[juni 2014]
SCHOOLONTWIKKELINGS-
INZET IPADS BIJ WERELDORIËNTERENDE
PROJECT
VAKKEN
Student: Saskia Banken Studentnummer: 2161955 Periode: schooljaar 2013-2014 Opdrachtgever: Ton van Malsen (directeur Theresiaschool Berlicum) Onderzoeksdocent: Eric Ansems Onderzoeksgroep: Floor Willems, Susanne van Boven en Saskia Banken
Inhoudsopgave 1. Samenvatting................................................................................................................... 3 2. Probleemanalyse ............................................................................................................. 4 2.1 Aanleiding en context................................................................................................... 4 2.2 Probleemstelling........................................................................................................... 5 3. Theoretisch kader............................................................................................................ 6 3.1 Onderwijs in de 21e eeuw ............................................................................................ 6 3.2 Betekenisvol leren in een kennissamenleving ............................................................. 6 3.3 Onderzoekend leren ..................................................................................................... 7 3.4 Samenwerkend leren (coöperatief leren) .................................................................... 7 3.5 ICT in het onderwijs ...................................................................................................... 8 3.6 High performance leren ............................................................................................... 9 3.7 Kennisconstructie ....................................................................................................... 10 4. Onderzoeksvraag en deelvragen ...................................................................................... 12 5. Opzet van het onderzoek .............................................................................................. 13 5.1 Beschrijving en verantwoording van dataverzameling .............................................. 13 5.2 Respondenten ............................................................................................................ 14 5.3 Instrumenten .............................................................................................................. 14 5.4 Wijze van data-analyse............................................................................................... 15 6. Resultaten ..................................................................................................................... 16 7. Conclusie en discussie ................................................................................................... 20 Literatuurlijst ........................................................................................................................ 25 Bijlagen ................................................................................................................................. 26 A. Onderwijsvisie van de Theresiaschool en projectplan iPad stichting SKIPOS ............. 26 B. Vooronderzoek gebruik en inzet iPad .......................................................................... 28 C. Betrokkenen onderzoek ............................................................................................... 29 D. Observaties .................................................................................................................. 30 E. Interviews ..................................................................................................................... 32 F. Analyse instrumenten................................................................................................... 50
2
1. Samenvatting Dit schoolontwikkelingsproject geeft antwoord op de vraag hoe iPads bij de wereldoriënterende vakken kunnen worden ingezet. Hierbij is voornamelijk gekeken naar de overgang van volledige kennisoverdracht naar een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Dit schoolontwikkelingsproject geeft verschillende visies en ideeën over het iPad gebruik bij de wereldoriënterende vakken in groep 7/8 op de Theresiaschool weer. De onderzoeksgegevens zijn verzameld door directe waarneming, zoals: het afnemen van een interview, het observeren en het doen van een documentanalyse. Door te kiezen voor verschillende onderzoeksmethoden is de betrouwbaarheid en de validiteit van het onderzoek gewaarborgd. De personen die hun medewerking hebben verleend aan dit onderzoek zijn vooraf ingelicht en hebben toestemming gegeven om de verzamelde data in dit onderzoek te verwerken. Uit de resultaten is gebleken dat de leerkrachten van groep 7/8 Theresiaschool nog erg zoekende zijn bij het inzetten van iPads bij de wereldoriënterende vakken. Een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek is het ontwikkelen van vaardigheden van leerkrachten. Zij dienen zichzelf te verdiepen in de verschillende mogelijkheden voor de inzet van iPads en de didactiek die hier achter ligt. Een andere belangrijke conclusie is de visie vorming van het iPad onderwijs op de Theresiaschool. Hierin zal de directeur de lijnen uit moeten zetten en goed moeten communiceren met zijn team. In de aanbeveling wordt aangegeven dat de leerkrachten een richting nodig hebben waarin zij zich kunnen ontwikkelen. Deze richting zal door de directeur van de Theresiaschool moeten worden bepaald.
3
2. Probleemanalyse 2.1 Aanleiding en context De wereld om ons heen verandert. Dit betekent dat het onderwijs ook moet veranderen (Heppell, 2006). Het onderwijs zou leerlingen moeten voorbereiden op het leven van de 21e eeuw, terwijl tegenwoordig de leerlingen het onderwijs zelf aan moeten passen naar de 21e eeuw. In het kader van dit onderzoek biedt informatie- en communicatietechnologie met het gebruik van de iPad die mogelijkheid! Het onderwijs van de laatste jaren ondergaat erg grote veranderingen die door deze ICT kunnen worden ondersteund. Zo zien we dat terug in de media en op scholen. Met ICT speel je in op de behoeftes van de leerlingen en de vraag hierbij is of wij het onderwijs hierdoor kunnen versterken. De dit jaar gestarte Steve Jobs (2013) scholen zijn hier een voorbeeld van. Maurice de Hond (2013) stelt dat er een digitale revolutie gaande is, waar we ook in het onderwijs in mee zullen gaan. Volgens Simons (2002) draagt de ICT veel bij aan het onderwijs, leerlingen leren relaties leggen, creëren, naar buiten brengen, transparant maken, competenties centraal stellen, flexibel zijn en zelf ontdekkend leren. De laatste jaren wordt het werken met ICT steeds hipper. Scholen stappen af van het saaie en niet meer up to date computerwerk, en stappen over op Tablets en iPads. De stichting SKIPOS bestaat uit acht basisscholen waar de Theresiaschool deel van uit- maakt. De stichting vindt het erg belangrijk dat deze digitale manier van werken wordt toegepast in het onderwijs. In het projectplan iPads stelt de stichting als één van de belangrijkste doelen; het gebruiken van een aantal apps die de doelstellingen van het leerproces ondersteunen en voldoende oefenstof bieden om de leerstof eigen te maken. In deze doelstelling kan de Theresiaschool zich volledig vinden. Het is een manier van leren die past bij deze tijd. Uit een onderzoek (stichting SKIPOS, 2011) onder alle leerkrachten bleek dat leerkrachten op het gebied van ICT meer zien in kennisconstructie dan in kennisoverdracht. Dit geldt ook voor de leerkrachten van de Theresiaschool. Er moet meer met kennisconstructie dan kennisoverdracht gewerkt gaan worden. Na een studiedag over didactiek en social media werd definitief besloten de traditionele computers op termijn te vervangen door iPads. De Theresiaschool stelt zichzelf hierbij de vraag in hoeverre deze iPads kunnen helpen om de overstap naar kennisconstructie te maken. Op de Theresiaschool wordt sinds vorig jaar in verschillende klassen gewerkt met een pilot iPads. Er wordt in vier groepen gewerkt met iPads. In deze klassen worden de iPads vooral ingezet tijdens het taal- en rekenonderwijs. Hierbij dienen zij als informatiebron, kladblok en verdieping. Daarnaast worden steeds nieuwe apps gebruikt die door de leerkracht gedownload worden. Het werken met iPads is uiteraard niet voldoende om te voldoen aan de ICT mogelijkheden van de 21e eeuw. Leerkrachten moeten meer leren over leerlijnen en het werken met iPads, voor zij de methodes meer kunnen gaan los laten. Uit een enquête over de iPad op de Theresiaschool blijkt dat voor iets minder dan 50% van de leerkrachten dit een enorme omslag is. Dit heeft volgens sommige van hen te maken met een generatieverschil en het heeft dan ook zeker tijd nodig. De visie op het werken met iPads is voor leerkrachten verschillend. Het lijkt erop dat leerkrachten het lastig vinden om van de huidige methodes af te stappen. Zij leggen al snel een link naar het volledige gebruik van de iPad (de nieuw opgerichte ‘Steve Jobs scholen (2013)’ in Nederland). Op deze scholen wordt er volledig via de iPad lesgegeven en bepalen leerlingen hun eigen leer pad. Leerkrachten worden hier niet langer meer als docent gezien, maar als coach. Het team van de Theresiaschool vraagt zich af hoe iPads kunnen worden ingezet bij wereldoriënterende vakken. Zoals hier boven beschreven wordt al deels gebruik gemaakt van de iPads bij het taal- en rekenonderwijs. Echter weet de school nog niet hoe de iPads structureel kunnen
4
worden ingezet, bijvoorbeeld bij wereldoriënterende vakken. Volgens stichting SKIPOS is het de bedoeling dat de iPads straks volledig ingezet worden in de klas. In het beleidsplan van SKIPOS wordt gesproken over het integreren van ICT (iPad) om kennisconstructie te realiseren. Dit kan als hulpmiddel naast de methode, maar op den duur ook als vervangend gebruikt worden. Aan de Theresiaschool dus de taak om mee te gaan met deze veranderingen van de 21e eeuw. De directie en de leerkrachten zijn met pilots bezig om de iPads steeds meer in de klas te krijgen en te gebruiken. Alle leerkrachten van de Theresiaschool geven aan dat zij tegemoet willen komen aan de (onderwijs) behoeftes van de 21e eeuw. Volgens hen weten de kinderen tegenwoordig meer van de ICT dan zij zelf. Leerlingen weten haarfijn hoe zij met een iPad om kunnen gaan. Er moet dus gezorgd worden dat er in het onderwijs meegegaan wordt met de ontwikkelingen die er zijn. Aan de enthousiaste reacties van de kinderen die deel hebben genomen aan de iPad pilot, mag worden aangenomen dat het onderwijs uitdagender kan worden gemaakt door het inzetten van iPads in het lesprogramma. Voor de wereldoriënterende vakken wordt er op de Theresiaschool nog weinig tot geen gebruik gemaakt van de iPad. Uit een teamvergadering (midden- en bovenbouw dinsdag 27 augustus -‘2013) blijkt dat leerkrachten de wereldoriënterende vakken op veel verschillende manieren aanbieden. De groepen zeven werken met blokken van twee weken waarin zij een vak uitdiepen. Terwijl de groepen vijf, zes en acht een les van elk vak per week aanbieden. Er is vraag naar de manier waarop de vakken aangeboden dienen te worden-, en hoe gebruik gemaakt kan worden van ICT bij de leerstof. Naar aanleiding van de vergadering is er door het team besloten om de vakken per blok van twee weken aan te bieden. Dit omdat het onderwerp meer centraal staat en beter passend onderwijs kan worden aangeboden. Om de iPads tijdens wereldoriënterende vakken in te zetten moet de Theresiaschool onderzoeken welke mogelijkheden hiervoor zijn. Hierbij is het duidelijk maken van de kerndoelen een belangrijke factor (TULE; SLO). Omdat de school de methodes steeds meer los wil gaan laten en thematisch te werk wil gaan. In dit onderzoek richt de school zich op het overstappen van kennisoverdracht naar kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in groep 7/8. En daarbij wordt gekeken naar hoe we de iPads in kunnen zetten. De school heeft de wens uitgesproken samen met het team een goede start te maken met het werken met de iPads en dat de mogelijkheden voor het inzetten van de iPads steeds verder worden uitgebreid. Zoals eerder beschreven is het beleid van de stichting dat gewerkt gaat worden met iPads. Ondanks het feit dat 70% van de leerkrachten aangeeft zich nog niet bekwaam te voelen is het een proces dat in gang gezet is. De directie zal hier de komende tijd dus de nodige aandacht aan moeten besteden. Dit wordt tijdens het onderzoek buiten beschouwing gelaten.
2.2 Probleemstelling De Theresiaschool vindt het aanbieden van onderwijs uit de 21e eeuw erg belangrijk. Dit doet zij door mee te gaan met ICT-mogelijkheden van deze tijd. Binnen de school wordt gewerkt met iPads. Deze worden nu vooral door middel van kennisoverdracht ingezet bij het taal- en rekenonderwijs. Ondanks het aanschaffen van iPads is de school nog niet voldoende in staat ze structureel in te zetten. Vooral bij de wereldoriënterende vakken is er grote vraag naar het inzetten van de iPads. Om het werken met iPads bij wereldoriënterende vakken te realiseren moet er eerst worden gekeken naar de huidige situatie en de manier waarop iPads kunnen worden ingezet, zodat er een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie zou kunnen ontstaan. Het onderzoek bestaat dan ook uit twee belangrijke speerpunten: 1. Wat zijn de mogelijkheden rondom het werken met de iPad bij wereldoriënterende vakken? 2. Hoe kunnen de iPads ingezet worden bij de omslag van kennisoverdracht naar een mix van kennisoverdracht en kennisconstructie?
5
3. Theoretisch kader De inzet van de iPad is erg belangrijk voor stichting SKIPOS en de Theresiaschool omdat zij streven naar een High Performance school. In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar wat de mogelijkheden zijn rondom de inzet van iPads in het basisonderwijs. 3.1 Onderwijs in de 21e eeuw Het onderwijs moet leerlingen nieuwe vaardigheden leren die in de 21e eeuw onmisbaar zijn. Het gaat dan niet alleen om de basisvaardigheden, maar dan ook om het kritisch denken, ICTgeletterdheid en creativiteit (Voogt & Pareja Roblin, 2010). Reich (2013) sluit zich hierbij aan en stelt dat kinderen nu in een multimediale wereld leven. De ontwikkelingen gaan zo snel dat de uitdagingen van morgen nog niet bekend zijn. Eigenlijk is het enige constante in onze huidige samenleving de “verandering”. Deze veranderingen vragen om anders leren. De kennissamenleving is ontstaan vanwege de wijd verbreide beschikbaarheid van ICT in alle sectoren van de samenleving. Dat heeft ook invloed op de arbeidsmarkt, er zullen meer ‘mensenwerkers’ nodig zijn dan ‘productiewerkers’. Scholen zijn meer en meer een exclusieve leeromgeving geworden. Leren is actief, vakoverstijgend en kent interactie binnen en buiten de school. Leerlingen en studenten leren ook buiten de school. Zij zien hier filmpjes en lezen informatie op het internet. Van burgers wordt verwacht dat ze zich flexibel kunnen opstellen en aanpassen aan de veranderende omstandigheden in leven, leren en werken (Oetelaar, 2012 ‘Whitepaper 21st Century Skills in het onderwijs’). Het is de taak van de leerkracht om kinderen voor te bereiden op een leven lang leren in een steeds veranderende wereld. Kinderen hebben dus bepaalde kennis en vaardigheden nodig, die in het onderwijsaanbod aan ze mee gegeven moeten worden. Naast het beheersen van de kernvakken hebben kinderen ook bepaalde vaardigheden nodig zoals: samenwerken, probleemoplossend vermogen, ICT geletterdheid, kritisch denken, communiceren en sociale- en culturele vaardigheden. Veel van deze vaardigheden worden door leerkrachten erkent, maar komen helaas niet altijd terug in de kern- en lesdoelen van het basisonderwijs (Onderwijs maak je samen, 2014). Voor scholen betekenen de bovenstaande ontwikkelingen dat zij meer en meer een exclusieve leeromgeving zijn geworden 3.2 Betekenisvol leren in een kennissamenleving Betekenisvol houdt in dat een leerling steeds weet waarom iets aan de orde is. Leren wordt betekenisvol wanneer het verbonden kan worden met het leven van de kinderen. Een kind moet zichzelf ook vragen willen stellen. Een school moet de kinderen in hun nieuwsgierigheid aanmoedigen en daar structuur in aanbrengen. Volgens de Haan (2008) vormen ontwikkelen en het leren vragen stellen de basis van kennisverwerving. Kinderen leren door te onderzoeken, reflecteren en door dialoog aan de hand van echte vragen. Vanuit een onderzoekende (nieuwsgierige en leergierige) houding zou ook de leerkracht van een afstand naar zijn onderwijsactiviteiten kunnen kijken en proberen daarvan te leren. Als iemand beseft hoe hij/zij kennis op een juiste manier kan verwerven, kan de persoon er zijn leerstrategie op richten. Hier wordt dan gesproken over metacognitie of ook wel ‘leren leren’ (Vermunt, 1992). Met ‘leren leren’ worden de onderwijsvormen bedoeld die primair gericht zijn op het leerproces en de bewustwording daarvan. Het gaat er hierbij om dat leerlingen leren reflecteren op de manier waarop ze leren en dat zij algemene vaardigheden opdoen. De leerinhoud is daarbij ondergeschikt aan het leerproces. Een voorbeeld van hoe ICT hierbij kan ondersteunen is het digitale portfolio. Daarin slaan leerlingen hun werk op, krijgen ze feedback en hebben ze overzicht van wat ze gedaan hebben. Sommige scholen breiden dit soort toepassingen nog verder uit door alle leerlingen
6
een eigen laptop of tablet/iPad te geven, zodat het digitale portfolio altijd bij de hand is (Weijs, 2010). Andere voorbeelden van het stimuleren van reflectie zijn: les vormen waarbij leerlingen hun eigen presentatie op video opnemen en met de klas bespreken (coöperatief leren) (Verbeij, 2009; Heemskerk, Meijer, van Eck, Volman, Karssen & Kuiper, 2011) en het gebruik van weblogs (Wopereis, 2009). De persoonsvorming en identiteitsontwikkeling van kinderen zijn belangrijk. Er moet ruimte zijn om eigen vragen te verbinden met de ‘kernvakken’ en schoolse begrippen (Leeman, Wardekker en Majoor, 2007). Twee uitgangspunten die gehanteerd kunnen worden: - Leren moet betekenisvol zijn; - Het resultaat van het leren ontstaat door een onderzoekende houding. 3.3 Onderzoekend leren Onder onderzoekend leren verstaan we les vormen waarbij leerlingen in meer of mindere mate vrij zijn om zelf een antwoord te zoeken op een vraag, informatie te vinden over een onderwerp, inzicht te verwerven over een begrip of vaardigheden te ontwikkelen (Velthorst, Oosterheert, Brouwer, 2011). Vaak gaat het om complexe vraagstukken met meerdere antwoorden, waarbij het proces (hoe de leerling de oplossing bereikt) tot de leerdoelen behoort. ICT kan op gebied van onderzoekend leren veel opleveren, maar net als bij oefenprogramma’s geldt dat toepassingen minimaal een goed doordacht, professioneel didactisch ontwerp vergen en voortdurende aandacht van de leraar. Volgens Koballa & Glynn (2008) zorgt de nieuwsgierigheid voor een onderzoekende houding. De nieuwsgierigheid zorgt ervoor dat leerlingen meer open staan om verder op onderzoek uit te gaan. Zimmerman (2007) zegt hierover dat wanneer er nieuwsgierigheid bij leerlingen gecreëerd wordt, de leerkracht niet alleen het resultaat van het experiment mag bekijken, maar ook de onderzoeksopzet met de leerlingen dient te bespreken. Onderzoekend leren kan op veel verschillende manieren. Bijvoorbeeld met behulp van computersimulaties. Computersimulaties stellen leerlingen in staat te experimenteren in een omgeving die de realiteit modelmatig nabootst. Leerlingen kunnen in zo’n omgeving praktische vaardigheden ontwikkelen (Oomens, 2011) of vertrouwd raken met principes van onderzoek (de Jong, 2009). De leerling is dus niet een passieve kennisverwerver, maar gaat actief op zoek naar informatie in verschillende bronnen en weet ze te integreren (Abbit & Orphus, 2008). Maar de werkelijke kracht wordt bepaald door de manier waarop leraren ICT inzetten. Ondersteunende informatie over het didactisch en organisatorisch gebruik van ICT kan hen daarbij helpen. 3.4 Samenwerkend leren (coöperatief leren) Coöperatief leren is een onderwijsmethode die gebaseerd is op de samenwerking. Kenmerkend voor samenwerkend leren is de noodzaak voor leerlingen om bij het uitvoeren van de leertaak met elkaar samen te werken. Ebbens (2005) gaat uit van vijf basisprincipes: 1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid. De opdracht kan alleen succesvol uitgevoerd worden als elk kind in het groepje zijn bijdrage levert. De didactische structuren zorgen ervoor dat elke leerling actief deelneemt aan de taak. Ook de bijdrage van de zwakke leerlingen is waardevol, wat een positieve invloed heeft op hun zelfbeeld. 2. Individuele verantwoordelijkheid. Elk kind is verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage aan het geheel van de opdracht. De leerkracht kan terugzien wat elke leerling gedaan heeft, door bijvoorbeeld met verschillende kleuren pennen te werken. 3. Directe interactie. De kinderen wisselen hun ideeën, kennis en meningen samen uit. Goede interactie is belangrijk voor het leerproces en de uitkomst van de opdracht.
