Instituut voor de autoCar en de autoBus v.z.w. Institut pour l’autoCar et l’autoBus a.s.b.l.
UBSIDIEMAATREGELEN BIJ TEWERKSTELLING OVERZICHT
Tewerkstellingsmaatregelen :overzicht
HD/--/HD/eco.035/2010.35/123 oktober 2010 ICB – Instituut voor de autoCar en de autoBus v.z.w “Dobbelenberg” Metrologielaan 8 – 1130 Brussel 02/245 90 53 02/245 91 29
[email protected] www.icb-institute.be Het ICB streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie en stelt haar brochures samen met de grootste zorg. Niettemin neemt het ICB geen verantwoordelijkheid voor de actualiteit, de juistheid, de volledigheid en de kwaliteit van de inhoud. Deze brochure is een bron van algemene informatie en betreft op geen enkele manier de particuliere situatie van een natuurlijke of rechtspersoon en dient derhalve niet als een vervanging van een professioneel advies. Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd, opgeslagen of overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, electronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van het ICB.
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |2 Inhoud
INHOUD
INHOUD ......................................................................................................................................................... 2 INLEIDING .................................................................................................................................................... 3 Deel 1 FEDERAAL ........................................................................................................................................ 4 1
Tijdelijke crisis-arbeidsduurvermindering ......................................................................................... 4
2
Individuele en tijdelijke vermindering van prestaties ........................................................................ 6
3
Economische werkloosheid voor bedienden ...................................................................................... 8
4
Structurele vermindering.................................................................................................................. 10
5
Aanwerving van de eerste drie werknemers .................................................................................... 12
6
Langdurig werklozen (activa-plan) .................................................................................................. 14
7
Jonge laaggeschoolde werknemers (activa-plan) ............................................................................. 17
8
Werknemers van 19 tot 30 jaar (activa-plan) ................................................................................... 19
9
Oudere werknemers (activa-plan) .................................................................................................... 20
10
Win-win aanwervingsplan ............................................................................................................... 22
11
Aanwerving van een tengevolge van herstructurering ontslagen werknemer .................................. 25
12
Werkhervattingstoeslag voor 50-plussers ........................................................................................ 27
Deel 2 VLAANDEREN ................................................................................................................................ 28 1
Tewerkstellingspremie 50+ .............................................................................................................. 28
2
Tijdelijke overbruggingspremie in het kader van een herstructurering ............................................ 30
3
Subsidiëring van diversiteitsplannen op de werkvloer ..................................................................... 33
DEEL 3 BRUSSEL ....................................................................................................................................... 35 1
Taalcheque ....................................................................................................................................... 35
2
Beroepsoverstappremie gekoppeld aan een beroepsopleiding in de onderneming .......................... 37
3
Beroepsoverstappremie gekoppeld aan een startbaanovereenkomst ................................................ 39
4
Beroepsoverstappremie gekoppeld aan een opleidingsproject voor alternerend werken en leren ... 41
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |3 Inleiding
INLEIDING In 2008 publiceerde het ICB een overzicht van de belangrijkste subsidiemaatregelen voor privé-ondernemingen op het vlak van tewerkstelling. Naast de federale maatregelen werden hierin ook de belangrijkste aanvullende maatregelen op regionaal niveau uitgelegd. Sinds het uitbreken van de economische crisis hebben de overheden verschillende nieuwe maatregelen uitgevaardigd of bestaande gewijzigd. Net als in 2009 werd daarom dit overzicht van maatregelen geactualiseerd. Voor elke maatregel wordt de wettelijke basis gegeven en wordt het doel van de maatregel uitgelegd. Daarnaast worden bij elke maatregel ook de voorwaarden vermeld en worden de voordelen voor de werkgever en/of werknemer opgesomd.
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |4 Federaal
DEEL 1 FEDERAAL 1 TIJDELIJKE CRISIS-ARBEIDSDUURVERMINDERING 1.1
Inhoud Het gaat om een tijdelijke collectieve arbeidsduurvermindering van 20% of 25% die kan worden toegepast op alle werknemers van een onderneming of op een specifieke categorie van werknemers uit de onderneming.
1.2
Voorwaarden werkgever De werkgever moet een privé onderneming zijn die onder het toepassingsgebied valt van de wet van 5/12/1968 betreffende de CAO’s en de paritaire comités; of een autonome openbare onderneming. werknemer De maatregel is van toepassing voor voltijdse arbeiders en bedienden.
1.3
Voordelen werkgever De werkgever geniet, vanaf het trimester waarin de arbeidsduurverkorting wordt geïntroduceerd tot het trimester waarin de arbeidsduurverkorting eindigt, van een vermindering van de patronale RSZ-bijdragen. € 600 per trimester voor een verkorting met 20% en € 750 per trimester voor een verkorting met 25%. Indien tegelijk de vierdagenweek wordt ingevoerd worden deze bedragen verhoogd met € 400. werknemer De werknemer ontvangt een looncompensatie, die minstens 75% moet bedragen van het patronale voordeel.
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |5 Federaal
1.4
Bemerkingen Voor de toepassing van deze maatregel is er geen individueel akkoord nodig met de werknemer, maar dient wel een CAO op het niveau van de onderneming afgesloten te worden. De maatregel is tijdelijk en werd door de federale regering verlengd tot 31/12/2010. De werknemers blijven beschouwd als voltijdse werknemers.
1.5
Wettelijke basis Wet van 19/06/09
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |6 Federaal
2 INDIVIDUELE EN TIJDELIJKE VERMINDERING VAN PRESTATIES 2.1
Inhoud Het gaat om een individuele arbeidsduurvermindering van 20% of van 50% die tijdelijk kan worden toegepast op één of verschillende werknemers van de onderneming op basis van een individuele overeenkomst tussen de werknemer en de werkgever.
2.2
Voorwaarden werkgever De werkgever moet een privé onderneming zijn die onder het toepassingsgebied valt van de wet van 5/12/1968 betreffende de CAO’s en de paritaire comités. De maatregel is daarenboven voorbehouden voor bedrijven in moeilijkheden. Om erkend te worden als bedrijf in moeilijkheden dient een onderneming te maken hebben: met een daling in de omzet of productie van minstens 20% in de loop van één van de 4 kwartalen voorafgaand aan de arbeidsduurvermindering, en dit in vergelijking met hetzelfde kwartaal het jaar voordien; of met een economische werkloosheid onder de arbeiders van 20% tijdens het kwartaal voorafgaand aan de arbeidsduurvermindering. werknemer De maatregel is van toepassing voor voltijdse arbeiders en bedienden.
