Inspiratiegids
voor de openbare bibliotheken
COLOFON
Deze Inspiratiegids Jeugdboekenweek 2010 is een uitgave van locus, steunpunt voor bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra en het lokale cultuurbeleid. De gids werd gemaakt door de leden van de Werkgroep Leesbevordering. Werkgroep Jeugdboekenweek : An Steppe (Openbare Bibliotheek Leuven), Ann Foulon (Openbare Bibliotheek Knokke-Heist), Anneke Verbeeke (Openbare bibliotheek Ukkel), Anneleen Schelstraete (Openbare Bibliotheek Gent), Christine Vandevoorde (Openbare Bibliotheek Eeklo), Els Wijninckx (Openbare Bibliotheek Antwerpen), Erika Gebruers (Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek), Katia De Pooter (Openbare Bibliotheek Bornem), Rudi Lavreysen (Openbare Bibliotheek Lommel). Coördinatie en redactie : Bram Tollenaere Illustraties : Klaas Verplancke Grafische vormgeving : Kris Demey
LOCUS
JEUGDBOEKENWEEK
Priemstraat 51
is een project van Stichting Lezen
1000 Brussel
Contact : Griet Loix
Tel. 02 13 10 50
Frankrijklei 130/4 – 2000 Antwerpen
www.locusnet.be
telefoon 03 204 10 05
[email protected]
Contact locus voor Jeugdboekenweek :
www.stichtinglezen.be
[email protected], tel. 02 213 10 53
www.jeugdboekenweek.be
INHOUDSTAFEL
pag. 4..............Woord vooraf : Kinderen aan de macht pag. 5..............Het thema : Recht op Boeken pag. 6..............De plannen van Stichting Lezen pag. 8..............Suggestielijst boeken pag. 9..............Aan de slag met kinderrechten in de bib pag. 22............Spel : Stapel op Rechten (8 +) pag. 30...........Expo kinderrechten in de bib pag. 32............Tips voor aankelding pag. 36...........www.schoolenbibliotheek.be pag. 37............Contactgegevens kinderrechtenbeweging pag. 39...........Win fotoreportage, stuur programma op pag. 40...........Bijlage 1 : Samenvatting Kinderrechtenverdrag pag. 42. ..........Bijlage 2 : Kinderrechten in kindertaal pag. 46...........Bijlage 3 : De bib maakt kinderrechten waar
Kinderen aan de macht Met de Jeugdboekenweek geven bibliotheken al sinds jaar en dag kinderen een prominente plaats in de bib : spellen die de bibliotheekwerking op een speelse manier uit de doeken doen, auteurslezingen, workshops, speurtochten, voorleesmomenten … Stevige en aantrekkelijke concepten die door de jaren heen duizenden en duizenden kinderen lieten proeven van al het moois uit die fantastische bibliotheekcollectie. Boeken als eerbetoon aan de kinderlijke onschuld, of juist een verheerlijking van de jeugdige deugnieterij. Ontluikende en mysterieuze liefdesverhalen. Fantasieën en avonturen die enkel door jonge breinen gevat kunnen worden. Ontsnappingen, heldenepossen, vriendschappen, teleurstellingen, … Boeken leren kinderen de wereld en een universum ver daarbuiten ontdekken. Een veilige haven, een virtuele speeltuin waar ze kunnen dromen en verdwalen. Geef toe, kinderen hebben recht op boeken. De Jeugdboekenweek 2010 heeft dus een uniek thema weten te strikken : recht op boeken. Uiteraard, denken we in koor. Als bibliotheekmedewerkers kunnen we ons geen leven zonder boeken indenken. Maar doorheen de gids kom je voldoende invalshoeken tegen die duidelijk maken dat boeken niet altijd aan bod komen in een kinderleven. En dat is geen keuze van de kinderen. In deze gids vind je tips en inspiratie over wat je met jouw bibliotheek kunt doen rond deze thematiek. “Stapel op Rechten” is de opvolger van “Stapel op Boeken”, het spel voor 8+. We behouden het spelconcept en –bord. Nieuwe opdrachten, een extra speltegel en de mogelijkheid om rechten in plaats van boeken te verzamelen, geven het spel een frisse en nieuwe invulling. Niet omdat we lui waren, maar omdat Stapel op Boeken in vruchtbare aarde viel bij bibliotheken en scholen en een ideale methodiek bleek om een ingeklede rondleiding in de bib tot stand te brengen. Door deze keuze kregen we ruimte om een extra aanbod uit te werken, waar jouw bib gratis gebruik van kan maken. Een expo in de bib informeert kinderen over kinderrechten, zowel kinderen die individueel de bib bezoeken als een groep die het spel Stapel op Rechten speelt. Kant-en-klare verhalen, getuigenissen, foto’s en alle materiaal die de bibliotheekcollectie rijk is, zijn de ingrediënten van de expo. Laat het bruisen, laat het leven, kinderen aan de macht. En waar komt dit meer tot uiting dan in de mooiste kinderboeken ? Boeken waar kinderen het mooie weer maken of nare avonturen beleven, in waargebeurde en verzonnen verhalen. Met veel zorg en nog meer plezier stelde de werkgroep opnieuw een thematische boekenlijst samen. Per boek duidden we aan welke kinderrechten aan bod komen. En uiteraard is Stichting Lezen ook opnieuw van de partij : met een aanbod van promomaterialen, voordelige boekenpakketten, een startactiviteit, ideeën voor het onderwijs, een website voor kinderen … vullen we elkaar perfect aan om de jonge leeshonger aan te wakkeren en van de Jeugdboekenweek 2010 opnieuw een wervelende editie te maken. We wensen jou veel leesplezier, kriebels, goesting en succes. In die volgorde ! Namens de werkgroep leesbevordering, Bram Tollenaere – locus
Recht op boeken ! 4 Het thema van de Jeugdboekenweek
Twintig jaar geleden keurden de Verenigde Naties het Verdrag inzake de Rechten van het Kind goed. Al bijna dubbel zo lang brengt de Jeugdboekenweek het mooiste uit de jeugdliteratuur bij kinderen. In 2010 zetten we die kern van de Jeugdboekenweek op een reuzenspandoek : recht op boeken ! Tijdens de Jeugdboekenweek willen we kinderen laten stilstaan bij kinderrechten. Dat doen we aan de hand van de mooiste boeken, omdat die juist vaak gaan over dat dak boven je hoofd en mensen die om je geven, over klein zijn en groot groeien in veiligheid én vrijheid. Het recht op mooie boeken en verhalen mag dan een luxe lijken, maar dat is het niet. Verhalen kunnen troosten als je leven niet helemaal loopt zoals je wil. Of ze brengen begrip bij voor wie het niet zo goed heeft als jij. Verhalen kunnen zelfs een duwtje geven om onrecht niet zonder meer te aanvaarden en in actie te komen. Of dat onrecht nu vlakbij gebeurt of ver weg. Daarom roepen we in de Jeugdboekenweek-campagne kinderen op om het recht op boeken ‘af te dwingen’. Misschien komen er wel)'(' pamfletten waarop kinderen elke dag (*$)/D88IK *$)/D88IK een verhaal vragen of een eigen boekenplank … Misschien zetten kinderen petities op A
;9F
!
I<:?KFG
9F
(*$)/D88IK *$)/D88IK )'(' A;9F
!
I<:?KFG
9F
De plannen van Stichting Lezen Van 13 tot 28 maart 2010 is het Jeugdboekenweek. Met de slogan Recht op boeken ! zetten we deze editie kinderrechten centraal. Stichting Lezen zet alles in het werk om kinderen en boeken dichter bijeen te brengen en de belangstelling voor jeugdboeken aan te wakkeren. Samen met de bibliotheken, scholen en boekhandels willen we ervoor zorgen dat niemand naast het grootse kinderboekenfestival kan kijken. Voor de openbare bibliotheek is de Jeugdboekenweek dé kans om kinderen en volwassenen wegwijs te maken in haar aanbod. Een uitgelezen moment om een nieuw publiek te leren kennen of de relatie met vaste klanten te verstevigen. Hierna volgt een overzicht van de activiteiten, diensten en materialen die Stichting Lezen aanbiedt. Die staan ter beschikking van de bibliotheken. Samen maken we er een geslaagde Jeugdboekenweek van ! Jeugdboekenweek.be Op www.jeugdboekenweek.be vind je alle informatie over Jeugdboekenweek : een overzicht van de materialen, boekentips, lestips, het beeldmateriaal, tips om een Recht op boeken-campagne op te zetten en nog veel meer. In de aanloop naar de Jeugdboekenweek kun je er een overzicht van alle Jeugdboekenweekactiviteiten in Vlaanderen raadplegen. Vergeet niet je eigen activiteiten aan te kondigen ! Voor de kinderen zijn de spelletjes, boekentips, weetjes, interviews … op de site ondertussen een vaste waarde. Feest- en beeldmateriaal Om de bibliotheek helemaal in de sfeer van Jeugdboekenweek te brengen, bieden we een gamma van feestmaterialen aan : een affiche en vlaggenlinten, rugstickers en ballonnen met het logo. De beelden zijn van de hand van Klaas Verplancke. Hij liet zich inspireren door Chinese propagandaposters.
Officieel beeldmateriaal in verschillende soorten en formaten, voor drukwerk en digitaal gebruik, is vanaf 15 oktober 2009 samen met de gebruiksvoorwaarden beschikbaar op de website van de jeugdboekenweek. Didactische materialen In opdracht van Stichting Lezen stelde een redactie zes pakketten van zes boeken samen voor verschillende leeftijdsgroepen. De titels sluiten aan bij het thema kinderrechten. Scholen kunnen ze tegen een sterk verminderd tarief aankopen. Een volledig overzicht van de verschillende boekenpakketten vind je op www.jeugdboekenweek.be. Heel wat van de boeken die opgenomen zijn in één van de zes boekenpakketten vind je ook terug in de boekenlijst van locus. Aarzel niet om scholen die met de pakketten werken wat extra leesinspiratie mee te geven uit deze lijst.
Je kunt leerkrachten ook alvast aanmoedigen om met de boekenpakketten aan de slag te gaan vóór ze met de klas een bezoek brengen aan de bibliotheek. Wijs hen op de bijbehorende lestips : die kunnen ze vanaf 15 december gratis vinden op diezelfde website. Bijzonder Boekenparlement Dit jaar opent de Jeugdboekenweek niet met een Groot Kinderboekenfeest, wel met een Bijzonder Boekenparlement in Brussel. Een jonge delegatie verdedigt op zaterdag 13 maart 2010 in het Vlaams Parlement het recht op boeken. In samenwerking met het Kinderrechtencommissariaat. Boekentips Stichting Lezen verspreidt in januari gratis krantjes met tientallen boekentips rond kinderrechten naar de bibliotheken en de boekhandels. Scholen kunnen krantjes bestellen op aanvraag. Laat de tips je inspireren om een Jeugdboekenweek-boekenhoek samen te stellen en deel naar hartenlust uit aan je bezoekers. Krantjes bijbestellen kan zolang de voorraad strekt, door een mail te sturen naar [email protected]. Bestellen Feest- en beeldmateriaal van de Jeugdboekenweek 2010 kan je bestellen bij Stichting Lezen via een bestelformulier. Dat verspreiden we in de loop van oktober naar scholen en bibliotheken. Online bestellen kan ook vanaf dan via www.jeugdboekenweek.be. Contact Heb je nog vragen ? Plan je een Jeugdboekenweekfeest in de bib ? Heb je meer informatie nodig over de boekenpakketten of de feestmaterialen ? Surf naar www.jeugdboekenweek.be, stuur een e-mail naar [email protected] of neem contact op met Griet Loix (03 204 10 05).
Suggestielijst boeken De werkgroep leesbevordering van locus stelde opnieuw een thematische boekenlijst samen, deze editie dus rond kinderrechten. In deze inspiratiegids wordt vaak verwezen naar de suggestielijst. Laat je door de lijst inspireren voor een thematafel, het spel Stapel op Rechten, de expo kinderrechten in de bib, opgehangen gedichten in de bib, een filmvoorstelling in de bib of het cultuur- of gemeenschapscentrum … De suggestielijst is opgedeeld in 9 categorieën. Bij iedere suggestie duidden we bovendien aan welke kinderrechten aan bod komen in de publicatie, zodat je het materiaal gericht kan kiezen en inzetten.
1. Tot 6 jaar (prentenboeken)
2. Eerste lezers
3. 6-9 jaar
4. 9-12 jaar
5. Strips
6. Informatieve boeken
7. Poëzie
8. Films
9. Luisterboeken
Je kan de suggestielijst downloaden op de pagina van de Jeugdboekenweek op de website van locus: www.locusnet.be.
