INLICHTINGEN - TARIEVEN e 02290.15210
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
aar mensen lope ostel-credo e pechgrirn
COLOFON NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB BESTUUR K. Dircksens, voorzitter mw. M. Madou, vice-voorzitter J. Gigengack, secretaris1 penningmeester N. Zijp, tweede secretaris A. Claessen, secretaris internationaal mw. K. van de Berg A. Ederveen mw. E. van Helmond-van Berkel LEDENADMINISTRATIEI-SERVICE Inlichtingen over het genootschap, aanmeldenlbedanken als lid. Insturen compostela's. N. Zijp Dijkschouwerslaan 123 1785 HP Den Helder a 02230-32572 SECRETARISIPEN N INGMEESTER Stukken voor het bestuur van het genootschap, administratie van de inkomsten en uitgaven. Adreswijzigingen J. Gigengack Granaat 36 1703 BD Heerhugowaard a 02207-41976 postrekening 515.11.46 t.n.v. penningmeester Nederlands Genootschap van Sint Jacob te Heerhugowaard SECRETARIAAT INTERNATIONAAL A. Claessen Raaimoeren 31, 4824 KA Breda
de JACOBSSTAF 25 jaargang 7 - maart 1995 verschijnt viermaal per jaar oplage 1200 REDACTIE Ted van Gaalen Cees Hilberdink Peter Jas(eindredacteur) Mireille Madou Herman Stokmans REDACTIEADRES Peter Jas Grote Noord 3 1621 KD Hoorn a 022.90- 15210 6I)DRAGEN Geert Bakker Mireille Madou Pim van Ïénd Cor van Vliet Elias Wabeke VORMGEVING Ruud Conens (logo) Diederik Jas DRUK Sdu Den Haag De Jacobsstaf heefi geregeld plaats voor bijdragen van lezers. Kopij, op schijf (IBM-format 33" of 5,25") insturen naar het redactieadres. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. O Nederlands Genootschap van Sint Jacob ISSN 0923-1145
In het lijstje van tien favoriete heiligen van Antoine Bodar en Walter Goddyn komt de naam van Jacobus niet voor. Dat bleek uit een artikel in een landelijke ochtendkrant. Voor de lezers die tevens lid zijn van ons genootschap moet dat beslist even slikken zijn geweest. Maar goed, moeten zij hebben gedacht, wij hebben altijd nog onze eigen Jacobsstaf. En daarin worden hele andere keuzen gemaakt. Welnu, dat valt tegen! Want deze Jacobsstaf negeert Jacobus in hoge mate. Zo besteedt Mireille Madou veel aandacht aan het oudste tympaan op de Camino - in Jaca - maar naast letterspel en beestenspul geen spoor van Jacobus. Geert Bakker die het 'Pelgrimspad' in Nederland in historisch perspectief plaatst, geeft aan dat dit 'Pelgrimspad' in de hiërarchie van de SLAW niet hoger scoort dan nummer 7 waarmee dit pad tot de laag genummerde hoofdroutes behoort. Dus: Weer een domper! Dan doet vervolgens Cor van Vliet uit de doeken dat de relatie van Jacobus en Zwijndrecht niet al te sterk is (geweest) terwijl uit het Credo van de apostelen duidelijk wordt dat er 'zoals er twaalf apostelen zijn, zo zijn er ook twaalf artikelen des geloofs'. Dat betekent ook hier: Weg voorrangspositie van Jacobus; en dat op gezag van niemand minder dan St. Ambrosius. Het scheelde niet veel of deze Jacobsstaf was 'Niet Jacobsstaf' gaan heten. Maar zie, waar Jacobus stokt, verschijnt Elias Wabeke. En hij verklaart, ongeweten, dat ook de Jacobusweg over veel meer gaat dan Jacobus of over welk clubje of genootschap dan ook. 'Iedereen zette zich aan tafel ... gegeten en gedronken ... een gedicht gelezen ... genoeg voor de volgende dag, verhaalt Wabeke en hij voegt eraan toe 'In deze tijd worden er niet zoveel wonderen meer opgetekend'. Een merkwaardige conclusie want hij maakte juist deel uit van een wonder: Een sfeer van eendrachtigheid. Samenzijn met mensen, samenzijn met je vele innerlijke, vaak tegenstrijdige, gevoelens, één zijn met natuur en cultuur. Kortom, het doel dat vele pelgrims zich stellen op hun weg naar hun Jacobus. A man for al1 seasons. Ook bij mijn afwezigheid. Helaas missen we in deze Jacobsstaf de vaste bijdrage van onze voorzitter. Op Sint Valentijnsdag overleed zijn vader (zie pagina 38). 'Het zij mij vergeven dat ik voor deze Staf niets anders weet te schrijven', schreef hij naar de redactie en daarmee aan alle leden van ons Genootschap.
.. .. .. .. . .
l
licht en tegenlicht eb en vloed gaan en komen leven en dood verderf en heil
Riviermond bij Le Pont-Roland Morieux, Bretagne Fr. (foto Peter Jas)
In groten getale zijn ze aanwezig op de wegen naar Santiago de Compostela: kleine kapellen, dorpskerkjes, stadskerken, kathedralen en abdijkerken. Omwille van hun historisch belang en hun artistieke waarde zijn sommige van die heiligdommen wereldberoemd geworden. Men denke slechts aan de voormalige kloosterkerken van Vézelay en Moissac of aan bij voorbeeld de kathedraal van Compostela.
Kunst langs de wegen naar Santiago Uit het overgrote aanbod van kunstwerken die de rijkdom uitmaken van de 'heiligdommen langs de weg' zal in de volgende afleveringen van de Jacobsstaf de keuze vallen op het romaanse tympaan. In de portaalsculptuur van de 12de eeuw vormen de tympanen van de hierboven genoemde kerken absolute hoogtepunten. De minder bekende tympanen zijn echter niet noodzakelijk minder interessant. Allemaal hebben ze voor de aandachtige pelgrim een verhaal en een boodschap. Men zal echter in gedachten houden dat de kunst langs de wegen niet noodzakelijk geprogrammeerd is ten behoeve van de pelgrims. Anders gezegd: kunst langs de weg is niet altijd een kunst van: De weg.
O Het tympaan De uitvinding van het tympaan of boogveld boven een deur is iets geheel nieuws in de romaanse kunst. Het is niet bekend of die uitvinding het resultaat of de vrucht is van lang nadenken of van een plotselinge inspiratie. Het is evenmin bekend of de idee van een tympaan ontsproten is aan het brein van een individuele kunstenaar of aan wat men pleegt te noemen 'een gemeenschappelijke vormwil'. Eeuwen lang waren de deuropeningen van de kerken gewoon rechthoekig of boogvormig, zonder enige versiering. In het eerste kwart van de I l d e eeuw begon men in een klein gebied van de Roussillon de kerkingang te accentueren met gebeeldhouwde motieven, zoals bijvoorbeeld in Saint-Genis-des-Fontaines (1020). Van een tympaan is hier evenwel nog geen sprake. De eerste gesculpteerde tympanen dateren uit het laatste kwart van de I l d e eeuw. Op de camino de Santiago is het oudste tympaan dat van de kathedraal van Jaca; het wordt hierna bestudeerd. Er dient eerst nog gezegd dat het tympaan niet als een geïsoleerd iets mag beschouwd worden. Het is steeds een onderdeel van een hele constructie. rond het boogveld zijn rollijsten die neerkomen op kapitelen. Deze bekronen de zuilen die de dikte van de muur op een elegante wijze aangeven. Het tympaan zelf is meestal zo ver mogelijk naar achter in de deuropening geplaatst. Door het aldus uitgewerkte ensemble van het portaal krijgt de ingang van de kerk een voorheen nooit geziene monumentaliteit. Het tympaan zal overigens de plaats bij uitstek worden voor een eigen iconografisch programma.
0 Jaca Van de bergpas van de Sornport daalt men af naar Jaca, de eerste grote plaats op de Aragonese weg naar Santiago. Jaca is de wieg van het koninkrijk Aragón en tevens zijn oudste hoofdstad. Vanaf 195 voor Christus hadden de Romeinen daar een legerplaats of castrum. Omstreeks 760 vielen de Moren Jaca aan maar werden roemloos teruggeslagen. De echte bloei van Jaca begon onder de regering van Sancho Ramirez (1063-1094), de tweede koning van Aragón. Door het schenken van rechten en vrijheden maakte de vorst van Jaca een stad die zich vanaf dit moment zeer snel ontwikkelde, mede door het aantrekken van migranten. Door toedoen van dezelfde vorst werd de stad ook zetel van het bisdom Aragón, wiens bisschoppen tot dan toe geen vaste residentie hadden. Vermoedelijk reeds in 1077 begon men met de bouw van een kathedraal of bisschopskerk. Een kapittel van kanunniken werd, zoals gebruikelijk, aangesteld en als eerste in Spanje nam het bisdom Jaca de Romeinse ritus aan, daarmee afstand nemend van de inlandse (Spaanse) manier van liturgie vieren. Zowel op politiek als op kerkelijk vlak was Sancho Ramirez 'Europees' georiënteerd. In 1098 verhuisde de bisschop echter naar het twee jaar eerder op de Moren heroverde Huesca. De bijna voltooide kathedraal in Jaca werd verder afgewerkt. Ze
behield haar titel van bisschopskerk alsmede het kapittel van kanunniken. Op het ogenblik dat Zaragoza, na de herovering in 1118 de definitieve hoofdstad werd van Aragón, speelde Jaca enkel nog een bescheiden rol in het koninkrijk. De stad bleef evenwel belangrijk als halteplaats van de eerste etappe op de weg naar Santiago. O Het tympaan van Jaca
(foto Ruud Conens)
In het midden van het tympaan prijkt een cirkel waarin de Griekse letters X (chi) en P (rho) zijn geplaatst. Dit is het bekende Christusmonogram of chrismon. X en P zijn de eerste letters van de naam 'Christus'. Dwarsdoor het monogram loopt een horizontale kruisbalk waaraan de Griekse letters alfa en omega hangen. Het onderste stuk van de P oversnijdt de letter S. Het Christusmonogram in zijn cirkel ziet eruit als een rad met spaken. De ruimte tussen elk van die 'spaken' is gevuld met een fraai gestileerde bloem. Een decoratief motief, dat met enige goede wil, aan een antieke eierlijst kan doen denken, is aangebracht rond de binnenkant van de cirkel en aan weerszijden van elk der zogenoemde 'spaken'. Op de buitenrand van de cirkel staat een Latijnse tekst die luidt: HAC IN SCVLTVRA LECTOR SIC NOSCERE CVRA P PATER A GENITVS DVPLEX EST SP [IRln/l S ALMVS HII TRES IVRE QVIDEM DOMINVS SVNT VNVS ET IDEM.
