INTRODUCTIEBROCHURE VOOR STUDENTEN VERPLEEGEENHEID D2
Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo Diestersteenweg 100 – 3800 Sint-Truiden www.sint-trudo.be
VOORWOORD
Welkom op verpleegeenheid D2. Wij willen je graag als student opnemen op onze eenheid. Wij willen ons inzetten zodat je een aangename stageperiode tegemoet gaat. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte handleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet alles omvattend zijn, daarom staan zowel de artsen, hoofdverpleegkundige en verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te passen. Wij wensen je alvast een aangename stageperiode.
Namens de ganse equipe.
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
2
INHOUD
1. VOORSTELLING VAN DE EENHEID 1.1. architectuur 1.2. multidisciplinair team 1.3. patiëntenpopulatie
4 5 6
2. TAAKINHOUD EN TAAKVERDELING 2.1. organisatie van de verpleegzorg 2.2. dagindeling 2.3. specifieke verpleegkundige interventies
7 7 10
3. SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
algemeen begeleiding van observatie rapportage
11 11 11 11
4. VERWACHTINGEN
13
5. BIJLAGEN
14-22
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
3
1.
VOORSTELLING VAN DE EENHEID
1.1. Architectuur De kinderafdeling in het Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo bevindt zich op de 2de verdieping van blok D. De afdeling telt 15 bedden, die als volgt ingedeeld zijn: - 1 zaal - 4 gemeenschappelijke kamers voor kleuters en grotere kinderen. Kamers zijn onderling gescheiden door glas, maar kunnen afgesloten worden indien nodig. Dit laat aan de verpleegkundige toe om steeds een overzicht te hebben over de kinderen, waardoor een goede observatie mogelijk is. - 3 afzonderingskamers voor besmette patiëntjes (bv. meningitis) - 6 éénpersoonskamers Het raam kan afgesloten worden en biedt zo meer privacy. Op al de kamers is R. I. voorzien. Op de afdeling vinden we nog: - een spoelruimte: dit is de ruimte waar de verpleegkundige het verpleegkundig materiaal kan reinigen, ontsmetten en opbergen. - ruimtes voor: * het opbergen van linnen en kinderkleding * het opbergen van verpleegtechnisch materiaal zoals verzorgingskarren met babyweegschalen * opbergen van verbruiksgoederen * drankvoorraad - de keuken - de melkkeuken en flessenspoelruimte - de medicatieruimte - bureel hoofdverpleegkundige - doktersbureel: behandelingskamer - speelruimte
BEZOEKUREN Dagelijks van 14.00 tot 20.00 uur.
GRONDPLAN Een grondplan van het ziekenhuis kun je terugvinden op onze website www.sint-trudo.be – rubriek bezoekers – wegwijs in het ziekenhuis.
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
4
1.2. Multidisciplinair team Medisch team De medische begeleiding gebeurt door de dokters pediaters: Geneesheren dr. B. Beullens dr. K. Mertens dr. C. Meurice dr. A. Backaert
Specialisatie kinderarts geneesheer-diensthoofd kinderarts kinderarts kinderarts
Er kunnen ook patiëntjes opgenomen worden van andere medische specialismen; zoals NKO, algemene chirurgie, traumatologie, orthopedie, neurologie, psychiatrie, dermatologie en pneumologie. De desbetreffende artsen staan dan in voor de medische begeleiding. Verpleegkundig team - hoofdverpleegkundige - stagementoren - stagebegeleiding - verpleegkundigen
Roos Jacques Roos Jacques Nele Claes, Karolien Goffings, Katrien Liesmons student kan deze opzoeken in de school 9 F.T.E.
