Inspectierapport Doomijn bso Klooienberglaan (BSO) Klooienberglaan 1 8031GA ZWOLLE Registratienummer 772075876
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD IJsselland Zwolle 02-09-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 28-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Accommodatie en inrichting .............................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................11 Gegevens voorziening .........................................................................................................14 Gegevens toezicht ..............................................................................................................14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................15
2 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op grond van de bevindingen van voorgaande inspecties zijn een beperkt aantal kwaliteitsvoorwaarden onderzocht. Dit jaarlijks onderzoek heeft plaatsgevonden op 02-09-2015 en 10-09-2015. Op 02-09-2015 heeft er tevens een incidenteel onderzoek plaatsgevonden in verband met een verzoek tot uitbreiding van het aantal kindplaatsen. Hiervan is een apart rapport opgesteld. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over de opvang en de inspectie-geschiedenis volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein uitgewerkt. Feiten over Doomijn BSO Klooienberglaan BSO Klooienberglaan is onderdeel van Stichting Doomijn Kinderopvang. Doomijn Kinderopvang heeft meerdere kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties binnen regio IJsselland. De opvang van de kinderen van BSO Klooienberglaan vindt plaats in de oude wijkboerderij ‘De Klooienberg’. Midden in ‘t groen, midden tussen de dieren. BSO Klooienberglaan staat in het landelijk register kinderopvang geregistreerd met maximaal 30 kindplaatsen. Er is een verzoek ingediend om per augustus 2015 het aantal kindplaatsen te verhogen van 30 naar 50. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaatsgevonden: -16-05-2013: jaarlijks onderzoek. Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd op het gebied van het instellen van een oudercommissie en de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. -04-11-2014: nader onderzoek. De tekortkomingen uit het jaarlijks onderzoek d.d. 16-05-2013 aangaande de inhoud van het pedagogisch beleidsplan zijn hersteld. Er is nog geen locatiegebonden oudercommissie. De houder voldoet wel aan de inspanningsverplichting. -04-11-2014: jaarlijks onderzoek. Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen De houder voldoet niet aan alle voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht. Met name op het gebied van de risico inventarisatie veiligheid en de buitenspeelruimte. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. De volgende afspraken worden met de houder gemaakt en zullen over 1 maand (na 10-10-2015) door de toezichthouder (GGD) worden beoordeeld middels een onaangekondigde inspectie op locatie: -Er is een risico inventarisatie veiligheid uitgevoerd voor de kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar. -Er is een plan van aanpak opgesteld waarin vermeld staat welke acties uitgevoerd worden, wat de streefdatum is en wie verantwoordelijk is. -De beroepskrachten zijn op de hoogte van de uitkomsten van de risico inventarisatie veiligheid. -De buitenspeelruimte is passend ingericht voor de kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar. De volgende afspraken worden met de houder gemaakt en zullen over 3 maanden (na 10-12-2015) door de toezichthouder (GGD) worden beoordeeld middels een onaangekondigde inspectie op locatie: -Ieder kind hoort bij een basisgroep. -Een basisgroep mag niet groter zijn dan 20 kinderen. 3 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
-De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
4 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan BSO Klooienberglaan heeft een pedagogisch werkplan dat beschrijft hoe er met de kinderen gewerkt wordt. In een gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij goed op de hoogte zijn van het beleid en daarnaar handelen. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Emotionele veiligheid Veldinstrument: Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Observatie: Kinderen hebben op hun opvangdag altijd (een aantal) vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. Ook is er een balans in de verdeling tussen jongens en meisjes. Een enkele keer worden kleine groepen (bij een specifieke activiteit) samengevoegd. Persoonlijke competentie Veldinstrument: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie: Kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen en/of schooldrukte af te reageren. Zij kunnen (ook) voor activiteiten kiezen die passen bij hun eigen interesse en energieniveau. Een aantal kinderen van de 7+ groep is binnen aan het spelen, een aantal kinderen komt buiten zelf tot spel en een aantal kinderen heeft een jonge duif gevonden buiten. De kinderen willen zelf een naam bedenken voor deze jonge duif. De beroepskracht ondersteunt de kinderen hierin. Sociale competentie Veldinstrument: De kinderen zijn deel van de groep. Observatie: De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. De beroepskrachten maken onder andere grapjes over de naam van één van de beroepskrachten. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Overdracht van normen en waarden Veldinstrument: Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. Observatie:
5 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. -Zowel in de onderbouw- als in de bovenbouwgroep worden kinderen er bijvoorbeeld op gewezen dat zij op hun billen moeten gaan zitten. In de bovenbouwgroep zegt een beroepskracht:"Kom je even met je billen hier zitten?" De beroepskracht wijst hierbij op de stoel. In de onderbouwgroep zegt een beroepskracht:"X, mag je thuis ook met je billen op de tafel zitten?" -Wanneer een meisje buiten vraagt of de waterpomp aan mag verteld de beroepskracht haar dat dit niet mag. Vervolgens legt de beroepskracht uit waarom dit niet mag. Conclusie: De pedagogische pratkijk voldoet aan de voorwaarden uit de wet Kinderopvang.