Dit wil zeggen: "Lezer, wil in deze sculpturen herkennen de P die verwijst naar de Vader (Pater), de A (alfa) naar de Zoon (Genitus) en de dubbele letter (S) naar de Geest. Deze drie zijn in waarheid een en dezelfde Heer." Het Christusmonogram, dat men vanaf de 4de eeuw gebruikte om de persoon van Christus aan te duiuden werd hier in Jaca omgevormd tot een symbool van de heilige Drievuldigheid. De Griekse letter (P) wordt gewoon gelezen als de Latijnse P De tekst laat er geen enkele twijfel over bestaan dat het centrum van het tympaan een belijdenis inhoudt van het geloof in de Triniteit. Christus wordt echter uitdrukkelijk gesymboliseerd door de alfa en de omega (Openb. 21,6; 22,13) en ook nog door de aanwezigheid van twee leeuwen die in een bijna identieke pose links en rechts van het chrismon zijn opgesteld. Onder de leeuw aan de linkerzijde ziet men een man, gekleed in een eenvoudig mouwloos en knielang gewaad. Hij ligt geknield en steunt met beide handen op de grond terwijl hij een slang omklemt. Deze figuur wordt door de leeuw beschermd. De tekst boven dit tafereel luidt: PARCERE STERNENTI LEO SCIT XRISTVSQVE PETENTI. Dit is: "De leeuw kan degene sparen die zich voor hem op de knieën werpt; Christus spaart degene die bidt." Aan de rechterzijde staat, onder de buik van de leeuw, een dier met opgestoken vleugels. Het ziet eruit als een haan maar heeft een lange staart als een slang. Het is de gevreesde basilisk. Met zijn rechtervoorpoot houdt de leeuw een log dier in bedwang. Het houdt de kop tegen de grond en kijkt de toeschouwer aan. Het beest is wellicht een beer De begeleidende tekst luidt: IMPERIVM MORTIS CONCVLCANS EST LEO FORTIS. Vertaald is dit: "De sterke leeuw vertrapt het rijk van de dood." O Fysiologus en Bestiarium Aan de dieren die op het tympaan zijn afgebeeld werd van oudsher een symbolische betekenis toegekend in de Fysiologus. Dit is een Grieks geschrift, in de late 2de eeuw ontstaan in een christen milieu in Alexandrië. Het boek bevat observaties van de natuur, legenden en allegoriserende dierenverhalen die in verband worden gebracht met bijbelpascages. Bij de bespreking van elk dier worden spirituele verwijzingen gemaakt naar Christus, de Kerk, de gelovigen en de duivel. De Fysiologus kende onmiddellijk een groot succes, hij werd veelvuldig gecopieerd en vrij snel vertaald in het Latijn. In het Westen kreeg de Latijnse bijgewerkte en aangevulde versie de naam van Bestiarium. Vooral de 13de eeuw was de bloeitijd van de Bestiaria, die reeds in verschillende volkstalen waren opgesteld. De hele middeleeuwen door waren de verhalen uit de Bestiaria een bron van inspiratie voor de beeldende kunsten en voor de literatuur. De eigenschappen en de symbolische betekenis van de dieren waren graag gebruikte didactische voorbeelden in predikaties en ook in theologische en exegetische geschriften.
O Symboliek van de dieren op het tympaan De leeuw, de koning van de dieren, wordt op het tympaan twee maal voorgesteld. De Fysiologus ziet in de leeuw het symbool van Christus, 'de leeuw van Juda' (Openb. 53). Hier in Jaca is inderdaad Christus bedoeld in zijn dubbele rol, die uitgelegd wordt in de begeleidende teksten: de barmhartige Christus staat links; de zegevierende Christus staat rechts. Het kost de beschouwer geen moeite de symboliek van de twee leeuwen te begrijpen. Minder vertrouwd is men met de basilisk, de 'koning der serpenten'. Dit legendarische dier is onvoorstelbaar gevaarlijk want het is helemaal gevuld met vergift; zelfs zijn huid glanst ervan. Met de stank die hij uitwasemt doodt de basilisk zowel de bomen als de vogels. Met de blik van zijn ogen kan hij mensen en dieren ombrengen. De jagers beschermen daarom hun hoofd met een kristallen helm waarin de giftige blik van het ondier wordt weerkaatst, zodat de basilisk zichzelf doodt. De gezel van de basilisk is gewoonlijk de aspic, eveneens behorend tot de giftige serpenten. Beide monsters worden samen genoemd in psalm 90 (91): Super aspidem et besiliscum ambulabis, hetgeen vertaald wordt als: "Gij zult treden op slang en adder". Deze psalmtekst werd door de geleerde Honorius van Autun (eerste helft 12de eeuw) toegepast op Christus die zegeviert over de machten van het kwaad, gesymboliseerd door de aspic en de basilisk Op het tympaan vertrapt de leeuw met zijn rechterpoot echter geen aspis maar wel een dier dat nog het meest lijkt op een beer. In de oudste redactie van de Fysiologus ontbreekt de beer. Eerst in de 13de eeuw komt hij voor in de Bestiaria en andere encyclopedisch opgevatte werken, zowel in het Latijn als in de volkstalen. In onze gewesten schreef Jacob van Maerlant omstreeks 1271 zijn Der Naturen Bloeme, een bloemlezing waarin ook een beknopt bestiarium is opgenomen. Over de beer schrijft hij: "het is een gevaarlijk dier, angstaanjagend en woest. [...l Zijn kracht schuilt in zijn voorpoten en in zijn lenden, zijn kop is zwak en kwetsbaar." Verder vernemen we nog dat zijn adem schadelijk en giftig zou zijn. Uiteraard zijn pogingen gedaan om de beer ook in een bijbelse context te plaatsen. Als enige verwijzing wordt steeds de profeet Amos aangehaald in zijn uitspraak over het vermetel vertrouwen: "Wat zal de Dag van Jahweh u brengen? Duisternis en geen licht: zoals iemand die vlucht voor een leeuw en aangevallen wordt door een beer" (Amos, 5,18-19). Zoals men ziet loopt de uitleg over de aanwezigheid van de beer een beetje mank. Men mag echter aannemen dat de beer beschouwd werd als een voor de mens gevaarlijk dier dat evenwel in de leeuw zijn meerdere moest erkennen. De menselijke figuur die neergeknield ligt onder de leeuw, aan de linkerzijde van het tympaan, omsluit met de rechterhand een kronkelende slang. De staart van dit duivels dier bij uitstek (Gen. 3,l en 14) wordt door de leeuw vertrapt. De symbolische interpretatie van de slang als zinnebeeld van de duivel is hier duidelijk.
O De boodschap van het tympaan Een belangrijk aspect van de uiteindelijke boodschap van het tympaan wordt samengevat in de tekst die te lezen is op de onderste rand van het boogveld: VIVERE SI QVERIS QUI MORTIS LEGE TENERIS HUC SVPLICANDO VEN1 RENVENS FOMENTA VENEN1 COR VICIIS MUNDA PEREAS NE MORTE SECVNDA. Het is een oproep tot de gelovige: "Indien gij wilt leven, gij die aan de wet van de dood onderworpen zijt, kom hier al smekend en verzakend aan het vergiftigde voedsel. Reinig uw hart van de ondeugden opdat gij niet de tweede dood zoudt sterven." De tweede dood betekent hier uiteraard de eeuwige dood (Openb. 20,6). Het totale hier gepresenteerde iconografische programma wekt dus op tot waakzaamheid en predikt de noodzaak van penitentie. Het belooft het heil aan de mens die berouwvol bidt en zijn vertrouwen stelt in Christus' barmhartigheid. Het prijst de macht van Christus als glansrijke overwinnaar van de satan en de machten van het kwaad. Daarnaast wordt aan de beschouwer een essentiële geloofswaarheid voorgehouden: het mysterie van de heilige Drievuldigheid. Dit is in een streng abstract symbolisme op majesteitelijke wijze aanwezig gesteld in het centrale chrismon. Men heeft intussen kunnen vaststellen dat de meeste aandacht, zowel in de teksten
als in de figuratieve voorstellingen gaat naar het thema van de boetvaardigheid. Dit kan verklaard worden vanuit de boetepraktijken die tijdens de middeleeuwen in Aragón gebruikelijk waren. Op Aswoensdag kwamen de penitenten samen voor de deur van de kerk. In Jaca was dit onder de grote porche die voor het westportaal werd aangebouwd. De hele vastentijd mochten de boetelingen in die ruimte verblijven. Op Witte Donderdag sprak de bisschop de sacramentele vergiffenis van de zonden uit waardoor de aanwezigen weer deelachtig werden aan het leven in de genade. De reële ingang van de kerk werd dan tevens de spirituele toegang tot de kerkgemeenschap. Een interessante bijzonderheid is nog dat de penitenten, volgens het ritueel, voor de deur van de kerk moesten samenkomen 'blootsvoets en gehuld (foto Ruud Conens) in een zak'. Dit wordt eveneens op
\
het tympaan gevisualiseerd.
Tenslotte moet nog een woord gezegd worden over het Christusmonogram. In meerdere varianten, al dan niet omgevormd tot een triniteitssymbool, was dit thema gedurende de 12de eeuw zeer verspreid in Aragón en in Navarra. Thans zijn nog ongeveer vijftig voorbeelden ter plaatse bewaard. De vraag naar het waarom van dit motief en van zijn zowel geografische als chronologische lokalisatie kon tot op heden niet afdoende beantwoord worden. Men kan geredelijk veronderstellen dat de pelgrims dit chrismon wel kenden en herkenden, hoewel het in eerste instantie niet voor hen was bedacht. Dit was nog minder het geval voor het andere thema op het tympaan, dat concreet bestemd was voor de gelovigen van het bisdom. De aldaar gebruikelijke boeteliturgie is door woord en beeld gememoreerd in de steen. Het tympaan van Jaca is een van de meest originele scheppingen aan het begin van de camino de Santiago. Het is een indrukwekkend voorbeeld van kunst langs de weg want zijn boodschap is niet specifiek tot de pelgrims gericht, maar tot alle gelovige inwoners en passanten.
Het Christusmonogram werd ook gebruikt ter versiering van grafmonumenten, zoals in het Panteon de los Nobles in de abdij van St. Juan de la Peña bij Jaca 12de eeuw (foto Peter Jas).
Waar mensen lopen komt de weg ..... Dat was de laatste zin van de toespraak van ANWB-hoofddirecteur mr PA. Nouwen bij de opening van het Pelgrimspad op 5 oktober 1994 in Thorn. Die regel was ons aangereikt als onderschrift van een stemmige foto van een nevelig herfstbos. Die zin sprak aan vanwege de meervoudige betekenis die het verleden met het heden verbindt. Want het Pelgrimspad is misschien niet (voor zover bekend) als pelgrimsweg geboren, maar het leeft inmiddels wel als zodanig verder. Naarmate meer pelgrims de route volgen, vindt de verdieping als pelgrimspad stap voor stap verder plaats: Mensen en hun intenties maken pelgrimspaden. Kennelijk spreekt de naam aan, want nog voor Sinterklaas was de helft van de eerste oplage uitverkocht. Hoe is't zo gekomen?
Waar mensen lopen komt de weg O Historie Net zoals onder de Camino de Santiago oudere routes liggen, zo heeft ook ons Pelgrimspad een verleden. Dat begint voorzover bekend in 1939 met de opening in 'sHertogenbosch van De Internationale Wandelweg naar Luik en Luxemburg. Na de 236 kilometer in Nederland, 163 in België en 106 in Luxemburg wilde men de wandelroute uitbreiden tot de Vogezen en later tot de Zwitserse bergen, 'misschien wel tot Brindisi'. De weg raakte hetzelfde jaar buiten gebruik omdat de oorlog naderde en de grenzen dichtgingen.
