zij hier als persoon niet (volledig) achter staan. Hierop kunnen zij aangesproken worden. Beleid berust meestal op een (politiek) compromis. Het is volstrekt duidelijk dat niet alle betrokkenen (ook de ambtenaren) het met dit compromis volledig 1 zullen zijn. Niemand hoeft er dus van te schrikken dat ambtenaren privé een andere overtuiging hebben.” – Groen Links / Gemeenteraad
De rijks- en gemeenteambtenaar mogen allebei van 63% „vrienden‟ worden. Dit percentage is door de gemeenteraadsleden beïnvloed. Slechts 59% vindt dat deze ambtenaren „vrienden mogen‟ worden tegenover 74% van de Statenleden. De provincie- en politieambtenaar (59% en 53%) en de militair (44%) sluit de rij. Ook deze percentages laten aanzienlijke verschillen tussen Staten- en 35
gemeenteraadsleden zien. Voor de politieambtenaren zijn de percentages respectievelijk 80% en 46% en voor militairen 73% en 36%. De functie om „vrienden‟ te worden voor militairen (44%) is voor volksvertegenwoordigers niet onomstreden. Een duidelijke mening is nog niet gevormd. De mogelijkheid wordt minder geaccepteerd dan voor andere groepen waarbij de Statenleden er minder moeite mee hebben dan gemeenteraadsleden. Ook volksvertegenwoordigers willen op online sociale netwerken benaderd worden door relevante contacten. Hoewel ze in hun keuze tot opmerkelijke verschillen komen waardoor een politieambtenaar soms meer mag dan een gemeenteambtenaar. Hoe denken volksvertegenwoordigers over het volgen van belangengroepen of politieke “Het mag duidelijk zijn dat ik vind dat partijen? ook beleidsmedewerkers en uitvoerders In het „volgen‟ of „leuk vinden‟ van een of meer politieke partij(en) heeft de rijksambtenaar opnieuw de meeste ruimte. Van 72% mag hij dat doen. Voor politieambtenaren, militairen, provincie-, gemeenteambtenaren liggen deze percentages lager. Namelijk 63%, 66%, 68% en 70%.
hun mening mogen uiten. Op dit moment zitten ze teveel in de 'integriteitsbubbel'. In de gemeente waarin ik actief ben, twitteren enkele ambtenaren. De één persoonlijk, de ander enkel werkgerelateerd. Het is ten eerste leuker om degene die ook persoonlijk twittert te volgen, en ten tweede heeft de degene die enkel werkgerelateerd twittert, ook al kritiek gekregen. Dan rijst bij mij de vraag: waarom mag een ambtenaar dat NIET doen? Onzin. Nogmaals, ik vind dat iedereen zo integer en discreet moet zijn om zelf te weten wat hij/zij wel of niet kan uiten.” - PvdA / Gemeenteraad
De percentages Staten- en gemeenteraadsleden die vinden dat rijks- en politieambtenaren een politieke partij mogen „volgen‟ of „leuk vinden‟ zijn bijna gelijk. Voor de andere drie groepen militairen, provincie en gemeenteambtenaren zijn wel duidelijke verschillen waar te nemen. Statenleden zijn ook hier meer coulant dan gemeenteraadsleden. Voor provincie- en gemeenteambtenaren zijn de verschillen groot met 88% Statenleden tegenover 63% gemeenteraadsleden en voor militairen minder met 73% tegenover 63%.
36
Het volgen van een of meer politieke partijen heeft voor volksvertegenwoordigers de voorkeur boven het „volgen‟ of „leuk vinden‟ van een of meer belangen- of actiegroepen. De meeste ruimte voor het „volgen‟ of „leuk vinden‟ van belangen- of actiegroepen krijgen gemeenteambtenaren van 68% van de volksvertegenwoordigers. De minste ruimte krijgen politie- en provincieambtenaren met 50%. De militairen en rijksambtenaren zitten daar tussen met 60% en 57%. Opvallend is dat hier de rijksambtenaar van minder volksvertegenwoordigers de „leuk‟ of „volg‟-knop mag gebruiken. Hierbij “In ons huidige politieke bestel in gedachten houdend dat er meer is het zo geregeld dat gemeenteraadsleden in het onderzoek ambtenaren dienstbaar zijn aan participeerden dan leden van de Statende politieke bestuurders. Daar Generaal. Het lage percentage van is geen ruimte voor ambtenaren gemeenteraadleden dat vindt dat het mag om een publieke eigen mening heeft invloed. inzake het beleid te bezigen. Dit inconvenient vertaalt zich ook in de vigerende arbeidsvoorwaarden van de ambtenaar.” – VVD / Gemeenteraad
De Statenleden zien het liefst dat de algemene ambtenaren van rijk, provincie en gemeente (75%) een belangen- of actiegroep volgt dan militairen (66%) of politie (53%). Bij de gemeenteraadsleden is dat anders. Voor de algemene ambtenaren vindt slechts 50% het mogen dat rijksambtenaren belangen- en of actiegroepen volgen alleen het percentage voor de politieambtenaren is lager (48%). Voor militairen (56%), provincieambtenaren (52%) en gemeenteambtenaren (59%) wordt vaker aangegeven dat dit mag.
