Inspectierapport
De Vlindertuin (BSO) Bronkhorstsingel 9 5403NA UDEN Registratienummer 218066314
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant UDEN 30-10-2014 Regulier onderzoek Definitief 20-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10
2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Bso de Vlindertuin biedt buitenschoolse opvang en laat zich inspireren door de antroposofische ideeën van Rudolf Steiner. De bso is gevestigd in een lokaal binnen vrije school De Zevenster te Uden. De bso heeft een ruime leefruimte ter beschikking, daarnaast maakt de bso regelmatig gebruik van de ruimte van de peuterspeelzaal. Dit doet men als de basisgroep wordt gesplitst. De bso kan gebruik maken van de buitenspeelruimte van de basisschool. Inspectiegeschiedenis Op 27 augustus 2013 vond er een onaangekondigde, risico-gestuurde inspectie plaats. Alleen het wettelijk minimum werd getoetst in dit onderzoek. De getoetste items van dit onderzoek voldeden aan de gestelde eisen. Inspectie 30 oktober 2014 Ook in dit onderzoek is sprake van risico-gestuurd toezicht, wederom is alleen het wettelijk minimum getoetst. In dit onderzoek voldoen niet alle getoetste items aan de gestelde eisen, er is sprake van 2 overtredingen. Deze betreffen het overleggen van een VOG. Opmerking: Er is 1 aandachtspunt, dit betreft een contradictie in het beleid van de organisatie en de uitvoering hiervan in de praktijk (gezien het feit dat dit item geen onderdeel was van deze inspectie, blijft het bij een opmerking). 1. in het beleid gezondheid van de organisatie staat het volgende: 'Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van (vochtige) schoonmaaktissues'. Tijdens de inspectie was te zien dat monden van de kinderen met een washandje schoon werden gemaakt. 1 Washandje werd voor 2 kinderen gebruikt.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn alle items als voldaan beoordeeld. De pedagogische praktijk is in dit onderzoek geobserveerd en beoordeeld. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang; 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Alle kerncompetenties uit de Wet kinderopvang zijn tijdens deze inspectie als voldaan beoordeeld. Deze beoordeling is gebaseerd op de observatie op de bso. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de GGD gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend (= cursief) en tijdens het onderzoek onder andere op locatie geconstateerd. Na een beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er is een verdeling gemaakt per kerncompetentie. Waarborgen van de emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. als de kinderen binnen komen, worden zij begroet door de medewerkers, er wordt ook gevraagd aan enkele kinderen hoe hun dag was er zijn gesprekken te zien tussen medewerkers en kinderen, medewerkers reageren ook op vragen van kinderen kinderen worden meestal aangekeken en de communicatie vindt plaats op ooghoogte (medewerkers gaan door de knieën of gaan zitten bij een kind) de communicatie naar de kinderen gebeurt op een vriendelijke manier met rustige stemmen Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. het welbevinden van de kinderen is goed te noemen, kinderen gebruiken de hele ruimte om te spelen, laten emoties zien, zijn nieuwsgierig, staan open voor andere kinderen en de medewerkers, enz. de ruimte is versierd met diverse kunstwerken waar de kinderen zelf aan gewerkt hebben er zijn voorkeuren te zien van kinderen voor andere kinderen Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten. ouders mogen de kinderen ophalen op de groep, de medewerkers nemen de tijd om met de ouder in gesprek te gaan. Het contact met de ouder loopt ontspannen en respectvol Stimuleren van de persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. op de bso werkt men met natuurlijke materialen zoals wol, natuurproducten (kastanjes, blaadjes, eikels) de medewerkers geven ideeën welke activiteiten de kinderen kunnen gaan doen er wordt thematisch gewerkt, momenteel is het thema 'herfst' buitenspelen is in principe een vast onderdeel van het dagprogramma De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen. 2 kinderen krijgen tijdens de inspectie en conflict. Dit wordt gezien door een medewerker, zij gaat in gesprek met de kinderen. Het duurt even voordat het conflict volledig geruimd is tussen beide kinderen, maar de medewerker neemt hier alle tijd voor 4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
Stimuleren van de sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten. als er conflicten ontstaan, wordt dit gezien en opgepakt door de medewerkers. Medewerkers zetten zich in voor een goede sfeer en het oplossen van conflicten De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. er worden gezamenlijke activiteiten georganiseerd met de groep zoals samen eten aan tafel er is ook ruimte voor activiteiten in kleine groepjes, tijdens de inspectie spelen enkele kinderen samen aan tafel met wol kinderen mogen aangeven met wie zij graag willen samenspelen kinderen geven aan waar ze gaan spelen (buiten, binnen, in 1 van de hoeken, enz.). De medewerkers zijn zo op de hoogte welk kind met wie waar is Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. op de groep gelden diverse regels en omgangsvormen zoals: bij ruzie, samen uitpraten, binnen niet rennen (dit werd ook herhaaldelijk aangegeven tijdens de inspectie), kinderen ruimen mee op na het eten, aan tafel blijf je zitten op je billen, enz. Kinderen worden ook aangesproken op deze regels Tijdens de inspectie wordt er onder andere gezamenlijk aan tafel gegeten. Dit moment verloopt nogal chaotisch en medewerkers zijn niet consequent: kinderen moeten op de billen blijven zitten aan tafel tijdens het eetmoment, dit wordt vaker herhaald de medewerkers zelf staan regelmatig op om drinken te pakken, drinken in te gaan schenken, broodjes uit te delen, beleg uit te delen, enz. sommige kinderen gaan toch regelmatig staan om iets te pakken elders op tafel maar worden dan weer gevraagd te gaan zitten, terwijl de medewerker dan zelf op staat om het alsnog te gaan pakken Bovenstaande wordt aangemerkt als een incident aangezien deze onrust alleen tijdens dit moment is gezien. Tijdens een volgende inspectie zal voor dit onderdeel wederom aandacht zijn, de organisatie dient wel de bestaande werkwijze te evalueren en bij te stellen.