Editie 26A November 2004
Leerkrachten: didactische aanwijzingen vindt u in de handleiding. De leerlingenpagina’s zijn kopieerbaar voor gebruik in de klas
AANSLAGEN OP DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING Op 2 november 2004 wordt de filmmaker en columnist Theo van Gogh vermoord.
De verdachte is een extremistische moslim, geboren en getogen in Nederland, maar met een dubbele nationaliteit; hij heeft zowel een Marokkaans als een Nederlands paspoort. De kranten en andere media noemen de moord een politieke moord en staan vol van koppen over de vrijheid van meningsuiting: ‘Het vrije woord vermoord’ (http://www.politiek.nl), ‘Aanslag op vrijheid’ (Parool 2 november) en ‘Aanslag op de democratie’ (Volkskrant 3 november) bijvoorbeeld. Al snel is het duidelijk dat Theo van Gogh met name vermoord is vanwege de korte film Submission part 1, die hij samen met VVD-politica Ayaan Hirsi Ali heeft gemaakt. De film van een kleine 11 minuten is een kritische kijk op de behandeling van vrouwen in de islam. Op het lichaam van Theo van Gogh wordt een open brief aan haar gevonden, die de dader daar heeft achtergelaten. Hij bedreigt haar met de dood in zinnen als: “Ayaan Hirsi Ali, je zal jezelf stuk slaan op de islam”, “Er zal geen genade voor de onrechtplegers zijn (…) slechts de DOOD zal de Waarheid van de Leugen doen scheiden” en “Ik weet zeker dat jij, O Hirsi Ali, ten onder gaat.” à à zie verder werkblad 2 De vrijheid van meningsuiting is in geding, zegt iedereen. Maar wat is precies die ’vrijheid van meningsuiting’? Betekent de vrijheid van meningsuiting dat je alles mag zeggen wat je wilt, of zijn er grenzen? Is de vrijheid van meningsuiting voor iedereen hetzelfde, of mag de een meer dan de ander? Vragen waar we in deze lesbrief antwoord op hopen te geven. Grondrecht en mensenrecht Het begrip ‘vrijheid van meningsuiting’ staat al sinds 1814 in onze grondwet, de belangrijkste wet van het land. Letterlijk staat er in artikel 7: “Voor het openbaren van gedachten of gevoelens heeft niemand verlof nodig vanwege de inhoud daarvan.” Dat betekent in gewoon Nederlands: “Iedereen heeft het recht om te zeggen en schrijven wat hij of zij wil.” Alle landen die lid zijn van de Verenigde Naties hebben de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 onderschreven, dus ook Nederland. Daarin staat in artikel 19: “Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven.” 1. Ben je het eens met de uitspraak dat de moord op Van Gogh een ‘politieke moord’ is? Leg uit. 2. Zoek in een encyclopedie of op internet op welke politieke moorden in het verleden in Nederland gepleegd zijn. Geef aan om welke reden(en) die politieke moorden gepleegd werden. 3. Zoek op internet op: onlangs is een België een politieke partij verboden vanwege haar opvattingen. Welke partij was dat en wat waren die ‘verboden’ opvattingen? Vind je het terecht dat die partij haar mening niet meer mag uiten? 4. Op http://www.cmo.nl/platform-mre/ll-uvrm.html vind je een overzicht van alle mensenrechten. Welke van de dertig mensenrechten zouden onder bepaalde omstandigheden de vrijheid van meningsuiting kunnen inperken? Kun je een voorbeeld geven?
Heb je vragen of opmerkingen of zoek je extra informatie, kijk dan op internet: www.cmo.nl
Zijn er grenzen aan de ‘vrijheid van meningsuiting’?
