VERGADERING DATUM AGENDAPUNT BIJLAGE
: : : :
BESTUUR 3 SEPTEMBER 2009 7 6
Inleiding Verkenning Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer in de plantaardige voedselketens In de samenleving nemen begrippen als duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen een steeds prominentere rol in. Ook voor de overheid is duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen een belangrijk issue geworden. Verduurzaming van het voedselaanbod is hierbinnen één van de speerpunten. Er worden verschillende initiatieven genomen om het beleid op dit punt nader vorm te geven. Binnen het HPA is een beschouwende notitie opgesteld waarin de belangrijke omgevingsontwikkelingen voor de plantaardige voedselketens ten aanzien van duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) uiteengezet worden. Het betreffen ontwikkelingen die zijn gesignaleerd vanuit het huidige werkveld van de verschillende HPA afdelingen (zoals EU en nationaal beleid, voedselveiligheid, arbeid en certificering). Naar aanleiding van deze ontwikkelingen is een eerste beknopte verkenning gemaakt van mogelijke bijdragen die vanuit de productschappen geleverd zouden kunnen worden aan de verduurzaming van het voedsel. Deze verkenning vindt u in de bijlage. De SER wil dit najaar met de Productschappen in overleg over hun mogelijke bijdrage aan Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het Ministerie van LNV staat voor de opgave met betrokken sectoren het voedselaanbod te verduurzamen (zie de recent verschenen LNV Nota Duurzaam Voedsel) en de retail overweegt op welke wijze zij duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen in de keten kan bevorderen. Ook voor de plantaardige sectoren liggen er uitdagingen. Met zekerheid kan gesteld worden dat er veel ontwikkelingen op de sector af zullen komen. De vraag ligt voor of de sector deze ontwikkelingen wil afwachten of actief het proces wil beïnvloeden. Enkele jaren geleden was voedselveiligheid een opkomend issue, waarbij toen gekozen is voor een actieve positie om de ontwikkelingen te leiden naar een zo gunstig mogelijke situatie voor de sector. Uiteindelijk heeft dit geleid tot sectorale voedselveiligheidssystemen die aansluiten bij de praktijk.
Covernotitie PA Duurzaamheid 3 september 2009
1
ADVIES Ter overweging leggen wij de verkenning ‘Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer’ aan u voor. Het Bestuur wordt gevraagd naar aanleiding van de verkenning haar visie te geven op onderstaande vragen. 1) Wordt de visie op de ontwikkelingen zoals verwoord in de verkenning gedeeld? 2) Is het zinvol om de ontwikkelingen ten aanzien van Duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen vanuit het Productschap te volgen, er op in te spelen en (pro)actief bij te dragen aan de verduurzaming van het voedsel?
VOORSTEL Indien beide vragen positief worden beantwoord, zal voor de volgende bestuursvergadering de Verkenning nader worden uitgewerkt in concrete activiteiten.
BIJLAGE(N)
:
1
Covernotitie PA Duurzaamheid 3 september 2009
2
Verkenning ‘Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer’ in plantaardige voedselketens
HPA
Den Haag, Augustus 2009
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding: duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer……………………………..3 2. Definities…………………………………………………………………………………………….4 3. Verwachtingen vanuit maatschappelijk perspectief…………………………………………....5 4. De rol van productschappen…………………………………………………………………….11 5. Mogelijke Bijdragen aan Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer?............12
Bijlagen: Voorbeelden van huidige activiteiten t.a.v. DMVK door productschappen HPA - Duurzaamheid en bakkerijketen: huidige inspanningen met betrokkenheid PA……..15 - Duurzaamheid en wijnketen: huidige inspanningen met betrokkenheid PW…………17 - Duurzaamheid en diervoederketen: huidige inspanningen met betrokkenheid PDV..18
2
Verkenning ‘Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer’ in plantaardige voedselketens 1. Inleiding: duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer In de samenleving lijken begrippen als duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen een steeds prominentere rol te spelen. Tot voor kort was de gedachte bij veel ondernemers dat dit weer een hype was die wel overwaait. Anno 2009 gaan echter steeds meer geluiden op dat deze hype niet overgaat en duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemen een basis gaat vormen voor goed en toekomstgericht ondernemerschap. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen worden vaak gebruikt als containerbegrippen en onder elk van deze begrippen wordt een groot aantal maatschappelijke onderwerpen geschaard. Met maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt feitelijk ook duurzaam ondernemen bedoeld (zie definities in paragraaf 2). Voor verduurzaming van voedselketens is samenwerking in de keten van belang. Van duurzamer voedsel is pas sprake als in alle schakels van de keten rekening wordt gehouden met duurzaamheidsaspecten. In deze verkenning wordt daarom de term duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer (DMVK) geïntroduceerd en gehanteerd. DMVK biedt plantaardige voedselketens kansen, maar zeker ook bedreigingen. De belangrijke hoofdthema’s van duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer zijn ecologische aspecten (w.o. klimaat, afval, water) en sociale aspecten (w.o. gezondheid, arbeid en dierenwelzijn). In deze verkenning wordt het begrip duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer nader vorm gegeven en worden de verschillende maatschappelijke verwachtingen op dit terrein geschetst. De verkenning wil antwoord geven op de volgende vraagstelling: Welke mogelijke bijdragen kunnen de HPA productschappen leveren aan het verder verduurzamen van hun voedselketens via duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer? Via de HPA productschappen worden vele activiteiten uitgevoerd die passen binnen DMVK. Op dit moment worden al deze activiteiten beleidsmatig nog niet onder deze noemer geplaatst en is er voor maatschappelijke organisaties en overheden weinig zicht op de activiteiten in de plantaardige sectoren op het gebied van DMVK. Door het verbinden van de verschillende activiteiten in de sectoren, het coördineren van activiteiten in de keten en hierover gericht communiceren kunnen de plantaardige sectoren de activiteiten zichtbaarder maken in de samenleving. Deze verkenning is een startnotitie waarin mogelijke bijdragen worden voorgesteld die de HPA productschappen zouden kunnen leveren aan het verduurzamen van hun voedselketens. De mogelijke bijdragen zijn gericht op het faciliteren van het verduurzamingsproces door het bijeen brengen van ketenpartijen, het verbinden van de door hen ontwikkelde activiteiten en waar wenselijk het coördineren van een sectorale aanpak. Het uitgangspunt is alle huidige initiatieven te verbinden en samen te werken met alle betrokken ketenpartners, maatschappelijke organisaties, collega-productschappen en met specifieke kennisorganisaties op het gebied van Duurzaamheid en MVO. In samenwerking kan worden gezocht naar co-financiering door het Ministerie van LNV, EZ of VROM voor activiteiten t.b.v. de verduurzaming van voedselketens.
