Inspectierapport Speelleercentrum De Wijde Wereld (BSO) Helmteken 24 5406DK UDEN Registratienummer 142241696
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant UDEN 22-09-2014 Regulier onderzoek Definitief 28-10-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 11 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 14
2 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang de Wijde Wereld is onderdeel van Speelleercentrum De Wijde Wereld en kent een uniek concept wat betreft onderwijs en opvang. Onderdeel van het concept is dat de school meerdere 'soorten' tijden onderscheidt. De OnderwijsTijd is te vergelijken met een reguliere basisschool, waarin de leerlingen worden begeleid door leerkrachten. Daarnaast is er ook WereldTijd (verschillende gestructureerde activiteiten), EigenTijd (door kinderen naar eigen inzicht in te vullen), SportTijd (sportactiviteiten op drie dagen) en EtensTijd (lunch). Deze Tijden duren minimaal een uur. In deze tijden worden de leerlingen begeleid door pedagogisch medewerkers. Op twee dagen wordt de SportTijd meegeteld als onderwijstijd, omdat deze dan wordt verzorgd door een gediplomeerde leerkracht. Het aanbod van deze activiteiten gebeurt middels een vastgesteld rooster voor de diverse klassen. In dit inspectieonderzoek is enkel die tijd onderzocht die niet valt onder de wettelijke onderwijstijd, de tijd waarbij de kinderen worden begeleid door pedagogisch medewerkers. Het gaat hierbij dan om (verder genoemd als 'bso-activiteit): WereldTijd (inclusief 1 x SportTijd) EigenTijd EtensTijd De buitenschoolse opvang tijd is hierdoor versnipperd over de dag en wordt gedurende de dag gevolgd door de diverse klassen van de school. Hierdoor is er bijna op elk moment van de dag wel een bso-activiteit voor één of meerdere klassen. Aan het begin en aan het einde van de schooldag is er tevens sprake van bso-opvang: vanaf 7:00 uur kunnen kinderen worden opgevangen en ook na 17:00 uur tot 19:00 uur, dit heet dan verlengde opvang. Inspectiegeschiedenis De Wijde Wereld is 7 november 2013 bezocht voor een jaarlijks, regulier inspectieonderzoek. In dit onderzoek zijn alle voorwaarden getoetst. Er waren tijdens dit onderzoek geen overtredingen. Inspectie 22 september 2014 Dit inspectiebezoek vond onaangekondigd plaats. De toezichthouder werd goed ontvangen en zowel de pedagogisch medewerkers als de directeur hebben hun volledige medewerking verleend aan het onderzoek. Tijdens dit bezoek zijn de pedagogisch medewerkers bevraagd en is er geobserveerd tijdens de momenten EtensTijd, WereldTijd en EigenTijd. Daarnaast heeft er een tweede observatie plaatsgevonden op 30 september om een verdiepend beeld te krijgen van deze bso. Tijdens deze inspectie zijn er diverse overtredingen geconstateerd. Een enkele komt voort uit de specifieke werkwijze van deze bso (dit betreft de opvang in basisgroepen). Andere overtredingen komen voort uit het (nog) niet op orde hebben van administratie (VOG's te laat of niet overlegd, implementatie meldcode, inhoud pedagogisch beleidsplan). Daarnaast is tijdens de inspectie geconstateerd dat de beroepskracht-kindratio niet op orde is. Er zijn in dit risico-gestuurde onderzoek 2 domeinen die voldoen aan de gestelde eisen. Dit betreft de pedagogische praktijk én de uitvoering gezondheid en veiligheid in de praktijk. Alle andere getoetste domeinen van dit onderzoek voldoen niet. Tijdens de volgende inspectie zal er daarom een onderzoek volgen op álle domeinen om een compleet beeld te krijgen van bso de Wijde Wereld.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Alle items in dit domen zijn als voldoende beoordeeld wat betreft de pedagogische praktijk. De inhoud van het pedagogisch beleidsplan voldoet nog niet aan de vernieuwde eisen (vanaf 1-12014). In dit domein is getoetst of de houder een pedagogisch beleidsplan heeft en of de inhoud hiervan voldoet aan de eisen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang. Daarnaast is de pedagogische praktijk in dit onderzoek geobserveerd en beoordeeld. