LIBRIJN SCHOOLPLEIN NIEUWSBRIEF LIBRIJN OPENBAAR ONDERWIJS - NUMMER 27 - FEBRUARI 2015 DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING
P1
SCHOOLWEEK 2015
P1
MEDEDELINGEN VANUIT P&O
P2
5E THEMA MIDDAG ELSENBURGSCHOOL “DRUK OF ONHANDELBAAR OF MOEILIJK VERSTAANBAAR
P3
KENNISMAKEN MET… GEERCO LENTZ
P4
KENNISMAKEN MET… TWEE NIEUWE LOCATIEDIRECTEUREN
P5
ONTWIKKELINGEN HUISVESTING
P6
DE EVOLUTIE VAN HET BEHEER VAN DE INTERIMPOOL
P7
DE KLEUTERS VAN DE EGLANTIER TANTHOF EN -VOORHOF SPREKEN ENGELS
P8
INSPECTIEBEZOEK WBS EN ELSENBURG
P8
TUSSENSTAND DE UITDAGING VAN LIBRIJN 2014
P9
STRAKS HONDERDEN MASTERS VOOR DE KLAS
P10
DE REGELS VAN DRIE
P12
INHOUD
DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING De aanslagen in Parijs hebben geleid tot verschrikking en onrust. Ook onze leerlingen kwamen op school met hun verhalen, beleving en meningen. Als leerkracht is het lastig hiermee om te gaan. Want wat te denken van de massale publiekelijke uiting van onze verbondenheid met de vrijheid van meningsuiting -“Wij zijn Charlie”- terwijl veel van onze leerlingen en hun ouders het anders ervaren. In onze maatschappij wordt door een grote groep mensen de Islam gewantrouwd en verbonden met extremisme. Kunnen mensen met een islamitisch geloof of nieuwkomers uit andere culturen in alle vrijheid hun mening geven en hun rechten uitoefenen? Een lastige discussie in een roerige en onzekere tijd, zeker om met onze kinderen te voeren. Ik ben blij dat ik uit de scholen hoor dat we deze discussie aangaan vanuit het besef dat elk kind welkom is en er mag zijn. Actieve pluriformiteit is één van de kenmerken van ons openbaar onderwijs: het als school openstaan voor een cultureel en sociaal heterogene leerlingenpopulatie en het bevorderen van een positieve houding ten opzichte van een multiculturele samenleving. In de komende “schoolweek openbaar onderwijs” is het thema burgerrechten en kinderrechten leidend. Een mooi moment om te laten zien hoe wij er over denken. Op verzoek van de vereniging openbaar onderwijs (VOO) is door de universiteit van Amsterdam een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor het actief werken met heterogeniteit en het aandacht besteden aan deze pluriformiteit in openbare basisscholen. Op basis van een klein onderzoek constateren ze: “De scholen wijzen met name op de mogelijkheid culturele verschillen en gemeenschappelijkheid te ervaren. Maar ook een meer vaardighedengericht omgaan met verschillen wordt belangrijk geacht. Waardering voor diversiteit ontwikkelen krijgt ook aandacht, maar lijkt - zoals altijd bij attitude-ontwikkeling nog het moeilijkste.” Een herkenbaar beeld waarbij het ‘samen leren, samen leven’ en het zoeken van gemeenschappelijkheid waarschijnlijk belangrijker is dan het benadrukken van de verschillen. Het goed vormgeven hiervan in de scholen is een belangrijk thema waarbinnen we met elkaar op zoek moeten naar de goede verbinding en integratie in ons onderwijs. Een thema dat vanuit het bestuur bijzondere aandacht zal krijgen in de vorm van een nieuwe ‘uitdaging‘. Bert Klompmaker Directeur/bestuurder DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING
Schoolplein is de digitale nieuwsbrief van Librijn openbaar onderwijs en verschijnt drie keer per jaar. Wil je reageren op een artikel uit Schoolplein? Speelt er iets bijzonders op school? Zijn er onderwijsontwikkelingen waar je meer over wilt weten? Heb je een bijzondere hobby waar je meer over wilt vertellen? Mail het de redactie. De redactie behoudt zich wel het recht voor ingezonden artikelen te redigeren, in te korten of met opgaaf van redenen te weigeren. Inhoudelijke wijzigingen vinden plaats in overleg met de auteur. Redactie Angelina van Marrewijk, Willemien Bekema, bestuurskantoor Librijn
[email protected]
VAN DE REDACTIE
SCHOOL!WEEK 2015 De landelijke campagneweek waarmee het openbaar onderwijs zichzelf op de kaart zet vindt dit jaar plaats van maandag 16 tot en met vrijdag 20 maart. Dit jaar staat het thema “de rechten van het kind” centraal. Hiermee laten wij weer zien waar onze openbare scholen voor staan. Alle informatie over de School!Week 2015 is te vinden op de website www.openbaaronderwijs.nu van VOS/ABB en de Vereniging Openbaar Onderwijs. In deze week leggen bijna al onze scholen de rode lopers weer uit en kunnen ouders, opa’s en oma’s en andere familieleden of bekenden de scholen bezoeken. Tijdens deze week wordt benadrukt dat ieder kind welkom is op onze scholen. Hierbij geeft elke school haar eigen tintje aan de invulling van activiteiten. We wensen iedereen een gezellige en druk bezochte School!week. Angelina van Marrewijk redactie SCHOOLWEEK 2015
1
MEDEDELINGEN VANUIT P&O De zomervakantie is nog ver weg maar… De zomervakantie lijkt nog ver weg. Maar de tijd gaat sneller dan je denkt. Alle leerkrachten hebben van hun locatiedirecteur de brief ontvangen om vooruit te kijken naar je inzet in het komend schooljaar. Het is belangrijk om het formulier tijdig ingevuld in te leveren bij je locatiedirecteur. Dit gaat zeker op als je mobiliteitswensen hebt.