7
4. Samenwerkingsvaardigheden. De leerkracht kiest per les een vaardigheid uit en besteedt hier vooraf bewust aandacht aan. Bij de evaluatie komt hij erop terug. 5. Evaluatie van het groepsproces. De groepsleden bespreken eerst met elkaar hoe de samenwerking ging. Daarna wordt er klassikaal geëvalueerd. Kinderen leren niet alleen van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. Het werken aan een gedeelde verantwoordelijkheid is vaak voor beide partijen (leerkracht-kind) een uitdaging. Het vraagt dan ook om een geleidelijke opbouw. Onder diepere verwerking vallen het bekijken van het onderwerp van verschillende kanten, het leggen van verschillende soorten en betekenisvolle relaties, het activeren en gebruiken van de voorkennis, het herkennen van problemen en het proberen te begrijpen van nieuwe en conflicterende informatie (Veenman, 2009). Het inzetten van ICT bij coöperatief leren is een middel om leerlingen samen aan een leertaak te laten werken. Het zoeken en verwerken van informatie kan middels ICT op veel verschillende manieren. 3.5 ICT in het onderwijs In vergelijking met andere landen scoort Nederland in de 21e eeuw hoog op het gebied van ICT, internet en sociale media. Maar de vraag is of dat zo blijft. Een citaat van Mckinsey (2012) geeft namelijk aan dat het onderwijs al jaren hetzelfde is: ‘Het Nederlandse onderwijs is goed, maar wordt niet beter (Mckinsey & Company, 2012)’ Van Deurzen & van Dijk (2012) stellen dat een groot deel van de bevolking de basisvaardigheden mist om hier goed mee om te kunnen gaan. Deze groep mist algemene computervaardigheden maar ook het beoordelen van informatie en digitale veiligheid. Dit geldt ook voor veel jongeren in Nederland. Volgens Kirschner (2013) kunnen zij prima overweg met het bedienen van een computer, maar het gebruiken hiervan is niet vanzelfsprekend en moet worden geleerd. Elke nieuwe technologie zal persoonlijke en sociale consequenties met zich meebrengen. Rutven (2013) geeft aan dat het zomaar plaatsen van iPads in een leeromgeving onvoldoende is. De leerkracht zal zelf duidelijke leerdoelen moeten vaststellen. Natuurlijk betekent dit niet dat het plaatsen van een iPad in een leeromgeving een ‘magische’ oplossing is: als leraren geen bijscholing op het gebied van digitale media hebben gehad of als uitgevers weigeren gebruik te maken van de mogelijkheden van het apparaat, zal de iPad slechts een drager blijven. Het is moeilijk te zeggen wat de invoering van de iPad met het leervermogen van het kind doet. In een column (Kennislink.nl) zegt hoogleraar van der Maas (2013) hier het volgende over: ‘Door mijn wetenschappelijke bril zie ik het lerende kind als een uiterst complex, grotendeels onbegrepen systeem, dat onderwezen wordt in ook weer zeer ingewikkelde onderwijssystemen. Dit maakt goed gecontroleerd wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van ICT-gebaseerde onderwijsvernieuwingen vrijwel onuitvoerbaar.’ De bovenstaande belemmeringen zijn ook terug te zien bij de inzet van de iPad op de Theresiaschool. Om de basisvaardigheden ICT te verbeteren kan er gebruik worden gemaakt van het vier in balans model (Ten Brummelhuis, 2011). Dit model kijkt vooral naar de twee grote vraagstukken die er op dit moment in het onderwijs zijn; verhogen van het leerrendement, en het doelmatig organiseren van het leerproces. De inzet
8
van ICT kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het leerrendement. Het vier in balans model is tot stand gekomen op basis van wetenschappelijk onderzoek (Stichting ICT op school, 2001; Stichting ICT op school, 2002 & Kennisnet, 2012). Het model beschrijft de aspecten waarmee de instelling rekening moet houden bij de implementatie van ICT. Ook wordt er gekeken naar het rendement en de wijze waarop dit kan worden ingezet. Het model biedt een leidraad voor instellingen die willen investeren in ICT en dit op een samenhangende manier doen. De inzet van onderzoekend en coöperatief leren kan voor de rol van de leerkracht veranderingen met zich mee brengen. De leerkracht zal van zijn leidende rol meer een begeleidende rol moeten maken. Voor scholen die het belangrijk vinden om leraar gestuurd te blijven, heeft ICT een meerwaarde bij instructie en oefenen. Onderzoek van Heijmen (2012) laat zien dat de leraar bij deze vorm van ICTgebruik zijn onderwijsstijl niet hoeft aan te passen en de prestaties van de leerlingen gelijk blijven. Ook in de vrije tijd kan er door leerlingen aan ICT scholing worden gewerkt. Thuis en in de vrije tijd spelen de leerlingen steeds vaker speloefeningen. Dit bevordert de presentaties van de leerlingen op school (Sandberg, 2013). Het op een effectieve manier inzetten van de iPads bij de wereldoriënterende vakken is een vernieuwende manier van werken binnen onze stichting. De inzet van ICT zorgt ervoor dat de rol van de leerkracht kan veranderen, maar dat er rekening gehouden zal moeten worden met de implementatie van ICT. Dit sluit mooi aan bij het innovatieproces van onze stichting om samen op weg te gaan naar een high performance school. 3.6 High performance leren Het doel van Stichting SKIPOS en de Theresiaschool is het worden van een High Performance school. Een school waar kinderen uitgedaagd worden om het beste uit zichzelf te halen. Een school die kinderen opleidt tot wereldburgers van morgen. Het accent ligt hier op de meta cognitie, 21st Century Skills en het verbeteren van het leerrendement. Leerlingen zijn mede verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Excellent en maatschappelijk betrokken onderwijs, samen oneindig veel leren en grenzeloos werelds leren (Marzano, 2006). Ook Fullan (2006) en Van Beek (2013) geven aan dat bij een onderwijsverbetering inzichten en ervaringen samen ingezet kunnen worden om leerlingen op te leiden tot deze wereldburgers van morgen. De huidige ontwikkelingsfase wordt verbonden met het toekomstperspectief. Zij werken hierbij met een aantal kenmerken/bouwstenen. Velen vinden dat de nadruk niet eenzijdig moet komen liggen op taal en rekenen. Leerlingen van de toekomst hebben meer nodig en het streven naar excellentie behelst meer dan hoge eindresultaten. Focus on Global Learning: focus op de lange termijn van werelds en toekomstgericht leren (Van Beek, 2013). Een middel om tot vernieuwend leren te komen is de Taxonomie van Bloom (1956). Dit is een indeling die wordt gebruikt om verschillende kennisniveaus te omschrijven. Het biedt uitkomst om leerdoelen te formuleren, tevens kan het inspiratie geven bij het aanbieden van verrijkingsopdrachten.
9
De taxonomie kun je in twee ordes verdelen. Hierbij wordt gekeken naar de lagere- en hogere orde van denkvragen. De lagere orde: herinneren, begrijpen en toepassen. De hogere orde: analyseren, evalueren en creëren. Voor het adequaat leren gebruiken van vakspecifieke begrippen is op de eerste plaats diepere verwerking noodzakelijk. Onder diepere verwerking vallen het bekijken van het onderwerp van verschillende kanten, het leggen van verschillende soorten en betekenisvolle relaties, het activeren en gebruiken van de voorkennis, het herkennen van problemen en het proberen te begrijpen van nieuwe en conflicterende informatie. De doelstelling van een High Performance school is een school waarin leerlingen in een gezonde omgeving uitgedaagd worden om het beste uit zichzelf te halen. De focus is gericht op talent en leerrendement, en uitstekende docenten en schoolleiders die binnen een innovatieve cultuur maatschappelijk (meer)waarde creëren. We leiden leerlingen op tot wereldburgers van morgen en doen dat met innovatieve mensen en middelen (Van Beek, 2013)! 3.7 Kennisconstructie De Theresiaschool wil een mix creëren tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Actief – en vakoverstijgend leren zijn gebaseerd op de behoeften van werkgevers en maatschappij in een kennissamenleving. Hierbij wordt in de 21e eeuw rijk gebruik gemaakt van ICT. Een belangrijk onderdeel binnen de school is de interactie binnen en buiten de school (Oetelaar, 2012 ‘Whitepaper 21st Century Skills in het onderwijs’). In Nederland wordt al enige jaren de discussie gevoerd over de verhouding tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Daarbij representeert kennisoverdracht een visie op onderwijzen en leren waarbij de leerkracht in kleine stappen kennis overdraagt aan de leerling. De nadruk ligt op het oefenen van leerstof. De leerkracht bepaalt op welk tijdstip welke kennis wordt geleerd. Bij kennisconstructie faciliteert de leerkracht het leren meer als een onderzoeksproces. De leerling krijgt ruimte om actief, zelfstandig en in samenwerking met anderen kennis te verwerven door het vinden van oplossingen. Bij de beoordeling van prestaties kijkt de leerkracht niet alleen naar wat leerlingen hebben geleerd, maar ook naar de manier waarop (Van Gennip et al., 2010b). De overgrote meerderheid van de POscholen in Nederland hanteert een mengvorm tussen kennisoverdracht en -constructie. Voor welk type onderwijs een school ook kiest, de school kan ICT altijd inzetten. De doelen zullen wisselend zijn, evenals de gewenste opbrengsten. Om kennisconstructie toe te passen in het onderwijs zijn er door het basisonderwijs (PO-raad, 2012), voortgezet onderwijs (VO-raad, 2011) en middelbaar beroepsonderwijs (MBO Raad, 2011) drie speerpunten centraal gesteld. Dit zijn de volgende speerpunten; personaliseren, professionaliseren en presenteren. Bij personaliseren spreken we over het inspelen op de specifieke behoefte van de leerling. Door het onderwijs op hoger niveau te personaliseren of te differentiëren naar niveaugroepen, kan er worden voldaan aan dit doel. De instelling zal gebruik moeten maken van moderne middelen (digibord en iPad/tablet), samenwerkend leren en differentiëren in doel en instructie behoefte. Bij het professionaliseren wordt er gesproken over het verbeteren van het onderwijs. Personaliseren van het onderwijs kan alleen als er een goede leraar voor de klas staat die zich blijft ontwikkelen en professionaliseren. Naast het versterken van de vakkennis is het verhogen van de didactische en pedagogische vaardigheden van de leerkracht de beste manier om het onderwijs te verbeteren (Hanushek & Rivkin, 2010).
10
Het laatste speerpunt is presenteren. Hierbij wordt er gesproken over de manier waarop het onderwijs in Nederland zich presenteert. Scholen moeten in overeenstemming komen over hoe zij leerprestaties verhogen. Deze prestaties gaan samen met een goede en doelmatige organisatie waarbij de behoeftes van leerlingen en (leerkrachten) in overeenstemming worden gebracht. In het theoretisch kader is gekeken naar de implementatie van ICT middels kennisconstructie. In het volgende hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag met de deelvragen bekeken. Deze vragen zullen op de Theresiaschool nader worden onderzocht om zo te komen tot een mogelijke aanbeveling voor de omslag van volledige kennisoverdracht naar een mix van kennisoverdracht en kennisconstructie.
11
4. Onderzoeksvraag en deelvragen ‘Hoe kunnen in groep 7/8 van de Theresiaschool in Berlicum iPads ingezet worden bij de wereldoriënterende vakken om de omslag te maken van volledige kennisoverdracht naar een mix van kennisoverdracht en kennisconstructie?’ Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn er subdoelen opgesteld. Aan de hand van deze doelen zijn de volgende deelvragen geformuleerd: Ad. 1: a) Wat is de meerwaarde van de inzet van iPads bij hoe de kinderen op de Theresiaschool leren? b) Wat wordt door de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool onder ‘kennisconstructie’ verstaan? c) Wat vinden andere iPad scholen een meerwaarde van de inzet van iPads bij wereldoriëntatie? Ad. 2: a) Welke mogelijkheden zijn er om de iPad op de Theresiaschool in groep 7/8 bij de wereldoriënterende vakken in te zetten? b) Hoe kun je de door middel van iPad gebruik de wereldoriënterende vakken betekenisvoller maken voor de kinderen van de Theresiaschool? c) Hoe kunnen we de huidige methodes op de Theresiaschool zo aanpassen dat kennisconstructie kan worden toegepast binnen de wereldoriënterende vakken?
12
5. Opzet van het onderzoek 5.1 Beschrijving en verantwoording van dataverzameling Om de hoofd- en deelvragen op een juiste manier te beantwoorden is van de volgende methodes gebruik gemaakt: 1. Documentenanalyse van het visiestuk van de Stichting en de Theresiaschool. De visie van stichting SKIPOS en de Theresiaschool zijn de fundering voor het inzetten van iPads. Voorafgaand aan het onderzoek zijn er vele gesprekken gevoerd om een duidelijke hoofdvraag te kunnen formuleren. Daarnaast zijn er ook deelvragen opgesteld die gekoppeld zijn aan deze visies. Een goede fundering is belangrijk voor het onderzoek zodat de implementatie van iPads binnen de wereldoriënterende vakken door de leerkrachten van Theresiaschool op een goede manier ingezet gaat worden. 2. Interview met verschillende betrokkenen binnen het iPad gebruik op de Theresiaschool. Om een goed advies te kunnen geven, is het noodzakelijk dat er duidelijk in kaart gebracht wordt hoe de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool denken over kennisconstructie en vaardigheden van kinderen. Daarnaast zijn de mogelijkheden van de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken een belangrijk vraagstuk in het onderzoek. De mening en vaardigheden van de leerkrachten zijn erg waardevol voor het onderzoek. Deze vaardigheden zijn volgens Hanushek & Rivkin (2010) belangrijk voor het professionaliseren van het onderwijs. 3. Observaties van het iPad gebruik op andere scholen. Voor de beeldvorming over het inzetten van iPads in het onderwijs is er een bezoek gebracht aan andere scholen. Zo kunnen de verschillen qua inzet en het gebruik van iPads in kaart gebracht worden. Bij deze observaties is er vooral gekeken naar de nieuwe vaardigheden die kinderen zich met de iPad eigen maken. Zoals in de theorie door Voogt & Pareja Roblin (2010) ook beschreven wordt. De instrumenten die gebruikt worden, om de onderzoeksvraag en deelvragen te beantwoorden, worden in paragraaf 5.3 verder beschreven.
13
5.2 Respondenten De respondenten van dit onderzoek zijn de bovenschools directeur, directeur Theresiaschool, geobserveerde klassen waarin met iPads gewerkt wordt en de leerkrachten van groep 7/8. Er is gekozen om alle zes de leerkrachten van de groepen 7/8 te interviewen, zij hebben samen een gemiddelde leeftijd van 40 jaar. Deze groep heeft gemiddeld 18 jaar ervaring in het onderwijs en bestaat uit leerkrachten met en zonder iPad ervaring. Dit is een bewuste keuze om de verschillen en eventuele knelpunten goed in beeld te kunnen brengen. De drie geobserveerde respondenten zijn voorafgaande aan het onderzoek geïnformeerd en zijn bewust geselecteerd omdat zij iPads inzetten in het onderwijs. Deze respondenten kunnen nieuwe inzichten voor het onderzoek bieden. Binnen de respondenten zitten verschillende lagen van de onderwijsorganisatie. Zo is er een duidelijk beeld van een stukje beleid (bovenschools) en de manier waarop er een invulling in de praktijk aan gegeven wordt. Voor meer informatie over de betrokkenen bij dit onderzoek wordt verwezen naar bijlage C.
5.3 Instrumenten Om een helder beeld te krijgen van de huidige visie van Stichting SKIPOS en de Theresiaschool is er een documentenanalyse van het visiestuk gemaakt. In deze analyse wordt er gekeken naar de huidige visie op het inzetten van iPads binnen de Stichting en de Theresiaschool. Deze analyse is valide doordat deze door de respondenten in een interview wordt bevestigd. Voor het interview is er gebruik gemaakt van een mondeling semigestructureerd interview. Deze interviews geven antwoord op vrijwel alle deelvragen. Om valide vragen te stellen is er een directe koppeling gemaakt met de hoofdvraag, deelvragen en het theoretisch kader. Om de betrouwbaarheid te verhogen worden de verslagen van de interviews met de respondenten besproken en eventueel bijgesteld. De bevindingen worden daarmee controleerbaar en inzichtelijk gemaakt (Baarda, de Goede en Teunissen, 2009). De interviews hebben in overeenstemming met de betreffende leerkracht plaatsgevonden. Hierbij waren geen andere personen aanwezig. De belangrijkste vraagstellingen van het interview waren: - Wat wordt er onder het begrip ‘kennisconstructie’ verstaan? - Wat weet je op dit moment over de inzet van iPads? - Welke vaardigheden worden in jouw optiek voor kinderen en leerkrachten vereist en wat heb je nodig voor de verwezenlijking? Voor de volledig uitgewerkte interviews zie bijlage E. Het uitgangspunt bij de observaties is vooral gericht op het kijken naar het iPad gebruik en de vaardigheden van kinderen en leerkrachten. Deze ongestructureerde observaties geven antwoord op deelvraag 1C en zijn een verklaring van wat er gezien is. De observaties worden volgens de beschrijvende methodiek beschreven in een analyse. Met de kijk op deze verschillende manieren van de inzet van iPads, heeft er bewustwording gericht op het leerproces plaatsgevonden (Vermunt, 1992).
14
5.4 Wijze van data-analyse Voor de documentenanalyse is het school- en projectplan iPads van Stichting SKIPOS en het schoolplan van de Theresiaschool geraadpleegd. In dit plan wordt de visie op het iPad onderwijs weergegeven. De tijd tussen de observatie en de uitwerking daarvan is zo kort mogelijk gehouden. De observaties worden dezelfde dag uitgewerkt in een algemeen observatieverslag. Dit geldt ook voor de interviews. De opnames worden zo snel mogelijk uitgeschreven tot een verslag. Door de interview op te nemen wordt de validiteit gewaarborgd (Baarda, de Goede & Teunissen, 2009). Van de observatie- en interviewverslagen is er een instrumenten analysemodel gemaakt. In dit model zijn verschillende kernbegrippen uitgewerkt over wat er gezegd is in interviews en gezien is in observaties. Deze kernbegrippen zijn verdeeld in verschillende categorieën, waarmee er een verband is gelegd met het theoretisch kader en de documentenanalyse. Het theoretisch kader en de instrumenten waarmee de data verzameld zijn, vormen de basis voor het onderzoek. De resultaten van de interviews zijn na de verwerking met de geïnterviewde leerkrachten besproken. Op deze manier konden zij controleren of het interview correct is weergegeven en of zij zich herkenden in het interviewverslag. Zo worden de conclusies inzichtelijk en controleerbaar gemaakt.
15
6. Resultaten Ad. 1: a) Wat is de meerwaarde van de inzet van iPads bij hoe de kinderen op de Theresiaschool leren? De inzet van iPads is een meerwaarde voor stichting SKIPOS en de Theresiaschool omdat zij streven naar een High Performance school. Volgens de directeur van de Theresiaschool zit de meerwaarde van de inzet van iPads in het versterken van de didactische ondersteuning. Terwijl de bovenschools directeur een meerwaarde aan de inzet van iPads ziet, doordat deze tal van mogelijkheden om allerlei vaardigheden te ontwikkelen met zich meebrengt. Uit de analyse van de interviews onder de leerkrachten blijkt dat vier van de zes geïnterviewde leerkrachten van groep 7/8 nog weinig over de meerwaarde van de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken op de Theresiaschool kan zeggen. Hier geven zij in aan dat zij niet over de iPads beschikken en deze nog maar weinig in de klas inzetten. Twee van de zes leerkrachten geven aan dat zij vaker de iPad inzetten en het een meerwaarde vinden dat kinderen meer worden uitgedaagd en tegelijkertijd informatie kunnen verwerven. Zo zegt één leerkracht bijvoorbeeld: ‘Kinderen worden meer uitgedaagd. Ze vinden het interessanter en leuk om te doen.’ Een meerwaarde bij hoe kinderen leren is volgens alle leerkrachten de hoge betrokkenheid wanneer iPads ingezet worden. In de analyse van de observaties op de SKIPOS scholen zie je dat de iPads in de klas een meerwaarde zijn, omdat deze naast de methode als ondersteuning ingezet kunnen worden. De inzet van ICT kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het leerrendement. Hier zijn drie leerkrachten van de Theresiaschool het mee eens. Zij geven ieder aan dat de implementatie van iPads een proces is wat in de loop der jaren ontwikkeld zal worden en er dan meer over de meerwaarde van de inzet van iPads gezegd kan worden. b) Wat wordt door de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool onder ‘kennisconstructie’ verstaan? Om de iPads op de Theresiaschool op een juiste manier in te kunnen zetten bij de wereldoriënterende vakken, is het begrip ‘kennisconstructie’ erg waardevol. In de toekomst zal de leerkracht meer een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie toe gaan passen. Oftewel de rol van leider zal steeds meer afwisselen met een begeleidende rol. Uit de analyse van de interviews onder de leerkrachten blijkt dat twee van de zes geïnterviewde leerkrachten het begrip kennisconstructie goed kan omschrijven (zie tabel 6.1). Deze leerkrachten kennen de inhoud van het begrip zoals volgens Van Gennip (2010) in de theorie beschreven wordt. Voor de vier overige leerkrachten is het begrip onvoldoende gevuld.
