Inspectierapport IJsterk Dikkie Dik (KDV) Nieuwe Kerkstraat 126a 1018 VM AMSTERDAM Registratienummer: 423800607
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 20-06-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 31-07-2014
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
1/12
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
2/12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 20 juni 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van de locatie is slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht.
Beschouwing Organisatie Kinderdagverblijf IJsterk Dikkie Dik is een locatie van IJsterk Kinderopvang B.V. IJsterk is een grote organisatie met diverse kinderdagverblijven in Amsterdam. Locatie Kinderdagverblijf Dikkie Dik bestaat uit vier horizontale groepen. De locatiemanager is ten tijde van het inspectiebezoek al sinds medio mei 2014 afwezig. Haar werkzaamheden zijn voorlopig overgedragen aan haar achterwacht; de locatiemanager van een nabijgelegen locatie van dezelfde organisatie. Gedurende het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder met deze locatiemanager contact gehad. Recent is een interim locatiemanager gestart bij het kinderdagverblijf. Eind augustus 2014 wordt duidelijk of deze interim locatiemanager zal blijven of dat de locatiemanager terug zal keren. Klachtencoördinator De toezichthouder heeft op 17 september 2013 telefonisch contact gehad met de klachtencoördinator van IJsterk. Binnen IJsterk is sinds 1 maart 2012 een klachtencoördinator aangesteld. De klachtencoördinator is vraagbaak (met name voor de vestigingsmanagers) met betrekking tot de afhandeling van klachten. Zij lost zelf geen klachten op maar kan intern ondersteuning bieden bij het afhandelen en oplossen van klachten bieden. Klachten worden opgelost in de volgende lijn: in eerste instantie door de pedagogisch medewerker, anders door de vestigingsmanager of door de regiomanager en indien nodig door de directie. Eén keer per jaar verzamelt de klachtencoördinator de klachten die intern zijn afgehandeld; zij maakt hiervan een jaarverslag. De klachtencoördinator meent voldoende toegankelijk en bekend te zijn voor het personeel, met name voor de managers. Vertrouwenspersoon De toezichthouder heeft op 12 september 2013 telefonisch contact gehad met de vertrouwenspersoon van IJsterk. IJsterk heeft de functie van vertrouwenspersoon voor medewerkers extern bij een onafhankelijke persoon gelegd. Deze vertrouwenspersoon is werkzaam bij Maetis. De vertrouwenspersoon kan de medewerkers ondersteunen bij het oplossen van problemen waar zij zelf niet meer uitkomen en kan daarnaast helpen bij het opstellen van een klacht. Er is een heldere procedure indien een medewerker haar benadert. Elk jaar stelt de vertrouwenspersoon een jaarrapportage op waarin de hoeveelheid en de aard van de klachten wordt opgenomen. De vertrouwenspersoon heeft het gevoel dat zij voldoende toegankelijk en bekend is voor het personeel. Er zijn folders binnen de organisatie verspreid. Oudercommissie Op 17 juli 2014 heeft de toezichthouder telefonisch contact opgenomen met een lid van de oudercommissie. Het lid van de oudercommissie zegt kinderdagverblijf Dikkie Dik een heel fijn kinderdagverblijf te vinden. Er werken ervaren beroepskrachten op het kinderdagverblijf en de oudercommissie is tevreden over het pedagogisch beleid en de uitvoering hiervan. In het afgelopen jaar is er wel sprake geweest van wat wisselingen onder het personeel maar er lijkt nu weer een vast team werkzaam te zijn. De oudercommissie geeft aan dat er onrust heerst in het team over de locatiemanager die sinds medio mei 2014 afwezig is. Het is nog onduidelijk of de locatiemanager weer terug zal komen. De oudercommissie heeft het idee dat zaken die de locatiemanager regelde wel ad hoc in behandeling zijn genomen door een achterwacht van de locatiemanager. Recent is er een interim locatiemanager gestart bij het kinderdagverblijf. De eerste indruk van de oudercommissie over deze interim locatiemanager is positief.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