6 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij Doomijn BSO Klooienberglaan hebben een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij Doomijn BSO Klooienberglaan beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De aanwezige beroepskracht gaf aan dat er gewerkt wordt met een basisgroep met kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar en een basisgroep met kinderen van 7 jaar en ouder. Op locatie was een planningslijst aanwezig waarop alle vijftig kinderen vermeld staan. Er is geen onderverdeling gemaakt per basisgroep. De toezichthouder kon op locatie hierdoor niet inzichtelijk krijgen of de kinderen daadwerkelijk in de eigen basisgroep zijn opgevangen de afgelopen periode. Ook kon de toezichthouder niet inzichtelijk krijgen of de basisgroepen in de praktijk niet groter zijn dan het wettelijk toegestane aantal van 20 kinderen.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio Op locatie was een planningslijst/aanwezigheidslijst aanwezig waarop alle vijftig kinderen vermeld staan. Op deze lijst wordt voor de gehele locatie bijgehouden welke kinderen daadwerkelijk aanwezig waren. Er is echter geen onderverdeling van de kinderen gemaakt per basisgroep. Daarnaast is niet duidelijk welke beroepskracht op welke basisgroep aanwezig was.
7 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Het beroepskracht-kindratio moet door de toezichthouder per basisgroep berekend worden. Dit is niet mogelijk aan de hand van de aanwezige documenten. Per basisgroep moet duidelijk zijn welke kinderen er daadwerkelijk aanwezig waren en welke beroepskrachten daadwerkelijk ingezet zijn.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef) Diploma's beroepskrachten (steekproef) Presentielijsten (planningslijst/aanwezigheidslijst van de totale locatie) Personeelsrooster
8 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Voorheen werden op deze locatie de oudere bso kinderen opgevangen. De zogenaamde 7+ kinderen. Voor deze doelgroep is er een risico inventarisatie veiligheid uitgevoerd. Sinds augustus 2015 worden ook de jongere kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar op deze locatie opgevangen. Voor deze doelgroep is nog geen risico inventarisatie veiligheid uitgevoerd. Het is aan de houder om veilige opvang te bieden. Zie ook de voorwaarde aangaande buitenspeelruimte. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (telefonisch contact) Interview anderen (beroepskrachten)
9 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Accommodatie en inrichting
Buitenspeelruimte De kinderen van BSO Klooienberglaan maken gebruik van het buitenterrein rondom de kinderboerderij. Aan de voorkant van de kinderboerderij is een hekwerk geplaatst. Aan de achterzijde van de kinderboerderij is er (nog) geen omheining. De buitenspeelruimte grenst aan het water (rivier het Zwarte Water). Het is de verantwoordelijkheid van de houder om voor een veilige opvangsituatie te zorgen. De locatieverantwoordelijke heeft aangegeven dat de volgende acties vanuit Doomijn zijn genomen om een een veilige situatie te creëren met betrekking tot het water: -De vierjarigen spelen op het buitenspeelterrein van het kinderdagverblijf; -De vijf- en zesjarigen spelen altijd onder begeleiding van een pedagogisch medewerker buiten; -Met de 7-jarigen zijn afspraken gemaakt aangaande het buiten spelen. -De beroepskrachten bespreken de regels aangaande het buiten spelen met de kinderen voordat de kinderen naar buiten gaan. -De locatie verantwoordelijke geeft aan dat er de afgelopen periode geregeld een extra beroepskracht is ingezet (dit is niet toetsbaar voor de GGD) -Bij de achterdeur wordt een (al