2.3
Voordelen werkgever De werkgever kan, zonder over te moeten gaan tot ontslag, de duur van de prestaties van de werknemers tijdelijk beter afstemmen op de activiteit van de onderneming in de huidige periode van economische crisis. werknemer De werknemer ontvangt een looncompensatie betaald door de RVA ten bedrage van € 442 bij een vermindering van 50%; € 188 bij een vermindering van 20%; € 248 bij een vermindering van 20% als de werknemer een 50-plusser is.
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |7 Federaal
2.4
Bemerkingen Voor de toepassing van deze maatregel is er wel een individueel akkoord nodig met de werknemer. De maatregel moet overeengekomen zijn door een sector-CAO, of bedrijfs-CAO of een ondernemingsplan dat door een tripartiete commissie is goedgekeurd (5 vertegenwoordigers van de werknemers, 5 van de werkgevers en 3 van de regering). De maatregel is tijdelijk en en werd door de federale regering verlengd tot 31/12/2010. De arbeidsduurvermindering moet minimum gedurende 1 maand en maximum gedurende 6 maanden toegepast worden.
2.5
Wettelijke basis Wet van 19/06/09
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |8 Federaal
3 ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN 3.1
Inhoud Het gaat om een volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of de inrichting van een stelsel van arbeidsduurvermindering dat wordt toegepast op een aantal bedienden van de onderneming bij gebrek aan werk. Indien het gaat om een gedeeltelijke schorsing dient de arbeidsduurvermindering minstens 2 arbeidsdagen per week bedragen. De overeengekomen duur van de schorsing moet in elk geval in de CAO of het bedrijfsplan vermeld worden en kan per kalenderjaar maximum 16 weken bedragen ( bij een volledige schorsing) of 26 weken (bij een gedeeltelijke schorsing).
3.2
Voorwaarden werkgever De werkgever moet een privé onderneming zijn die onder het toepassingsgebied valt van de wet van 5/12/1968 betreffende de CAO’s en de paritaire comités. De maatregel is daarenboven voorbehouden voor bedrijven in moeilijkheden. werknemer De maatregel is van toepassing voor bedienden.
3.3
Voordelen werkgever De werkgever kan, zonder over te moeten gaan tot ontslag, de duur van de prestaties van de bediende tijdelijk beter afstemmen op de activiteit van de onderneming in de huidige periode van economische crisis. werknemer De werknemer ontvangt crisis-daguitkering betaald door de RVA gelijk aan 70% als hij samenwoont, 75% als hij alleen staat of gezinshoofd is van zijn bruto maandloon (begrensd op € 2.206 per maand). Daarnaast kan hij van de werkgever een bijkomende vergoeding ontvangen. Deze is minstens gelijk aan het supplement dat wordt toegekend aan de arbeiders van dezelfde werkgever die genieten van uitkeringen in geval van
TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN |9 Federaal
economische werkloosheid. Deze bijkomende vergoeding moet ook opgenomen worden in de sector- of bedrijfs-CAO of in het ondernemingsplan.
3.4
Bemerkingen Voor de toepassing van deze maatregel is er geen individueel akkoord nodig met de werknemer. De maatregel moet overeengekomen zijn door een sector-CAO, of bedrijfs-CAO of een ondernemingsplan dat door een tripartiete commissie is goedgekeurd (5 vertegenwoordigers van de werknemers, 5 van de werkgevers en 3 van de regering). De maatregel is tijdelijk en werd door de federale regering verlengd tot 31/12/2010.
3.5
Wettelijke basis Wet van 19/06/09
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 10 Federaal
4 STRUCTURELE VERMINDERING 4.1
Inhoud De structurele lastenverlaging beoogt de arbeidsintensiteit van de economische groei te verhogen door de patronale bijdragen die de werkgever moet betalen voor de sociale zekerheid van de werkgever te verlagen. Deze vermindering is structureel in de zin dat ze in principe wordt toegekend aan iedere in dienst zijnde werknemer zonder dat die aan speciale voorwaarden moet voldoen, en dat ze onbeperkt in tijd wordt toegekend. Het is dus een driemaandelijks terugkerende vermindering van te betalen bijdragen.
4.2
Voorwaarden werkgever De werkgever moet aan geen bijzondere voorwaarden voldoen. werknemer De vermindering kan toegepast worden voor iedere werknemer die onderworpen is aan alle regelingen van de sociale zekerheid.
4.3
Voordelen werkgever Voor elke voltijdse werknemer die gedurende het ganse kwartaal werkte, bedraagt de vermindering € 400 per kwartaal. Naast deze forfaitaire vermindering wordt nog een bijkomende vermindering toegekend voor de hoogste en de laagste looncategorieën. Voor de laagste looncategorie is de grens van het brutoloon per kwartaal vastgelegd op € 5.870,71, voor de hoogste looncategorie is dit een bruto kwartaalloon van € 12.000. werknemer Geen directe voordelen voor de werknemer.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 11 Federaal
4.4
Bemerkingen Deze vermindering is cumuleerbaar met ten hoogste één van de specifieke verminderingen van RSZ werkgeversbijdragen (bv. de vermindering voor oudere werknemers, voor langdurig werklozen, ...).
4.5
Wettelijke basis Programmawet 24 december 2002 (artikel 329 ev.) Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (artikel 3)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 12 Federaal
5 AANWERVING VAN DE EERSTE DRIE WERKNEMERS 5.1
Inhoud De werkgever kan gedurende enkele kwartalen een forfaitaire vermindering van de werkgeversbijdragen genieten voor de aanwerving van een eerste, tweede en derde werknemer.
5.2
Voorwaarden werkgever De werkgever mag in het kwartaal waarin hij de werknemer aanwerft en de vier daaraan voorafgaande kwartalen, nooit meer dan twee werknemers samen tewerkgesteld hebben. Het is dus essentieel een steunmaatregel die gericht is op kleine (nieuwe) werkgevers. werknemer De werknemer moet aan geen specifieke voorwaarden voldoen bij hun aanwerving.