Twee leerkrachten denken bij het begrip kennisconstructie vooral aan de opbouw en het verwerven van kennis. Zij spreken hierbij over het tot stand komen van kennis en de manieren waarop zij kennis kunnen opnemen. Zo zegt een leerkracht hier het volgende over: ‘Niet meer zo ouderwets dat ze alles lezen.’
16
In het interview geeft een van de leerkrachten aan dat de kennis die leerkrachten van dit begrip hebben ook een verantwoordelijkheid van de directeur van de Theresiaschool is. Hij heeft het begrip al eerder ingebracht, maar hier wordt verder weinig aandacht en uitleg aan gegeven. Dit beamen alle zes de leerkrachten in de interviews. Zij geven aan dat zij nog onvoldoende kennis en vaardigheden hebben om de iPad op een juiste manier middels kennisconstructie in te kunnen zetten. De directeur van de Theresiaschool zegt in een interview dat het team van de Theresiaschool al over voldoende vaardigheden beschikt om de iPad middels kennisconstructie in te zetten. Hij geeft wel aan dat het team nog wat achtergrond informatie en tools mist. Daarvoor zouden er volgens hem meer momenten voor uitwisseling moeten komen. c) Wat vinden andere iPad scholen een meerwaarde van de inzet van iPads bij wereldoriëntatie? Om de meerwaarde van de inzet van iPads in beeld te brengen, is zicht op de verschillende manieren van het implementeren van de iPads noodzakelijk. Binnen stichting SKIPOS zijn verschillende scholen met een pilot iPads aan de slag gegaan. Een van deze iPad scholen binnen stichting SKIPOS geeft aan dat zij het een meerwaarde vinden om met de iPad in verschillende werkvormen te werken. Zij denken zo beter aan te kunnen sluiten op de belevingswereld van het kind. Ook de directeur van de Steve Jobs school ziet het inzetten van de iPads als de manier om in te gaan op de interesses van het kind. Uit de analyse van de observatie van de Steve Jobs school in Breda blijkt dat de iPad op deze school als ondersteunend middel voor het onderwijs gezien wordt (tabel 6.2). Ook de SKIPOS scholen vinden dit belangrijk. Een kind kiest zijn eigen leerproces en de iPad ondersteunt hem of haar bij het behalen van de leerdoelen.
Zowel de Steve Jobs school als de scholen binnen stichting SKIPOS vinden het belangrijk dat de vaardigheden die leerlingen nodig hebben bij het leren in deze eeuw goed ontwikkeld worden. Zij vinden het een meerwaarde dat de iPad wordt ingezet om deze vaardigheden bij kinderen te stimuleren.
Ad. 2: a) Welke mogelijkheden zijn er om de iPad op de Theresiaschool in groep 7/8 bij de wereldoriënterende vakken in te zetten? Om een goede mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken te creëren is het van belang om te weten welke mogelijkheden er zijn. De bovenschools directeur geeft in een interview aan dat hij de iPad een geschikt middel vindt om ervaring op te doen met verschillende vaardigheden bij de wereldoriënterende vakken. Van opzoekvaardigheden tot presentatievaardigheden, die in deze tijd erg belangrijk zijn volgens hem. De directeur van de Theresiaschool geeft aan dat zijn ideaal plaatje voor de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken, met meerdere vaardigheden te maken hebben. Zo zouden kinderen met de inzet van iPads volgens hem middels ontdekkend en zelf onderzoekend leren meer tot zich nemen. Hij spreekt hier over het toepassen van de werkvormen samenwerken, uitleggen en presenteren.
17
Uit de analyse van de interviews blijkt dat drie van de zes leerkrachten nog niet weten welke mogelijkheden er zijn om de iPad in te zetten (tabel 6.3). Dit heeft volgens hen met de kennis van het gebruik te maken. Wat ook meespeelt voor vijf van de zes geïnterviewde leerkrachten is de mogelijkheid om iPads in te zetten. Deze klassen beschikken niet fulltime over de mogelijkheid om iPads in te zetten en maken er hierdoor weinig gebruik van. Zo zegt een leerkracht die niet fulltime over de iPads beschikt hier het volgende over: ‘Ik zou de iPad niet kunnen, maar wel willen inzetten.’
b) Hoe kun je de door middel van iPad gebruik de wereldoriënterende vakken betekenisvoller maken voor de kinderen van de Theresiaschool? De bovenschools directeur van stichting SKIPOS geeft in een interview zijn visie weer. Volgens hem moeten de iPads met meer betekenis ingezet gaan worden. Hiervoor moeten volgens hem de bestaande methodes wat meer losgelaten worden zonder de kerndoelen uit het oog te verliezen. Directeur Kleinpaste van de Steve Jobs School zegt dat kinderen zelf in staat zijn om alle leerlijnen aan te raken. De directeur van de Theresiaschool zegt in een interview dat hij graag zou willen zien dat zijn leerlingen zelf eigenaar worden van de eigen ontwikkeling. Door kinderen coöperatief te laten werken aan thema’s of leerarrangementen, maar dit wereldoriënterende vakken betekenisvoller volgens hem. Uit de analyse van de interviews die afgenomen zijn bij de leerkrachten van de Theresiaschool blijkt dat drie van de zes leerkrachten de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken betekenisvol vinden als het aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Twee andere leerkrachten vinden het betekenisvol als het geen begrijpend leesles wordt. Kinderen leren door te onderzoeken, reflecteren en door dialoog aan de hand van echte vragen. Een derde van de geïnterviewde leerkrachten van de Theresiaschool zijn het hier mee eens: ‘het wereldoriëntatie onderwijs moet heel erg aansluiten bij de belevingswereld, dan vinden ze het leuk en interessant, dan leren ze er een hoop meer van’. Ook zegt een leerkracht: ‘dat wanneer we dieper op een thema ingaan het betekenisvoller wordt. Daarnaast kun je zo vakoverstijgend gaan werken’. De directeur van de Theresiaschool geeft in een interview aan dat hij het wereldoriëntatie onderwijs met de inzet van iPads betekenisvol vindt als leerlingen ontdekkend en zelfonderzoekend leren samen of alleen en hierbij vaardigheden als samenwerken, uitleggen en presenteren ontwikkelen. Door een leerkracht wordt in het interview genoemd: ‘het is betekenisvol wanneer het raakvlakken heeft met de werkelijkheid’. Een andere leerkracht zegt hier in het interview over: ‘als je wat langer over één thema doet, kun je er dieper op ingaan en vakoverstijgend werken, zodat het betekenisvoller voor de kinderen wordt. c) Hoe kunnen we de huidige methodes op de Theresiaschool zo aanpassen dat kennisconstructie kan worden toegepast binnen de wereldoriënterende vakken?
18
De bovenschools directeur heeft in een interview aangegeven dat hij het geen probleem zou vinden om de methodes in de toekomst niet meer in te zetten. Volgens de directeur van de Theresiaschool is dit geen optie. Hij geeft aan zoekende te zijn naar een manier waarop we de huidige wereldoriëntatie methodes in kunnen zetten, zodat er steeds meer kennisconstructie toegepast kan worden. Uit de documentenanalyse blijkt dat beide directeuren graag zouden willen dat er volgens thema’s, leerarrangementen of kernconcepten gewerkt gaat worden. Dit wordt door drie leerkrachten van groep 7/8 beaamd. Ook zij zouden graag bij de wereldoriënterende vakken volgens thema’s, leerarrangementen of kernconcepten werken. Zij geven aan dat de iPad hier een belangrijke rol in zal gaan spelen. Zo geeft leerkracht 5 aan dat de iPad echt een meerwaarde naast de methode is. Veel informatie en onderwerpen kun je naast de methode als leerkracht niet aanbieden. Uit de analyse van de interviews blijkt dat vijf van de zes geïnterviewde leerkrachten van de Theresiaschool aangeven dat voor het aanpassen van de huidige methodes en het toepassen van kennisconstructie kennis en vaardigheden van hen worden gevraagd. Vijf van de zes geïnterviewde leerkrachten beschikt nog niet over voldoende vaardigheden om de iPads middels kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in te zetten (tabel 6.5). Drie leerkrachten geven in het interview aan dat zij graag de iPad middels kennisconstructie in willen zetten, maar dit op dit moment niet kunnen. Een van de leerkrachten zegt hier het volgende over: ‘Ik zou de iPad niet kunnen, maar wel graag in willen zetten. Ik vind en daar ben ik van overtuigd, de iPad een instrument met heel veel mogelijkheden’.
Ook komt kennis in ruim 83% van de interviews onder de leerkrachten als kernbegrip naar voren. Zij geven aan dat er kennis over het gebruik van de iPad en het bewaken van kerndoelen en leerlijnen binnen de wereldoriënterende vakken nodig zijn, om meer kennisconstructie toe te kunnen passen. Zowel de bovenschools directeur als de directeur van de Theresiaschool geven aan dat zij bij de aanpassing van de huidige methodes en het toepassen van kennisconstructie willen dat kinderen verantwoordelijk worden voor het eigen leerproces. Door twee oudere leerkrachten van de Theresiaschool wordt in een interview aangegeven dat je leerlingen niet zomaar los kunt laten, maar het een geleidelijk proces dient te worden. Zo zegt een leerkracht hier het volgende over: ‘Je moet ontwikkelingen nooit tegenhouden, maar je moet het kind ook niet met het badwater weggooien.’
19
7. Conclusie en discussie 7.1 Conclusies Ad. 1: a) Wat is de meerwaarde van de inzet van iPads bij hoe de kinderen op de Theresiaschool leren? Leerkrachten geven aan dat de iPads een didactische ondersteuning dienen te zijn en hier structuur in gevonden dient te worden. Buiten didactische ondersteuning bieden iPads allerlei mogelijkheden om vaardigheden te ontwikkelen. Leerkrachten van de Theresiaschool geven aan dat zij nog weinig meerwaarde aan de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken zien. Zij geven zelf aan basisvaardigheden te missen om de iPads op een juiste manier in te zetten. Wat volgens Van Deurzen & van Dijk (2012) wordt beaamd. Rutven (2013) gaat nog een stapje verder, hij zegt dat de leerkracht eerst een leerdoel moet vaststellen voordat de iPad in het onderwijs een meerwaarde kan vormen. Wanneer de iPads in het onderwijs geïmplementeerd gaan worden, verandert de rol van de leerkracht. Leerkrachten geven aan dat dit nog verder te willen ontwikkelen. b) Wat wordt door de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool onder ‘kennisconstructie’ verstaan? Onder de leerkrachten van groep 7/8 van de Theresiaschool wordt verschillend naar het begrip kennisconstructie gekeken. Het begrip kennisconstructie kan niet door alle geïnterviewde leerkrachten voldoende gevuld worden in vergelijking met de in het onderzoek gehanteerde definitie zoals door Van Gennip (2010) beschreven wordt. De directeur van de Theresiaschool gaat er vanuit dat dit begrip wel bekend is onder de leerkrachten van groep 7/8. De leerkrachten en directeur zitten dus nog niet op één lijn als het gaat om de veronderstelde kennis van het begrip ‘kennisconstructie. c) Wat vinden andere iPad scholen een meerwaarde van de inzet van iPads bij wereldoriëntatie? Uit het onderzoek naar de meerwaarde van de inzet van iPad op andere scholen kan geconcludeerd worden dat er verschillen maar zeker ook overeenkomsten zijn. Zowel de Steve Jobs school als alle SKIPOS scholen, waaronder ook de Theresiaschool, zijn bezig met de ontwikkeling richting kennisconstructie. Daarvoor willen ze allemaal de iPad inzetten. Er is op dit moment te weinig onderlinge uitwisseling, ieder is het wiel opnieuw aan het uitvinden. De scholen zouden elkaar hierbij van dienst kunnen zijn door elkaars ervaringen/ideeën omtrent het gebruik van de iPads voor verschillende werkvormen. Alle scholen zijn zich bewust van de vaardigheden van de 21e eeuw die kinderen moeten beheersen. Hiervoor zal het kind deels zijn eigen leerproces moeten kiezen en met ondersteuning van de iPad leerdoelen dienen te behalen. Marzano (2006) beaamd dat het belangrijk is leerlingen verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces. In de theorie wordt ook duidelijk gemaakt hoe belangrijk het aansluiten bij de veranderingen in de 21e eeuw is. Het enige constante in onze huidige samenleving is de ‘verandering’. Die veranderingen vragen om anders leren (Reich, 2013).
20
Ad. 2: a) Welke mogelijkheden zijn er om de iPad op de Theresiaschool in groep 7/8 bij de wereldoriënterende vakken in te zetten? Leerkrachten geven aan dat er voor de implementatie van iPads bij de wereldoriënterende vakken eerst gewerkt moet worden aan eigen vaardigheden. Het is een proces waar langer de tijd voor nodig is (Rutven, 2013). Leerkrachten hebben behoefte aan de uitbreiding van eigen kennis en vaardigheden. Ook Rutven (2013) geeft aan dat het zomaar plaatsen van iPads in de leeromgeving onvoldoende is. Daarnaast is aan de slag gaan en ontdekken erg belangrijk. Leerkrachten moeten los durven laten aan de methodes en de iPads op veel verschillende momenten in gaan zetten. Het is hiervoor wel noodzakelijk dat er voldoende iPads op school beschikbaar zijn. Volgens de leerkrachten worden er ook vaardigheden van de kinderen gevraagd. Om deze basisvaardigheden ICT te verbeteren kan er gebruik worden gemaakt van het vier in balans model (Ten Brummelhuis, 2011). Leerkrachten kunnen uitleg geven over opzoekvaardigheden, zodat iedereen weet op welke manier er omgegaan moet worden met het zoeken naar informatie op de iPad. Zowel leerkrachten, directeur Theresiaschool en bovenschools directeur zien mogelijkheden voor het inzetten van iPads bij het werken in thema’s, leerarrangementen of kernconcepten. In de theorie komt hier het coöperatief- en onderzoekend leren sterk naar voren (Velthorst, Oosterheert, Brouwer, 2011). Wanneer er volgens deze mogelijkheden gewerkt gaat worden verandert de rol van de leerkracht. Deze gaat van een coachende naar een begeleidende rol. b) Hoe kun je de door middel van iPad gebruik de wereldoriënterende vakken betekenisvoller maken voor de kinderen van de Theresiaschool? Uit het onderzoek naar betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs met de iPad blijkt dat zowel de bovenschools directeur, directeur Theresiaschool en leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool het eens zijn dat de iPad betekenisvol ingezet moet worden door kinderen mede eigenaar van hun leerproces te maken. Daarnaast wordt er door de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool gezegd dat zij de iPads op een andere manier willen gaan inzetten, waarbij er meer sprake is coöperatieve werkvormen. Zoals door De Haan (2008) in de theorie ook wordt beschreven. Een andere vorm voor het inzetten van iPads is middels zelf ontdekkend en zelfonderzoekend leren, wat door de directeur vaak genoemd wordt. Ook Veenman (2009) stelt dat kinderen zo tot een diepere verwerking kunnen komen door het onderwerp van verschillende kanten te bekijken en door het leggen van verschillende betekenisvolle relaties. Hoe deze nieuwe manier van onderwijs vorm gegeven dient te worden is voor vele leerkrachten nog te onduidelijk. Zij denken hier heel verschillend over. c) Hoe kunnen we de huidige methodes op de Theresiaschool zo aanpassen dat kennisconstructie kan worden toegepast binnen de wereldoriënterende vakken? Het is voor zowel de bovenschools directeur als de van directeur Theresiaschool nog niet helder welke kant zij op willen. Zij geven aan dat zij de huidige wereldoriëntatie methodes op dit moment willen behouden. Tevens willen ze werken met thema’s, leerarrangementen of kernconcepten om zo kennisconstructie toe te passen binnen de wereldoriënterende vakken (Veenman, 2009) en het onderwijs volgens hen betekenisvoller te maken voor de kinderen. Uit de interviews onder de leerkrachten van groep 7/8 op de Theresiaschool is gebleken dat deze combinatie op dit moment niet haalbaar is. Zij geven allen aan dat zij hierin nog extra bijscholing en begeleiding nodig te hebben.
21
De antwoorden op de deelvragen vormen samen het antwoord op de hoofdvraag: ‘Hoe kunnen in groep 7/8 van de Theresiaschool in Berlicum iPads ingezet worden bij de wereldoriënterende vakken om de omslag te maken van volledige kennisoverdracht naar een mix van kennisoverdracht en kennisconstructie?’ Uit het onderzoek is gebleken dat zowel de bovenschools directeur, de directeur van de Theresiaschool als de leerkrachten van groep 7/8 van de Theresiaschool de iPads bij de wereldoriënterende vakken op dit moment vooral als een didactische ondersteuning zien. Hier dient nog structuur in gevonden te worden. Om de iPads in te kunnen zetten bij de wereldoriënterende vakken is het nodig dat er voor iedere groep voldoende iPads aanwezig zijn. De omslag van kennisoverdracht naar een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie kan niet ineens gemaakt worden. Dit vraagt namelijk om een andere rol van de leerkracht (van leider naar begeleider) en hiervoor is scholing en uitwisseling nodig (Hanushek & Rivkin, 2010). Om leerkrachten vaardiger te maken en daardoor de iPads bij wereldoriënterende vakken te kunnen implementeren, zou er gebruik gemaakt kunnen worden van: De Taxonomie van Bloom (1956), codering binnen 21st Century Skills (Oetelaar, 2012) en het Vier in Balans model (Ten Brummelhuis, 2010). Ook leerlingen moet de kans en tijd krijgen om te wennen aan hun veranderende rol in het onderwijs (van passief naar actief / eigenaarschap).
22
7.2 Kritische reflectie op onderzoeksproces Doel: Mijn doel van dit onderzoek was het geven van aanbevelingen voor de inzet van iPads bij de wereldoriënterende vakken in groep 7/8 op de Theresiaschool. Om dit doel te kunnen bereiken heb ik mezelf verdiept in de literatuur. Hiervoor heb ik verschillende relevante bronnen gebruikt. Deze bronnen sluiten aan bij de onderzoeksvraag en deelvragen. Hier heb ik erg veel van geleerd! Zo heb ik beter inzicht gekregen op de inhoud en inzet van iPads in het onderwijs en de manier waarop dit eventueel door de Theresiaschool gedragen zou kunnen worden. Acties: Het formuleren van de onderzoeks- en deelvragen heeft erg veel tijd gekost. We liepen steeds vast op de juiste vragen en het grote geheel. Hiervoor is de hulp van een ervaren leerkracht op de Theresiaschool en de onderzoeksdocent op de Pabo ingeschakeld. Nadat de onderzoeksvraag helder was en de instrumenten voor de deelvragen gekozen waren, ging het onderzoek gerichter. De instrumenten hebben mij een overzichtelijke kijk gegeven op de ontwikkelingen die er tot nu toe zijn. Er zijn interviews met de bovenschools directeur, de directeur en de leerkrachten van groep 7/8 van de Theresiaschool gehouden. Deze zijn in een schema per deelvraag/kernwoord gelabeld en hier zijn conclusies uit getrokken. Ook zijn er observaties op andere iPad scholen gedaan en is er een Steve Jobs school bezocht. Net als de resultaten van de interviews zijn de observaties in het schema per kernwoord gelabeld en zijn ook deze in de conclusies verwerkt. Wat ging goed en wat niet: In het beginstadium van het onderzoek waarin we zoekende waren naar de juiste onderzoeksvraag liepen we tegen een te groot geheel aan. Het onderzoek zoals dit door de directeur van de Theresiaschool beschreven was, was te veel omvattend en zo kwamen we niet tot een goed onderzoeksproces. Hiervoor zijn verhelderende gesprekken gevoerd met bovenschools directeur, de directeur van de Theresiaschool en de onderzoeksdocent van de Pabo. Dit is voor mij een erg goed en leerzaam proces geweest. Ik heb geleerd dat je eerst helder moet hebben wat je precies wil onderzoeken en je hier een goed fundament voor nodig hebt. Zo zijn de resultaten veel effectiever en kan er vervolgonderzoek plaatsvinden. Het schrijven van het theoretisch kader ging daarin tegen beter dan ik had verwacht. Ik merkte dat ik mezelf steeds meer expert maakte in het onderwerp. Wel liep ik er tegenaan dat ik niet genoeg valide en relevante bronnen kon vinden, omdat er nog te weinig over dit onderwerp geschreven is. Hiervoor heb ik een docent ICT van de Pabo benaderd, deze kwam met heel nuttige suggesties waardoor ik het theoretisch kader goed heb kunnen af ronden. Bij een volgend onderzoek zou ik sneller aan de slag kunnen. Ik weet nu hoe een onderzoeksproces verloopt en hoe je antwoord geeft op vragen. Tijdens het werken aan het SOP heb ik het samenwerken in een onderzoeksgroep als een groot voordeel ervaren. De communicatie binnen de groep verliep heel soepel en vlot, iedereen hield zich aan de afspraken en als het onderzoek even moeizaam verliep, was het fijn dat je even op elkaar terug kunt vallen. Waarde resultaten: Tijdens het onderzoek is vanuit alle kanten gebleken dat de school een stapje terug moet doen en eerst een duidelijke visie moet schetsen. Leerkrachten van groep 7/8 hebben aangegeven dat zij nog niet vaardig genoeg zijn om de iPads op een goede manier in te kunnen zetten. Voor een vervolgonderzoek zou het zinvol zijn om ook de leerkrachten van groep 5 en 6 te interviewen: ook zij geven wereldoriënterende vakken en gaan in de toekomst iPads inzetten. De school kan tijdens studiedagen of bouwvergaderingen gebruik maken van uitwisseling en inzichten uit het theoretisch kader. Wanneer deze aanbevelingen doorgevoerd worden, kan in vervolgonderzoek gekeken worden naar wat nodig is voor implementatie. Het fundament is met deze aanbevelingen in ieder geval gelegd! Ik ben van overtuigd dat ook andere scholen gebruik kunnen maken van dit onderzoek, wanneer ook zij met behulp van ICt een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie willen creëren.