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang; 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogisch beleid Alleen de wetswijzingen betreffende de inhoud van het pedagogisch beleid zijn getoetst. Het gaat dan om informatie betreffende het wenbeleid van de organisatie en het beleid ten aanzien van gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Deze informatie staat niet beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Er is hieromtrent geen informatie gevonden op de website van de organisatie, ook heeft de GGD geen andere bronnen ontvangen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de GGD gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen (=cursief) zijn aan dat instrument ontleend en zijn tijdens het onderzoek onder andere op locatie geconstateerd. Na een beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er is een verdeling gemaakt per kerncompetentie. Er is geobserveerd d.d. 22 september tijdens WereldTijd en EigenTijd. En op 30 september tijdens EtensTijd en EigenTijd. Alle items zijn positief beoordeeld, wel zijn er enkele aandachtspunten. Zie voor een nadere beschrijving onderstaande tekst. Waarborgen van de emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Het volgende werd onder andere waargenomen:
4 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
enkele kinderen krijgen een activiteit aangeboden: er wordt hen geleerd touwtje te springen. Als het goed gaat, wordt er gezegd: "goed gedaan meisje!" of "goed zo!". Ook tijdens het aanleren van een dans worden kinderen gecomplimenteerd: "ik vind onze kleuterklassen heel knap, zij doen zo goed mee" tijdens de WereldTijd wordt een dans aan de kinderen geleerd. Zowel de kinderen van de onderbouw als de bovenbouw zijn dan aanwezig in de gymzaal. Twee medewerkers staan voor de groep en geven klassikale instructie. De andere twee medewerkers staan tussen de kinderen en sturen hen indien nodig aan op gedrag. Tijdens dit moment is de aandacht veelal gericht op de groep en toezicht houden op de groep (controle en regie houden). Een kind luistert niet en moet naar de gang, hij krijgt hierbij een duwtje in de rug om hem op te laten schieten enkele kinderen mogen in het begin niet mee doen met de dansactiviteit en moeten ieder apart zitten in de ruimte, ze hebben straf. Gaandeweg doen 4 van de 5 kinderen weer mee met de activiteit en krijgen ook zij de mogelijkheid om mee te doen. 1 kind doet de gehele tijd niet mee. Ondanks dat in eerste instantie was aangegeven dat deze tijd ingehouden zou worden van de VrijeTijd gebeurt dit niet. Dit omdat de kinderen rustig hebben zitten wachten
Er heerst een open en ontspannen sfeer op de groep. een aantal kinderen uit de bovenbouw zijn tijdens de dansactiviteit tegendraads en recalcitrant. Zij doen expres te wild, te uitbundig, te druk welke de sfeer niet ten goede komt de kinderen van de onderbouw daar en tegen doen enthousiast mee er wordt niet gewerkt met een vast dagschema maar met Tijd-blokken: de kinderen weten welke tijd wanneer is en wat ze dan ongeveer kunnen verwachten er zijn onderling diverse vriendschappen te zien (kinderen zoeken elkaar op). Maar ook kinderen die elkaar vrijwel niet kennen en dan samen gaan spelen: een kleuter trekt een kind op een wake-board voort, beiden hebben er plezier in het welbevinden van de kinderen oogt goed: kinderen staan open voor activiteiten en andere kinderen, er wordt meegedaan aan activiteiten, tijdens EigenTijd is er sprake van spel, enz. De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. er worden ideeën geïnventariseerd bij de kinderen en deze ideeën worden vervolgens gebruikt in het activiteitenaanbod, kinderen kunnen deze activiteiten dan kiezen tijdens EigenTijd en soms ook in WereldTijd de activiteiten uit WereldTijd zijn gekoppeld aan thema's die ook in het onderwijs aan bod komen. Een aantal activiteiten zijn daardoor vastgelegd en kinderen hebben hierin dan geen of beperkte inbreng tijdens de observatie werd er een dans geleerd aan de