Andere medewerkers - kinderverzorgster - spelbegeleidster: - onderhoudspersoneel: - kinesist: - logopediste: - pastorale werker: - psycholoog: - palliatieve verpleegkundige: - sociale dienst: - diëtist: - onderwijzer: - medewerker van kind en gezin: - medewerker van bijz. jeugdzorg: - pijnverpleegkundige
½ F.T.E. ¾ F.T.E. ¾ F.T.E. op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag op aanvraag systematisch dagelijkse check-up en op aanvraag
1.3. Patiëntenpopulatie Op onze kinderafdeling worden patiënten verzorgd met zowel: - voedingsproblemen - luchtwegaandoeningen - gastro-intestinale infecties - allerhande kinderziektes - heelkundige ingrepen in de ruimste zin van het woord De leeftijd kan variëren van 1 dag tot 15 jaar. Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
5
2.
TAAKINHOUD EN TAAKVERDELING
2.1. Organisatie van de verpleegzorg We werken volgens een bepaald schema, waarin het de bedoeling is steeds te komen tot een optimale bezetting van minimum: ♦ 3 morgenposten van 7.00 tot 15.00 uur of 7.00 tot 13.45 uur ♦ 2 namiddagposten van 13.30 tot 21.30 uur of 14.15 tot 21.30 uur ♦ 1 nachtdienst van 21.15 tot 7.15 uur De dienstregeling van de studenten is ter inzage bij de hoofdverpleegkundige in de studentenfarde. Hierop kan je ook zien wanneer er mentoren en stagebegeleidsters op de afdeling zijn. Men werkt op onze afdeling volgens het model integrerende verpleging: dus met patiëntentoewijzing. Buiten de totaalzorg van de patiënten, is de verpleegkundige afwisselend ook verantwoordelijk voor andere taken. Dit is voor jou als student, ook een leerervaring. Deze taken zijn: - melkkeuken - opruimen van bergruimten, de reiniging en ontsmetting van toestellen, verzorgingswagentjes, speelruimten + speelgoed. - leveringen apotheek uitpakken, controle verdoving - orde keuken - de studenten worden betrokken in de spelbegeleiding van de kinderen
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
6
2.2. Dagindeling
7.00 uur
- dienstoverdracht nacht-dagdienst - patiëntbespreking - patiënttoewijzing en specifieke taak
7.30 uur
-
ontbijt opdienen en eventueel hulp bieden aan de kinderen patiëntjes op zaal komen in de eethoek eten medicatie klaarmaken en toedienen keuken opruimen – plateaus afdienen kar met gebruikt eetgerief naar afgesproken plaats brengen (aan de lift) verzorgingskarren + linnenkar klaarzetten patiëntjes pre-operatief voorbereiden patiëntverzorging + orde ziekenkamer reserve aanvullen in kastje verzorgingskarren in orde brengen gebruikt linnen naar centrale linnenkamer orde van de dienstruimte voedingen worden klaargemaakt in melkkeuken koffiepauze dossiers invullen
12.00 uur
-
middagmaal opdienen en eventueel patiëntjes helpen met de maaltijd patiëntjes op zaal komen in de eethoek eten plateaus afdienen kar met gebruikt eetgerief naar afgesproken plaats brengen (aan de lift) opruimen van de keuken dossiers invullen
12.00 uur
- medicatie: klaarmaken en toedienen - middagpauze – studenten en personeel
13.30 uur
- patiëntbespreking - medicatie klaarzetten en toedienen aan patiënten
14.00 uur
- in orde brengen van de kamers van patiënten die naar huis zijn - orde van de dienstruimte en speelzaal
15.00 uur
- drie-uurtje opdienen aan de kinderen, fruitpap bereiden en geven aan de kinderen - T° opnemen van al de kinderen en inschrijven in T°-boek en observatieblad - namiddagverzorging zonodig - dossiers invullen
17.30 uur
-
avondmaal opdienen en eventueel hulp bieden bij de maaltijd patiëntjes op zaal komen in de eethoek eten plateaus afdienen – keuken opruimen kar met gebruikt eetgerief naar afgesproken plaats brengen (aan de lift) avondpauze studenten en personeel
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
7
19.30 uur
- indien nodig avondverzorging - medicatie klaarzetten en toedienen aan patiënten - dossiers invullen
21.15 uur
- opgeruimd staat netjes - dienstoverdracht – avonddienst – nachtdienst
PS 0. Uren flesvoeding worden besproken bij de patiëntenbespreking. 0. Iedere vrijdag grondige beurt van verzorgings- en linnenkarren. 0. Begeleiding van de kinderen en / of de ouders: Opvang – troosten – voorlezen – spelen – tekenen – knutselen … is een voorname taak op onze afdeling! NACHTDIENST PEDIATRIE 21.15 tot 21.30 uur
dienstoverdracht
21.30 uur
- 1ste ronde bij elk kindje - T°-controle bij kindjes met hyperthermie, ev. medicatie geven en ijszakken - infusen controleren en bijvullen - bij OP-patiëntjes pijnstiller geven indien nodig - bij commotio-patiëntjes parameters controleren - plooibedjes openzetten (helpen van …)
23.30 uur
-
24.00 uur
- 2de ronde bij patiëntjes: infusencontrole, temperatuurcontrole, parameters - kijken of alles oké is - bij normale drukte kan de morgenmedicatie van 8 uur klaargezet worden, dossiers aanvullen, nieuwe dossiers voor opname in orde brengen - MVG-formulieren volledig in orde brengen.