3
2. Definities Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen worden vaak gebruikt als containerbegrippen. De twee begrippen worden door elkaar gebruikt en onder elk van deze begrippen wordt een groot aantal maatschappelijke onderwerpen geschaard. Met maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt feitelijk ook duurzaam ondernemen bedoeld. Om voedselketens te kunnen verduurzamen is samenwerking in de keten van belang. Verduurzaming van voedsel is alleen mogelijk als alle schakels van de keten rekening houden met bepaalde duurzaamheidsaspecten. In deze verkenning wordt daarom de term duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer (DMVK) geïntroduceerd en gehanteerd. Duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer herbergt de begrippen duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen, die hierna nader worden gedefinieerd: Over de precieze definitie van duurzaamheid is op dit moment nog geen unanieme duidelijkheid. De definitie van Brundtland 1 (United Nations) is in 2009 echter nog altijd bruikbaar: ‘duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die voorziet in de behoeften van huidige generaties, zonder afbreuk te doen aan het vermogen om in de behoeften van toekomstige generaties te voorzien’. Duurzame ontwikkeling wil ook zeggen dat er geen eindnorm is. Elke stap richting duurzaamheid is een bijdrage aan het geheel. Er wordt daarom ook niet gesproken van een duurzaam product (of productieproces), maar van een duurzamer product (of productieproces). De SER heeft in haar kabinetsadvies ‘De winst van waarden 2’ maatschappelijk verantwoord ondernemen voor ondernemers vertaald in ‘het bewust richten op waardecreatie op langere termijn in drie dimensies: niet alleen in financieel-economische grootheden, zoals winstgevendheid en beurswaarde, maar ook in ecologische en sociale zin’. Dit houdt in dat een onderneming zich laat leiden door de bedrijfsresultaten op elk van deze dimensies: profit (de voortbrenging van goederen en diensten), people (de gevolgen voor mensen, binnen en buiten de onderneming) en planet (de effecten op het natuurlijk leefmilieu). Uitgaande van bovengenoemde definities lijkt er anno 2009 overeenstemming bij betrokken stakeholders over de concrete thema’s van duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer. Als belangrijke hoofdthema’s worden veelal genoemd: klimaat, afval, water (ecologische aspecten) en gezondheid, arbeid en dierenwelzijn (sociale aspecten). Onder de hoofdthema’s zijn veel subthema’s te benoemen, die gerealiseerd moeten worden binnen de kaders van een economisch gezonde en efficiënte bedrijfsvoering. In deze verkenning wordt duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer belicht vanuit het totaal aan de te benoemen thema’s, zonder daarbij uitputtend te willen zijn. In onderstaande figuur zijn enkele voorbeelden genoemd van thema’s die kunnen vallen onder DMVK. Om in voedselketens voortgang te realiseren op de genoemde thema’s van Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer is het van belang de samenwerking in de keten te zoeken. Verduurzaming van voedsel kan alleen gerealiseerd worden binnen de kaders van een economisch gezonde bedrijfsvoering. In deze verkenning staat daarom het duurzaam ondernemen in en met de keten centraal. 1
2
United Nations World Commission on Environment and Development, 1987. SER-Adviezen m.b.t. maatschappelijk verantwoord ondernemen: - De winst van waarden, december 2000; - Duurzame globalisering: een wereld te winnen, juni 2008 en - Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, december 2008.
4
Figuur 1: Voorbeelden thema’s Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer
MILIEU
GEZONDHEID
ARBEID
DIERENWELZIJN
PROFIT
Pesticiden
Voedselveiligheid
Omstandigheden
Diergezondheid
Opbrengstverhoging
Biodiversiteit
Overgewicht
Scholing
Dierenwelzijn
Energiereductie
Waterverbruik
Gezond voedsel
Mensenrechten
Minder input
CO2-reductie
Kinderarbeid
Transportreductie
Afvalreductie
Eerlijke handel
Watermanagement
Verpakkingen Recycling
1
3. Verwachtingen vanuit maatschappelijk perspectief Vanuit het maatschappelijke veld worden steeds meer verwachtingen uitgesproken richting het bedrijfsleven ten aanzien van Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer (DMVK). Ter illustratie wordt hieronder een overzicht gegeven van belangrijke stakeholders in voedselketens en de verwachtingen die zij hebben van deze ketens ten aanzien van DMVK.