5.3
Voordelen werkgever De vermindering is op te nemen binnen de 20 kwartalen te rekenen van het kwartaal dat de werkgever voor de eerste maal recht had op deze vermindering. De vermindering is niet gebonden aan één bepaalde werknemer. De werkgever kan met andere woorden kiezen in welk kwartaal en voor welke werknemer hij de vermindering toepast. Eerste werknemer € 1000 gedurende maximum 5 kwartalen en € 400 gedurende maximum 8 kwartalen; Tweede werknemer € 400 gedurende maximum 13 kwartalen;
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 13 Federaal
de vermindering kan alleen toegepast worden als er in de loop van het kwartaal minstens 2 werknemers tewerkgesteld waren (gelijktijdig of opeenvolgend).
Derde werknemer € 400 gedurende maximum 9 kwartalen; de vermindering kan alleen toegepast worden als er in de loop van het kwartaal minstens 3 werknemers tewerkgesteld waren (gelijktijdig of opeenvolgend). werknemer Geen voordelen voor de werknemer.
5.4
Bemerkingen Deze vermindering kan niet gecumuleerd worden met een specifieke vermindering van RSZ werkgeversbijdragen (bv. de vermindering voor oudere werknemers, voor langdurig werklozen, ...). Ze is wel cumuleerbaar met de structurele vermindering.
5.5
Wettelijke basis Programmawet 24 december 2002 (artikel 342 e.v.) Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (artikel 15 e.v.)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 14 Federaal
6 LANGDURIG WERKLOZEN (ACTIVA-PLAN) 6.1
Inhoud Deze maatregel bevordert de herinschakeling van werkzoekenden in het normale arbeidscircuit door het toekennen van: een vermindering van werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid; een geactiveerde werkloosheidsuitkering (werkuitkering genaamd).
6.2
Voorwaarden werkgever Alle werkgevers van de privé-sector die onderworpen zijn aan de sociale zekerheid kunnen van deze maatregel gebruik maken. werknemer Om recht te hebben op de RSZ-vermindering moet de werknemer ingeschreven zijn als niet-werkend werkzoekende op het ogenblik van de indienstneming of gedurende een bepaalde periode voorafgaand aan de indienstneming.; Om gerechtigd te zijn op de werkuitkering moet de werknemer bovendien uitkeringsgerechtigde volledig werkloze zijn op het ogenblik van de indienstneming.
6.3
Voordelen werkgever De voordelen verschillen naar gelang de leeftijd van de in dienst genomen werknemer en van de duur van zijn inschrijving als werkzoekende. De volgende tabellen geven een overzicht van de RSZ-vermindering.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 15 Federaal
voor werknemer jonger dan 45 jaar: Duur inschrijving werkzoekende
RSZ-vermindering
312 dagen in periode van 18 maanden (1 jaar)
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 4 volgende kwartalen
624 dagen in periode van 36 maanden (2 jaar)
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 8 volgende kwartalen
936 dagen in periode van 54 maanden (3 jaar)
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 8 volgende kwartalen € 400 in 4 volgende kwartalen
1560 dagen in periode van 90 maanden (5 jaar)
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 8 volgende kwartalen € 400 in 12 volgende kwartalen
voor werknemer van 45 jaar of ouder: Duur inschrijving werkzoekende
RSZ-vermindering
156 dagen in periode van 9 maanden (1/2 jaar)
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 4 volgende kwartalen € 400 in 16 volgende kwartalen
312 dagen in periode van 18 maanden (1 jaar)
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 20 volgende kwartalen
468 dagen in periode van 27 maanden (1,5 jaar)
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 20 volgende kwartalen
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 16 Federaal
werknemer Ook de werkuitkering verschilt naargelang de leeftijd en de duur van inschrijving als werkzoekende: voor werknemer jonger dan 45 jaar: Duur inschrijving werkzoekende 624 dagen in periode van 36 maanden (2 jaar) 936 dagen in periode van 54 maanden (3 jaar) 1560 dagen in periode van 90 maanden (5 jaar)
Werkuitkering
€ 500 in maand indienstneming + 15 volgende maanden
€ 500 in maand indienstneming + 23 volgende maanden
€ 500 in maand indienstneming + 29 volgende maanden
voor werknemer van 45 jaar of ouder: Duur inschrijving werkzoekende 468 dagen in periode van 27 maanden (1,5 jaar)
6.4
Werkuitkering
€ 500 in maand indienstneming + 29 volgende maanden
Bemerkingen De RSZ-vermindering kan niet gecumuleerd worden met een specifieke vermindering van RSZ werkgeversbijdragen (bv. de vermindering voor oudere werknemers, voor langdurig werklozen, ...). Ze is wel cumuleerbaar met de structurele vermindering. De geactiveerde werkloosheidsuitkering is niet cumuleerbaar met andere geactiveerde werkloosheidsuitkeringen. De werkgever kan ze aftrekken van het netto te betalen loon.
6.5
Wettelijke basis Programmawet 24 december 2002 (artikel 340 e.v.) Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (artikel 7 e.v.) Koninklijk besluit tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden van 19 december 2001
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 17 Federaal
7 JONGE LAAGGESCHOOLDE WERKNEMERS (ACTIVA-PLAN) 7.1
Inhoud Deze maatregel beoogt de tewerkstelling van laaggeschoolde jonge werknemers (19 tot 26 jaar). Een bedrijf dat hen in dienst neemt, krijgt een vermindering van de werkgeversbijdragen.
7.2
Voorwaarden werkgever Om te kunnen genieten van de bijdragevermindering moet de werkgever voldoen aan de startbaanverplichting of van deze verplichting zijn vrijgesteld. werknemer De vermindering kan verkregen worden voor laaggeschoolden tot 26 die in dienst genomen worden met een startbaanovereenkomst.