23
7.3 Praktische opbrengst en aanbevelingen Aanbeveling 1 Visievorming iPad onderwijs De directeur van de Theresiaschool moet koers uitzetten over de vorm waarmee er in de toekomst gewerkt gaat worden. Hierbij kan de directeur gebruik maken van de Taxonomie van Bloom (1956), codering binnen 21st Century Skills (Oetelaar, 2012) en het Vier in Balans model (Ten Brummelhuis, 2010). Hierdoor zal directeur van de Theresiaschool tot een duidelijke visie kunnen komen. Deze visievorming zal een duidelijk plan voor de implementatie van iPads zijn, zodat alle leerkrachten bewust worden van de veranderende rol als leerkracht en deze adaptief in kunnen zetten. De directeur van de Theresiaschool en de leerkrachten moeten elkaar op de hoogte brengen door gesprekken aan te gaan over hun verwachtingen, wensen en behoeften ten aanzien van de rol van iPads bij de wereldoriënterende vakken. De scholen zijn nog volop in ontwikkeling en de komende periodes/schooljaren moeten ze gebruiken om zich vaardig te maken en kerndoelen aan apps of verwerkingsprogramma’s moeten gaan koppelen. Dit kunnen zij doen door studiedagen, intervisies en plenaire uitwisseling. Aanbeveling 2 Uitwisseling Leerkrachten moeten samen gaan ontdekken hoe de iPads effectief in het onderwijs ingezet kunnen worden. Een goede uitwisseling en het professionaliseren staan hierbij centraal (Hanushek & Rivkin, 2010). Leerkrachten dienen met elkaar mee te denken en van elkaar te leren over hoe iPads op een juiste manier ingezet kunnen worden en worden zo mede-eigenaar van het implementatietraject. Voor de directeur het advies om hiervoor meer iPads aan te schaffen zodat alle leerkrachten de iPads kunnen inzetten bij de wereldoriënterende vakken. Ook de leerlingen met nodige voorkennis kunnen ingezet worden om iPad vaardigheden te ontwikkelen (Veenman, 2009). De leerkrachten zullen de leerlingen meer verantwoordelijkheid voor eigen leerproces moeten geven (Marzano, 2006). Om tot een goede uitwisseling te komen is het van belang dat de directie dit faciliteert in vorm van een maandelijkse bijeenkomst per bouw. Het is belangrijk dat er in deze uitwisselingsgroepen een leerkracht van een iPad klas zit. Aanbeveling 3 Het professionaliseren van leerkrachten Leerkrachten geven unaniem aan dat wanneer ze iPads bij wereldoriënterende vakken op een juiste manier in willen zetten ze graag ICT-vaardiger willen zijn. De inzet van iPads vraagt heel veel eigen vaardigheid van een leerkracht maar hoe competenter een leerkracht met ICT is, hoe effectiever ICT in het onderwijs ingezet kan worden (Stichting Kennisnet, 2011). Het is belangrijk dat die eigen vaardigheid verbeterd wordt, extra scholing speelt hierbij een belangrijke rol. Een goede start maken met verbeteren van eigen vaardigheden kan door middel van de Taxonomie van Bloom (1956), codering binnen 21st Century Skills (Oetelaar, 2012) en het Vier in Balans model (Ten Brummelhuis, 2010). Het advies aan de directeur om zich hier de komende tijd op te gaan oriënteren en een keus te maken over de manier waarop iPads bij de wereldoriënterende vakken school breed ingezet gaan worden.
24
Literatuurlijst Bronnen: Anderson, L.W. & Krathwohl, D.R. (2001). A taxonomy for learning, teaching and assessing. A revision of Bloom’s taxonomy of educational objectives. New York/San Francisco: Longman. Beek, E. van. (2009). Instructiestrategieën in leermiddelen. Utrecht: CLU. Bijlsma, A. & Mur, J.(2009.) Handboek Digibord & Didactiek. Bodegraven: Instruct. Bolhuis, E. & Hoeff, A., van der. (2013). OnderWijs met ICT. Bussum: Uitgeverij Countinho. Deursen, A. van & Dijk, J., van. (2012). Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief. Enschede: Universiteit Twente. Fullan, M. (2011). Choosing the wrong drivers for whole system reform. Melbourne: Centre for Strategic Education. Kennisnet. (2013). Vier in balans monitor 2013. Zoetermeer: Kennisnet. Kirschner, P. (2013). Knopvaardig is wat anders dan digitaal geletterd. In: 4W. Weten wat werkt en waarom (2-2013). Roozen, I. Oosterloo, A. Klein Tank, M. (2011). Vakken in samenhang. Enschede: SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling). Sandberg, J. & Maris, M. (2013). De toegevoegde waarde van een spelcontext en intelligente aanpassingen voor een mobiele leerapplicatie. Amsterdam: UVA. Ten Brummelhuis & Amerongen, M., van. (2011). Vier in Balans Monitor 2011. Ict in het onderwijs: de stand van zaken. Zoetermeer: Kennisnet. Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press. Veenman, S.A.M. (1993). Effectieve instructie en doelmatig klassenmanagement: een schoolverbeteringsprogramma voor enkelvoudige en combinatieklassen. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger. Vermunt, J. (2011). Leerstijlkenmerken van leermiddelen. Keynote tijdens de CLU-Leermiddelendagen op 17 november 2011, gevonden op 25 januari op http://www.clu.nl/index.jsp?USMID=79. Voogt, J., & Pareja Roblin, N. (2010). 21st Century Skills. Discussienota. Enschede: Universiteit Twente.
Websites: http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-KDOrientatieJezelfEnWereld.html http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Ict-bekwaamheidseisen/ictbekwaamheid.pdf http://www.kennisnet.nl/themas/laptops-tablets/steve-jobs-scholen-van-start/ http://www.21stcenturyskills.nl/whitepaper/ http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/1_deze_map_gebruiken_voor_bestanden/Sectore n/basisonderwijs_po/Schoolleider/Kennisoverdracht_en_kennisconstructie.pdf http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/ http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/thema/inspirerend-onderwijs/cooperatief-leren-simon-veenman-2/ http://www.velon.nl/uploads/kennisbank/document_306.pdf
25
Bijlagen A. Onderwijsvisie van de Theresiaschool en projectplan iPad stichting SKIPOS Onderwijsvisie Theresiaschool Kinderen begroeten de wereld vol verwondering. De Theresiaschool wil die verwondering blijvend prikkelen zodat ze met plezier een leven lang leren. De Theresiaschool wil dat onze leerlingen respectvol met elkaar omgaan door ze te leren écht te zien en te horen zodat ze uitgroeien tot volwaardige mensen die durven staan voor normen en waarden, dit gelardeerd met een dosis humor. De Theresiaschool wil de kinderen die aan haar zorg zijn toevertrouwd, opleiden tot creatieve en kritisch denkende mensen. De cognitieve ontwikkeling van de leerlingen wordt door de school voorop gesteld, wetende dat hiervoor een gezond pedagogisch klimaat aanwezig moet zijn waarin we ook de sociaal-emotionele ontwikkeling zo goed mogelijk willen stimuleren. Structuur, rust en regelmaat zijn hierin centrale thema’s. De Theresiaschool staat open voor alle leerlingen waarbij zij rekening houden met de mogelijkheden van en binnen onze school. Er wordt gewerkt met het BHV- model (Basis- Herhaling- Verrijking), wat inhoudt dat er binnen de groep op drie niveaus gewerkt wordt. Hierbij kan het gebruik van multi- media een grote rol spelen. Uit vernieuwingstendensen in het onderwijs probeert de school bewuste keuzes te maken die bij haar passen. Een goed contact met ouders en schoolgerelateerde instanties zoals kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, Fontys PABO ’s-Hertogenbosch, centrum voor jeugd en gezin, parochie, gemeente en scholen voor voortgezet onderwijs heeft de school hoog in het vaandel staan. Profiel van de school: ‘Het verwerven van de noodzakelijke kennis en het opdoen van diverse creatieve vaardigheden vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van onze leerlingen.’ Het motto van de Theresiaschool is: ‘Leren voor het leven’
Projectplan iPad stichting SKIPOS De wereld van de ICT is, net als de wereld van het onderwijs doorlopend in beweging. Ook hebben deze twee werelden elkaar al jaren gelden ontdekt. Binnen het onderwijs worden ICT middelen gebruikt om het onderwijs te verbeteren en te verstevigen. Met de op handen zijnde invoering van het passend onderwijs is het dus ook logisch dat bekeken wordt of de ICT middelen een oplossing kunnen bieden voor de problemen die bij deze invoering verwacht worden. Tablets/iPads zijn een redelijk nieuw fenomeen. Gebruikers raken vaak in korte tijd vergroeid met hun tablet, terwijl toch moeilijk te omschrijven is wat het nu eigenlijk voor apparaat is. Het is geen computer, dat is duidelijk. Ieder technisch vergelijk (bijvoorbeeld op het gebied van netwerkmogelijkheden) met een PC strandt. Een tablet wordt ook wel aangeduid als personal device, een apparaat voor persoonlijk gebruik. Een tablet biedt een aantal mogelijkheden die een PC niet biedt, maar ontbeert ook een aantal zaken die een PC wel heeft. In de projectperiode van een jaar stelt stichting SKIPOS voor haar scholen de volgende doelen: - We gebruiken een aantal apps die de doelstellingen van het leerproces ondersteunen en voldoende oefenstof bieden om de leerstof eigen te maken. - De eerste stappen op weg naar een elektronische leeromgeving worden gezet. - Er worden geen methodes meer aangeschaft die uitgaan van (papieren) boeken.
26
-
De tablets worden gebruikt voor extra leer en oefenstof voor zowel begaafde kinderen als kinderen die moeite hebben de leerstof te volgen.
Ook mag verwacht worden, dat een verbetering van het onderwijs op de SKIPOS scholen op deze moderne manier een aantrekkingskracht zal hebben op nieuwe ouders. De verbetering van het image van een aantal SKIPOS scholen zal zich mogelijk verder door trekken. Hierdoor zal er een stijging in het leerlingenaantal van de scholen te zien moeten zijn. Op de lange termijn moet bekeken worden of het financieel en technisch haalbaar is om te werken naar een Ipad voor iedere leerling. Dit zou direct gevolgen hebben voor de aanschaf van nieuwe (vernieuwende) methodes. De besparing die dit op zal leveren, kan weer geïnvesteerd worden in hardware en software. Naast het financiële aspect is het buitengewoon belangrijk om als onderwijsveld mee te gaan met de tijd en de technologie die zoveel mogelijkheden biedt optimaal te benutten. ‘Laten we als onderwijs nu eens niet achter de feiten aanlopen, maar mee gaan met de tijd.’ Silvo Steenkamer, mei 2012.
27
B. Vooronderzoek gebruik en inzet iPad Op 9 oktober 2013 heb ik de leerkrachten van de Theresiaschool gevraagd om een vragenlijst over de iPad in te vullen. 22 leerkrachten hebben deze vragenlijst ingevuld. (dik gedrukt getal = aantal personen)
Met de kennis die ik nu heb kan ik tegemoet komen aan de ontwikkelingen van de 21e eeuw. (denk hierbij aan de ICT mogelijkheden die reeds sterk ontwikkeld zijn; Ipad, digibord, media etc.) - Ja 8 - Nee 9 - Anders 5 Enkele citaten bij deze vraag: * Nog geen kennisconstructie. * Ook praktisch voor leerling * Wij als leerkrachten lopen achter op gegevens. de ontwikkelingen. * Goede cursus is de 21 century skills. * Nog te weinig kennis. Ik sta open voor het gebruik van iPads in de klas. - Ja 21 - Nee 0 - Anders 1 Enkele citaten bij deze vraag: * Echt van deze tijd! * Kennis maken met nieuwe dingen. * Het is een verrijking, maar moet niet te veel tijd in beslag nemen.
* De kinderen groeien ermee op. * Echt een meerwaarde voor het onderwijs!
Ik ben op de hoogte van de manieren waarop ik iPads in kan zetten. - Ja 3 - Nee 13 - Anders 6 Enkele citaten bij deze vraag: * We hebben nog veel te leren. * De manier waarop dit gekoppeld kan * Er zijn veel meer mogelijkheden dan worden aan de lesstof is de vraag? bekend zijn bij ons. * Er zijn veel meer mogelijkheden dan * Te weinig begeleiding. ik weet. * Je kunt ervaringen delen.
Mochten er voor mijn klas iPads ter beschikking zijn, dan weet ik hoe ik deze volledig in kan zetten in mijn onderwijs. - Ja 1 - Nee 15 - Anders 6 Enkele citaten bij deze vraag: * Ik wil graag meer verdieping. * Er is nog weinig voor de * We moeten er in groeien. wereldoriënterende en creatieve * Ik heb nog niks aangereikt gekregen. vakken. * Door middel van tips en het delen * De waarde is soms nog onduidelijk? van ervaringen wordt je vaardiger.
28
C. Betrokkenen onderzoek Om helder beeld te krijgen van de beginsituatie, visie van de school en visie van de bovenschools directeur hebben we hen betrokken bij het onderzoek. Door verschillende gesprekken met de bovenschools directeur Hajo Renkema en de directeur van de Theresiaschool Ton van Malsen hebben we een helder beeld gekregen van het onderwijs met de iPad zoals zij deze in de toekomst graag zouden zien. We hebben gekozen voor verschillende lagen in onze onderwijsorganisatie om het beleid zo goed mogelijk af te kunnen stemmen op de praktijk. De onderzoeksgroep bestaat uit twee leerkrachten van de Theresiaschool; Floor Willems en Susanne van Boven en een student; Saskia Banken. Omdat zij allen nog niet veel ervaring hebben met het doen van onderzoek hebben zij soms wat extra hulp gekregen van een leerkracht die hier wel veel ervaring mee heeft. Miranda Ruijssenaars is leerkracht van groep 1/2 en heeft veel ervaring met het doen van onderzoek. Zij heeft ons geholpen met het formuleren van de juiste vraag en de opzet van het onderzoek. Daarnaast zijn ook de leerkrachten van de groepen 7 /8 betrokken bij het onderzoek. We hebben enkele bijeenkomsten gehouden met de leerkrachten van groep 7/8 en zij zijn allen afzonderlijk geïnterviewd. Groep 7a: Souad El Zrak - Lamjaata Groep 7b: Marianne Visser - Traa (iPad ervaring) Groep 7c: Frans van Herpen Groep 8a: Hettie van der Steen Groep 8b: Cees vogels Groep 8b: Dana Schroder – Ligthart
29
D. Observaties Bezoek aan de Steve Jobs school Breda
31-10-2013
Op 31 oktober 2013 hebben Saskia Banken (LIO- stagiaire Theresiaschool) en Floor Willems (leerkracht Theresiaschool) een bezoek gebracht aan de Steve Jobs school in Breda. Deze school is in augustus 2013 opgericht en er wordt door de leerlingen volledig gewerkt met iPads. Mogelijk geeft dit de Theresiaschool nieuwe inzichten in het gebruik en de inzet van de iPad. Enkele vragen vooraf: - Hoe wordt er met leerlijnen gewerkt? - Hoe wordt er aan de kerndoelen voldaan? - Wordt er getoetst? - Wat is de rol van de leerling? - Wat is de rol van de leerkracht? - Hoe wordt er aan de wereldoriënterende vakken gewerkt op de iPad? Belangrijke punten uit gesprek: - onderwijs op maat -> innovatie - 30% tot 40% op de iPad - werken in een gestroomlijnde omgeving - passend onderwijs - het koppelen van apps aan kerndoelen - veel samenwerking met instanties - werken op niveau van het kind - taal en rekenen worden aan een portfolio gekoppeld - elke 6 weken een gesprek over de planning van het kind samen met ouders - ingaan op de interesses van het kind. - vakken; taal & rekenen en projecten wereldoriëntatie - kind zoekt zelf de onderwerpen uit - kinderen moeten in totaal 940 uur onderwijs volgen, daarvan mogen zij zelf bepalen op welke dagen en tijden. - structuur wordt op kind niveau aangeboden - kinderen van 4 tot 10 jaar zitten er op het ogenblik op school. - de iPad is ondersteunend (niet leidend) - nog geen toetsing (wel op zoek naar toetsing digitaal van CITO, ook de ENTREE) - streven naar een goede doorgaande lijn naar middelbaar onderwijs in Breda - belangrijk zijn; 21 century skills, 7 basisvaardigheden en empathie - de tijdlijn is veranderd, de school moet mee. - je moet durven loslaten! - Facetime met buitenland goed voor taalontwikkeling - kind bepaald zelf de volgorde van het aanbod en de thema’s - kinderen mogen zelf veranderingen toepassen binnen de school. Antwoord op de vragen: - Hoe wordt er met leerlijnen gewerkt? Er wordt momenteel niet met leerlijnen gewerkt. Volgens meneer Kleinpaste zijn de kinderen in staat in zelf de leerlijnen in hun basisschool leeftijd aan te raken en te ontwikkelen. Verder is de school wel bezig om leerlijnen aan apps te kunnen koppelen.
30
- Hoe wordt er aan de kerndoelen voldaan? Op dit moment kan de school niet aantonen of zij aan de kerndoelen voldoen. Zij zijn bezig met het koppelen van apps aan de kerndoelen. Wel is de school officieel erkend als school en verzekeren zij de overheid dat de kinderen aan het eind van de schoolperiode aan de kerndoelen voldoen. - Wordt er getoetst? Er wordt niet op een normale manier getoetst. Omdat iedereen zelf mag bepalen welk thema die aanreikt en hoe die te werk gaat, kunnen er geen toetsten afgenomen worden. Wel worden er projecten afgerond met presentaties of werkstukken. Deze moeten zij aan de hele school presenteren. - Wat is de rol van de leerling? De leerling is verantwoordelijk voor zijn eigen leerprestaties. Het kind bepaald zelf met welk vak hij/zij op dat moment bezig is, en met welk onderdeel hij/zij aan de slag is. Het is dus aan de leerling hoe de schooldagen ingedeeld worden en of hij/zij wat geleerd hebben. - Wat is de rol van de leerkracht? De leerkracht heeft vooral een coachende rol. Als leerkracht loop je rond om de leerlingen te helpen wanneer zij dit willen. Het kan dus zijn dat het ene kind van 4 een rekenspelletje speelt terwijl het andere kind van 10 een moeilijke taal app aan het maken is. Je moet als coach snel kunnen switchen en hulp kunnen bieden. Elke maand gaat de leerkracht/coach in gesprek met de ouders van het kind. Samen met het kind maken ouders een planning voor de volgende maand. De coach kan hier op school rekening mee houden en aangeven of dit haalbaar is. Aan het eind van de maand evalueren de coach en ouders en maken zij weer een nieuwe planning. - Hoe wordt er aan de wereldoriënterende vakken gewerkt op de iPad? De kinderen mogen zelf bepalen aan welk vak zij willen werken. Zij kiezen dan een onderwerp en maken hier individueel of in groepsverband een presentatie van. Het onderwerp wordt uitgelicht en aan het eind van de planning aan de hele school gepresenteerd. Het is aan de kinderen en ouders zelf of zij alle vakken en onderwerpen behandelen die op het regulier basisonderwijs centraal worden gesteld met kerndoelen.