Retail
De (internationale) retail heeft in het verleden vaak een leidende rol genomen in belangrijke ontwikkelingen in voedselketens. De retail heeft grote inkoopmacht en vanuit deze functie kan zij eisen stellen aan toeleveranciers. De afgelopen 10 jaar is dit gebeurd op het gebied van kwaliteit en voedselveiligheid. Deze eisen zijn opgenomen in certificeerbare standaarden (bijvoorbeeld GlobalGap, IFS, HACCP, BRC) welke op dit moment in voedselketens een basisvoorwaarde zijn. Wie niet aan de gestelde eisen voldoet, kan niet meer meedoen. Het is daarom niet verwonderlijk dat op het gebied van duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemen ook van deze retail een leidende rol verwacht kan worden (binnen 3-5 jaar). Op dit moment komt duurzaamheid in de supermarkt vooral op productniveau tot uiting via een veelheid aan logo’s op producten. Via logo’s wordt de consument keuzevrijheid geboden. De algemene opinie is dat deze veelheid aan logo’s echter eerder verwarrend werkt voor de consument en dat het onvoldoende helder is waar al deze logo’s of keurmerken voor staan. Onderstaande figuur schetst een beeld van diverse logo’s die
5
worden gebruikt in Europese supermarkten in het kader van duurzaamheid of Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer. Figuur 2: Voorbeelden logo’s duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
3
Daarnaast werken de grote wereldwijde retailers steeds meer aan duurzaamheid en zij publiceren hierover in hun jaarverslagen. In wereldwijd CIES-verband is door de retailers recentelijk een start gemaakt met het zgn. Global Social Compliance Programme . In dit kader wordt het onderwerp duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemen nader bestudeerd en gethematiseerd. De verwachting is dat net als bij voedselveiligheid gekozen zal worden voor een gezamenlijke benadering vanuit de retailers (d.w.z. geen concurrentie op het gebied van duurzaamheid, maar een basisset aan geharmoniseerde eisen vanuit de retail aan voedselleveranciers). Hierbij kan uiteindelijk gedacht worden aan certificeerbare standaarden ten aanzien van duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemen (bijvoorbeeld een extra standaard op dit thema bij GlobalGAP of vergelijkbare standaarden). Veel retailers gebruiken de zgn. Quality Assurance piramide (zie hieronder). Tot nog toe vormt voedselveiligheid de basis van deze piramide. De verwachting van enkele grote retailers (w.o. Metro Group) is dat ook de aspecten van DMVK, w.o. zowel de ecologische als de sociale, in de toekomst onderdeel zullen vormen van het Quality Assurance beleid van de retail. Hierbij kan gedacht worden aan een integraal certificeringssysteem voor bedrijven waarin een (bovenwettelijke) set van normen, regels en afspraken met betrekking tot DMVK worden opgenomen. Te denken valt aan een modulair model waarin verplichte en vrijwillige opties worden verwerkt, en normen kunnen worden aangepast in de loop van de tijd. Deze certificering zou verduurzaming van voedsel binnen de keten kunnen versnellen en biedt bedrijven de mogelijkheid om over bereikte resultaten te kunnen communiceren.
6
Figuur 3: Duurzaamheidseisen vanuit retail via certificering?
Duurzaamheidseisen via certificering?
Ethiek Duurzaamheid Klantspecificaties Voedselveiligheid Oorsprong
Handel
Verwerking
Opslag
Consument 4
Politieke context en overheidsbeleid
Het Ministerie van LNV ontwikkelt actief overheidsbeleid om te komen tot een blijvend en toenemend hoogwaardig voedselaanbod en zij wil de consument activeren vaker te kiezen voor gezonder en duurzamer geproduceerd voedsel (verwoord in de Kabinetsnota Duurzaam Voedsel 3). Om consumenten te kunnen bewegen tot een duurzamer en gezonder consumptiepatroon zullen de vraag, het aanbod en de productie van gezonde en duurzame levensmiddelen op elkaar aan moeten sluiten. Om dit te realiseren wil het Ministerie van LNV een coördinerende rol vervullen en de samenwerking zoeken met betrokken stakeholders. Er lijkt consensus te zijn om een Platform Verduurzaming Voedsel op te richten. Dit Platform heeft als doelstelling het aanbod van duurzame producten te vergroten, verduurzaming binnen de voedselketens te versnellen en elkaar te stimuleren en inspireren bij het verduurzamen van de productie. Het Ministerie van LNV zou met het Platform voor verduurzaming van voedsel de autonome krachten in de voedselsector willen versnellen en versterken. Voorbeeld uitvoering LNV beleid: Klimaatweegschaal Voedingscentrum Het Voedingscentrum communiceert steeds actiever met de burger over de productiewijzen van het voedsel. Een voorbeeld is de campagne van ‘Een kip kan niet kiezen’. Dit in opdracht van het Ministerie van LNV. Een ander voorbeeld is de zgn. Klimaatweegschaal die is gepubliceerd op de website van het Voedingscentrum. Met behulp van de Klimaatweegschaal kunnen burgers de klimaatvriendelijkheid van voedingsmiddelen vergelijken en dit betrekken bij de te maken keuzen voor bepaald voedsel.
3
Nota Duurzaam Voedsel, Ministerie van LNV, juli 2009.