Aan de slag met kinderrechten in de bib We starten deze inspiratiegids met een reeks tips over hoe je als bib kunt inhaken op een aantal van de kinderrechten. Achteraan de gids vind je een overzicht van de belangrijkste kinderrechten, met een bijbehorend woordje uitleg in volwassenen kindertaal.
Dichterspodium : ‘Een huis vol gedichten’ (leeftijd zelf te bepalen) 4 Kinderrechten algemeen
Shahrzad Hassassian won ooit met volgend gedicht de Unicef-poëzieprijs : Verhuizen is niet altijd fijn. Bij mij niet. Bij mij doet het pijn. De mooie plek die ik moet verlaten. En voor het andere plaats maken. Verhuizen is niet altijd fijn. Bij mij niet. Bij mij doet het pijn. Die plek. Waar ik jaren heb gewoond. Moet ik verlaten … Brengt dit je ook op het idee om een poëziewedstrijd rond het thema kinderrechten op poten te zetten ? • Stel een mapje samen met gedichten rond kinderrechten. Tips voor gedichten vind je in de boekenlijst van de werkgroep, de uitgeschreven gedichten zijn een bijlage bij die boekenlijst. • Richt een poëziehoekje in waar de jonge dichters handboeken vinden om zelf te leren rijmen en dichten. Kleed dit hoekje mooi aan met poëzieposters. • Zorg voor wat ruimte om een tentoonstelling te organiseren. Een dichterspodium kan ook doorgaan in het plaatselijke cultuur- of gemeenschapscentrum. • Vraag de deelnemers of ze een gedicht willen schrijven dat in het thema past. Inspiratie vinden ze in het mapje, of in de boeken in het poëziehoekje. Je kan de activiteit zelf begeleiden of een plaatselijke dichter of poëzieliefhebber aanspreken. • Laat de kinderen hun gedicht verwerken in een tekening, een poster, of laat hen er een collage met letters van maken. • Stel een tentoonstelling samen van de inzendingen. Een ‘deskundige’ jury, bijvoorbeeld de kinderen zelf, kan één of meerdere winnaars aanduiden. • Voor de prijsuitreiking kan je kiezen voor een heus dichterspodium, waar een selectie
van dichters in spe zijn/haar gedicht komen voordragen. De omkadering van dat podium kan komen van een echte dichter of de leerlingen van de afdeling Woord van de Academie.
Koppeltjes vormen 4 Kinderrechten algemeen
Kinderen koppelen kinderrechten aan boeken. Ze trachten in de boeken te achterhalen welk kinderrecht behandeld wordt en maken koppeltjes : welk boek hoort bij welk kinderrecht ? Hoe speel je het ? • Bepaal de leeftijdscategorie van de kinderen. • Op basis van de leeftijd van de kinderen kan je een reeks kinderboeken selecteren. De suggestielijst van boeken geeft je voldoende inspiratie. • Tracht boeken te selecteren waar één kinderrecht duidelijk aan bod komt. Dat vergemakkelijkt het voor de kinderen om duidelijke koppeltjes te vormen. • Je kiest zelf hoeveel koppeltjes er gevormd kunnen worden. • Maak twee tafels : één tafel met boeken en één tafel met kinderrechten. Voor de kinderrechten kan je een kopie van de verschillende posters van de expo gebruiken (zie hoofdstuk Expo in deze inspiratiegids), of je kan gebruik maken van de bijlage bij deze gids (p. 42) die de belangrijkste kinderrechten opsomt en uitlegt in kindertaal. Maak voor ieder kinderrecht een aparte a4. Bij de boeken kan je eventueel een korte inhoud toevoegen, zodat de kinderen sneller doorhebben over wat het boek precies gaat. • Speel het spel : kinderen vormen koppeltjes van kinderrechten en boeken. • Evalueer samen met de kinderen of de koppeltjes kloppen en laat de kinderen vertellen waarom ze dat boek aan dat kinderrecht koppelden.
Echt of fake 4 Kinderrechten algemeen
Kinderen onderscheiden echte rechten van valse rechten. Je zorgt voor een reeks echte en een reeks valse kinderrechten, opgehangen aan een prikbord of muur of op een tafel. De expo doorheen de bib (zie pagina … in deze gids) helpt de kinderen om te ontdekken welke de echte rechten en welke de verzonnen zijn. Je kan voor verzonnen rechten ook putten uit jeugdboeken : verhalen waar kinderen de meest onmogelijke dingen gedaan krijgen van volwassenen. Op die manier leg je ook de link met boeken, het blijft tenslotte Jeugdboekenweek.
Enkele voorbeelden van verzonnen rechten : • Kinderen mogen minstens één keer per maand naar de speeltuin. • Een belangrijk kinderrecht is het recht op luide muziek op de eigen kinderkamer. • Kinderen hoeven hun kamer niet op te ruimen. • Kinderen zonder broers of zussen hebben altijd voorrang. • Als kind mag je schelden wanneer je wilt. • Kinderen moeten dagelijks ontbijt op bed krijgen. • Afwassen is enkel voor volwassenen, kinderen hoeven dit niet te doen. Inspiratie uit jeugdliteratuur : • Als kind mag je jouw boterham zo dik maken als je zelf wilt (Tommie en de torenhoge boterham – Pieter Gaudesaboos) • Helemaal Floor !, Marjon Hoffman, Ploegsma, 2007. In dit boek staan 42 zelfverzonnen regels, vb. “Alle kinderen mogen zelf regels maken”.
Wereldwaterdag – 22 maart 4 Kinderrechten algemeen
In 1992 riepen de Verenigde Naties 22 maart uit tot internationale Wereldwaterdag. Sindsdien organiseren landen wereldwijd activiteiten op die dag om de aandacht te vestigen op de globale waterproblematiek. Wereldwaterdag valt tijdens de Jeugdboekenweek. Misschien vind je wel een invalshoek om literatuur te verbinden met water ? Organiseer op 22 maart 2010 bijvoorbeeld een literaire jeugdwandeling langs de waterlopen in jouw gemeente of stad. Op strategische plaatsen wordt een jeugdverhaal voorgelezen waar water een prominente rol in speelt. Of maak op die dag een thematafel met literatuur rond water, met fictie, non-fictie, artikels, foto’s … Voorbeelden van enkele jeugdboeken waar water een grote rol speelt : • Wild van water (5+), Dirk Nielandt, Abimo, 2008 • Alfred Jodocus Kwak, Herman Van Veen, De Fontein, 1991 • En wat nu (3+), Carl NOrac, De Eenhoorn, 2006 • Wangari en het geheim van de regen (5+), David Conway, De Vries-Brouwers, 2007
Pamflet 4 Kinderrechten algemeen
Schrijf een wedstrijd uit voor scholen en/of individuele kinderen waarbij ze naar analogie met de ‘betogende’ jongen op de affiche een eigen pamflet maken met slogan/slagzin over kinderrechten. Kies ervoor om een opkomst op 1 moment te organiseren of geef de mogelijkheid om de pamfletten apart in te dienen. Een jury kiest een kind of klas die de meest creatieve slogan of het meest eervolle pamflet in elkaar gestoken heeft.
Bibfamilie te kijk (3-12 jaar) 4 Recht om bij de eigen familie te zijn
Nodig alle kinderen uit om een foto van zichzelf naar de bib te brengen met daaronder een tekstje met naam en evt. leeftijd. Laat de kinderen ook opschrijven met welk personage uit de literatuur ze zich verwant voelen of met wie ze zich graag vergelijken. Het resultaat is een wand vol foto’s : de bibfamilie ! Bij deze wand hoort uiteraard ook een woordje uitleg over dit kinderrecht en de link met het thema van de Jeugdboekenweek (zie hoofdstuk “expo”). Spreek af dat op de binnengebrachte foto’s zeker de naam staat, zodat ze na een afgesproken periode terug afgehaald kunnen worden. De duur van de activiteit bepaal je zelf. Je kan al in de maand vóór de Jeugdboekenweek je oproep lanceren, of je kan er pas mee beginnen tijdens de Jeugdboekenweek en toekijken hoe de bibfamilie tijdens die twee weken groeit. Wat heb je nodig ? • Groot prikbord of vrije wand waar je met gekleurd papier of ander materiaal een kader maakt • Punaises of kleefband • Strooibriefjes met oproep tot deelname om activiteit bekend te maken Variatie : Laat het bibpersoneel ook een foto met commentaar ophangen, vraag gezinnen met welke ‘literaire’ familie ze zich verwant voelen …
Luisterplek in jouw bibliotheek ? (alle leeftijden) 4 Recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap
De bib is natuurlijk de plek bij uitstek om te gaan lezen. Op verschillende plekken zijn zitjes. Kinderen kunnen even kort een boek inkijken tussen de kasten, lekker een tijdschrift doorbladeren of even grasduinen in allerlei boeken aan de leestafel. Voor kinderen met een leesbeperking zijn vaak echter geen speciale voorzieningen in bibliotheken. Misschien hét moment om ook aan hen aandacht te besteden ?
•
•
•
•
•
Richt in de bib en hoekje in waar ze op een gezellige manier kunnen genieten van luisterverhalen. Zorg ervoor dat je enkele brailleboeken, luisterboeken en Daisy-boeken voor kinderen ter beschikking hebt. Biedt de mogelijkheid aan alle kinderen, maar vooral aan kinderen met een leesbeperking, als kennismaking met deze bijzondere manier van lezen. Stel een thematafel of tentoonstelling samen waar gewone lezers kunnen kennismaken met de verschillende materialen. Of organiseer een demonstratie van alternatieven voor het lezen. Vraag deze materialen eventueel aan via de Luisterpuntbibliotheek. Nodig een auteur of inspreker van boeken uit voor scholen voor blinden en slechtzienden, en scholen met dyslectische leerlingen. Laat kinderen met een leesbeperking zelf aan het woord. Geef hen de kans om aan leeftijdsgenootjes uit te leggen welke problemen ze ondervinden bij het lezen, of ze makkelijk leesmateriaal vinden en op welke manier zij lezen. Maak in ieder geval op voorhand afspraken met de leerkracht. Zorg voor een selectie van boeken voor verschillende leesniveau’s. Laat kinderen met leesproblemen kennismaken met een eenvoudige, handige truc bij het verkennen van boeken : “de vijfvingertest”. Het kind leest de eerste bladzijde van een boek en telt de moeilijke woorden op zijn vingers. Zijn het minder dan vijf vingers, dan is het boek geschikt. Meer dan vijf vingers betekent allicht wat te moeilijk. Stichting Lezen en de Luisterpuntbibliotheek openden in 2008 een Luisterleesplek in Laken. Ze is bestemd voor mensen met een leesbeperking, maar ook voor goedzienden die zich willen inleven in de wereld van blinden en slechtzienden. De leesplek kan volledig verduisterd worden tot een donkere kamer. Iedereen die zin heeft om kennis te maken met luisterlezen in het donker kan er terecht. Een bron van inspiratie ?
Luisterpuntbibliotheek De luisterpuntbibliotheek is er voor mensen die geen gedrukte boeken kunnen lezen. Zowel volwassenen als kinderen met een leesbeperking kunnen er terecht. Geïnteresseerden kunnen online gratis materialen bestellen. De collectie omvat bijna 14.000 Daisy-boeken en ongeveer 12.000 brailleboeken. Je vindt het volledige boekenaanbod in de catalogus, online raadpleegbaar op daisybraille.bibliotheek.be.
Wensboek of Wensboom 4 Recht op eigen mening, inspraak
Kinderen leren op een actieve en speelse manier hun rechten kennen in de bibliotheek. In een tentoonstelling raken ze vertrouwd met alle kinderrechten (zie hoofdstuk “expo”). Je kan ze leestips geven voor boeken waarin kinderrechten centraal staan, op basis van de boekenlijst van de werkgroep. Ze kunnen met de klas of in groep deelnemen aan het spel ‘Stapel-op-rechten’. Een heleboel rechten die dus aan bod komen. Je kan de jonge bezoekers ook echt de kans geven om hun eigen wensen in de bib bekend te maken. Kinderen kunnen hun wensen bijvoorbeeld opschrijven in het grote wensboek. Een andere mogelijkheid is om een ‘wensboom’ te planten of na te maken in de bib. Kinderen schrijven of tekenen hun wens op een blad papier en hangen ze op in een wensboom. Op het einde van de Jeugdboekenweek wordt het wensboek of een lijstje van de wensen uit de wensboom aan de burgemeester overhandigd. Probeer hem/haar te overtuigen om zoveel mogelijk wensen te laten uitkomen !