kinderen, alle kinderen moesten hier verplicht aan mee doen, of zij dit leuk vonden of niet tijdens EigenTijd mogen de kinderen kiezen of ze binnen of buiten willen spelen. Zowel binnen als buiten zijn dan pedagogisch medewerkers om de kinderen te begeleiden. Binnen kunnen de kinderen kiezen uit spelen met lego of kleuren Het waarborgen van de emotionele veiligheid is zijn geheel als voldoende beoordeeld al zijn er wel enkele aandachtspunten te benoemen. Zo was de sfeer tijdens de dansactiviteit onrustig te noemen bij de kinderen van de bovenbouw. Een aantal kinderen had geen zin in de activiteit maar moesten toch mee te doen, zij hadden geen inspraak, de activiteit lag al vast. Omdat dit moment soms onrustig was, was er veel communicatie met de kinderen in de vorm van geboden en verboden om controle en regie te behouden. De kinderen hadden maar gewoon te luisteren en er was geen ruimte voor hoor/wederhoor omdat de activiteit door moest gaan. Bij navraag blijkt deze dansactiviteit met de gehele school ook een bijzonder project te zijn en geen standaard werkwijze. Normaliter worden activiteiten aangeboden per klas/leeftijdsgroep waardoor de activiteiten in het algemeen beter aansluiten. Met het oog op bovenstaande samen met de uitkomsten van de 2e observatie, is deze kerncompetentie alsnog positief beoordeeld. Stimuleren van persoonlijke competentie Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. Tijdens het EigenTijd moment van de kleuters wordt een activiteit aangeboden, namelijk springtouwen. Dit is echter niet verplicht, kinderen zijn vrij om al dan niet mee te doen. Een deel van de kinderen doet actief mee en ontvangen complimenten. Andere kinderen spelen vrij buiten met de fietsen, de speeltoestellen of met de losse springtouwen als een activiteit wordt gestart wordt van te voren duidelijk uitgelegd wat de bedoeling is en wat de kinderen gaan doen. Er is de mogelijkheid dat kinderen vragen kunnen stellen 5 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. tijdens VrijeTijd kunnen de kinderen zelf kiezen wat ze willen doen, dit kan variëren van buiten spelen, kleuren, een boek lezen, gewoon even liggen en niets doen, op de spelcomputer, enz. hiertoe zijn de 2 ingerichte bso ruimten (op de begane grond en de eerste verdieping) ingericht met divers spelmateriaal voor de kinderen en is er een ingerichte buitenruimte bij WereldTijd worden er activiteiten gedaan met de kinderen waarbij zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de interesses en talenten van de kinderen, eigen keuze speelt een grote rol. Er worden meerdere activiteiten aangeboden waaruit de kinderen kunnen kiezen, vaak zijn deze wel gekoppeld aan een thema welke gelijk is aan het onderwijs Stimuleren van de sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. tijdens de dansactiviteit ligt de nadruk vooral op het aanleren van de dans, kinderen staan in rijen opgesteld en krijgen instructie van een medewerker voor de groep tijdens EigenTijd kunnen de kinderen doen wat ze willen, de kinderen worden dan ook vrij gelaten om zelf te spelen. Er is wel toezicht van een medewerker die op let of het spel van de kinderen goed verloopt als wordt gezien dat 2 kinderen ineens samen spelen terwijl ze elkaar nog niet kennen, wordt dit opgemerkt een groep kinderen wil voetballen, de pedagogisch medewerker doet dan zelf ook actief mee. Er worden teams gevormd en de medewerker leidt dan het spel Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. er gelden regels op de bso zoals niet met de springtouwen in de speeltoestellen, meedoen met de activiteiten in de WereldTijd, elkaar geen pijn doen, geen 'vies' taalgebruik, niet pesten, enz. tijdens de observatie worden de regels geregeld herhaaldelijk aan de kinderen, met name bij het buitenspelen. Als kinderen een regel 'overtreden' werden zij hierop aangesproken en de regel wordt uitgelegd Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. de medewerkers zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie: zij eten mee tijdens EtensTijd om aan de kinderen te laten zien dat zij ook dingen proeven en proberen, er wordt actief mee gevoetbald met de kinderen en ook tijdens de dansactiviteit doen de medewerkers actief mee