AYAAN HIRSI ALI EN DE KORAN Ayaan Hirsi Ali wordt op 13 november 1969 geboren in de hoofdstad van Somalië, Mogadishu. Haar vader is na de onafhankelijkheid van Somalië een belangrijke politicus die zich inzet voor de democratisering van het land. Maar hij valt in ongenade en hij belandt in de gevangenis. Het gezin verlaat het land en verblijft in Kenia en SaoediArabië. Als Ayaan Hirsi Ali aan een neef in Canada uitgehuwelijkt wordt, ontsnapt zij naar Nederland. Hier studeert zij politicologie. Zij werkt van 1995 tot en met 2001 als tolk in abortusklinieken en Blijf-van-mijn-lijfhuizen. Vervolgens werkt zij als wetenschappelijk medewerker bij de Wiarda Beckman-stichting, het wetenschappelijke bureau van de Partij van de Arbeid. Zij vindt dat zij binnen de PvdA te weinig ruimte krijgt voor haar kritiek op de positie van de vrouw binnen de islam. Daarom stapt zij in 2002 over naar de VVD. Vanaf het moment dat zij in de openbaarheid aandacht vraagt voor de positie van de vrouw in de islam wordt zij met de dood bedreigd. Zij blijft enige tijd ondergedoken in Amerika. Na een interview in het dagblad Trouw in januari 2003 worden de reacties steeds heftiger. Zij noemt -tot woede van veel moslims- in dat interview de profeet van de islam Mohammed een perverse man: “Hij werd verliefd op Aisha, de negenjarige dochter van zijn beste vriend. Haar vader zei: ‘Wacht alsjeblieft tot ze de puberteit heeft bereikt’, maar Mohammed wilde zo lang niet wachten. Dus wat gebeurt er? Hij krijgt van Allah de boodschap door dat Aisha zich moet klaarmaken voor Mohammed. Dat is kennelijk de leer van Mohammed: het is geoorloofd het kind van je beste vriend af te pakken. Mohammed is, gemeten naar onze westerse maatstaven, een perverse man.” Na het interview in Trouw zei Ayhan Tonca van de Turkse Islamitische Culturele Federatie (TICF) dat het hem niet zou verbazen als Hirsi Ali ter dood wordt veroordeeld met een fatwa (= uitspraak van een islamitische rechtsspecialist). “Wat zij over de profeet zegt, is van dezelfde strekking als wat Rushdie zei. In Nederland heeft niemand de bevoegdheid een fatwa uit te spreken, maar dat kan internationaal, bijvoorbeeld vanuit Iran. Haar uitspraken kunnen voor het buitenland worden vertaald.” 1. Wie is Salman Rushdie? Wat is er met Salman Rushdie gebeurd? Leg de vergelijking tussen Hirsi Ali en Rushdie uit. Zoek je informatie op het internet. De tweede keer dat zij zich op grote schaal de woede van veel moslims op de hals haalt, is met de film Submission part 1. Deze film maakt zij samen met Theo van Gogh. In de film tonen Van Gogh en Hirsi Ali het hoogste uit de islam, namelijk teksten uit de koran, op enkele naakte vrouwenlichamen. Veel moslims vatten dit op als heiligschennis. Op basis van de brief die de moordenaar van Van Gogh op diens lichaam achtergelaten heeft, lijkt deze film voor hem het voornaamste excuus voor de moord. In de Volkskrant van donderdag 4 november 2004 schrijft Ayaan Hirsi Ali over de moord op Van Gogh: “Ik voel me schuldig dat ik misbruik heb gemaakt van zijn gebrek aan angst, want ik wist dat wie aan de heilige schriften komt, meer gevaar loopt dan wie alleen columns schrijft. Ook wanneer die columns inhoudelijk pittig zijn. Een mens is op een gruwelijke manier afgemaakt, alleen om wat hij vindt. Voor Nederland is dit relatief nieuw, maar in islamitische landen is dit aan de orde van de dag.” 2. In 2001 kwam NRC Handelsblad met een bijlage (M-magazine) met op de omslag afbeeldingen van koranteksten. Enkele krantenbezorgers weigerden de krant met deze bijlage te bezorgen. a) Waarom zouden ze dat volgens jou gedaan hebben? b) Ben je het daarmee eens of oneens? 3. Schrijf een brief aan Hirsi Ali. Zet in die brief waarom je het met haar eens of oneens bent. “Hirsi Ali niet vervolgd om ‘belediging’ Mohammed”– “Ayaan is uniek in Europa, maar ze staat niet alleen”
Zijn er grenzen aan de ‘vrijheid van meningsuiting’?
