LAMBERT SNOY EN KMMA I'AUW VAN DAKTHOIZEN. (\AAR KEN SCHILDERSTUK IN IIKT 11E/.IT VAN DKN HEKR .1. I!. VAN STOLK).
TWEE JEUGDIGE MOEDERS IN DEN GOEDEN OUDEN TIJD, DOOR JHR. MR. W. A. BEELAERTS VAN BLOKLAND Tot de meest bekende Utrcchtsche geslachten 'in de middeleeuwen behoorde ongetwijfeld ook dat van Drakenburg. Dit geslacht is reeds in de 16de eeuw uitgestorven en zijne bezittingen zijn door de huwelijken van erfdochters aan andere geslachten gekomen *). Eene dier erfdochters was Margaretha van Drakenburg, eenig kind van Frederik van Drakenburg en Margaretha van Hamersveld. Het huwelijk tusschen Frederik van Drakenburg, tweeden zoon van Frederik en Cornelia Taets van Oudaen, en Margaretha van Hamersveld, dochter van Jacob Nannihk en Gosuina van Stoutenburg, werd in 145c) beraamd, maar mogelijk is het eerst in 1463 voltrokken, in welk jaar Frederik zijne vrouw aan een zijner kenen tochtte. Het echtpaar moet binnen de stad Utrecht hebben gewoond, waar Frederik sedert 1462 zitting had in den raad. Daar ter stede zal dus Margaretha van Drakenburg ter wereld zijn gekomen en hare eerste levensjaren hebben doorgebracht. Zij heet te zijn geboren in 14641), hetgeen nauwelijks te gelooven is, wanneer men ziet, dat zij in 1473, kort na den vroegtijdigen dood harermoedcr, reedsgetrouwdwas. Wel was het in die dagen gewoonte de kinderen vroegtijdig uit te huwelijken, maar in dit geval schijnt daarmede toch buitengewonen spoed te zijn gemaakt. Misschien is de aanleiding daartoe te zoeken in het beweerde voornemen haars vaders zijn verder leven in 't Brigittcnklooster te Kampen te gaan slijten. /owf/V. il/^njnrt ïVerfm'c.t m)'// z&'fe» ƒƒ#;» werd namelijk 22 April 1473 met verschil®) De erfdochter van den oudsten tak, Josina van Drakenburg, bracht heer Dirk van Zuylen van der Ilaer o. a. de ridderhofsteden Drakenburi; en Oudaan mede ten huwelijk. |) Als weduwe van haren eersten man 'f 1482) was /ij achttien jaren oud.
lende leenen roerende van den Abt van St. Paulus beleend, — waaronder land, hetwelk ÏK ïwfo'rfew Frcdm'c IMW Dra/eew&orc/ï w /«/j.TOorzTOïVd'e» gegeten w ww'i /o«c/r. Margn'ei siwew zewe, /«co& A^MMWCS doc/ï/er, en haar nu aanbestorven was van hare moeder — en daarbij is te boek gesteld dat Frederik /<M/ÜMgAe c«^c t w /oHc/r iV/flrgryci! s?';'n / o i /? o r e « w o « ^ i g A e M if « » i C / o e. Hoewel getrouwd, was zij dus onmondig en waarschijnlijk nog zeer jong. Zoo Frederik van Drakenburg geheel vrijwillig het lot zijner eenige dochter aan dezen man heeft verbonden, heeft hij daarmede eene zware verantwoordelijkheid op zich geladen. Frederik uten Ham toch was een man met een verre van smetteloos verleden en reeds destijds in breeden kring gehaat wegens zijne geweldenarijen. Zijn vader was hem daarin voorgegaan en met dezen had hij reeds een jaar lang gevangen gezeten op de Katrijnepoort te Utrecht, uit welke gevangenschap zij in den zomer van 1466 met hulp waren ontvlucht, waarna zij voor hun leven uit de stad waren gebannen. De Bisschop had ten slotte 20 December 1468, kort na den dood van Frederiks vader uitspraak gedaan en hem veroordeeld zijn gepleegd onrecht tegenover de Kapittels van Oudmunster en St. Marie te herstellen en cenc bedevaart naar 's-Gravenzande te doen. Of Margaretha aan de zijde van dezen man gelukkig zou zijn, moest dus a priori onwaarschijnlijk heeten, maar met dergelijke overwegingen hield men zich destijds niet op. Frederik tochtte haar in 1476 en blijkbaar heeft zij toen den huwbaren leeftijd bereikt. In 1479 maakte Frederik uten Ham zich aan nieuwe geweldenarijen schuldig. Lieden,
272
TWEE JEUGDIGE MOEDERS IN DEN GOEDEN OUDEN TIJD.