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (dhr J van Zutphen) Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (van 14:10 uur tot 15:45 uur (22-9) en 12:15 uur tot 13:00 uur (30-9)) Pedagogisch beleidsplan (versie juni 2014)
6 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Personeel en groepen Er zijn diverse overtredingen te benoemen in dit domein. Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als de andere aanwezige volwassenen gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag. Daarnaast is gecontroleerd of de pedagogisch medewerkers in het bezit zijn van een passend diploma voor de werkzaamheden. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten en door een steekproef uit de praktijk. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Alle VOG's van medewerkers en andere betrokken volwassenen zijn ingezien en beoordeeld op 1 VOG na. Van de houder is geen VOG overlegd. Alle medewerkers die reeds in dienst waren van de organisatie hebben wel een VOG overlegd. Uit het onderzoek van deze VOG's blijken de volgende overtredingen: 1. 2. 3. 4. 5.
Tijdens de inspectie van 30 september blijkt dat er een nieuwe medewerker is gestart. Deze medewerker heeft nog geen VOG overlegd op het moment dat haar werkzaamheden voor de organisatie zijn begonnen. Soms worden de leerkrachten van school ingezet als extra medewerker: deze hebben geen VOG afgegeven welke voldoet aan de nieuwe eisen van de continue screening. Daarnaast blijkt dat 2 medewerkers van de bso een VOG hebben overlegd met als afgiftedatum 2012, deze VOG's zijn inmiddels ouders dan 2 jaar. Dit voldoet niet aan de eis dat een VOG afgegeven voor 1 maart 2013 niet ouder mag zijn dan 2 jaar. Ook is er van 1 medewerker van de bso geen bewijs aangeleverd betreffende een startdatum van de werkzaamheden. Hiermee is onduidelijk of deze medewerker een VOG heeft afgegeven alvorens deze is gestart met de werkzaamheden op de bso. Van de houder is geen VOG overlegd en daarom is onbekend of deze voldoet aan de gestelde eisen.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Van alle medewerkers op 1 na, is een diploma ingezien. Alle medewerkers welke al langer in dienst zijn, zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Op de dag van de 2e inspectie blijkt dat er een nieuwe medewerker is begonnen op de bso. Van deze medewerker is geen passende beroepskwalificatie overlegd aan de GGD. Het is hiermee onbekend of deze persoon voldoet aan de gestelde eisen. Dit diploma is tijdens het onderzoek alsnog toegestuurd aan de GGD, het diploma voldoet aan de eisen. Opvang in groepen De uren betreffende flexibele opvang (van 7:00 tot 8:30 uur en van 17:00 tot 19:00) vindt plaats in de ruimte van de bso op de begane grond. De groep bestaat dan uit verschillende kinderen uit verschillende klassen, afhankelijk van wie er al dan niet flexibele opvang heeft afgenomen. De opvang van de kinderen tijdens de verschillende Tijd-blokken is ingedeeld per klas. Soms zijn er meerdere klassen tegelijkertijd ingedeeld in een Tijd. 7 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Hierbij is de eigen klas dan het uitgangspunt als 'vaste, vertrouwde basisgroep'. Er zijn steeds 2 vaste pedagogisch medewerkers verbonden aan de klassen. Alle klassen bestaan echter uit meer dan 20 kinderen waardoor de basisgroepen niet voldoen aan de gestelde eisen uit de Wkkp. Deze stelt dat een basisgroep uit maximaal 20 kinderen mag bestaan voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. Indien de opvang van kinderen alleen bestaat uit kinderen van 8 jaar en ouder, mag de groep bestaan uit 30 kinderen. De conclusie is hiermee dat de basisgroepen voor de onderbouw en de middenbouw niet voldoen aan de gestelde eisen. De basisgroepen voor de bovenbouw voldoen wel (er zijn nooit meer dan 30 kinderen).
