Inspectierapport BSO Reeshoeve (BSO) Langendijk 30a 5043NE TILBURG Registratienummer 224640276
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant TILBURG 13-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 16-12-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing De buitenschoolse opvang is ondergebracht in een omgebouwde boerderij. Er bevindt zich ook een peuterspeelzaal in het gebouw. De kinderen komen over het algemeen van de naburige basisscholen. De kinderen gaan lopend met de beroepskrachten naar de BSO. Er worden maximaal 60 kinderen opgevangen. Een deel van de begane grond is huiskamer met keuken. De meeste ruimten zijn op de eerste verdieping. Open speelruimte met tafels, de toiletten, keuken, knutselruimte/atelier , studeer/leesruimte, gameruimte, verkleedruimte etc. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspectie van februari 2013 stelt de toezichthouder vast dat er overtredingen zijn op het gebied van informatie verstrekking naar ouders en het beroepskracht kind ratio, wat niet kloppend is. Bij een nader onderzoek van april 2013 is de informatie voorzienig opgelost. Geconstateerd wordt dat er wederom een overplanning is op het gebied van beroepskracht-kind ratio. Huidige inspectie: Er is een inspectie uitgevoerd op 13 november inclusief een documenten audit. Op 2 december 2014 is een extra inspectie op pedagogische praktijk uitgevoerd. De reden van een herinspectie op pedagogische praktijk is dat de toezichthouder de onderlinge afstemming, uitwisseling en overeenstemming van de beroepskrachten onvoldoende vond, wat niet in overeenstemming was met de stemming en de sfeer van de kinderen op dat moment. Bij de tweede observatie was er een totaal ander beeld van de buitenschoolse opvang, met name de inbreng en inzet van de beroepskrachten wat een veel positiever beeld gaf. Aan de getoetste voorwaarden van de wet WKO wordt niet voldaan omdat het pedagogisch beleidsplan niet klopt met de pedagogische praktijk. Dit moet herschreven worden. Bovenstaande zaken zijn met de locatiedirecteur mondeling besproken.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch werkplan dat specifiek voor de locatie BSO en PSZ geschreven is in juli 2012. De uitgangspunten in het pedagogisch beleidsplan zijn niet meer conform de praktijk. Een duidelijke werkwijze van basisgroepen is niet beschreven. Onder andere; Welk kind maakt gebruik van welke ruimte en wanneer? Wanneer boven of beneden spelen? De leeftijdsopbouw van de stamgroepen? Er zijn lijsten met "kleuren' stamtafels deze komen niet terug in het beleidsplan. Samenvoegen van de groep, na een bepaalde tijd in de benedenruimten omdat het boven sluit. Er staat dat rond 16.10 alles opgeruimd wordt en aan tafel gegaan voor een crackertje te eten en wat te drinken, want vanaf 16:30 kunnen de kinderen worden opgehaald door hun ouders. Tijdens observatie op donderdag kwam de tweede groep kinderen pas om half 4 binnen. De kinderen zijn rond half 3 uit en lopen met 1 de pedagogisch medewerkster naar verschillende scholen om meer kinderen op te halen. Sommige kinderen waren een uur onderweg naar de BSO. Na hoor wederhoor met de locatiedirecteur blijkt dit echt een uitzondering te zijn. Het ophalen van de kinderen is onder de aandacht ! In het plan staat; dat er gewacht wordt tot dat iedereen er is. Handen wassen en gezellig samen aan tafel om fruit te eten en wat te drinken. Klopt niet met werkelijkheid, want de kinderen komen in 2 groepen binnen. Eten op verschillende tijden. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De beroepskrachten handelen niet volgens het pedagogisch beleidsplan. Dit is niet meer up to date wat ze zelf ook beamen. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang: • Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. • De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. • De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
• De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. De toezichthouder heeft op 2 verschillende dagen geobserveerd namelijk donderdag 13 november en dinsdag 2 december jl. Emotionele veiligheid De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. Voorbeeld: Op donderdag 13-11-14: Alle kinderen zitten boven. Er zijn geen activiteiten voorbereid. Volgens de beroepskracht vinden kinderen gemakkelijk hun weg door de vele activiteitenruimten. Volgens de beroepskrachten spelen ze ter plekke in op de behoefte van de kinderen. Tijdens observatie waaieren kinderen zelfstandig uit naar de verschillende ruimten. In het atelier zijn kinderen druk bezig met herfst bladeren te plakken. Op het toneel zijn kinderen bezig, met verkleedkleren. Een paar meisjes zijn aan het kleuren en knippen op de hoge werkbanken naast de keuken. Een inval kracht was de eerste keer op deze locatie, maar erg afwachtend in het contact met kinderen. Waardoor er weinig communicatie over en weer, betrokkenheid ontstond waar kinderen mee bezig waren. Het was meer op afstand observeren of het goed ging. Bij de ondernomen activiteiten van de kinderen heeft de toezichthouder geen beroepskracht gezien die sensitief en responsief