31
E. Interviews Voor het afnemen van de interviews is er een vragenlijst gemaakt. Deze vragenlijst is gekoppeld aan de theorie en deelvragen van het onderzoek. Met de antwoorden uit het interview hopen we antwoorden te krijgen op enkele deelvragen. Vragenlijst interview leerkrachten groep 7/8 Theresiaschool Berlicum - Wat merk je van de veranderingen in de vaardigheden van kinderen in de 21e eeuw? - Wat versta je onder kennisconstructie? - Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs? - Op wat voor manier zou jij de iPad willen inzetten bij de invulling van je wereldoriënterend onderwijs? UITLEG KENNISCONSTRUCTIE THEORIE volgens Van Gennip et al., 2010b - Als je kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of juist kennisconstructie? - Hoe zou je middels kennisconstructie de iPads tijdens de wereldoriënterende vakken op een juiste manier in kunnen zetten? - Wat vind je de meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de Theresiaschool? - Hoe zou je kunnen komen tot een goede mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij wereldoriënterende vakken in groep 7/8?
32
Uitwerking interview 1 Datum: 18-03-2014 Leerkracht groep: 7 Naam: M. Traa Leeftijd: 31 jaar
Ervaring onderwijs: 10 jaar Werkzaam Theresiaschool: 6 jaar Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en kennisconstructie. Saskia: In dit interview wil ik je graag wat vragen stellen omtrent het onderzoek. Leerkracht 1: Dat is goed. Saskia: Wat je merk je van de vaardigheden van de kinderen in de 21e eeuw? Leerkracht 1: uh kinderen zijn sneller, pakken het sneller op, uh weten hoe ze iets moeten oplossen, weten hoe de apps al werken en willen snel weer vooruit. Ook moet het allemaal snel en vlug en niet dat hele langzame. Het klassikale neemt af want dat is niet zo interessant. Er wordt veel met de iPad gewerkt, al vind ik soms dat je ook moet samenwerken en dat is beperkt. Oké als je in een groepje werkt, maar anders vind ik het wel beperkt. Saskia: Oke, uh wat versta je onder het begrip ‘kennisconstructie’? Leerkracht 1: Allerlei manieren waarmee jij kennis kunt opnemen. Nou ja, alle kennis die je ergens kunt vinden, ook op de iPad of internet. Van mij mogen ze alles opzoeken en hoeven ze niet alles te weten. Saskia: Oké Leerkracht 1: Niet meer zo ouderwets dat ze alles lezen. En ik denk dan toch, we hebben het apparaat dus waarom zou ik het niet gebruiken? Ik weet ook niet alles. Saskia: Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs? Dus wanneer is het voor jou betekenisvol? Leerkracht 1: Als het aansluit bij de belevingswereld van de leerling. En op dit moment sluit het voor geen millimeter aan. Wij hebben bijvoorbeeld over uh de Berlijnse muur, dat vind ik dan heel belangrijk, maar de verschillen tussen Parijs en Rusland en die dingen denk ik ja, Parijs is in die jaren al 10x veranderd. Meestal neem ik dan google maps en laat ik ze door Parijs heen lopen. Dan hebben ze een beter beeld dan dat ik ze in het boek moet laten werken. Dus ik vind dat het heel erg moet aansluiten. Dan vinden ze het leuk en interessant, dan leren ze er een hoop meer van. Saskia: Op wat voor manier zou je de iPad in willen zetten bij jouw wereldoriëntatie onderwijs? Leerkracht 1: Ik zou het meer vanuit de kinderen laten komen. Meer op laten zoeken en kinderen met allerlei zoekprogramma’s laten werken. Saskia: Nou je gaf net aan wat het begrip ‘kennisconstructie’ volgens jou betekend. Voor de volgende vragen zal ik even uitleggen wat het begrip precies inhoud. Je hebt kennisoverdracht en kennisconstructie. Leerkracht 1: ja Saskia: Volgens Van Gennip et al., 2010b betekent kennisoverdracht dat de leerkracht de kennis overbrengt naar de leerling. Jij bent de leerkracht en geeft de opdrachten. Uh, bij kennisconstructie ziet de leerkracht het leren meer als proces. Dus een beetje wat jij al zei, ze maken meer gebruik van bijvoorbeeld de iPad. Hierbij krijgt de leerling zelf de ruimte om actief zelfstandig en ook heel veel in samenwerking te werken en kennis te verwerven. Zo zoeken zij naar oplossingen. Dus eigenlijk jezelf als leerkracht meer afzijdig te houden in het proces. Leerkracht 1: Ja, je bent niet meer de leerkracht maar de coach. Saskia: Ja dat is een goede omschrijving van het begrip. Uh, als je dan kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of kennisconstructie? Leerkracht 1: Bij welke vakken of in het algemeen? Saskia: Als we het meer richten op wereldoriëntatie?
33
Leerkracht 1: Uh, even kijken hoor. In het geheel denk ik nog best wel veel; ik de leerkracht vertel iets en de kinderen nemen dit aan. Dat komt ook wel doordat we de nieuwe taal methode precies volgen. Ik doe wat er staat en dan vind ik dat wij als leerkracht nog best wel een hele hoop moeten vertellen. Saskia: Ja. Leerkracht 1: En dat is ook bij spelling. Als ik dan kijk naar Engels is dit veel minder. Daar is het wel dat ik het ze zelf op laat zoeken. Meer kennis uh.. constructie. Saskia: Ja. Leerkracht 1: Uh, bij de zaakvakken is dat heel wisselend. De methode van aardrijkskunde vind ik zelf niet zo sterk, dus daar laat ik ze zelf ontdekken. Ze hebben daar de afgelopen keer over de grond en delfstoffen gehad en zijn hierbij een woordweb gaan maken. Saskia: Is het dan een voordeel dat jij beschikt over de iPads in de klas? Leerkracht 1: Ja zeker. Nou ja zonder kunnen ze minder makkelijk iets opzoeken. Door het opzoeken wisten ze het ook. Als je die dingen niet hebt en ze moeten het op 3 computers gaan opzoeken, dan wordt het moeilijk. Saskia: Oké. Leerkracht 1: Bij geschiedenis heb ik een paar jaar geleden lessen gemaakt waarbij ze een quiz maak. Dan zoeken ze de vragen uit. En dan is mijn grote vraag. Ik heb natuurlijk de cursus 21st century skills gedaan en daar hebben we het er ook over, moeten ze al die vragen wel maken of moet alles getoetst worden om te weten of een kind alles weet. Dat hoeft van mij ook weer niet. Maar goed zo zijn wij als school nog wel en ik denk niet dat je snel iets kan doorbreken door te zeggen we doen het niet meer. Saskia: Oké, mooi verwoord. Hoe zou je kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken op een juiste manier in kunnen zetten? Dus hoe zij ze even voorbij de methode het liefst middels kennisconstructie in willen zetten? Leerkracht 1: Nou ik zou beginnen met de probleemstelling, waar kennisconstructie omdraait, maar ik vraag me af of er altijd wel een probleem is? En uh nou ja, ik ben niet altijd bezig met een probleem. Stel ze willen informatie over grondstoffen, nou is er dan een probleem? Bij de 21st skills is het de bedoeling dat je een probleem gaat zoeken. Bijvoorbeeld; over zoveel jaar hebben we geen mobieltjes meer want de grondstoffen raken op. En dan denk ik we gaan een probleem verzinnen om ze dan aan het werk te krijgen. Saskia: Ja. Leerkracht 1: Soms is dat goed hé, maar soms ook niet. Ik zou dan beginnen met een woordweb maken, waardoor ze dus al een hele hoop woorden gaan ontdekken. Dan gewoon nog wel, als we het over grondstoffen hebben, jullie hebben grondstoffen uh bijvoorbeeld aardolie en wat kun je er dan van maken. Als je dat dan in een woordweb zet en vervolgens dan wat? Ik zou daar wat hulp bij willen krijgen. Ik ken de doelen van groep 7 & 8, maar ja dan wordt het wel heel vrij. Dus ik zou enigszins een beetje richting willen hebben. Zo van dit moet er ongeveer uitkomen. Ik weet de kerndoelen maar die zijn wel erg breed opgeschreven. Saskia: Dus je bedoeld dat je bijvoorbeeld een aantal kerndoelen zou kiezen en vervolgens hier richtlijnen in zou maken. Leerkracht 1: Ja. En ik denk ook dat kinderen zelf met een heleboel leuke en interessante onderwerpen kunnen komen. Dus ik zou niet weten waarom wij altijd ieder jaar dezelfde lessen zouden moeten geven. Want het ene jaar is anders. Nu speelt dat heel erg met dat verdwenen vliegtuig. Daar kun je veel mee doen. Waar komt dat vliegtuig vandaan? Hoe ziet het eruit? Zou het gekaapt zijn en wat houdt dat in? Nou dan denk ik dat het nuttiger is. Saskia: Heb je dan ook meer vakken in een? Leerkracht 1: Ja daar ben ik ook wel voor meer vakken in een. Saskia: Meer thematisch werken? Leerkracht 1: Ja. Saskia: Oke, wat vind je op dit moment een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de Theresiaschool? Jij hebt ze ook in de klas, dus wat vind jij daar de meerwaarde van?
34
Leerkracht 1: Meerwaarde.. nou ik heb QR codes gemaakt en heb het idee dat kinderen dan meer stof opnemen aan de hand van QR codes en dus gericht op de site opdrachten mogen maken. Uh, nou ja ik heb al verschillende apps erop gezet wat ze erg leuk vinden. Wat ik wel merk en lastig vind, is dat je moeilijk alles kunt controleren. Ze gaan ook foto’s maken en verkeerde dingen opzoeken. Je kunt moeilijk alles in de gaten houden. Je kunt dit wel bespreken, maar het zijn toch kinderen en gaan toch uitproberen. Saskia: Maar wat vind je nu echt een meerwaarde? Leerkracht 1: O ja, nu benoem ik alleen wat ik lastig vind. De kinderen worden meer uitgedaagd. Ze vinden het interessanter en leuk om te doen. Uh, alleen ik vind wel dat ik ze zelf nog meer zou mogen inzetten. Alleen bij sommige vakken weet ik gewoon nog niet precies hoe ik dat zou moeten doen. Saskia: Ja, dat is misschien ook nog het nieuwe eraan? Leerkracht 1: Ja, inderdaad. Saskia: Dan alweer de laatste vraag. Uh, hoe zou jij kunnen komen tot een goede mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken. Een belangrijke vraag omdat Ton graag met dit onderzoek wil gaan kijken naar een goede mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Hoe zou dit er volgens jou uit zien? Leerkracht 1: Ja, ik snap het. Met de methodes die we nu op school hebben? Saskia: Ja, met de methodes die we nu hebben. Leerkracht 1: Nou die les die ik dan met aardrijkskunde heb gedaan, waarbij ik deels de kinderen samen hebben gelezen en daarna hebben zij in groepjes een woordweb gemaakt en vervolgens hebben ze dat aan elkaar gepresenteerd. Dus die kinderen hebben niet alles gelezen, maar een woordweb gemaakt en deze gepresenteerd aan de rest van de klas. Uh, vervolgens hebben ze een aantal vragen, heb ik eruit gehaald die ze gemaakt hebben en een aantal vragen heb ik eruit gelaten omdat ik daar de meerwaarde niet van zag op dat moment. Uh, daarna hebben we ze besproken. Er was dus een deel zelfstandig op zoek gaan. En als je dan naar toets resultaten kijkt. Saskia: Ja. Leerkracht 1: Die ik niet eens het belangrijkste vindt, maar je gaat kijken naar wat ze enigszins hebben opgepakt dan zie je dat ze alles toch goed wisten te beantwoorden. Saskia: Dus als ik het goed begrijp een combinatie tussen boek en zelfstandig en samenwerkend leren? Leerkracht: Ja, ik heb grip op de stof en daarna gaan zij zelf ontdekken. En ook op uitdaging in plaats van alleen het boek lezen. Op die manier leren ze ook weer mindmappen wat ze kunnen gebruiken voor de middelbare school. Er zitten meerdere vakken in een, wat ik positief zie. Saskia: Je zei net dat je dit met methodes zo zou doen. Zou dit anders zijn als de methodes weg zijn? Leerkracht 1: Als ze weg zijn, zou ik doen net als ik net zei met dat voorbeeld van dat vliegtuig. Ik stel vragen en dan gaan de kinderen uit onderzoek. Hoe zit dat dan? Ik zou dan meer thematisch gaan werken. Saskia: Wat is dan de rol van kennisoverdracht hierin? Leerkracht 1: Ze moeten eerst weten waar ze iets moeten vinden. Dat weten ze ook nog niet zo goed. En ik kan natuurlijk ook als leerkrachten dingen erbij halen die zij op moeten zoeken. Het is niet alleen dat vliegtuig. Maar waar kan je zoeken, wat is de taal etc. Eerst sturen en dan loslaten. Saskia: Oké, bedankt voor het interview.
35
Uitwerking interview 2 Datum: 18-03-2014 Leerkracht groep: 8 Naam: C. Vogels Leeftijd: 63 jaar
Ervaring onderwijs: 40 jaar Werkzaam Theresiaschool: 39 jaar Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en kennisconstructie. Saskia: In dit interview wil ik je graag wat vragen stellen die te maken hebben met het onderzoek. Ik wil graag beginnen met de eerste vraag en dat is: Wat je merk je van de vaardigheden van de kinderen in de 21e eeuw? Leerkracht 2: In vergelijking met zoals het voor de 21e eeuw was? Saskia: Ja in die vergelijking. Leerkracht 2: Nou toen was het veel meer klassikaal lesgeven natuurlijk. Nu is het van uh, de plus groep gaat zelf aan de gang en daar heb ik zelf nog enige denktekens bij. Denk bijvoorbeeld aan aardrijkskunde, die vierslag. Ik vind dat het nu meer begrijpend lezen is. En de betere kunnen dan toch wel, maar ik denk dat je ze hier in zal moeten begeleiden. Saskia: Ja, dus de verandering is volgens jou richting het sturen van de leerkracht wat vroeger meer was? Leerkracht 2: Ja, inderdaad. Nu gaan kinderen snel zelfstandig aan de slag. En zoeken ook dingen op die wel interessant zijn, maar je veel beter samengevat kunt krijgen. Saskia: Oké, wat versta jij onder het begrip ‘kennisconstructie’? Leerkracht 2: Kennisconstructie, daar versta ik onder dat kinderen een begrip helemaal uit moeten zoeken wat daar aan verbonden is. Zij moeten dit zelf doen. Dus jij geeft een onderwerp op en zij kijken wat je er allemaal mee kunt doen. Dan denk ik aan kennisconstructie, maar ook dat ik een onderwerp aanbreng en de kinderen zelf opzoek gaan naar een hele hoop items er om heen. Saskia: Oké. Maar wat is nu voor jou betekenis vol wereldoriëntatie onderwijs? Leerkracht 2: Voor mij is het betekenisvol als een kind, bijvoorbeeld uit de geschiedenis gekeken, een kind legt uit waarom dit/deze toestand op dit moment zo is. Dus daar zit een voor geschiedenis aan vast. Ook actuele onderwerpen als de krim. Als je voorgeschiedenis kent dan weet je waarom dit zo is gelopen. Saskia: Dus het is betekenisvol voor jou als leerkracht, wanneer je bij geschiedenis terug gaat in de tijd en verbanden leggen tussen vroeger en nu. Leerkracht 2: Ja, de geschiedenis legt uit waarom iets zo is. Dit geldt ook voor aardrijkskunde en natuur. Als je de vraag waarom stelt is alles te verklaren. Saskia: Oké, op wat voor manier zou je iPad in willen zetten bij de invulling van je wereldoriëntatie onderwijs? Als je deze in de klas beschikbaar zou hebben. Leerkracht 2: Nou wat ik net al als voorbeeld gaf, kinderen kunnen veel opzoeken. Kun je ook op het bord, maar geef je een onderwerp kun je kinderen verschillende items over dit onderwerp op laten zoeken. Dat kunnen ze uitstekend over de iPad. Je moet kinderen dan wel handvatten geven. Saskia: Oké, dus je zou de iPad gebruiken om verbanden te leggen met het theoretische gedeelte als ik het goed begrijp? Leerkracht 2: Ja, of zelf de verschillen laten zoeken en een tijdlijn uitzetten. Saskia: Oké, je hebt net aangegeven wat jij onder het begrip kennisconstructie verstaat. Voor de volgende vragen wil ik even de betekenis volgens Van Gennip et al., 2010b uitleggen. Leerkracht 2: Oké. Saskia: Het beeld wat je over het begrip had klopt deels. Volgens Van Gennip et al., 2010b zie je het leren als leerkracht inderdaad meer als proces. Je houdt je als leerkracht meer buiten het leren en wordt een begeleider. En de leerling krijgt meer ruimte om actief en zelfstandig of juist in
36
samenwerking met anderen de kennis te verwerven en samen op zoek te gaan naar oplossingen. Dus als leerkracht ben je niet meer de kennisoverdrager en stuur je minder, maar neem je meer een begeleidende rol aan. Leerkracht 2: Ja ja, maar ik heb er wel mijn bedenkingen over. De manier waarop dit ingezet kan worden dan.. Saskia: Als je kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of kennisconstructie? Leerkracht 2: Haha, zeer veel kennisoverdracht, daar ben ik leerkracht voor geworden. Saskia: Is dat iets wat je vroeger op de opleiding hebt meegekregen en door de jarenlange ervaring zo bent blijven ontwikkelen? Of vind je dat dit zo hoort en moet blijven? Leerkracht 2: Dit is echt vanuit vroeger zo. Je moet de ontwikkelingen nooit tegenhouden, maar je moet het kind ook niet met het badwater weggooien. Ik denk, en dat is heel simpel, als je een huis gaat bouwen heb je een basis nodig en er zijn bepaalde begrippen die je moet weten. En ik denk dat als kinderen dit zelf uit mogen gaan zoeken, er toch veel bouwvallen gebouwd gaan worden. Saskia: Oké. Leerkracht 2: Dat is mijn mening. Saskia: Als je dan toch meer volgens de manier van kennisconstructie zou moeten gaan werken. Hoe zij je de iPads dan op een juiste manier in kunnen zetten? Leerkracht 2: Nou, dus je geeft, uh je behandeld de eerste les een bepaald onderwerp en dan ga je uitbesteden. Jij zoekt dit onderdeel op en jij dit en aan het eind van de week brengen we dit bij elkaar. Het liefst dan via het digitaal bord met eventueel filmbeelden. Dat lijkt mij ideaal! Saskia: Oké, wat vind jij op dit moment een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 hier op de Theresiaschool? Leerkracht 2: Ja, ik zelf gebruik heb ontzettend veel, maar wij hebben in onze klas geen vaste iPads. Dus ik kan daar heel weinig over zeggen. Saskia: En als je dan kijkt in andere groepen die daar wel over beschikken, denk je dat er dan wel een meerwaarde aan is? Leerkracht 2: Wat ik zo hoor, wordt er heel veel opgezocht. Dat is een ding wat zeker is, maar verder krijg ik hier niet alles van mee. Saskia: Dan de laatste vraag gericht op onze onderzoeksvraag. We moeten gaan kijken naar een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Hoe zou je kunnen komen tot een goede mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in groep 7/8 hier op de Theresiaschool? Leerkracht 2: Nou je hebt de doorgaande lijnen. Daar heb je de kapstokken van en zo kan de leerkracht de echte ankerpunten bespreken. Dan kun je de leerlingen dit daaromheen uit laten werken. Saskia: Begrijp ik het goed dat jij als leerkracht dan de richtlijnen zet? Leerkracht 2: Ja, je hebt de doelen van SLO hé, en deze liggen vast. En bijvoorbeeld bij geschiedenis kun je de Canon nemen. Dit zijn ook thema’s maar die zijn uitstekend geschikt. Maar daar moet je jezelf als leerkracht natuurlijk wel eerst eigen in maken, jezelf er in verdiepen. Saskia: Ja. Leerkracht 2: Dus als leerkracht eerst verdiepen in de doelen en deze dan aan belangrijke thema’s uit bijvoorbeeld de geschiedenis verbinden. En hierbij kun je de iPad gebruiken. Alleen ik denk ik nu dat het gebruik van de iPad nog niet echt een verband heb. Maar dat denk ik? Saskia: Heeft dit misschien te maken dat je zelf de iPads niet zo vaak in zet in de klas? Leerkracht 2: Ja dat denk ik wel, ik heb niks tegen iPads en zou ze dan zeker vaak inzetten!