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio Er is op de bso geobserveerd van 14:00 uur tot 15:00 uur: tijdens dit moment waren er 48 kinderen met 4 pedagogisch medewerkers en 1 BOL-stagiaire. Conform dit aantal kinderen dienden er echter 5 pedagogisch medewerkers ingezet te worden (zie ook www.1ratio.nl). Daarnaast wordt aangegeven dat de groepsleerkrachten fungeren als achterwacht als dit nodig blijkt te zijn, maar zij zijn niet fysiek aanwezig tijdens de bso-tijd. Hierdoor tellen zij ook niet mee in de beroepskracht-kindratio. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (dhr J van Zutphen) Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (van 14:10 uur tot 15:45 uur (22-9) en 12:15 uur tot 13:00 uur (30-9)) Verklaringen omtrent het gedrag (allen opgevraagd) Diploma's beroepskrachten (allen opgevraagd)
8 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Veiligheid en gezondheid Wat betreft het gebruik en de implementatie van de meldcode zijn 3 overtredingen opgemerkt. Binnen dit domein is in praktijk gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Middels een steekproef in de praktijk is vastgesteld dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is tijdens de inspectie. Er zijn geen incidenten waargenomen. Het volgende is geobserveerd: ruimten ogen schoon en fris op diverse plekken in het gebouw zijn vingersafestrips te vinden er gelden regels met betrekking tot het buitenspelen (zoals alleen wake-boarden op het plein als je 8 jaar of ouder bent, niet met touwen in de speeltoestellen, enz.) handen wassen na het plassen een kind had een wondje en werd behandeld door een BHV-er (de wond werd verzorgd en ontsmet) een aantal pedagogisch medewerkers heeft een EHBO of BHV training gevolgd enz. Meldcode kindermishandeling De GGD heeft de meldcode ontvangen conform het format van de Brancheorganisatie, het betreft de versie uit 2011. Deze versie is inmiddels verouderd (er is een recente versie uit 2014 beschikbaar). Daarnaast is de meldcode niet toegeschreven naar de organisatie, de sociale kaart is bijvoorbeeld niet ingevuld. Bovendien is het aanvullende stuk, de 'handleiding', niet ontvangen door de GGD. Conclusie De Meldcode voldoet op dit moment niet aan de actuele situatie omdat deze niet is toegeschreven op deze specifieke organisatie. Het standaard-format is gebruikt zonder aanvullingen, dit format is inmiddels verouderd (versie 2011). Deskundigheidsbevordering meldcode en meldplicht Uit interview komt naar voren dat de meldcode qua inhoud onvoldoende bekend is bij de pedagogisch medewerkers. De inhoud van de meldcode is nog niet besproken met de medewerkers, er wordt van uit gegaan dat medewerkers zelf de meldcode zullen pakken als zij een vermoeden van kindermishandeling signaleren. De medewerkers geven aan dat indien zij signalen zien, zij dit intern zullen bespreken en dan de meldcode, indien nodig, erbij zullen pakken. Een organisatie heeft echter de plicht om medewerkers actief te bevorderen in kennis en gebruik van de meldcode en de meldplicht. Daar is nu niet aan voldaan. De organisatie geeft aan direct actie te hebben ondernomen: de medewerkers worden opgegeven voor een online training betreffende dit onderwerp. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (dhr J van Zutphen) Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (van 14:10 uur tot 15:45 uur (22-9) en 12:15 uur tot 13:00 uur (30-9)) Meldcode kindermishandeling (format brancheorganisatie, versie 2011) interne memo voor medewerkers betreffende ingekochte scholing meldcode (zonder datum)