Dit is mijn bib 4 Recht op eigen mening, inspraak
Denk je aan een andere inrichting van de jeugdafdeling ? Kinderen hebben zeker hun eigen ideeën over hoe een droombibliotheek eruit moet zien. Geef ze tijdens de Jeugdboekenweek de kans om die ideeën zichtbaar te maken op een plattegrond van de jeugdafdeling. Maquette : Leg op een tafel een plattegrond van de huidige jeugdafdeling. Voorzie materiaal dat symbool staat voor rekken, balie, kussentjes … Legoblokjes, mini-kussentjes … zijn hier prima geschikt voor. De kinderen kunnen zelf met dit materiaal hun afdeling inkleden. Maak van elk ontwerp een foto en hang die foto’s aan een wasdraad in de jeugdafdeling. Ontwerp op papier : Maak vooraf op een groot stuk papier een plattegrond van de jeugdafdeling. Laat de kinderen zelf architect zijn en het plan invullen.
Weg met die huisregels ? 4 Recht op eigen mening, inspraak
Kinderen moeten zich overal plooien naar de regeltjes … Thuis, op school, en natuurlijk ook in de bib. Misschien hebben ze zelf wel ideeën om die huisregels te veranderen zodat de bib nog leuker, cooler wordt ? Maak een sjabloon waarin de kinderen een eigen bibreglement kunnen formuleren. Verzamel de kinderhuisregels op een prikbord. De leukste én haalbare regels kan je na de Jeugdboekenweek natuurlijk overnemen in je eigen huisregels. Kinderen aan de macht !
Kindergemeenteraad 4 Recht op eigen mening, inspraak
Wanneer er een Kindergemeenteraad is in jouw gemeente of stad, is de Jeugdboekenweek het uitgelezen moment om hen te betrekken bij de bib. Enkele ideeën : • Nodig hen uit in de bib en laat hen de jeugdafdeling ‘keuren’. Nodig hen uit om suggesties te doen over hoe zij de jeugdafdeling zouden willen inrichten. • Geef de Kindergemeenteraad onderdak voor een bijeenkomst in de bib, tijdens de Jeugdboekenweek. De bib kan uiteraard mee op de agenda geplaatst worden : suggesties voor de collectie, voor de inrichting, voor een activiteit in de bib … Of vraag aan de Kindergemeenteraad om een volledige vergadering aan de bib te wijden. Maak er een echt inspraakmoment van. De jeugddienst is een noodzakelijke partner. Vaak begeleiden zij de werking van de Kindergemeenteraad. • Organiseer een rondleiding in de bib voor de verkozenen van de Kindergemeenteraad. Vertel over de extra aandacht voor kinderrechten tijdens de Jeugdboekenweek. Sta extra stil bij het kinderrecht ‘inspraak en participatie’ en maak duidelijk dat dit zeker in de bib van toepassing is. Vertel bijvoorbeeld over de Kinder- en Jeugdjury. Ontvang hen als waren het koningen en ministers. • Een activiteit met de Kindergemeenteraad is gesneden koek voor lokale persmedewerkers. Verwittig hen vooraf over wat er te gebeuren staat en nodig hen uit. Jouw kans op een artikel met foto in de lokale edities van de kranten zal groot zijn. • Vaak organiseert de Kindergemeenteraad zelf activiteiten voor kinderen. Bied de diensten van de bibliotheek aan en nodig hen uit om na te denken over een activiteit in en/of met de bib. • Maak een alternatief huldigingsbordje voor de komst van de Kindergemeenteraad, naast het oprichtingsbord of de steen van de opening van de bib. Een lint dat doorgeknipt wordt, maakt het plaatje helemaal compleet. PRAKTIJKVOORBEELDEN KINDERPARTICIPATIE
Bibliotheek Essen :
De bib van Essen organiseert 4 bijeenkomsten per jaar om kinderen vanaf het 4de leerjaar tot en met het middelbaar meer te betrekken bij onder meer de inrichting van de kinderen jeugdafdeling, de planning van de ‘jeugdboekenmaand’ en om de promotie naar de scholen te bespreken. Bibliotheek Eeklo :
In Eeklo riep de bib gedurende een poos een kindergebruikersraad in het leven. Dit waren vooral actieve bibliotheekbezoekers van 12 tot 14 jaar die via de Kinderen jeugdjury gerekruteerd werden. Een medewerker van de bib begeleidde deze kindergebruikersraad en organiseerde samen met de kinderen een aantal activiteiten (vb. de nacht van de bib).
Bibliotheek Veurne :
De bibliotheek van Veurne betrok enkele jaren terug een volledig nieuw gebouw. Bij de inrichting van dat gebouw werden kinderen bevraagd over hoe zij de nieuwe kinderen jeugdafdeling zouden inrichten. Er werd een wedstrijd georganiseerd voor kinderen van de basisscholen waarbij ze een tekening konden maken en vragen beantwoorden. De bibliotheek ontving uiteindelijk 100 inzendingen waarbij enkele tekeningen werden bekroond. De architect hield rekening met de input van de kinderen. Bibliotheek Bornem : Tienerparticipatie
Het cultuurcentrum en de bib van Bornem hebben samen plannen voor een verbouwing. Een architectenbureau tekent hier de plannen voor uit. Ze willen graag rekening houden met de gebruikers van het gebouw. Daarnaast is één van strategische doelstellingen uit het cultuurbeleidsplan “jongeren participeren vlot aan het Bornemse cultuurleven”. Dit zijn grondige redenen om tieners te bevragen over het huidige cultuurcentrum en bib en hun wensen naar de toekomst. Onder begeleiding van een coach van Kind & Samenleving gaan ze van start. Een vragenlijst over de huidige situatie en over toekomstwensen wordt opgesteld. Twee stagiairs (1 van de bib en 1 van de jeugddienst) nemen de interviews af bij de tieners op verschillende plaatsen (in de bib, in het cc, op de jaarmarkt, op de speelplaats, …) en verwerken ze, met hulp van Kind & Samenleving. Op deze manier worden aanbevelingen geformuleerd naar het architectenbureau, die er bij het opstellen van het ontwerp rekening mee houden. Uitgewerkt : participatieproject kinderbibliotheek Leuven :
Halfweg 2000 verhuisde de bibliotheek van de Vanderkelenstraat naar Tweebronnen. Alle afdelingen werden opnieuw ingericht, behalve de jeugdafdeling. Niet omdat ‘jeugd’ niet belangrijk is, wel omdat de bib samen met hen aan de slag wou. Het opzet was een Leuvense kinderbibliotheek die anders is dan een ‘grote-mensen-bibliotheekop-kindermaat’. Daarom wilde de bib vooraf van de kinderen vernemen hoe hun droombibliotheek eruit ziet. Het project verliep in samenwerking met de kinderen van de Leuvense lagere scholen en duurde ongeveer 3 jaar. In een eerste fase (september 2000-februari 2001) werden de kinderen in de klas aan het werk gezet. In brieven, tekeningen en maquettes beschreven zij hun ideale kinderbib. Deze werken werden tentoongesteld en samen met architecten bestudeerd. Hieruit kon de bib een aantal elementen halen die telkens terug kwamen : Vb. themaopstelling, een spelelement, veel kleur, ingang van de kinderbib, multimedia, … In mei 2001 werden de klassen uitgenodigd om, onder begeleiding van architecten, bepaalde elementen verder uit te diepen tijdens een workshop. Dit was de tweede fase.
Hieruit destilleerde de bib specifieke eisen voor de nieuwe kinderbib : Een soort welkom/ingang/overgang tussen de volwassenenafdeling en de kinderbib 2. Een infobalie tussen de 2 vleugels van de kinderbib 3. Boekenrekken ! 4. Een afgebakende lees- of voorleeshoek 5. Ontmoetingsruimte 6. Themasferen (vb. Griezelhoek, liefde, humor, sprookjes, …) Misschien een ruimte waarin we regelmatig van thema kunnen veranderen ? Een flexibele ruimte ? 7. Signalisatie/aanduiding/pad naar de kinderbib (door de volwassenenafdeling) en signalisatie binnen de kinderbib 8. Een plek voor de kleuters/peuters, een plek voor 7- tot 12-jarigen, een jongerenhoek, zizo-ruimte met studiemogelijkheden … 9. Verduisterbare ruimte (voor dia’s, video, …) met mogelijkheid tot het dimmen van licht. 10. Gebruik van een soort krijtwand tegen de muur als prikbord, om te tekenen, … 11. Een spelelement verwerkt in één van bovenstaande punten. Vb. in de boekenrekken, de opstelling, …
1.
In een derde fase (schooljaar 2001-2002) ging de bib met al deze gegevens naar de interieurschool van Mechelen. Zij gaven hun leerlingen de opdracht om concrete plannen te maken. De resultaten waren heel divers, de ene nog leuker dan de andere. De klassen werden opnieuw uitgenodigd om hun mening te geven aan de studenten. Vanuit al deze ervaringen kon de bib nu starten aan de concrete uitwerking van de nieuwe kinderbib. In deze vierde fase (schooljaar 2002-2003) waren de kinderen niet rechtstreeks betrokken. Bij de toewijzing van het architectenbureau liet de bib zich bijstaan door enkele architecten van de interieurschool van Mechelen. Zij waren zeer intens bij het project betrokken, kenden goed de mening van de kinderen en konden hier mee over waken bij de toewijzing. Het architectenbureau dat uiteindelijk voor de inrichting zorgde was ook betrokken bij de workshops in de tweede fase. Ongeveer 800 kinderen werkten mee aan de realisatie van hun eigen kinderbib.
Kinder- en jongerenparticipatie en cultuur 4 Jouw initiatief verdient een bredere bekendheid
Kinder- en jongerenparticipatie krijgt heel wat aandacht, ook in de cultuur- en de bibliotheeksector. Maar de kleine (pittige) initiatieven en zelfs de grote (ambitieuze) aanpak houdt zich wat verborgen. De initiatieven verdienen een bredere bekendheid. Daarom spoort het Vlaams Netwerk Kindvriendelijke Steden in samenwerking met locus momenteel goede ervaringen op om ze te bundelen en breder bekend maken (via een publicatie en een studiedag) zodat heel
Vlaanderen ervan kan genieten.
Heb je bij de opstelling van het cultuurbeleidsplan kinderen en/of jongeren bevraagd? Krijg je wel eens feedback van hen over de programmatie, de inrichting van bib, cultuur- of gemeenschapscentrum ? Worden er in jouw gemeente initiatieven genomen om kinderen en jongeren aan het woord te laten over cultuur ? Laat het ons weten ! Op de website www.locusnet.be vind je de projectoproep (met extra info) en de invulfiche. We verwachten geen uitvoerige beschrijving. Het opgeven van coördinaten en enkele basisgegevens is voldoende. Medewerkers van het Netwerk zullen je contacteren voor een kort interview over jouw good practice. Hartelijk dank alvast voor de medewerking !
Kikker en vreemdeling (Max Velthuijs) 4 Recht op gelijke behandeling
Een activiteit voor kleuters en de jongste groepen bijzonder onderwijs. Het boek ‘Kikker en vreemdeling’ van Max Velthuijs vormt het uitgangspunt. Kinderen worden verwelkomd, een bibmedewerker leest het verhaal voor. Nadien wordt het verhaal besproken en worden de vooroordelen over de rat en de vreemdeling in het verhaal opgesomd. Samen denk je na rond anders zijn en de eigen identiteit, en bedenk je scheldwoorden en troetelnamen. ‘Dit ben ik’ : de kinderen, de juf en de jeugdbibliothecaris maken een kleurrijke presentatie van zichzelf. ‘Dit is ons klasje’ : je groepeert de presentaties op een uithangbord of waslijn, speurt onderlinge verschillen op en spoort de kinderen aan tot verdraagzaamheid tegenover elkaar. Afronden kan met een ander verhaaltje rond het thema. Dit is een activiteit die je volledig uitgewerkt terugvindt in de inspiratiegids van de Jeugdboekenweek 2003, maar die perfect past in het thema van dit jaar. Je vindt deze gids nog altijd op de website van locus: www.locusnet.be.
‘Elmer’ (David MacKee) 4 Recht op eigen mening, inspraak
Elmer is een olifantje dat anders is dan de andere olifanten. Alle olifanten zijn grijs, Elmer is een veelkleurige lapjesolifant en verschilt dus erg van zijn speelkameraadjes. De boekjes over Elmer (ondertussen verschenen heel wat titels) zijn bijzonder leuk om mee aan de slag te gaan met kinderen rond het thema “anders zijn”. Ook deze activiteit vind je uitgewerkt terug in de inspiratiegids van de Jeugdboekenweek 2003 op www.locusnet.be.