In 1948 verscheen de Bondswandelweg 's-Hertogenbosch-Weert-Maastricht op basis van het Nederlandse routedeel dat tot Kanne liep. De bewegwijzering werd geheel vernieuwd met rechthoekige blauwe bordjes. Het nostalgische boekje met de routebeschrijving in één richting leest nu als een roman. Op de voorplaat staat een paardemaaimachine bij een roggeveld met aren die bijna boven het dier uitsteken. In 1949 kostte dit sobere werkje van slechts 44 pagina's in borstzakformaat f 0,50. Routebeschrijvingen waren toen korter doordat er minder wegen en paden waren. De tocht voerde toen nog door Sint-Odiliënburg, waar de kerk op een heuvel staat die ooit Sint-Pietersberg heette. Dit zeer aantrekkelijke routedeel is bewaard gebleven in het Pieterpad. Dat eindigt nu op de Sint-Pietersberg even voorbij Maastricht. Na de oorlog groeide het net van gemarkeerde Bondswandelwegen, waarvan de eerste in 1914 tussen Amsterdam en Arnhem was geopend, naar zo'n 3000 kilometer. Nadat dit alles in het begin van de jaren '70 wegens gebrek aan belangstelling was opgeruimd, herstelde de ANWB in 1980 zijn tradities in ere met de gratis uitgave, uitsluitend voor leden van het traject 's-Hertogenbosch-EysdenIMoelingen vice versa van de ANWB-wandelroute Noordzee-Limburg. Onze consuls en mentoren van het Ledenhulpkorps hadden de oude route onderzocht op bruikbaarheid en waar nodig ingrijpend gewijzigd. Later zou de beschrijving in beide richtingen met markering worden aangevuld. Het toen geïntroduceerde oriënteringssysteem van genummerde kaartpunten is in het nieuwe Pelgrimspadgidsje teruggekeerd. In 1983 kwam de Lange-afstand-wandeling LAW 4 van 's-Hertogenbosch naar Eysden-Moelingen als onderdeel van de wandelroute Noordzee-Limburg tot stand. Dit gebeurde in samenwerking met de toen nog maar net opgerichte Stichting LangeAfstand-Wandelpaden (SLAW) in Amersfoort. De SLAW beheert thans een netwerk van 4500 kilometer door de overheid gesubsidieerde lange-afstandswandelpad. De inleiding van de LAW 4, die later nummer 4-4 kreeg, meldt een aansluiting van Halfmijl via de LAW 503 naar Bergen op Zoom en verder via de LAW 5 naar Hoek van Holland in Europoort. Daar maakt de pont de verbinding met de Britse longdistance walks. Daarmee was de route Noordzee-Limburg een feit. Begin jaren '80 werkten onze mentoren mee aan beschrijving, markering en later onderhoud van de LAW 4-4. De herziene uitgave van de wandelgids van deze route kwam in samenwerking met de SLAW tot stand in het kader van het ANWB-eeuwfeest in 1983. In dit historische perspectief wordt de mogelijkheid bezien om het Pelgrimspad vanuit Den Bosch naar de Randstad door te trekken. Vanuit pelgrimsgezichtspunt zijn er aantrekkelijke mogelijkheden zoals 's-Gravenhage, dat met Jacobus als stadspatroon een directe pelgrimsband met Santiago heeft, Haarlem waar het Godshuis een belangrijk verzamelpunt voor pelgrims was, Leiden -zie de Jacobsstaf van september 1994- of Amsterdam, dat een Jakobskapel had.
Aan de keuze hieruit zitten meer overwegingen vast, die in de Routecommissie van de SLAW in Amersfoort worden afgewogen. Met nummer 7 hoort het Pelgrimspad in de hiërarchie van het LAW-netwerk tot de laag genummerde hoofdroutes. Aan de wieg van het nieuwe Pelgrimspad stond ook het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Vooral voor wat de naamgeving betreft. De naam van de oude route was te lang en er waren inmiddels al een Belgische en Nederlandse variant op de oorspronkelijk gedachte verbinding van Den Bosch met de Noordzee tot stand gekomen. Nadat een twintigtal alternatieven de revue waren gepasseerd, viel het mooi allitererende Pelgrimspad in goede aarde. Wij waren bijzonder verheugd met de zegen die het Genootschap aan deze naam gaf. Vlak voor Kerst verscheen het blad Reizen met vier beeldschone pagina's met een wandelrapportage over de route tussen de Sint-Jan in Den Bosch en de Jacobushoeve in Vessem. Ook het openingsverhaal in de Kampioen nam de wandelaar aan de hand mee naar buiten. Het Pelgrimspad is bedoeld om kennis te maken met het lange-afstands-wandelen en als oefenpad voor verre wandelbestemmingen. Samenwerking is het kenmerk van het ontstaan van het Pelgrimspad. SLAW-vrijwilligers waren al een paar jaar met de reconstructie bezig, toen ondergetekende werd gevraagd om een nieuwe routebeschrijving te maken. In deze verkenningsfase zijn afspraken gemaakt met enkele dozijnen gastschrijvers. Genootschapvoorzitter de heer Koen Dircksens schreef een inleiding over De weg naar Santiago de Compostela. De heer Peter-Jan Margry beschreef de Heilige plaatsen in het Zuidnederlandse cultuurlandschap. Het voert hier te ver om de overige tientallen auteurs en tekstleveranciers te noemen. Het enthousiasme van al deze medewerkers was hartverwarmend. Kennelijk heeft de naam Pelgrimspad gevoelige snaren geraakt. In die zin was het een pelgrimspad avant la lettre, al voor het boekje verscheen. Dat straalde af op vorm en inhoud van het gidsje. Daarmee is het Pelgrimspad ook, in de beste ANWBen SLAW-tradities, een pad geworden van mensen langs de route. Een pad dat leeft en de titel van dit verhaal waar maakt. In discussies over de ware Jakob hoor je pelgrims wel eens zeggen: "Het kan ons niet schelen of het verhaal van de Camino waar is; wij maken het al wandelend waar!" Het Pelgrimspad is door de Raad van Europa, Culturele Routes erkend als onderdeel van de Council of Europe Santiago de Compostela Pilgrim ways. Last but least noemen we de goede samenwerking met onze Belgische zusterclubs. De ontwikkeling van het Pelgrimspad is nog in volle gang. Bij de opening is een informatiepaneel onthuld dat daarna bij de Belgische grens even buiten Thorn aan de route is geplaatst. Eenzelfde paneel staat op de stadswal van Bastion Vught in 'sHertogenbosch. Meer informatiepanelen en wandelwijzers op de kruispunten met soortgelijke paden volgen zo spoedig mogelijk. We zoeken verder naar de oerge-
schiedenis van ons pad, want het zou ons niet verbazen als blijkt dat de route in 1939 niet uit de lucht is komen vallen, maar op oudere pelgrimsroutes is gebaseerd. Inmiddels proberen we aansluitend op het Pelgrimspad in zuidelijk Limburg een rondwandeling te creëren, die de werknaam Krijtlandpad draagt.
t
O Pelgrim op het Pelgrimspad; een impressie van de route Zwerven als een pelgrim ....; één worden met de natuur. Zorgeloos dolen langs 's Heeren wegen. Het ritme van je voetstap vertelt hoe ver het nog is. Het landschap maakt de dagindeling. Gewoon op weg gaan, zonder precies te weten waar de avond valt. Je voelen als een pelgrim, op weg naar vertes vol verrassingen. Beleven hoe landelijk en mooi Zuid-Nederland nog is. Zien wat er nodig is om al dit moois te behouden... Het Pelgrimspad is niet de kortste, maar wel de mooiste route die er op basis van het historische tracé te vinden was. Bijna 50 etappes van ruim 5 kilometer vormen samen zo'n 265 kilometer. Vanaf de eerste stap hoeft u slechts de markering te volgen van kleine, maar duidelijke witrode stickers en verflikjes. Het bijbehorende gidsje geeft informatie over openbaar vervoer, logiesadressen en andere onmisbare wetenswaardigheden. De Nederlandse Spoorwegen maken een kennismaking met het Pelgrimspad simpel; over het pad heen liggen vijf NS-Natuurwandelingen van station naar station.
Thorn, Abdijkerk (foto Geert Bakker)
In grote lijnen voert het tracé in Brabant langs de Oisterwijkse vennen, de bossen bij Middelbeers en Valkenswaard, over de Strabrechtse hei bij Heeze, langs Weert en door het witte stadje Thorn. Daarna wandelt u door Belgische Limburg naar het schitterende Maaseik. In Nederlands Limburg volgen Born, Limbricht met zijn kasteel en Sittard, waarna het landschap steeds heuvelachtiger wordt. Na de heemtuin bij Munstergeleen voert een korte klim naar het plateau bij Spaubeek. Vandaar brengt een lang vals plat u naar de glooiende orchideeënvelden bij Voerendaal. Een letterlijke topper is de fraai gerestaureerde molen op de Vrouwenheide bij Ubachsberg, ooit het hoogste punt van Nederland. Na Valkenburg volgt Cadier en Keer en wandelt u door het naar groentesoep geurende Savelsbos naar het grensdorp Mesch. Over de Belgische grens is
het niet ver meer naar de vroegere grensplaats Moelingen en het eindpunt bij het station in Visé. Drie aparte werelden voert het Pelgrimspad u binnen. Ten eerste is het een heel afwisselende wandelroute tussen 's-Hertogenbosch en Visé, die u de schoonheid van het Brabantse en Limburgse landschap laat ontdekken. Ten tweede sluit de route in Visé aan op het net van Europese wandelroutes. Daar ligt Europa voor u open en begint een Sint-Jakobsroute naar het fascinerende Santiago de Compostela in Noordwest-Spanje. Ten derde maakt de gids u wat vertrouwd met de belevingswereld van middeleeuwse pelgrims. Diverse gastauteurs beschrijven plaatsen die pelgrims al sinds eeuwen bezoeken en de motieven die hen daartoe brachten. Daarmee heeft de gids een hoog gehalte aan Jacobalia gekregen. Het pad leidt langs menige bron van oud, maar nog zeer levend volksgeloof. Dat is een inspirerende belevenis die past in de nieuwe aandacht voor het pelgrimeren. We beginnen in Den Bosch. O Meijerij van 's-Hertogenbosch Als parels aan een snoer liggen vele, voor pelgrims bijzondere plaatsen langs de route. De Sint-Jan is een kathedraal om een uurtje voor vrij te maken. Om Jacobus op zijn pilaar nabij het altaar te begroeten en de Mariakapel te zien. Peter-Jan Margry schrijft: "De veel voorkomende ligging van heilige plaatsen midden in de natuur neemt niet weg dat de belangrijkste twee bedevaartoorden van het Pelgrimspad midden in stedelijke centra zijn gesitueerd. De provinciehoofdsteden 's-Hertogenbosch en Maastricht markeren het begin en einde van het Pelgrimspad en vormen tegelijk de (symbolische) uiterste begrenzingen van het 'rooms-katholieke' zuiden van Nederland. Het middeleeuwse beeld van de miraculeuze Zoete Lieve Vrouw in de Mariakapel van de oude gotische Sint-Jans-kathedraal van 's-Hertogenbosch trekt jaarlijks tienduizenden bezoekers. Een dagelijks druk bezocht devotiecentrum, vol met kaarsen en indrukwekkende zilveren dankgeschenken (ex-voto's) tegen de muren, gegeven door pelgrims die in het verleden genezing hebben gevonden bij deze miruculeuze madonna. In mei komen er vele groepsbedevaarten, vaak vergezeld van gilden en begin mei en rond 7 juli zijn er ommegangen, langs de vele mariabeeldjes en kapelletjes van het oude centrum. (.) Op, naast of iets verder weg van het Pelgrimspad liggen tientallen, zo niet honderden heilige plaatsen, devotieoorden en bedevaartplaatsen. (.) Misschien moet in de eerste plaats worden opgemerkt -hoe graag we het misschien ook anders zouden willen- dat het middeleeuwse Nederland geen bedevaartplaats voor. Jacobus kende. Het wil niet zeggen dat er geen verering voor hem plaatsvond in kerken, bij heiligenbeelden en altaren, maar een echte bedevaartplaats is (nog) niet getraceerd."