die te Utrecht ter markt wilden gaan, liet hij als een echte roofridder onder Jutfaas gevangen nemen en op zijn slot den Ham voeren. De stedelijke raad veroordeelde hem deswege den 5den April en bepaalde, tó /->edew A(U(/e /eo-
se. Ook moest hij onder meer zweren,
W Zf OCftfc'M «OcA
:?Ï, /zeyme/z'e/z. hij noodgedwongen heeft gedaan. Een tweetal maanden later gewerd hem een ambtelijk schrijven van de regeering der stad Utrecht, waarin deze hem toesprak als /:ers«);ze, fo'soz?-
terwijl aan het slot een schriftelijk antwoord werd gevraagd wm
daarop bevelvoerende broeders zonder strijd werd overgegeven. Weinig tij ds later werd het kasteel, waar Margaretha zoo menigen roof binnen moet hebben zien voeren, door de Utrechters verwoest. Waarschijnlijk hielden Frederiken zijne gemalin destijds verblijf op 't Bisschoppelijk slot te Vreeland, waar Frederik als maarschalk van het Nedersticht het bevel zal hebben gevoerd. Vandaar uit althans deed hij i Februari 1482 met twintig gezellen cenen strooptocht onder Brcukelen, toen het noodlot wilde, dat een 150tal knechten uit Utrecht ook derwaarts kwamen om hooi te halen. Frederik en de zijnen werden door deze overmacht gevangen, enie sv /;ra~/z/e;t /zem «zi/ (/ie A A rfj'c
ic-
«zosfen
Een oningewijde zou hieruit afleiden, dat er geen wolkje meer rfoc sv /ze?» aan de lucht w;is, l'OKTRKT VAN SüNOY. maar niets was Aldaar minder waar en de uitbarsting nabij. werd hij aan de gilden overgeleverd en in In den zomer van 1481 togen die van de de hem reeds van vroeger bekende Katrijnestad Utrecht, welke in openlijken oorlog poort opgesloten, c;;c/c «// r/rAr/.' gz/<' ?cc?'fcr was met den Bisschop, uit om de kasteelen (/es zzflf/z/s /ar /;\' /zr;» gf.sr^, (/ze At';» i'crvan diens partijgangers te vermeesteren. Zij ;twen/e;z. Kans op ontkoming was er voor begaven zich het eerst vóór Fredcrik's stam- hem ditmaal niet en hulp van buiten was slot „den Ham", hetwelk hun door diens evenzeer uitgesloten. Toen hem een paar
TWEE JEUGDIGE MOEDERS IN DEN GOEDEN OUDEN TIJD. maanden later door de stedelijke regeering, die in groote geldnood verkeerde, werd voorgeslagen zich voor eene aanzienlijke som gelds vrij te koopen, zal hij die gelegenheid om los te komen dan ook gaarne hebben aangegrepen. Op het gerucht daarvan liepen
gcKomen. Waar zij metterwoon zijn getogen, is nog niet nagespoord. Uit eenen verkoop van land d.d. 3 Februari 1493 blijkt alleen, dat il/wgflTr/rt Ï /•
273