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr L Govers) Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (donderdag 30 oktober van 13:15 tot 15:20 uur)
5 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet niet aan alle onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten en een steekproef in de praktijk. Verklaring omtrent het gedrag Van alle medewerkers, vrijwilligers en stagiaires heeft de GGD een VOG opgevraagd om deze te controleren in verband met de vernieuwde eisen rondom de continue screening. Hieruit bleek het volgende: 1. de locatiemanager heeft een VOG overlegd welke dateert uit 2009, deze is hiermee ouder dan 2 jaar 2. van de nieuwe vaste medewerker is geen VOG overlegd aan de GGD (wel is een aanvraagformulier VOG overhandigd) Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle vaste pedagogisch medewerkers en de invalmedewerkers hebben een passende beroepskwalificatie conform de cao Kinderopvang. Opvang in groepen Op de meeste dagen is er op bso sprake van opvang van kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar in 1 basisgroep. De opvang van de kinderen vindt dan plaats in de leefruimte van de bso. Op enkele dagen komt het kindaantal boven de 20, op deze momenten wordt de groep gesplitst en ontstaat er een tweede basisgroep, bestaande uit de jongste bso-kinderen. Deze tweede basisgroep gaat dan met een vaste medewerker naar het lokaal van de peuterspeelzaal. Deze werkwijze is conform de gestelde eisen. Beroepskracht-kindratio Er is een steekproef genomen op de dag van inspectie en uit de roosters en kindbezetting van week 44. Uit deze controle blijkt dat de beroepskracht-kindratio op deze momenten wordt nageleefd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr L Govers) Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (donderdag 30 oktober van 13:15 tot 15:20 uur) Verklaringen omtrent het gedrag (allen ingezien) Diploma's beroepskrachten (steekproef) Arbeidscontracten (van nieuwe medewerkers ingezien) Presentielijsten (week 44)
6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: De Vlindertuin : http://www.vlindertuin-uden.nl : 34
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Istia Bronkhorstsingel 11 5403NA UDEN 59378166
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 I Kanters
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: UDEN : Postbus 83 : 5400AB UDEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
30-10-2014 11-11-2014 20-11-2014 20-11-2014 25-11-2014
: 25-11-2014 : 16-12-2014
9 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze bso de Vlindertuin Naar aanleiding van het bezoek van de GGD en de concept rapportage willen we mededelen dat de op- en aanmerkingen ter harte zijn genomen en dat er gelijk werk van gemaakt is. De twee ontbrekende V.O.G.'s zijn binnen en opgestuurd naar inspecteur Ilona Kanters van de G.G.D. Aan de aandachtspunten wordt gewerkt. Dit wordt tijdens een volgend teamoverleg geёvalueerd en besproken. Hierbij een extra opmerking over de vertraging van de V.O.G, die wij nog graag in de zienswijze van de Vlindertuin zouden willen zetten. Ik hoop van ganser harte dat dat nog kan! De Rijksoverheid heeft besloten dat alle mensen die in de kinderopvang werken, vanaf 1 maart continu gescreend dienen te worden. Om die reden wordt vanaf 1 juli 2013 aan alle mensen verzocht die een V.O.G. hebben van vóór 1 maart 2013, om een nieuwe aan te vragen. Vorig jaar in oktober 2013 zijn alle V.O.G.’s door Loes Govers, manager van de Vlindertuin (op tijd) aangevraagd bij het administratiekantoor van stichting Pallas. Stichting Pallas is een organisatie waar 15 vrije scholen voor basisonderwijs uit Midden- en Zuid Nederland bij aangesloten zijn en waar de kinderopvang behorende bij een aantal van deze scholen (waaronder de Zevenster Uden) ook onder viel. Sinds afgelopen jaar is er voor deze kinderopvang van Stichting Pallas een andere stichting opgericht, Stichting Istia. Stichting Istia is een antroposofische kinderopvangorganisatie nauw verbonden aan Stichting Pallas. Door deze overheveling van de ene stichting naar de andere zijn er een aantal zaken niet goed verlopen, waaronder deze aanvraag voor deze nieuwe V.O.G. ‘s. Loes was in de veronderstelling dat er voor iedereen waaronder zij zelf, een nieuwe V.O.G. aangevraagd was en ook binnen gekomen was. Herhaaldelijke malen heeft zij navraag gedaan en om inzage in de personeelsdossiers gevraagd. Uiteindelijk werd afgelopen oktober duidelijk dat er toch nog allemaal nieuwe V.O.G. ’s aangevraagd moesten worden. Dit even ter verduidelijking om aan te geven dat er alle mogelijke moeite gedaan is om de nieuwe V.O.G.’s op tijd aangeleverd te krijgen! Met vriendelijke groet, Annie Storm bestuurder stichting Istia
10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 De Vlindertuin te UDEN