Kapel De Heilige Eik is een bekende plek in de bossen bij Oirschot, waarin volgens de legende op de Beerze een Mariabeeldje tegen de stroom in dreef. In het nabije Westelbeers staat een Mariakapel waar volgens de overlevering de jaarlijkse bedevaart naar Scherpenheuvel in België ontstond. Een nieuw pelgrimsoord aan een nieuw deel van onze route is de Jacobushoeve in Vessem, gesticht door broeder Fons van der Laan na zijn pelgrimage naar Santiago. Pelgrims die zich op hun tocht willen voorbereiden, kunnen zich opgeven voor een pelgrimsweekend zoals vermeld in de Jacobsstaf. In Steensel staat in de dorpskerk het beeld van SintLucia. Men kan er op 13 december het Luciadraadje halen. Een rode zijden draad van ongeveer zes centimeter; een symboSint Jacobushoeve (foto Geerf Bakker) lische weergave van bloedvloeiing, een ziekte waartegen Lucia wordt ingeroepen. Valkenswaard heeft een der laatste traditionele pelgrimages in Nederland. Al meer dan 200 jaar trekt de Broederschap der Handelse Processie in juni naar het Mariaheiligdom Handel bij Gemert. O Grensgebied van Nederlands Brabant en Limburg Op de grens van Brabant en Limburg liggen de resten van de grenskerk waarvan in het boekje een uitvoerige beschrijving staat. Een mooie zitplek om even stil te staan bij onze merkwaardige vaderlandse historie. Dat u in Limburg bent, merkt u even verder aan een fraai wegkruis. Diverse soorten staan in het gidsje afgebeeld en beschreven naar functie en oorsprong. Bij Weert verwijst de gids naar de SintAnthoniuskapel (of Sint-Teunis-, of Verkus-, of Varkenskapel). De oprechte Santiagogahger mag deze kapel niet missen. Anthonius staat aan de buitenkant afgebeeld met een T-staf en die draagt Jacobus in Santiago ook. In de kerk van Hunsel ziet u de T-staf opnieuw; nu met belletjes. De Jacobusstraat in Hunsel heette vroeger Het Lyckstraetjens. Tussen Hunsel en Thorn loopt De Middenlimburgse St. Jacobsweg enkele kilometers samen met het Pelgrimspad. Vlak boven Thorn ligt de Loretokapel, een van de vele heilige huisjes voor Maria die indertijd in heel Europa werden gebouwd. In Thorn ontdekt u nabij het altaar een beeldje van Sint-Rochus, met de jakobsschelp op hoed en pelerine. Hoe zuidelijker, hoe meer u Rochus uitgedost als pelgrim ontmoet; vooral in de Voerstreek.
O Maasvallei In de kerk van Kessenich bewaart een Jacobusraam de herinnering aan een telg van de lokale adel. Wigholt Vleer noemt in Leylijnen en leycentra in de Lage Landen een in 728 gesticht benedictinesserklooster Te Eike ofwel Aldeneik, waar ooit een belangrijk druïdenheiligdom was. In de 7e eeuw bouwde de heilige Willibrordus op de plaats van de nabije oude Wodanbron zijn doopvont. Daarnaast meldt een houten gevelbeeld van deze vechtersbaas de tekst: Herder van een koppig volkje, 1 nu en dan een storend wolkje I Hoeder van 's Maaslands oudste kerk 1 'Als ic can stoer, als eyck zo sterk.' Maaseik, waar de gebroeders Van Eijck over het prachtige marktplein uitkijken, was een belangrijke plaats aan de pelgrimsroute op de westelijke Maasoever. Wij steken hier de grens weer over en wandelen door een halfronde meander van de Maas. Dit rivierlandschap (weerdengebied) is veel interessanter dan het op het eerste gezicht lijkt. Op oude kaarten komt de naam Sint-Jakobsgrund voor. In Born herinnert de Prinsbisdomstraat aan roerige tijden van strijd om de macht tussen kerk en staat. Kasteelboerderij Grasbroek staat op de plek waar het slot stond van koning Swentibold die in 900 sneuvelde bij Susteren, dat volgens overlevering is genoemd naar zijn twee zusters. Swentibold van Lotharingen (Nederland komt van Neder-Lotharingen) was koning over de Nederlanden. O Heuvelland
De schrqver in het Gerendal (foto SLAW)
In Sittard vormt de basiliek van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart een belangrijk heiligdom waar op 31 mei nog zo'n 20 bedevaarten komen. Aan de Voorstad staat het beeldje van de Zittesje Sjnaak die ons tussen zijn benen doorkijkend de tong uitsteekt. Mócht u doorlopen naar Santiago, dan kunt u in het voormalige pelgrimshospitaal, nu het chique hotel de los Reyes Cathólicos, een soortgelijk beeldje vinden. Meteen buiten Sittard volgt de Kollenberg met zijn 7 kruiswegstaties en de Rosakapel. Acht etappes verder komt u langs de 14 staties op de Schaesberg. Daar tussenin passeert u veel wegkruisen en kastelen. Bij kasteel Cartils kruist u de Wittemer allee naar Wittem, waar een enorme parkeerplaats de zeer vele pelgrims de weg naar het redemptoristenklooster wijst. Voor wie de geest heeft, is het de moeite van een "afsteker-
tje" zeer waard. Het nabije Gulpen wordt gedomineerd door het grote Mariabeeld op de Gulpenerberg. Het uitzicht loont de inspanning om er te komen. In kapel De Kluis op de Schaesberg bij Oud-Valkenburg staat weer een beeldje van Rochus met schelpen, die ook aan de voet van de Schaesberg De Drie Beeldjes tot een kwartet aanvult. In het Gerendal staat bij de Orchideeëntuin het wegkruis met de mooiste opdracht die we onderweg vonden: Gank mer wiejer en maak andere bliejer. In het Savelsbos heeft u Maastricht al rechts en Sint-Geertruid links laten liggen. Maastricht is nog steeds een meervoudig bedevaartsoord. Rond 13 mei is er een stadsprocessie ter ere van Sint-Servaes, de vroegmiddeleeuwse bisschop van Maastricht die in de naar hem vernoemde kerk aan het Vrijthof zijn graf heeft. Eens in de zeven jaar vindt er een indrukwekkende heiligdomsvaart door de stad plaats, met een vertoning van al zijn relieken. Daarnaast kent Maastricht het oude Mariaheiligdom van Onze Lieve Vrouw Sterre der Zee, in de sfeervolle kapel aan het O.L. Vrouweplein en de verering voor het zwarte Christusbeeld in de Martinuskerk in de buurt Wijck. In Sint-Geertruid, vroeger het geestelijk centrum van de streek, wordt in de Sint-Gertrudiskerk onder meer een Anna-te-Drieën bewaard. Het grensdorp Mesch heeft een der oudste kerken van ons land.
Hiermee zijn de belangrijkste pelgrimsplaatsen langs het Pelgrimspad wel zo'n beetje vermeld. Goede reis, veel genoegen en behouden terugkeer! Intussen maken wij een promotieplan voor het Pelgrimspad. We denken aan een wandelestafette naar het zuiden. Het is natuurlijk de kunst om daarbij evenwicht te houden tussen de promotie als thematische culturele route (zoals het in de vakwereld heet) en het voorkomen van massatoerisme. Het moet ook een beetje stil blijven op ons Pelgrimspad. "Gelukkig" zijn niet alle kopers ook lopers. Mocht u onderweg ideeën voor aanvullende voorzieningen krijgen, dan ontvangen we die (via de redactie) graag!
Alhoewel er geen concrete bewijzen te leveren zijn omtrent een eventuele Zwijndrechtse betrokkenheid bij de middeleeuwse pelgrimage naar Santiago de Compostela, mag dit toch niet op voorhand worden uitgesloten. Dordrecht aan de overzijde van de Maas was een pleisterplaats. Sinds 1348 bevond zich in Dordt een Sint-Jacobgasthuis. Naast de Grotekerk aan de Pottenkade is een gevelsteen uit 1613 ingemetseld met de volgende tekst: 'Die mijnen naem wil weeten Sint-Jacob ben ick geheeten'. CORVAN VLIET
Jacobus Zwijndrecht Het zal wellicht zijn voorgekomen dat pelgrims op weg naar Dordrecht in Zwijndrecht strandden om er vervolgens onderdak te vinden. Hoe het ook zij, er bestaan geen documenten die een Zwijndrechtse relatie aantonen. Toch draagt het ziekenhuis in Zwijndrecht merkwaardig genoeg de naam Jacobus en is het ziekenhuis in het bezit van een glasraam met diens afbeelding. Dit artikel tracht antwoord te geven op een aantal vragen. Wat is de relatie tussen Jacobus en Zwijndrecht? Waarom deze naamgeving als er geen binding zou bestaan tussen de apostel en de plaats? Wat is de herkomst van het gebrandschilderde glas en wie heeft het vervaardigd?
I
I I
I
Het ziekenhuis werd in 1989 in Zwijndrecht gevestigd als voortzetting van het R.K. Ziekenhuis uit Dordrecht. Sinds de fusie met het Refaja Ziekenhuis te Dordrecht maakt het als lokatie Jacobus deel uit van het Drechtsteden Ziekenhuis. In Dordrecht werd het eerste R.K. Ziekenhuis in 1906 in gebruik genomen. Dit late stichtingsjaar hangt samen met het feit dat de roomse gemeenschap in Dordrecht pas in 1602 oogluikend door de stedelijke overheid werd geduld. Na de beeldenstorm in 1566 en de politieke omwenteling in 1572 brokkelden rooms katholieke maatschappelijke structuren af. Slechts vijfhonderd gelovigen volhardden in een streng calvinistische stad. Het zou bijna drie eeuwen vergen vooraleer de Dordtse Katholieken zich op sociaal terrein wisten te organiseren. In 1847 nam men de zorg voor weeskinderen ter hand en in 1876 werd het St.-Jacopsgesticht ingewijd. Het gesticht was vernoemd naar het middeleeuwse gelijknamige Gasthuis op dezelfde plaats. Het Jacopsgesticht (dat men later Jacobsgesticht zou noemen) verzorgde naast weeskinderen tevens 'oude behoeftige lieden'. Zusters Franciscanessen deden de huishouding en verzorgden de inwoners. In 1895 telde het huis 36 kostgangers; 15 wezen en 21 oude lieden (geen echtparen). Bakkerij en soepkokerij stonden onder beheer van de binnenvader. Gestichtskleding was voorgeschreven. De milde schenker van de uniformen kreeg een geschilderd portret aangeboden door twee volgens de regels geklede oude lieden. De medische zorg voor de behoeftigen leidde tot de stichting van een ziekenhuis. Arme parochianen buiten het gesticht deelden in de zorg. In 1905 schonk een prominente ingezetene van Dordrecht, ter nagedachtenis aan een overleden zoon, het vorstelijke bedrag van f 150.000,=. De som werd aangewend als stichtingskapitaal voor een ziekenhuis. Gesticht en ziekenhuis werden bestuurlijk gescheiden. Het gesticht bleef voortbestaan als St.-Jacobsgesticht en het ziekenhuis kreeg de naam St.-Elisabethsgasthuis. In de volksmond sprak men kortweg van R.K.Z. (Rooms Katholiek Ziekenhuis). Zusters uit het St.-Catharinagesticht te Bergen op Zoom verpleegden de uit 'de minder gegoede stand' afkomstige patiënten. Het huis telde 35 bedden. Juist voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog in 1914 opende een nieuw ziekenhuis haar deuren op een nieuwe lokatie. De zorg strekte zich vanaf dit moment uit tot patiënten van alle gezindten. Onvermogende katholieken kregen een gratis behandeling. Enkele cijfers: verpleging op zaal per dag f 2,15; op klasse f 6,=. Kosten voor medicijnen, bewassing, verband en wijn kwamen voor eigen rekening. Ondanks een onwillig gemeentebestuur, dat zich meer betrokken toonde bij een gemeentelijk ziekenhuis, werd in 1929 het R.K.Z aan de Houttuinen gerealiseerd. In 1957 werd de ziekenhuiskapel verbouwd. In een verslag van de religieuze 'Kleine Zusters van de Heilige Joseph' lezen we: "Vandaag 20 mei is Onze Lieve Heer verhuisd [.. ] De zaal boven de keuken is nu de verblijfplaats van Onze Lieve Heer geworden."