gerfac/zfcw, mrf 7)m'c/e .Swocy, ccA/e g'e/ew mVs., toen binnen Doesburg waren, maar niet dat zij daar ook hun vast verblijf hadden. Later schijnen zij te Calcar of het naburige Marienbaum te hebben gewoond. Dirk Snoy overleed 17 Februari 1507 en ran Drakenburg bleef andermaal : jeugdige kinderen achter. Van ;onen stierf Michaël den i8den in hetzelfde jaar. Diens broeder icht het tot den mannelijken erd evenals zijn vader ma» i'«n • ^ r onfo'waMcie in 's Keizers is een der hoofdpersonen in de eschicdenis. November 1521 overleed, den1 Utrecht, de raad dier stad .v (van Darthuizen). Hij was d man en had uit zijn huwelijk iasse een groot aantal kinderen, 1 waren bij zijnen dood alleen een zoon, Jacob, zijnde cc» fe/ic/j Jroerfer fc Car/AMScr buien eene dochter Emma, die Kgws&' ^fl»> /c üore» vers/ c/// ;eworden. Voogd over laatsthaar eenige oom Gerrit Sasse, cameraar der stad Utrecht. :ur-testamcntair had Gijsbert ïoemd Steven van Zuylen van trad onmiddellijk als zoodanig ortantie der erfenis zal hem jk zijn geweest. Zonder veel ïrvolgens door hem een com:ed om de elfjarige Emma uit lan Lambert Snoy, den zoon a van Drakenburg. Geheel n dit nog niet worden, maar het te weten, dat Steven's 1 was met Frcderik utcn Ham, tlargaretha's eerste huwelijk. "jvember 1521 heeft deze executeur-testamentair ter volvoering van zijn boos opzet het meiske buiten weten van haren voogd en verdere magen heimelijk met eene schuit uit Utrecht naar zijn kasteel de Haer — thans meer bekend als Hacr-Zuvlen, — doen
TWEE JEUGDIGE MOEDERS IN DEN GOEDEN OUDEN TIJD. maanden later door de stedelijke regeering, die in groote geldnood verkeerde, werd voorgeslagen zich voor eene aanzienlijke som gelds vrij te koopen, zal hij die gelegenheid om los te komen dan ook gaarne hebben aangegrepen. Op het gerucht daarvan liepen de gilden evenwel te hoop in den morgen van den ióden April 1482. Zij w/ew ifam MM sww/e /va/mw 6?octó?« Am o/) tóe Pfefc. Door de gilden gedwongen en overwegende, dat /«'rafcnVe «wZ rfcra //«m, maersca/c/j MM ieM A^ederS/JC/Z/, /o/ wem'ge /I^CM wontó owse gewzeywe »ze/ OMSCM //eer MW L'ïrecA/ m wrfew ge/eomeM 2ÏJM, tóe /wrfeTOM(/era OM/)jWeM gAewmgeM, MM/ Awsew e»rfe w» AaereM öe ^i'c P/ac/s wa ie» ww'üacA. Derwijze moest Margaretha van Drakenburg haren man verliezen. Ondanks hare jonge jaren en den betrekkelijk korten duur van haar huwelijksleven, had zij hem drie kinderen, eenen zoon en twee dochters, geschonken. Niet lang bleef zij weduwe. Hoe zij aan haren tweeden man kwam, schijnt niet bekend; vermoedelijk is zij, zooals in die dagen meer te doen gebruikelijk was, eenvoudig uitgehuwelijkt. De man, aan wien zij hare hand heeft moeten reiken, was Dirk Snoy, een krijgsman van beroep, behoorende tot een oud Geldersen-Kleefseh geslacht. Zij tochtte hem 2 Juni 1484 aan de hofstede Ramshorst bij Hloemenberg, haar eertijds van de Hamersveld's aangekomen. Waar zij metterwoon zijn getogen, is nog niet nagespoord. Uit eenen verkoop van land d.d. 3 Februari 1493 blijkt alleen, dat jVflrg<m:to ™« Drfl/i'cnborcfr, zcfc»
273