01.30 uur
- flesjes aan baby’s: (8 voedingen) - ronde op de gang bij de patiëntjes: temperatuurcontrole, infusen, parameters
± 02.30 uur
- dossiers invullen - opruimen melkkeuken en spoelruimte, aanvullen en nazicht voorraad: dokterskamer, medicatieruimte
± 03.00 uur
- ronde op de gang bij alle kindjes: temperatuurcontrole, parameters, infusen - indien nodig medicatie geven
03.30 uur
- flesvoeding van 7 voedingen - temperatuurcontrole, pampercontrole
flesvoeding aan baby’s van 7 en 8 voedingen droogleggen en temperaturen nadien 5 en 6 flesvoedingen dossiers invullen, gegevens 1ste ronde medicatie van 24 u geven indien nodig
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
8
2.3. Specifieke verpleegkundige interventies 2.3.1. Ademhalingsstelsel - voorbereiding aërosol en toedienen hiervan - gebruik van kids-spacer 2.3.2. Bloedsomloopstelsel - voorbereiden, plaatsen, toediening van en toezicht op I.V. perfusies en transfusies, eventueel met technische hulpmiddelen - bloedname 2.3.3. Spijsverteringsstelsel - maagspoeling - toedienen van sondevoeding - PH-metrie - H² ademtest 2.3.4. Urogenitaal stelsel idem als 2.3.3. 2.3.5. Huid en zintuigen - verzorging van eczeem - verzorging van wonden - verzorging van stomatitis - verzorging van waterpokken 2.3.6. Medicamenteuze toedieningen - toedienen van een medicamenteuze onderhoudsdosis via S.C., I.M., I.V.; per os - aërosol - intrarectaal 2.3.7. Voedsel en vochttoediening - parenterale voeding - I.V. - per os 2.3.8. Mobiliteit - wisselligging van de baby - zitten, kruipen, stappen
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
9
3. SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN OP DEZE AFDELING 3.1. Algemeen Leerling werkt steeds onder toezicht van een verpleegkundige. De voordeur van de afdeling ‘altijd’ dichthouden. Nooit een infuus dichtdraaien. Bij slechtlopend infuus steeds verpleegster contacteren. Traliebedjes voor kleuters, peuters: altijd dichthouden indien kindje in bed ligt. Kindjes nooit los laten zitten in de eetstoel. Steeds de gordeltjes vastmaken. Dit geldt eveneens voor babysit en buggy. Monitoring: vergewis u ervan dat de monitor steeds aanstaat bij kinderen waar continu observatie nodig is. Gebruik van microgolfoven: opgewarmde voeding, zowel flesvoeding als groentenbrij, kunnen zeer heet zijn op bepaalde plaatsen dus steeds goed roeren of schudden. 3.2. Begeleiding Begeleiding van patiënt en familie is voor jou als student een leersituatie. Informatieverstrekking aan de patiëntjes en hun familie gebeurt steeds door dokter, hoofdverpleegkundige of verpleegkundige. De student mag wel meeluisteren. Contact leren leggen met kinderen van verschillende leeftijden. Kinderen van verschillende leeftijden kunnen bezighouden op een verantwoorde wijze. Meegaan en begeleiden van de kinderen naar O.P., RX en andere onderzoeken en behandelingen. 