EEN POLITIEK DILEMMA Via verkiezingen de democratie afschaffen Algerije, een land in Noord-Afrika, krijgt in 1991 met een gigantisch dilemma te maken: wat moet je doen als via democratische verkiezingen er een partij aan de macht komt, die de democratie wil afschaffen? In december 1991 zijn er voor het eerst na de onafhankelijkheid van Algerije vrije verkiezingen. In de eerste ronde haalt de islamitische, antidemocratische oppositiepartij FIS (Front Islamique du Salut) 47% van de stemmen, terwijl de regeringspartij FLN (Front de Liberation National) minder stemmen haalt. Uit angst voor een overwinning van de FIS blazen de militairen -die tot dan toe aan de macht zijn- de tweede ronde van de verkiezingen af. Dit leidt tot een burgeroorlog waarin in tien jaar tijd meer dan 80.000 mensen omkomen. De FIS komt er openlijk voor uit dat ze na een verkiezingsoverwinning de parlementaire democratie zal afschaffen. Niet de politici, maar geestelijke leiders zouden het voor het zeggen moeten hebben. Verkiezingen zijn overbodig. Nazi-Duitsland Iets soortgelijks heeft Adolf Hitler aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in Duitsland gedaan. Hij wint de verkiezingen van maart 1933. Zijn partij de NSDAP wordt de grootste met 43,9% van de stemmen. Een van de punten in zijn partijprogramma is het verbod van andere politieke partijen. Zo gezegd, zo gedaan: bij de stemming in het parlement over een wetsvoorstel zijn veel tegenstanders van de wet niet aanwezig, omdat ze na een aframmeling door NSDAP-aanhangers in het ziekenhuis liggen. Het verbod op andere politieke partijen wordt aangenomen. Hitler wint de volgende verkiezingen (waarin je eigenlijk alleen voor of tegen Hitler en zijn partij NSDAP kunt stemmen) met een overweldigende meerderheid van 95,7% van de stemmen. De kiezers kiezen er dus voor dat ze voortaan niets meer te kiezen hebben. Ze kiezen ervoor dat andersdenkenden hun mening niet meer mogen uitdragen via een eigen politieke partij. Dilemma Dit is het dilemma dat we jullie willen voorleggen: Stel, er wordt in Nederland een politieke partij opgericht die vindt dat al die debatten in de Tweede Kamer en al die meningsverschillen tussen mensen in het land tot niets leiden. Die partij is het gekrakeel beu en wil dat daarom de vrijheid van meningsuiting wordt afgeschaft. De partij schrijft zich voor de verkiezingen in onder de naam Partij Tegen de Vrijheid van Meningsuiting (PTVM). Iedereen in Nederland heeft het recht om te stemmen op de partij naar zijn of haar keuze, dus ook op de PTVM. Wat als de PTVM via democratische verkiezingen aan de macht komt en vervolgens doet wat ze de kiezers beloofd heeft: de vrijheid van meningsuiting afschaffen? Mag de PTVM die mening aanhangen en vervolgens doen wat ze belooft? 1a. Bedenk argumenten voor het toestaan van de PTVM. 1b. Bedenk argumenten tegen het toestaan van de PTVM. 1c. De ‘voor’- en ‘tegenstanders’ van de PTVM gaan een discussie aan o.l.v. een panelleider. In de paneldiscussie proberen jullie antwoord te geven op de vraag die hierboven gesteld is: ‘Mag de PTVM de mening aanhangen dat de vrijheid van meningsuiting moet worden afgeschaft en mag ze dat doen als ze na eerlijke verkiezingen aan de macht komt? 2. Als er iets ernstigs gebeurt, hoor je vaak mensen zeggen dat we lessen moeten trekken uit de geschiedenis. Welke lessen kunnen we trekken uit de gebeurtenissen in Duitsland van 1933-1939 en van Algerije in 1991?