7
De Ministeries van LNV, VROM en Ontwikkelingssamenwerking hebben gezamenlijk een beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen opgesteld 4. Dit is zowel een deeluitwerking van de hierboven genoemde nota Duurzaam Voedsel als ook de uitwerking van het thema Biodiversiteit, Voedsel en Vlees uit de Kabinetsbrede aanpak duurzame ontwikkeling (KADO). De beleidsagenda richt zich op een optimale Nederlandse bijdrage aan de verduurzaming van het mondiale voedselsysteem (met een focus op het eiwitvraagstuk). Het doel voor de lange termijn van het kabinet is een dusdanige productie en consumptie van voedsel dat bijdraagt aan mondiale welvaart en voedselzekerheid en dat past binnen de draagkracht van het ecosysteem van de aarde blijft. Deze ambitie vereist niet alleen een duurzamere productie, maar naar verwachting ook een transitie (verschuiving) in de consumptie van dierlijke eiwitten naar duurzaam geproduceerde dierlijke eiwitten en naar plantaardige eiwitten. Ook in Europa (bij de Europese Commissie en bij het Europees Parlement) staat duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda. De EU streeft naar een innovatief en milieu- en diervriendelijk beleid. De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid moet ruimte bieden aan innovatief en duurzaam ondernemerschap. Ook zal dit beleid moeten leiden tot verdere ontwikkeling van kwaliteitsproducten en verduurzaming van ketens (zie het Groenboek Hoge Kwaliteit Landbouwproducten 5). Binnen het Europees Parlement gaan stemmen op voor het verplicht opnemen van een duurzaamheidslogo (zgn. Europese Ecolabel) op producten. In februari jl. is de EU Food Sustainable Consumption & Production (SCP) Round Table van start gegaan. Aan deze Round Table nemen alle Europese koepelorganisaties uit de levensmiddelenkolom en de Europese Commissie deel. De focus van deze Round Table zal in eerste instantie liggen op het ontwikkelen van een eenduidige methodiek om de ecologische voetafdruk te meten van levensmiddelen en dranken in de EU. Voor het Ministerie van EZ is Maatschappelijk verantwoord ondernemen al meerdere jaren een belangrijk thema. Sinds 2000 heeft zij in opdracht van het Kabinet de SER al meerdere malen gevraagd om adviezen over maatschappelijk ondernemerschap. Sinds het SERadvies De Winst van Waarden uit 2000 hebben zich op het terrein van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) voortdurend nieuwe ontwikkelingen en initiatieven voorgedaan. Steeds meer bedrijven zien MVO als een wezenskenmerk van het moderne ondernemen (nationaal en internationaal) en rapporteren hierover in een jaarverslag dan wel in een afzonderlijk verslag. De SER vindt verdere stimulering en facilitering van MVO op alle niveaus (sectoraal, nationaal en internationaal) geboden. In het advies Duurzame globalisering: een wereld te winnen (2008) heeft de SER de in 2000 gekozen benadering van MVO, die uitgaat van vrijwilligheid, waarbij de overheid een stimulerende en ondersteunende rol heeft, herbevestigd. Het huidige kabinet heeft, evenals voorgaande kabinetten, deze benadering onderschreven 6.
4
Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen, Ministerie van LNV, Ministerie van VROM en Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, juli 2009. 5 Groenboek over kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten: productnormen, landbouwvoorschriften en kwaliteitsregelingen, EC, 15 oktober 2008 en Mededeling van de EC over het kwaliteitsbeleid ten aanzien van landbouwproducten, 28 mei 2009. 6 Zie de nota Inspireren, innoveren, integreren; kabinetsvisie maatschappelijk verantwoord ondernemen 2008-2011 (december 2007), de kabinetsbrief d.d. 8 juli 2008 met een (eerste reactie) op het SER-advies, de brief van staatssecretaris Heemskerk aan de Tweede Kamer (november 2008) inzake MVO en Corporate Governance alsmede zijn brief aan de Tweede Kamer Kansen door ketenverantwoordelijkheid van december 2008.
8
De Raad heeft in haar advies aanbevelingen aan het bedrijfsleven gedaan om nadere invulling te geven aan de internationale aspecten van MVO en aan internationaal verantwoord ketenbeheer van bedrijven in het bijzonder. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijke verklaring van de raad met de centrale ondernemers- en werknemersorganisaties, de zgn. Verklaring Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (december 2008). Hiermee wil de Raad verslaglegging over duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer en de navolging van good practices op het gebied van MVO bevorderen. Een belangrijke uitdaging is meer zicht krijgen op de (internationale) MVO activiteiten van MKB bedrijven. Zeker voor deze bedrijven ligt het voor de hand om dit per sector te doen.
Niet Gouvernementele Organisaties (NGO’s)
De (mondiale) samenleving wordt steeds transparanter. Nieuwe communicatiemiddelen leveren een belangrijke bijdrage aan deze transparantie. Zo is de laatste jaren de druk van de NGO’s op agro- en voedselketens ten aanzien van zogenaamde consumer concerns sterk toegenomen. NGO’s dwingen meer en meer af dat consumers concerns serieus als argumenten worden meegenomen in zakelijke discussies (zie onderstaand kader). Voedselproductieketens kunnen in het kader van duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer niet meer om deze maatschappelijke organisaties heen en zullen de dialoog met hen op gang moeten brengen. Voorbeelden multi-stakeholder interesse in voedselproductieketens o o o o
acties van Milieudefensie voor duurzaam diervoeder bij Albert Heijn (soja issue); radiospots van Wakker dier over ijs met verwerkte legbatterij-eieren; persuitingen van Greenpeace en Milieudefensie t.a.v. pesticiden in wijn; Website ‘Weet wat je eet’.