3.6 Vakinhoudelijke meningen Ambtenaren zijn burgers en hebben een eigen mening. In sommige gevallen uiten ze die in artikelen die ze voor vakbladen schrijven. In andere gevallen wordt het via online sociale netwerken bekend gemaakt. Deze laatste groep groeit met het verjongen van het overheidspersoneel en de toename van het gebruik en de mogelijkheden van online sociale netwerken.
37
3.6.1 Vakliteratuur De reactie op de vraag of een ambtenaar vakinhoudelijke artikelen mag schrijven ontlopen de verschillende groepen elkaar weinig. Met 84% voor de rijksambtenaar tot 77% voor de militair die de rij sluit. Dit is in overeenstemming met de huidige praktijk. Rijksambtenaren zijn vaker en meer actief in het aanleveren van vakinhoudelijke artikelen. Alle Statenleden vinden dat rijks-, provincie en gemeenteambtenaren vakinhoudelijke artikelen mogen schrijven. Van de deelnemende gemeenteraadsleden mag 84% van de politieagenten een vakinhoudelijk artikel schrijven. Voor hun eigen ambtenaren en rijksambtenaren ligt het op 79%. Statenleden geven vaker aan dat militairen (80%) dan politieambtenaren (73%) dat zouden mogen. Geruchten over strengere beleidsregels die de kwartiermaker Nederlandse Politie heeft uitgevaardigd ten aanzien van de meningsuiting van politieambtenaren zal potentiële bijdragen aan het maatschappelijk debat waarschijnlijk beperken. 3.6.2 Online discussie Voor actieve ambtenaren binnen Ambtenaar2.0 kan het volgende een belangrijk aandachtpunt zijn. De volksvertegenwoordigers is gevraagd of ambtenaren op discussiefora actief aan discussies mogen deelnemen ten aanzien van de eigen portefeuille. Ambtenaar2.0 stimuleert onder “Laat de mening van ambtenaren andere het gebruik van online sociale maar bekend zijn. Transparannetwerken voor bijvoorbeeld contact en tie geeft inzicht en kan helpen bij strategische positiebepaling. uitwisseling met burgers. Uitzondering zijn de ordehandhavers.” – CU / Provinciale Staten
Met de stelling: „een ambtenaar mag zijn privémening publiek bekend maken als het niet over zijn portefeuille gaat‟ is 59% het eens. Deze volksvertegenwoordigers vinden dat een ambtenaar zijn mening bekend mag maken of vinden dat de ambtenaar ook zijn privémening over zijn portefeuille bekend mogen maken. Op de vraag „mag een ambtenaar actief deelnemen aan online discussies over de eigen portefeuille‟ vindt 28% van de volksvertegenwoordiger dat voor rijks- en 38
politieambtenaren toegestaan. Voor de andere groepen zijn de percentages: provincieambtenaren 32%, militairen 33% en gemeenteambtenaren 34%. De Statenleden geven aan deze mogelijkheid van online sociale netwerken aanzienlijk minder vaak hun akkoord. Onduidelijk is of ze er volledig tegen zijn of (nog) geen mening hebben. Voor hun eigen ambtenaren en gemeenteambtenaren geeft 37% aan dat het mag. Voor “Ik vind dat ambtenaren rijksambtenaren is het slechts 12%. Opmerkelijk te vaak te kort worden is dat voor politieagenten (26%) en militairen gehouden en hun kennis (46%) de Statenleden toeschietelijker zijn dan niet optimaal kwijt kunnen vanwege vooringenomenvoor de rijksambtenaren. Bij de gemeenteheid van bestuurders die raadsleden ligt het percentage voor alle groepen iets politiek onwenselijk rond de 27%. Van de voorgaande activiteiten lagen de percentages van wat verschillende groepen ambtenaren mogen voor veel groepen ruim boven de 50%. Voor die activiteiten is voor de volksvertegenwoordigers duidelijk of zij vinden dat de ambtenaar het mag.
vinden. Anderzijds zijn er ook ambtenaren die te sturend willen (of moeten) zijn bij zwakke bestuurders. Die kwaliteitscomponent is sterk bepalend voor het optreden van de ambtelijke adviseurs.” – PvdA / Provinciale Staten
Het deelnemen aan online discussies door ambtenaren is voor volksvertegenwoordigers nog niet duidelijk. Deze activiteit is controversieel. Het lage percentage houdt niet per definitie in dat de ambtenaar het niet mag. Er is expliciet gevraagd naar wat is toegestaan. De overtuiging van de volksvertegenwoordigers kan over deze vraag nog gevormd moeten worden.