7.3
Voordelen werkgever De bijdragevermindering varieert naargelang de situatie van de jongere. RSZ-vermindering laaggeschoolde jongere erg laaggeschoolde jongere laaggeschoolde jongere van buitenlandse afkomst laaggeschoolde gehandicapte jongere
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 7 volgende kwartalen € 400 t.e.m. kwartaal dat jongere 26 jaar wordt € 1000 in kwartaal indienstneming + 15 volgende kwartalen € 400 t.e.m. kwartaal dat jongere 26 jaar wordt € 1000 in kwartaal indienstneming + 15 volgende kwartalen € 400 t.e.m. kwartaal dat jongere 26 jaar wordt € 1000 in kwartaal indienstneming + 15 volgende kwartalen € 400 t.e.m. kwartaal dat jongere 26 jaar wordt
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 18 Federaal
werknemer De werknemer kan een maandelijkse werkuitkering krijgen ten bedrage van € 350 gedurende de eerste 6 maanden na indienstname.
7.4
Bemerkingen Deze vermindering kan niet gecumuleerd worden met een specifieke vermindering van RSZ werkgeversbijdragen. Ze is wel cumuleerbaar met de structurele vermindering. De geactiveerde werkloosheidsuitkering is niet cumuleerbaar met andere geactiveerde werkloosheidsuitkeringen. De werkgever kan ze aftrekken van het netto te betalen loon.
7.5
Wettelijke basis Programmawet 24 december 2002 (artikel 346 e.v.) Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (artikel 4 en 17 e.v.)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 19 Federaal
8 WERKNEMERS VAN 19 TOT 30 JAAR (ACTIVA-PLAN) 8.1
Inhoud Deze maatregel beoogt de tewerkstelling van jonge werknemers (19 tot 30 jaar). Een bedrijf dat hen in dienst neemt, krijgt een vermindering van de werkgeversbijdragen.
8.2
Voorwaarden werkgever Om te kunnen genieten van de bijdragevermindering moet de werkgever voldoen aan de startbaanverplichting of van deze verplichting zijn vrijgesteld. werknemer De vermindering kan verkregen worden voor werknemers van 19 tot 30 jaar. Hun refertekwartaalloon moet lager zijn dan € 5870,71 ( = bovenste loongrens van de lagelonencomponent van de structurele vermindering).
8.3
Voordelen werkgever De bijdragevermindering bedraagt maximaal € 300 per kwartaal. Het bedrag vermindert geleidelijk met oplopende leeftijd van de jongere. werknemer Geen directe voordelen voor de werknemer.
8.4
Bemerkingen Deze vermindering kan niet gecumuleerd worden met een specifieke vermindering van RSZ werkgeversbijdragen. Ze is wel cumuleerbaar met de structurele vermindering.
8.5
Wettelijke basis Programmawet 24 december 2002 (artikel 346 e.v.) Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (artikel 4 en 17 e.v.)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 20 Federaal
9 OUDERE WERKNEMERS (ACTIVA-PLAN) 9.1
Inhoud De maatregel beoogt het stimuleren van de aanwerving van werknemers vanaf 50 jaar. Het bedrijf komt voor deze aanwerving in aanmerking voor een vermindering van de aan de RSZ verschuldigde werkgeversbijdragen variërend naar leeftijd en afhankelijk van het refertekwartaalloon.
9.2
Voorwaarden werkgever Er zijn geen bijzondere voorwaarden de werkgever moet voldoen. werknemer Twee gevallen dienen worden onderscheiden: geval 1 :de werknemer is minstens 50 jaar oud op de laatste dag van het kwartaal en heeft een refertekwartaalloon dat lager is dan € 12.000. geval 2 : de werknemer is minstens 57 jaar oud op de laatste dag van het kwartaal en heeft een refertekwartaalloon van € 12.000 of meer.
9.3
Voordelen werkgever De bijdragevermindering wordt weergegeven in onderstaande tabel: RSZ-vermindering geval 1
(leeftijd-49) X € 50 indien nog geen 57 jaar € 400 + (leeftijd-57) X € 50 vanaf 57 jaar
geval 2
€ 400 per kwartaal
werknemer Geen directe voordelen voor de werknemer.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 21 Federaal
9.4
Bemerkingen Deze vermindering kan niet gecumuleerd worden met een specifieke vermindering van RSZ werkgeversbijdragen. Ze is wel cumuleerbaar met de structurele vermindering.
9.5
Wettelijke basis Programmawet van 24 december 2002 (art. 339bis ev.) Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (art. 4,5 en 6)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 22 Federaal
10 WIN-WIN AANWERVINGSPLAN 10.1
Inhoud
De doelstelling van deze maatregel is om de indienstneming van een aantal doelgroepen te vergemakkelijken door de kost van hun aanwerving drastisch te verlagen via een activering van de werkloosheidsuitkering. Deze maatregel kadert in het Activa-plan maar is eigenlijk een tijdelijke versterking ervan in de huidige crisisperiode.
10.2
Voorwaarden werkgever Alle werkgevers uit de privésector kunnen van het win-win aanwervingsplan genieten. werknemer Het betreft de volgende doelgroepen: werknemers jonger dan 26 jaar, zonder diploma van het hoger secundair onderwijs en die minimum 3 maanden ingeschreven zijn als werkzoekende (uitkeringsgerechtigd of niet); werknemers jonger dan 26 jaar, met maximum een diploma van het hoger secundair onderwijs en die minimum 6 maanden ingeschreven zijn als werkzoekende (uitkeringsgerechtigd of niet); werknemers ouder dan 50 jaar, die uitkeringsgerechtigd volledig werkloos zijn die en gedurende minimum 6 maanden ingeschreven zijn als werkzoekende; alle uitkeringsgerechtigd volledig werklozen, ongeacht hun leeftijd en diploma, die minimum 1 jaar en maximum 2 jaar ingeschreven zijn als werkzoekende.