In 2002 is een initiatiefwetsvoorstel voor de Wet Openbaarheid van productie en Ketens (WOK) gepubliceerd door de Consumentenbond. De WOK zou de consument in staat moeten stellen om invulling te geven aan zijn informatiewensen en verantwoordelijkheden ten aanzien van productie en consumptie van producten. De WOK zou consumenten toegang moeten bieden tot transparante informatie die consumenten nodig hebben om hun voorkeur voor een product te bepalen, uitgaande van bepaalde maatschappelijke wensen of overwegingen. Dit omdat NGO’s constateren dat de transparantie op het gebied van maatschappelijke aspecten beperkt is en op bepaalde gebieden ontbreekt. Het Ministerie van EZ heeft opdracht gegeven de haalbaarheid van de WOK te onderzoeken. Op dit moment worden mogelijke alternatieven voor invoering van de WOK bekeken.
Werknemersorganisaties (vakbonden)
Vakbonden zijn als organisaties, die de belangen van werknemers behartigen, op diverse niveaus met duurzaamheid bezig. Mensenrechten, kinderarbeid en emancipatie van werknemers zijn hierin in de afgelopen decennia sleutelbegrippen geweest. Vakbonden richten zich hierbij op relevante nationale en internationale wet- en regelgeving en andere relevante internationale normen zoals de Verklaring universele mensenrechten. In de tripartiete ILO (International Labour Organisation) verklaring in zake multinationale ondernemingen en sociaal beleid worden de volgende elementen onderscheiden die, naast wet- en regelgeving, verdragen en collectieve afspraken, in het kader van duurzaamheid aan
9
de orde zijn: mensenrechten, werkgelegenheid, training, arbeid- en leefomstandigheden en arbeidsverhoudingen. Het opkomen voor mensenrechten, het willen uitbannen van kinderarbeid, het bestrijden van armoede en vakbondsvrijheid zijn doelstellingen waarop vakbonden zelf veel activiteiten ontwikkelen, die aansluiten op de normen en waarden van de leden van de vakorganisaties. Activiteiten op het terrein van werkgelegenheid, training en arbeidsomstandigheden kunnen en worden vaak vanuit een breder perspectief opgepakt, waarin productschappen een ondersteunende rol hebben en kunnen hebben. Projecten als Stof? Pak’t Aan!, Arboconvenant grondstofallergie en activiteiten op het terrein van training en opleiding (bv. EVC; ErVaringsCertificaat) zijn hier voorbeelden van. Voorbeelden van betrokkenheid vakbonden bij duurzaamheids initiatieven
Initiatief van FNV samen met Natuur en Milieu: Green New Deal. Begin 2009 pleiten zij voor een sociale en groene investeringsagenda. Sectorale sociale partners worden in dit initiatief, dat ook duidelijk een link heeft met de huidige financiële en economische crisis, opgeroepen om arbeidsmarktanalyses te maken. Dit gericht op het krijgen van inzicht in mogelijk nieuw werk en nieuwe banen en de uitdaging werknemers zich te (laten) ontwikkelen in deze richtingen. Dit vraagt om arbeidsmarktonderzoek, aandacht voor scholing en arbeidsmarktbeleid om mensen van werk naar werk te begeleiden; Initiatief van CNV dat via de CAO meerdere initiatieven heeft gestart waarbij duurzaamheid aansluit op het behoud van werkgelegenheid. Bijvoorbeeld in de metaaltechniek, waarbij de inzet is dat duurzaamheid niet alleen gaat over de leefomgeving maar ook leidt tot behoud van werkgelegenheid en een beter imago van het werk in de sector; Voorbeeld van partijen in de cacao keten: Europees Cacao Platform nieuwe stijl. Dit initiatief richt zich op het bevorderen van sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid in de gehele productieketen van de cacao.
Internationale normeringen (ISO en GRI)
De International Organization for Standardization (ISO) heeft begin 2005 besloten een richtlijn op te stellen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, namelijk ISO 26000 Guidance on Social Responsibility. Doelstelling van deze internationale richtlijn is het ondersteunen van organisaties bij de invoering van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Ook wordt met ISO 26000 een basis gelegd voor een uniforme terminologie op het terrein van MVO. ISO 26000 is nadrukkelijk een ondersteunende richtlijn en niet een certificeerbare norm. ISO 26000 wordt geen norm voor een MVOmanagementsysteem, maar geeft adviezen hoe organisaties MVO-aspecten kunnen koppelen aan al bestaande systemen in de organisatie. Het Global Reporting Initiative (GRI) heeft een set aan criteria opgesteld op basis waarvan organisaties kunnen rapporteren over duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemen. GRI is een internationaal initiatief onder de vlag van de United Nations en het secretariaat is gevestigd in Amsterdam. De GRI-richtlijnen zijn beschikbaar voor alle organisaties, van klein tot groot, alle type organisaties, sectoren of landen en de richtlijnen worden reeds gebruikt door duizenden organisaties wereldwijd als basis voor verslaglegging over duurzaamheid. Voorbeelden van organisaties met een jaarverslag conform GRI-richtlijnen zijn Ahold, Super de Boer en Nutreco. De GRI-richtlijnen zijn ook bruikbaar om voor voedselketens duurzaamheidsverslagen op te stellen. Een voorbeeld hiervan is een duurzaamheidsverslag van de Chileense wijnsector.