3.3. Observaties Toezien bij bloedname en plaatsen van infuus. Uitvoeren van speciale zorgen, al naargelang de technieken die in de klas worden aangeleerd. Bij afwezigheid van de ouders instaan voor opvang en toezicht van de kinderen. Kunnen toedienen van verzorgingsbadjes en de verzorging aanpassen aan de verschillende leeftijden. Medicatie kunnen toedienen via verschillende toedieningswegen: oraal, S.C., I.M., rectaal of I.V. Toedienen van flesvoedingen en vaste voeding. Toekijken en helpen bij de bereiding van de verschillende melkvoedingen van zuigelingen. Het kunnen uitrekenen van de verschillende percenten van voeding en medicatie. Verzorging van kinderen in de isolatieruimte. 3.4. Rapportage Om onze kinderen zo efficiënt mogelijk te kunnen verzorgen, is een degelijke “observatie” (= zie bijlage) van essentieel belang, waarna een mondelinge en/of schriftelijke ‘rapportage’ noodzakelijk is, want een huilende baby is niet altijd een hongerige baby!!!
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
10
DOELSTELLINGEN STAGE KINDERAFDELING COGNITIEVE DOELSTELLINGEN: Kennismaking met de pediatrie: de belevingswereld van het kind leren kennen; leren observeren van een kind; spelbegeleiding kunnen uitvoeren en het nut ervan inzien; aangeleerde verpleegkundige interventies deskundig kunnen uitvoeren; kunnen instaan voor de veiligheid van het kind; G.V.O. kunnen geven aan het kind, aangepast aan de leeftijd; kunnen communiceren op een aangepaste manier; kunnen rapporteren van relevante gegevens: werken met het verpleegplan dat is afgestemd op de behoeften van het kind en de ouders. DYNAMISCH-AFFECTIEVE DOELSTELLINGEN: Zich kunnen inleven in de belevingswereld van het kind; rekening kunnen houden met ‘schijnbare details’; openstaan voor de noden van het kind; stilstaan bij en verwoorden van ervaringen. PSYCHOMOTORISCHE DOELSTELLINGEN: Zich niet laten leiden door sympathie of antipathie voor een bepaald kind; zich kunnen aanpassen aan het niveau van de behoeften van het kind; verbale en niet-verbale overdracht kunnen uitvoeren; beroepsgeheim in acht nemen.
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
11
4. VERWACHTINGEN Verwachtingen t.o.v. de student Aan het einde van een stage op de kinderafdeling mag men verwachten dat de student(e): BEGRIJPT WAT EEN ZIEK KIND IS Hierbij moet de student de leerstof aan de praktijk kunnen toetsen. DE VERSCHILPUNTEN INZIET TUSSEN KINDER- EN VOLWASSENVERPLEGING studenten moeten zeer goed beseffen dat een kind “een groeiend en zich ontwikkelend individu” is. DE SPECIFIEKE BEHOEFTEN VAN HET KIND OP PSYCHO-SOCIAAL EN OP FYSISCH VLAK duidelijk kan ervaren. Kennis heeft omtrent de RECHTEN VAN HET KIND in het ziekenhuis. In staat is om de geziene TECHNISCHE VAARDIGHEDEN in de praktijk toe te passen.
VEEL SUCCES TIJDENS JE STAGE!