Voorkom een speurtocht Van de leerlingen houdt elke leerkracht een lijst met noodnummers bij. Maar is op de school bekend wie wij moeten bellen als er met jou zelf een noodsituatie ontstaat? We hopen de gegevens nooit nodig te hebben. Maar mocht het wel nodig zijn dan willen wij een speurtocht voorkomen. Check jij zelf deze week ook even of jouw leidinggevende over de (juiste) gegevens van jou beschikt? Jouw correcte adres (en bij voorkeur ook telefoonnummer) moeten ook altijd bekend zijn bij personeelszaken. Geef wijzigingen tijdig door via
[email protected]
Invalpool Met enige regelmaat zoeken wij bevoegde leraren die bereid zijn om op onze scholen in te vallen bij ziekte of verlof van de leerkracht. Voor het regelen van deze vervangingen werkt Librijn met de zogenaamde vervangingsmanager. Zo heb je als vervanger je persoonlijke agenda waarop je via de computer thuis kunt aangeven op welke dagen of in welke periode je invalwerk kunt doen. Voor de uren die een invaller bij Librijn werkt krijgt deze een aanstelling (of uitbreiding) bij Librijn. Een extern bureau, Driessen, regelt het invalwerk en de vervangingsaanstelling (zie ook het artikel in dit “Schoolplein” over Driessen). Wil jij als leerkracht een periode extra werken? Ken jij iemand uit je omgeving die als bevoegd leerkracht het prima op één van onze scholen zou doen? Laat het CV met informatie achter bij
[email protected]
Solliciteren via de Librijn Website De Librijn website is uitgebreid met een sollicitatiemodule. Hierdoor kunnen vacatures op de website geplaatst worden en ook volledig digitaal worden afgehandeld. De kandidaten solliciteren via de website en leveren hun CV en brief digitaal in. De sollicitatiecommissie kan de brieven digitaal lezen en communiceert ook via e-mail met de kandidaat. De vacatures die intern en extern zijn opengesteld vind je op de website onder het kopje “Vacatures”. De interne vacatures vind je alleen op het medewerkersgedeelte van de site. Om de interne vacatures te zien moet je dus eerst inloggen. Inlogcode vergeten? De inlogcode voor medewerkers kun je verkrijgen bij je locatiedirecteur.
CAO PO Het aantal te werken uren blijft 1659 uur per jaar (op fulltime-basis) Toch brengt de cao 2014-2015 veel veranderingen met zich mee. Als medewerker bij Librijn zal je hier vanaf 1 augustus 2015 best wat van merken. Zo wordt de norm een 40-urige werkweek en wordt je werktijd voortaan in uren per week uitgedrukt in plaats van alleen in wtf met zoveel cijfers achter de komma. Om als personeel meer vat te hebben op je werkdruk komt er (binnen kaders) meer ruimte voor overleg over de werkverdeling. Bovendien wordt het automatisme, dat een werkdag synoniem staat voor een lesdag, los gelaten. Het verlof voor leerkrachten loopt niet meer helemaal gelijk met het verlof voor leerlingen. Het zal nog een beetje wennen zijn, maar we hebben het in het vervolg over een schoolvakantie en een medewerkersvakantie. Van 1 oktober tot 1 oktober heeft iedere fulltimer in het primair onderwijs recht op 428 uur verlof inclusief feestdagen. In overleg met de PGMR zullen bepaalde dagen aangemerkt kunnen gaan worden als bestemd voor evaluaties van opbrengsten, voorbereiding nieuw schooljaar, teamscholing maar ook denkbaar is dat iemand die niet fulltime werkt de uren wil inzetten voor ziektevervanging. Je krijgt meer details te lezen zodra deze bekend zijn.
Lerende medewerkers, vaardig en vakbekwaam Iedere medewerker (van leerkracht, bestuurder, directeur tot conciërge) wordt nadrukkelijker zelf verantwoordelijk voor de eigen professionalisering. Iedereen krijgt 2 klokuren per week om in te vullen voor professionalisering. Jaarlijks spreek je in overleg met de leidinggevende af welke doelstelling je wilt behalen. Binnenkort gaan MO en PGMR zich buigen over een kadernotitie waarin het scholingsbeleid binnen Librijn wordt geïntegreerd. Uiteindelijk willen we iedereen binnen onze organisatie uitdagen om meer te leren van en met collega’s, te reflecteren op de praktijk en verdieping te zoeken in je vakbekwaamheid. Geerco Lentz
MEDEDELINGEN VANUIT P&O
2
5E THEMA MIDDAG ELSENBURGSCHOOL “DRUK OF ONHANDELBAAR OF MOEILIJK VERSTAANBAAR Op 21 januari organiseerde SBO de Elsenburgschool in samenwerkging met de Rehobothschool en Stichting SPPOH, voor de 5e keer alweer, een themamiddag. Met dit keer het onderwerp “Omgaan met Pittig gedrag” door Madelène Elmes. Eric Heugens en Ton Geleijnse openden de middag in Wijkcentrum Stervoorde. Er waren zo’n 100 leerkrachten, Intern Begeleiders, directies van de Rijswijkse basisscholen, de scholen van SCOH en de Librijnscholen aanwezig. Ook de wethouder Onderwijs Rijswijk, mevrouw Dierdorp, woonde de lezing bij. Moeilijk verstaanbaar? Het eerste deel van de lezing ging over de theoretische achtergrond van stoornissen zoals “hoe om te gaan met moeilijk verstaanbaar gedrag (bv ADHD/ODD of een combinatie)”. Meer kennis over de achtergronden en oorzaken van druk en opstandig gedrag, kan wél leiden tot meer begrip. Hierdoor lukt het beter om op een andere manier te kijken en om het kind en zijn gedrag te verstaan en ook je eigen handelen onder de loep te nemen. Pasklare oplossingen zijn er niet, maar er worden mogelijkheden aangereikt om pittig gedrag anders te interpreteren en positief te beïnvloeden. Het is onze taak om te proberen ook dit pittige gedrag te ‘verstaan’. Want achter dit gedrag zit een kind dat erbij wil horen en zijn omgeving niet begrijpt. Een kind dat roept om aandacht en smeekt om gezien en begrepen te worden. Als wij leren om op deze manier naar druk en opstandig gedrag te kijken, gaat het niet om de diagnose ADHD, ODD of andere stoornissen. Wat zit er achter het gedrag? Madelène nam ons vervolgens mee aan de hand van drie voorbeelden van druk en onhandelbaar gedrag van jongens. Onhandelbaar gedrag laten jongens meer zien dan meisjes. Recent wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat jongens minder taal voor emoties hebben. Er wordt minder met hun over emoties gepraat. 40 tot 60 % van de leerlingen met ADHD ontwikkelt ook ODD en 80 % van de ODD leerlingen heeft ook ADHD symptomen. In 70 % van de gevallen is ADHD erfelijk, voor ODD is dat 40 %. Het zijn van die kinderen die altijd een weerwoord hebben. Niet stil kunnen zitten, voortdurend conflicten hebben of grenzen op lijken te zoeken. Het zijn de kinderen waar over iedereen het heeft in de koffiekamer. De kinderen waarover je klachten krijgt van ouders en de kinderen die je soms slapeloze nachten bezorgen. Als je na school met ze praat, zie je heus hun leuke kanten wel. Maar in een groep…. Je hebt er je handen vol aan! Hierbij draait het uiteraard zoveel mogelijk om preventie, maar ook om het vergroten van je repertoire van interventies. Zodat je met het kind, zijn ouders en je collega’s op zoek kunt gaan naar antwoorden op moeilijk verstaanbaar gedrag. De interactie tussen de volwassenen en het kind speelt een belangrijke rol. Bij ADHD is er een lage prikkel gevoeligheid: als iets saai is ga je dingen zoeken. Belangrijk is bij de behandeling om naast medicatie, te richten op cognitieve gedragstherapie en ook te kijken naar de omgeving van het kind. En luister naar de kinderen zelf. Wat zeggen zij nu zelf? Dit is belangrijk om te doen bij het maken van een aanpak. Na de lezing werd afgesloten met het aanbieden van de gezamenlijke folder “Rijswijkse SBO scholen maken onderwijs passend” aan onze directeur/bestuurder Bert Klompmaker. Madelène Elmes heeft ruime onderwijservaring als leerkracht en IB-er en is pedagoog. Zij werkt als begeleider/ onderwijsadviseur bij het expertiseteam van de Fritz Redlschool in Utrecht, een school voor kinderen met psychiatrische problematiek. Daarnaast is Madelène eigenaar van gedraginzicht. Hier staat coaching, begeleiding, advies en training vanuit ecologisch perspectief centraal. Op de website www.gedrag-inzicht.nl is hier meer over te lezen.