MO' Dmc/e .S*Moey, ecA/e mVs., toen binnen Doesburg waren, maar niet dat zij daar ook hun vast verblijf hadden. Later schijnen zij te Calcar of het naburige Marienbaum te hebben gewoond. Dirk Snoy overleed 17 Februari 1507 en Margaretha van Drakenburg bleef andermaal met een paar jeugdige kinderen achter. Van hare beide zonen stierf Michaël den i8den November van hetzelfde jaar. Diens broeder Lambert bracht het tot den mannelijken leeftijd en werd evenals zijn vader maw M K-'a^cnew ware ier ortówawa'c in 's Keizers dienst. Hij is een der hoofdpersonen in de navolgende geschiedenis. Kort vóór November 1521 overleed, denkelijk binnen Utrecht, de raad dier stad Gijsbert Pauw (van Darthuizen). Hij was een vermogend man en had uit zijn huwelijk met Adriana Sasse een groot aantal kinderen, maar daarvan waren bij zijnen dood alleen nog in leven een zoon, Jacob, zijnde eeM />ro/essüe gces/e/j'eA' örwerfer /e Car/Awser buiten Utrecht, en eene dochter Emma, die &« uy/Ze« .4wgMs/i tónV Ze iwew vers/ e/// /aer OM/ was geworden. Voogd over laatstgenoemde was haar eenige oom Gerrit Sasse, oud raad en kameraar der stad Utrecht. Tot executeur-testamentair had Gijsbert Pauw o.a. benoemd Steven van Zuylen van der Haer. Deze trad onmiddellijk als zoodanig op en de importantie der erfenis zal hem dus ras duidelijk zijn geweest. Zonder veel dralen moet vervolgens door hem een complot zijn gesmeed om de elfjarige Emma uit te huwelijken aan Lambert Snoy, den zoon van Margaretha van Drakenburg. Geheel opgehelderd kan dit nog niet worden, maar van belang is het te weten, dat Steven's zuster getrouwd was met Frederik uten Ham, den zoon uit Margaretha's eerste huwelijk. Den 8sten November 1521 heeft deze executeur-testamentair ter volvoering van zijn boos opzet het meiske buiten weten van haren voogd en verdere miv^en heimd\\k met m \ e schuit uit Utrecht YIAÏIÏ y.ïm kasteel deüaev — thans meer bekend als Haer-Zuvlen, — doen
274
TWEE JEUGDIGE MOEDERS IN DEN GOEDEN OUDEN TIJD.
voeren. Derwaarts ontbood hij omlKtó Doer?u'c& Lambert Snoy, en tevens liet hij den officiaal absolutie verzoeken tot de huwelijksvoltrekking der onmondige. Zoodra Gerrit Sasse van een en ander kennis had bekomen, beklaagde hij zich daarover bij de stedelijke regeering, die 5 December 1521 Steven van Zuylen vervolgens sommeerde de minderjarige zonder vertrek te Utrecht terug te brengen. Hoe scherp deze brief ook was gesteld, toch luidde de aanhef: /ïeroare, goeie » « Ö . Gedekt door een vrijgeleide verscheen Steven eenige dagen daarna binnen Utrecht vóór den raad ter aanhooring der klacht. Zonder daarop te antwoorden vertrok hij evenwel. Middelerwij 1 moet Lambert Snoy op de Haer zijn gekomen. Het huwelijk werd voltrokken en Lambert spoedde zich met zijne prooi vandaar. Ook Steven achtte zich op zijn slot niet langer veilig en vluchtte ze>*ew /««ie, d.w.z. buiten het Sticht. Lambert heeft *iwVs. O » « M B & / J ewie ioe OMoe^waeTM £y«* om ew«ge /rowffi>e *e gAei>e# gebracht naar Calcar bij zijne moeder, zooals blijkt uit een door de stad Utrecht aan den Hertog van