Inspectierapport BSO Rendierhof (BSO) Professor Verbernelaan 3 5037AD TILBURG Registratienummer 195498434
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant TILBURG 13-05-2014 Regulier onderzoek Definitief 28-05-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang Rendierhof is gevestigd op de eerste en tweede etage van een nieuwe aanbouw bij de Jan lighthart school. Het is speciaal voor de bso ontworpen en ingericht. Er kunnen in totaal 80 kinderen worden opgevangen. Op de eerste verdieping zijn diverse ruimtes en een keuken voor de jongste kinderen beschikbaar. Op de tweede verdieping zijn diverse ruimtes en een keuken voor de oudste kinderen beschikbaar. Op de eerste verdieping aangrenzend aan de BSO ruimte is een grote sporthal. Deze hal mag ook door de BSO gebruikt worden. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspectie van juli 2012 , onderzoek voor registratie, stelt de toezichthouder vast dat de BSO opgenomen kan worden in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Tijdens de inspectie van oktober 2012, onderzoek 3 maanden na start exploitatie , stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wettelijke eisen. Tijdens de inspectie van januari 2013 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wettelijke eisen. Tijdens de inspectie van mei 2014 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wettelijk eisen. De toezichthouder heeft Overleg en Overreding toegepast op een verklaring omtrent het gedrag van een van de beroepskrachten. Deze verklaring omtrent het gedrag is binnen de termijn aangeleverd waardoor de voorwaarde positief is beoordeeld. Tijdens de hoor/wederhoor van 28 mei 2014 geeft de locatieverantwoordelijke aan het eens te zijn met de inhoud van het rapport. Er volgt geen zienswijze. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang; 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Het pedagogisch beleidsplan wordt regelmatig besproken tijdens het teamoverleg. Tijdens de inspectie is waarneembaar dat de aanwezige beroepskrachten werken conform het pedagogisch beleidsplan. Emotionele veiligheid:Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Zij zijn ingespannen met iets bezig, maar kunnen daarna ook weer ontspannen. Voorbeeld:Een aantal oudste kinderen van de BSO spelen boven op het podium. Een kind wordt door een paar andere kinderen ingepakt met wc papier en "verkleed" als mummie. Een groepje kinderen ook op het podium is iemand aan het verkleden als "monster". De kinderen bedenken dat ze daarbij schmink goed kunnen gebruiken en vragen aan de beroepskracht of ze het mogen pakken. In een van de nisjes zit een meisje een werkstuk voor school te maken op de computer. Twee beroepskrachten spelen met een aantal kinderen in de sportzaal trefbal. Een jongen eet een warme maaltijd omdat hij al vroeg moet gaan sporten, de beroepskracht zit erbij. Voor alle kinderen is aandacht, de beroepskrachten zijn goed op de hoogte waar de kinderen zijn en wat ze aan het doen zijn. Ondanks het grote aantal aanwezige kinderen is de sfeer prima en huiselijk. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten. De ouders van de kinderen die worden opgehaald krijgen informatie over het verloop van de middag. Tijdens de inspectie is waarneembaar dat de beroepskracht extra veel tijd besteedt aan de overdracht van een kind dat deze middag voor de eerste keer de BSO heeft bezocht.
Persoonlijke competentie: Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. De kinderen worden gestimuleerd om zo veel en vaak mogelijk buiten te spelen. Als de kinderen uit school komen krijgen ze eerst wat te eten en te drinken, vervolgens gaan alle kinderen eerst even naar buiten. Na het buitenspelen krijgen de kinderen de mogelijkheid om binnen activiteiten te doen, daarvoor zijn diverse ruimtes beschikbaar. De beroepskrachten bieden activiteiten aan, maar kinderen mogen ook zelf kiezen wat ze willen gaan doen.Het is mogelijk dat kinderen een eigen plekje voor privacy zoeken of creëren in een rustig deel van de groepsruimte waar andere kinderen hen niet storen. Er is aandacht voor leermomenten. De beroepskrachten geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden. Zij maken soms even deel uit van de spelsituatie, waarbij de regie bij de kinderen blijft. Voorbeeld:
4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Bij de activiteit waar de jongen wordt verkleed als mummie kijkt de beroepskracht toe en stelt af en toe een vraag of maakt een opmerking. De kinderen bepalen het spel en geven aan wat ze nodig hebben en vragen of ze dat zelf mogen pakken, bijvoorbeeld wc papier en schmink. Sociale competentie:De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Voorbeeld:De jongste kinderen kunnen kiezen uit: dans, spelen van een gezelschapsspel of vrij spel. Een paar kinderen willen graag spelletjes doen. De beroepskracht geeft de kinderen een kaartenbak met daarin foto's van de aanwezige spelletjes. De kinderen maken vooraf een keuze, waarna de beroepskracht het desbetreffende spel uit de kast gaat halen. Als de kinderen een ander spel willen spelen wordt eerst het andere spel opgeruimd en gecontroleerd of alles in de doos zit. Vervolgens kan er vanuit de kaartenbak een ander spel gekozen worden. Deze manier van kiezen zorgt ervoor dat kinderen eerst gaan overleggen wat ze doen, dit voorkomt eventuele conflicten bij de spelletjeskast. Overdracht van waarden en normen. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. Voorbeeld: Bij de computer hangt een afsprakenkaart waarop staat dat: je maximaal 15 minuten achter de computer mag. als je met 2 personen speelt je 20 minuten mag het niet de bedoeling is dat andere kinderen meekijken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties
5 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag en vallen binnen de continue screening. Beide stagiaires beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle aanwezige beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Uit de presentielijsten en tijdens de inspectie blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet. Opvang in groepen Vanaf 6 juni 2012 zijn de kwaliteitseisen voor de kinderopvang en peuterspeelzalen vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur en onderliggende Ministeriële Regeling, waardoor er geen mogelijkheid meer bestaat gelegitimeerd af te wijken. Een basisgroep mag slechts uit maximaal 20 kinderen bestaan. Tijdens deze inspectie is de voorwaarde: de basisgroep bestaat uit maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor de kinderen eindigt OF De basisgroep bestaat uit maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kindeen eindigt niet beoordeeld omdat artikel 21 van de Algemene Maatregel van Bestuur een overgangsbepaling bevat. Namelijk: Als er bij een houder voor 6 juni 2012 al sprake was van gelegitimeerd afwijken, zoals bij BSO Rendierhof het geval is, wordt de houder in de gelegenheid gesteld om voor 1 januari 2015 aan deze kwaliteitseis te gaan voldoen. Uit gesprekken met een van de beroepskrachten blijkt dat er inmiddels wel een verdeling is gemaakt in basisgroepen. In de praktij wordt momenteel uitgeprobeerd wat de beste manier is om de basisgroepen inhoudelijk en praktisch goed neer te zetten. Het is de bedoeling om met ingang van het nieuwe schooljaar met de nieuwe groepsverdeling te gaan werken.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Rendierhof : http://www.sbkinderopvang.nl : 80
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kinderopvang Tilburg B.V. Postbus 769 5000AT TILBURG 18077078
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 A van Lokven
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: TILBURG : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
13-05-2014 23-05-2014 Niet van toepassing 28-05-2014 28-05-2014
: 28-05-2014 : 18-06-2014
9 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-05-2014 BSO Rendierhof te TILBURG