Leesdagboek 4 Recht op privé-leven
Veel kinderen houden een geheim dagboek bij. Angstvallig proberen ze hun schrijfsels verborgen te houden voor hun ouders en de buitenwereld. Misschien willen ze hun leesleven ook wel noteren in hun dagboek ? Soms vinden ze een boek heel mooi, soms is het triest, soms hebben ze gelachen maar dikwijls hebben boeken hen aan het denken gezet. Veel kinderen willen die ervaring delen, anderen houden ze misschien liever voor zichzelf ? Doorheen de jaren verzamelen ze in hun dagboek alle boeken die ze tijdens hun leesleven hebben leren kennen. Zo kunnen ze later terugkijken op zoveel mooie, ontroerende uren leesplezier. Maak een formulier waarop kinderen alle gegevens kunnen noteren. Zo kunnen ze het makkelijk kleven in hun dagboek. Wat moet er zeker ingevuld worden ? Titel, auteur, illustrator, datum en plaats, wat ze ervan vonden, eventueel wat ruimte voor een tekening en natuurlijk hoeveel punten het boek verdient in hun ogen. De kinder- en jeugdjury stelt dit jaar ook een leesdagboek voor. Kijk op www.kjv.be voor meer inspiratie.
Literaire wereldmaaltijd voor kinderen 4 Recht op gezonde voeding, water, kleding, onderdak
Een Wereldmaaltijd biedt een concrete mogelijkheid om in een informele sfeer en op smakelijke wijze met leeftijdsgenootjes van gedachten te wisselen over de wereldvoedselverdeling. De Wereldmaaltijd laat zien dat er meer dan genoeg voedsel is voor iedereen, wanneer je het juist aanpakt. Op basis van cijfers van de FAO, de voedsel- en landbouw-organisatie van de Verenigde Naties, heeft Stichting WereldDelen berekend wat iedere wereldbewoner elke dag zou kunnen eten als de wereldvoedselproductie gelijk verdeeld zou zijn. Deze hoeveelheid voedsel wordt De Wereldmaaltijd genoemd. In de Wereldmaaltijd is geen vlees opgenomen. Dat is niet zonder reden. De productie van vlees zorgt namelijk voor een enorme verspilling van voedsel. Ook vis is niet opgenomen in de Wereldmaaltijd. De hoeveelheid vis per hectare mindert namelijk door de overbevissing. Een deel van de vis die we eten, komt bovendien uit de aquacultuur. Eveneens een verspilling van voedsel en energie. Een vegetarische wereldmaaltijd bestaat per persoon per dag uit : • 251 gram tarwe • 250 gram rijst • 284 gram maïs • 61 gram gerst • 71 gram andere granen • 141 gram aardappelen • 166 gram knol- en andere wortelgewassen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
84 gram sojabonen 25 gram andere peulvruchten 369 gram groenten 213 gram fruit 15 gram noten 76 gram suiker en zoetstoffen 3 gram specerijen 45 gram plantaardige olie 267 gram melk 27 gram eieren
Alternatief : een literaire wereldmaaltijd met fair trade-producten. Of een maaltijd in samenwerking met inwijkelingen uit diverse continenten met producten uit die windstreken. Meer informatie over het organiseren van een Wereldmaaltijd, relevante feiten en cijfers met betrekking tot de wereldvoedselsituatie, placemats en posters vind je op www.wereldmaaltijd.nl. Aan de slag : Kies een woensdag- of zaterdagmiddag. Doe een oproep onder de jeugdleden en ouders van de bib wie mee wil helpen aan de Wereldmaaltijd. Maak op een bijeenkomst vooraf samen met ouders en kinderen afspraken over de taakverdeling voor de organisatie van de activiteit. Zorg ervoor dat je voldoende helpende handen hebt, de ouders zien het misschien wel zitten om mee te koken ? Of op te dienen voor de kinderen ? Nodig een jeugdauteur uit voor de literaire noot. Bespreek de volgorde van de activiteit, bijvoorbeeld : • aankomst met muziek • welkomstwoord + uitleg over de wereldmaaltijd • verloop van de avond • soep • literair intermezzo • hoofdgerecht • literair intermezzo • dessertje • gedicht of korte, toepasselijke tekst • koffie, thee + informeel napraten over de maaltijd Zoek samen met kinderen en/of ouders in kookboeken naar geschikte recepten waarin bovenstaande ingrediënten verwerkt kunnen worden. Wanneer je niet beschikt over de middelen om de wereldmaaltijd in de bib te organiseren, kan je samenwerken met andere partners (cultuur- of gemeenschapscentrum, school, andere gemeentelijke diensten …).
Ontbijtactiviteit 4 Recht op gezonde voeding, water, kleding, onderdak
Neem een prenten- of geïllustreerd leesboek waar voeding centraal staat, als uitgangspunt. Vb. Ik zou wel een kindje lusten (Sylviane Donnio, Gottmer, 2005), Doppertjeslijm (Susan Chandler, Elena odriozola (illustr.), De Eenhoorn, 2006), De ongelooflijk bijzondere boekeneter (Oliver Jeffers, Pimento, 2009). Lees en bekijk samen met een groep kinderen het verhaal. Vertel dat gezonde voeding belangrijk is. Wat kies je als ontbijt ? Welke smaken zijn lekker ? Biedt zelf een gevarieerd ontbijt aan in mini-porties. Vb. choco, mosterd, honing, frambozen, worst, … Je kan kinderen smaken laten combineren (mosterd met choco bijvoorbeeld). Je kan ze smaken laten uittesten en zoeken naar de lekkerste smaken. Of maak een ontbijt met ingrediënten en bereidingen vanuit de hele wereld. Tips voor ‘literaire hapjes’ ter ondersteuning van literaire activiteiten 1. Kies een aantal literaire ingrediënten aangepast aan een thema Bijvoorbeeld : letters, woorden, titels van boeken, citaten, verzen, covers van boeken, logo’s van projecten, illustraties … 2. Combineer ze met eetbare ingrediënten Bijvoorbeeld : suikerletters, snoepletters, chocoladeletters, verpakt snoepgoed, … eventueel verpakken in pergamijnzakjes, plastiekzakjes, kalkpapier, … of voorzien van een wikkel, een sticker … 3. Enkele voorbeelden van combinaties : Individueel verpakte chocolaatjes voorzien van een wikkel met een gedicht of een citaat. In een sigarenkoekje een opgerold papiertje met een gedicht of citaat stoppen …
Multimediale speurtocht Anne Frank (12+) 4 Elk kind heeft recht op bescherming tegen oorlog.
Anne Frank wordt werd wereldberoemd met haar dagboek ‘Het Achterhuis’ waarin ze haar wedervaren als onderduikster tijdens de Tweede Oorlog beschrijft. Maar ‘Het Achterhuis’ is ook gewoon het dagboek van een meisje dat groot wordt, en in benarde omstandigheden haar eigen identiteit probeert te vinden. In deze activiteit maken de jongeren een multimediale speurtocht door de bib en leren ze het leven en werk van Anne Frank kennen. Opgelet, dit is een 12+-activiteit. De volledige uitwerking vind je terug in de inspiratiegids van 2003 : www.locusnet.be.
Stapel op Rechten Bibspel vanaf 8 jaar Het bibliotheekspel is een stevige klassieker tijdens de Jeugdboekenweek. We ontvingen heel wat goede reacties op het spel van vorig jaar, Stapel op Boeken, dat in vruchtbare aarde viel bij klasjes en bibliotheken. We behouden al het goede van Stapel op Boeken en verrijken dit met de invalshoeken op het thema van dit jaar : kinderrechten. We doopten het spel ‘Stapel op rechten’. Kinderen verzamelen nu rechten in plaats van boeken. Het spelbord met de losse tegels blijft behouden. Dat kan je dus hergebruiken. Is jouw spelbord versleten of door omstandigheden zoek geraakt, dan kan je het nog bijbestellen via de bestelbon op de website van locus www.locusnet.be. De werkgroep leesbevordering werkte een nieuwe suggestielijst uit voor opdrachten bij het spel, toegepast op kinderrechten en jeugdliteratuur waar deze rechten in voorkomen. Er werd bovendien een nieuwe (zesde) categorie opdrachten toegevoegd. Die opdrachten kunnen opgelost worden met informatie die in de expo terug te vinden is (zie hoofdstuk “expo”). Op die manier krijgt het spel helemaal een nieuwe dimensie. Voor die opdrachten is er een nieuwe reeks speltegels. Je ontvangt per speldoos van vorig jaar 10 extra kinderrechtentegels. Hieronder herhalen we de opbouw en voorbereiding van het spel, met de nieuwe insteken rond kinderrechten. Duur Je bepaalt de duur van het spel volledig zelf. Voor de inleiding trek je best minstens een kwartiertje uit. Voor het eigenlijke spel is 45 minuten toch gauw het minimum. Afhankelijk van de groep zal een vol uur spelen misschien al wat lang zijn. In elk geval kan je je helemaal richten op de mogelijkheden van jouw gasten. Opzet Een tocht langs het spelbord met losse speelvlakken leert kinderen de bib kennen. De vragen en opdrachten doen de kinderen geregeld nadenken over de rechten die ze als kind hebben, vooral wanneer je de extra tegels en bijhorende opdrachten inschakelt die verwijzen naar de expo. Werpend met de dobbelsteen wippen ze van vakje tot vakje en ‘winnen’ ze kinderrechten wanneer hun antwoord juist is of de opdracht goed uitgevoerd. Of je opteert er opnieuw voor om boeken te verzamelen, wanneer dit de succesfactor was in jouw bib. Soms moeten ze een boete betalen of een kinderrecht of boek inleveren en wordt hun stapel rechten/boeken terug kleiner. Of ze rusten even uit in de leeshoek, net zoals dat ook in de bib het geval is. De winnaar is de groep die na een vooraf bepaalde tijd – er is geen echt eindpunt aan het spelbord – de hoogste stapel heeft.
Kies je voor rechten, dan kan je die visualiseren door bijvoorbeeld een stapel (schoenof boeken)dozen te beplakken met informatie over kinderrechten. Iedere doos vormt een kinderrecht. De winnaar heeft de hoogste toren kinderrechten. Je kan variëren met een verzameling voorwerpen die kinderrechten symboliseren (zie hoofdstuk ‘inkleding’ in deze gids). Aan ieder voorwerp hang je een briefje om te verduidelijken over welk kinderrecht het gaat. Je kan uiteraard opnieuw een stapel afgevoerde boeken gebruiken en de covers beplakken met info over kinderrechten. Een tip voor wie plaatsgebrek heeft : verklein covers van boeken (of kinderrechten-platen uit de expo) en print die op kaartjes. Die kaartjes worden aan een lint gehangen, opnieuw zo veel mogelijk. Of druk de posters van de expo verkleind af. Benodigdheden Speelvlakken en opdrachten De speldoos van vorig jaar bevat 50 speelvlakken en de korte spelhandleiding. Wellicht is het handig om deze bijgewerkte handleiding opnieuw af te drukken en in de doos te stoppen voor referentie achteraf. Het spelbord wordt dit jaar verrijkt met een zesde type speelvlak opgebouwd rond ‘kinderrechten’. Deze 6de tegel wordt in veelvoud, volgens het aantal spellen dat je ontving en bijbestelde vorig jaar, gratis meegeleverd in het pakket dat je ontvangt begin januari. Dit zijn de verschillende soorten speelvlakken :
Pech-of-geluk (onmiddellijk een recht/boek ontvangen of inleveren) • De bib van A tot Z (leert de spelers de belangrijkste principes van het bibliotheekreglement kennen) • Boeken ! ? (weet- en opzoekvragen over boeken, schrijvers en kinderrechten) • Actie ! (opdrachten) • De Leeshoek (rustpunt en tegelijk startvakje) • Kinderrechten (vragen waarvan de antwoorden terug te vinden zijn in de expo ‘kinderrechten in de bib’). •
Deze speelvlakken verwijzen naar de kaartjes met concrete vragen en opdrachten. Er zijn 30 opdrachten per categorie. Selecteer er een aantal uit waarvan je denkt dat ze het meest geschikt zijn voor de groep die je ontvangt (leeftijd, dynamiek …). Neem op voorhand de vragen zeker even door. Tip : je kan de vragen en opdrachten over kinderrechten ook gebruiken buiten het spel, voor kinderen die individueel de expo in de bib bezoeken. De opdrachten moet je zelf dubbelzijdig afdrukken en snijden. Wanneer je printpapier met dezelfde kleuren als de corresponderende speelvlakjes gebruikt, is de link tussen beide meteen duidelijk. Je vindt de opdrachten op de website van locus www.locusnet.be. Er is bovendien een vel blanco opdrachten per categorie, zodat je er zelf nog kan verzinnen.
Voor de opdrachten geldt, net zoals voor de handleiding : bewaren voor de toekomst, bij voorkeur digitaal. Je hebt een dobbelsteen nodig, liefst één van groot formaat. Je hebt evenveel pionnen nodig als er groepjes zijn. Groepjes van zo’n 5 kinderen zijn wellicht het best, dus het aantal pionnen stem je best af op de grootte van de klassen. Je kan om het even welk voorwerp gebruiken als pion. Het is leuk wanneer je datzelfde of een gerelateerd voorwerp in serie afdrukt op adresetiketten en elk groepslid een etiket met de ‘totem’ van de groep opkleeft. Een tip voor een pion : beplak plastic flesjes met gekleurd papier, details uit de affiche, of iets anders dat de groep kenmerkt. Zo heb je snel originele en stevige (wanneer je ze vult met water of zand) pionnen.