“Meerderheid wil brede discussie over ‘vrije meningsuiting’” – “Vrijheden niet absoluut”
Zijn er grenzen aan de ‘vrijheid van meningsuiting’?
DE VRIJHEID VAN DE COLUMNIST Een columnist is iemand die regelmatig en op een vaste plek in een krant of tijdschrift een stukje schrijft. Zo’n stukje tekst noem je een column. Het is een persoonlijke mening van iemand over een bepaald onderwerp, meestal iets uit het nieuws. Veel kranten en opinieweekbladen hebben vaste columnisten. Voor veel mensen is een column het eerste wat ze van de krant lezen. Misschien heb je zelf ook wel een column in een krant of tijdschrift die je nooit overslaat. Wat maakt iemand tot een goede columnist? Niet iedereen die een mening heeft, is daarmee gelijk een goede columnist. Het belangrijkste is dat een columnist zijn of haar mening op zo’n manier kan overbrengen dat de lezer er door wordt geprikkeld. Dat betekent dat er in een column weinig ruimte is voor nuances. Net als een columnist heeft ook een krant commentaar op het nieuws van de dag. Die mening vind je dagelijks op een vaste plaats in de krant en wordt geschreven door de hoofdredacteur. Zo’n hoofdredactioneel commentaar zal zelden heftige reacties bij de lezers oproepen. Een columnist kan zich meer permitteren. Om het verschil aan te geven tussen hoe een krant zijn mening geeft en hoe een columnist dat doet, geven we hier twee regels over ongeveer hetzelfde onderwerp. • Zowel christenen als moslims zullen door de bestuurders moeten worden aangesproken op uitingen van onverdraagzaamheid. • Of ’t nu de fanclub van die rotte vis van Nazareth betreft dan wel de geitenneukers van Allah, zij dienen door de boven-ons -gestelden met het grootst mogelijke wantrouwen te worden bezien. Voel je het verschil tussen deze twee zinnen? De tweede zin is een citaat uit een column van Theo van Gogh. De eerste zin hebben wij zelf bedacht, maar hij zou zo uit een redactioneel commentaar van een krant kunnen komen. Van de eerste zin zal niemand wakker liggen, hij is neutraal geformuleerd. De tweede zin zou wel eens tot heftige reacties kunnen leiden. 1. Wie zouden zich naar aanleiding van het citaat uit de column van Theo van Gogh beledigd kunnen voelen? 2. Als jij de hoofdredacteur van de krant was waar Theo van Gogh een column in had, zou je dan een column met zo’n zin plaatsen? Waarom wel of waarom niet? Theo van Gogh had, zoals je ziet, een zeer uitdagende stijl van schrijven. Het is meerdere keren gebeurd dat hij vanwege de inhoud van een column bij een krant of tijdschrift is ontslagen. De laatste jaren schreef hij zijn columns op zijn eigen website http://www.degezonderoker.nl. Daar kon hij schrijven wat hij wilde. Theo van Gogh was natuurlijk een uitzondering. Het merendeel van de columnisten die dagelijks, wekelijks of maandelijks een stukje schrijven zijn minder omstreden. Hoewel een columnist meer mag zeggen dan een journalist, mag hij dus blijkbaar niet alles schrijven. Maar waar ligt de grens tussen wat je wel kan zeggen in een column en wat niet? Het is goed om daar eens over na te denken.