3.6.3 Bloggen Een belangrijk middel om de vrijheid van meningsuiting uit te oefenen is het „weblog‟ of afgekort „blog‟. Door nieuwe vereenvoudigde software kan iedereen in een paar uur een eigen website beginnen en daarop verhalen publiceren. Deze „bloggers‟ willen een verhaal vertellen en zijn een goede afspiegeling van de samenleving. De kwaliteit van „bloggers‟ verschilt en hun aantallen lezers en daarmee hun bereik loopt aanzienlijk uiteen. 39
Mogen ambtenaren van volksvertegenwoordigers een „blog‟ bijhouden op hun eigen website en daar hun privémening verkondigen? Ja, de volksvertegen-woordigers vinden dat het mag. De percentages liggen zeer dicht bij elkaar. Rijks- en gemeenteambtenaren (59%) en provincie- en politieambtenaren en militairen (56%). Deze percentages wijken bij de gemeenteraadsleden nauwelijks af. De mening van de Statenraadsleden over wat de ambtenaren mogen wijkt wel af van de gemiddelden. Met uitzondering van het percentage voor de rijksambtenaren (50%) ligt het percentage voor de overige groepen rond de 63% van de deelnemende Statenleden.
3.6.4 ‘Citeren of retweeten’ Bij de bespreking van de casus „Politieagent‟ noemde ik al het „retweeten‟. Het citeren of „retweeten‟ van iemand anders door ambtenaren mag van de volksvertegenwoordigers. Ook hier is de mening niet overtuigend aanwezig. Zoals aangegeven betekent lage percentages niet dat het niet mag. Alleen dat er geen duidelijk standpunt is. De ruimte voor vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren door het citeren of „retweeten‟ van iemand anders levert in de volgorde van de groepen geen spectaculair beeld op. Rijksambtenaren (59%) mogen het vaker dan provincieambtenaren (56%), gemeenteambtenaren (50%) en als laatste politieambtenaren en militairen (46%). Bij de gemeenteraadsleden ligt voor alle groepen het percentage rond de 43% met uitzondering van de rijksambtenaar (59%). De Statenleden laten een diffuser beeld zien. Hun eigen en gemeenteambtenaren (62%) mogen dit eerder dan militairen (53%), rijksambtenaren (50%) en als hekkensluiter de politieambtenaren (46%). Opmerkelijk is het dat over het schrijven van vakinhoudelijke artikelen voor vakbladen consensus is dat de ambtenaar het mag. Dit is een activiteit die het werkveld raakt. Tegenwoordig staan deze artikelen online met de mogelijkheid om erop te reageren. De volksvertegenwoordigers vinden dat een ambtenaar aan een online discussie niet mag participeren. Schrijven over vakinhoudelijke artikelen mag dus wel en daar staat tegenover dat het bijhouden van een blog om privémeningen te verkondigen minder vaak wordt toegestaan. 40
4 Volg me - conclusie De deelnemers zijn voornamelijk gemeenteraadsleden en lid van de VVD, Lokaal links of Lokaal rechts. De volksvertegenwoordigers oefen in meerderheid betaalde nevenwerkzaamheden uit. De volksvertegenwoordigers van D66 werken het vaakst als ambtenaar en die van de VVD zijn ondernemer. De deelnemers reageren op de vragen redelijk in lijn met de bestaande wet- en regelgeving. Of de deelnemers kennen de wet- en regelgeving of de wet- en regelgeving sluit nog voldoende aan bij de huidige in het maatschappelijk verkeer geldende regels. De SPG en Lokaal links vinden dat ambtenaren te weinig ruimte voor vrije meningsuiting hebben en Lokaal rechts vindt juist dat ze te veel ruimte hebben. De politieambtenaren die onder strenge wet- en regelgeving vallen mogen van de volksvertegenwoordigers regelmatig meer dan gemeenteambtenaren. Zoals bij het „volgen‟ op Twitter en het „vrienden worden‟ te zien is. D66 en Lokaal religieus kiezen met overgrote meerderheid voor dezelfde regels voor alle ambtenaren. En D66, Groen Links en Lokaal links zijn het meest positief over de ruimte van meningsuiting van de ambtenaar voor privémeningen. De casussen zijn bij het linker- en rechterspectrum van de politiek even (on)bekend met uitzondering van de „AIVD‟ en de „Ambassadeur. Is de „AIVD‟ voornamelijk bij rechtse politieke partijen bekend geldt voor „Ambassadeur‟ dat de linkse politieke partijen deze casus bekend voor komt. De casus „Ambassadeur‟ is ondanks de aandacht slecht bekend bij de volksvertegenwoordigers. Het effect van selectieve waarneming door selectieve aandacht is een aandachtspunt voor bestuurders bij het eventueel opleggen van disciplinaire maatregelen. Over het aangaan van relaties op zakelijke of privé online sociale netwerken met volksvertegenwoordigers of journalisten of het „leuk vinden‟ is consensus. De volksvertegenwoordigers vinden dat het mag. Het zal geen verrassing mogen zijn