•
•
•
•
Voor de opdrachten heb je wat teken- en knutselmateriaal nodig : ook hier kan je best de selectie van actie !-opdrachten en materiaal op elkaar afstemmen. Je voorziet minimaal een teken- en knutseltafel met een set kleurstiften, potloden, wasco’s, … enkele balpennen schrijf- en tekenpapier een vijftal (kinder-)schaartjes De boeken die je nodig hebt voor de opdrachten zijn aangeduid in de boekenlijst met een ✂. Natuurlijk hangt de effectieve lijst een beetje af van welke opdrachten je zelf selecteert. Heb je een boek niet in je collectie of is het uitgeleend en heb je het niet op tijd kunnen recupereren : verwijder de betreffende opdracht gewoon uit het spel. Met de blanco opdrachten kan je ook makkelijk een ander boek in de plaats gebruiken. Sommige boeken moeten aanwezig zijn maar blijven in het rek op hun plaats. De kinderen moeten ze immers opzoeken zodat ze de basisprincipes van het plaatsingssysteem spelenderwijs onder de knie krijgen. Ze zijn aangeduid in de boekenlijst met een . Misschien geef je ze ook best een subtiel rugkenmerk, zoals een stickertje (Stichting Lezen biedt rugstickertjes met logo van Jeugdboekenweek aan), om ze te herkennen als ze in de drukte van het spel op een verkeerde plaats gezet worden. De andere boeken plaats je best apart op of in de buurt van de tekentafel. Bepaal de tijd waarbinnen het spel afgelopen is. Je kan dit goed aangeven door een wekker te voorzien. De kinderen kunnen de opdracht rustig afwerken wanneer de wekker afgaat en groep per groep terug verzamelen voor de afronding.
Voorbereiding Suggereer aan de leerkrachten om voor het bezoek aan de bib in de klas te werken rond boeken of rond het thema van de Jeugdboekenweek. Inspiratie daarvoor kan men vinden in de Lestips van Stichting Lezen (op www.jeugdboekenweek.be). Je kan de speltegels in een grote cirkelvorm op de grond leggen, maar je kan ze ook iets verder uiteen spreiden en ze slingerend doorheen de bib laten kronkelen, afhankelijk van de ruimte die je ter beschikking hebt. Je hebt dan iets minder overzicht over de verschillende activiteiten maar de groepjes storen elkaar ook minder en je kan ze door verschillende afdelingen van jouw bib leiden. Het makkelijkst is om de kaartjes telkens in dezelfde volgorde te leggen : pech-of-geluk, bib, boek, creatief, leeshoek, kinderrecht, pech-of-geluk, bib, boek …
Selecteer de opdrachten en druk ze af. Als je wil, kan je er met het blanco sjabloon nog extra verzinnen op maat van jouw doelgroep, bibliotheek en collectie. Veel vragen zijn dupliceerbaar, eenvoudigweg door ze toe te passen op een ander boek, dus ga je gang. Houd je wel de link met het thema in het oog ? Snijd de kaartjes op A6-formaat en leg ze per soort op zes stapeltjes. Zorg ervoor dat de stapeltjes altijd goed bereikbaar zijn, dus best niet in het midden van het speelvlak. Voorzie voldoende begeleiding. Natuurlijk hangt dit nauw samen met de grootte en leeftijd van de groep. Regelmatig wordt in de opdrachten verwezen naar een begeleider. Handig is dat deze niet noodzakelijk op de hoogte moeten zijn van het spel. Schakel de leerkracht dus gerust in. Wanneer je effectief werkt met begeleiders die het spel en de opdrachten niet kennen, voorzie dan een blad waarop de correcte antwoorden aangeduid staan. Deze zijn te vinden op het overzicht van vragen dat je hier kan downloaden. Zorg voor een teken- en knutseltafel, leg de benodigde boeken klaar. Onthaal Verwelkom de kinderen in de bibliotheek. Het is best handig ze meteen in groepjes in te delen en ze al een mascotte/pion toe te wijzen, eventueel met bijbehorend symbooletiket. Of beter nog : laat de leerkrachten voor het vertrek naar de bib de groepjes indelen, dat spaart tijd, brengt de kinderen meteen in de stemming en laat je toe meteen van start te gaan.
Vertel over de aanleiding van het bezoek : het is Jeugdboekenweek ! Houd een kort gesprekje over het thema Recht op Boeken en zet expliciet de link met de bib in de verf. Je kan het volgende doen :
•
•
•
•
•
•
Het lijkt evident om de boeken te lezen die je graag leest, maar niet alle kinderen hebben die luxe. Door armoede, oorlog, een verbod op sommige boeken … blijven de mooiste boeken soms onbereikbaar voor kinderen. In de Bib kan je echter gratis jouw lievelingsboeken lenen en inruilen voor een nieuw lievelingsboek. Recht op boeken heeft te maken met meerdere kinderrechten (recht op informatie, vrije tijd, onderwijs …). Leg uit wat een kinderrecht is : “hetgeen je mag doen en mag hebben als kind, zonder dat je er eerst iets anders voor hoeft te doen. Rechten heb je gewoon.” Vraag aan de kinderen aan welke rechten ze zelf denken. Hier is het goed om de bijlage bij deze inspiratiegids bij de hand te hebben waar de kinderrechten op een toegankelijke manier voor kinderen worden toegelicht. Toon de kinderen misschien al eens kort de expo rond kinderrechten in de bib (zie hoofdstuk Expo). Een aanvulling hierop is om in dezelfde toegankelijke taal te vertellen welke kinderrechten aan bod komen in de Bib. Zie de bijlage bij deze inspiratiegids. Vele boeken gaan over de avonturen van kinderen waarbij ze hindernissen, slechteriken, valstrikken … ontmoeten. Vraag de kinderen naar een boek of verhaal waar ze aan denken. En tracht met hen aan te vullen welke kinderrechten aan bod komen in dat boek of verhaal. Ook hier komt de bijlage met kinderrechten goed van pas. Vraag aan de kinderen welke speciale rechten ze zouden willen hebben in de bibliotheek. Na dit kringgesprek geef je de kinderen een korte rondleiding in de bib. Zeg dat ze de opdrachten straks gemakkelijker zullen kunnen oplossen als ze weten wat ze waar moeten zoeken. Maak hen wegwijs in de afdelingen waar ze straks de antwoorden kunnen vinden : verhalende boeken, weet- en doeboeken, stripverhalen, prentenboeken, de computerruimte. Toon hen waar ze informatie op het internet kunnen zoeken en geef ze indien nodig een beknopte instructie over zoeken in de catalogus.
Het spel Elk groepje plaatst zijn pion op een Leeshoekje naar keuze en ontvangt een beginkapitaal aan boeken of rechten. Op die manier worden vroege pechkaarten opgevangen. Het eerste groepje gooit met de dobbelsteen of gebruikt het dobbelboek (zie varianten en suggesties) en gaat dat aantal vakjes vooruit. Het vakje waarop de pion terechtkomt, bepaalt de categorie waaruit een kaartje getrokken wordt.
De opdracht wordt vervolgens door de hele groep uitgevoerd. Sommige opdrachten vergen wat meer begeleiding dan andere, sommige zijn snel afgelopen, andere nemen dan weer wat meer tijd in beslag. Zorg dat alle groepjes aan de beurt zijn gekomen voor het eerste terug met de dobbelsteen mag werpen. Wanneer de leerkracht het spel mee
begeleidt, kan je dit flexibeler laten verlopen en ieder groepje opnieuw aan de beurt laten wanneer een opdracht voltooid is. Wat we leerden uit de ervaringen van vorig jaar, is dat je binnen een groepje best niet te veel knutselvragen of leeshoekjes na elkaar laat uitvoeren, omdat die meer tijd kosten. In dat geval kan je het groepje een nieuwe kaart laten trekken. Als je merkt dat een groepje strop zit met een vraag, steek dan gerust een handje toe. Je kan de kinderen best de opdracht laten bewaren tot ze hem afgerond hebben. Andere mogelijkheden : laat ze de opdrachten bewaren bij hun stapel tot het einde van de opdracht of het spel. Of stel per groep een materiaalmeester aan. Het spel eindigt bij het rinkelen van de wekker. Varianten en suggesties • Je hoeft niet noodzakelijk een echte dobbelsteen te gebruiken, je kan ook een dobbelboek nemen : een willekeurig boek, liefst passend in het thema en met mooie illustraties, lekker veel bladzijden en -het allerbelangrijkst- pagina-aanduiding onderaan de bladzijden. Het boek wordt opengeslagen op een pagina, en het volgnummer van de linkerpagina wordt opgeteld. Bijv. blz. 284 → 2 + 8 + 4 = 14 → 1 + 4 = 5 • Niet iedereen hoeft de hele tijd dezelfde richting uit te gaan : je kan de kinderen bij elke worp zelf laten beslissen waarheen ze de pion verplaatsen. Zo hoeft het spelbord ook niet aaneensluitend in een cirkel gelegd te worden. Wanneer je het laatste vakje bereikt hebt, ga je eenvoudigweg terug de andere kant op. • Maak op het einde foto’s van de stapels rechten met de groepjes en hang ze op in de bib. Op die manier heb je iets tastbaars dat nablijft. Kinderen vinden het ook leuk als ze later terugkomen in de bib en ‘hun’ stapel rechten er te zien is. Je kan de uitdaging ook stellen aan de hele klas : samen een zo groot mogelijke stapel bouwen. • Is de ruimte beperkt, dan kan je ook andere beloningen voorzien. Houd je het graag eenvoudig, maak dan ‘kinderrechten’ in verschillende coupures naar analogie van het monopoly-geld. Of geef er een leuke draai aan en bedenk een alternatief spelelement. Verander dan wel zeker de tekst over de te winnen rechten of boeken op de opdrachten.
•
•
Enkele ideeën : Geef de kinderen voor elke goed uitgevoerde opdracht een punt en voor elke vijf punten een stukje van een kortverhaal. Wanneer ze alle fragmenten verzameld hebben, kunnen ze het oorspronkelijke verhaal reconstrueren. Of ze maken er iets heel geks van, natuurlijk. Neem een puzzel die goed past binnen het thema. Geef ze volgens hetzelfde systeem een stukje voor elke goed uitgevoerde opdracht. Laat ze wanneer alle stukjes uitgedeeld zijn klassikaal de puzzel maken. Of geef elke groep stukjes uit een andere puzzel : de groep die eerst kan raden welke figuur of welk verhaal op hun puzzel afgebeeld staat, is de winnaar. Het spel hoeft daarmee niet afgelopen te zijn : ze kunnen nog doorspelen
•
•
•
om stukjes voor de andere groepen te verzamelen. Je bewaart best de puzzelstukjes in een doos met de ‘totem’ van elke groep erop, anders zou je wel eens in de war kunnen geraken. Speel je het spel niet al te vaak en heb je een budget voor prijsboeken, creëer dan een startvakje. Elke keer wanneer een groepje het startvakje passeert, krijgen ze een prijs voor de klasbibliotheek. Geef ze een punt voor het passeren van het startpunt of de leeshoeken. De kinderen uit de groep met het hoogste aantal punten bij het rinkelen van de wekker krijgen elk een prijsboek. Stel een vlot haalbaar aantal punten voorop (afhankelijk van de manier waarop je punten toekent en het aantal groepjes). Wanneer de klas het aantal haalt, krijgt ze een klassikale prijs. Op die manier werken de kinderen allemaal samen aan hetzelfde doel.
Afronden Voor wie kiest om net als vorig jaar boeken te verzamelen, hebben we nog enkele leuke suggestie om het spel af te ronden.
Rechten verkopen Je kan de rechten aan het einde verkopen. Kinderen kunnen betalen met de gewonnen boeken. Laat de kinderen tijdens het spel net als vorig jaar boeken verzamelen en voor de hoogste stapel gaan. Vertel ze dat ze zoveel mogelijk boeken moeten verzamelen en dat ze met die boeken aan het einde van het spel rechten kunnen kopen. Aan het einde van het spel organiseer je nog kort een verkoop van de rechten. Hoe je de rechten kunt visualiseren, las je eerder in de inspiratiegids op p. 23. De makkelijkste oplossing is om de posters van de expo verkleind af te drukken. De verkoop kan je op twee manieren organiseren: elk recht heeft zijn prijs Je kiest zelf vooraf wat een recht zal kosten. Eén recht kost bijvoorbeeld 5 boeken. Het groepje met de meeste boeken mag eerst een recht kopen, dan het volgende … Laat hen eerst even kort overleggen en start dan met de verkoop. Vraag de kinderen waarom ze voor dit recht kiezen, zo kan je heel kort nog even stilstaan bij de rechten. Benadruk dat alle rechten gelijkwaardig en even belangrijk zijn. Veiling Plaats de rechten naast elkaar, en houd een veiling. Kinderen kunnen zelf bepalen wat ze voor een recht willen betalen en tegen elkaar opbieden, dit is spannend en echt leuk om te doen.