10.3
Voordelen werkgever De RVA betaalt aan de werknemer een geactiveerde werkloosheidsuitkering, de werkuitkering. De werkgever kan het bedrag van deze uitkering aftrekken van het te betalen nettoloon. Hij moet dan enkel nog de rest van het nettoloon betalen aan de werknemer, alsook de persoonlijke bijdragen voor sociale zekerheid en de bedrijfsvoorheffing.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 23 Federaal
werknemer
De werknemer
Jonger dan 26 jaar
Ingeschreven als werkzoekende gedurende
Bedrag van de werkuitkering
minimum 3 maanden
1.100 euro
Geen diploma hoger secundair onderwijs Jonger dan 26 jaar Maximum een diploma van hoger secundair onderwijs 50 jaar en meer
minimum 6 maanden
minimum 6 maanden
1.000 euro
1.000 euro
Uitkeringsgerechtigd volledig werkloos Langdurig uitkeringsgerechtigd volledig werkloos
minimum 1 jaar 750 euro of en maximum 2 500 euro (*) jaar
Werkuitkering wordt toegekend gedurende 24 maanden (aanwerving in 2010) 12 maanden (aanwerving in 2011) 24 maanden (aanwerving in 2010) 12 maanden (aanwerving in 2011) 24 maanden (aanwerving in 2010) 12 maanden (aanwerving in 2011) 12 maanden (aanwerving in 2010 / 2011) 16 maanden (*)
(*) De werknemer een uitkering van 750 euro per maand gedurende 12 maanden en van 500 euro per maand gedurende de 16 daaropvolgende maanden in geval van aanwerving in 2010. In geval van aanwerving in 2011 is er een uitkering van 750 euro voorzien voor 12 maanden (eventueel begrensd tot het nettoloon indien dat lager is).
10.4
Bemerkingen
De bedragen van de werkuitkeringen zijn geldig voor voltijdse werknemers. Voor werknemers die deeltijds werken worden de bedragen herberekend in functie van de tewerkstellingsbreuk. Deze maatregel is cumuleerbaar met de structurele vermindering maar niet met de andere maatregelen in het kader van het Activa-plan.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 24 Federaal
De maatregel is vanaf 1 oktober 2010 ook niet meer cumuleerbaar met de Vlaamse tewerkstellingspremie 50+.
10.5
Wettelijke basis
Programmawet 24 december 2002 (titel IV, hoofdstuk 7, artikel 340 e.v.) Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (artikel 7 e.v.) Koninklijk besluit van 25 november 1991 Koninklijk besluit van 21 december 2009
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 25 Federaal
11 AANWERVING VAN EEN TENGEVOLGE VAN HERSTRUCTURERING ONTSLAGEN WERKNEMER 11.1
Inhoud De maatregel beoogt werknemers die ontslagen werden tengevolge van een herstructurering. Een werkgever die zo een werknemer aanwerft komt in aanmerking voor een vermindering van de RSZ werkgeversbijdragen. Tevens kan de werknemer genieten van een vermindering van de werknemersbijdragen.
11.2
Voorwaarden werkgever Er zijn geen bijzondere voorwaarden de werkgever moet voldoen. Het mag echter niet gaan om een onderneming in herstructurering die de werknemer ontsloeg, of om een onderneming die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid. werknemer De werknemer die aangeworven wordt, moet ontslagen zijn tengevolge van een herstructurering, en in het bezit zijn van een "verminderingskaart herstructureringen".
11.3
Voordelen werkgever De bijdragevermindering wordt weergegeven in onderstaande tabel: RSZ-vermindering jonger dan 45 jaar bij de indiensttreding
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 4 volgende kwartalen
45 jaar of ouder bij de indiensttreding
€ 1000 in kwartaal indienstneming + 4 volgende kwartalen € 400 in volgende 16 kwartalen
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 26 Federaal
werknemer De werknemersbijdragen worden verminderd met € 133,33 per maand gedurende de geldigheidsduur van de "verminderingskaart herstructureringen", en dit voor ten hoogste drie kwartalen.
11.4
Bemerkingen
Deze vermindering kan niet gecumuleerd worden met een specifieke vermindering van RSZ werkgeversbijdragen. Ze is wel cumuleerbaar met de structurele vermindering.
11.5
Wettelijke basis
Programmawet van 24 december 2002 (art. 353bis ev.) Wet van 20 december 1999 Koninklijk besluit van 16 mei 2003 (art. 28) Koninklijk besluit van 17 januari 2000
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 27 Federaal
12 WERKHERVATTINGSTOESLAG VOOR 50-PLUSSERS 12.1
Inhoud
De maatregel beoogt de werkhervatting van werknemers vanaf 50 jaar. De RVA kent onder bepaalde voorwaarden een werkhervattingstoeslag per maand toe aan werklozen van 50 jaar of ouder die het werk hervatten als loontrekkende of statutair, ongeacht het uurrooster zelfstandige in hoofdberoep.
12.2
Voorwaarden werkgever Er zijn geen bijzondere voorwaarden de werkgever moet voldoen. werknemer De werknemer moet gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen: hij heeft recht op werkloosheidsuitkeringen als volledig werkloze hij is minstens 50 jaar, maar heeft de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hij bewijst minstens 20 jaar beroepsverleden hij is geen bruggepensioneerde en heeft ook geen afstand gedaan van het brugpensioen hij moet zijn gewone verblijfplaats hebben in België en er effectief verblijven (behoudens uitzonderingen)
12.3
Voordelen werkgever Geen financiële voordelen voor de werkgever. werknemer De werknemer ontvangt van de RVA maandelijks een bedrag van € 179,27. Dit is cumuleerbaar met zijn loon.
12.4
Bemerkingen
Geen cumul mogelijk met volledig rustpensioen.
12.5
Wettelijke basis
Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering 25 november 1991
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 28 Vlaanderen
DEEL 2 VLAANDEREN 1 TEWERKSTELLINGSPREMIE 50+ 1.1
Inhoud De werkgever werft een 50-plusser aan met een contract van onbepaalde duur. Hij kan dan in aanmerking komen voor een vermindering in de loonkost gedurende maximaal vier kwartalen.
1.2
Voorwaarden werkgever De onderneming moet een exploitatiezetel hebben in het Vlaams Gewest of verbindt er zich toe een exploitatiezetel in het Vlaams Gewest te vestigen binnen de vijf kwartalen vanaf de aanwerving die plaats vond in het kader van deze maatregel. De onderneming mag ook geen werknemers ontslaan met de bedoeling deze te vervangen door personen die recht geven tot deze premie. werknemer De werknemer moet gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen: 50 jaar of ouder zijn.; de dag voorafgaand aan de indiensttreding moet hij ingeschreven zijn bij de VDAB als niet werkende werkzoekende; hij moet aangeworven zijn met een contract van onbepaalde duur; In de zes maanden voorafgaand aan de indiensttreding mag de werknemer niet bij dezelfde of een andere onderneming van dezelfde technische bedrijfseenheid in dienst geweest zijn. Een individuele beroepsopleiding in het bedrijf voorafgaand aan de tewerkstelling is wel mogelijk; hij moet minstens vijf opeenvolgende kwartalen tewerkgesteld worden bij het bedrijf.
