Inspectierapport BSO aan de Dijk (BSO) Grietstraat 8 6984AD DOESBURG Registratienummer 786478640
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden DOESBURG 01-09-2014 Regulier onderzoek Definitief 18-09-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Ouderrecht .................................................................................................................... 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 11 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 14 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 15
2 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Tijdens de inspectie zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties De houder, mevrouw Dijkman was tijdens het onaangekondigde bezoek aanwezig. Beschouwing Buitenschoolse opvang (BSO) Aan de Dijk is in augustus 2010 van start gegaan. De BSO heeft twee houders, mevrouw en de heer Dijkman. Mevrouw is werkzaam als beroepskracht op de BSO, de heer Dijkman is voor ondersteuning aanwezig/beschikbaar. BSO Aan de Dijk is een kleinschalige BSO er worden maximaal 10 kinderen opgevangen. De locatie ligt in de achtertuin van de houders en is midden in de natuur. De buitenruimte is groot en biedt de kinderen volop mogelijkheid tot spelen, hutten bouwen, balspelen en natuurbeleving. Overleg en overreding is ingezet op het volgende domein. • Pedagogisch beleid. • veiligheid en gezondheid, de meldcode In register is de opvang voor 10 kinderen geregistreerd. In de praktijk worden er soms 12 kinderen opgevangen. De houder geeft aan dat dat een flexibilteit geeft voor de ouders. De toezichthouder heeft met de houder besproken dat het mogelijk is het kindaantal in het register uit te breiden. Tot de uitbreiding is goedgekeurd mogen er niet meer dan 10 kinderen worden opgevangen. Een oudercommissie is ingesteld. Uit de vragenlijst aan deze oudercommissie blijkt dat zij een prettige samenwerking met de houder hebben. De houder voldoet aan de meeste voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht. Het gebruik en de kennis van de meldcode wordt volgende jaar getoetst. Advies aan College van B&W Geen handhaving. In het landelijk register staat aantal kindplaatsen; 10 kinderen. In de praktijk wordt een flexibel aantal tot 12 kinderen gebruikt. De houder gaat nu het kindaantal van 10 strikt hanteren. Advies aantal kindplaatsen uitbreiden in het landelijk register als er meer dan 10 kinderen opgevangen willen worden.
3 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet Buitenschoolse opvang Aan de dijk is gericht op op kinderen in de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs kunnen gaan. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging van de houder. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. E. Dijkman d.d. 1 september 2014) • Interview anderen (Beroepskracht N.) Rapport 29 januari 2013.
4 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie September 2013). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Er zijn 11 kinderen aanwezig, ze spelen in de hutten, springen op de trampoline, lezen een boekje, tekenen ect. Er zijn van de zomer grote hutten gebouwd op het terrein, daar is tijdens de observatie een deel van kinderen zeer actief aan het spelen. Andere kinderen spelen op diverse plekken op het terrein. Pedagogisch beleid
In het pedagogisch beleid BSO Aan de Dijk staat de kenmerkende visie van het kinderdagverblijf beschreven op de omgang met de kinderen. Op de site wordt aangeven dat de houder vakantieopvang zou willen bieden voor kinderen buiten deze BSO. De voorwaarden binnen de Wet Kinderopvang waaronder deze vakantieopvang plaats zou kunnen vinden is besproken met de houder. De houder overweegt de voor-en nadelen. Tot die tijd is het aanbod losse vakantie van de site gehaald. Er ontbreekt in het pedagogisch beleid een deel van de voorwaarden ten aanzien van het afnemen van extra dagdelen kinderopvang. Overleg en overreding is toegepast zodat de houder in de gelegenheid wordt gesteld binnen een gestelde termijn van 10 werkdagen aan de voorwaarden te voldoen. De houder is deze afspraak nagekomen. Aan de voorwaarden wordt voldaan.
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het pedagogisch beleid door dit plan regelmatig te bespreken met de oudercommissie. Het pedagogisch beleid wordt nog besproken met de nieuwe beroepkracht.
Het bevorderen van de emotionele veiligheid; De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Beroepskrachten laten respect zien voor ieder kind; ieder kind krijgt een eerlijke behandeling; er is geen sprake van discriminatie of uitsluiten. De beroepskrachten kennen elk kind bij naam. Ze kennen de gezinssituatie van de kinderen, Dat blijkt uit vragen aan kinderen over de activiteiten van het weekend en de vakantie. Aan tafel is aandacht voor elk kind. De activiteiten . Kinderen kunnen bij sommige activiteiten aangeven waar hun voorkeur naar uitgaat. Zij krijgen om ook kenbaar te maken waar zij zelf zin in hebben. De kinderen krijgen van de beroepskrachten alle vrijheid om te spelen met wat ze willen. Een kind komt vragen; ( Naam beroepskracht) "Mag ik met de playmobiel?" De BK "( naam kind, ja hoor, hier is het voor je, veel plezier" Twee kinderen zoeken een spelletje uit en gaan samen aan een tafel buiten zitten.