37
Uitwerking interview 3 Datum: 18-03-2014 Leerkracht groep: 7 Naam: D. Ligthart Leeftijd: 32 jaar
Ervaring onderwijs: 11 jaar Werkzaam Theresiaschool: 10 jaar Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en kennisconstructie. Saskia: In dit interview wil ik je graag wat vragen stellen die te maken hebben met mijn onderzoek naar de inzet van iPad bij wereldoriënterende vakken. Leerkracht 3: Oké Saskia: Oké, de eerste vraag: wat merk je van de veranderingen van de vaardigheden van kinderen in de 21e eeuw? Leerkracht 3: Kinderen weten vaak al meer en kunnen beter overweg met bijvoorbeeld de iPad. Ik vind dat er verder in de laatste jaren aan de veranderingen in vaardigheden niet echt veel veranderd is. Kan zo niet iets noemen. Saskia: Oké, wat versta je onder het begrip kennisconstructie? Wat betekent dit voor jou? Leerkracht 3: Haha, een hele goede want die gebruiken wij bij cultuur ook, maar het is gewoon dat kinderen zelf hun vragen stellen. Ze stellen hun eigen vragen op die ze willen leren en dus niet alleen maar via ons binnen krijgen. Ook de overdracht vanuit andere dingen en niet alleen wat ze vanuit ons aangeleverd krijgen. Saskia: Oké, wanneer is het wereldoriëntatie onderwijs betekenisvol voor jou? Dus wat versta jij daaronder. Leerkracht 3: Uh, ja.. als kinderen er iets van opgestoken hebben. Als zij enthousiast zijn over een les die zij gekregen hebben, dan vind ik het betekenisvol. Anders zijn wij ze namelijk aan het volpompen met allerlei begrippen en daar doen ze verder niks mee. In ieder geval er blijft weinig van hangen. Saskia: Ja. Leerkracht 3: Dus het is voor mij betekenisvol wanneer een kind erop terug komt of oja juf weet je nog over, dan vind ik het betekenisvol. Ik heb het idee dat kinderen er dan meer aan hebben. Saskia: Oké. Op wat voor manier zou jij de iPad in willen zetten tijdens jouw wereldoriëntatie onderwijs? Leerkracht 3: Ow die zou ik heel graag in willen zetten, maar daarvoor zou je wel moeten weten wat je er mee wilt en of je alleen maar met apps wilt werken of ook zoekprogramma’s voor informatie wil gebruiken. Ik heb bijvoorbeeld nu gezegd dat we straks met projecten gaan werken, met onderwerpen die ze zelf mogen kiezen plus vragen die ze zelf mogen stellen en dan merk je wel dat de interesse van de kinderen erg groot is. Saskia: Dus op de manier die je nu beschrijft zou jij de iPads wel in thematisch werk in willen zetten? Leerkracht 3: Ja en dan zelf informatie laten zoeken en niet alleen maar via de methode. Dan zoeken ze op de iPad iets op wat hen interesseert en blijft het beter hangen. Saskia: Je gaf net al aan wat het begrip kennisconstructie betekend. Dit komt erg overeen met de betekenis van het begrip volgens Van Gennip et al., 2010b. Leerkracht 3: Nou, ik vind het ook lastig omdat dit iets is wat vanuit Ton (directeur) komt en hij heeft dit ook bij cultuur ook ingebracht. Toen ik met die aanbieders aan het praten was, moest ik dus deze opdracht hun duidelijk maken. En toen kwam sterk naar voren dat kinderen zelf beslissen wat ze willen leren. Saskia: Ja, inderdaad. Leerkracht 3: Maar niet zover dat we de methodes weglaten, want dan denk ik dat je wel een aantal dingen mist.
38
Saskia: Oké, ja wat jij al aangaf sluit aan op Van Gennip et al., 2010b. Je laat de kinderen zelf of in samenwerking opzoek gaan naar oplossingen. Dit kan door de iPad of met ICT, maar als leerkracht heb je meer een begeleidende rol dan een leidende rol. Je hebt zicht op het proces, maar leidt het proces niet. Dit proces is van de kinderen. Leerkracht 3: Ja, inderdaad. Saskia: Uh, als je kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of kennisconstructie? Leerkracht 3: Kennisoverdracht voornamelijk. Saskia: En kun je dit omschrijven hoe ik dit terug zou zien? Leerkracht 3: Haha, heel saai. Ik vind mijn lessen soms heel saai. Dit komt ook omdat mijn interesse er zelf niet ligt en ik er ook niet heel veel van weet. Uh, verder is dat gewoon dat ik de achtergrondinformatie lees en samen met de kinderen teksten lezen. En de vragen die tussendoor staan bespreken we. Vaak is het de verwerking in de opdrachten zelfstandig. Dan samen nakijken. Heel erg kennisoverdracht gericht dus. Saskia: Is dit voor alle vakken zo? Leerkracht 3: Uh, nee. De zaakvakken zijn wel de ergste. Van Naut kan ik vaker nog wat meer vertellen. Maar soms weet ik er gewoon niks van en dan interesseert het me ook niet. Saskia: Oké. Hoe zou je dan middels kennisconstructie de iPads bij wereldoriënterende vakken wel in kunnen en willen zetten? Leerkracht 3: Ja, dan zou ik bepaalde hoofdonderwerpen aanbieden die zij dan gaan uitzoeken op de iPad. Ik denk ook dat er dan veel verschillende dingen uitkomen omdat het heel breed is. Ik denk dat ze op die manier ook informatie met de iPad aan elkaar over kunnen brengen. Dit vinden ze ook heel leuk om te doen. Saskia: Oké, wat vind je nu een meerwaarde aan de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken op de Theresiaschool in groep 7/8? Wanneer je deze zou hebben. Leerkracht 3: Ik vind het gewoon een meerwaarde dat je met veel kinderen tegelijk dingen op kunt zoeken. Nu ben je afhankelijk van twee computers één woordenboek. Dit duurt gewoon heel lang. En dat ze ook nieuwe programma’s en apps gaan uitzoeken. Saskia: Ja. Leerkracht 3: Ja weetje, omdat wij er eigenlijk gewoon heel weinig mee werken en wij vanuit Floor (minder) door krijgen wat er allemaal mee gedaan wordt, heb ik eigenlijk ook niet echt een idee hoe en waarvoor ik ze in kan zetten. Saskia: Uhu Leerkracht 3: Als ik nu de iPad haal dan staan er heel leuk allerlei appjes, en staan er losse mapjes van allerlei vakken. En als we dan rekenen hebben zeg ik heel leuk kies maar een appje. Maar precies wat ik in kan zetten en wat er beschikbaar is weet ik niet. Saskia: Oké, dus beter overleg over de inzet en het gebruik bedoel je? Leerkracht 3: Ja, in een vergadering of bouw. Ik heb dit al wel gevraagd en ook in een documentje gezet. En toen is vanuit Ton (directeur) gekomen dat er meer tussendoor overleg moet zijn over de mogelijkheden, maar dit gebeurd nog niet. Saskia: Nemen we mee. Dan de laatste vraag die aan de onderzoekvraag verbonden is. Hoe zou er volgens jou een perfecte mix zijn tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken? Leerkracht 3: Ik denk dat wij leerkrachten meer informatie moeten geven over het onderwerp, dus een soort achtergrondinformatie. Ik denk nog steeds dat je tekst moet behandelen, maar de vragen zo moet creëren dat zij deze niet helemaal letterlijk uit het verhaal op kunnen zoeken, maar ook zelf opzoeken. Wel methode gebonden maar naast de methode. En dit dan in verschillende werkvormen. Saskia: Hoe bekijk je dan de kerndoelen die jij gesteld hebt als leerkracht? Leerkracht 3: Dat is een goede vraag. Daar zou ik nog even over na moeten denken. Ik denk dat als ik weet wat er is, we met zijn allen kunnen kijken hoe en welke leerlijnen we inzetten en hoe we deze toetsen. Saskia: Oke, bedankt voor het interview.
39
Uitwerking interview 4 Datum: 19-03-2014 Leerkracht groep: 7 Naam: F. van Herpen Leeftijd: /
Ervaring onderwijs:/ Werkzaam Theresiaschool: / Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en kennisconstructie. Saskia: Ik neem het interview op zodat ik het later precies uit kan werken. Leerkracht 4: Oké. Saskia: Wat je merk je van de vaardigheden van de kinderen in de 21e eeuw? Leerkracht 4: Ik merk dat het voor een deel anders is. En met name een deel. Het is heel goed dat kinderen leren hoe ze moeten omgaan met allerlei media om alles op te zoeken. Van de andere kant denk ik dat het ook een gevaar is dat kinderen een enorme berg van informatie over zich heen gestort krijgen, waar ze eigenlijk geen orde in weten te brengen. Uh en ik denk dat dat dan toch een taak is van de school en de leerkracht om hier richting aan te geven. Saskia: Oké. Leerkracht 4: En niet zomaar, hier is die iPad en doe er maar wat mee. Ik vind wel dat het een hele vooruitgang is vergeleken met een aantal jaren geleden, waarbij je als docent steeds eenrichtingsverkeer aan het geven bent. Dus ik zie er eigenlijk een hele belangrijke vooruitgang in, mits je toch een beetje gestuurd wordt door de school of door de leerkracht. Saskia: Ja, wat versta je onder het begrip ‘Kennisconstructie’, dus wat versta je onder dit begrip? Leerkracht 4: Geen idee, als iemand het uitlegt dan zou ik het begrijpen. Maar ik precies zo’n begrip of term in moet vullen dan kan het voor mij alle kanten op. Saskia: Nou ik ga het je zo uitleggen dus dan weet je het. Leerkracht 4: Ja, de exacte betekenis is mij niet bekend. Saskia: Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs? Leerkracht 4: Het is voor mij betekenisvol als het raakvlakken heeft met e werkelijkheid van alle dag en daar stuur ik ook heel bewust op aan. Wereldoriëntatie moet voor mij terug te vinden zijn in de krant van vandaag, in het nieuws van vandaag of op actualiteit uit de wereld, zelfs al heb je het over iets uit het verre verleden, probeer ik persoonlijk heel vaak een link te leggen met vandaag. Zoals ‘zie je wel jongens nu is dat nog steeds zo of zo’ of bijvoorbeeld met de krim. Er gebeurt iets in het land bijvoorbeeld gemeenteraadsverkiezingen, dan zie je dat je toch een link kunt leggen met bijvoorbeeld iets uit het verleden of aardrijkskunde. Het zou voor mij geen betekenisvolle wereldoriëntatie zijn als wij vroeger op school wel hadden, of betekenisloze wereldoriëntatie hadden wij vroeger op school, als je domme plaatsen moest gaan leren. Saskia: Topografie bedoel je? Leerkracht 4: Ja, dat vind ik dus geen betekenisvolle wereldoriëntatie. Het moet raakvlakken hebben met de realiteit van de dag. Saskia: Oké. Leerkracht 4: Als je zo’n soort wereldoriëntatie hebt dan denk ik dat het veel betekenisvoller is voor kinderen. En ze moeten geïnteresseerd zijn. Saskia: Oké mooi. Op wat voor manier zou jij de iPad dan in willen zetten, als jij deze zou hebben, bij de invulling van jouw wereldoriëntatie onderwijs? Leerkracht 4: Ik zou hem heel veel gebruiken, denk ik, om uh dingen te laten opzoeken die uh op de een of andere manier in de actualiteit zijn. Ik zou bijvoorbeeld wat nu actueel is met de hele situatie in Rusland. Dan zou ik de kinderen op laten zoeken wat is er nu eigenlijk, waarom is het er en wat betekent dit voor ons? En hierbij ook het kunnen uitleggen. Dus niet zo zeer alleen het opzoeken van de betekenis, maar ook het kunnen uitleggen. Wat zijn de gevolgen? Uh en ook voor ons, hebben wij
40
er mee te maken of laat het ons koud. Wat betekent dit voor ons Nederland. Misschien is je vader wel chauffeur en heeft het gevolgen voor hem. Het komt toch weer terug in die actualiteit en de gevolgen voor de eigen wereld. Saskia: Je zei net al dat je het lastig vindt om het begrip kennisconstructie uit te leggen. Voor de volgende vragen is het belangrijk om de betekenis van het begrip te kennen. Vandaar dat ik het even uit zal leggen. Leerkracht 4: Ja fijn. Saskia: Volgens Van Gennip et al., 2010b ziet de leerkracht het leren meer als onderzoeksproces. Dit komt uit de theorie. Je bent dus meer coachend bezig dan sturend. De kinderen krijgen meer de ruimte om actief zelfstandig of juist in samenwerking kennis te verwerven en uh dit door het zoeken van oplossingen. Dus minder kennisoverdracht, wat je al aangaf wat vroeger veel gedaan werd, maar je laat het meer uit de kinderen zelf komen. Bijvoorbeeld door iets uit de actualiteit helemaal uit te werken en op zoek te gaan naar oplossingen. Leerkracht 4: Oké, duidelijk. Saskia: Als je kijkt naar je eigen lesgeven op dit moment? Maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of kennisconstructie? Leerkracht 4: Daar ben ik heel heel helder in. Ik ben dan toch van de oude generatie en ben zelf heel duidelijk en sturend aanwezig. Ik breng aan wat ik wil aanbrengen. En uh, nou moet ik zeggen dit hangt ook wel samen met de aard van de groep die je hebt. Ik had vorig jaar bijvoorbeeld een groep waar dat veel gemakkelijker ging. Zij konden zelfstandig met spullen omgaan. En nu heb ik dat niet.. kunnen zij dat zelfstandig? Maar over zijn algemeenheid als ik dit over de langere termijn bekijk, dus niet alleen dit of vorig jaar, dan ben ik nog te veel, daar ben ik me van bewust, maar ben ik nog teveel de gene die overbrengt. Saskia: Oké. Leerkracht 4: En nog veel minder degene die de kinderen zelf laat zoeken. Saskia: Oké, mooi verwoord. Hoe zij jij bij de wereldoriënterende vakken de iPads wel op een juiste manier in kunnen zetten? Dus meer richting kennisconstructie kunnen gaan. Leerkracht 4: Niet kunnen, maar wel graag willen. Ik zou dan wel iemand moeten hebben die dan zegt; hier heb je een voorbeeld zo zou je het in kunnen zetten. Uh ik zou dan het met alle plezier doen, maar als je tegen mij zegt; nou hier heb je de iPads en kun je dan hetzelfde doen als wat je nu doet. Uh je bent met wereldoriëntatie bezig, dan zou ik toch zeggen; ho even, hoe pak je dat dan aan? Uh, ik vind het een en daar ben ik van overtuigd, een instrument met heel veel mogelijkheden. Net als het digibord. Ik zou nu al niet meer zonder kunnen, maar om nu in een keer te zeggen dat ik er mee aan de slag kan, daar heb ik nog een groot vraagteken in. Saskia: Bedoel je dat je dan meer vaardigheden hiervoor nodig hebt? Leerkracht 4: Ja, precies! Saskia: Wat vind je een meerwaarde aan de inzet van de iPads in groep 7/8 die we op dit moment op de Theresiaschool tot onze beschikking hebben? Leerkracht 4: Daar kan ik niet zo goed over mee praten, want ik gebruik ze niet erg veel. Ik heb ze nog maar een paar keer gebruikt en dan vaak voor uh.. dingen die opgezocht moeten worden. Saskia: Ja. Leerkracht 4: En een keer als stopwatch, maar ik weet niet of dit het eigenlijke gebruik is van de iPad. Of dit echt een meerwaarde is? Maar het is wel handig om het instrument erbij de hebben. De kinderen vonden het wel prettig, maar dit kan ook te maken hebben met de nieuwigheid. Saskia: Dus wanneer jij hem vaker ingezet hebt, kun je de meerwaarde pas beschrijven. Leerkracht 4: Ja, inderdaad. Net als bij het digitaal bord. Ik was gewend om met een krijtje te schrijven, maar door het vaker in te zetten wordt je vaardig en ik zou het nu echt niet meer kunnen missen! Uh ik zelf gebruik de iPad wel. Maar dit is vaak onderuit voor de televisie op het internet en dit is vaak om wat dingen op te zoeken. Als ik het echte serieuze werk moet doen dan zit toch nog vaak achter de PC. Ik moet nog wennen aan dat kleine bordje. Het hangt ook nauw samen met allerlei communicatie en Social media die er omheen hangen. Nou en die hele wereld zegt mij niks.
41
Kijk en als je die hele wereld helemaal geweldig vindt en dat heeft gevolgen voor het gebruik van de iPad. Ik ben er nog erg zakelijk mee. Saskia: Ja, Oké. Alweer de laatste vraag van dit interview. Een van de belangrijkste vragen voor het interview die ook namens de directie en bovenschools directie gesteld is. We willen namelijk bij de wereldoriënterende vakken een mix creëren tussen kennisoverdracht en kennisconstructie en hoe zou dit volgens jou tot een echte goede mix kunnen komen op de Theresiaschool? Leerkracht 4: Nou ik heb daar geen pasklaar antwoord voor. Ik denk dat dat vooral een groeiproces is. Ik denk dat uh.. door het doen je hem toch steeds meer zou kunnen gebruiken. Dat het een groei is. Ik denk dat het in ieder geval niet zo zou moeten zijn dat er vanaf 2015 alle methode boeken weg gaan en iedereen een iPad heeft en je het daar mee zou moeten doen. Ik denk dat je dan wel al te snel gaat. Saskia: Dus meer als informatieproces naast de methode als ik het goed begrijp? Leerkracht 4: Ja, nou ja en misschien langzamerhand in de toekomst dat het steeds meer een vervanger gaat worden voor de methode boeken. Dat zou kunnen. Maar als je nu tegen mij zou zeggen, vanaf volgend jaar zou je de methode boeken in de kast kunnen laten en alle wereldoriëntatievakken alleen maar met de iPad kunnen doen.. Ja dat vind ik dan toch erg heftig! En misschien over drie jaar wel, dat weet ik niet? Saskia: Een proces? Leerkracht 4: Ja dat denk ik wel. Net als bij dat digitale bord. In het begin zat ik ook nog steeds op het whiteboard veel te schrijven en ik moet zeggen dat ik er binnen één jaar tijd helemaal aan gewend ben en nu zou ik niet meer terug willen. En dat zou misschien met iPads ook zo kunnen zijn. Ik denk dat als er ergens een stapel iPads zou liggen, ik er ook regelmatig gebruik van zou maken. Saskia: Oké. Leerkracht 4: Ik zou ze in ieder geval best wel willen hebben, dus als je nog wat kunt regelen met dit onderzoek… Dan houd ik me aanbevolen. Saskia: Haha, ik zal het doorgeven.