Willemien Bekema strategisch beleidsmedewerker
5E THEMA MIDDAG ELSENBURGSCHOOL “DRUK OF ONHANDELBAAR OF MOEILIJK VERSTAANBAAR
3
KENNISMAKEN MET… GEERCO LENTZ
BELEIDSMEDEWERKER PERSONEEL EN ORGANISATIE
De hele personeelsafdeling van Librijn past op één bureaustoel. Geerco Lentz (1959) is een eenmansband. “En iedere dinsdag zijn Bea en Irma van Dyade hier die fantastisch helpen. Bovendien lopen er genoeg sparringpartners rond,” nuanceert Geerco. Maar toch: van het bedenken van het personeelsbeleid tot het uitvoeren en controleren daarvan, het gebeurt allemaal vanuit die ene stoel. Geerco is via allerlei omzwervingen in de P&O-wereld terechtgekomen. Hij was eerder sociaal raadsman in Den Haag, waar hij op een dag gevraagd werd om bij de Dienst SZW van de gemeente Den Haag de P&O-afdeling te versterken. Vervolgens maakte hij de overstap naar ROC Leiden. Daar werkt hij nu tien jaar, ook nu nog één dag in de week. De rest van de week werkt hij bij Librijn. “Het strategisch personeelsbeleid is mijn specialiteit geworden,” vertelt hij. “Vooruitkijken, daar gaat het om binnen dit vak, hoe moeilijk dat ook is. Als je plannen maakt en bij het gekozen scenario vervolgens maar 20 procent fout hebt voorspeld, dan heb je best een goed beleid gemaakt.” Maar waar het in het onderwijs écht om gaat, vindt Geerco, zijn de leerlingen. “Kinderen moeten goed onderwijs krijgen en dat is het allerbelangrijkste. Dat kun je niet met computers doen en ook niet met een robot voor de klas. Er is een enthousiaste en deskundige leerkracht nodig die voor de groep staat. Het is mijn uitdaging om teams te helpen die persoon te vinden. Een leraar met de juiste bagage die zich helemaal goed voelt voor de klas en wiens salaris ook nog eens klopt.” Reflectie Wanneer lijkt de voetbalwereld op de onderwijswereld? Vlak voor de zomer. Dan breekt de transferperiode aan. “Dan gaat het kriebelen, komen de vacatures en hebben leerkrachten tijd om na te denken,” zegt Geerco. Erg onhandig voor de onderwijsinstellingen – vooral voor de P&O-afdelingen - en zou een leerkracht er ook niet verstandig aan doen om eerder te kijken of hij het nog wel naar zijn zin heeft? Geerco: “Ik denk dat het beter is voor iedereen als mensen in de lente - of nog eerder - een beetje reflectie plegen. Zit ik nog wel op de juiste plek? Haal ik nog wel genoeg voldoening uit mijn werk? Als deze vragen op tijd langskomen kun je ook op tijd schakelen. Vaak komt deze vraag en de bijbehorende beslissing pas als de koffers al zijn ingepakt.” Dat is jammer volgens Geerco, omdat er anders nog een hoop mogelijk kan zijn. “Ook binnen deze stichting is er veel mogelijk. Een andere klas, een andere school, andere activiteiten… Dat is het mooie van Librijn. Voetafdrukken Op zijn werkkamer heeft Geerco een foto hangen van Teun Hocks. Het is een foto van een foto, want een origineel is erg duur. Het is een man die zijn eigen vieze voetafdrukken schoonmaakt terwijl hij rondjes loopt en zijn vieze schoenen nog aan heeft. “Dat is soms typerend voor het werk dat ik doe. Daarom is reflectie voor mijzelf net zo belangrijk. Ga even op een stoel zitten, kijk wat er goed gaat, kijk wat beter kan en kijk ook even achterom. Dan zou de man op de foto zien dat hij de kamer pas schoon kan krijgen als hij even zijn schoenen uit doet.”