10 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: Speelleercentrum De Wijde Wereld : 300
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
NOA BV Meerloseweg 3 5402XH UDEN www.dewijdewereld.eu 53481577
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 I Kanters
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: UDEN : Postbus 83 : 5400AB UDEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
22-09-2014 14-10-2014 28-10-2014 28-10-2014 28-10-2014
: 28-10-2014 : 18-11-2014
13 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Uden, 24 oktober 2014 Zienswijze houder kindercentrum Laten we beginnen met vast te stellen dat het inspectiebezoek, ook vanuit ons gezichtspunt naar tevredenheid is verlopen. In onze zienswijze m.b.t. dit rapport maken we onderscheid tussen de bevindingen m.b.t. het pedagogisch klimaat en de harde kaders die binnen wet en regelgeving omschreven zijn en waarop gecontroleerd is en wordt. Pedagogisch klimaat: We zijn blij te mogen constateren dat het zwaartepunt van dit inspectiebezoek ligt bij het pedagogisch klimaat. Dit is ons primaire uitgangspunt. Dit is de leidraad voor ons handelen; vorm volgt functie! Wat nodig is om een goed pedagogisch klimaat te garanderen; doen we! Het is dan ook fijn te mogen constateren dat de GGD constateert dat het pedagogisch klimaat op orde is, zowel voor onze jongste kinderen in het KDV als ook voor de oudere kinderen binnen ons dagarrangement. Dit gevoel delen wij graag, ook wij mogen dat dagelijks constateren. Daarnaast en daar zijn we trots op, beoordelen onze ouders dit ook als positief (zie onderzoek scholen met succes van juli jl.) Kortom m.b.t het pedagogisch klimaat zijn de kinderen op de Wijde Wereld op een plek waar ze op een pedagogisch verantwoorde wijze zich mogen ontwikkelen en dat is waarvoor wij gaan! Harde kaders wet en regelgeving: Zoals in het rapport helder staat omschreven is de Wijde Wereld geen doorsnee centrum voor kinderen en moeilijk één op één te vergelijken met reguliere kinderopvang organisaties. Hierbij maken we onderscheid tussen ons KDV, en de BSO die wij binnen ons dagarrangement hebben opgenomen. KDV Zoals we hierboven al hebben aangeven; vorm volgt functie. Het KDV van de Wijde Wereld is net twee jaar terug gestart. In deze twee jaar, hebben we onze energie gestopt in de dagelijkse praktijk (gegroeid van één naar 72 kinderen, van één naar drie groepen), we stellen met trots vast dat de opbrengst van onze inspanningen een goed pedagogisch klimaat is. Het doel dat we ons als organisatie dit schooljaar hebben gesteld, is om dat wat we in de dagelijkse praktijk (functie) doen, ook vast te leggen (vorm). Denk hierbij bv. aan het wenbeleid. Natuurlijk is helder hoe we dat doen, binnen de organisatie; hierover informeren we de ouders en voeren dat uit. Deze handelwijze is echter nog niet vastgelegd in een daadwerkelijk beleidsdocument maar zoals gesteld dat is het doel van dit (school)jaar. BSO (WereldTijd, EigenTijd, EtensTijd en SportTijd) binnen ons dagarrangement. De ‘overtredingen’ die door de inspecteur zijn geconstateerd hebben géén betrekking op de voorschoolse opvang (vóór 8.30 uur) en naschoolse opvang (maandag, dinsdag en donderdag na 17.00 uur en woensdag en vrijdag na 12.30 uur). Voordat we ingaan op de vastgestelde ‘overtredingen’ hechten we eraan om deze te plaatsen in het perspectief van de bijzondere werkwijze van de Wijde Wereld. Allereerst een opmerking over het