Begin met één recht, en laat de kinderen tegen elkaar opbieden. Het is aan hen om te kiezen voor enkele rechten of voor zoveel mogelijk rechten. Ook hier is de boodschap : alle rechten zijn even belangrijk. Rad van Fortuin Je kan het spel ook nog een klein slotmoment geven om symbolisch af te sluiten. Een idee : Rad van Fortuin in de bib. Een wasdraad waarop kaartjes met letters omgekeerd opgehangen worden met wasknijpers. De letters vormen een zin. Per groepje mogen de kinderen achtereenvolgens een letter raden. Als de letter in de zin voorkomt, krijgen ze een extra boek of recht voor hun stapel. Komt de letter er niet in voor, moeten ze een exemplaar van hun stapel afgeven. Bij een goede gok naar de zin of slogan krijgen ze 5 extra boeken. Bij een foute gok moeten ze er vijf afgeven. De zin die de kinderen moeten vinden, kan www.kinderrechten.be zijn. De puntjes maken het extra moeilijk … Of kindercommissaris. Mogelijkheden genoeg natuurlijk. Vervolgactiviteiten Het ‘Recht op boeken’-thema is een ideale aanleiding voor scholen om te werken rond kinderrechten. Plaats het boekenaanbod van jouw bib in de kijker, en promoot dit als ideaal materiaal om mee te werken in de klas. Heb je plannen om nog nauwer samen te werken ? Je hoeft niet telkens opnieuw het warm water uit te vinden : op www.schoolenbibliotheek.be vind je een heleboel voorbeelden en inspiratie om aan de slag te gaan.
Expo kinderrechten in de bib In het kort Het spel Stapel op Rechten speel je met een groep kinderen. De expo over kinderrechten is een waardevolle aanvulling op het spel want hiermee kan je zowel individuele als kinderen in groep aanspreken, zonder al te veel begeleiding. Je kan de expo en het spel Stapel op Rechten bovendien integreren door opdrachten voor het spel te selecteren die verwijzen naar de expo. Kinderen maken in de expo kennis met kinderrechten aan de hand van uitgewerkte verhalen en foto’s, boeken uit jouw bibliotheekcollectie en andere materialen en symbolen. Wat ? We selecteerden de 10 meest relevante kinderrechten en werkten samen met de Kinderrechtenbeweging rond ieder van deze rechten een poster uit met een verhaal en illustrerende foto(’s). De verhalen gaan over kinderrechten hier én in het Zuiden, over thema’s die aanleunen bij de bibliotheekwerking en over essentiële basisthema’s zoals voeding, onderdak, bescherming …
Je kan deze posters ophangen doorheen de verschillende afdelingen in de bib, specifiek in de jeugdafdeling of op een centrale plaats in de bib. Iedere bibliotheek ontvangt voor elk filiaal een pakket met posters. Om de expo volledig tot z’n recht te laten komen in de bib, kan je iedere poster versterken met een thematafel met boeken en andere materialen, een aangeklede doos boordevol voorwerpen die de link met het kinderrecht leggen, een visuele wand rond het kinderrecht … Je vindt voldoende inspiratie in het hoofdstuk “Tips voor aankleding”(p. 32). Zoektocht Waarom niet een zoektocht doorheen de kinderrechten-expo op poten zetten ? Met vragen waar kinderen de antwoorden vinden in de uitgewerkte verhalen, foto’s, boeken en andere inkleding. Je kan voor deze zoektocht putten uit de vragen en opdrachten van ‘Stapel op rechten’ in de categorie ‘kinderrechten’. Feedback kinderen Nog een mogelijkheid om de expo een extra dimensie te geven is door de kinderen feedback te laten geven op wat ze lezen, zien en ontdekken. Ze geven hun mening, appreciatie of gevoel bij de verschillende kinderrechten. Je kan dit individueel organiseren, zodat minder verbale kinderen gemakkelijker feedback kunnen geven, of in groep. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit op een originele manier op gang te brengen :
Individueel • Verzamel de feedback van de kinderen in een postbus. Achteraf hang je een selectie van de reacties op in de bib. • Smileys ophangen : je laat elk kind een droevige of blije ‘smiley’ hangen op een prikbord, magneetbord … naast ieder kinderrecht. Je kunt variëren met duimen (omhoog, horizontaal, naar beneden) of andere symbolen voor droevig en blij. • Tekening : kinderen maken een tekening over hun beleving van het kinderrecht en hangen dit ernaast. • Ideeënbord : Kinderen kunnen hun mening, gevoelens, suggesties … vrij neerpennen. Of varieer met een gastenboek, dat nog iets persoonlijker is. In groep • Vingers gooien : Wie 5 vingers toont of ‘gooit’, voelde zich zeer goed bij dit kinderrecht. Wie nul vingers ‘gooit’, had een slecht gevoel. Andere aantallen zijn gradaties hiertussen. Als je dit in een kring doet, ziet iedereen zeer snel van elkaar hoe het kinderrecht overkwam op de leden van de groep. • Variant : duim omhoog – duim horizontaal – duim naar beneden. • Maak een hanteerbare thermometer die je kan doen verschuiven van koud naar warm, wat overeenkomt met het gevoel bij dat kinderrecht. • Gelijkaardige situatie opvragen : vraag aan de kinderen of ze zelf een situatie meegemaakt hebben dat hen doet denken aan dit kinderrecht.
Speakers corner Creëer een echte spreekhoek waar kinderen hun mening vrij kunnen verkondigen. De spreekhoek kan speciaal ontworpen worden : een mini podium voor de moedige redenaars, een intiem hoekje met gastenboek waar kinderen iets kunnen inschrijven, … Of organiseer bijvoorbeeld een workshop waarbij kinderen leren een eigen speech of redevoering te geven, met een toonmoment op het einde van de Jeugdboekenweek.
Tips voor aankleding Voor dit hoofdstuk geldt hetzelfde als voor de rest van deze gids : vaak is het nuttig om nog eens te gaan snuisteren in vorige inspiratiegidsen. Vele tips die in het verleden werden gegeven, zijn nog altijd bruikbaar. Je vindt alle inspiratiegidsen sinds 2004 op de website van locus: www.locusnet.be. Wanneer begin je de jeugdbib aan te kleden voor de Jeugdboekenweek ? Een goede richtdatum is 3-4 weken op voorhand, dat is de periode waarna vele bezoekers terugkeren. Nog langer op voorhand heeft weinig zin, dan treedt er te veel gewenning op. Voor scholen geldt uiteraard een andere regel. Hun agenda staat lang op voorhand volgeboekt. Tijdig overleggen is de boodschap. Promomaterialen Een evidente en kant-en-klare tip is om de uitgewerkte promomaterialen te gebruiken die aangeboden worden. Ze zijn allen opgebouwd rond het affichebeeld van de Jeugdboekenweek en laten duidelijk zien dat jouw bib deelneemt aan de Jeugdboekenweek. Gebruik zo veel mogelijk materialen en hang ze op strategische, goed zichtbare plaatsen binnen én buiten de bib. Materialen bekijken en bestellen kan op www.jeugdboekenweek.be. Samenwerking Wat zou je zelf doen waar anderen beter in zijn ? De plaatselijke Academie bijvoorbeeld. Laat hen weten wat het thema van de Jeugdboekenweek is en denk samen met de leerkrachten na hoe ze op hun manier kinderrechten kunnen vormgeven, tekenen, beeldhouwen, schilderen … Je hebt hen uiteraard ook iets te bieden, want de bib wordt de galerij waar hun kunstwerken tentoongesteld worden, tijdens twee van de drukst bezochte weken van het jaar. Of maak van de bib meteen ook de werkplaats, waar de kunstwerken tot leven komen. Leerlingen van de Academie die samen met kinderen uit het basisonderwijs tot nieuwe creaties komen … Mogelijkheden genoeg, samen vind je vast een originele insteek. Voorwerpen en kinderrechten Je zorgt voor een verzameling van voorwerpen die je in verband kunt brengen met de kinderrechten die ophangen in de bib, en voegt die toe aan een thematafel, aangeklede doos, waslijn, prikbord …
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Enkele voorbeelden : Recht op een eigen mening en inspraak : micro, afbeelding megafoon. Recht op gezonde voeding : rijst, pasta, voedsel uit blik, speelgoedfruit en –brood. Recht op drinkbaar water : druppelteller, flesje water, gieter, kraantje. Recht op kleding : kledij aangepast aan verschillende weersomstandigheden : wollen muts, sjaal, handschoenen of wanten, schoenen, sandalen of laarzen, dikke jas, regenjas, lange en korte broek. Recht op onderdak : poppenhuisje, afbeeldingen van verschillende soorten huizen. Recht om samen te komen met anderen : uitnodiging voor verjaardagsfeestje, sjaaltje grabbelpas, info over kinder- en jeugdjury … Recht op veiligheid en bescherming : fluo-vestje, fietshelm, kniebeschermers, zonnecrème. Recht op onderwijs : krijtje, schooltasje, schoolbel, schoolboeken Recht op informatie : computer, een afbeelding van kinderjournaal ‘Karrewiet’, krant, kinderboeken, bib-info. Recht op spel en vrije tijd : bal, springtouw, speelgoedauto, info over activiteiten in de bib. Recht op zorg : fopspeen, luier, knuffel, dekentje, kussen bv. in vorm van hart. Recht op een naam en een nationaliteit : geboortekaartjes, paspoort, naamkaartje. Recht op gelijke behandeling : twee poppetjes (bv. jongen/meisje en/of verschillend van huidskleur). Recht om bij de eigen familie te zijn : familieportret, vakantiefoto’s … Recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap : lege medicijndoosjes, verbanden, stethoscoop, dokterstas, spuitjes, dokterstasje, verband(doosje), afbeelding rolstoel. Recht op een prive-leven : sleutel, dagboek. Bovenstaande voorwerpen zijn uiteraard een aanvulling bij de mooiste jeugdboeken. Laat de voorwerpen de verhalen in de boeken versterken, maar verlies de boeken zelf niet uit het oog.
Kinderrechten in poëzie In de boekenlijst vind je een tabblad met suggesties voor poëzie waar kinderrechten in aan bod komen. Zowel een reeks gedichten als een aantal poëziebundels. Als bijlage bij dit tabblad vind je de gesuggereerde gedichten volledig uitgetikt (www.locusnet.be). Deze gedichten kan je dus gemakkelijk gebruiken om vergroot op te hangen in de bib of doorheen de expo. Vergeet dan zeker niet een correcte bronvermelding naar de dichtbundel en auteur toe te passen.
Jaarkalender Je hangt een grote jaarkalender in de bib met daarop duidelijk aangeduid de activiteiten die je zelf organiseert voor kinderen (vb. voorleesuurtjes, kinder- en jeugdjury’s, auteurslezingen, workshops, programmatie in het cultuur- of gemeenschapscentrum …) en de grote afspraken doorheen het jaar over kinderrechten :
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Anti-pestweek (20-27 februari) Internationale vrouwendag (8 maart) Wereldwaterdag (22 maart) Internationale dag van kinderen die slachtoffer zijn van agressie (4 juni) Wereldvluchtelingendag (20 juni) Vlaamse vredesweek (begin oktober) Wereldvoedseldag (16 oktober) Internationale dag voor de uitbanning van de armoede (17 oktober) Kinderrechtendag (20 november) Mensenrechtendag (10 december)
Actualiteitenmuur Een groot prikbord wordt een actualiteitenmuur over kinderrechten in de bib. Krantenknipsels over kinderrechten, recensies over geëngageerde kinderboeken, krantenkoppen … maken van de actualiteitenmuur een in het oog springend onderdeel van de bib. Jouw rechten in de bib Kinderen moeten wel een aantal dingen in de bib, ze mogen echter ook een heel aantal zaken. Een in het oog springende affiche met 10 of meer originele rechten in de bib maakt hen dat duidelijk. Een opsomming :
Recht om bladzijden over te slaan 2. Recht om een boek niet uit te lezen 3. Recht om te herlezen 4. Recht om wat dan ook te lezen 5. Recht om boeken … weken te behouden 6. Recht om boeken … keren te verlengen 7. Recht om materialen sneller terug te brengen 8. Recht om … boeken, … cd’s en … dvd’s mee te nemen 9. Recht om elke dag de bib te bezoeken 10. …
1.