De verbouwing werd aangegrepen om de glazen ramen van de kapel te vervangen door glas-in-lood. Het Schiedamse atelier van de gebroeders Henderickx kreeg opdracht tot het vervaardigen van tien vensters. Boven de zijingang van de kapel werd de beeltenis van Sint-Jacob aangebracht. Ondanks de recente sloop van het ziekenhuis heeft men de kapel, als herinnering aan het verleden, gespaard. Het huidige Jacobus Ziekenhuis te Zwijndrecht is een modern gebouw. Strakke, doelmatige vormgeving benadrukt het eigentijdse karakter. Na binnenkomst via de hoofdingang betreedt men een receptieruimte. Door de centrale gang komen we in een ronde ruimte waar de liften zich bevinden. Aan een van de wanden hangt een lichtbak met daarop een glas-in-loodraam: het Jacobusraam uit Dordrecht. Het raam uit 1957 is niet meer in de oorspronkelijke kapel aanwezig. Behoedzame handen hebben het naar Zwijndrecht overgebracht. Glaskunstenaar Frits Henderickx heeft in de vijftiger jaren van onze eeuw de middeleeuwse devotie goed aangevoeld. De expressie van het raam doet denken aan het gebrandschilderde glas in de grote Franse kathedralen. De kleuren van het glas zijn nog altijd fraai. De staat van de verf daarentegen is slecht. Toen de inmiddels bejaarde ontwerper onlangs na ruim 25 jaar zijn schepping terugzag vermengden vreugde en teleurstelling zich op zijn gelaat. Hij schrok van de staat waarin het glas verkeerde. De diepzwarte lijnen waarmee hij zijn figuren intekende zijn vervaagd. Het oorspronkelijke effect waarin de loodstrippen opgingen in de zwarte tekening is verloren gegaan. Het glas heeft hierdoor aan contrast ingeboet. Frits Henderickx was niettemin tevreden. De confrontatie met het raam dat hij na de plaatsing in 1957 niet meer had gezien ontroerde hem. "Het raam zou gerestaureerd moeten worden. Het is door verzuring aangetast. Toch prijs ik me gelukkig dat het glas bewaard gebleven is. In Schiedam is een komplete kerk, met gebrandschilderd glas en al, gesloopt." In de kapel zijn nog vier ramen uit de oude behuizing ondergebracht. Stuk voor stuk de moeite van het bekijken waard, zeker als rond het middaguur de zon door de vensters straalt.
Naar aanleiding van onze oproep in de Jacobsstaf 23 publiceren wij de lijst dagboeken. Zoals bij de oproep vermeld zal de redactie niet als contactadres of doorgeefluik optreden. U dient rechtstreeks contact met de schrijvers op te nemen.
BAAKMAN, HENK EN FRANCIEN Dagboek van een fietstocht naar Santiago de Compostela. 36 pag's A4 met 15 foto's. Gefietst: 8 juni-9juli 1994. Adres: Brouwersmolenweg 389, 7339 EB Apeldoorn. = 055.331418. BEEK, JACQUES VAN Geen pelgrim, toch pelgrim. Een reis pet KRO-touringcar. Adres: Paganinistraat 3, 2324 BC Leiden. BLOK, IDA Naar Spanje? Helemaal lopes? Opmerkingen, gedachten, landschappen en kerken langs bijna 3000 km. Jacobsweg. Gelopen: 30 juni-19 oktober 1994. Adres: Albardaweg 191, 6702 CW Wageningen. BOERRIGTER, G.A. Mijn voettocht naar Santiago de Compostella. 82 pag's formaat 16x24. Gelopen; 6 april-22 juli 1992. Adres: W. Roijaardsstraat 90, 7558 RZ Hengelo. u 074.774159. DIESEN, M.J.F. VAN Eén miljoen voetstappen. St. Jean Pied de Port-Santiago. 94 pag's + 61 pag's info. Gelopen 5 juli-4 augustus 1988. Adres: L. Couperusstraat 38, 5421 RN Gemert. = 04923.61126. DUIJVESTIJN, BOB Op weg naar Santiago de Compostela. Aantekeningen van een egofrapper. Hilvarenbeek 1994. Fietstocht: juli 1994. Adres: Veldhoven 9, 5081 NK Hilvarenbeek. = 04255.1996 KOSTERS, P. Dagboek van een voettocht, Moissac-Santiago. Adres: Heereveldje 2, 6374 EW Landgraaf. = 045.312629. MOOREN, HUB.M. Een voettocht naar Santiago de Compostela (Bergen op ZoomSantiago). Adres: Hoogstraat 23, 4611 MS Bergen op Zoom. = 01640.40689. OTTENHOF, PIET EN STANS Pelgrimstocht naar Santiago de C ~ m p ~ ~ t e Fietstocht: la. 16 mei-18 juni 1993. 35 pag's Adres: Loefzijde 26, 1034 KX Amsterdam. n 020.6330023. ROOIJACKERS, CEES Verslag van een pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Gelopen: 1 april-30 juni 1990. Adres: Elia Kazanstrook 30, 2726 VD Zoetermeer. = 070.426646. RIJNTJES, HENK Lopend naar Santiago de Compostela. Pag's 112 met 8 illustratiesl8 kaartjes. Adres: Goudsbloemlaan 128, 2565 CW Den Haag. TEND, PIM VAN Pelgrim met pincode. Adres: Veldheimweg 8, 6871 CD Renkum. 08373.15358. TILANUS, c.P.G. Onderweg naar Santiago, route, bezienswaardigheden en ervaringen. Momenteel 4 delen (Woerden-St. Palais, wordt vervolgd). Adres: Seringenlaan 22, 3442 HK Woerden. = 03480.15995. ZWEEDE, WOUTER VAN DER El Camino de Santiago, verslag van een voettocht naar Santiago de Compostela. Adres: Riemsdijkstraat 17, 6701 BC Wageningen. ZEINSTRA, S.M. Sint Jacobiparoche -- Santiag de Compostela. Verslag van een fiesttocht in 1993. 4 pag's. Adres: Mr. PJ. Troelstraweg 42, 8917 CN Leeuwarden. = 058.129198.
z. . ; . .
......Y...
3' :: .:.,...:. RED0 VAN DE APOSTELEN
MIREILLE MADOU
Het apostelcollege is een veel voorkomend thema in de beeldende kunst. Gewoonlijk vertoont een dergelijke voorstelling weinig of geen actie. Uit de late middeleeuwen zijn evenwel enkele afbeeldingen bekend waarop de twaalf druk met elkaar in de weer zijn. Zij zijn immers bezig afscheid te nemen! O Het apostelafscheid Het evangelie verhaalt dat Jezus, voor zijn hemelvaart, aan de rond hem verzamelde apostelen opdroeg te gaan prediken bij alle volkeren over de ganse wereld (Matth. 28,Ig; Marcus, l 6 , l 5 ) . Aangenomen wordt dat zij na het pinksterfeest uiteengingen, elk naar het hem toegewezen of zelf uitgekozen gebied. Hoe dit alles precies in zijn werk is gegaan is uiteraard nooit meer te achterhalen en in wezen doet het er niet toe. Het apostelafscheid of Divisio Apostolorum was gedurende een beperkte tijd een feest in de Westerse kerk. Vanaf de 9de eeuw tot circa 1500 vindt men gegevens over dit feest overwegend in Duitsland. Sporadisch vindt men getuigenissen erover in Skandinavië en de Nederlanden. De uitbeeldingen van dit apostelafscheid zijn, zoals te verwachten, weinig talrijk. Ze dateren alle uit de late middeleeuwen en zijn hoofdzakelijk ontstaan rond Nurnberg en Bamberg. Het tafereel speelt zich gewoonlijk af buiten de muren van Jeruzalem. Op bijgaande illustratie koos de schilder voor een prachtig zicht op Bamberg.
Apostelafscheid, Anoniem meester, Bamberg 1483. (Foto: Historisches Museum Bamberg)
25
U Ontstaan van het credo Bij het uiteengaan van de apostelen stelde zich echter wel een probleem: wat zou men precies gaan prediken en hoe moest de boodschap geformuleerd worden? Men zal begrijpen dat de eenheid van de leer van het allergrootste belang was voor de jonge Kerk. Uiteindelijk zou men twaalf artikelen samengebracht hebben in het symbolum van het geloof, de liturgische geloofsbelijdenis of credo van de katholieke Kerk. Wanneer de samenstelling van het credo gebeurde weet men niet. Tegen het einde van de 4de eeuw bestond echter in de Romeinse Kerk reeds een officiële geloofsbelijdenis. Ze werd aan de catechumenen aangeleerd als voorbereiding op hun doopsel en men noemde ze toen al 'symbolum van de apostelen'. Te Rome waakte men er angstvallig over dat de tekst van dit symbolum integraal gerespecteerd bleef en gevrijwaard van veranderingen in de formulering, teneinde eventuele afwijkingen van de geloofsinhoud te voorkomen. O Credo van de apostelen Vrij snel heeft het epitheton of adjectief apostolisch bij het symbolum een historische waarde gekregen. De overtuiging dat de geloofsbelijdenis van de apostelen ook in werkelijkheid door hen was samengesteld werd nooit in twijfel getrokken. Ze kreeg vooral vaste voet na een uitspraak van sint Ambrosius, bisschop van Milaan ( + 397). De kerkvader betoogt in een van zijn geschriften dat de apostelen bij hun afscheid elk een korte samenvatting van een geloofsartikel maakten. Hij zegt ook dat niemand iets aan die tekst mag bijvoegen noch veranderen en besluit als volgt: "zoals er twaalf apostelen zijn, zo zijn er ook twaalf artikelen van het geloof'. Over deze uitspraak van sint Ambrosius werd nadien zo goed als niet meer gediscussieerd. Sommige latere auteurs, vooral uit de Karolingische periode, zijn wel verdeeld over de weinig fundamentele vraag: welke apostel heeft precies wat gezegd? Die verwarring kwam er onder meer omdat in het Nieuwe Testament en in de liturgie onderling licht verschillende lijsten bestaan van de apostelnamen, de zogenoemde apostelkatalogen. De evangelist Mattheus (Matth. 10,2-4) noemt achter elkaar: Petrus, Andreas, Jacobus, Johannes, Philippus, Bartholomeus, Thomas, Mattheus, Jacobus van Alpheus, Thaddeus, Simon de IJveraar en Judas Iskarioth (in wiens plaats Matthias zou komen). Bij Marcus (MC. 3,16-19) en Lucas (Lc. 6,13-16) verschilt de volgorde maar de rijen worden telkens met Petrus geopend en de laatste plaats wordt toegewezen aan Judas Iskarioth. De Handelingen van de apostelen (Hand. 1,13) beginnen hun opsomming eveneens met Petrus en eindigen met Judas van Jacobus (= Thaddeus). De twaalfde plaats werd door loting toegewezen aan Matthias (Hand. 1,26). De canon van de mis wijzigt de volgorde op haar beurt en noemt Paulus, omwille van zijn waardigheid, onmiddellijk na Petrus. Matthias wordt weggelaten.
K I Afbeeldingen Vanaf de 12de eeuw werd het credo van de apostelen voorgesteld, voornamelijk in de edelsmeedkunst. Meestal krijgt iedere apostel een banderol in de hand waarop zijn eigen tekst geschreven staat. Het thema is in de 15de eeuw uitermate populair geworden in heel West-Europa en het werd in alle kunsttechnieken uitgevoerd. Na de middeleeuwen vermindert de belangstelling, hoewel in de prentkunst van de late 16de en de 17de eeuw, vooral bij Antwerpse drukkers, vele apostelreeksen het licht zagen. De 19de eeuw toonde weer enige belangstelling voor dit toch wel didactische onderwerp. Zo werd er bijvoorbeeld in de Parijse basiliek van Montmartre een mozaïek aan gewijd. Bij alle uitbeeldingen van het credo laat men Paulus achterwege daar hij nog niet behoorde tot de twaalf wanneer dezen het symbolum van het geloof samenstelden.