[email protected]
KENNISMAKEN MET… GEERCO LENTZ
4
KENNISMAKEN MET… TWEE NIEUWE LOCATIEDIRECTEUREN
Wilco van der Maas (Delftse Daltonschool) en Nico Nijenhuis (Brede school Steenvoorde) hebben beiden voor de klas gestaan. Een logische achtergrond volgens Wilco: “Ik ken ook wel directeuren die bijvoorbeeld uit de gezondheidszorg komen of van een managementopleiding. Soms werkt dat goed, maar dat kan ook heel slecht uitpakken. Het is toch fijn als je zelf hebt ondervonden hoe het onderwijswerkveld er van binnen uitziet.” WILCO Wilco van der Maas (1968) is sinds december 2014 locatiedirecteur van de Delftse Daltonschool. Hij groeide op in Vlaardingen, heeft een zoon, een dochter en een vrouw die ook in het onderwijs werkzaam is. Zelf komt hij uit de Rotterdamse onderwijswereld. Als leerkracht van de bovenbouw ging Wilco zich steeds meer interesseren voor beleid. Zijn toenmalige directeur vertrok, waarop Wilco niet veel later dat stokje overnam. Zijn eerste grote bestuurlijke uitdaging kwam al snel toen hij de opdracht kreeg om te fuseren met een andere school in de wijk. “Het was lastig,” vertelt Wilco. “Ouders van de ene school wilden niets te maken hebben met ouders van de andere school. Er was veel onbegrip.” Later was Wilco ook betrokken bij het opzetten van een Rotterdamse brede school. De plannen waren klaar, iedereen had er zin in en er zou zelfs nieuwbouw komen. Maar: “De financiën kwamen niet rond. Er was ook op bestuurlijk niveau een fusie, en die verliep moeizaam.” Tijd voor een nieuwe uitdaging dacht Wilco. En zo kwam hij bij Librijn terecht en maakte de overstap naar de Delftse Daltonschool. Daltononderwijs “Ervaring met Daltononderwijs heb ik niet,” zegt Wilco, “maar het spreekt mij enorm aan. “Komende jaren wil ik me hier ook verder in gaan scholen. Ik vind het belangrijk dat je de drie uitgangspunten die we van de leerlingen vragen - zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking ook bij de leerkrachten terugziet. Op de Delftse Daltonschool zit dat wel goed. Er heerst een prettige werksfeer en het team is professioneel, ik ben hier in een rijdende trein beland.” NICO Nico Nijenhuis (1954) groeit op in het Friese dorp Gorredijk, en staat voor het eerst in Koekange - tussen Meppel en Hoogeveen voor de klas. Nico: “Een tweemansschool, ik stond voor klas één, twee en drie. Daarna heb ik in Hoogeveen gewerkt, waar ik ook directeur werd. Er kwam een hoop ander werk bij, ik doceerde op de Pabo, gaf advies en trainingen.” Nico neemt de stap om zzp’er te worden in het onderwijs. Hij gaf les op hogeschool Windesheim, ook wanneer de liefde hem helemaal naar Rotterdam brengt. Die liefde zit ook in het onderwijs, hij ontmoet haar tijdens een studiereis naar Zweden, ze zitten naast elkaar in het vliegtuig. “Ik keek naar haar, zij keek naar mij en BAM, verliefd. Zo ging dat.” In Zweden ziet Nico ook een hoop andere mooie dingen. “De brede scholen die ze daar hebben zijn fantastisch. Daar hebben ze het echt begrepen. De opvang is daar heel goed geregeld, onder en na schooltijd lekker de natuur in en breed leren. In Finland en Denemarken zie je nu ook heel mooie dingen. Mijn droom is een school die 24 uur per dag open is voor onderwijs en opvang, die echt een integraal onderdeel is van de maatschappij eromheen.” Nico zal de komende tijd gebruiken om zijn team goed te leren kennen. Een van zijn kerntaken is het vormgeven van het inhoudelijke brede school-gedeelte van Brede school Steenvoorde. “Het heet nu wel brede school, maar het is inhoudelijk nog geen brede school. Aan mij en het team de taak om dat vorm te geven - ik kan niet wachten.”
KENNISMAKEN MET… TWEE NIEUWE LOCATIEDIRECTEUREN
5
ONTWIKKELINGEN HUISVESTING Onderhoud Op 1 januari 2015 is de zogenaamde doordecentralisatie van het onderhoud aan schoolgebouwen in werking getreden. Daarmee valt het volledige onderhoud van de schoolgebouwen voortaan onder verantwoording van het schoolbestuur. Voorheen was het onderhoud aan bepaalde bouwdelen van het gebouw, zoals vervangen dakbedekking, vervangen buitenkozijnen en herstraten buitenterrein voor rekening van de gemeente. In navolging van het voortgezet onderwijs, waar de doordecentralisatie enkele jaren geleden heeft plaatsgevonden, is het primair onderwijs sinds 1 januari jl. dus ook voorzien van deze regeling. Het schoolbestuur ontvangt jaarlijks een vergoeding vanuit het ministerie van onderwijs ter bekostiging van het onderhoud aan deze bouwdelen. Als Librijn zien we vooral de voordelen van deze regeling. Het voorkomt de nodige afstemming en financiële afwikkeling met de gemeente, wat voorheen noodzakelijk was voor de realisatie van dit soort onderhoud. En we kunnen de planning van het onderhoud nu verder optimaliseren en in relatie brengen met de Integrale Huisvesting Plannen (IHP) van de gemeenten Delft en Rijswijk. Integrale Huisvesting Plannen Vlak voor kerst 2014 is het Integrale Huisvesting Plan (IHP) in de gemeente Delft afgerond. De gemeente Delft heeft met alle betrokken schoolbesturen overleg gevoerd met als doel de huisvesting van de scholen in beeld te brengen en de richting te bepalen van de ontwikkelingen voor de komende 5 jaar. Gezamenlijk streven is de leegstand terug te brengen tot een gewenst niveau. Voorts zijn in het IHP afspraken gemaakt over nieuwbouw en renovatie. Eerder in 2014 is ook een IHP vastgesteld in de gemeente Rijswijk. Nu er in zowel Delft als Rijswijk een IHP is kunnen we als Librijn ons huisvestingsbeleid verder ontwikkelen en goed onderbouwde keuzen maken. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan het realiseren van energiebesparende maatregelen aan gebouwen. Nieuwbouw en renovatie Volgend uit het Rijswijkse IHP is door deze gemeente geld gereserveerd voor vervangende nieuwbouw van de school ’t Prisma. Dit zal deel gaan uitmaken van een groter geheel waarbij o.a. ook twee scholen van andere schoolbesturen zijn betrokken en een gemeentelijke sporthal die allemaal fysiek dicht bij elkaar liggen. Voor onze school ’t Prisma betekent deze gebiedsontwikkeling dat, naar huidige verwachting, medio 2019 een nieuw gebouw is gerealiseerd in de directe nabijheid van het huidige gebouw. Tot de nieuwbouw is voltooid blijft het huidige gebouw gehandhaafd en zal het nog een beperkte onderhoudsbeurt ondergaan in 2015. Na sloop van het huidige gebouw worden op dat terrein door een projectontwikkelaar eengezinswoningen gerealiseerd. In Delft is in het IHP aangegeven dat de Montessorischool Jan Vermeer aan de Maria Duystlaan of vervangende nieuwbouw krijgt of wordt gerenoveerd. Librijn is al enige tijd in gesprek met de gemeente hierover en is tevreden dat deze ontwikkeling in het IHP is vastgelegd. We gaan nu verder overleggen met de gemeente over welke keuze het wordt en over de bijbehorende planning. Ons streven is realisatie van vervangende nieuwbouw die gereed zou moeten zijn medio 2019.