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
12
BIJLAGEN Observatie
SOMATISCH: - ademhaling: -
-
-
-
regelmatig – onregelmatig – luid – door neus of mond – neusvleugels – tirage mobiliteit: staat alleen op – houdt zichzelf recht met steun, zonder steun – verplaatst zich alleen, met moeilijkheden, met hulp van een loopstoel of een ander persoon – kan alleen gaan houding: hoe zit het kind – hoe ligt het kind in bed rust en slaap: normaal – slapeloos te veel slapen – slaapt in onrustig huidtoestand: kleur – bleek – rood – grauw – cyanotisch - gebloemd beharing – haaruitval afwijking en lokalisatie ervan bv. eczeem – wratten – pigmentatie – littekens – zweten - petechiën elasticiteit bv. gerimpelde huid – losse huid Infecties zintuigen: zicht – reuk – gehoor – smaak – tastzin voeding en vochtopname: weigert – eet langzaam – met of zonder smaak – heeft hulp nodig – slikmoeilijkheden – dieet – normale voeding – gemalen voeding – zoutarm – drinkt voldoende kleding: kan zichzelf alleen uit- en aankleden – verzorgde kleding uitscheiding: diurese – defaecatie
NIET SOMATISCH: - stemming:
hoe is het kind gestemd – normaal – onverschillig – depressief – angstig overdreven opgewekt - psychische functies: denken – geheugen – oriëntatie wat betreft tijd, plaats en ruimte. - houding van het kind tegenover: zijn opname – zijn ziek zijn en behandeling zijn omgeving – wantrouwen en vertrouwen – beleefd of veeleisend – meewerkend of niet zijn omgeving buiten het ziekenhuis tegenover familie – bezoek. - ontspanning: welke bezigheden heeft het zieke kind?
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
13
Plaatsen van catheter voor IV-therapie
BENODIGDHEDEN: -
knelband indien nodig catheter: 24 GA – 22 GA – 20 GA soluset t-stukje (verlengstukje) 1 hypotonax tegaderm 2 stukjes transpor kleefpleister (hypo-allergisch) beschutting 4 deppers – pur Zellin windel 10 cm – 8cm fixeerplankje 1 steriel spuitje 2 ml 1 fl.Na chloride 0.9% 10 ml ontsmettingsalcool: geen hibitane bloedbuisjes: complet + CRP-paars microtube ionogram: rood microtube allergie enz.: droog tube - kleefvignet: blanco
WERKWIJZE: -
het kind en / of de ouders vertellen wat er gaat gebeuren knelband aanleggen indien nodig infuus klaarmaken: Hypotonax / soluset + T-stukje catheter - Tegaderm - kleefpleister - fixeerplankje en windel klaarleggen steriel spuitje van 2 ml vullen met Na.Chloride 0.9% bloedbuisjes klaarleggen handen wassen en ontsmetten prikplaats ontsmetten met alcool als catheter in bloedvat zit worden de bloedbuisjes gevuld met bloed nu wordt de catheter doorgespoten met Na-Chloride 0.9% en kijken wij of de catheter correct zit de catheter wordt vastgekleefd en dan wordt het infuus aangesloten. Nu kleven we het Tstukje + catheter nog extra vast met de Tegaderm een fixeerplankje wordt gebruikt en een windel zorgt ervoor dat het lichaamsdeel, catheter en plankje samen gefixeerd worden de inloopsnelheid wordt met de druppelteller ingesteld: vb.10 druppeld/min.= 10 ml/u. vignet met inloopsnelheid wordt gekleefd op Hypotonax dokterskamer opruimen
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
14
Afnemen van bloedstaal
BENODIGDHEDEN: - 4 deppers – pur Zellin - ontsmettingsstof: Hibitane alcool - bloedbuisjes: complet + CRP: paars tube of paars microtube ionogram + glycemie: rode microtube of bruine stollings tube allergie: droogtube andere: wordt afgesproken met kinderarts. - priknaald: zwart n° 22 G 1 ½ - naaldhuls indien venojectsysteem - knelband indien nodig - beschutting - Hansamed - laboformulier + vignet patiënt WERKWIJZE: -
het kind en / of de ouders vertellen wat er gaat gebeuren handen wassen en ontsmetten materiaal klaarmaken knelband aanleggen indien nodig prikplaats ontsmetten vene aanprikken bloed opvangen naald verwijderen Hansamed aanbrengen dokterskamer opruimen
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
15