1.3
Voordelen werkgever Het bedrijf ontvangt naargelang de grootte van het betaalde brutoloon van de werknemer een premie die uitbetaald wordt door de VDAB.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 29 Vlaanderen
Deze premie bedraagt: Brutoloon per kwartaal
Tewerkstellingspremie per kwartaal
€ 2.400 - € 4.200
€ 1.200
€ 4.200 - € 6.000
€ 2.100
€ 6.000 - € 10.500
€ 3.000
vanaf € 10.500
€ 4.500
De premie wordt maximaal 4 opeenvolgende kwartalen toegekend te rekenen vanaf het kwartaal volgend op het kwartaal van indiensttreding. werknemer Geen directe voordelen voor de werknemer.
1.4
Bemerkingen Cumul met andere maatregelen is toegelaten zolang het totaal bedrag van de subsidies niet groter is dan de loonkost. Cumul met het federale win win aanwervingsplan werd vanaf 1 oktober 2010 uitgesloten door de Vlaamse regering.
1.5
Wettelijke basis Besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2006
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 30 Vlaanderen
2 TIJDELIJKE
OVERBRUGGINGSPREMIE IN HET KADER VAN EEN
HERSTRUCTURERING 2.1
Inhoud De werknemer tewerkgesteld in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering of met een substantiële daling van de economische activiteiten, kan tijdelijk een aanmoedigingspremie krijgen indien hij zijn arbeidsduur vermindert met tenminste 10% van de voltijdse arbeidsregeling en na deze vermindering nog minstens halftijds werkt.
2.2
Voorwaarden werkgever de onderneming moet een uitbatingzetel in het Vlaamse Gewest hebben; de onderneming moet een privé-bedrijf zijn; de onderneming moet ofwel beschikken over een federale erkenning als onderneming in moeilijkheden of herstructurering, ofwel moet ze een substantiële daling1 van de economische activiteiten kunnen aantonen; de onderneming moet in overleg met werknemersvertegenwoordigers een plan opmaken met arbeidsherverdelende maatregelen. werknemer De werknemer moet na de arbeidsduurvermindering nog minstens 50% werken; mag geen ander werk uitoefenen en geen zelfstandige activiteit hebben, tenzij hij al één jaar voor de arbeidsduurvermindering zelfstandige in bijberoep was; mag geen onderbrekingsuitkering hebben in het kader van het federale tijdskrediet; mag geen vergoeding voor (economische) werkloosheid ontvangen; ontvangt de premie slechts voor de duurtijd van het plan arbeidsherverdeling; mag tezelfdertijd geen andere Vlaamse aanmoedigingspremie ontvangen.
1
daling van minimum 20% van de omzet of de productie in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de arbeidsduurvermindering ten opzichte van hetzelfde kwartaal van het jaar voordien
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 31 Vlaanderen
2.3
Voordelen werkgever Geen directe voordelen voor de werkgever. werknemer De werknemer kan een premie krijgen voor 6 maanden (verlengbaar met maximaal 6 maanden) voor een arbeidsduurvermindering tot en met 31 december 2010. De basisbedragen van de premie zijn als volgt vastgelegd, maar zijn wel gekoppeld aan het indexcijfer. Er wordt eveneens direct 30% bedrijfsvoorheffing op ingehouden. basispremie
extra premie alleenstaande (*)
extra premie opleiding (**)
vermindering met 10-19% bruto : € 135,71 netto : € 95,00 van voltijdse job
€0
€0
vermindering met 20-49% bruto : € 207,14 netto : € 145,00 van voltijdse job
bruto : € 43,35 netto : € 30,35
bruto : € 58,59 netto : € 41,01
vermindering met 50% bruto : € 492,85 netto : € 345,00 van voltijdse job
bruto : € 43,35 netto : € 30,35
bruto : € 58,59 netto : € 41,01
(*) alleenstaande : werknemer die alleen woont, eventueel met 1 of meerdere kinderen. (**) opleiding: extra premie als de werktijd van de werknemer met minstens 20% vermindert en hij hiervan gebruik maakt om een opleiding te volgen. De opleiding moet wel aan één van volgende criteria beantwoorden: •een opleiding bij de VDAB; •een opleiding die wordt georganiseerd, gesubsidieerd of erkend door de sectorale opleidingsfondsen;
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 32 Vlaanderen
•een opleiding die door de Vlaamse overheid wordt georganiseerd, gesubsidieerd of erkend,of een opleiding die daarmee gelijkgesteld is. Die opleiding moet minimum 120 uren op jaarbasis bedragen.
2.4
Bemerkingen De overbruggingspremies worden maandelijks door de Vlaamse overheid uitbetaald.