41
dat de deelnemende volksvertegenwoordigers het „volgen‟ van henzelf en hun collega‟s het liefst zien. Bijna alle volksvertegenwoordigers zijn het daarmee eens. Voor alle groepen ambtenaren geldt tevens dat het schrijven van vakinhoudelijke artikelen op nummer 3 van toegestane activiteiten staat. Daar tegenover staat dat het actief deelnemen aan forumdiscussies over de eigen portefeuille het minst vaak gekozen wordt als toegestane activiteit. Over het bijhouden van een eigen blog om de privémening te verkondigen is nog geen duidelijke voorkeur van de volksvertegenwoordigers te onderscheiden. Statenleden zijn ten aanzien van het „volgen‟ van volksvertegenwoordigers en journalisten en het schrijven van vakinhoudelijke artikelen zeer ruim denkend. Alle deelnemende Statenleden geven dat rijks-, provincie en gemeenteambtenaren dit mogen. Het deelnemen aan forumdiscussies op het eigen vakgebied is volgens de Statenleden voor alle groepen en met name de rijksambtenaar minder geaccepteerd.
42
5. Bijlagen
Figuur 1 - Een ambtenaar mag ...
43
Figuur 2 - Casussen
44
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Figuur 3 - Provinciale Statenleden over provincieambtenaren
45
100% 90%
80% 70%
60% 50%
40% 30%
20% 10% 0%
Figuur 4 - Gemeenteraadsleden over gemeenteambtenaren
46
U las een uitgave in eigen beheer van een onderzoek op eigen initiatief van Ixpressie – Nederland, juni 2012. Blijk van waardering Waardeert u dit onderzoek? Toon dan uw waardering. U kunt dit doen door de waarde die het onderzoek voor u vertegenwoordigd als gift over te maken naar: Rekeningnummer 91 31 17 838 t.n.v. N.F. van den Hoff te Utrecht o.v.v. Volg me - Ixpressie Uw blijk van waardering wordt zeer op prijs gesteld. Ixpressie Ixpressie levert presentaties, trainingen en advies over welke privémening ambtenaren en werknemers op online sociale netwerken over hun werk en of werkgever mogen schrijven. Het gaat om de inhoud van de uiting. Hierin is Ixpressie uniek. Kennis over de juridische ruimte van vrijheid van meningsuiting draagt Ixpressie op een stimulerende en interactieve wijze met enthousiasme en passie over. Ixpressie wil bereiken dat personeel en werkgevers op de hoogte zijn van elkaars meningen. Ze weten van elkaar waar die geuit worden. Hierdoor worden problemen op de werkvloer door misverstanden over die ruimte voorkomen. En voelen ambtenaren, werknemers en hun leidinggevenden zich prettig bij het gebruik van online sociale netwerken omdat iedereen weet welke ideeën ze op welke wijze kunnen uitdrukken. Voor een goede werksfeer binnen en buiten de organisatie leren werkgevers en medewerkers het juridische kader kennen. Naast de juridische ruimte van meningsuiting voor medewerkers en werkgevers kan Ixpressie basisvaardigheidstrainingen geven over het gebruik van diverse online sociale netwerken. Mr. drs. N.F. van den Hoff Zij houdt zich geruime tijd bezig met de vrijheid van meninguiting voor de privémening van ambtenaren. Na het onderzoek „Geen betere censuur dan zelfcensuur‟ over de wet- en regelgeving en jurisprudentie heeft zij regelmatig interviews en presentaties gegeven. Zij schrijft columns voor websites als 47
Ambtenaar2.0 en iBestuur en discussieert op verschillende fora over de juridische ruimte van vrije meningsuiting voor privémeningen van ambtenaren.
Contactgegevens mr. drs. N.F. van den Hoff Adviseur Vrijheid van Meningsuiting 06 83 59 61 51
@Ixpressie
[email protected] www.Ixpressie.nl
Copyright
Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding -NietCommercieel - GeenAfgeleideWerken 3.0 Nederland.
48
Waar kan Ixpressie u mee van dienst zijn? www.Ixpressie.nl -
[email protected] 49