Afnemen van gewassen urinestaal 1ste manier
BENODIGDHEDEN: - 1 Hibidil: 15 ml - een steriel pakje met 5 steriel compressen en 2 goddets - steriel potje
WERKWIJZE: - intiem toiletje doen - 2de steriel goddet nemen en hierin middenste straal opvangen (mid-stream) - urine in potje gieten 2de manier
BENODIGDHEDEN: - 1 Hibidil: 15 ml - een pakje steriel compressen - een urinezakje
WERKWIJZE: - intiem toiletje doen - urinezakje aanplakken - indien kindje geplast heeft in urinezakje: urinezakje verwijderen
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
16
Afnemen van bloedstaal voor hemocultuur
BENODIGDHEDEN: -
1 steriel potje 2 optreknaalden 2 steriel spuitjes 2 ml 1 hemokultuurflesje 1 Hansamed indien infuus tegelijkertijd gestart wordt, ook nog de benodigdheden voorzien
WERKWIJZE: -
het kind en / of de ouders vertellen wat er gaat gebeuren handen wassen en ontsmetten gummistop van 1 hemokultuurflesje ontsmetten 1 steriel spuitje van optreknaald voorzien knelband aanleggen indien nodig prikplaats ontsmetten met alcool vene aanprikken bloed opvangen: in steriel spuitje inspuiten in hemocultuurflesje Ofwel
-
in steriel potje ± 2 ml bloed met steriel spuitje 1 ml opzuigen en in hemocultuurflesje spuiten indien alleen bloedprik, naald verwijderen en Hansamed aanbrengen indien er infuus gestart wordt, procedure van: plaatsen van catheter voor IV-therapie volgen dokterskamer opruimen
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
17
Maagspoeling
BENODIGDHEDEN: -
maagsonde 3 nierbekkens 2 bolkommen 2 spuiten 50 ml – cathetertype 1 fl. NaCl 0.9% 250 ml of Spa Reine beschutting 1 fles Carbomix (actieve Cool) 1 potje witte yoghurt
WERKWIJZE: -
het kind en / of de ouders vertellen wat er gaat gebeuren handen wassen en ontsmetten materiaal klaarmaken beschutting aanbrengen bij het kind(je) maagsonde plaatsen maagsonde aanhevelen tussen de 20 à 50 ml NaCl 0.9% of Spa Reine inspuiten afhankelijk van de grootte van het kind. - maagsonde terug aanhevelen en maagvocht laten uitlopen - carbomix wordt toegediend: ofwel opgelost in water en zo via de maagsonde opspuiten ofwel Carbomix mengenin yoghurt en zo per os toedienen. - dokterskamer opruimen
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
18
Lumbaalpunctie
Aanwezige: de dokter – 2 verpleegkundigen
BENODIGDHEDEN: - steriel handschoenen - verzorgingsset - punctienaald: baby n° 22 G x 1 ½ peuter-kleuter: n° 22 G x 2 ½ groter kind: n° 20 G x 3 ½ - ontsmettingsstof: Hibitane alcool - 2 steriele potjes voor lumbaalvocht - steriele onderlaag verpakking steriele handschoenen - 1 Hansamed. WERKWIJZE: -
het kind en of de ouders vertellen wat er gaat gebeuren handen wassen en ontsmetten gerief klaarleggen op 2de helft onderzoekstafel kind(je) in de juiste houding plaatsen: 1ste manier
- de 1ste verpleegkundige neemt al zittend plaats naast het kind(je) op de onderzoekstafel. (Het kind(je) zit met de rug naar de dokter en de verpleegkundige met het aangezicht naar de dokter.) Zij probeert aan het kindje een gepaste rughouding (kattenrug) te geven door de rechterarm rond de linkerschouder en de linkerarm voor de buik van het kind te brengen; zo drukt zij beide armpjes van het kind gekruist tegen de buik van het kind aan. Het hoofdje wordt gebogen zodat de kin tegen de borst komt. 2de manier - bij zeer kleine baby’s: kindje op de rechterzijde leggen en gepaste rughouding vormen (kattenrug) De dokter duidt de juiste prikplaats aan, doet steriele handschoenen aan en legt een steriel veld onder de stuit van het kindje. De dokter ontsmet de prikplaats goed breed en prikt aan. De 2de verpleegkundige houdt de steriele potjes klaar en vangt zorgvuldig het lumbaalvocht op in de 2 potjes. De dokter verwijdert de naald. De 2de verpleegkundige drukt even na op de prikplaats en brengt een Hansamed aan. Het kind wordt in bed gebracht en houdt 24 uur bedrust. Dokterskamer wordt opgeruimd.