-
--
---
Zes apostelen uit een Credo, Anonreme houtsnede, Frans 1481 ( U I ~Le grant kalendrler et compost des Bergiers avecq leur Astrologie)
O Profeten De middeleeuwse theologen met hun uitgeproken voorliefde voor de overeenkomst of concordantie tussen de twee Testamenten, gingen er algauw toe over bij de twaalf apostelen ook twaalf profeten te voegen Deze laatste werden evenals de apostelen voorzien van een banderol waarop de voorspelling van het betreffende artikel van het credo te lezen staat. In tegenstelling tot de strikte onveranderlijkheid van de teksten van het symbolum zijn de uitspraken van de profeten met meer vrijheid gekozen. Bovendien is het ook niet steeds eenzelfde profeet die een bepaalde apostel vergezelt. Zo kan het gebeuren dat aan een bepaald geloofsartikel verschillende profetische uitspraken kunnen gekoppeld worden.
Petrus: Ik geloof in God de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde.
Credo van de apostelen Voorspellingen door de profeten: - Ik dacht: Mijn Vader zult gij mij noemen. (Jeremias 3:19) - Hij heeft de aarde gemaakt door zijn kracht, de wereld
gegrond door zijn wijsheid, door zijn verstand de hemel gespannen. (Jeremias 51 : 15) - Dan weet gij dat Ik, Jahweh, uw God ben en geen ander. (Joël 2:27) - In den beginne schiep God hemel en aarde. (Genesis 1: l , Mozes) - Hij mag tot mij roepen: mijn Vader zijt Gij. (Psalm 89:27, David) Van de hier gepubliceerde (en te publiceren) prenten zijn enkele ontworpen door Maarten de Vos en gegraveerd door Jacobus de Weert. De meeste zijn vermoedelijk het werk van de Antwerpse meester Hiëronymus Wierix (15531619) die ze ook drukte en uitgaf. Een reeks oorspronkelijke prenten wordt bewaard in het Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit te Leiden.
Onder de wandelstokken en pelgrimsstaven neem ik wel een bijzondere plaats in. De laatste jaren mag ik steeds mijn zegje doen over een maand meegaan met twee pelgrims op weg naar Santiago de Compostela. Dit jaar word ik weer bij het handvat gevat en lopen we vanaf Cahors in Frankrijk naar het Spaanse Burgos. Het Jacobuspad voert weer over geitenpaadjes langs oude boerderijen en eeuwenoude stadjes.
Stokkenpraat
Mijn medegangers, verstokte wandelaars als ze zijn, ontzien zichzelf nauwelijks. Ik help de ene om zijn stap wat te verlichten. Hij waardeert dit wel denk ik, want mijn steun wordt steeds weer gezocht om de weg te vervolgen. Soms vang ik flarden van gesprekken op. Dikwijls gaat het over de route, over onderdak of over eten en drinken. Wonderlijk is het hoe ze altijd weer aan eten komen hoe uitgestorven het gebied ook is. Op een dag, het was Hemelvaartsdag, dacht ik nu gaat het goed mis met het eten. Alle winkels onderweg waren gesloten en toen het avond geworden was hadden ze, na een vermoeiende voettocht, nog maar een schamel stuk brood, wat chocolade, jam en een stukje kaas.
In een pastorie in Navarrenx, niet ver van de Pyreneeën, vonden ze onderdak. Het zou wel een karig maal worden. Er waren nog twee Franse echtparen en een Franse jongen aangekomen. Zij nodigden mijn beide broeders uit om te komen eten in de eetkamer van de pastorie en alle eetbare dingen mee te brengen. Zelf zouden ze dat ook doen. Ze hadden ook niet zoveel proviand: een enkel stokbrood, een fles wijn en een pakje soep. Voor de pastoor, de baskische Père Sébastien was ook gedekt. Deze haalde ook nog wat uit de kast, dingen die hij wel eens kreeg toegestoken van zijn parochianen, een paar pakken sprits, wat boerenpaté en wijn. Iedereen zette zich aan tafel. Onder de maaltijd werd een gedicht voorgelezen. Er heerste een sfeer van eendrachtigheid. Er werd gegeten en gedronken en uiteindelijk bleek er genoeg voor iedereen te zijn. Na de maaltijd was er zelfs nog over voor de volgende dag. Het leek een beetje op het bijbelverhaal van de wonderbaarlijke spijziging. In deze tijd worden er niet zoveel wonderen meer opgetekend. We doen het dan ook maar met de oude verhalen uit 'het goede boek', waarvan men soms iets herkent als men onderweg is en op elkaar is aangewezen. Niet alleen het slechte weer, de felle zon en het weerbarstige pad wordt gedeeld, maar ook het eten en drinken en datgene waar het hart vol van is. Gaandeweg wordt het me een beetje duidelijk welke betekenis de weg naar Santiago de Compostela voor velen heeft.
PIM VAN TEND
Woensdag 6 juli kom ik aan in Sahagun. Om exact 15:00 schrijft de padvindster van het kamp mij in. Ik ga in de eettent zitten schrijven. Een magere jongen is op een gasfles een macaronimaaltijd aan het koken. Hij ziet er een beetje wild uit. Al kokend voed hij een druk Spaans gesprek tegen twee stille meisjes in witte shirts. De jongen blijkt ook Frans te kunnen spreken. Hij gedraagt zich "as if he owns the place': Eerst denk ik daarom dat hij van de kamporganisatie is. Dat blijkt niet zo. Hij zegt dat hij pelgrim is, maar in feite is hij pechgrim. leder vak kent mislukkelingen die toch blijven hangen: de eeuwige student die nooit zal afstuderen, de gedoodverfde uitvaller die maar niet wil uitvallen. Het vak van pelgrim is geen uitzondering. De pechgrim is buiten zijn schuld gedoemd Santiago nooit te halen. Vorig jaar is hij in Somport begonnen. Om redenen die duister blijven, is hij toen onderweg ergens opgehouden. Dit jaar komt hij uit Roncesvalles gelopen, maar door een voetp[obleem zit hij nu al enkele dagen in Sahagun vast. Ik vertel dat ik de vorige nacht in het kamp van Carrión heb geslapen. De pechgrim is vol loftuitingen over de padvinders die dat kamp leiden. Ook een kenmerk van de standvastige mislukkeling: hij kent altijd iedereen die iets met het vak te maken heeft. Over niemand een kwaad woord, tenzij de gesprekspartner dat nadrukkelijk wenst. Niet alleen alle mensen kent hij, ook de zaken. Ik vertel dat ik via Somport Spanje ben binnengekomen. De pechgrim heeft hele verhalen over het ronde kerkje van Eunate, waarje op die route langskomt. Over de meisjes kom ik niet meer te weten dan dat ze uit Somport zijn komen lopen. Ze zien er niet naar uit dat ze een rugzak over die afstand zouden kunnen versjouwen. De meisjes vormen het aandachtige publiek dat de onwrikbare mislukkeling vreemd genoeg ook altijd heeff. De pechgrim biedt mij aan mee te eten. Ik ben meer moe dan hongerig en neem een heel klein beetje omdat de pechgrim zo aandringt. Een van de meisjes maakt een opmerking dat ze zo gehoopt had dat de jongen hun iets zou aanbieden, maar dat doet hij niet. De rest van de middag spelen de pechgrim, de meisjes en de padvinders poker om kiezelstenen en domino. Ik schrijf Midden in de Spaanse zomer wordt het-een koude nacht. De volgende ochtend staat een van de padvinders in een jasje te rillen bij de uitgang van het kamp. Heel langzaam lopen de twee meisjes met rugzakken groter dan zijzelf het hek uit. Als ik wegfiets, ligt de pechgrim nog op één oor: Uit: Pelgrim met pincode.
VAN DE BESTUURSTAFEL Het groeiend aantal leden in ons Genootschap heeft het bestuur genoodzaakt een aantal maatregelen te nemen daar anders de belasting een voor vrijwilligers niet meer aanvaardbare vorm zal gaan aannemen. Het bestuur maak.t tevens van deze gelegenheid gebruik een aantal zaken nog eens op een rijtje te zetten daar gebleken is dat niet alle leden hiervan op de hoogte zijn.
Bestellingen: Nog steeds zijn er leden die hun bestelling op de gito-overschrijving vermelden. Door een andere wijze van afrekening door de Postbank kan het zijn dat dit soort bestellingen niet meer uitgevoerd kunnen worden. Gebruik het hiervoor bestemde formulier. Op dit formulier wordt het rechtergedeelte: lidnummer enz. ingevuld door de administratie. Reiskosten: Eventueel te maken reiskosten in verband met het bijwonen van bestuursvergaderingen mogen geen beletsel vormen om zitting te nemen in het bestuur. Regio-vertegenwoordigers: Deze kunnen te maken kosten voor porti en fotokopieën ten behoeve van regiobijeenkomsten bij de penningmeester deklareren. Door het sekretariaat worden op verzoek ledenlijsten en etiketten voor een regio aangemaakt. Houdt u er wel rekening mede dat onze sekretarislpenningmeester een 40-urige werkweek heeft. Jacobsstaf: Zoals u reeds gemerkt heeft wordt de Jacobsstaf voortaan in een milieuvriendelijk folie verzonden. Het postklaar maken e.d. is bij derden ondergebracht. Het gevolg hiervan is dat adreswijzigingen voortaan rechtstreeks naar het sekretariaat gezonden dienen te worden. Reisroutes: Regelmatig wordt het bestuur de vraag gesteld of wij beschikken over kant en klare reisroutes. Het bestuur wil alle leden er nogmaals op wijzen dat ons Genootschap geen reisbureau is. Op jaarvergaderingen kunnen routes uitgewisseld worden, maar dat is een zaak voor de leden zelf. Het bestuur bemiddelt daar niet in. Lidmaatschapsbijdrage: Van een groot aantal leden is de bijdrage voor 1995 nog niet ontvangen. Zelfs over 1994 dienen nog lidmatschapsbijdragen betaald te worden. Het bestuur verzoekt eenieder dringend deze bijdrage zo spoedig mogelijk te betalen teneinde de penningmeester extra werk te besparen. Oproep: Voor het bijwerken van de Pelgrimsgids voor Spanje zoekt het bestuur iemand in het bezit van een computer en die kan omgaan met WP 5.1. Die er niet tegen opziet om een aantal uren te besteden aan het verwerken van de door onze leden aangeleverde gegevens. Enige geografische kennis van de camino strekt tot aanbeveling. Reacties aan: Frank Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda. Hans Gigengack
BOEKEN BEZIT van het genootschap
Zoals reeds eerder in de Jacobsstaf vermeld, heeft het bestuur van het Genootschap besloten om het boekenbezit van het Genootschap onder te brengen bij de Wetenschappelijk SteunFonds bibliotheek in Maastricht. Deze bibliotheek is ondergebracht in de gebouwen van de Stadsbibliotheek van Maastricht. Dit betekent dat de boeken van het Genootschap nu voor alle leden makkelijk voor handen zijn. Er zijn twee manieren om kennis te nemen van de inhoud van deze werken: ofwel u gaat naar Maastricht, ofwel u maakt gebruik van het interbibliothecair uitleenverkeer. Indien u zelf naar de Nieuwenhofstraat 1 in Maastricht gaat, heeft u de volgende leen- en inzage-mogelijkheden: - u kunt ter plekke raadplegen in de Infozaal op de eerste verdieping van de Stadsbibliotheek op: dinsdag, woensdag en vrijdag: 11.00 - 17.00 uur donderdag: 11.00 - 20.00 uur zaterdag: 10.00 - 13.00 uur - u kunt op dezelfde tijden lenen. Dit geldt voor leden van een openbare bibliotheek in de provincie Limburg, op vertoon van een geldig lidmaatschapsbewijs. - u kunt lenen via uw eigen bibliotheek. Dit geldt voor leden van openbare bibliotheken in Nederland en ingeschreven gebruikers van andere bibliotheken in Nederland. Met deze leenwijze zijn kosten gemoeid die afhangen van het tarievenbeleid van de bibliotheek waarbij u bent aangesloten. In het algemeen geldt voor boeken een vast tarief en voor kopieën van tijdschriftartikelen een variabel bedrag. Met behulp van de bibliotheek in Maastricht is een tweetal lijsten samengesteld. De ene bevat het boekenbezit van het genootschap, de andere alle in de stadsbibliotheek aanwezige boeken met betrekking tot Santiago de Compostela. Tesamen vormt dit een collectie van 175 verschillende werken, die alleszins de moeite van het bekijken waard is. Het huidige bezit is gevormd uit recensie-exemplaren, schenkingen aan het Genootschap en ruilabonnementen met andere genootschappen. Frank Claessen
LIJST COMPOSTELA'S 1994 Wim Bettonvil attendeerde het bestuur op de volgende zinsnede in 'De Pelgrim' (tijdschrift Vlaams Genootschap): Het meest storend zijn wellicht de eeuwige halve waarheden die iedereen in de mond neemt .... zoals 'Compostellana' (het getuigschrift) in plaats van 'Compostela'. Mede op grond van nader onderzoek door Wim Bettonvil zal door het Nedrlands Genootschap vanaf heden het woord 'Compostela' voor het certificaat worden gebruikt.