42
Uitwerking interview 5 Datum: 19-03-2014 Leerkracht groep: 7 Naam: S. Lamjaata Leeftijd: 29 jaar
Ervaring onderwijs: 9 jaar Werkzaam Theresiaschool: 9 jaar Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en kennisconstructie. Saskia: Oke even kijken. De eerste vraag: wat merk je van de veranderingen van de vaardigheden van kinderen in de 21e eeuw? Leerkracht 5: Uh, ik merk dat kinderen veel technischer zijn. Kijk maar naar de telefoons, computers, iPads. En daarnaast denk ik dat ze tegenwoordig sneller dingen op kunnen zoeken. Saskia: Oké. Wat versta jij onder het begrip ‘kennisconstructie’? Leerkracht 5: Haha, uh.. de opbouw van kennis. Hoe komt kennis tot stand bij kinderen? Saskia: Oké mooi. Leerkracht 5: Ja? Saskia: Wat versta je onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs? Dus wanneer is het voor jou als leerkracht echt betekenisvol? Leerkracht 5: Als het leeft bij kinderen en als je concrete voorbeelden kunt geven met het gebruik van filmpjes. En als ze ook aan de hand van een project daar nog verder op in kunnen gaan. Dus, dat het niet een begrijpend lezen les wordt. Vaak werken de kinderen dan in groepjes. Saskia: Oké. Op wat voor manier zou jij de iPads in willen zetten bij de invulling van je wereldoriëntatieonderwijs? Leerkracht 5: Ik zou ze projecten laten maken aan de hand van de wereldoriënterende vakken. Dus een werkstuk of webquestie of iets.. Saskia: En dit dan per vak of alle wereldoriënterende vakken samen? Leerkracht 5: Ik denk verschillend. Net als geschiedenis en de tweede wereldoorlog neem je helemaal samen, maar kan ook apart. Je kan ook bijvoorbeeld aardrijkskunde en geschiedenis bij een bepaald hoofdstuk samen kunnen pakken. Saskia: Ja. Leerkracht 5: Dus daar is veel variatie in. Saskia: Voor de volgende vragen zal ik even uitleggen wat het begrip kennisconstructie volgens Van Gennip et al., 2010b uit de theorie betekent. Als leerkracht zie je het leren meer als proces. Dus je houdt je meer afzijdig. De kinderen krijgen de ruimte om zich actief zelfstandig en in samenwerking op zoek te gaan naar oplossingen. Dus kinderen gaan op eigen manier aan de slag met een onderwerp. Bij kennisoverdracht geeft de leerkracht de kennis over aan de kinderen en bij kennisconstructie komt het meer uit het kind zelf. Leerkracht 5: Ja, oké. Saskia: Als je kijkt naar je eigen lesgeven op dit moment, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of kennisconstructie? Leerkracht 5: Ik denk een combinatie van beide, ik begin altijd met kennisoverdracht dus een instructie, maar betrek de kinderen er wel bij door veel interactie met ze. Ik laat het ze in groepjes doen of met de gehele klas. Saskia: Begin je altijd zelf? Leerkracht 5: Nee, niet altijd. Ik begin bijvoorbeeld ook wel eens met een vraag en laat de kinderen het dan opzoeken. Dus ik begin vaak met interactie, maar laat de kinderen ook heel vaak in groepjes samen opdrachten maken. Saskia: Oké. Hoe zou je middels kennisconstructie de iPads in je eigen klas in willen zetten?
43
Leerkracht 5: Uh.. dat ze gewoon echt uh.. van het begin tot het eind alles zelf moeten uitzoeken en daarbij mogen ze de iPads gebruiken. Saskia: En krijgen ze van jou dan de opdracht? Leerkracht 5: Jawel, ze krijgen wel handvaten. En bijvoorbeeld dit is het eind doel wat ik wil bereiken, maar hoe je dat wil doen mogen zij zelf bepalen. Saskia: Oké. Uh.. wat vind jij een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de Theresiaschool. Leerkracht 5: Uh.. ik vind dat het internet gewoon zo breed is en hier zoveel informatie op te vinden is. Dus ze hebben gewoon die dingen vaak nodig, zodat ze dingen makkelijk op kunnen zoeken en zelf iets kunnen achterhalen. En ik denk dat het gewoon heel goed is. Je kunt er op lezen, je kunt er op oefenen en je kunt zelfs ook rekenen op de iPad. Dus ja, ik denk dat dit echt een meerwaarde naast de methode nog is. Dit kan je als leerkracht en methode niet aanbieden. Saskia: Oké. Dan alweer de laatste vraag. Vanuit de directeur en bovenschools directeur wordt een belangrijke vraag voor het onderzoek gesteld. Zij willen namelijk graag een mix creëren tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Hoe zou deze mix er volgens jou bij de wereldoriënterende vakken op een ideale manier uit zien? Leerkracht 5: Dat is een moeilijke.. Saskia: Hoe zie je dit met methodes? Leerkracht 5: Ik zou wel methodes blijven gebruiken. Dan heb je sowieso wel de handvaten, maar ik zou ze sowieso wel meer los willen laten. Je kunt ook heel veel leren zonder methodes, alleen wij zijn niks anders gewend dan methodes. Ik denk dat het ook wel goed is dat je een bepaald doel hebt aan het eind van de les. Dat je weet waar je naar toe werkt en dat je de kerndoelen ook nog bewaakt. Maar ik denk dat buiten dat om, je door zelf ontdekkend bezig te zijn je ook heel ver kan komen. Saskia: Dus ik begrijp dat je bijvoorbeeld een onderwerp en doel geeft en dan de kinderen aan de slag laat gaan op eigen manier? Leerkracht 5: Ja, helemaal!!
44
Uitwerking interview 6 Datum: 20-03-2014 Leerkracht groep: 8 Naam: H. van der Steen Leeftijd: 26 jaar
Ervaring onderwijs: 5 jaar Werkzaam Theresiaschool: 5 jaar Vorm: semigestructureerd interview
Betreft: de inzet van iPads bij wereldoriënterende vakken door middel van kennisoverdracht en kennisconstructie. Saskia: Oke de eerste vraag. Wat merk jij van de veranderingen van vaardigheden van de kinderen in de 21e eeuw? Leerkracht 6: Uh, ja ik ieder geval merk ik al heel erg dat kinderen vaardig zijn in het gebruik van spullen. Bijvoorbeeld bij de iPad, kinderen vinden hier zelf hun weg wel in. Dat kunnen ze gewoon, soms moet je ze zelfs vertellen waar ze niet heen moeten, dan dat je ze iets uitlegt. Uh, verder denk ik wel dat als je kijkt.. ze weten wel heel goed hoe iets werkt technisch gezien, maar als je ze dan aan de slag ziet gaan met informatie zoeken, daarin missen ze echt nog wel een heleboel. Ik denk hierbij aan opzoekvaardigheden, wanneer is iets echt ook relevant en kan ik er vanuit gaan dat het betrouwbaar is? Dat hebben ze nog nooit gehad. Saskia: Oké. Wat versta jij onder het begrip ‘kennisconstructie’? Leerkracht 6: Uh, ik weet dat kennisoverdracht en kennisconstructie tegenover elkaar staan. Saskia: Ja, inderdaad. Leerkracht 6: Bij kennisoverdracht denk ik eraan dat ik voor de klas sta en kennis overdraag aan de kinderen. Bij kennisconstructie denk ik er veel meer aan dat kinderen elkaar kennis overbrengen en dingen opzoeken en hier in een groepje van en met elkaar leren. Dus bij kennisconstructie zie ik de leerkracht meer begeleidend, dus die geeft een opdracht en kinderen gaan aan de slag met elkaar of alleen en uiteindelijke zie ik ook wel, tenminste ik vind dat dat erbij hoort, dat je vaak in groepjes of tweetallen of net wat werkt, dat er een stukje kennisoverdracht is in de vorm van presenteren door de kinderen aan elkaar. Saskia: Oké, mooi gezegd! Wat versta jij onder betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs? Leerkracht 6: Ja uh.. wat ik met name belangrijk vindt bij de wereldoriënterende vakken, is dat het uh.. niet één op zich staand stukje is. Wat ik met name prettig vind van dit jaar is dat we één thema uitsmeren over 2 weken. Dan kan je daar dieper op in gaan. Eerst had je drie verschillende thema’s langs elkaar lopen die niets met elkaar te maken hadden, maar dan doe je alles zo klein omdat je dan drie onderwerpen tegelijk hebt lopen. Hierdoor is er helemaal… hoe moet ik het zeggen… geen lijn in de stof. En als je het hebt over één thema, kan je hier veel meer aandacht aan besteden en is het betekenisvol in mijn ogen voor de kinderen. Daarnaast denk ik dat je dan ook veel meer vakoverstijgend kunt gaan werken. Wil je de vraag nog eens herhalen? Saskia: Wanneer is het betekenisvol voor jou? Leerkracht 6: Ja, oké als het samenhang heeft en ik denk dat het nog betekenisvoller voor de kinderen kan worden, als je dus vakoverstijgend werkt. Saskia: Oké, op welke manier zou je de iPad in willen zetten bij de invulling van je wereldoriëntatie onderwijs? Leerkracht 6: Oké, wat ik met name dus denk. Wij hebben een keertje een SKIPOS dag gehad en ik dacht hee dit is iets wat ik bij wereldoriëntatie en met de iPad in kan zetten. Dit ging over de leerarrangementen, en ik zeg niet dat het perse zo hoeft te heten, maar wat ik daar mooi aan vond was, je geeft een opdracht en uh eigenlijk vrij open. Een soort thema waarbij je de kinderen aan de slag zet. Ik denk hier gelijk aan bij sommige thema’s dit te verdelen in sub thema’s en daar iets mee gaan doen. Bij andere denk ik meer aan één grote en dat iedereen kijkt wat hij/zij hier betekenisvol aan vinden en dit dan juist weer samenpakken. Bij zo’n leerarrangement vond ik het heel mooi dat je een opdracht krijgt, je gaat er met de iPad mee aan de slag en uiteindelijk pak je het weer terug. Dan
45
zou de iPad ook een middel kunnen zijn om een presentatie mee te maken of om foto’s te maken en te gebruiken. Saskia: Met of naast de methode? Leerkracht 6: Het hoeft van mij niet met een methode te zijn. Want ik denk dat je een heleboel kerndoelen al dekt en dan kan je ook vakoverstijgend werkt. Als je nu naar de methodes kijkt, zijn er ook thema’s die terug komen. Dus dan denk ik dat als je hier een groot arrangement van maakt en vakoverstijgend gaat werken, je alles in één pakt. Saskia: Nou ik vroeg net al aan je wat volgens jou het begrip kennisconstructie betekent. Je hebt het al heel uitgebreid en goed verwoord. Voor de volgende vragen zal ik het nog even volgens Van Gennip et al., 2010b herhalen. Dit staat in de theorie beschreven. Hij geeft namelijk aan dat de leerkracht meer begeleidend dan sturend is. Die ziet het meer als proces. De leerlingen krijgen de ruimte om zelfstandig of in samenwerking actief aan de slag te gaan en op zoek te gaan naar oplossingen. Zij verwerven kennis met anderen en gaan op zoeken naar oplossingen door bijvoorbeeld ICT. Uh.. als je dan kijkt naar je eigen lesgeven, maak je dan meer gebruik van kennisoverdracht of kennisconstructie? Leerkracht 6: Meer kennisoverdracht. Ik ben er wel mee bezig om meer kennisconstructie toe te passen, maar er zijn twee dingen bij mij heel belangrijk. Eén dat ik voor het eerste jaar groep 8 doe en eigenlijk nog niet precies weet wat er allemaal aan bod komt en dat zorgt voor een stukje onder zekerheid dat ik het nog niet zo snel los durf te laten en me vast hou aan alles. Ik zie wel al sneller verbanden nu ik verder in het jaar ben. Jammer dat ik sommige dingen al niet samen heb kunnen pakken. Het is dus vooral kennisoverdracht nog. Saskia: Oké. Hoe zou je middels kennisconstructie de iPads op een juiste manier in kunnen zetten? Leerkracht 6: Ja op dit moment is het even lastig, waar ik dan tegen aan loop is dat je toch in overleg moet wanneer je zoiets doet. En bij komt soms ook wel eens spontaan het idee dat we het anders gaan doen. Soms als het even niet werkt of we moeten aan de gang. En dan is het lastig als je zoiets beslist en ik heb maar 3 computers en mijn eigen iPad, dan is het wel moeilijk om iedereen aan de slag te zetten. Saskia: Dus je zou dit kunnen wanneer je iPads tot je beschikking hebt? Leerkracht 6: Ja, dit hoeft niet perse 15 te zijn. Stel dat ik er al 8 heb dan kan ik al een heel eind kinderen aan de slag zetten. Ze hoeven ook niet alles via de iPad te doen, maar het is lastig dat het nu gewoon altijd lenen is. En ik dat als je er meer in de klas hebt het ook makkelijker is om te doen. Saskia: Oké, wat vind je een meerwaarde aan de inzet van iPads in groep 7/8 op de Theresiaschool? Leerkracht 6: Op dit moment? Saskia: Ja. Leerkracht 6: Nou in ieder geval wat je aangeeft, ook al doe ik nog niet heel veel aan constructie, maar in de momenten dat je kennisconstructie doet kun je ze gewoon veel zelfstandiger aan de slag laten gaan en van met elkaar laten leren dan dat je dit overdraagt. Dus dat vind ik wel een voordeel. Ook denk ik gewoon de momenten tussendoor dat je de kinderen met zelfstandig werken of tussen door het meer mogelijkheden voor de kinderen brengt dan ooit is geweest. Kinderen leren gewoon dingen op te zoeken en dit is voor het middelbaaronderwijs of HBO ook erg belangrijk. Je moet dan ineens onderzoeken doen en weet niet waar je dit kunt doen of vinden en wat ik straks al zei, is het betrouwbaar? En daar zijn kinderen nu al veel vaardiger in denk ik. Saskia: Mooi gezegd. Dan alweer de laatste vraag. Voor het onderzoek is het erg belangrijk dat we kijken naar een mix tussen kennisoverdracht en kennisconstructie. Dit is door de directeur en bovenschools directeur ook opgedragen en een vraagstuk voor hen. Hoe zou het volgens jou een ideale mix zijn tussen kennisoverdracht en kennisconstructie bij de wereldoriënterende vakken in groep 7/8 op de Theresiaschool? Leerkracht 6: Uhu, ja dat vind ik wel een moeilijke vraag. Ik zit even te denken.. in ieder geval denk ik dat je niet elk thema hoeft te starten met hele teksten en uitleg over de inhoud van een thema. Dat is dan wat je naar mijn mening meer bij de kinderen neerlegt. Wat volgens mij wel heel erg belangrijk blijft is dat je een pakkende intro geeft. Of dat dan een filmpje is of dat je iets meeneemt of zo, maar in ieder geval iets uit te beleving. Wat ik nu heel erg merk is dat de methode lessen allemaal starten
46
met best wel een lange instructie waarin je veel verteld en je best wel veel leest en ik denk dat dat veel minder zou kunnen. Globaal denk ik dat iets van een intro van de leerkracht moet komen. Saskia: Dus je begint sturend? Leerkracht 6: Ja, dus je begint sturend met een opening van het thema en misschien een opdrachten. Of deze dan open of gesloten is maakt niet zoveel uit. Dat kinderen aan de slag gaan en ik begeleidend alleen of in groepjes, maakt niet zoveel uit. En veel meer zelf laten doen dan dat we nu doen. Nu pak ik tussendoor ook steeds de antwoorden terug of bespreken we iets. En ik denk dat de opdracht zo moet zijn dat je er langere tijd mee aan de slag moet gaan en nou vind ik wel dat ook weer de afsluiting van een thema, of dat dan een presentatie is of net wat, dat dat dan als leerkracht weer een overdrachtsrol en controle rol heeft. En ook dat je moet kijken van goh.. de kinderen hebben al heel veel gevonden, maar eigenlijk zijn ze grote lijnen eventueel zijn vergeten, je deze dan weer als leerkracht aanvult. Saskia: Met of naast de methode of zou je los durven laten? Leerkracht 6: Ik denk dat het best zonder methode kan, maar waar ik denk de methode zelf nog voor zou gebruiken is achtergrondinformatie. Ja dat was het! Saskia: Oke bedankt.
47
Samenvatting verslag interview Hajo Renkema (bovenschools directeur stichting SKIPOS) Woensdag 22 januari, 2014 Om de visie op het onderwijs van de bovenschool directeur te weten te komen, heeft Floor een interview met hem gehad. Wij als onderzoeksgroep vinden deze visie erg belangrijk om zo een compleet plaatje te krijgen van theorie / bestuur / directie en het team. Voor het interview begint stelt Floor de bovenschoolse directeur op de hoogte van het onderzoek zoals het nu loopt. Floor legt uit waar we tot nu toe mee aan de slag zijn gegaan en geeft aan dat we erg worstelen tussen het onderzoek richting de iPad of richting het wereldoriënterende onderwijs. Hajo geeft aan dat hij het erg belangrijk vindt de iPad centraal te stellen. De iPad is er nu tot onze beschikking, deze moet betekenisvol ingezet gaan worden, daarvoor zijn deze aangeschaft. Hajo geeft ook aan als je eenmaal gaat beginnen met het inzetten van iPads, dat het dan waarschijnlijk vanzelf gaat. Volgens hem is het zonde om heel het onderzoek te weiden aan een nieuwe methode of werkwijze. De iPad geeft zo veel ideeën en mogelijkheden, er moet alleen structuur gevonden worden. De methodes die we nu hebben moeten volgens Hajo anders ingezet gaan worden. Hajo geeft wel een aantal voorbeelden van methodes die op andere scholen gebruikt worden, Val Junior, SKOSO in Oss werkt met een zelfgeschreven methode en Fonkel werkt met kernconcepten. Bij elke methode zijn pluspunten maar ook valkuilen geeft hij aan. Floor geeft aan dat we dit ook voor ogen hebben, maar de methodes niet geschikt vinden omdat ze vrij klassikaal en enorm sturend zijn. Het is nu aan ons om de methodes wat meer los te gaan laten zonder de kerndoelen uit het oog te verliezen. Hajo geeft duidelijk aan dat de iPads een didactische ondersteuning moeten zijn. De tablet geeft tal van mogelijkheden om allerlei vaardigheden te ontwikkelen. Van opzoekvaardigheden tot presentatievaardigheden. Vaardigheden die in deze tijd erg belangrijk zijn. Werken volgens thema’s / leerarrangementen / kernconcepten, het maakt niet zo uit hoe je het noemt, volgens Hajo, geeft weer tal van mogelijkheden voor andere vaardigheden. Zoals bijvoorbeeld samenwerken en communiceren. Volgens Hajo is het een idee om gewoon te gaan beginnen. Pak een hoofdstuk van een bepaald vak en ga het op een andere manier invullen. Maak er een thema van. Kijk welke lessen van een ander vak erbij passen. Laat kinderen leervragen opstellen. Laat ze een presentatievorm kiezen en in groepen aan de slag gaan. Floor vraagt zich hardop af hoe we deze hoofdstukken dan gaan toetsen. Waarop Hajo aan haar vraagt waarom ik na elk hoofdstuk een toets zou willen afnemen. Floor kan geen ander antwoord geven dan, om te kijken of de aangeboden stof beheerst wordt. Hajo geeft aan dat je dat op heel veel verschillende manieren kan toetsen, maar niet altijd hoeft te toetsen. Hierover zouden we in het team dan hele duidelijke afspraken moeten maken. De hoofdvraag die we ons volgens Hajo zouden moeten stellen is: ‘Hoe bieden we wereldoriëntatie met de iPad betekenisvol aan.’
48
Samenvatting verslag interview Ton van Malsen (directeur Theresiaschool) Donderdag 9 januari, 2014 Floor heeft de directeur een aantal vragen voorgelegd. Ook heeft zij hem gevraagd wat zijn ideaal plaatje zou zijn, m.b.t. het wereldoriënterend onderwijs en iPad gebruik, voor over 5 jaar. Volgens de directeur zou de rol van de leerkracht vooral coachend moeten zijn. De leerlingen zouden meer vrijheid moeten krijgen om zelf ontdekkend te leren. Zij zouden, binnen een bepaald kader, zelf moeten kunnen beslissen over wat zij willen leren en hoe zij dat willen leren. Zo wordt de leerling meer verantwoordelijk van zijn eigen leerproces. Dit is voor Ton heel belangrijk. Eigenaarschap van de eigen ontwikkeling. Daarnaast ontwikkelt de leerling meer vaardigheden als plannen, organiseren, samenwerken enz. De zaakvakken zouden niet meer als losse vakken aangeboden moeten worden, maar als een geheel. We zouden dat geheel wereldoriëntatie kunnen noemen. De onderwerpen die aan bod komen zouden vakoverstijgend in een leerarrangement/thema aangeboden kunnen worden. Na een leerarrangement zou wel een toetsing plaats moeten vinden van de leerstof. Ook zal er een evaluatie moeten plaats vinden van het proces. De iPad zou bij deze vakken in de toekomst de methode moeten kunnen vervangen. Dit is echter nog ver weg, er zal dus een tussenstap moeten zijn waarin de iPad ondersteunend zal werken. Het team is volgens Ton al aardig vertrouwd met het werken met de iPad. Natuurlijk zijn er verschillen, maar iedereen kan er mee werken. We hebben dus al voldoende vaardigheden om de iPad in te zetten in de klas. We missen nog wel wat achtergrond informatie en tools. Daarvoor zouden meer momenten kunnen komen voor uitwisseling. Niet iedere collega zal alles moeten kunnen en zelf uit moeten zoeken. Hierin zal veel van elkaar geleerd kunnen worden. Misschien middels vak experts? (leerkrachten die zich extra verdiepen in tools die bij een bepaald vak horen) Wel zal iedere leerkracht open moeten staan voor ontwikkeling. In het ideaal plaatje van Ton zijn kinderen gemotiveerd om wereld oriënterende vakken tot zich te nemen. Dit middels zelf ontdekkend en zelf onderzoekend leren. Samen en/of alleen, waardoor meerdere vaardigheden als samenwerken, uitleggen, presenteren worden ontwikkeld. De onderdelen die nodig zijn moeten vanuit de kerndoelen bewaakt en behandeld worden. Dit vergt bij de leerkrachten meer kennis van de leerlijnen! In zijn ideaalplaatje wordt de leerstof 50% door de leerkracht en 50% door de leerling ‘gekozen’. De leerkracht zal dan ook 50% sturend en 50% coachend bezig zijn. Verder zou het ideaal zijn dat er via leerarrangementen/thema’s gewerkt wordt. Bijvoorbeeld we werken nu een maand aan thema ‘landbouw in Nederland’. Wat wil de leerkracht in ieder geval aan bod brengen en wat wil de leerling zelf leren? Ook zou het super zijn om meer de klas uit te gaan en ook bijvoorbeeld een boeren bedrijf te bezoeken, interviews te houden enz. Voorlopig ziet Ton dit voornamelijk voor de zaakvakken voor zich, maar verder in de toekomst zou hij dit ook bij de hoofdvakken (rekenen, taal) zien. Dit vergt wel veel planvaardigheden van de leerling en leerlijn kennis van de leerkracht. Waarschijnlijk zouden we dan ook naar een klassen overstijgend onderwijssysteem toe moeten.