10
4. De rol van productschappen Via de HPA productschappen worden vele activiteiten uitgevoerd die passen binnen duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer (zie Bijlage 1). Op dit moment worden al deze activiteiten niet beleidsmatig onder deze noemer geplaatst en is er voor maatschappelijke organisaties en overheden weinig zicht op de activiteiten in de plantaardige sectoren op het gebied van DMVK. Daarom is het van belang om als productschappen deze activiteiten zichtbaarder te maken in de samenleving. Dit is mogelijk als productschappen de activiteiten in de sectoren met elkaar verbinden in de keten, coördineren in de keten en hierover breder weten te communiceren. De volgende overwegingen motiveren een taak voor de productschappen in Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer:
De Wet op de Bedrijfsorganisatie omschrijft (artikel 71) de taak van de product- en bedrijfsschappen als ‘het bevorderen van het algemeen belang van de bedrijfsuitoefening van de ondernemingen waarvoor zij zijn ingesteld, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen’. Deze taakomschrijving geeft aan dat van productschappen een belangrijke bijdrage aan het vormgeven van maatschappelijk ondernemen mag worden verwacht;
Een pro-actieve bijdrage van de productschappen op het gebied van Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer zal een positieve uitstraling hebben op de voedselketens en maatschappelijk gezien imagoversterkend werken;
Daarnaast kan worden gesteld dat productschappen in een uitstekende situatie verkeren om (verantwoord) ketenbeheer vorm te geven. De productschappen zijn bij uitstek ketenorganisaties waarin verschillende stakeholders zijn vertegenwoordigd. Bovendien worden op de verschillende onderdelen van DMVK al talloze initiatieven ondernomen (bijlage 1);
Vanuit de overheid wil men DMVK verbreden richting het MKB bedrijfsleven. Vanwege het publiekrechtelijke karakter kan juist een productschap in dit bedrijfsleven een aandrijffunctie vervullen in de keten voor het betrekken van uiteenlopende stakeholders (w.o. ketenpartijen, werknemers, maatschappelijke organisaties). Ketenverslaglegging kan een goed instrument zijn om DMVK in voedselketens te agenderen;
Individuele (MKB) ondernemers hebben zelf niet de tijd en de middelen om MVO ketenbeleid handen en voeten te geven en MVO verslaglegging voor hun rekening te nemen. Sectoraal optreden is efficiënt en zorgt voor minder administratieve lasten bij de individuele ondernemers. De SER heeft in haar adviezen deze specifieke rol op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer toegedicht aan de Productschappen.
11
5. Mogelijke bijdragen aan Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer De centrale vraagstelling die deze verkenning wil beantwoorden, is: Welke mogelijke bijdragen kunnen de HPA productschappen leveren aan het verder verduurzamen van hun voedselketens via duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer? DMVK kan worden gezien als een proces waarin stap voor stap vooruitgang wordt geboekt. Om de mogelijke bijdragen van de productschappen in dit verduurzamingsproces te kunnen concretiseren is een beknopte verkenning gemaakt van mogelijke activiteiten. De activiteiten worden hieronder gegroepeerd weergegeven, maar kunnen deels parallel aan elkaar worden uitgevoerd. De mogelijke bijdragen zijn gericht op het faciliteren van het verduurzamingsproces door het bijeen brengen van ketenpartijen, het verbinden van de door hen ontwikkelde activiteiten en waar wenselijk het coördineren van een sectorale aanpak. Het uitgangspunt is alle huidige initiatieven te benutten en samen te werken met alle betrokken ketenpartners, maatschappelijke organisaties, collega-productschappen en met specifieke kennisorganisaties op het gebied van Duurzaamheid en MVO. In samenwerking kan worden gezocht naar co-financiering door het Ministerie van LNV, EZ of VROM voor activiteiten t.b.v. de verduurzaming van voedselketens.
1a) Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (bestuurlijk) agenderen Om de bijdrage aan duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer in plantaardige agro- en voedselketens te kunnen vergroten en inzichtelijk te maken is het van belang het onderwerp in de verschillende ketens te agenderen en vervolgens thema’s te prioriteren.
Ronde tafelconferenties met plantaardige ketens en maatschappelijk veld; o Doel: inventariseren van specifieke thema’s van duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer en benoemen van speerpunten voor ketens. Ambitieniveau voor plantaardige ketens definiëren periode 2010-2015; o Doel: strategische toekomstvisie opstellen en ambitieniveau voor individuele ketens definiëren voor de middellange en lange termijn. Hierbij is het van belang in het ambinitieniveau meetbare resultaten vast te stellen. Duurzaam managen; o Doel: vanuit de productschappen een eigen duurzaamheidsbeleid opstellen, waarvan duurzaam inkopen één van de pijlers kan vormen. Het is van belang dat het productschap zelf een voorbeeldfunctie inneemt en in haar organisatie duurzaamheidsaspecten doorvoert. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld hierover een duurzaamheidsverslag bij het jaarverslag van het productschap te voegen. …………………………
1b) Participatie in beleidsontwikkeling en beleidsdialoog Op basis van de uitkomsten van de ronde tafelconferenties en het vastgestelde ambitieniveau kan vanuit de productschappen worden deelgenomen aan stakeholderoverleggen over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het is van belang dat voedselketens pro-actief de beleidsvisie en stakeholderiniatieven uit dragen in alle relevante gremia en overleggen. Immers: wanneer je actief acteert op een thema, kun je
12
ook meepraten en invloed uitoefenen waar nodig. Op dit moment lenen de volgende concrete initiatieven zich voor het pro-actief inbrengen van de sectorbelangen op het gebied van duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer.