Loek van der Sman beleidsmedewerker huisvesting
ONTWIKKELINGEN HUISVESTING
6
DE EVOLUTIE VAN HET BEHEER VAN DE INTERIMPOOL Het krijgen van de juiste persoon op de juiste plek; een proces dat zich continu in werkend Librijn afspeelt. Dagelijks zijn de locatiedirecteuren druk bezig met het vinden en inplannen van een juiste vervanger voor een afwezige leraar. André van der Lelij is als directeur financiën en bedrijfsvoering eindverantwoordelijk voor dit proces binnen Librijn. Papierensysteem Voor de veertien aangesloten scholen van Librijn beslaat het poolbeheer twee categorieën personen: interim vervangers en invallers. Medewerkers in de interimpool worden bewust bovenformatief aangesteld en vormen de harde kern. Daarnaast wordt continu een groep van potentiële invallers onderhouden, die bij een inzet tijdelijk wordt aangesteld. Dit zijn vaak net afgestudeerde PABO-studenten, maar ook personen die zich simpelweg niet aan een lang dienstverband willen committeren. Dat het beheren en inplannen van een dergelijke pool een complexe aangelegenheid is, zal iedereen beamen. Voor een lange periode lag deze taak bij Librijn in handen van één specialist; een oud schooldirecteur in de herfst van zijn loopbaan. Een zelfbedacht ingenieus systeem op papier verschafte inzicht voor deze coördinator. Via deze methode werd de pool effectief gemanaged. André wist natuurlijk dat hij voor een uitdaging zou komen te staan, mocht de specialist om welke reden dan ook uitvallen. Gelukkig heeft een dergelijke situatie zich nooit voorgedaan. Eerste stappen in digitalisering In 2012 blijkt dat de coördinator binnen afzienbare tijd met pensioen gaat. Hierdoor ontstaat voor André een natuurlijk moment om de huidige werkwijze opnieuw tegen het licht te houden. Het bestuur is namelijk ter oren gekomen dat er inmiddels applicaties bestaan die dergelijk werk vereenvoudigen. Het oog valt op de VervangingsManager van Driessen. Deze online applicatie is voor de invalkracht en de onderwijsinstelling gemakkelijk te benaderen via een persoonlijke inlogpagina, zorgt automatisch voor een ultiem matchvoorstel en verzorgt tevens allerlei output voor de administratieve processen. Begin 2013 wordt binnen de organisatie gestart met de implementatie van de VervangingsManager. Een locatiedirecteur biedt aan de inrichting op zich te nemen en tevens het poolbeheer te coördineren. Vanaf dat moment kunnen vervangingsaanvragen . op elke denkbare locatie ogenblikkelijk worden verwerkt. Elke locatie-directeur ontvangt een tablet om de aanvragen met hetzelfde gemak via de portal door te kunnen geven. Dienstverlening op afstand Naast het gebruiksgemak is het systeem van vervangingen, door het gebruik van een generieke applicatie, geen blackbox meer. Andere medewerkers kunnen in theorie ook met de VervangingsManager uit de voeten. Wanneer je een proactief beleid wilt voeren als het gaat om risico’s rondom vervangingen, dan bestaan er uiteraard externe dienstverleningsconcepten die dit mogelijk maken. Bij uitdiensttreding van de betrokken locatiedirecteur werd daarom het besluit genomen om het complete interimpool beheer op afstand te organiseren. Vanaf mei 2014 is Driessen HRM verantwoordelijk voor het inplannen van vervangers en invallers. Aanvullend hierop verzorgt Driessen ook de werving en selectie van geschikte invallers. De locatiedirecteuren kunnen uiteraard nog steeds gebruikmaken van de portal van de VervangingsManager voor vervangingsaanvragen. Doorkijk naar 2016 In de nabije toekomst ziet André kansen in de verdere lokale opschaling van de interimpool. Een groot voordeel van de VervangingsManager is de overzichtelijkheid. Invallers kunnen gemakkelijk de beschikbaarheid digitaal bijhouden en Librijn is hiervan automatisch op de hoogte. Invallers staan echter vaak bij verschillende pools ingeschreven, dienen derhalve op meerdere posities deze beschikbaarheid bij te houden, wat de zuiverheid en betrouwbaar-heid niet ten goede komt. Door een verdere centralisatie van de pool kan dit worden verholpen. Of dit door onderlinge samenwerking met omliggende besturen gestalte krijgt of dat dit door een externe partij wordt gefaciliteerd is daarbij om het even. Invloed Wet Werk en Zekerheid Voor de verdere toekomst denkt André aan het optimaliseren van het totaalproces. Invallers die zich via de website inschrijven en automatisch (na een fiat) worden opgenomen in de VervangingsManager. Locatiedirecteuren die via één handeling een ziekmelding doorgeven, waarbij ook direct het verzuimproces op de juiste wijze wordt gestart. En een derde en misschien wel de belangrijkste procesverbetering, een sluitende koppeling met de personeels- en salarisadministratie. De inzet van medewerkers kan in principe direct worden vertaald naar relevante mutaties voor deze administratie. Volgens André ben je in de toekomst spekkoper als je de keten rondom poolbeheer zo snel en geruisloos mogelijk afrond, zodat de rest van de organisatie simpelweg niet wordt afgeleid van de kerntaak: onderwijs.
DE EVOLUTIE VAN HET BEHEER VAN DE INTERIMPOOL
7
DE KLEUTERS VAN DE EGLANTIER TANTHOF EN -VOORHOF SPREKEN ENGELS In 2014 zijn 12 scholen gestart met de pilot Tweetalig Primair Onderwijs (TPO). Europees Platform-Nuffic coördineert de pilot TPO in opdracht van het Ministerie van Onderwijs. Twee Librijn scholen: zijn door een commissie geselecteerd om vanaf volgend schooljaar, met nog zes andere basisscholen, ook mee te doen aan deze pilot. De pilot duurt vier jaar en er is voor elke school per jaar € 10.000,- beschikbaar. De Eglantier Tanthof is daar erg blij mee, want internationalisering staat bij ons hoog op de agenda. Kinderen die van onze school en De Eglantier Voorhof komen moeten klaar zijn om later hun plek in te kunnen nemen in de maatschappij. Het tweetalig onderwijs levert daar een grote bijdrage aan. Beide scholen starten volgend schooljaar met tweetalig onderwijs in de groepen 1 en 2. “Onze scholen zijn geselecteerd op basis van twee aspecten: motivatie en haalbaarheid. De selectiecommissie heeft gekeken of onze plannen, onze droom, werkelijkheid kunnen worden. De conclusie is: het is een realistische droom. Het tweede aspect, de motivatie, hebben we in de aanvraag én in een gesprek toegelicht. Voor ons als school geldt dat we onze leerlingen via het tweetalig onderwijs het wereldburgerschap willen aanbieden. Ons motto is: Wij de wereld! Daarmee willen we alle ouders in onze wijk – en misschien zelfs in de regio –bedienen. De Eglantier Tanthof oriënteert zich al ruim vijf jaar op Engels in de school. Bijvoorbeeld door het Early Bird programma, Engels in de groepen 1 t/m 8, IPC onderwijs en een studieweek in Canterbury met vrijwel het gehele team.” De Eglantier Voorhof geeft zelfs al langer Engels in alle groepen. Tweetalig onderwijs op de basisschool houdt meer in dan Engelse les op bepaalde momenten. Het betekent dat een leerling bij 30% van de vakken les krijgt in het Engels. De reguliere schoolvakken worden dan in het Engels gegeven. Een school kan bijvoorbeeld kiezen om de basisvakken taal en rekenen in het Nederlands te geven en wereldoriëntatie, muziek en beeldende vorming in het Engels. Hoe dit op onze scholen vorm gaat krijgen gaan we nu in een plan uitwerken. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die op jonge leeftijd vreemdetalenonderwijs krijgen uiteindelijk veel beter Engels leren spreken dan kinderen die pas kennismaken met Engels in groep 7 of 8. Aandacht voor Engels heeft geen negatief effect op het Nederlands, sterker nog, er blijkt een positief effect te zijn. “Tot nu toe waren er allerlei wettelijke beperkingen, waardoor kinderen niet hun hele schoolcarrière tweetalig onderwijs konden volgen. Binnen deze pilot kunnen we stapsgewijs het tweetalige onderwijs vorm gaan geven, zonder dat kinderen na een paar jaar weer van school moeten. We willen volgend schooljaar met de groepen 1 en 2 van onze school gaan beginnen. Door het tweetalig onderwijs worden kinderen beter voorbereid op een maatschappij die steeds internationaler wordt. Als school zijn we trots dat we daaraan een bijdrage mogen leveren!” Erika Kraai, locatiedirecteur Eglantier Tanthof en Yvonne den Haan, locatiedirecteur Eglantier Voorhof DE KLEUTERS VAN DE EGLANTIER TANTHOF EN -VOORHOF SPREKEN ENGELS
INSPECTIEBEZOEK WBS EN ELSENBURG Op de Wethouder Brederodeschool en de Elsenburgschool hebben inspectiebezoeken plaatsgevonden. Beide scholen hebben weer een basisarrangement gekregen. Hoewel bij beide scholen een aantal aandachtspunten werd geconstateerd, was de onderwijsinspectie blij met het positieve pedagogische klimaat op de scholen. Het toeval wil dat de Elsenburg al langer met het PBS systeem werkt en dat de Wethouder Brederodeschool dit systeem ook aan het invoeren is. Het als team bewust gericht zijn op een positieve benadering van kinderen en het uniform toepassen van de methode levert een belangrijke bijdrage aan de positieve leeromgeving die we wensen. Vanuit de onderwijsinspectie was er verder veel aandacht voor het op niveau werken van de kinderen en het streven naar maximale opbrengsten op het niveau van het kind. Het ‘passend onderwijs’ in de groep werd bekeken op de didactische vaardigheid van de leerkracht en op het goed uitwerken van de ontwikkelingsplannen voor de kinderen. Op beide punten waren er verbeteringen door te voeren. Ook het systematisch en periodiek evalueren van het werk binnen de kwaliteitscyclus was een punt van aandacht. In algemeenheid was de conclusie dat de twee scholen hard werken aan het realiseren van goed onderwijs en dat zij dit op een voldoende niveau doen. Een compliment voor alle medewerkers van de Elsenburg- en de Wethouder Brederodeschool. INSPECTIEBEZOEK WBS EN ELSENBURG
8
TUSSENSTAND DE UITDAGING VAN LIBRIJN 2014 Op één van de donkere dagen, begin december, bezochten vier juryleden de twee scholen die de Uitdaging van Librijn 2014 hebben gewonnen. Bert en Geke gingen naar de Montessorischool Jan Vermeer aan de Maria Duystlaan en André en Willemien bezochten de Eglantier Voorhof. We hebben gekeken: of de uitvoering van de plannen breed gedragen worden, naar activiteiten van de kinderen en of de plannen aangepast zijn door ervaringen van het eerste half jaar. Hier een korte impressie van onze bevindingen die middag. De plannen zijn in te zien op de website van de Librijn. www.librijn.nl. onder medewerkers/schoolplein. Elektronische leeromgeving op de Eglantier Voorhof Voor de zomervakantie is al begonnen met het voorbereidende werk om na de vakantie te kunnen starten. Dat betekende de aanleg van wifi voor 30 laptops en installeren van its learning (de ELO). Er is een werkgroep opgericht waarin het plan uitgewerkt wordt. Er is gestart met groep 4 en 6. Oorspronkelijk zouden twee groepen uit leerjaar 5 t/m 8 starten met het programma. Er is voor groep 4 gekozen, omdat een leerkracht van de werkgroep deze groep heeft en omdat de eerste milestone dan staat in het IPC. Het team is breed geïnformeerd. Tijdens het bezoek van de jury waren ook belangstellende teamleden aanwezig, dat was goed om te zien. We hebben ingelogd in its learning en konden zo het werk van de kinderen zien. We hebben gezien dat het veel basisvaardigheden (inloggen, documenten toevoegen, feedback geven) van de kinderen vraagt. Voor de leerlingen van groep 4 was dat best lastig. Daarom is er voor gekozen in groepjes te werken. It’s learning heeft veel mogelijkheden (o.a. differentiatie) die nog niet allemaal aan bod zijn gekomen. Per IPC thema worden alle activiteiten/opdrachten op de ELO geplaatst. Geef een kind kennis en hij weet wat je vertelt, Vanuit de werkgroep wordt voorgesteld per thema een beperkt leer een kind denken en hij begrijpt waarom je het vertelt, aantal opdrachten op de ELO zetten en die goed uit te werken. maak een kind nieuwsgierig en het zal jou willen vertellen. Na het winnen van de uitdaging is geprobeerd om ook de Eglantier Tanthof mee te laten liften met de uitrol van het plan (dit was niet de opzet). De eerste fase hebben ze meegedaan maar door onvoldoende middelen is besloten om niet verder te gaan. Voor het komende jaar zal er meer aandacht zijn voor het geven van feedback (tips en tops) door de leerlingen op elkaars werk. Ook zullen de ouders van groep 4 meer betrokken worden bij de ELO. Touch Vermeer op Montessorischool Jan Vermeer, Maria Duystlaan Bij het bezoek aan de school is nogmaals dank door het team uitgesproken voor het initiëren van de Uitdaging van Librijn. Het maakt je als leerkracht enthousiast om een kans te grijpen! Het enthousiasme van het team bij het bezoek straalt er nog steeds vanaf. Er is voor de zomer gestart met het maken van een planning, die wordt gevolgd. De drie concepten zijn deels al uitgevoerd. “Woud der Verwondering” is klaar, de jury heeft presentatie-filmpjes gezien. Vindingrijk, hier worden de lessen volgens het Tasc model (thinking actively in a social context) ontworpen. Dat was te zien in een ontwerp wedstrijd over vormgeving en taal met het bijbehorende wedstrijdformulier. In mei 2015 zal TEDxVermeer van start gaan. Daarnaast lopen acties voor de inrichting van de cloud. Er is gestart met het budget onvoorzien in te zetten voor personeel. De twee leerkrachten die het project leiden zijn om de week een dag ambulant. Er is grote betrokkenheid van team, kinderen en ouders, dat is terug te zien in de school. Communicatie naar ouders, kinderen en leerkrachten is essentieel. Alle stappen van het plan worden opschrift gezet en met elkaar gedeeld. Anders dan in het plan is, dat de hele school meedoet. Waar oorspronkelijk 1 groep wel en 1 groep niet en vergelijken van resultaten de bedoeling was. Hier zit een ethisch aspect aan (jij mag wel en jij mag niet mee doen) en een statistisch aspect (kan je wel echt vergelijken). Over de onderbouw gaat het gesprek. Het is moeilijk voor deze leeftijd; wat kunnen we doen zodat het wel lukt. Ze willen namelijk wel. De jury heeft een goede indruk gekregen van de plannen met deze tussenstand. Ben je ook nieuwsgierig hoe het verder gaat met de uitwerking van de Uitdaging van Librijn? Dat kan, op de Librijn studiedag op 3 juni zullen de scholen zich presenteren met de Uitdaging. Willemien Bekema, strategisch beleidsmedewerker TUSSENSTAND DE UITDAGING VAN LIBRIJN 2014