1989: 718 J.J.M. Huls, Margraten. 1993: 616 M. de Haan, Eindhoven. 2316 R.E. Lutter, Prinsenbeek. 2816 A. Pols, Eindhoven. 2816 F. Kassenaar, Eindhoven. 2117 A.M. Garcia-Barnet, Groningen. 2117 M. van Genderen, Oegstgeest. 1994: 2514 J.R. Engels, Hulshorst. 1215 W. vld Zweerde, Wageningen. 2415 H.J. Kraamer, Amersfoort. 2615 G.J.M. Zegers, Haarlem. 3115 B.J.M. Souren-vld Putten en W.P.G. Souren, Eijsden. 816 W. Sleddens, Nijmegen. 1116 C. Brugman-van Hulten en B. Brugman, Dongen. 1216 H.L. da Graça, Schagen. 1316 I.H.M. Vervast, Rijswijk. 1416 C.J. Toebak, Heeze. 1416 J.Th. vld Laan, Nieuwkoop. 1416 J.W.G. Ernes, Den Bosch. 1416 L.R. Ikelaar, Amsterdam. 1616 G.A.M. vld Ven, Den Bosch. 1816 H.G.M. vld Hoogenhoff en M. vld Hoogenhoff, Westmaas. 2116 l. van Dam-Vlas en J. van Dam, Den Bosch. 2116 W.B.M. Arents en W.M. Arents, Rolde. 2316 C.T. van Bergeijk-Krooijmans, St. Oedenrode. 2316 Ph. van Kappel-Naber, Zaandam. 2416 G.T. Dekker, Amsterdam. 2516 H.L. Keulers-Lucassen en J.H.J. Keulers, Sweijkhuizen. 2516 Th.M.A. Vervuren en W.L.!? Vervuren, Maasmechelen. 2616 C.A.A.M. Beerens-van Etten en J.G.M. Beerens, Venray. 2716 D. van Kmapen, Landsmeer. 2716 J.!? van Nistelrooij,Etten Leur. 2716 M. Blokland, Den Haag. 2716 Th. Hooijtink, Edam. 417 A.J. Heemskerk, den Haag. 417 C.i? HodesHeemskerk en H.J.G. Hodes, Den Haag. 917 F.H. Baakman-Alting en H.J. Baakman, Ugchelen. 1117 J. Botselaar, Middelburg. 1117 W. Bouwens, Middelburg. 1317 A. van Assen, Voorburg. 1317 PC. Speelman, Rotterdam. 1917 Th.Ch.J. Oosterhof, Groningen. 2017 H. Willemse, Hilversum. 2117 F.E.A. Eekelaar-Uppenkamp en C.E.J.H. Eekelaar, Berkel Enschot. 21l7 L.H.M. Kusters en !?J.A.M. Kusters, Landgraaf. 2517 J.M.T. Hulten-Kouwenberg, Etten Leur. 2617 E. Zurlohe, Eemnes. 2717 H.A. vld Tuin-van Tol, Waddinxveen. 2717 L. Bloem, Waddinxveen. 118 A. Drijfhout, IJmuiden. 118 W. Schmidt, IJmuiden. 218 H.J. Vegers, Venhuizen. 518 Th. Somsen, Vaassen. 1018 A. Newitt, Amsterdam. 1018 J. Matthijsen, Amsterdam. 1718 E. Houtkoop, Amsterdam. 1718 T.W.J.A. Meus, Amsterdam. 2618 J. Ticheler, Enschede. 719 G. Terwijn, Heiloo. 919 A. Bettonvil-Dalhuysen en W. Bettonvil, Den Bosch (5de maal). 1619 G. vld Weg, Reduzum. 2119 B.J.G. Helmink, Emmeloord. 2119 J.J. Kluytmans en L.A.M. Kluytmans, Roermond. 2119 U. Helmink, Emmeloord. 2219 S. Wesselius-Groenvelt en R. Wesselius, Franeker. 6110 F. de Vink, Driebergen. 6110 i? Schoenmaker, Driebergen. 7/10 A. Oosterveld-Romijn, Den Bosch. 19110 1. Blok, Wageningen. 26111 E.i? v/d Visse, Amsterdam. Degenen die nog geen copie van zijnlhaar Compostela heeft ingestuurd kan dit alsnog doen; ook van voorgaande jaren. Ze worden per honderd stuks ingebonden en voor het nageslacht bewaard. Adres: Dijkschouwerslaan 123, 1785 HP Den Helder. Nico Zijp
TIP voor twijfelaars Vraag aan een huisarts: We zijn zestig en af en toe krikkemikkig, wij kunnen toch niet meer naar Santiago lopen? Antwoord: Elke kruk kan naar Santiago lopen als ie er maar de tijd voor neemt!
REG IO'S O REGIO AMSTERDAM
Contactpersoon:
Janna Matthijsen, Haardstee 227, 1102 NN Amsterdam, 020-6964510
w
O REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET IJ
Contactpersoon:
Jan Louter, Dorpsstraat 65, 1689 ER Zwaag, 02290-36512
w
O REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND
Contactpersoon:
C.G. van Tongeren, Rijnsburgerweg 4iF4, 2215 RA Voorhout, 02522-31147
O REGIO DEN HAAG
Contactpersoon:
Cees Rooijackers, w 079-426646
Elia
Kazanstrook
30, 2726
VD Zoetermeer,
Op 25 februari heeft een bijeenkomst van onze regio bij Herma Kramer thuis plaatsgevonden. Dertig leden waren aangeschreven en maar dertien hadden de uitnodiging geaccepteerd. Zeker een 15-tal heeft niets laten horen of afgebeld. Jammer, er was namelijk wel gevraagd even te bellen als men niet zou komen. Allen vertelden iets over hun motivatie enlof speciale interesse in de Jacobuspelgrimage. Sommigen zijn al drie maal geweest; anderen weten nog niet of ze ooit wel zullen gaan. De leeftijden lopen uiteen van 23 tot ruim 70. Gemeenschappelijke factor is de enorme geestdrift. Vier potentiële pelgrims gaan binnenkort op pad. Allen hebben hun woonplaats als beginpunt. Marieke en Peter gaan allebei alleen. Beiden vinden het eng en positief-spannend tegelijkertijd. Ilse en Fred zien het als onderbreking van een bepaalde routine. Zij gaan samen en vergezeld van hun ezeltje Lotje. We wensen ze veel geluk en een goede reis. Eind september willen we een dag voor de gehele regio organiseren. Medewerking en ideeën worden aangedragen. Het programma zal verder worden uitgewerkt. Naar aanleiding van de bestuursmededeling dat de organisatie van de voorjaarsvergadering centraal in het land door het bestuur wordt georganiseerd en de najaarsvergadering door een regio op een locatie binnen de regio, zullen we nadenken over ter zake te ondernemen actie. De durf om de organisatie van deze vergadering meteen voor onze rekening te nemen is echter niet echt aanwezig. Naar aanleiding van het verslag van de regio-contactpersonen, vindt men ook dat het bestuur best wat kritischer mag zijn en meer zou moeten anticiperen en inspelen op bepaalde ontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is het nog niet zo lang geleden geopende SLAW-pad Den BoschMaastricht met de naam 'Pelgrimspad'. Het genootschap heefi daaraan nauwelijks een bijdrage geleverd. Nadat het ontwikkeld was IS er een inleidinkje voor de gids geschreven, zonder zelfs maar achteraf wat plaatsen met jacobalia of pelgrimsrudimenten in het algemeen aan te geven. Onze kans om dit goed te maken ligt bij het tweede gedeelte van Den Bosch naar Amsterdam. Zouden mensen uit desbetreffende regio's eens kunnen nagaan of ze iets te weten kunnen komen over het (vroeger) pelgrimeren langs hier liggende wegen in het algemeen en naar zaken die met onze heilige te maken hebben in het bijzonder? (reacties graag naar de regio-contactpersoon Cees Rooijackers) In onze regio zal in ieder geval een begin worden gemaakt met een onderzoek naar de mogelijkheid om een aftakking via Den Haag (Jacobus als beschermheilige + gelijknamige kerk) en Haarlem (Jacobusbroederschap) naar Amsterdam te maken. In de regio Friesland is men al flink gevorderd met het onderzoek naar historische wegen en Jacobus. Ooit zal dm misschien een aaneengesloten pelgrimspad door Nederland lopen. Het regio-ledental is in één jaar met ruim dertig tot een kleine honderd mensen toegenomen. Sinds april 1994 heeft de helft van de regioleden elkaar in petit comité ontmoet. Er zullen nog drie van dit soort kleinere bijeenkomsten worden gehouden. Na de 'grote dag' in september zullen we zien of we nog met kleine bijeenkomsten doorgaan of dat één of twee bijeenkomsten per jaar voor de gehele regio voldoende zijn.
O REGIO R O E R D A M
Contactpersoon:
Mw. M. Heessen-vld Hemel, Graaf Florisstraat 69, Schiedam. M.A. Ballering, Middenmolenlaan 227, 2807 EW Gouda.