gebouw. Dit is geheel ontworpen op basis van de visie en werkwijze die we op de Wijde Wereld voorstaan. Uitgangspunten hierbij waren Tijd en Ruimte voor kinderen. Dit unieke gebouw, gelokaliseerd in een prachtige natuurlijke omgeving, faciliteert op een bijzondere wijze alle activiteiten die we binnen ons dagarrangement organiseren. Het is een ruim, open en transparant gebouw, grenzend aan een prachtig speel- en doepark (het Zuiderpark). De organisatie van de activiteiten die binnen ons dagarrangement zich afspelen en vallen onder de inspectie van de GGD zijn moeilijk één op één te vergelijken met reguliere buitenschoolse opvang. In het onderstaande schema geven we aan waarin die van elkaar verschillen. Reguliere BSO
‘BSO Tijden’ op de
Wijde Wereld
Groep bestaat uit kinderen van verschillende leeftijden Kinderen komen vanuit diverse klassen/groepen (soms zelfs scholen) voor en/of na schooltijd bij
Vaste groep kinderen van ‘dezelfde’ leeftijd Vaste groep kinderen uit dezelfde klas/groep zijn steeds bij elkaar 14 van 16
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
elkaar Overwegend MBO opgeleide professionals BSO-programma staat los van het programma dat de kinderen in de basisschool hebben gevolgd Pedagogisch medewerkers zijn géén collega’s van de groepsleerkrachten kinderen worden op verschillende tijden door ouders opgehaald
Twee MBO-4 opgeleide en 3 HBO opgeleide professionals BSO-programma wordt in samenhang met het onderwijsprogramma vorm gegeven.
Alle medewerkers van de Wijde Wereld zijn directe collega's Gelijke tijden voor alle kinderen tijdens het dagarrangement (van 8.30 uur tot 17.00 uur). Vindt veelal plaats in andere omgeving dan de Vindt plaats in de eigen omgeving (unit) eigen klas nabij de eigen klas Startend vanuit onze missie om op de Wijde Wereld een fijne plek voor kinderen te realiseren, hebben we de vorm aangepast aan de functie. Nadat een groepsleerkracht (HBO-geschoold) met een volle klas kinderen heeft gewerkt, gaan de kinderen naar twee pedagogisch medewerkers (één MBO- en één, soms twee HBO- geschoolde professional). Deze pedagogisch medewerkers werken steeds één uur met deze groep kinderen. Dat we hierbij m.b.t. de jongere kinderen (max. 20 kinderen per groep) afwijken van wet en regelgeving is evident. Maar ook evident is dat we hier kwaliteit leveren. Bijzonder is ook dat binnen de OnderwijsTijd hier door de WPO niet naar gekeken wordt (terwijl daar slechts één leerkracht werkzaam is met een volle groep) en binnen de WKO wel! Verder voldoen we volgens de GGD niet aan het kind-leidsterratio van één op tien kinderen. Daarbij plaatsen we graag een paar wezenlijke kanttekeningen: Allereerst bestaat het team van pedagogisch medewerkers uit vijf professionals die samen goed zijn voor een benoeming van 124 uur en dat ingezet op de maandag, dinsdag en donderdag. In totaal zijn er op die momenten 125 kinderen die ieder 9,5 uur gebruik maken van onze BSO- activiteiten op genoemde drie dagen. Een rekensom maakt duidelijk dat we dan op een (gemiddelde) kind leidsterratio uitkomen van één op 9,6 kind per medewerker. Hiermee voldoen we aan de wettelijke eis van maximaal één op tien. Hierbij nemen we de beschikbare leerkrachten niet eens mee! De groepsleerkracht is naast de pedagogisch medewerkers altijd (als derde of vierde persoon) aanwezig tijdens de WereldTijden (BSO-activiteiten) en dat ook nog eens binnen dezelfde unit. Daarmee zijn er dus structureel drie (soms zelfs vier) professionals beschikbaar per groep. Deze