3/12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Op grond van het risicoprofiel van de locatie is slechts een kwaliteitseis met betrekking tot het pedagogisch beleidsplan onderzocht. Pedagogisch beleidsplan Er is geconstateerd dat het pedagogisch beleidsplan in duidelijke en observeerbare termen beschrijft wat de wijze is waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Tijdens werkoverleg komt het pedagogisch beleidsplan en de uitvoering hiervan als standaard agendapunt aan bod. Het meest recente overleg, waarvan notulen zijn overgelegd, vond plaats op 22 april 2014. Het overleg wordt geleid door de locatiemanager. Het is nog onduidelijk hoe dit opgepakt gaat worden in haar afwezigheid. De beroepskrachten verklaren dat de achterwacht van de locatiemanager nu af en toe langskomt op de groepen om de belangrijkste zaken door te spreken. Ten tijde van het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk geobserveerd op een babygroep en op een peutergroep. Op de babygroep was één kind aanwezig omdat een aantal kinderen sliep tijdens het observatiemoment en er een kind ging wennen met een vaste beroepskracht op een van de peutergroepen. Op de peutergroep werd er fruit gegeten met de kinderen. Aan de hand van de observaties is geconstateerd dat de beroepskrachten in voldoende mate zorgdragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, het stimuleren van de persoonlijke en de sociale competenties en het overdragen van normen en waarden. Op de babygroep wordt aan het kind dat alleen op de groep is extra aandacht gegeven door de aanwezige beroepskracht. De beroepskracht praat veel met het kind. Zo benoemt zij dat het kind zichzelf in de spiegel ziet wanneer het voor de spiegel staat. Ook legt zij het kind uit dat het niet aan de prullenbak mag komen omdat dat vies is. Verder laat zij het kind vrij spelen in de groepsruimte en in de hal terwijl zij ondertussen wat spullen opruimt. Op de peutergroep zitten de kinderen aan tafel om fruit te eten. Vooraf aan het eetmoment wordt er een liedje gezongen en daarna worden de bekers geteld. De beroepskracht legt duidelijk uit dat de kinderen niet zelf de kleur van de beker uit mogen kiezen en zegt dat de kinderen een stukje fruit van het bord mogen pakken en het dan door mogen geven. Uit de reacties van de kinderen blijkt dat dit een bekend ritueel is. Er wordt veel met de kinderen gesproken aan tafel. De beroepskrachten stellen veel vragen en reageren enthousiast op reacties van de kinderen. Een kind dat op zijn vinger heeft gebeten wordt getroost en krijgt een washandje aangeboden. Uit alles blijkt dat de beroepskrachten goed bekend zijn met de kinderen; zo weten zij precies wie er recent waterpokken heeft gehad en wie nog niet. Wanneer een kind op de tong bijt geeft de beroepskracht aan dat een van de andere kinderen dit ook een keer is overkomen en zegt tegen het betreffende kind: ‘Dat deed ook au he?’ Wanneer twee kinderen heel erg druk zijn vraagt de beroepskracht of de kinderen even rustig willen gaan zitten. Zij legt uit dat ze de andere kinderen hiermee storen. Ze vraagt of de kinderen dit begrijpen. Daarna leidt ze de kinderen af door te vragen welk fruit ze willen. De kinderen mogen zelf een stukje banaan schillen. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan Dikkie Dik, versie maart 2014 - Inspectieonderzoek
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
4/12
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder de vaste beroepskrachten, de invalkrachten die in de maanden april, mei en juni 2014 zijn ingezet en het ondersteunend personeel. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder de vaste beroepskrachten en de invalkrachten die in de maanden april, mei en juni 2014 zijn ingezet. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden op de groepen Humpie Dumpie en Klein Duimpje maximaal negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de groepen Ieniemienie en Pinokkio worden maximaal veertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van de invalpool van IJsterk. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: 8.00-16.45 uur, 8.30-17.15 uur en 9.15-18.00 uur. De beroepskrachten pauzeren 45 minuten tussen 13.30-15.00 uur. Uit onderzoek is gebleken dat de inzet van beroepskrachten bij afwijking van de beroepskracht-kind-ratio voldoet. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio, omdat uit het standaard rooster blijkt dat er altijd minimaal twee beroepskrachten aanwezig zijn in het kinderdagverblijf. In het geval van calamiteiten is de leidinggevende van de buitenschoolse opvang die in hetzelfde pand gevestigd is de achterwacht. Opvang in groepen Elk kind behoort tot één stamgroep. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroepen. Er zijn vier stamgroepen. Humpie Dumpie en Klein Duimpje bestaan uit maximaal negen kinderen tussen de nul en twee jaar oud. Ieniemienie en Pinokkio bestaan uit maximaal veertien kinderen tussen de twee en vier jaar oud. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten van de maanden april, mei en juni 2014 - Presentielijsten van de maanden april, mei en juni 2014 - Pedagogisch beleidsplan Dikkie Dik, versie maart 2014
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
5/12
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft maatregelen ten behoeve van de veiligheid en de gezondheid beschreven in organisatiebrede protocollen. Daarnaast zijn locatiespecifieke werkafspraken opgenomen in werkinstructies. Jaarlijks wordt er een gezondheidsverslag en een veiligheidsverslag opgesteld. Daarnaast wordt er jaarlijks een verslag opgesteld van de (bijna)ongelukken die hebben plaatsgevonden. Uit het veiligheidsverslag blijkt dat er op 21 november 2013 een brandveiligheids- en ontruimingsoefening heeft plaatsgevonden binnen het kindercentrum. Er is gemiddeld één keer per maand, na werktijd, een groot teamoverleg waarbij alle groepen vertegenwoordigd zijn door een beroepskracht. Tijdens een groot teamoverleg worden onder andere protocollen en werkinstructies besproken. Besproken zaken worden middels notulen overgedragen aan de beroepskrachten die niet bij de teamavond aanwezig waren. Het meest recente overleg, waarvan notulen zijn overgelegd, vond plaats op 22 april 2014. Het overleg wordt geleid door de locatiemanager. Het is nog onduidelijk hoe dit opgepakt gaat worden in haar afwezigheid. De beroepskrachten verklaren dat de achterwacht van de locatiemanager nu af en toe langskomt op de groepen om de belangrijkste zaken door te spreken. Ten tijde met van het inspectiebezoek heeft de toezichthouder zowel met één beroepskracht van een peutergroep als met één beroepskracht van een babygroep gesproken over de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Ook heeft de toezichthouder geobserveerd op één van de babygroepen en één van de peutergroepen. Uit deze gesprekken en uit de observaties blijkt dat de beroepskrachten goed op de hoogte zijn van het te voeren beleid. Ten tijde van het inspectiebezoek is het een warme dag. De deur van de groepsruimte van een van de babygroepen staat open om extra te ventileren. De babygroepen hebben aansluitend aan de groepsruimte een balkon waar zij op kunnen spelen. Door middel van een trap is er direct toegang tot de buitenspeelruimte. Voor de trap is een hekje geplaatst zodat de kinderen niet van de trap kunnen vallen. De invalkracht die deze dag op de babygroep werkzaam is, is goed op de hoogte van de afspraak dat dit hek goed dicht dient te zitten om de kans op valongevallen te verkleinen. Een van de beroepskrachten kan goed de regels benoemen die gelden indien er sprake is van infectieziekten. Er wordt voldoende geventileerd in de slaapruimte. Op de peutergroep dragen de beroepskrachten er zorg voor dat alle kinderen een persoonlijke washand krijgen om zich mee schoon te maken na het fruit eten. Tevens dragen zij er zorg voor dat de kinderen hun handen wassen met water en zeep nadat zij naar het toilet zijn geweest. In de toiletruimte hangen voor kinderen duidelijke handenwasinstructies. Op een kast in de groepsruimte van een peutergroep hangt een overzicht waarop is aangegeven of kinderen allergisch zijn, zodat dit ook duidelijk is voor bijvoorbeeld invalkrachten. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, uitgegeven door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De beroepskrachten verklaren dat er tijdens een overleg aandacht is besteed aan de meldcode. De locatiemanager is getraind als aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Vierogenprincipe Het gebouw waarin het kinderdagverblijf gevestigd is, is transparant doordat er veel ramen zijn. In het pedagogisch beleidsplan is beschreven dat het hier niet voorkomt dat een beroepskracht voor langere tijd alleenstaat op één van de groepen. Op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag is er een groepshulp in het pand aanwezig die werkt van 8.45-17.15 uur. Er is op maandag tot en met donderdag een kokkin in het pand aanwezig die werkt van 8.00-13.15 uur. Deze medewerkers kunnen te allen tijde bij een van de groepen naarbinnen lopen. Met de locatiemanager van de Kleine Plantage is de afspraak gemaakt dat zij in afwezigheid van de locatiemanager het kinderdagverblijf onaangekondigd bezoekt. Indien er een beroepskracht voor korte tijd alleenstaat, wordt de babyfoon aangezet op een van de andere groepen. Dit is ook het geval tijdens vakanties en wanneer er minder beroepskrachten worden ingezet. Tijdens overleg wordt er aandacht besteed aan het vierogenprincipe en op studiedagen en thema-avonden is het als belangrijk onderwerp aan de orde geweest. In het pedagogisch beleidsplan is daarnaast beschreven dat er een ‘open aanspreekcultuur’ heerst op het kinderdagverblijf, niet alleen van beroepskrachten en andere medewerkers naar de ouders toe, maar ook naar elkaar toe. Gebruikte bronnen: - Veiligheidsverslag 2013 - Jaarverslag bijna ongelukken 2013 - Gezondheidsverslag 2013 - Gesprek met twee beroepskrachten - Inspectieonderzoek -'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling', versie: juli 2013 - Pedagogisch beleidsplan Dikkie Dik, versie maart 2014
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
6/12
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over vier stamgroepsruimtes. De groepsruimtes zijn passend ingericht met verschillende hoeken waar de kinderen kunnen spelen. Er is voldoende en gevarieerd speelgoed aanwezig en kinderen hebben de mogelijkheid om zowel drukke als rustige activiteiten te doen. In het kinderdagverblijf zijn tevens een kruiptunnel en een plateau aanwezig om baby's en peuters te stimuleren in hun motorische ontwikkeling, passend bij de visie van Emmi Pikler. Elke stamgroep beschikt over een eigen slaapkamer. Er zijn voldoende bedden voor het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een zandbak en er zijn speelhuisjes. Daarnaast is er voldoende los speelgoed aanwezig zoals fietsjes, ballen en zandspullen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
7/12
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door het 'informatieboekje kinderdagverblijf Dikkie Dik', een nieuwsbrief, de huisregels en de website www.ijsterk.nl. Ouders en personeel worden geïnformeerd over het meest recente inspectierapport doordat dit op de eigen website geplaatst is. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit zes leden. Dit aantal is in overeenstemming met het aantal zoals vermeld in het reglement van de oudercommissie. De houder heeft het afgelopen jaar adviesaanvragen gedaan omtrent het pedagogisch kaderbeleid, de prijswijziging en de reorganisatie. Op 17 juli 2014 heeft de toezichthouder telefonisch contact opgenomen met een lid van de oudercommissie. Het lid van de oudercommissie heeft aangegeven tevreden te zijn over het adviesrecht. Daarnaast geeft het lid van de oudercommissie aan dat er een beter contact is met het management van IJsterk sinds de reorganisatie. De directeur van IJsterk is recent bij een oudercommissiebijeenkomst aanwezig geweest. Gebruikte bronnen: - Informatieboekje kinderdagverblijf Dikkie Dik, versie maart 2014 - Website: www.ijsterk.nl, geraadpleegd op 20 juni 2014 - Overzicht leden van de oudercommissie - Gesprek met een lid van de oudercommissie, op 17 juli 2014 - Notulen oudercommissie, d.d. 13 februari 2014 en 8 januari 2014
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
8/12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
9/12
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
10/12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
IJsterk Dikkie Dik 000020988729 http://www.kinderopvang.ijsterk.nl 46 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
IJsterk Kinderopvang B.V. Postbus 14878 1001 LJ AMSTERDAM 34276067 www.kinderopvang.ijsterk.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. C. van Opstal
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
: : : : :
20-06-2014 29-07-2014 31-07-2014 31-07-2014 04-08-2014
: 04-08-2014 :
11/12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze.
IJsterk Dikkie Dik - Jaarlijks onderzoek 20-06-2014
12/12