gedeeltelijk aanwezig) omheining verlengd en verhoogd. Totdat deze omheining gereed is wordt er gebruik gemaakt van gaas als omheining. Op deze manier wordt een directe doorloop naar het zwarte water onderbroken. Tijdens het bezoek (10-09-2015) zag de toezichthouder meerdere malen kleuters zelfstandig van de buitenspeelruimte via de achteringang naar binnen lopen. Bijvoorbeeld om gebruik te maken van het toilet. Bij de achteringang was de directe doorloop naar het zwarte water inderdaad onderbroken door het plaatsen van gaas als omheining. Aan de achterzijde van het gebouw zijn de kinderen niet meer in het zicht van de beroepskrachten. Ondanks het geplaatste gaas kunnen de kinderen ongemerkt te water raken. Conclusie: Per aanwezig kind in het kindercentrum(maximaal 50) is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. Deze buitenspeelruimte is niet passend ingericht voor de jongste bso kinderen. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Observaties (buitenspeelmoment 10-09-2015)
10 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Accommodatie en inrichting Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: Doomijn bso Klooienberglaan : 30
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Travers Kinderopvang Koestraat 6 8011NK ZWOLLE www.doomijn.nl 05027189
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 P Berghuis
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Zwolle : Postbus 10007 : 8000GA ZWOLLE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
02-09-2015 14-09-2015 27-09-2015 28-09-2015 28-09-2015 28-09-2015
: 12-10-2015
14 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze houder Doomijn, bso Klooienberglaan. Uit het pedagogisch beleidsplan: “Doomijn vormt onderdeel van de Stichting Travers en is een maatschappelijke organisatie. Met ons werk dragen we bij aan de persoonlijke groei van de kinderen die aan ons zijn toevertrouwd maar ook aan de groei van onze medewerkers die wij uitdagen te groeien in vakmanschap. Met ons werk willen we bijdragen aan maatschappelijke verbinding. Wij sluiten aan bij de activiteiten in de wijk en zoeken de samenwerking met het onderwijs en met andere partijen die zich inzetten voor de groei en ontwikkeling van de jeugd.” Na de zomervakantie heeft een verhuizing plaatsgevonden van bso Bachlaan naar bso Klooienberglaan. Hierdoor komen nu niet alleen de 7+ kinderen naar de bso aan de Klooienberglaan, maar ook de 4-7 jarigen. Dit vraagt een andere aanpak, als het gaat om buitenspelen. De 7+ kinderen, de struinkids, hebben vaste afspraken over het gebruik van de buitenruimtes die in overleg met de kinderen en de ouders gemaakt worden. Voor de 4-7 jarigen ligt dit iets anders. De ingang van de bso ligt aan de dijkzijde, grenzend aan het Zwarte Water. Met kinderen wordt dagelijks duidelijk besproken wat mag en wat niet mag en de 4- jarigen maken, zeker op de drukke dagen, gebruik van het omheinde speelterrein van het kdv. Om het geheel afgebakend te maken is de bestaande stenen korf, eind september, verlengd en opgehoogd. Dit maakt de loop richting het Zwarte water onlogisch. In overleg met medewerkers en ouders zal nog gekeken worden of dit nog verder doorgetrokken wordt. Na de zomervakantie had de RI niet de eerste prioriteit. Er was al een RI voor de 7+ kinderen. Een veilige sfeer op de groep, het zorgdragen voor een goede gewenning had de volle aandacht. Nu dit loopt, zal de RI zo snel mogelijk worden uitgevoerd, gericht op de 4-7 jarigen. Germa Noordman, manager Doomijn kinderopvang, Aa-landen en Holtenbroek 28 september 2015
15 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-09-2015 Doomijn bso Klooienberglaan te ZWOLLE