leerkrachten zijn volgens de WPO gerechtigd, qua opleiding en VOG, om een volle klas 5,5 uur per dag les te mogen geven maar zijn dat volgens de WKO niet! Zelfs niet als zij met een deel van hun eigen klas zouden werken! Afstemming binnen de WPO en WKO is dan ook meer dan nodig!Om hen ook in de BSO-tijden in te kunnen zetten, hebben we nu voor alle medewerkers, werkzaam binnen de OnderwijsTijd (leerkrachten dus) een VOG verklaring aangevraagd waarmee we maar liefst zeven hooggekwalificeerde professionals toevoegen aan onze BSO-tijd. Het mag duidelijk zijn dat dit enkel voor de statistieken iets betekent maar voor de kinderen verandert hierdoor niets!De professionals die bij ons in de WereldTijden (BSO-tijden) werkzaam zijn, zijn hoog opgeleid. Bij iedere WereldTijd zijn twee, soms drie pedagogisch medewerkers werkzaam bestaande uit één MBO-4 geschoolde kracht en één (soms twee) HBO-geschoolde kracht(en). Ook hiermee dragen we er zorg voor dat de kwaliteit van professionals voor de kinderen van een hoog niveau is, met een goede kwaliteit ten gevolgen!Tot slot zouden we nog een vierde redenering kunnen opzetten over drie momenten per dag waarop je als organisatie mag afwijken van de kind-leidsterratio en waarmee wij onze werkwijze ook nog zouden kunnen verantwoorden. Dan gaan we ons echter verantwoorden middels regeltjes die juist géén invloed hebben op de kwaliteit. Op dit soort regelgeving willen wij ons niet beroepen. Tot slot: Wij zijn trots op het gegeven dat is geconstateerd dat het pedagogisch klimaat op de Wijde Wereld prima op orde is en daarvoor zullen we ons ook zeker dagelijks blijven inzetten. De geconstateerde ‘overtreding’ m.b.t. de VOG’s, heeft te maken met de snelle groei van de Wijde Wereld. Een enkele keer zijn we genoodzaakt om nieuw personeel in te zetten (om te voldoen aan kind-leidsterratio’s) alvorens er een geldige VOG verklaring kon worden overlegd. Deze is steeds snel aangevraagd en vervolgens ook keurig bij ons binnengekomen. Hiermee voldoen alle medewerkers aan de eisen die, door de wet, aan hen gesteld worden. Meldcode kindermishandeling: Stichting Kiem onderwijs en opvang, organiseert binnenkort scholing voor al haar medewerkers m.b.t. de meldcode kindermishandeling. Daarmee zullen we dus op korte termijn voldoen aan dat wat van ons verwacht wordt. We constateren (en wisten natuurlijk) dat de Wijde Wereld een bijzondere organisatie (een 15 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN
volwaardig integraal kind centrum; IKC) is, binnen het onderwijs en opvang in Nederland. De vigerende wet- en regelgeving laat zich maar moeilijk één op één toepassen op onze organisatie. Het wordt in de praktijk duidelijk dat de verschillende wet- en regelgeving; WPO en WKO op elkaar afgestemd dienen te worden, te meer daar landelijk steeds meer ‘brede-scholen’ zich verder zullen gaan ontwikkelen naar IKC’s. Vorm volgt functie; we zijn ons ervan bewust dat we nu in het derde jaar (na twee jaren van pionieren), de taak hebben om dat wat we in de praktijk al goed doen, vast te leggen. Hierdoor zal ook op papier te lezen moeten zijn wat we hier in de praktijk al (goed) doen. Kortom we hebben ons dit jaar al voorgenomen om ervoor te zorgen dat we bij de start van schooljaar 20152016 ons ook schriftelijk te kunnen verantwoording en laten dat dan (of tussentijds bij afronding van afzonderlijke beleidsdocumenten) graag zien.
16 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 22-09-2014 Speelleercentrum De Wijde Wereld te UDEN