In jouw eigen bibliotheekreglement vind je vast nog meer inspiratie om te vertalen naar rechten voor kinderen in de bib. Wanneer je een reglement herschrijft in de stijl van ‘recht hebben op’ verandert de perceptie ook van ‘moeten’ naar ‘mogen’. Of kijk eens in dit boek : de rechten van de jonge lezer in “Actief met boeken : vertellen, ontdekken, spelen, creëren” van Philippe Brasseur, Casterman, 2003 (geïnspireerd op “lezersrechten” van Daniel Pennac). Gratis kinderrechtenmateriaal Het Kinderrechtencommissariaat heeft een heleboel materiaal dat de aandacht vestigt op kinderrechten (K-30 boekjes over kinderrechten, deurhangers, inkleurposters, stickervellen …). In het materialenpakket dat je ontvangt, zitten standaard enkele materialen van het Kinderrechtencommissariaat. Bijbestellen kan gratis bij hen.
Kinderrechtencommissariaat Leuvenseweg 86 – 1000 Brussel Tel. 02/552.98.00 Fax : 02/552.98.01. www.kinderrechten.be [email protected]
Heel wat tips en ideeën uit deze inspiratiegids werden gebaseerd op of vonden hun oorsprong in teksten uit het Krekelboek. Dit is een ideeënboek voor kinderrechteneducatie in het kleuter- en lager onderwijs, uitgegeven door Wereldwerkplaats vzw en samengesteld met de hulp van Vormen vzw en de Kinderrechtswinkel.
www.schoolenbibliotheek.be Inspirerende praktijken Klasjes komen in groten getale over de vloer tijdens de Jeugdboekenweek. Eens die afgelopen is, of tijdens de eerste helft van het schooljaar, is het echter niet altijd evident om bruggen te slaan tussen bibliotheken en scholen. Je hebt beide een drukke kalender, je weet niet goed waar de klas precies rond werkt, je krijgt de juiste persoon niet te pakken … De redenen zijn divers maar feit is dat de samenwerking tussen scholen en bibliotheken vaak nog intensiever, meer gestructureerd, op doorlopende basis kan gebeuren. Alleen, hoe begin je eraan ? Wat werkt er, welke aanpak rendeert het best voor school én bibliotheek ? Op de website www.schoolenbibliotheek.be vind je tal van concrete tips die je helpen om een gestructureerd samenwerkingsverband te realiseren. Maar ook voor wie gewoon op zoek is naar verfrissende ideeën of wil weten hoe de collega’s het aanpakken, heeft de site veel te bieden. De databank van praktijkvoorbeelden groeit voortdurend aan en klokt op dit moment af op 150 praktijkvoorbeelden. Uitgetest en goed bevonden door leerkrachten en bibliotheekmedewerkers. Binnenkort zul je de laatst toegevoegde praktijkvoorbeelden nog makkelijker terugvinden op de homepage. Naast de boekentips van de Boekenzoeker. Regelmatig een bezoekje brengen, loont dus. Om de twee maanden wordt er bovendien een denkstofartikel gebracht dat dieper ingaat op een actueel issue (vb. strips, eindtermen …). Heb je zelf een mooie vorm van samenwerking in elkaar gebokst ? Laat je collega’s in de andere bibliotheken en scholen dan proeven van jouw realisaties en zet ze al een eind op weg via de knop ‘Jouw idee op de site’. Zo krijgen jouw ideeën een nieuwe voedingsbodem om te groeien en te bloeien. Flyer Het schooljaar komt op kruissnelheid, een ideaal moment om afspraken te maken met scholen. Ben je van plan om leerkrachten aan te schrijven ? Stuur dan de flyer van www.schoolenbibliotheek.be mee. Een originele verwijzing naar de website met een kort woordje uitleg. En zo kom je beide misschien op onverwachte ideeën en samenwerkingen. Je kan gratis flyers opvragen bij locus, via [email protected]. Geef jouw adres en het gewenste aantal door.
Contactgegevens kinderrechtenbeweging Heb je de smaak goed te pakken en wil je nog heel wat meer doen rond kinderrechten in jouw bib, kijk dan eens bij onderstaande organisaties. Je kan bij hen terecht voor advies, meer informatiemateriaal, vormingspakketten, tentoonstellingen … :
www.kinderrechten.be (Kinderrechtencommissariaat, informatie, vragen en klachten over kinderrechten) www.kinderrechteneducatie.be (Kinderrechteneducatie, educatief materiaal rond kinderrechten) www.kinderrechtswinkel.be (Kinderrechtswinkel, informatie en educatieve pakketten en koffers rond kinderrechten) www.unicef.be (Unicef België, projecten en informatief materiaal rond kinderrechten in en buiten België) www.vormen.org (Vormen, over mensenrechten- en kinderrechteneducatie) www.kinderrechtencoalitie.be (De kinderrechtencoalitie, een groepering van niet-gouvernementele organisaties, actief rond kinderrechten, informatie over kinderrechtenthema’s) www.jeugdenvrede.be (Jeugd en Vrede, educatief materiaal rond kinderrechten) www.kinderrechtendorp.be (Informatie over kinderrechten en actoren actief rond kinderrechten) www.vives-vzw.org (Vivès, Informatie over kinderrechten en kinderparticipatie, educatief aanbod rond kinderrechten) www.wereldwerkplaats.be (Ontwikkelings- en kinderrechteneducatie voor 4-8-jarigen) www.planbelgie.be (Onafhankelijke ngo, verbeteren van leefomstandigheden van kinderen in het Zuiden, o.a. lespakketten voor onderwijs)
www.aivl.be (Amnesty Vlaanderen) (Naleving van mensenrechten, thema of land centraal, educatieve dossiers, campagnes) www.kjt.org (Kinder- en jongerentelefoon) Vrijwilligersorganisatie die fungeert als hulplijn bij vragen of problemen van kinderen en jongeren. www.kidsgids.be Voor kinderen tot 12 jaar rond 9 thema’s (ik, familie, vrienden, centen, school, vrije tijd, …)
Win fotoreportage, stuur programma op Deze inspiratiegids is het resultaat van de arbeid van de werkgroep leesbevordering, een groep van (jeugd)bibliotheekmedewerkers, en locus. We zijn uitermate benieuwd naar de plannen van jouw bibliotheek voor de komende Jeugdboekenweek. En of onze voorzetten in de inspiratiegids hierbij aansluiten. Of heb je zelf nog heel wat andere fantastische ideeën met jouw bibliotheek ? Wat er ook van zij : je doet ons een groot plezier door te laten weten wat jouw plannen zijn. Het helpt ons de vinger aan de pols te houden en voor originele tips en suggesties te blijven zorgen. Bezorg ons een programmakrantje, folder, flyer, affiche, artikel … waarin jouw programma voor de komende Jeugdboekenweek staat toegelicht. Wanneer je dit bezorgt vóór 1 maart 2010, maak je kans op een fotoreportage van een professionele fotograaf op één van de activiteiten uit jouw programma van de Jeugdboekenweek. Geef jouw programma door aan Bram Tollenaere, locus, [email protected] .
Bijlage 1 Samenvatting Kinderrechtenverdrag ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN EIGEN MENING EN INSPRAAK
Elke kind heeft recht op een eigen mening. Volwassenen moeten de mening van kinderen vragen. Over alles wat kinderen aangaat. En ze moeten er rekening mee houden. ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN EIGEN GELOOF EN CULTUUR
Elk kind heeft het recht om informatie op te zoeken over zijn cultuur en zijn godsdienst. Hij mag zijn eigen culturele gewoontes hebben en zijn eigen taal spreken. ELK KIND HEEFT RECHT OP GEZONDE VOEDING, WATER, KLEDING EN ONDERDAK
Gezonde voeding, water, kleding en onderdak zijn nodig om goed te kunnen opgroeien. Soms kunnen ouders daar niet voor zorgen. Dan moet de overheid een handje toesteken. ELK KIND HEEFT RECHT OM SAMEN TE KOMEN MET ANDEREN
Kinderen hebben het recht om bij elkaar te zijn. Ze mogen zich bij een vereniging aansluiten of zelf een club oprichten. Ze moeten wel rekening houden met de wet. En met de rechten van anderen. ELK KIND HEEFT RECHT OP VEILIGHEID EN BESCHERMING
Kinderen moeten veilig kunnen opgroeien. Ze moeten beschermd worden tegen bijvoorbeeld mishandeling en drugs. Sommige kinderen hebben geen gezin meer. Ze moeten door de overheid in een veilige omgeving ondergebracht worden. ELK KIND HEEFT RECHT OP ONDERWIJS EN INFORMATIE
Ieder kind heeft het recht om dingen bij te leren in de school. Basisonderwijs moet gratis zijn. Kinderen moeten ook toegang hebben tot informatie die voor hen belangrijk is. ELK KIND HEEFT RECHT OP SPEL EN VRIJE TIJD
Elk kind heeft het recht om zich te ontspannen en zich met leuke dingen bezig te houden. ELK KIND HEEFT RECHT OP ZORG
Kinderen hebben recht op een goede opvoeding en verzorging. Het zijn in de eerste plaats de ouders die daarvoor zorgen. Als het nodig is, krijgen ze hierbij de hulp van de overheid. ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN EIGEN NAAM EN NATIONALITEIT
Een pasgeboren kind heeft het recht op een naam en een nationaliteit. Daardoor kan het in zijn/haar eigen land genieten van onderwijs, gezondheidszorg, …
ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN GELIJKE BEHANDELING
Elk kind moet op dezelfde manier behandeld worden. Ze mogen niet anders behandeld worden omwille van hun godsdienst, hun huidskleur, … ELK KIND HEEFT HET RECHT OM BIJ DE EIGEN FAMILIE TE ZIJN
Elk kind heeft het recht om bij zijn ouders of andere familie te leven. Ook als die in een ander land wonen. Jongeren mogen niet tegen hun wil bij hun ouders weggehaald worden. Dit kan alleen als het in hun eigen belang is. Na een scheiding heeft een kind recht op contact met beide ouders. ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN AANGEPASTE VERZORGING BIJ ZIEKTE OF HANDICAP
Elk kind met een handicap heeft recht op een zo goed mogelijk leven. Het heeft recht op een aangepaste verzorging om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven. Bijvoorbeeld een speciale school. ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN PRIVE-LEVEN
Elk kind mag bepaalde dingen voor zichzelf houden. Niemand mag zich zonder goede redenen met zijn of haar privé-zaken bemoeien. ELK KIND HEEFT RECHT OP BESCHERMING TEGEN UITBUITING
Kinderen die werken moeten beschermd worden tegen uitbuiting. Zij mogen geen gevaarlijk of ongezond werk doen. Heel jonge kinderen mogen helemaal niet tewerkgesteld worden. ELK KIND HEEFT RECHT OP BESCHERMING TEGEN ONWETTELIJKE OPSLUITING
Een kind mag enkel worden opgesloten als er geen andere oplossing is. Als één van de ouders een kind ontvoert, moet de staat optreden. ELK KIND HEEFT RECHT OP BESCHERMING TEGEN OORLOG
Kinderen mogen niet in een leger vechten of betrokken worden bij een oorlog. Sommige kinderen zijn slachtoffer van een oorlog of geweld. Zij moeten op de juiste manier opgevangen worden. ELK KIND HEEFT RECHT OP BESCHERMING BIJ ADOPTIE
Soms wordt een kind geadopteerd. Dat moet altijd in zijn of haar eigen belang zijn. Het volledige Kinderrechtenverdrag vind je op www.kinderrechten.be.