Anticiperen op doelstellingen (op te richten) Platform Verduurzaming Voedsel LNV; o Doel: Actieve inbreng van de activiteiten en projecten in plantaardige ketens t.a.v. verduurzaming van voedselketens. De gekozen ambitiestelling kan hier worden ingebracht en in samenwerking met stakeholders kan de vooruitgang worden besproken en gevolgd. Informatievoorziening m.b.t. EU en NL wetgevingstrajecten duurzaamheid; o Doel: Het pro-actief volgen van wetgevingstrajcten op nationaal en EU niveau om vervolgens de sectoren hierover te kunnen informeren zodat zij hierop kunnen anticiperen en indien gewenst hierop actie kunnen ondernemen richting overheid en politiek. Issuemanagement voor certificering DMVK (i.o.m. retail, GlobalGAP, etc.); o Doel: De internationale retail zal de komende periode certificeringsstandaarden voor duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemen opstellen. Het is van belang dat de praktijkvisie vanuit de ketens wordt ingebracht in deze standaarden, die straks als eis neergelegd zullen worden bij individuele ondernemers. Om gehoord te worden door de retail is het goed dat de inbreng vanuit de verschillende schakels in de keten gecoördineerd ingebracht kan worden. …………………………
2) Bewustwording creëren DMVK in plantaardige voedselketens Om Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer te verbreden onder (MKB-) ondernemers in voedselketens is het creëren van bewustwording gewenst. Om bewustwording te creëren zijn verschillende activiteiten mogelijk:
Reis door de ‘duurzame plantaardige keten’ met het gehele maatschappelijke veld; o Doel: Laten zien aan politiek (EP-leden, TK-leden), overheid en maatschappelijke organisaties wat de stand van zaken is in plantaardige ketens en welke activiteiten worden ondernomen op het gebied van DMVK. Voorlichting over producten van DMVK aan consumenten en andere stakeholders; o Doel: via de gangbare communicatiekanalen van de productschappen of de voorlichtingsorganisaties stakeholders en consumenten informeren over productiewijzen en duurzaamheidsaspecten van producten. Scholing van werknemers inzake duurzaam maatschappelijk verantwoord ketenbeheer; o Doel: realiseren dat werknemers weten wat hun bijdrage is aan duurzaam produceren en hier ook naar kunnen handelen. Bijvoorbeeld met betrekking tot energieverbruik (70% van ons energiegebruik komt voor rekening van de bedrijven). De grootste energiebesparing kan dus op de werkvloer worden gerealiseerd. Driekwart van de werknemers vindt dat hun bedrijf meer aandacht aan milieu moet besteden en een meerderheid ziet daar ook mogelijkheden voor in het eigen bedrijf. FNV Bondgenoten is onlangs gestart met een pilot om groepen werknemers hierin te trainen in de pilot ‘Duurzaam Werken’. Tool ontwikkelen voor ondernemers om online een DMVK verslag op te stellen o Doel: Ondernemers inzicht geven in de eigen bijdrage aan DMVK en het vergelijken van de eigen prestaties met die van andere ondernemers in de sector (vgl. www.mvoonderglas.nl); ……………………………
13
3) Ketenverslagen Duurzaam Maatschappelijk Verantwoord Ketenbeheer Het Ministerie van EZ en de SER vragen aan middelgrote en grote ondernemingen om een maatschappelijk jaarverslag op te stellen. De SER zou de voortgang op DMVK ook graag volgen bij het MKB. Hier is nu te weinig zicht op. Voor voedselketens met veel MKBondernemers is het mogelijk een sectoraal maatschappelijk ketenverslag op te stellen. Op deze wijze wordt vooralsnog de druk om over DMVK te rapporteren niet bij de individuele ondernemers neergelegd, maar wordt dit sectoraal opgepakt. Productschappen kunnen het opstellen van sectorale maatschappelijke ketenverslagen faciliteren en coördineren.
Opstellen van (geaggregeerde) ketenverslagen voor plantaardige ketens conform SERen GRI-richtlijnen; o Doel: Zichtbaar maken wat voedselketens doen op het gebied van DMVK. Hiertoe kan per keten een tweejaarlijks ketenverslag worden gepubliceerd. Van het opstellen van deze verslagen zal ook een aandrijffunctie uitgaan richting de ondernemers in de keten (bijvoorbeeld door het opnemen van best practices in de ketenverslagen). Het is een mogelijkheid om de verslagen die worden opgesteld via de eerder genoemde DMVK ondernemerstool een aggregatie te maken op ketenniveau en deze resultaten op te nemen in het ketenverslag. Monitoren van voortgang DMVK in ketens in tussenliggende periodes. o Doel: Het volgen van de voortgang op het gebied van DMVK in voedselketens. Het vergelijken van de ketenverslagen van opvolgende periodes kan prima als basis dienen voor het monitoren van de ontwikkelingen. De voortgang kan vervolgens worden afgezet tegen het vastgestelde ambitieniveau. ……………………………
4) Duurzame ontwikkeling en innovatie bevorderen Op basis van de uitkomsten van de voorgaande activiteiten kunnen tussentijds initiatieven worden genomen om bepaalde aspecten van DMVK in ketens te verbeteren.
Opstellen van verbeteragenda en innovatieve projecten om duurzame ontwikkeling in de ketens te bevorderen. o Doel: verbeteringen realiseren en DMVK in ketens op een hoger niveau tillen. Op basis van de ketenverslagen en de monitoring kan worden vastgesteld waar de witte vlekken zitten en op welke gebieden verbetering gerealiseerd kan worden. Hiertoe kunnen concrete voorstellen worden gedaan voor verbeterprojecten.