9
STRAKS HONDERDEN MASTERS VOOR DE KLAS
Fotografie Martine Sprangers, www.sprangers-fotografie.nl Honderden masters voor de klas op de basisschool: dat is straks de opbrengst van het project Vierslagleren. Al 130 koppels van een ervaren en een beginnende leerkracht, hebben de kans gegrepen om naast hun werk een masterstudie te volgen. ‘Druk maar leuk’. Esther Reichart (26) en Mick Kamstra (23), leerkrachten van de openbare Montessorischool Jan Vermeer in Delft, vormen zo’n koppel. Esther is de ervaren leerkracht die al vijf jaar voor de klas staat, en nu dankzij de Lerarenbeurs, nog een masteropleiding kan doen. Omdat Esther ook nog werd toegelaten tot project Vierslagleren, kon de school een nieuwe jonge leerkracht aanstellen: Mick, die net deze zomer is afgestudeerd aan de pabo. Ook hij volgt nu naast zijn werk de tweejarige masterstudie. Hoewel veel ‘vierslagkoppels’ samen één klas hebben, is dat bij Esther en Mick niet het geval. Mick is ‘kleutermeester’: hij werkt vier dagen per week in de 1-2-combinatie, terwijl Esther lesgeeft in groep 6-7-8. Werken en studeren tegelijk, dat is pittig, beamen Mick en Esther, maar allebei vinden ze het ook leuk en zijn ze blij met deze kans. ‘Die colleges geven me nieuwe energie’, zegt Esther. ‘Ik merk dat ik er geïnspireerd door raak, ik krijg nieuwe ideeën die ik op school meteen in praktijk wil brengen.’ Mick wilde na zijn pabo-studie graag voor de klas staan, maar hij wilde ook graag een master halen. ‘Dit project biedt een mooie combinatie’, zegt hij. ‘Ik merkte meteen dat de masterstudie echt anders is dan de pabo. Er wordt veel van je verwacht. Maar Esther en ik hebben inmiddels allebei onze eerste tentamens en opdrachten gehaald.’ Vrijgeroosterd Tijdens de masterstudie is de ervaren leerkracht twee dagen per week vrijgesteld van lesgevende taken. Deze tijd is bestemd voor praktijkopdrachten, begeleiding van de jonge collega of een stage. Esther benut deze tijd om te werken aan de verdere ontwikkeling voor het kosmisch onderwijs van de Jan Vermeerschool (de zaakvakken). Hoewel Esther en Mick niet samen één klas hebben, leren ze toch van elkaar, zeggen ze. ‘We komen elkaar in de school natuurlijk tegen én we volgen dezelfde colleges.’ Ze doen een master over gedrag van kinderen in de basisschool. Deze opleiding duurt twee jaar en wordt dan afgerond met een scriptie. Het bijbehorende onderzoek gaan ze pas volgend jaar doen, maar zowel Esther als Mick weet al waarover het zal gaan. Esther: ‘Ik wil onderzoek doen naar het gedrag van kinderen met Down-syndroom in de basisschool en de beste aanpak daarvan. Daar heeft de school meteen plezier van want wij hebben hier ook zulke kinderen.’ Mick wil onderzoeken of kinderen die op een Montessoribasisschool hebben gezeten, later in het vervolgonderwijs zelfstandiger werken dan kinderen die van een gewone basisschool komen. STRAKS HONDERDEN MASTERS VOOR DE KLAS
10
STRAKS HONDERDEN MASTERS VOOR DE KLAS Nek uitgestoken Directeur Anneloes van de Graaff van de Jan Vermeerschool is blij met de mogelijkheden die het Vierslagleren biedt. Het levert de school veel op. Niet alleen staan er straks masters voor de klas, maar Esther krijgt ook gelegenheid om tijdens haar studie binnen de school iets extra’s te doen. Tegelijkertijd blijft een jonge leerkracht behouden voor het onderwijs. Belangrijk, zegt Van de Graaff. ‘Want er zijn op dit moment niet zoveel banen voor afgestudeerden van de pabo. Dan gaan ze wat anders doen, en wordt het vaak lastig om ze later nog terug voor de klas te krijgen. Zo stroomt veel potentieel het onderwijs uit, terwijl ze, door de vergrijzing, over een paar jaar weer nodig zijn.’ Overigens zijn Esther en Mick niet de enigen bij de Jan Vermeerschool die een masterstudie doen. Er zijn nog twee leerkrachten die studeren met de Lerarenbeurs. Bovendien werkt binnen de Stichting Librijn, waar de Jan Vermeerschool onder valt, nog een Vierslag-koppel. Dat zijn Eva Friebel en Mariëlle Geerling op de openbare basisschool Nicolaas Beets in Rijswijk. Zij staan wél samen voor één klas. Hiermee steekt Librijn zijn nek uit, want het bestuur moet de startende leerkrachten immers meteen een baan garantie geven. ‘Dit was een bewuste keuze vanuit ons strategisch beleid’, zegt directeur/bestuurder Bert Klompmaker. Vier vliegen in één klap Het project Vierslagleren heeft deze naam gekregen omdat het project wel vier vliegen in één klap slaat. Leerkrachten krijgen de kans een masterstudie te doen, jonge leerkrachten worden behouden voor het onderwijs, ze leren van elkaar en de scholen krijgen masters voor de klas, wat naar verwachting het hele primair onderwijs een impuls zal geven. Binnen dit project wordt iedere ervaren leerkracht die meedoet, gekoppeld aan een beginnende leerkracht. Vaak staan ze samen voor één klas, maar dat is niet verplicht. Het project stelt per duo 24.000 euro beschikbaar als tegemoetkoming in de vervangingskosten voor de studietijd van de ervaren leerkracht. Daar tegenover staat dat de school een baangarantie moet geven aan de jonge leerkracht: die krijgt na afloop van de opleiding een vaste aanstelling voor minimaal twee dagen per week. De deelnemers kiezen vaak voor de masters Special Educational Needs, Leren en Innoveren of Orthopedagogiek. Ook is het mogelijk om een tweedegraads lerarenopleiding voor het voortgezet onderwijs te doen . Nog ruimte voor 100 koppels Dit schooljaar zijn 130 koppels van leerkrachten op Nederlandse basisscholen begonnen aan het project Vierslagleren. In augustus 2015 kunnen nog eens 100 koppels aan een masterstudie beginnen. De inschrijftermijn daarvoor gaat op 1 april open. Kijk op www.arbeidsmarktplatformpo.nl. Uit: magazine School! van VOS/ABB en VOO, december 2014.