3. Verzamel zoveel mogelijk columns uit kranten of tijdschriften en leg ze op school allemaal naast elkaar. a) Hoeveel verschillende columns hebben jullie gevonden? b) Deel de columns in rubrieken in, bijvoorbeeld goed/slecht, mee eens/mee oneens, braaf/gaat wel erg ver en praat over de meest opvallende columns. 4. Probeer zelf eens een kleine column (± 200 – 400 woorden) te schrijven over een onderwerp waar je je erg druk over maakt. “De ene mening is vrijer dan de andere” – “ Domme praat mag, maar beledigen niet”
Zijn er grenzen aan de ‘vrijheid van meningsuiting’?
VAN NAR TOT CABARETIER Wat is cabaret? Cabaret is een soort theaterkunst. Cabaretiers treden het liefst op in kleine theaters. Vroeger werd cabaret meestal gespeeld door kleine groepen, nu zijn er steeds meer one-manshows. Cabaret wordt ook wel kleinkunst genoemd. Cabaret is heel afwisselend: het is een afwisseling van liedjes, sketches, conferences en soms dans. Ook de inhoud is zeer divers: parodie, persiflage, kolder, humor, satire of romantische liedjes. Cabaretiers zien zich graag als de opvolgers van de hofnar. De hofnar was een persoon aan het hof van een koning die op een komische wijze op allerlei zaken kritiek mocht geven. Hij mocht zelfs de koning belachelijk maken. Hierdoor werden de koning en zijn gasten geamuseerd en kregen zij meer inzicht in de gang van zaken in het koninkrijk. De nar en de koning Op een dag kijkt de koning naar zichzelf in de spiegel. Hij ziet hoe oud en lelijk hij is. De koning wordt verdrietig en begint te huilen. De andere leden van zijn hof huilen mee. Als de koning stopt met huilen, stopt iedereen. De hofnar blijft echter huilen. Als de koning vraagt waarom, zegt de hofnar: ‘Hoogheid u keek maar even in de spiegel en u moest daarna heel lang huilen. Ik huil nog steeds, want ik moet steeds naar u kijken.’
Ook de cabaretier van nu vindt dat hij of zij alles mag zeggen. Wat de cabaretier zegt, heeft een doel: het amuseren van het publiek én het laten nadenken van het publiek. Het publiek heeft betaald voor de voorstelling, ze weten wat ze ongeveer kunnen verwachten. Het gebeurt zelden dat iemand zich beledigd voelt en de zaal verlaat. Ze komen voor een avondje amusement. De cabaretier gebruikt hiervoor verschillende hulpmiddelen. • De cabaretier speelt een bepaalde rol of typetje: in zo’n rol ben je meer toneelspeler, en mag je ‘alles’ zeggen. In ieder geval meer dan een serieuze journalist of politicus, die spelen namelijk zichzelf. • De cabaretier vertelt een grappig verhaal: door gebruik te maken van humor, overdrijving, ironie of satire. • De cabaretier zorgt voor een afwisselend programma: bijvoorbeeld liedjes afgewisseld met conferences. • De cabaretier voor een wisselwerking met het publiek. Cabaret volgens Youp van ’t Hek: Een cabaretier moet zout in de wonde wrijven, citroen in de ogen spuiten en iedereen een beetje wakker schudden en vooral wakker houden. En een cabaretier moet zichzelf zeker niet serieus gaan nemen.
Cabaret volgens Harry Jekkers: Cabaret is vermaak, amusement, dat meestal wordt gebracht door één persoon. Die moet er dus een heel persoonlijk stempel op drukken. Als je dat goed doet, komt dat stempel over bij het publiek. Dat is voor mij de essentie van cabaret: je hoeft als cabaretier niet de waarheid te vertellen, maar ze moeten je wel onvoorwaardelijk geloven.
1. Leg de volgende begrippen uit: parodie, persiflage, satire, ironie en romantiek. Kijk in een woordenboek of op internet. 2. Wat is het verschil tussen een cabaretvoorstelling en een toneelstuk in het theater? 3. Leg uit: ‘Het maakt verschil of een cabaretier iets in een interview zegt of in een voorstelling’. 4. Omschrijf wat volgens jou het begrip cabaret inhoudt. 5. Maak een raptekst over de vrijheid van meningsuiting.