5 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
In de groep is voor ieder kind een speelmaatje aanwezig. Er zijn twee- of meertallen te maken in leeftijd en gender. Er zijn voldoende subgroepjes van kinderen met een gezamenlijke interesse. Beroepskrachten helpen kinderen die ‘overschieten’ met het leggen van nieuwe contacten. De groepsleiding begeleidt kinderen bij het leggen en onderhouden van onderling contact. Een stuk of vijf, zes kinderen spelen in en bij de hutten, Ze spelen in twee of meertallen een spel over burchten, veroveren en huizen inrichten. Er komt wel eens een kind bij en er gaat er een af. Een tweetal kinderen speelt op de vloer binnen met playmobiel, een kind leest een boekje in de hoek. Een nieuw kind kijkt rond, en wordt met aandacht gevolgd door de beroepskracht. Ze zegt na een poosje "Waar zou je mee willen spelen? " "'Wil je kijken?" "Dat mag ook hoor".
Het bevorderen van de persoonlijke competentie; Beroepskrachten helpen het kind bij contacten met andere kinderen als het kind dit nodig heeft of de situatie onveilig wordt. Beroepskrachten geven op een passende manier steun zodat het kind de betreffende situatie weer zelf aan kan. Er is een kind vandaag aanwezig voor het eerst officieel op de BSO. Aan tafel wordt het voorgesteld aan de andere kinderen, en geholpen met namen oefenen. De beroepskracht geeft aan dat ze deze week nog wel een keer uitleg zal geven over wie wie is want in een keer onthouden is wel veel. Het is mogelijk dat kinderen een eigen plekje voor privacy zoeken of creëren, in een rustig deel van de groepsruimte waar andere kinderen en/of beroepskrachten hen niet storen. Of er is een vaste plek gereserveerd waar één of twee kinderen kunnen spelen, zonder dat ze door andere kinderen in hun spel worden gestoord. In de groepsruimte zijn aparte hoeken waar kinderen rustig spelen zonder te worden gestoord. Privacy wordt de kinderen gegeven. Er is (zowel binnen als buiten) voldoende spelmateriaal voor alle verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is naast gesloten spelmateriaal ook open spelmateriaal waar kinderen zelf mee kunnen ontdekken en fantaseren. De meeste kinderen zijn vandaag intensief bij de hutten en spelen daar allerhande spel met elkaar. Veroveren, wonen, onderhandelen, samenwerken. Een aantal is erg trots op de hutten. "Dit is de mooste hut" "Ik heb het grootste gebouw" Er is zowel buiten als binnen voldoende materiaal voor de kinderen om mee te spelen. Bovendien zijn er plekken waar de kinderen rustig even kunnen zitten. Het bevorderen van de sociale competentie; De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. In veel gevallen helpen zij de kinderen om contact met elkaar te maken door ze op elkaar te richten. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen. Als in het spel bij de hut het er een keer te hard aan toegaat en het lijkt of een kind wordt pijngedaan, is dat een aanknopingspunt voor de beroepskracht om af te stemmen, wie welke rol heeft en hoe ver je gaat. Beroepskracht;"( namen kinderen ) Wat gebeurt er? Kunnen jullie me dat vertellen alsjeblieft?' De kinderen geven uitleg. De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen. De overdracht van normen en waarden. Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op rustige wijze. Daarbij blijven zij met de situatie; hun optreden sluit aan bij het gedrag en de behoeften van kinderen. De kinderen worden geroepen om aan tafel te komen. Ze zitten allemaal samen aan tafel en de beroepskrachten laten de kinderen assisteren bij de bezigheden. Een kind roept; "Ik wil ook pindakaas"De beroepskracht; "Ja ( naam kind) als je zo aan de beurt bent vragen we jou ook wat je op de rijstewafel wil. Even wachten graag" Een kind vraagt; "Mag ik van tafel"? Bij het spel van kinderen buiten wordt een aantal keren de grens van het grasveld aangegeven. "Wil je alsjeblieft op het andere veld rennen? Ze geven het goede voorbeeld, zijn zich bewust van hun gedrag als 'rolmodel'.