GEWIJZIGDE REGELING VIERSLAGLEREN
Komend schooljaar is het opnieuw mogelijk om deel te nemen aan het project VierSlagLeren. Er is een aantal wijzigingen van VierSlagLeren 2015-2017. Een daarvan is dat de baangarantie voor de startende leerkracht niet meer verplicht is. In VierSlagLeren werken startende en ervaren leerkracht samen aan schoolontwikkeling. Het lerarenduo, een ervaren en startende leerkracht, volgen beiden een zelfgekozen master met de Lerarenbeurs en hebben samen een klas. De ervaren leerkracht wordt maximaal twee dagen per week vrijgesteld van lesgevende taken en de startende leerkracht vult de vrijgekomen uren in van de ervaren leerkracht. Per lerarenduo ontvangt het bestuur een tegemoetkoming in de verletkosten van de ervaren leerkracht. Wijzigingen VierSlagLeren 2015-2017 kent een aantal wijzigingen. Zo is de baangarantie voor startende leerkrachten niet meer verplicht, komen alleen masteropleidingen in aanmerking (hbo of universitair) en mag de startende leerkracht maximaal vier jaar afgestudeerd zijn aan de Pabo. Verder verhoogt de Lerarenbeurs het aantal studieverlofuren naar 8 uur (waardoor de bijdrage vanuit VierSlagLeren wordt verlaagd naar 16.000 euro) en wordt vanuit de Lerarenbeurs nu ook studieverlof verleend aan de startende leerkracht (8 uur naar rato werktijdfactor) die deelneemt aan VierSlagLeren. De inschrijving van de lerarenduo’s vindt plaats vanaf 1 april (tot 1 juli). Het Arbeidsmarktplatform PO raadt aan, vanwege de tijdsinvestering, nu al te beginnen met de werving van geïnteresseerde leerkrachten. Uit Arbeidsmarktplatform PO, 1 februari 2015 Meer informatie:
[email protected]
STRAKS HONDERDEN MASTERS VOOR DE KLAS
11
DE REGELS VAN DRIE “De storm blies dichte sneeuwvlagen over de weg en alles kolkte en dwarrelde door elkaar. Het waaide zo hard dat het busje trilde. Ik was bang dat we gingen kapseizen. Het Grote Survival Handboek zat in mijn tas, in de bagageruimte. Er stond geen uitleg in over gekapseisde busjes, dat wist ik wel zeker. Wel van alles over storm en windkracht en eerste hulp bij ongelukken. Het Grote Survival Handboek was te dik en te groot, dus onderweg had je er niets aan. Je moest het lezen terwijl je veilig binnen zat, en wat je had gelezen moest je onthouden voor als het menens werd. De regel van drie bijvoorbeeld. De regels van drie had ik uit mijn hoofd geleerd. Je neemt meestal binnen drie seconden een beslissing, en daar hangt je leven van af. En als het misgaat: je hersenen kunnen drie minuten zonder zuurstof. Iets langer kan ook, maar dan raakt er iets beschadigd en ben je voortaan bij de eerste regel van drie al verloren. In een extreem klimaat blijf je drie uur in leven zonder speciale bescherming. Zonder drinkwater houd je het drie dagen uit en zonder voedsel drie weken.” Twan is met zijn tweeling zus Linde, zijn moeder en zijn oma afgereisd naar IJsland. Daar woont zijn overgrootvader, Opi Kas. Twan en Linde hebben Opi Kas voor het laatst gezien toen ze drie jaar oud waren. Dus veel herinneringen hebben ze niet aan hem. Opi Kas is heel oud en versleten. Hij is “bijna op” en kan niet meer zo goed voor zichzelf zorgen. Oma en mama willen dat hij mee terug gaat naar Nederland, dan kunnen ze daar voor Opi zorgen. Maar Opi piekert er niet over. Hij is zijn hele leven een vrij man geweest, een visserman die over de zeeën voer, en haringen ving. Dan woonde hij hier, dan woonde hij daar. Moet hij nu, aan het eind van z’n leven, in een verzorgingshuis wonen. De gedachte alleen verstikt hem. Opi Kas heeft een plan bedacht om er stiekem van door te gaan. Daarvoor heeft hij de hulp van Twan nodig. In het piepkleine huisje van Opi Kas leest Twan Opi voor uit Het Grote Survival Handboek. Handig toch? Of toch niet. Twan twijfelt. Wat moet hij doen? Opi Kas helpen of het geheime plan verraden? Ondanks dat is het boek: De Regels van Drie, toch een vrolijk boek. Het speelt zich af in een klein dorpje in het koude, barre IJsland. Tussen alle sneeuwbuien en stormwinden door, krijg je een kijkje in het leven van de IJslandse bevolking. Hun gewoontes, hun taal, en wat ze zoal eten. Het vertelt ook hoe de oude Opi Kas in IJsland is komen te wonen, en hoe hij op een dag verliefd werd op de mooie Inga Unnur Finnsdottir. De toon van het boek is licht en vrolijk, Op humoristische wijze snijdt het boek een maatschappelijk probleem aan. Wat doe je met iemand die niet meer voor zichzelf kan zorgen? Mag die de laatste jaren van z’n leven nog thuis wonen en sterven, of verplaats je hem naar een verzorgingstehuis, waar hij goed verzorgd wordt maar zit te verpieteren en te vereenzamen. Marjolijn Hof, winnares van de gouden griffel (voor haar boek “een kleine kans”). Schreef het boek terwijl ze logeerde in een houten huis aan de IJslandse kust met uitzicht op de bergen. De wind blies het dak bijna van het huis en Marjolijn moest iedere ochtend sneeuwruimen. Eric Heugens, locatiedirecteur de Elsenburgschool (SBO)
De Regels van Drie Auteur: Marjolijn Hof Omslagontwerp: Noel Hendrickson Uitgeverij: Querido, Amsterdam ISBN: 978 90 451 1476 7 /NUR 283 Trefwoorden: IJsland, survival, ouderdom, geheim plan, trouw
Marjolijn Hof
DE REGELS VAN DRIE
12