2.5
Wettelijke basis Besluit van de Vlaamse regering van 01/03/2002 Besluit van de Vlaamse regering van 20/03/2009
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 33 Vlaanderen
3 SUBSIDIËRING VAN DIVERSITEITSPLANNEN OP DE WERKVLOER 3.1
Inhoud Bedrijven die hun personeelsbeleid wensen bij te sturen met bijzondere aandacht voor diversiteit, doorstroom, retentie en opleiding van werknemers, kunnen hiervoor een financiële ondersteuning ontvangen. Hiertoe kan de keuze gemaakt worden uit 4 verschillende diversiteitsplannen waartegenover telkens een ander subsidiebedrag staat: •instapdiversiteitsplan: een ideale opstap naar een planmatig diversiteitsbeleid; •diversiteitsplan: een volledige en planmatige aanpak in vier stappen, met onder meer aandacht voor opleidings- en competentiebeleid en kwaliteit van de arbeid; •clusterdiversiteitsplan: één centrale aanvrager clustert een aantal bedrijven met een gelijklopend diversiteitsplan. Het is een ideaal instrument voor een groep van kleinere bedrijven uit één sector of voor units binnen een groter geheel; •groeidiversiteitsplan: diversiteit verankeren in het strategisch beleid van het bedrijf om volop gebruik te maken van de meerwaarde van diversiteit;
3.2
Voorwaarden Werkgever Ondernemingen, instellingen, arbeidsorganisaties uit de profit- en socialprofitsector en lokale besturen kunnen een aanvraag tot subsidiëring van een diversiteitsplan indienen. Zij dienen een exploitatiezetel te hebben in het Vlaams of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het plan moet in Vlaanderen eerst voorgelegd worden aan de SociaalEconomische Raad voor de Regio (SERR), of aan het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding (BNCTO). De prioritaire doelgroepen zijn allochtonen, oudere werknemers (50+) en personen met een arbeidshandicap.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 34 Vlaanderen
3.3
Voordelen werkgever •instapdiversiteitsplan: de helft van de kosten voor de uitvoering van een instapdiversiteitsplan wordt gesubsidieerd met een maximum van € 2.500; •diversiteitsplan: 2/3 van de kosten van een diversiteitsplan kan worden gesubsidieerd tot een maximum van € 10.000; •clusterdiversiteitsplan: 2/3 van de kosten van elke deelnemend bedrijf kan worden gesubsidieerd met een maximum van € 3.000 per deelnemend bedrijf; •groeidiversiteitsplan: de helft van de kosten van een groeidiversiteitsplan kan worden gesubsidieerd met een maximum van € 2.500; werknemer Een diversiteitsplan heeft niet alleen voordelen voor de organisatie zelf, maar komt direct en indirect ook en vooral de werknemers ten goede.
3.4
Bemerkingen Meer informatie over de diversiteitsplannen, de aanvraagformulieren of de contactgegevens van de projectontwikkelaars, wordt verschaft op http://www.werk.be/wg/diversiteitsplannen.
3.5
Wettelijke basis Decreet van 8/05/2002 Besluit van de Vlaamse regering van 12/05/2006
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 35 Brussel
DEEL 3 BRUSSEL 1 TAALCHEQUE 1.1
Inhoud Werkzoekenden die zijn ingeschreven bij ACTIRIS en wier aanwerving door een onvoldoende talenkennis wordt bemoeilijkt, kunnen, als zij worden aangeworven door een werkgever of als zij zich als zelfstandige vestigen, een individuele taalopleiding genieten die door ACTIRIS wordt gefinancierd.
1.2
Voorwaarden werkgever De bedrijfszetel ligt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of indien dit niet het geval is moet de werkzoekende die het bedrijf aanwerft in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen. werknemer de persoon aangeworven wordt, is als werkzoekende ingeschreven bij ACTIRIS; de werkzoekende heeft een duidelijk beroepsproject en beschikt over de vereiste bekwaamheden en/of heeft de nodige opleidingen gevolgd. De enige hindernis in zijn zoektocht naar werk is zijn onvoldoende kennis van één van de volgende vier talen: Nederlands, Frans, Duits of Engels; de werkzoekende beheerst minstens één van de twee officiële talen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en kan voor deze taal geen taalcheque aanvragen; de werkzoekende moet worden aangeworven met een voltijdse of minstens halftijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur of voor minstens 6 maanden;
1.3
Voordelen werkgever Geen directe voordelen voor de werkgever. werknemer De werkzoekende ontvangt één, twee of drie "bon(nen) voor een taalcheque" waarmee ACTIRIS zich ertoe verbindt 20, 40 of 60 uur individuele opleiding te
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 36 Brussel
betalen voor één of meer van de 4 betrokken talen (Nederlands, Frans, Duits of Engels).
1.4
Bemerkingen De cheques blijven 6 maanden geldig.
1.5
Wettelijke basis Ordonnantie van 18 januari 2001 (art. 4)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 37 Brussel
2 BEROEPSOVERSTAPPREMIE
GEKOPPELD
AAN
EEN
BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING 2.1
Inhoud Via ACTIRIS kent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beroepsoverstappremies toe aan werkgevers die moeilijk te plaatsen werkzoekenden aanwerven en hen een opleiding in de onderneming aanbieden.
2.2
Voorwaarden werkgever de werkgever is een KMO of een VZW en heeft een hoofdzetel of bedrijfszetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; de onderneming werft de werknemer aan met een overeenkomst voor onbepaalde duur en voltijds; de onderneming laat de werknemer een beroepsopleiding volgen van minstens 240 uur, erkend door de VDAB of door Bruxelles Formation. En zorgt voor de omkadering van de opleiding van de werknemer; de werknemer wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tewerkgesteld. werknemer De premie kan worden toegekend voor de aanwerving van een werkzoekende die bij ACTIRIS is ingeschreven, en die houder is van maximum een diploma van het hoger secundair onderwijs (uitzonderingen: zie voorwaarden hieronder). Bovendien moet hij aan één van de volgende voorwaarden voldoen: jonger dan 25 jaar zijn en geen eerste regelmatige bezoldigde beroepsactiviteit hebben gehad voor een duur van drie opeenvolgende maanden of langer; jonger dan 25 jaar zijn en niet gewerkt hebben gedurende zes opeenvolgende maanden; 25 jaar zijn en niet gewerkt hebben gedurende twaalf opeenvolgende maanden; ouder dan 45 jaar zijn; ouder dan 55 jaar zijn en geen werk hebben (hier geldt geen beperking m.b.t. het hoogstbehaalde diploma); niet gewerkt hebben noch een opleiding gevolgd hebben gedurende ten minste twee jaar (hier geldt geen beperking m.b.t. het hoogstbehaalde diploma); geen eerste regelmatige bezoldigde beroepsactiviteit hebben gevonden, voor een duur van drie opeenvolgende maanden of langer, na een vrijheidsstraf
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 38 Brussel
te hebben uitgezeten (hier geldt geen beperking m.b.t. het hoogstbehaalde diploma); jonger dan 46 jaar zijn, niet werken en de aanwerving geeft aanleiding tot het creëren van netto-arbeidsplaatsen (In dit geval mag de werkzoekende geen houder zijn van een diploma, getuigschrift, brevet of een ander gelijkgesteld document hoger dan het lager secundair onderwijs).