reageert naar hen. Tijdens observatie hebben organisatorische zaken de bovenhand. Op extra observatie op dinsdag 2-12-14: Kinderen zitten boven en beneden. De jongere kinderen zitten beneden. Aan de verschillende stamtafels wordt uitgelegd wat er gedaan kan worden aan activiteit. "trekpoppen maken " Aan iedere stamtafel zit een beroepskracht hierdoor ontstaat er rust en duidelijkheid in de BSO. Er wordt gecommuniceerd met kinderen en er is aandacht voor waar ze mee bezig zijn. Beroepskrachten hebben een duidelijke taakverdeling. Persoonlijke competentie: Op beide observatie dagen hebben de kinderen de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Het spelmateriaal ligt zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen in verschillende speelhoekjes in de binnenspeelruimte. De kinderen mogen tijdens vrij spel zelf kiezen waarmee ze gaan spelen. Het is op deze locatie mogelijk dat kinderen een eigen plekje voor privacy zoeken of creëren, in een rustig deel van de groepsruimte waar andere kinderen en/of beroepskracht hen niet storen. De beroepskracht geeft het kind passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Voorbeeld : 1 kindje zit op het hoekje van een stamtafel. Ze moet naar de andere tafel voor het drink moment van de beroepskracht. Ze wil dit niet, maar ze moet van de beroepskracht, maar geeft geen uitleg waarom. Met een hangend hoofd gaat ze naar de andere tafel. Ze krijgt weinig aandacht van de beroepskracht. Aan de lichaamstaal zie je dat het kind er niet mee eens is. De beroepskracht geeft later aan dat het kindje altijd wat "ontevreden is ". Sociale competentie: Kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren Op donderdag: De oudste kinderen mogen helpen met fruit schillen in de keuken. De beroepskracht kijkt toe of het goed gaat met de schilmesjes. Ze laat de verantwoordelijkheid over aan de kinderen, maar grijpt in als het dreigt fout te gaan. Tijdens observatie dinsdag; De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling Samen spelen wordt gestimuleerd door een beroepskracht. Hierbij doet de beroepskracht ook zelf actief mee. Ze betrekt kinderen bij het spel maar geeft ze de ruimte hun eigen activiteit te kiezen.
5 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Overdracht van normen en waarden Beide observatie dagen zijn afspraken, regels en omgangsvormen aanwezig. Er zijn huisregels opgesteld. De kinderen zijn hiervan op de hoogte en worden zo nodig door een beroepskracht hieraan herinnerd zoals; handen wassen na het gebruik van het toilet. Conclusie: Op basis van de 2 observaties is gebleken dat op de buitenschoolse de emotionele veiligheid, Persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd is. Met als opmerking dat bij de observatie van donderdag niet alle competenties voldoende uit de verf kwamen door gebrek communicatie en afstemming over het pedagogisch beleid. Dit is besproken met de locatiedirecteur. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan
6 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn op locatie De Reeshoeve beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn op de BSO beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Per dag worden er maximaal 60 kinderen opgevangen. Buitenschoolse opvang de Reeshoeve heeft stamtafels (groen,geel,blauw) Ieder kind hoort bij een kleur tafel.
Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. 22 kinderen met 3 beroepskrachten. 2 beroepskrachten zijn al aanwezig met 13 kinderen. Om 15.30 uur komt de derde beroepskracht binnen met nog 9 kinderen. Vanaf 16.30 uur kunnen kinderen worden opgehaald. Om 16.30 uur gaan boven de ruimten dicht. 2 beroepskrachten gaan dan naar huis. 1 beroepskracht blijft over, gaat naar beneden met de overgebleven kinderen. Momenteel wordt gemonitord hoeveel kinderen er na half 5 nog overblijven met 1 beroepskracht. Tijdens de tweede observatie op dinsdag 2 december zijn er 17 kinderen boven (rood) en 19 kinderen (wit) beneden. Geen blauwe groep. Er zijn 4 pedagogisch medewerksters en 2 stagiaires aanwezig. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
7 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Reeshoeve : http://www.sbkinderopvang.nl : 60
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kinderopvang Tilburg B.V. Postbus 769 5000AT TILBURG 18077078
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 S van der Velden
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: TILBURG : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
13-11-2014 08-12-2014 16-12-2014 16-12-2014 18-12-2014
: 18-12-2014 : 08-01-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Het ontwerprapport is mondeling met de locatiedirecteur besproken. Het pedagogisch locatiegerichte werkplan wordt momenteel besproken en aangepast in samenwerking met de beroepskrachten van de locatie. De locatiedirecteur is ervan overtuigd dat het afstemming en communicatie onderling met beroepskrachten op het gebied van pedagogische beleid en praktijk, op korte termijn verbeterd zal zijn.
11 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 BSO Reeshoeve te TILBURG