3117
PK
O REGIO MIDDEN NEDERLAND Contactpersoon: Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarsenbroek, 03465-69133
Onze regio is het jaar 1995 goed begonnen. Tijdens onze bijeenkomst op woensdag-avond 18 januari te Zeist hebben wij vier nieuwe leden kunnen verwelkomen. We begonnen de avond daarom maar ouderwets met een rondje voorstellen. Iedereen vertelde wat zijdhaar betrokkenheid is met 'onze Jacobus'. Of de weg al gegaan was of misschien nog toekomstdroom en vooral waarom. Dit alles was uiteraard aanleiding tot enerzijds veel vragen en anderzijds een feest van herkenning. Enkele zijn van plan dit jaar te gaan lopen c.q. fietsen. Op de volgende bijeenkomst eind maart zullen ongetwijfeld de uitgewerkte plannen aan de orde komen. O REGIO BREDA
Contactpersoon:
A. Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda
De huidige regio-contactpersoon, Frank Claessen, zoekt iemand in de regio die zijn taak wil overnemen. O REGIO HART VAN BRABANT
Contactpersoon:
Mw. E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, 'Leyenhorst', Gemullenhoekenweg 14C, 5062 CD Oisterwijk, 02442-16582
Vrijdag, 20 januari, waren we bijeen bij Kees en Stella van der Mijl. Ditmaal verzorgde het gastpaar een voorprogramma over de met moderne bewegwijzering opnieuw in de aandacht gebrachte middenlimburgse Sint Jacobsweg met een dia-bezoek aan het Witte kerkje in Voorstad Sint Jacob, Roermond (waar een armreliek van Jacobus wordt vereerd), gevolgd door een kijkje in en om de Sint Jacobskerk (met beeld) In het naburige Hunsel. Daar wordt jacobus ook in de aandacht gehouden als schutspatroon van de plaatselijke schutterij Sint Jacob die een afbeelding van de heilige in zijn vaandel voert en waar de drumband zowaar over een eigen Sint Jacobsmars blijkt te beschikken. Vervolgens trok men langs sporen van Jacobus in de Limousin. Het algemeen enthousiasme werd daarna door Matti Vrencken vakkundig gekanaliseerd naar 'huishoudelijke' zaken, waarvan er een aantal ter sprake zijn gebracht tijdens de vergadering van de regio-contactpersonen te Baarn op 21 januari. O REGIO 'S-HERTOGENBOSCH
Contactpersoon:
Anneke & Wim Bettonvil, Antoon der Kinderenlaan 8, 5212 AA Den Bosch. = 073-1 3521 5
De zijzaal van de Sint-Jacobskerk is haast te klein als ruim vijftig belangstellenden zich verzamelen op zondagmiddag 12 februari voor een diapresentatie van het echtpaar Van Dam. Vooraf leest Amelia Oosterveld, die vorig jaar van Empel naar Santiago liep, een stukje voor over de door haar bewandelde route door de tunnel van San Adrian en Alava. Met Hans voor en let van Dam achter de projector worden we deelgenoot van hun belevenissen tijdens hun voettocht over GR-paden van Vézelay naar Le Puy en verder over de GR-65 en de Camino francés naar Santiago. Het ploeteren door besneeuwde bossen en velden wekt aller bewondering; een bijkomende moeilijkheid is dat de GR-tekens soms zijn ondergesneeuwd, met het risico het juiste pad te verliezen, wat wel eens gebeurde. Het blijkt ook nu weer dat ontmoetingen, zowel met bewoners van het land als met andere pelgrims, vaak hoogtepunten zijn. Hans vertelt bij de dia's met veel humor en met kennis van zaken, soms ondersteund door reacties van (te) enthousiaste toehoorders op hen bekende plaatsen en gebouwen.
De uren vliegen om en een royaal applaus is, met toepasselijke wijn, de beloning voor een boeiende middag. REGIO EINDHOVEN/HELMOND Jac A van Hooren, Dardanuspad 17, 5631 KE Eindhoven, Contactpersoon 040-430776 Bart Leemrijse, Pasteurlaan 57, 5644 JB Eindhoven, P 040-119412 Vanwege de uitbreiding van onze regio tot ongeveer 90 leden nodigden we deze keer niet alleen de 'kerngroep' (degenen die te kennen hebben gegeven voor elke bijeenkomst te willen worden uitgenodigd) maar alle leden uit voor een samenzijn in de 'Jacobushoeve' te Vessem op 14 januari. Dat hebben we, en vooral broeder Fons, geweten! Vijf en veertig deelnemers zorgen er voordat onze Brabantse koffietafel niet alleen moet worden geserveerd in het 'restaurantje', maar ook in de boeken- en huiskamer. 'Nooit in paniek raken, 't komt allemaal goed', woorden van Fons. Maar dan hebben we al een programma achter de rug. Bart lost zijn schuld in met het tonen van een selektie uit zijn dia's: Burgos-Santiago. En weer vallen zijn natuuropnamen op. Minder bloemen in dit gedeelte, maar mooie landschappen en prachtige zonsopkomsten en ondergangen. Hij prijst natuurlijk ook weer plaatsen aan waar de loper goed kan eten en drinken. Er komt nogal wat negatieve reaktie bij opnamen van het geasfalteerde pad-met-boompjes en vooral bij de ontwikkelingen rond de 'Berg van Vreugde' kort voor Santiago. Na een gloedvol, humoristisch betoog van broeder Fons over ontstaan, ideële achtergronden en werkwijze van de Jacobushoeve 'In Balans' en een korte inleiding van Jac over de her en der opduikende plannen voor al of niet historische Jacobuswegen ontstaat een boeiende discussie over het laatste onderwerp. Natuurlijk zijn er aan de ene kant aanhangers van onze voorzitter (de weg naar Santiago gaat van jouw voordeur naar Compostela; niks te 'routes traditionelles'). De meesten voelen echter voor één of twee aanlooproutes vanuit Nederland. om via België één van de vier traditionele routes vanuit Frankrijk te lopen. Genoemd worden Breda (Galder) voor degenen die via Antwerpen de Jacobsweg vanuit Parijs willen nemen. En Den Bosch voor lopers die via Maastricht en Wallonië Vézelay, Le Puy of zelfs Arles als startplaats in Frankrijk willen nemen. Bij het noemen van Den Bosch komt natuurlijk het pas gepubliceerde 'Pelgrimspad' ter sprake. Er IS nogal wat kritiek. Van Den Bosch 260 km. slingerend naar Maastricht. Vroeger uitgezet als landschappelijk mooie route, waar nu het plaatje 'Pelgrimspad' wordt opgeplakt. De meeste leden voelen voor een kortere route vanuit de Sint Jacob in Den Bosch via Oirschot en Vessem, richting Valkenswaard/Achelse Kluis, waar wordt aangehaakt aan een Vlaams GRpad via Peer en Lanaken naar Maastricht en verder. Nog andere varianten komen ter sprake. Uiteindelijk wordt een werkgroep gevormd die kontakt op zal nemen met de regio Den Bosch en later eventueel met het bestuur van het genootschap. Het blijkt dat de 'kerngroep' is gegroeid.van 25 naar ruim 40 leden. Gaat dat problemen geven? 'Geen paniek' zegt broeder Fons. In memoriam - Precies een maand na onze laatste bijeenkomst ontvingen wij het trieste bericht dat onze 'oude heer Dircksens', vader van onze voorzitter, op bijna 89-jarige leeftijd was overleden. Hij was van onze nog jonge regio veruit het oudste lid en het trouwste. Altijd nadrukkelijk en enthousiast present op de Jacobushoeve, maar ook bij de vergaderingen van het genootschap, tot in Groningen toe. Enkelen zullen zich zijn lange, gedetailleerde verhalen uit zijn veel bewogen leven nog lang herinneren. Zijn plaats aan de Vessemse 'plattebuis' zal voortaan leeg blijven. De kerngroep van onze regio gedenkt hem met respect en genegenheid. Hij ruste zacht. Jac van Hooren REGIO LIMBURG Contactpersoon
B Houben, Akkerweide 110, 6431 GZ Hoensbroek,
REGIO NIJMEGEN - ARNHEM Contactpersoon: Ted van Gaalen, Krekelstraat 19, 6533 RB Nijmegen, w 080-565043 Op zaterdag 13 mei a.s. willen we een bezoek brengen aan Doesburg. Op het programma staan onder meer een stadswandeling en een bezoek aan de Martinikerk. We verzamelen tussen 12.30 en 14.00 uur in 'de Commanderije' Kerkstraat 11, achter de Martinikerk. Leden van de regio ontvangen een uitnodiging en nadere informatie. REGIO OOST NEDERLAND G. Westgeest, Ganzenmarkt 22, 7631 EN Ootmarsum, Contactpersoon: w 05419-93351 Op vrijdag 20 januari was er een Regio-bijeenkomst waarbij het programma uit meerdere onderdelen bestond. Plaats van samenkomst was het Dominicanerklooster te Zwolle. STADSWANDELING Om 16 uur was er een stadswandeling onder leiding van Jan Rademaker, zelf in Zwolle woonachtig. Er waren ca 25 deelnemers en begonnen werd met een bezoek aan de 15de eeuwse Broerenkerk, nu in gebruik als ruimte voor tentoonstellingen en dergelijke evenementen. Tussen de vele gewelfschilderingen is ook nog een glimp van St. Jacob te zien. Vervolgens ging het langs meerdere interessante bouwwerken naar de O.L.V. ten Hemelopneming met als toren de bekende peperbus. Deze kerk is nog als godshuis in gebruik en bevat o.a. een schilderij van Thomas á Kempis uit de 17de eeuw. Ondanks de slechte voorspellingen was het weer tijdens de wandeling zeer goed. De volgende dag werd Zwolle geteisterd door een zware storm die nogal wat schade toebracht. Na terugkeer in het klooster stond in de refter de koffie klaar en kon de meegebrachte boterham worden genuttigd. VESPERS Het tweede onderdeel van het programma bestond uit het bijwonen van de vespers die elke vrijdagavond om 19 uur worden gehouden. Voorganger daarbij was pater Sechtenberger (tevens gastheer voor deze avond) en de korte dienst stond geheel in het teken van de Jacobuspelgrimage. Henk Sechtenberger die in 1994 de tocht naar Santiago gelopen heeft, had zijn wandelschoenen met stok en Jacobsschelp in het midden van het koor opgesteld. AVONDBIJEENKOMST Het derde deel van het programma vond wederom plaats in de refter. Pater Henk Sechtenberger vertelde iets over de geschiedenis van het in 1899 gebouwde klooster, waarvan de restauratie, begonnen in 1992, juist deze week werd voltooid. Tot slot van de avond werd er nog gezongen onder de kundige leiding van Herman Stokmans. Van enkele bekende canons tot en met het wat moeilijker pelgrimslied Dum Paterfamilias uit de 12de eeuw. Er bleken verrassend veel goede stemmen onder de aanwezigen. Het was een zeer geslaagde bijeenkomst waarvoor onze dank nogmaals uitgaat naar Henk Sechtenberger als gastheer en aan Jan Rademaker, die deze dat op voortreffelijke wijze had georganiseerd. REGIO FRIESLAND Contactpersoon: REGIO GRONINGEN Contactpersoon:
Mw. C.!?J. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden.
Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, w 050-255144
AGENDA 8 april 13 mei 28 oktober
Voorjaarsvergadering Nederlands Genootschap van Sint Jacob te 's Hertogenbosch. St. Jans-lyceum. Regio Nijmegen - Arnhem, bezoek aan Doesburg. Najaarsvergadering Nederlands Genootschap van Sint Jacob.
ZOEKERTJES
Jan van den Heuvel (55) zoekt kameraad voor een voettocht van St Jean Pied de Port naar Santiago in meiduni 1995. Wellicht kunnen we de tocht samen voorbereiden en/of (een deel) elkaar vergezellen. Reacties: Standaardmolen 15, 3481 AE Harmelen. a 03483.3909. 0 Arthur Meijer (43, leraar handvaardigheid, gehuwd en vader van twee pubers) zoekt fietsgenoot (m) met belangstelling voor zowel oude als hedendaagse kunst/cultuur/muziek om vanaf begin juli in ca. vijf weken naar Santiago te fietsen. Terugreis per treinfietsbus. Reacties: Jelle Posthumapad 116, 1106 ZR Amsterdam. = 020.6966160.
Fjal-Raven rugzak, giro 60 liter (uitwendig frame) zoekt nieuwe oongere) eigenaar: Af te halen voor f l,-. = 02290.152 10.
Kopij voor 'de Jacobsstaf' nummer 26 bij voorkeur insturen op schijf (zie colofon) voor 27 mei 1995 naar het redactie-adres: Grote Noord 3, 1621 KD HOORN