49
F. Analyse instrumenten
Betekenisvol onderwijs
Interview 1 (Hajo, bovenschools directeur)
Interview 2 (Ton, directeur Theresiaschool)
Interview 3 (Leekrachten Theresiaschool)
Documentenanalyse Visiestuk
‘De iPad is nu tot onze beschikking, deze moet betekenisvol ingezet gaan worden, daarvoor zijn deze aangeschaft.’
‘Leerkracht zou vooral een coachende rol moeten hebben.’
Leerkracht 1: ‘dus ik vind dat het heel erg moet aansluiten. Dan vinden ze het leuk en interessant, dan leren ze er een hoop meer van.’
‘Kinderen begroeten de wereld vol verwondering. De Theresiaschool wil die verwondering blijvend prikkelen zodat ze met plezier een leven lang leren’
‘Als leerkracht moet je kennis hebben van leerlijnen om kerndoelen te bewaken en behandelen.’ ‘Bij het ideaal plaatje volgens Ton, wordt de leerstof 50% door de leerkracht en 50% door de leerlingen gekozen.’ -Zaakvakken aanbieden als geheel.
Leerkracht 4: ‘het is betekenisvol wanneer het raakvlakken heeft met de werkelijkheid.’ Leerkracht 6: ‘belangrijk is het, wanneer het niet één op zich staand stukje is.’ Leerkracht 5: ‘het is betekenisvol als het geen begrijpend leesles wordt.’ Leerkracht 3: ‘het is voor mij betekenisvol wanneer een kind erop terug komt.’
Vaardigheden
‘Het ontwikkelen van vaardigheden zijn in deze tijd erg belangrijk.’
‘Vaardigheden als samenwerken, uitleggen & presenteren worden ontwikkeld.’
- vaardigheden leerlingen
‘Samenwerken en communiceren zijn belangrijke vaardigheden.’
-Eigenaarschap van de eigen ontwikkeling. -Plannen, organiseren, samenwerken ,evaluatie van het proces. -Zelf ontdekkend/ zelf onderzoekend leren. -Planvaardigheden.
- vaardigheden leerkracht
‘Hajo geeft duidelijk aan dat de iPads een didactische ondersteuning moeten zijn’.
-Aanbieden van vakoverstijgende arrangementen/thema’s.
- verklaren van gebeurtenissen - interesses - enthousiasme - diep op een onderwerp in gaan - samenwerken - sneller opzoeken - omgaan met media - geen orde in verwerking Leerkracht 3: ‘ik vind dat er verder in de laatste jaren aan de veranderingen in vaardigheden niet echt veel veranderd is.’
- respectvol met elkaar omgaan
Leerkracht 2: ‘nu gaan kinderen snel zelfstandig aan de slag.’ Leerkracht 4: ‘ik vind dat het een hele vooruitgang is vergeleken met een aantal jaren geleden, waarbij je als docent alleen maar eenrichtingsverkeer aan het geven bent.’ Leerkracht 1: ‘het klassikale neemt af want dat is niet zo interessant.’
- gezond pedagogisch klimaat creëren - structuur, rust en regelmaat bieden
‘We hebben dus al voldoende vaardigheden om de iPad in te zetten in de klas’. Meer kennis van de leerlijnen - iPad vaardigheden
Inzetten iPads
‘Van opzoek tot presentatie vaardigheden.’
‘iPads moeten centraal staan.’ ‘iPads moeten een didactische ondersteuning zijn’
Leerkracht 2: ‘toen was het veel meer klassikaal lesgeven natuurlijk.’
- goed contact onderhouden met ouders en school gerelateerde instanties
Leerkracht 6: ‘kinderen zijn vaardig in het gebruik van spullen.’
‘De iPad moet in de toekomst de methode vervangen.’ ‘iPad moet nu vooral ondersteunend zijn.’
‘De iPad geeft zo veel ideeën en mogelijkheden, er moet alleen structuur gevonden worden.’
Leerkracht 5: ‘ik merk dat kinderen veel technischer zijn.’ Leerkracht 2: ‘verschillende items over dit onderwerp opzoeken.’ Leerkracht 6: ‘een soort thema waarbij je de kinderen aan de slag zet.’ ‘Groot arrangement van maken en dat je dan ook vakoverstijgend werkt.’ Leerkracht 5: ‘kan helemaal samen, maar ook apart.’ Leerkracht 1: ‘ik zou meer vanuit de kinderen laten komen.’ Leerkracht 4: ‘niet zo zeer alleen het op zoeken van de betekenis, maar dit daarna ook uit kunnen leggen.’
- kennis inzet iPads
Leerkracht 3: ‘daarvoor moet je wel weten wat je er mee wilt en of je alleen maar met apps wil werken of ook met zoekprogramma’s voor informatie wil gebruiken?’ Leerkracht 6: ‘bij een leerarrangement krijg je een opdracht, je gaat ermee aan de slag en pakt dit weer terug.’
- organisatie gebruik iPads
‘Binnen het onderwijs worden ICT middelen gebruikt om het onderwijs te verbeteren en te verstevigen’ ‘ We gebruiken een aantal apps die de doelstellingen van het leerproces ondersteunen en voldoende oefenstof bieden om de leerstof eigen te maken’ ‘De tablets worden gebruikt voor extra leer en oefenstof voor zowel begaafde kinderen als kinderen die moeite hebben de leerstof te volgen’
‘Op de lange termijn moet bekeken worden of het financieel en technisch haalbaar is om te werken naar een Ipad voor iedere leerling’
Leerkracht 5: ‘ik zou ze projecten laten maken aan de hand van de wereldoriënterende vakken.’
Kennisconstructie
‘Leerling krijgt meer verantwoordelijkheid voor eigen proces.’ ‘Werken volgens thema’s waarbij de leerkracht niet meer de leidende rol heeft, maar de leerling zelf leert.’
51
Leerkracht 3: ‘ja en dan zelf informatie laten zoeken en niet alleen maar via de methode.’ Leerkracht 1: ‘niet meer zo ouderwets als lezen.’ Leerkracht 3: ‘kinderen beslissen zelf wat willen leren.’
‘Het verwerven van de noodzakelijke kennis en het opdoen van diverse creatieve vaardigheden vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van onze leerlingen.’
Leerkracht 6: ‘ik weet dat kennisoverdracht en kennisconstructie tegenover elkaar staan.’ ‘de leerkracht is meer begeleidend.’ Leerkracht 1: ‘allerlei manieren waarmee je kennis op kunt nemen.’
- kennis begrip
Het motto van de Theresiaschool is: ‘Leren voor het leven’
Leerkracht 3: ‘niet alleen maar via ons informatie binnen krijgen.’ Leerkracht 5: ‘de opbouw van kennis?’ Leerkracht 6: ‘bij kennisoverdracht denk ik eraan dat ik kennis over draag aan de kinderen. Bij kennisconstructie denk ik er veel meer aan dat kinderen elkaar kennis overbrengen.’ Leerkracht 2: ‘een begrip helemaal uitzoeken wat daar aan verbonden is.’
- omslag kennisoverdracht naar kennisconstructie
De methodes van nu moeten anders ingezet gaan worden’. ‘Het is nu aan ons om de methodes wat meer los te gaan laten zonder de kerndoelen uit het oog te verliezen’.
Leerkracht 4: ‘Geen idee!’ Leerkracht 4: ‘daar heb ik geen pasklaar antwoord voor.’ ‘ik denk dat het langzamerhand in de toekomst steeds meer een vervanger van de methode gaat worden.’
Er wordt gewerkt met het BHV- model (Basis- Herhaling- Verrijking) Hierbij kan het gebruik van multi- media een grote rol spelen.
Leerkracht 2: ‘om de doorgaande lijnen de leerlingen het uit laten werken.’ ‘eerst jezelf er in verdiepen.’
Uit vernieuwingstendensen in het onderwijs probeert de school bewuste keuzes te maken die bij haar passen.
Leerkracht 6: ‘leerlingen moeten er langere tijd mee aan de slag kunnen, het moet aansluiten op de belevingswereld.’ Leerkracht 5: ‘ik zou wel de methodes blijven gebruiken als handvaten.’ ‘en dit dan in verschillende werkvormen.’ Leerkracht 1: ‘ik heb grip op de stof en daarna gaan zij dit verder uitwerken.’ ‘eerst sturen dan loslaten’
52
Wereldoriënterende vakken
- betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs
‘Bij elke methode zitten pluspunten maar ook valkuilen.’
‘Zaakvakken zijn geen losse vakken meer, maar één geheel.’
‘Een toetsing kan op meerdere manieren aangeboden worden.’
‘Na een leerarrangement moet er een toetsing plaatsvinden.’
Leervragen door kinderen laten opstellen’.
‘Kinderen zijn gemotiveerd om wereldoriënterende vakken tot zich te nemen, middels zelf ontdekkend en zelf onderzoekend leren.’
‘De methodes van nu moeten anders ingezet gaan worden’.
- Naar een klas overstijgend onderwijssysteem
- raakvlakken met de werkelijkheid - aansluiten op de belevingswereld Leerkracht 1: ‘dan vinden ze het leuk en interessant, dan leren ze er een hoop meer van.’ Leerkracht 5: ‘als het geen begrijpend lezen les wordt.’ Leerkracht 3: ‘als ze enthousiast zijn over een les die zij gekregen hebben, dan is het betekenisvol.’ Leerkracht 6: ‘als het geen op zich staand stukje is.’ ‘als het samenhang heeft.’ Leerkracht 4: ‘het moet raakvlakken hebben met de realiteit van de dag, en ze moeten geïnteresseerd zijn.’
- werkvormen
‘De methodes die we nu hebben moeten anders ingezet gaan worden.’
‘Onderwerpen moeten vakoverstijgend in een leerarrangement aangeboden worden.’
‘Werken volgens thema’s / leerarrangementen / kernconcepten, het maakt niet zo uit hoe je het noemt, volgens Hajo, geeft weer tal van mogelijkheden voor andere vaardigheden.’
‘We werken een maand aan het thema’ landbouw
-
Leerkracht 2: ‘wanneer een kind uit kan leggen waarom dit zo is.’ - arrangementen/projecten - thema’s - naast de methodes Leerkracht 6: ‘bij een leerarrangement krijg je een opdracht, je gaat ermee aan de slag en pakt dit weer terug.’
Zelfgeschreven methode Kernconcepten Leerlingen kiezen zelf een presentatievorm.
Leerkracht 5: ‘ik zou ze projecten laten maken aan de hand van de wereldoriënterende vakken.’ Leerkracht 3: ‘ja en dan zelf informatie laten zoeken en niet alleen maar via de methode.’
53
‘Er worden geen methodes meer aangeschaft die uitgaan van (papieren) boeken’
Betekenisvol onderwijs
Observatie 1 (Steve Jobs school)
Observatie 2 (iPad klassen)
Theorie
- ingaan op de interesses van het kind - kind zoekt zelf zijn eigen leeropdrachten / onderwerpen - kinderen mogen zelf dingen veranderen in het onderwijssysteem
- leerkracht bepaald de opdracht, maar probeert met werkvormen / materialen aan te sluiten op de belevingswereld van de kinderen.
Leren wordt betekenisvol wanneer het verbonden kan worden met het leven van de kinderen. Volgens de Haan (2008) vormen ontwikkelen en het leren vragen stellen de basis van kennisverwerving. (Vermunt, 1992). Met ‘leren leren’ worden de onderwijsvormen bedoeld die primair gericht zijn op het leerproces en de bewustwording daarvan. Andere voorbeelden van het stimuleren van reflectie zijn: les vormen waarbij leerlingen hun eigen presentatie op video opnemen en met de klas bespreken (coöperatief leren) (Verbeij, 2009; Heemskerk, Meijer, van Eck, Volman, Karssen & Kuiper, 2011) en het gebruik van weblogs (Wopereis, 2009). Er moet ruimte zijn om eigen vragen te verbinden met de ‘kernvakken’ en schoolse begrippen (Leeman, Wardekker en Majoor, 2007). Twee uitgangspunten die gehanteerd kunnen worden: Leren moet betekenisvol zijn;
Vaardigheden
- presentatievaardigheden
- presentatievaardigheden
- vaardigheden leerlingen
- plannen - eigen leerproces bepalen - veel zelfstandigheid - veel eigen verantwoordelijkheid
- plannen - zelfstandigheid - samenwerken
Het resultaat van het leren ontstaat door een onderzoekende houding.
Van Deurzen & van Dijk (2012) stellen dat een groot deel van de bevolking de basisvaardigheden mist om hier goed mee om te kunnen gaan. Deze groep mist algemene computervaardigheden maar ook het beoordelen van informatie en digitale veiligheid. Volgens Kirschner (2013) kunnen zij prima overweg met het bedienen van een computer, maar het gebruiken hiervan is niet vanzelfsprekend en moet worden geleerd. Thuis en in de vrije tijd spelen de leerlingen steeds vaker speloefeningen. Dit bevordert de presentaties van de leerlingen op school (Sandberg, 2013).
- vaardigheden leerkracht
‘De leerkracht moet durven loslaten’ ‘Je moet als coach snel kunnen switchen en hulp kunnen bieden’
- goed klassenmanagement - betekenisvolle opdrachten maken - overzicht bewaren
- coachen (gespreksvaardigheden) - leer ontwikkeling in de gaten houden - goed klassenmanagement
- iPad vaardigheden
- opzoekvaardigheden - allerlei verschillende apps - facetime (met buitenland)
Leerlingen kunnen in zo’n omgeving praktische vaardigheden ontwikkelen (Oomens, 2011) of vertrouwd raken met principes van onderzoek (de Jong, 2009). De inzet van onderzoekend en coöperatief leren kan voor de rol van de leerkracht veranderingen met zich mee brengen. De leerkracht zal van zijn leidende rol meer een begeleidende rol moeten maken. Onderzoek van Heijmen (2012) laat zien dat de leraar bij deze vorm van ICT-gebruik zijn onderwijsstijl niet hoeft aan te passen en de prestaties van de leerlingen gelijk blijven.
- office 365 - aller lei verschillende apps (piccolage, filmen, acadin, socrative)
Naast het versterken van de vakkennis is het verhogen van de didactische en pedagogische vaardigheden van de leerkracht de beste manier om het onderwijs te verbeteren (Hanushek & Rivkin, 2010). Rutven (2013) geeft aan dat het zomaar plaatsen van iPads in een leeromgeving onvoldoende is. De leerkracht zal zelf duidelijke leerdoelen moeten vaststellen. Het is moeilijk te zeggen wat de invoering van de iPad met het leervermogen van het kind doet. van der Maas (2013)
Inzetten iPads
‘30%40% op de iPad’
- iPad naast de bestaande methodes
Om de basisvaardigheden ICT te verbeteren kan er gebruik worden gemaakt van het vier in balans model (Ten Brummelhuis, 2011). De inzet van ICT kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het leerrendement.
‘iPad is ondersteunend niet leidend’
- kennis inzet iPads
- geen methodes - verschillende apps - presentatietools
- verschillende apps - presentatietools
Volgens Koballa & Glynn (2008) zorgt de nieuwsgierigheid voor een onderzoekende houding. Om de basisvaardigheden ICT te verbeteren kan er gebruik worden gemaakt van het vier in balans model (Ten Brummelhuis, 2011). Natuurlijk betekent dit niet dat het plaatsen van een iPad in een leeromgeving een ‘magische’ oplossing is: als leraren geen bijscholing op het gebied van digitale media hebben gehad of als uitgevers weigeren gebruik te maken van de mogelijkheden van het apparaat, zal de iPad slechts een drager blijven.
55
- organisatie gebruik iPads
- ieder kind heeft zijn eigen tablet
- 15 iPads per klas
Coöperatief leren is een onderwijsmethode die gebaseerd is op de samenwerking. Onder onderzoekend leren verstaan we les vormen waarbij leerlingen in meer of mindere mate vrij zijn om zelf een antwoord te zoeken op een vraag, informatie te vinden over een onderwerp, inzicht te verwerven over een begrip of vaardigheden te ontwikkelen (Velthorst, Oosterheert, Brouwer, 2011). Een belangrijk onderdeel binnen de school is de interactie binnen en buiten de school (Oetelaar, 2012 ‘Whitepaper 21st Century Skills in het onderwijs’).
Kennisconstructie
- kennis begrip
- 21 century skills - 7 basisvaardigheden en empathie
- omslag kennisoverdracht naar kennisconstructie
- nog geen koppeling met de leerlijnen - geen klassikale instructies - adaptief onderwijs - werken op eigen niveau van het kind
Daarbij representeert kennisoverdracht een visie op onderwijzen en leren waarbij de leerkracht in kleine stappen kennis overdraagt aan de leerling. De nadruk ligt op het oefenen van leerstof. De leerkracht bepaalt op welk tijdstip welke kennis wordt geleerd. Bij kennisconstructie faciliteert de leerkracht het leren meer als een onderzoeksproces. De leerling krijgt ruimte om actief, zelfstandig en in samenwerking met anderen kennis te verwerven door het vinden van oplossingen. (Van Gennip et al., 2010b). Om kennisconstructie toe te passen in het onderwijs zijn er door het basisonderwijs (PO-raad, 2012), voortgezet onderwijs (VO-raad, 2011) en middelbaar beroepsonderwijs (MBO Raad, 2011) drie speerpunten centraal gesteld. Dit zijn de volgende speerpunten; personaliseren, professionaliseren en presenteren. Door het onderwijs op hoger niveau te personaliseren of te differentiëren naar niveaugroepen, kan er worden voldaan aan dit doel. De instelling zal gebruik moeten maken van moderne middelen (digibord en iPad/tablet), samenwerkend leren en differentiëren in doel en instructie behoefte. Deze prestaties gaan samen met een goede en doelmatige organisatie waarbij de behoeftes van leerlingen en (leerkrachten) in overeenstemming worden gebracht.
Wereldoriënterende vakken - betekenisvol wereldoriëntatie onderwijs
‘Kinderen zijn in staat om zelf de onderwerpen en leerdoelen aan te reiken in hun schoolperiode.’
- topondernemers
56
Focus op de lange termijn van werelds en toekomstgericht leren (Van Beek, 2013).
- werkvormen
- onderwerpen / vakken komen helemaal vanuit het kind - koppelen van kerndoelen aan apps. - veel samenwerken met instanties buiten school - alle mogelijke werkvormen - geen toetsen
De inzet van ICT kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het leerrendement.
- samenwerken in een kleiner groepje - presenteren - eigen toetsen maken
Coöperatief leren is een onderwijsmethode die gebaseerd is op de samenwerking. Onder onderzoekend leren verstaan we les vormen waarbij leerlingen in meer of mindere mate vrij zijn om zelf een antwoord te zoeken op een vraag, informatie te vinden over een onderwerp, inzicht te verwerven over een begrip of vaardigheden te ontwikkelen (Velthorst, Oosterheert, Brouwer, 2011). Een middel om tot vernieuwend leren te komen is de Taxonomie van Bloom (1956). Het biedt uitkomst om leerdoelen te formuleren, tevens kan het inspiratie geven bij het aanbieden van verrijkingsopdrachten. Leerlingen zijn mede verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Excellent en maatschappelijk betrokken onderwijs, samen oneindig veel leren en grenzeloos werelds leren (Marzano, 2006). Het vier in balans model (Ten Brummelhuis, 2011). Dit model kijkt vooral naar de twee grote vraagstukken die er op dit moment in het onderwijs zijn; verhogen van het leerrendement, en het doelmatig organiseren van het leerproces.
57