“Cabaret verzet tegen Donner” – “Harde uitspraken, zieke grappen”
Zijn er grenzen aan de ‘vrijheid van meningsuiting’?
VRIJHEID VAN GODSDIENST BOVEN ALLES? Discriminatie op grond van seksuele geaardheid is bij wet verboden. Toch ontstaat er regelmatig in de Nederlandse samenleving beroering over uitspraken van een aantal orthodox-gelovigen over homo’s. Telkens wordt daarbij gezegd dat deze uitspraken zouden passen binnen de grenzen van de vrijheid van godsdienst. Vele anderen vinden de uitspraken discriminerend. Zo ook het COC Nederland, die voor de belangen van homo’s opkomt. 1. Wat betekent ‘orthodox-gelovig’? Welk ander woord kom je ook wel tegen? 2. Wat betekent volgens jou het begrip ‘seksuele geaardheid’ eigenlijk? Lees de onderstaande tekst, afkomstig uit een brief die het COC Nederland in het voorjaar van 2004 opstelde: “Homoseksuelen kun je het best van een flatgebouw afgooien en stenigen, menen de auteurs van ‘De weg van de moslim’, verkocht in de Amsterdamse El Tawheed-moskee. Regelmatig deden orthodoxe gelovigen de laatste jaren kwetsende uitspraken over homo’s. De Hengelose dominee Herbig vindt homoseksualiteit een ‘vieze en vuile zonde’. Volgens voormalig RPF-fractievoorzitter Leen van Dijke is een praktiserend homoseksueel niet beter dan een dief. Volgens imam Khalil El Moumni zijn homo’s lager dan honden en varkens. Telkens oordeelde de rechter dat dit soort uitspraken op zich beledigend en strafbaar is. Maar omdat de sprekers zich beroepen op de vrijheid van godsdienst gaan ze vrijuit.” 3. Waar komen dit soort gedachten en uitspraken (bijv. ‘vieze vuile zonde’) over homoseksualiteit vandaan? 4. Vertel met eigen woorden wat de rechter over deze uitspraken nu eigenlijk heeft gezegd.
Homoseksualiteit op school Onlangs liet D66, een politieke partij die deel uitmaakt van de regering, onderstaande berichten verschijnen: D66: christelijke scholen blokkeren homosites Veel christelijke scholen blokkeren op hun computers websites met info over homoseksualiteit en veilig vrijen. D66 gaat de minister van Onderwijs om opheldering vragen. Afbeelding uit Expreszo Magazine Een meerderheid van de Tweede Kamer vroeg de minister van Onderwijs en staatssecretaris Ross van Emancipatie vorige week nog om concrete plannen tegen homodiscriminatie nadat het homojongerenmagazine Expreszo was geweigerd door tientallen christelijke en zwarte scholen. Discriminatie Uit onderzoek is onder meer gebleken dat meer dan 40% van de jonge homoseksuelen op school wordt gediscrimineerd en gemolesteerd.
5. Er zijn nog steeds scholen in Nederland die zeggen dat homoseksualiteit niet voorkomt bij hen op school. Wat denk je hiervan? 6. Is het toeval dat met name christelijke scholen en islamitische scholen het homojongerenblad Expreszo weigeren? 7. Hoe wordt er op jouw school met homoseksualiteit omgegaan? Wat merk je hiervan?
“Ook moslims mogen zeggen wat ze denken” – “Wees intolerant tegenover intolerantie”
Zijn er grenzen aan de ‘vrijheid van meningsuiting’?