2.3
Voordelen werkgever De werkgever ontvangt een maandelijkse premie van € 500 tijdens maximum 12 maanden en enkel gedurende de maanden waarin een loon aan de werknemer wordt betaald. De periode van 12 maanden moet vallen binnen een periode van 2 jaar te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanwerving plaatsvindt. werknemer Geen directe voordelen voor de werknemer.
2.4
Bemerkingen Het maandelijkse bedrag van de beroepsoverstappremie mag in geen geval het maandelijkse nettoloon, dat door de werkgever aan de werknemer wordt betaald, overschrijden.
2.5
Wettelijke basis Artikelen 53 tot 58 van het KB van 20 december 1963 (laatst gewijzigd op 11/03/2004)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 39 Brussel
3 BEROEPSOVERSTAPPREMIE
GEKOPPELD
AAN
EEN
STARTBAANOVEREENKOMST 3.1
Inhoud Via ACTIRIS kent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beroepsoverstappremies toe aan werkgevers die jonge werkzoekenden aanwerven in het kader van een startbaanovereenkomst van type II (die een arbeidsovereenkomst koppelt aan een erkende opleiding van minimum 240 uur, goedgekeurd door de VDAB of door Bruxelles Formation).
3.2
Voorwaarden werkgever de werkgever is een KMO of een VZW en heeft een hoofdzetel of bedrijfszetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; de onderneming werft de werknemer aan met een overeenkomst voor onbepaalde duur en minstens halftijds; de onderneming laat de werknemer een beroepsopleiding volgen van minstens 240 uur, erkend door de VDAB of door Bruxelles Formation. En zorgt voor de omkadering van de opleiding van de werknemer; de werknemer wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tewerkgesteld. werknemer De premie kan worden toegekend voor de aanwerving van werkzoekenden jonger dan 26 jaar die bij ACTIRIS zijn ingeschreven, en die houder zijn van maximum een diploma van het hoger secundair onderwijs (uitzonderingen: zie bij voorwaarden hieronder). Bovendien moeten ze aan de volgende voorwaarden voldoen: jonger dan 25 jaar zijn en geen eerste regelmatige bezoldigde beroepsactiviteit hebben gehad voor een duur van drie opeenvolgende maanden of langer; jonger dan 25 jaar zijn en niet gewerkt hebben gedurende zes opeenvolgende maanden; 25 jaar zijn en niet gewerkt hebben gedurende twaalf opeenvolgende maanden; jonger dan 26 jaar zijn en niet gewerkt hebben noch een opleiding gevolgd hebben gedurende ten minste twee jaar (hier geldt geen beperking m.b.t. het hoogstbehaalde diploma);
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 40 Brussel
jonger dan 26 jaar zijn en geen eerste regelmatige bezoldigde beroepsactiviteit hebben gevonden, voor een duur van drie opeenvolgende maanden of langer, na een vrijheidsstraf te hebben uitgezeten (hier geldt geen beperking m.b.t. het hoogstbehaalde diploma); jonger dan 26 jaar zijn en niet werken en de aanwerving moet aanleiding geven tot het creëren van netto-arbeidsplaatsen (in dit geval mag de werkzoekende geen houder zijn van een diploma, getuigschrift, brevet of een ander gelijkgesteld document hoger dan het lager secundair onderwijs).
3.3
Voordelen werkgever De werkgever ontvangt een maandelijkse premie van € 250 tijdens maximum 12 maanden en enkel gedurende de maanden waarin een loon aan de werknemer wordt betaald. De periode van 12 maanden moet vallen binnen een periode van 2 jaar te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanwerving plaatsvindt. werknemer Geen directe voordelen voor de werknemer.
3.4
Bemerkingen Het maandelijkse bedrag van de beroepsoverstappremie mag in geen geval het maandelijkse nettoloon, dat door de werkgever aan de werknemer wordt betaald, overschrijden.
3.5
Wettelijke basis Artikelen 53 tot 58 van het KB van 20 december 1963 (laatst gewijzigd op 11/03/2004)
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 41 Brussel
4 BEROEPSOVERSTAPPREMIE
GEKOPPELD
AAN
EEN
OPLEIDINGSPROJECT VOOR ALTERNEREND WERKEN EN LEREN 4.1
Inhoud Via ACTIRIS kent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beroepsoverstappremies toe aan werkgevers die jonge werkzoekenden aanwerven in het kader van een opleidingstraject voor het alternerend leren en werken.
4.2
Voorwaarden werkgever de werkgever is een KMO of een VZW en heeft een hoofdzetel of bedrijfszetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; de onderneming moet de werknemer aan werven voor een startbaanovereenkomst van minstens 1 jaar, met : •een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur (en minstens halftijds); •of een leerovereenkomst ; •of een stageovereenomst ; •of een inschakelingsovereenkomst. de aanwerving moet bovendien kaderen in een opleidingstraject alternerend leren/werken, erkend door de minister bevoegd voor beroepsopleidingen. de werknemer wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tewerkgesteld. werknemer Dezelfde voorwaarden gelden als bij de beroepsoverstappremie gekoppeld aan een startbaanovereenkomst.
4.3
Voordelen werkgever De werkgever ontvangt een maandelijkse premie van € 125 voor een werknemer met een contract van bepaalde duur,en van € 250 voor een werknemer met een contract van onbepaalde duur, en dit tijdens maximum 12 maanden en enkel gedurende de maanden waarin een loon aan de werknemer wordt betaald. De periode van 12 maanden moet vallen binnen een periode van 2 jaar te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanwerving plaatsvindt. werknemer Geen directe voordelen voor de werknemer.
T E W E R K S T E L L I N G S M A A T R E G E L E N | 42 Brussel
4.4
Bemerkingen Het maandelijkse bedrag van de beroepsoverstappremie mag in geen geval het maandelijkse nettoloon, dat door de werkgever aan de werknemer wordt betaald, overschrijden.
4.5
Wettelijke basis Artikelen 53 tot 58 van het KB van 20 december 1963 (laatst gewijzigd op 11/03/2004)
- Dobbelenberg Metrologielaan 8 Avenue de la Métrologie – Brussel 1130 Bruxelles 02/245 90 53 - 02/245 91 29 –
[email protected] www.icb-institute.be