Inspectierapport BSO Tjil! d'n Hazennest (BSO) Vermeulenstraat HB TILBURG Registratienummer

Inspectierapport BSO Tjil! d'n Hazennest (BSO) Vermeulenstraat 30 5012HB TILBURG Registratienummer 696663259

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Hart voor Brabant Tilburg 25-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 31-08-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10

2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 BSO Tjil! d'n Hazennest te TILBURG

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing BSO Tjil is gevestigd in basisschool D'n Hazennest in de gemeente Tilburg. De BSO maakt gebruik van de speelzaal en de aula van de basisschool, er worden maximaal 35 kinderen opgevangen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar in 2 basisgroepen. De speelzaal moet voor aanvang van de BSO qua inrichting wat worden aangepast. Er worden tafels en stoelen geplaatst waaraan de kinderen kunnen eten, drinken en knutselen. De materialen zijn opgeborgen in kasten die alleen door de BSO worden gebruikt. De kasten staan in de speelzaal. In de aula staan al tafels en stoelen die door de BSO gebruikt kunnen worden. De BSO heeft ook hier een aparte kast met spelmaterialen. In de speelzaal worden de jongste kinderen opgevangen,in de aula worden de oudste kinderen opgevangen. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie van oktober 2013 stelt de toezichthouder vast dat er geen oudercommissie is ingesteld. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens de jaarlijkse inspectie van november 2014 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Tijdens de jaarlijkse inspectie van 25 augustus 2015 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken Pedagogische praktijk

Uitvoering pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan. Zij weten waarom zij zo handelen en wat de bedoeling ervan is in relatie tot de vier pedagogische basisdoelen. Emotionele veiligheid Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst. De beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Praktijk Een kind wordt later gebracht door moeder. Beide aanwezige beroepskrachten begroeten het kind en de moeder. "Fijn dat je er bent, hoe was het zwemmen?" Moeder zegt dat het kind een klein wondje heeft en vraagt een pleister. Een van de beroepskrachten verzorgt het wondje en geeft een pleister. Er worden grapjes gemaakt, het kind krijgt inspraak over hoe groot de pleister moet zijn. De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met ieder kind. Alle aanwezige beroepskrachten kennen het programma, de kinderen en de werkwijze op de groep. Zij bieden dit aan op een voor de kinderen bekende wijze. Er worden vaste beroepskrachten ingezet ook tijdens vakanties. Conclusie Op BSO Tjil d'n Hazennest wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. Praktijk Als de kinderen aan tafel zitten om fruit te eten en te drinken bespreken de beroepskrachten met de kinderen dat ze 's middags oud Hollandse spelletjes gaan spelen. Er worden voorbeelden gegeven van spelletjes. Ook wordt aangegeven dat er vooraf mogelijkheid is tot vrij spel en hoe laat de kinderen ongeveer aan tafel gaan voor de middagmaaltijd. De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Momenten van betrokkenheid wisselen af met rondlopen of oppervlakkig spel. Kinderen zijn trots op wat zij hebben gedaan of gemaakt. 4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 BSO Tjil! d'n Hazennest te TILBURG

Praktijk Op het moment van inspectie spelen een aantal kinderen met de strijkkralen aan tafel, 1 meisje knutselt samen met de beroepskracht. De andere aanwezige kinderen spelen in de diverse hoeken. De kinderen lopen regelmatig naar elkaar toe om te kijken wat de andere kinderen aan het doen zijn. Er is belangstelling voor elkaar en elkaars activiteiten. De knutselwerkjes worden met grote zorgvuldigheid op de kast gelegd op het moment dat de tafel gebruikt moet worden voor het fruit eten. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Zij moeten aan de beroepskracht vragen of zij met bepaalde spelmaterialen mogen spelen; andere materialen mogen zij zelf pakken. De kinderen kennen de afspraken hierover. Conclusie Op BSO Tjil d'n Hazennest wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie De beroepskrachten dragen uit en leven voor, dat de inbreng van alle kinderen - en henzelf - ertoe doet in de groep. Zij leren kinderen om elkaar te accepteren en te respecteren. Praktijk Tijdens het opruimen van de strijkkralen stoot een van de beroepskrachten met het werkstuk tegen de kast waardoor de kralen door elkaar komen te liggen. Als het kind na het fruit eten weer verder wil met haar werkstuk bereidt de beroepskracht het kind voor:"het is een beetje misgegaan met opruimen, maar ik beloof je dat het allemaal weer goed komt. Ik geef alle kinderen even de kralen en ik kom samen met jou je werkstuk repareren". Het kind lacht en zegt dat het niet erg is. Even later gaat de beroepskracht bij het meisje zitten en repareert samen met het meisje het werkstuk. De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen. Conclusie Op BSO d'n Hazennest wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. Ze zijn consequent in wat ze uitdragen en hoe ze zelf handelen. De beroepskrachten communiceren in heldere taal en met correcte woordkeuze. Conclusie Op BSO Tjil d'n Hazennest wordt de overdracht van waarden en normen voldoende gewaarborgd.


Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag De op het moment van inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken beiden over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Passende beroepskwalificatie De op het moment van inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een passend diploma. Opvang in groepen Op deze locatie kunnen maximaal 35 kinderen opgevangen worden in 2 groepen. In verband met de zomervakantie waren beide basisgroepen samengevoegd tot een basisgroep. Op het moment van inspectie waren er 19 kinderen aanwezig. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de voorwaarde opvang in groepen voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Beroepskracht-kindratio Op het moment van inspectie werden er 2 beroepskrachten ingezet en waren er 19 kinderen aanwezig. Conclusie Op het moment van inspectie werden er voldoende beroepskrachten ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)  Observaties (moment van inspectie)  Verklaringen omtrent het gedrag (aanwezige beroepskrachten)  Diploma's beroepskrachten (aanwezige beroepskrachten)  Plaatsingslijsten (dag van inspectie)  Presentielijsten (dag van inspectie)  Personeelsrooster (dag van inspectie)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen

: BSO Tjil! d'n Hazennest : 35

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer

: : : :

Tjil! kinderopvang Eilenbergstraat 176 5011EB TILBURG 57549877

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 A van Lokven

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Tilburg : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

25-08-2015 28-08-2015 Niet van toepassing 31-08-2015 01-09-2015 01-09-2015

: 22-09-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.


Inspectierapport BSO Tjil! d'n Hazennest (BSO) Vermeulenstraat HB TILBURG Registratienummer

Recommend Documents