FORA OP INTERNET Vrije meningsuiting en internet Via internet is het erg gemakkelijk je mening openbaar maken. Via internetsites en weblogs geven individuen en groeperingen hun standpunten en voorkeuren. Vaak bieden ze de bezoekers de mogelijkheid om daarop te reageren. Ook de diverse media (kranten, radio en televisie) geven de bezoekers de gelegenheid om via internet met elkaar te discussiëren. Dit gebeurt vaak in een soort online prikborden of gastenboeken, die web- of internetfora worden genoemd (fora is het meervoud van forum). Meestal heeft zo’n forum regels. Je mag bijvoorbeeld niet schelden, vloeken, beledigen of discrimineren. Dit wordt door een soort toezichthouder (moderator) in de gaten gehouden. Als er teksten zijn die niet aan de regels voldoen, worden ze van het forum weggehaald. Ook kan de inzender van ’foute’ teksten van het forum geweerd worden. Bij de meeste fora blijkt echter dat dat niet vaak gebeurd. Veel gebruikers schelden er (meestal) anoniem vrolijk op los. Ook racisme, discriminatie, beledigingen zijn aan de orde van de dag. Het lijkt erop dat sommige gebruikers dit alleen doen om te provoceren. Soms komen er zelfs bedreigingen voor. Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) Het MDI houdt de diverse fora in de gaten. MDI vindt dat na de moord op Theo van Gogh de sfeer op internet erg verslechterd is. MDI krijgt honderden meldingen binnen over sites waar de moord op Theo van Gogh wordt toegejuicht en de Jihad (heilige oorlog) wordt gepredikt. Daartegenover zijn er ook op weblogs, webfora en websites van extreemrechts, maar ook op ‘normale’ sites opruiing en oproepen tot geweld aan de orde van de dag. MDI neemt contact op met eigenaren van die weblogs en vraagt ‘foute’ bijdragen te verwijderen. Als dat niet gebeurt, doet MDI aangifte bij justitie. MDI is bang dat de slechte sfeer op internet gevolgen heeft voor de hele samenleving. ‘Wij roepen eigenaren van weblogs, webfora en websites, van welke signatuur dan ook, op om nadrukkelijk te modereren en zaken die over de schreef gaan zoals oproepen tot moord of geweld te verwijderen. Internetgebruikers kunnen zelf ook actie ondernemen, bijvoorbeeld door op discussiesites e.d. weerwoord te geven tegen oproepen tot geweld en discriminatie, gericht tegen wie dan ook.”
1. Waar zou jij een forum over willen beginnen? Welke regels zou je stellen voor de deelnemers aan het forum? 2. Wat is er nieuw en uniek aan deze vorm van meningsuiting? 3. Welke vormen van meningsuiting zijn er buiten internet? 4. Erg populair zijn de fora waar men kan reageren op het belangrijkste nieuws van de dag. Bijvoorbeeld het forum van standpunt nl en de debatplaats van de VARA. Een overzicht van fora vind je op http://www.forumplein.nl. Bekijk een aantal bijdragen op http://debatplaats.vara.nl. Maak een overzicht van vloeken, racisme, beledigingen en bedreigingen. Als jij moderator was, welke bijdragen zou je dan verwijderen? 5. Forumgebruikers zijn meestal slordig in hun taalgebruik.Ga naar een druk forum, bijvoorbeeld http://stand.nl. Geef aan welke taalfouten je ziet in 10 opeenvolgende bijdragen. Voorbeeld uit een christelijk forum Er zijn ook fora waar het heel netjes aan toegaat, bijvoorbeeld: op het forum van bidstond: http://www.bidstond.nl Jan:
“Waarlijk jammer om te moeten constateren dat Hans Teeuwen niet binnen het christelijke denkraam past.”
Peter:
”Ik denk dat het eerder andersom is...Dat God niet binnen Hans Teeuwen z'n denkraam past...Hij is de gene die het in z'n grapjes het over God heeft.. Ik vind z'n grapjes (ook over God) soms erg goed. Ik merk dan wel dat ze gebaseerd zijn op een totaal verkeerd God's beeld, en op voor oordelen die hij heeft van "Christenen"...En dat is dan het jammere...”