Kleef, tot wiens gebied Calcar behoorde, gericht schrijven van 19 Februari 1522, houdende verzoek de onmondige z'w ftewaerier Aaw* te willen doen nemen en weder aan hare magen te Utrecht af te leveren. Daaraan werd niet voldaan en nog menige brief volgde, eenerzij ds om de afgifte van het kind te vorderen, anderzijds met verzoek hare goederen, waarop de voogd onverwijld beslag had doen leggen, vrij te laten. Ter verkrijging van dit laatste wendde Lambert zich tot niemand minder dan tot den Keizer, die de stad Utrecht aanschreef Lambert in het rustig bezit van Emma's goederen te laten, met wie hij was getrouwd ook met consent ier Aey/ï'ger &erc£e. De stad richtte daarop 4 Maart 1522 aan Lambert zelf eenen brief — hij wordt daarin geheeten Tser&are, wowe ewie TOtVsicMge gocie —, waarin werd betoogd, dat rechtens, « ee« joMc/roM /zoer se/wew 7wa?me* *ege« goe*-
ewie »«7/e Aom momèarai o// Aore (a/s* tóer geöoerj! zs) ite wrèoïV* a/ ia* e*, ifl* zy oywwew f/*rec/z* Ace/7 e?? ia* me» Aoer SCM/ÜCA t's o/)*te *y* ia* 2»; ia* ioe* ewie a//e er//wtsse iie Aoer aewcowew wacA èywwew f/*recA*, ewie ia* goe* ewie er/wzsse sa/ /feowew ae« Aoer recA*e er/wawe g^ycA o// z?y gcs*on'ew e« z^are o/>*t'e setoe */?*. Minder positief klonk de 12 April d.a.v. door de stad aan den Hertog van Kleef geschreven brief. Daarin toch heette het, dat de stad niet kon toegeven om awiere» *wyiew gAeew *e gAeuew onwM«ijge OMWOSC// ^y«rfer a/s wocA is, ow AOTVS goi*s w«7 *e «emew, *e ewie 6«y*en /«oren ecA*ew momöorcw «M* *e Ay/ic/eew e«ie *e gewen. Het kan dan ook geene verbazing wekken, dat eerlang de storm bedaarde, nadat ook de Hertog van Gelre op verzoek van Lambert's naaste familieleden in Januaii 1523 tusschenbeiden was gekomen. De Bisschop van Utrecht beleende 28 Juni 1523 op het slot te Duurstede Lambert Snoy namens zijne vrouw met het goed te Sniddelaer onder Leusden, haar aangekomen van haren vader. De andere goederen nagelaten door Gijsbert Pauw kwamen evenzeer in Lambert's bezit en volgens eenen brief van de stad Utrecht aan den Hertog van Gelre d.d. 2 December 1523 beloofden Gerrit Sasse c.s. vóór de oudsten der stad Utrecht aan Lambert te restitueeren al hetgeen deze zoude bewijzen, dat zij uit Gijsbert's.boedel hadden genoten. Ten slotte werd Lambert Snoy uitgenoodigd zelf te Utrecht te komen ter beëindiging der nog hangende quacsties. Lambert Snoy overleed 11 September 1529, toen zijne vrouw dus nauwelijks den leeftijd van negentien jaren had bereikt. Twee zonen had zij hem gebaard, den oudsten, Joost, toen zij dertien jaren oud was, naar men zegt. De tweede is de in onze geschiedenis welbekende Watergeus en stadhouder van N oord-Holland voor den Prins van Oranje, Dirk Snoy of Sonoy. Hunne grootmoeder Margaretha van Drakenburg overleed te Calcar 10 April 1546 en Emma den 7den Juni 1550 zonder meer te zijn hertrouwd.