6 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie (d.d.15-09-2014) • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. E. Dijkman d.d. 1 september 2014) • Observaties (Binnen en buiten) • Pedagogisch beleidsplan (Aan de Dijk versie juni 2010 en versie ..)
7 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent gedrag ingezien van de beroepskracht die gestart is half augustus. Tijdens de vorige inspectie is de VOG van de houder ingezien. Deze VOG's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Tijdens deze inspectie is het diploma van de nieuwe beroepskracht ingezien. Tijdens de vorige inspectie zijn de diploma's van de vaste beroepskracht ingezien. Deze diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen BSO aan de Dijk telt een basisgroep van maximaal 10 kinderen. Dit is de groepsgrootte waar de houder graag mee werkt. In de praktijk zijn er soms een of twee kinderen meer meer vanwege de flexibele opvang van ruilen van dagdelen. Op de dag van inspectie zijn door ruiling van dagdelen 11 kinderen aanwezig. Met de houder is de maximale groepsgrootte en een eventuele voorwaarden waaronder kan worden uitgebreid of afgeweken besproken. De houder overweegt uitbreiding aanvragen van het aantal kindplaatsen. In het interview geeft de houder aan dat groepsgrootte van 10 kinderen nu wordt gehanteerd. Beroepskracht-kindratio Datum: 10-092014
Aantal aanwezige kinderen: 11
Aantal aanwezige beroepskrachten: 2
Aantal benodigde beroepskrachten: 2
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. E. Dijkman d.d. 1 september 2014) • Observaties (Binnen en buiten) • Verklaringen omtrent het gedrag (18-07-2014) • Diploma's beroepskrachten (HBO Docent Lichamelijke Opvoeding 2013) • Presentielijsten (augustus 2014)
8 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is gekeken naar de meldcode kindermishandeling. Op 1 juli 2013 ( na de vorige inspectie van januari 2013) is een nieuwe meldcode verplicht gesteld met een handleiding meldcode, In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode.
Meldcode kindermishandeling De houder heeft tijdens het inspectiebezoek geen Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld. De actie overleg en overreding is ingezet om de houder alsnog de gelegenheid te geven aan de voorwaarden te voldoen De houder is deze afspraak nagekomen. Er wordt gebruikt gemaakt van het model dat is uitgegeven door de Branchevereniging kinderopvang. De houder is aangesteld als aandachtsfunctionaris. De sociale kaart is ingevuld. Uit het interview blijkt dat de houder haar verantwoordelijk neemt vanuit het protocol kindermishandeling. De meldcode wordt besproken met de beroepskracht om kennis en gebruik te bevorderen. Er is nog geen training gevolgd door houder, beroepskrachten over de meldcode, het signaleren en gesprekstechnieken met de ouders. Omdat de meldcode zeer recent is verworven door de houder worden de items over de bevordering van de kennis en het handelen overeenkomstig de wettelijke meldplicht bij de volgende inspectie opnieuw getoetst. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie (d.d.15-09-2014) • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. E. Dijkman d.d. 1 september 2014) • Observaties (Binnen en buiten) Meldcode kindermishandeling (Branche Vereniging Meldcode Kindermishandeling, Aan de Dijk, • september 2014)
9 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Ouderrecht Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert over het beleid. Informatie De houder informeert de ouders middels; • de website • tijdens de aanmelding • dagelijks bij het ophalen van de kinderen. De houder informeert ouders over het ingebruik nemen van de nieuwe meldcode kindermishandeling en waar deze te vinden is op locatie. Het rapport is in te zien via de website van de houder. Oudercommissie Er is een reglement oudercommissie. Een oudercommissie is ingesteld. Ze maken gebruik van het adviesrecht en zijn tevreden over de kwaliteit van de opvang, dit blijkt uit de ingevulde vragenlijst aan de oudercommissie. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie (d.d.15-09-2014) • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. E. Dijkman d.d. 1 september 2014) • Reglement oudercommissie (Aan de Dijk. d.d.) • Website (www.bsoaandedijk.nl)
10 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
13 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: BSO aan de Dijk : 10
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
VOF Dijkman-Das Grietstraat 8 6984AD DOESBURG 04068554
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Ine Horstink
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: DOESBURG : Postbus 100 : 6980AC DOESBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
01-09-2014 17-09-2014 18-09-2014 18-09-2014 18-09-2014
: 18-09-2014 : 27-09-2014
14 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Het was een prettig en ontspannen bezoek waarbij de inspecteur open stond voor hulpvragen. Dank daarvoor. We zien het definitief rapport graag tegemoet! Esther Dijkman
15 van 15 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 01-09-2014 BSO aan de Dijk te DOESBURG