“Eenzame terrorist achter de pc” – “Wanhoop en woede op webforum”
Zijn er grenzen aan de ‘vrijheid van meningsuiting’?
WAT ZOU JIJ DOEN? Debat - rollenspel Iedereen heeft het recht te schrijven of te zeggen wat hij of zij vindt, zonder dat vooraf ter goedkeuring aan wie dan ook voor te leggen. Tegelijkertijd is het verboden iemand te discrimineren of te beledigen. Het recht op vrije meningsuiting staat op gespannen voet met andere bepalingen in de grondwet. Het recht van de één houdt op wanneer de rechten van de ander worden aangetast, zo is de algemene opvatting. Maar wanneer wordt iemands rechten aangetast? En liggen die rechten alleen op het juridische vlak of worden ze ook begrensd door moraal en fatsoen? Als dat laatste het geval is, hoe zit het dan met verschille nde opvattingen over fatsoen? Er zijn allerlei groepen in de samenleving, die er allemaal hun eigen fatsoensnormen op na houden. Daarbij veranderen fatsoensnormen in de loop der jaren. Is er een rangorde aan te geven in grondwetsbepalingen? Is vrijheid van meningsuiting belangrijker dan het verbod op discriminatie? Is dat altijd zo? Of soms juist niet? Hangt het af van de positie, die je inneemt in de samenleving? In dit debatrollenspel kunnen de deelnemers proberen daar duidelijkheid over te geven en te krijgen. Je kunt wel ‘een recht hebben’, maar dat het uitoefenen van dat recht stuit dikwijls op problemen. Sterker, het leidt vaak tot grote woede en dikke ruzie. Centraal in het debat staan zeven discussiestellingen/vragen, zo uit de praktijk afkomstig. De discussiestellingen zijn uitgeschreven op de Per Expresse-website: http://www.cmo.nl/pe/pe26/pe-267-1.html. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Padvinders in New Jersey moeten homo’s toelaten van rechter; ze hebben niet het recht anderen uit te sluiten . . Khalil el-Moumni vindt Europeanen lager dan honden en varkens omdat ze homoseksualiteit toestaan . . . . . . . . Bijbel en Koran roepen in verschillende passages op tot geweld tegen ongelovigen en/of vrouwen . . . . . . . . . . Positieve discriminatie van de één is discriminatie van de ander . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De ‘Hirsi Ali Diss’ van rapgroep DHC is kunst, een misdaad of gewoon een vorm van slechte smaak . . . . . . . . De islamitische voorman Salam uit Tilburg weigert minister Verdonk de hand te schudden . . . . . . . . . . . . . . . . . Waar ligt de grens van de vrijheid van meningsuiting voor de columnist? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
In het debat zijn negen rollen te verdelen: natuurlijk de voorzitter, een radicale imam, een hopman, iemand van een homo-organisatie, iemand van een anti-racisme-bureau, een drietal politici met heel verschillende opvattingen en een columnist. De rollen staan uitgeschreven op de website (http://www.cmo.nl/pe/pe26/pe-267-2.html). Je kunt de rollen in groepjes (van 2 of 3) voorbereiden. Je leest alleen je eigen rol, natuurlijk. Alleen de voorzitter leest alles. En je mag er zelf het nodige bijbedenken. 1. Het is de bedoeling dat in het debat alle stellingen aan bod komen, en natuurlijk ook alle sprekers. Dat is de taak van de voorzitter. De deelnemers vliegen elkaar flink in de haren, maar wel alleen met woorden! Aan het eind van het debat geven alle deelnemers hun mening over de verschillende artikelen in de grondwet. Wat vind je het belangrijkst? Hoe maak je zelf gebruik van de grondrechten? Hoe moeten meningsverschillen worden uitgevochten? Heeft de één meer vrijheid (b.v. een cabaretier of een columnist) dan een ander (bijvoorbeeld een minister)?
“Vrije meningsuiting niet voor bange mensen” – “Mensen zullen blijven zeggen wat ze denken”