Bijlage 2 Kinderrechten in kindertaal Hieronder vind je een tekst waarin de belangrijkste kinderrechten voorkomen, in een taal die voor kinderen begrijpbaar is. Handig wanneer je tijdens een spel, rondleiding, activiteit … toelichting geeft bij een boek of een kinderrecht. Een plek om je thuis te voelen Je hebt het recht om je ergens thuis te voelen. Thuis, dat wil voor de meeste kinderen zeggen : bij hun ouders. Zij horen voor jou te zorgen en over jou te waken tot je groot genoeg bent om op eigen benen te staan. Kinderen en ouders mogen bij elkaar blijven Dit is een ‘bescherm mij’-recht. Als kind mag je bij je ouders blijven wonen, zij geven je de ‘thuis’ die je nodig hebt. Sommige ouders kunnen echter niet voor hun kinderen zorgen of doen hun kinderen pijn. Dat heet mishandeling of verwaarlozing. Als dit ernstig wordt, kan het in het belang van het kind zijn om het tijdelijk ergens anders een veilige plek te bezorgen. Hulpverleners helpen ouders en kinderen om een oplossing te vinden. Kinderen mogen op andere plaatsen opgroeien Sommige kinderen worden ergens anders dan thuis opgevoed, omdat het beter is voor hen. Het hangt er van af in welke situatie je je bevindt. Sommige ouders kunnen de opvoeding van hun kind bijvoorbeeld niet aan. En sommige kinderen zitten zelf met moeilijkheden en voelen zich slecht in hun vel. De ouders weten niet goed meer hoe ze hun kinderen moeten aanpakken. In dat geval kan je naar een tehuis gaan met opvoeders, naar een pleeggezin waar pleegouders de rol van je ouders overnemen of je wordt geadopteerd zodat de adoptieouders de opvoeding definitief overnemen. Elk kind een eigen naam Heb je zelf al eens een dier gekregen dat je een naam moest geven ? Niet eenvoudig hé ! Het recht op een eigen naam maakt deel uit van de kinderrechten. Dat betekent niet alleen een voornaam, maar ook een familienaam. Je ouders kiezen de voornaam, de familienaam krijg je meestal van jouw vader. Vrij om te zeggen wat je denkt Dit is een ‘laat-mij-meedoen-recht’. Je moet de kans krijgen om mee te praten, mee te denken en mee te beslissen over dingen die jij belangrijk vindt. Jouw mening telt ! Het is belangrijk dat je voldoende informatie krijgt van volwassenen. Zij mogen geen beslissing nemen die met jou te maken heeft, zonder jouw mening te vragen. Stel : er is ruzie op school. De directeur moet dan niet enkel naar het verhaal van de meester luisteren, maar ook aan de leerlingen vragen wat er precies is misgelopen.
Een eigen godsdienst Jij bent jezelf. Je hoeft er zelfs niet hetzelfde over te denken als je ouders. Stel dat je ouders je niet hebben laten dopen omdat ze geen christenen zijn, dan kan jij later altijd nog zelf kiezen om gedoopt te worden. Ontspanning en vrije tijd Dit recht zegt dat jij je moet kunnen uitleven. De burgemeester van jouw dorp of de verantwoordelijke minister moet nadenken om jou en andere kinderen uit de buurt vrijetetijdsmogelijkheden te geven : een speelpark, voetbalveld … Je ouders moeten samen met jou op zoek gaan naar wat je graag doet en hoe je dat kunt aanpakken. Het is jouw recht om te sporten, spelen, lezen, dansen, knutselen, niksen … Wat je graag doet ! Een club of vereniging Kinderen verenigen zich graag in clubjes en die doen niet alleen leuke, maar ook nuttige dingen : actie voeren in de straat, tegen hongersnood, voor een nieuw speelplein … Dat moet kunnen. Wanneer je een club opricht, mag die de rechten van andere mensen echter niet in gevaar brengen. Dat is even belangrijk ! Recht op onderwijs en een school op maat Je moet je kunnen ontwikkelen op alle vlakken, niet alleen in de zaken waar jij nu net goed in bent. Alle kinderen zijn anders. De één houdt van aardrijkskunde, de ander van ballet. Het is de taak van de leerkracht om met alle kinderen rekening te houden. Misschien ben jij wel keigoed in het oplossen van vraagstukken, zodat je altijd eerst klaar bent. Dan kan de leerkracht jou bijvoorbeeld een extra oefening geven terwijl hij wacht op de kinderen die wat meer tijd nodig hebben. Gratis lager onderwijs Het volgen van de lessen op school mag niets kosten aan de ouders. Dat staat in het Kinderrechtenverdrag. Toch is het zo dat je ouders nog regelmatig zaken moeten betalen : schoolgerei, zeeklassen, schoolreis, een toneelbezoek … De minister moet er eigenlijk voor zorgen dat het onderwijs helemaal gratis wordt. Geen te strenge regels op school Niet duwen op de speelplaats. Niemand uitsluiten of pesten. Dat zijn goede regels. Deze mogen niet overdreven streng zijn, de regels moeten rekening houden met de kinderen en hun rechten. Zonder dit recht kreeg je misschien wel rare regels op school : zwijgen tijdens de speeltijd, elke week je haar laten knippen … Recht op een gezond leven Je kan ernstig ziek zijn (kanker, longontsteking …) of je gewoon niet zo lekker voelen. Of misschien ben je verdrietig en zit je met een probleem waar je over wil praten. Er moeten voldoende ziekenhuizen, artsen en andere hulpdiensten zijn waar je dan
terecht kunt. Dat kan een logopedist zijn, een oogarts voor een aangepaste bril, een kinderpsychiater … Dat wil ook zeggen dat je een beugel moet krijgen wanneer je tanden verkeerd groeien, of een aangepaste rolstoel wanneer je niet kunt lopen. Een plekje voor jou alleen Recht op privacy, heet dat officieel. Je moet even alleen kunnen zijn of je favoriete plek kunnen opzoeken. Of een geheim hebben, een sms-berichtje sturen, in je dagboek schrijven … dat zijn allemaal zaken uit je privé-leven en daar heeft niemand anders wat mee te maken. Andere jongeren of volwassenen mogen zich niet zomaar moeien met jouw privé-leven. Ze mogen bijvoorbeeld niet zomaar in je boekentas snuffelen of de badkamer binnenstormen. Je ouders hebben wel het recht om te weten waar je mee bezig bent. Ze zijn verantwoordelijk voor jou, dus mogen ze je vragen stellen en toezicht houden. Recht op goede arbeidsomstandigheden In arme landen moeten kinderen vaak hard werken om geld te verdienen voor hun familie. Hier in België is dat anders. De klusjes die kinderen hier doen zijn zelden kinderarbeid. Je mag dus zeker afwassen, het gras maaien, de auto wassen … om een centje bij te verdienen. Geen geweld op kinderen Alle vormen van ernstig geweld zijn verboden. Fysiek geweld (schoppen, slaan), psychisch geweld (schelden, pesten), seksueel geweld, kinderhandel (kinderen verkopen om er veel geld mee te verdienen) kunnen niet. Er zijn ook verschillende vormen van ‘klein’ geweld : op de vingers tikken, een oorvijg, uitlachen … Ook daar moeten kinderen tegen beschermd worden. Omdat zij kwetsbaarder zijn dan volwassenen. Pas vanaf 15 jaar soldaat Oorlogje spelen met jouw broers is iets anders dan een echte oorlog. Kinderen kunnen in België gelukkig niet in het leger en er zijn gelukkig ook geen oorlogen. Je kan je wel in een militaire school inschrijven, vanaf je vijftiende. In andere landen komt het wel voor dat kinderen moeten meevechten in oorlogen en andere gewapende gevechten. We noemen hen ‘kindsoldaten’. Deze landen overtreden de kinderrechten. Kinderen met een handicap Kinderen met een handicap moeten zoveel mogelijk kansen krijgen. Gelukkig zijn er in België veel organisaties die voor gehandicapte kinderen zorgen. Sommige kinderen zijn zo ernstig gehandicapt dat ze niet bij hun ouders kunnen blijven. Zij verblijven in een soort instelling of verzorgingstehuis. Er zijn ook heel wat scholen die aangepast onderwijs geven aan kinderen met een handicap. Daar leren ze, naast rekenen en taal, ook met hun handicap omgaan en zelfstandiger worden. Sommige ‘gewone’ scholen vangen kinderen met een handicap zelf op. Ze vinden het belangrijk dat kinderen met en zonder handicap met elkaar leren omspringen.
Kinderen op de vlucht Mensen vluchten meestal om twee redenen : oorlog of armoede. Ze zijn op zoek naar een beter leven. Ben jij al eens iemand tegengekomen die uit z’n land was weggevlucht ? Dat zou goed kunnen, want in ons land zijn er veel vluchtelingenkinderen uit Afrikaanse of Oost-Europese landen. Dat is een moeilijke situatie : soms duiken ze onder op een geheim adres, omdat ze bang zijn om terug naar huis gestuurd te worden. Soms moeten ze gescheiden van hun ouders leven. Ze hebben wel het recht om hun ouders te zien, maar dat is niet altijd makkelijk te realiseren. Kinderen in de minderheid Een ‘minderheidsgroep’ is een groep mensen die ‘anders’ zijn dan de meeste mensen in hun land. Ze hebben bijvoorbeeld een andere godsdienst, cultuur, ze spreken een andere taal … Ook in België leven er minderheidsgroepen : migranten, zigeuners, Joden, getuigen van Jehova … en nog veel meer. Niet naar de gevangenis Wanneer je als volwassene iets doet dat volgens de wet niet mag, vb. stelen, dronken achter het stuur zitten, dan wordt je gestraft. Dat staat in het strafwetboek. Je pleegt dan een misdrijf. Een rechter bepaalt welke straf je krijgt : een boete, naar de gevangenis … Als minderjarige is dat anders. Zij kunnen niet gestraft worden en dus niet naar de gevangenis gestuurd worden. De jeugdrechter zal wel maatregelen treffen om je terug op het goede pad te helpen. Wanneer je ergens van wordt beschuldigd, mag je je laten verdedigen door een advocaat.
Dit zijn de belangrijkste kinderrechten. Vergeet niet om te staan op jouw rechten. Je hoeft er geen ruzie voor te maken met jouw ouders of op school maar je kan volwassenen soms eens aan hun mouw trekken en zeggen : kunnen we het hier eens over hebben ?
Bijlage 3 De Bib maakt kinderrechten waar ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN EIGEN MENING EN INSPRAAK
Ieder kind heeft recht op een eigen mening. Volwassenen moeten de mening van kinderen vragen. Over alles wat kinderen aangaat. En ze moeten er rekening mee houden. Voor de bib wordt dit :
“De medewerkers van de Bib luisteren naar jouw mening. Zoek je een boek, strip, film, cd … die je niet terugvindt in de Bib ? Vertel het aan de medewerker, dan kan er rekening mee gehouden worden wanneer er nieuwe materialen gekocht worden. Of heb je een tip voor een activiteit in de bib, een idee om de jeugdafdeling nóg leuker in te richten ? Zeg het ons ! Wist je dat vele bibliotheken zelfs een Kinder- en Jeugdjury hebben ? Daar kan je als een echt jurylid stemmen op de boeken die je gelezen hebt !” ELK KIND HEEFT RECHT OM SAMEN TE KOMEN MET ANDEREN
Kinderen hebben het recht om bij elkaar te zijn. Ze mogen zich bij een vereniging aansluiten of zelf een club oprichten. Ze moeten wel rekening houden met de wet. En met de rechten van anderen. Voor de bib wordt dit :
“De Bib is geknipt om samen te komen met vrienden. Samen boeken, strips, films, muziek of soms zelfs spelletjes kiezen, samen een tijdschrift lezen … In de Bib is het gezellig. In de Kinder- en Jeugdjury ontmoet je ook leesgenoten van jouw leeftijd. Net als op het wekelijkse/maandelijkse voorleesuurtje in de bib. Of wanneer er een jeugdauteur langskomt in de Bib. Of op de vele andere activiteiten in onze bib.” ELK KIND HEEFT RECHT OP ONDERWIJS EN INFORMATIE
Ieder kind heeft het recht om dingen bij te leren op school. Basisonderwijs moet gratis zijn. Kinderen moeten ook toegang hebben tot informatie die voor hen belangrijk is. Voor de bib wordt dit :
“Ben je op zoek naar informatie voor een schoolopdracht ? Wellicht ben je al handig op het internet, maar vaak merk je dat je daar toch niet alle informatie terugvindt die je zoekt. In de collectie van de bib is de kans groot dat je dan wel vindt wat je zoekt. En anders vast en zeker in de krantenknipsel-databank Mediargus, ook in de Bib. Klinkt je dat wat ingewikkeld ? Haal er een Bib-medewerker bij, die legt het je graag uit !”
ELK KIND HEEFT RECHT OP SPEL EN VRIJE TIJD
Elk kind heeft het recht om zich te ontspannen en zich met leuke dingen bezig te houden. Voor de bib wordt dit :
“Met voorsprong het leukste recht dat je als kind hebt. De leukste, spannendste, meest ontroerende boeken vind je allemaal terug in de Bib. Ze laten je wegdromen, doen je fantaseren, geven je energie en nieuwe ideeën, … en bezorgen je de leukste vrije tijd die er is. Tijdens de Jeugdboekenweek kom je zelfs spelen in de Bib, met de klas. Geef toe, kinderen hebben heel wat rechten in de Bib !” ELK KIND HEEFT RECHT OP EEN AANGEPASTE VERZORGING BIJ ZIEKTE OF HANDICAP
Elk kind met een handicap heeft recht op een zo goed mogelijk leven. Het heeft recht op een aangepaste verzorging om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven. Bijvoorbeeld een speciale school. Voor de bib wordt dit :
“De bib heeft materialen voor iedereen, ook mensen met een leeshandicap : dyslexie, anderstaligen … In de bib vind je anderstalige boeken, luistercd’s, daisyboeken, speciale collecties met een lager leesniveau die toch een verhaal bieden dat inhoudelijk aansluit bij de leeftijd …”