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
19
Plaatsen van een catheter voor cystografie
BENODIGDHEDEN: -
catheter (maagsonde K 31-K 32) verzorgingsset kleefpleister: transpor (hypo-allergisch) steriele handschoenen steriel veld (verpakking handschoenen) steriel urinepotje Hibidil (15 ml)
WERKWIJZE: - het kind en / of de ouders vertellen wat er gaat gebeuren - handen wassen en ontsmetten - gerief klaarleggen op 2de helft van de onderzoekstafel: verzorgingsset openen en Hibidil in goddet gieten catheter op steriel veld leggen steriel urinepotje klaarzetten naast steriel veld - handschoenen aandoen en steriel veld onder de stuit van het kind plaatsen - intiem toiletje doen - catheter plaatsen - staal urine opvangen in steriel potje (mid-stream) - catheter bevestigen met kleefpleister (niet thv.pubis) - dokterskamer opruimen PS: catheter wordt geplaatst juist vóór dat het onderzoek plaats vindt
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
20
OM SAMEN OVER TE DENKEN Geef mij niet alles wat ik vraag. Soms vraag ik alleen om te weten hoeveel ik kan krijgen. Schreeuw niet naar mij. Als je schreeuwt, heb ik minder respect voor je. Daarbij leer je me dan ook te schreeuwen, en dat wil ik niet. Geef niet altijd bevelen. Als je mij iets vraagt in plaats van te bevelen, zal ik het vlugger en liever doen. Doe wat je belooft, om het even of het goed of slecht is. Als je me een beloning belooft of een straf, geef ze mij dan. Vergelijk me met niemand, zeker niet met mijn broer of zus. Als ik beter lijk dan een ander, zal die eronder lijden, en als ik slechter lijk, zal ik eronder lijden. Verander niet om de haverklap van mening over wat ik moet doen. Beslis en hou je aan de beslissing. Laat mij zelf mijn eigen weg vinden. Als je alles in mijn plaats doet, zal ik het nooit leren. Vertel mij geen leugens, en vraag mij ook nooit om te liegen, zelfs niet om uit een probleem te geraken. Bij leugens voel ik mij niet goed; ik verlies dan mijn geloof in wat je zegt. Wanneer ik iets verkeerd doe, vraag me dan niet steeds naar het ‘waarom’. Soms weet ik dat zelf niet. Wanneer jij je vergist hebt, geef dit dan toe. Dit zal mijn geloof in jou versterken en zal me leren mijn eigen vergissingen ook toe te geven. Vertel me niet dat je iets zult doen, als je het dan niet doet. Ik leer uit alles wat je doet, ook al zeg ik je dat niet. Maar ik zal nooit doen wat je zegt, als je het zelf niet doet. Leer mij God kennen en liefhebben. Het heeft geen zin erover te leren op school, als ik er bij jullie niets van zie. Wanneer ik je een probleem voorleg, zeg dan niet: ik heb geen tijd voor onbenulligheden, of dat heeft geen belang. Probeer me te begrijpen en te helpen. Zie mij graag en zeg het me. Ik heb graag dat je het zegt, ook al vind je dat niet nodig.
Introductiebrochure studenten – verpleegeenheid D2 (versie januari 2010)
21