14
Bijlage 1: Voorbeelden van huidige activiteiten t.a.v. DMVK door productschappen HPA Duurzaamheid en bakkerijketen: huidige inspanningen met betrokkenheid PA thema 7 ► plantgezondheid geleding ▼ teelt
maalindustrie
arbeid
voeding & gezondheid
Beheersing van Fusarium in granen cultuur- en gebruikswaardeonderzoek (rassenonderzoek) Actieplan aaltjesbeheersing Bodem Vitaal! effectief middelenpakket stikstofsystemen in wintertarwe Kennisakker.nl
Beheersing van Fusarium in granen Kennisakker.nl
arbo: reductie stofbelasting
arbo: reductie stofbelasting; arbo: explosieveiligheid
7
:
bakkwaliteit nieuwe tarwerassen volkorentoepassingen tarwerassen Masterplan mineralenmanagement Akkerbouw Kiemkracht Kennisakker.nl akkerbouw PR (o.a. lespakketten) bakkwaliteit nieuwe tarwerassen volkorentoepassingen tarwerassen Kiemkracht Kennisakker.nl akkerbouw PR (o.a. lespakketten) HealthGrain beheersing gevaren voedselveiligheid bakkerijingrediënten (RiskPlaza) uitwisseling specificatiegegevens voor info aan consumenten (SpecsPlaza)
voor de thema’s energie, klimaat, water en dierenwelzijn zijn geen kolommen aangemaakt. Er vinden voor de bakkerijketen geen inspanningen door PA op deze terreinen plaats
15
bakkerijgrondstoffenindustrie
arbo: reductie stofbelasting; arbo: explosieveiligheid
groothandel
arbo: tillen
bakkerij
arbo: reductie stofbelasting; arbo: explosieveiligheid arbo: tillen
detailhandel
arbo: tillen?
consumenten
16
HealthGrain beheersing gevaren voedselveiligheid bakkerijingrediënten (RiskPlaza) uitwisseling specificatiegegevens voor info aan consumenten (SpecsPlaza) beheersing gevaren voedselveiligheid bakkerijingrediënten (RiskPlaza) uitwisseling specificatiegegevens voor info aan consumenten (SpecsPlaza) beheersing gevaren voedselveiligheid bakkerijingrediënten (RiskPlaza) uitwisseling specificatiegegevens voor info aan consumenten (SpecsPlaza) informeren consumenten over voedings- en gezondheidsaspecten brood (via Voorlichtingsbureau Brood) uitwisseling specificatiegegevens voor info aan consumenten (SpecsPlaza) informeren consumenten over voedings- en gezondheidsaspecten brood (via Voorlichtingsbureau Brood) Nationaal Schoolontbijt
Duurzaamheid en wijnketen: huidige inspanningen met betrokkenheid PW thema 8 ► geleding ▼ wijnproductie groothandel/importeurs/bottelaars
voeding & gezondheid
arbeid
arbo: tillen
arbo: tillen arbo: arbocatalogus machineveiligheid
detailhandel
arbo: tillen
o o o
consumenten
8
9 10 11
Hygiënecode Nederlandse wijngaardeniers hygiënecode betrokkenheid bij verpakkingsbelasting stimulering gebruik lichtere verpakkingen cursus preventiemedewerker jaarlijks onderzoek naar pesticidenresiduen en OTA 9 participatie in SAR (stichting alcoholresearch) 10 participatie in Stiva (stichting verantwoord alcoholgebruik) participatie in BOB uitgave ‘wijn en gezondheid’ 11 uitgave ‘op duurzame gronden’ uitgave ‘sulfiet’
voor de thema’s energie, klimaat, water en dierenwelzijn zijn geen kolommen aangemaakt. Er vinden voor de wijnketen geen inspanningen door PW op deze terreinen plaats is verplicht onderzoek, wordt namens branche door PW uitgevoerd participaties in vermelde organen zijn namens de wijnbranche deze uitgaven zijn niet uitsluitend voor de geleding consumenten
17
Duurzaamheid en diervoederketen: huidige inspanningen met betrokkenheid PDV thema ► Innovatie en ontwikkeling geleding ▼ teelt
Uniformering voederwaardering
arbeid
diervoederveiligheid
klimaat/milieu
arbo: reductie stofbelasting
GMP+ diervoedersector Early Warning system DRV DOS
Carbon Foodprint
arbo: reductie stofbelasting; arbo: explosieveiligheid
+ GMP diervoedersector Early Warning system DRV DOS
Carbon Foodprint
GMP+ diervoedersector Early Warning system DRV
+ GMP diervoedersector Early Warning system DRV DOS
Waardering gras- en snijmaïskuilen Waardering gras-/klavermengsels
groothandel voedermiddelen
Waardering voedermiddelen t.b.v. actuele CVB-tabellen
producenten voedermiddelen (reststromen)
Waardering voedermiddelen t.b.v. actuele CVB-tabellen
Voederwaarderingssy stemen om aanbod en behoefte optimaal op elkaar af te stemmen Waardering voedermiddelen t.b.v. actuele CVB-tabellen
mengvoederindustrie
Diverse projecten m.b.t. de relatie voeding– gezondheid maagdarmkanaal Project voeding in relatie tot verenpikken en kannibalisme bij leghennen Onderzoeksprojecten m.b.t. voerefficiëntie (meer dierlijk product met dezelfde hoeveelheid of minder voer) Welzijnsmonitor vleeskalveren
18
arbo: reductie stofbelasting; arbo: explosieveiligheid arbo: tillen
Carbon Foodprint Koper en zink input in de veehouderij via diervoeders
veehouderij
Diverse projecten m.b.t. de relatie voeding– gezondheid maagdarmkanaal Project voeding in relatie tot verenpikken en kannibalisme bij leghennen Onderzoeksprojecten m.b.t. voerefficiëntie (meer dierlijk product met dezelfde hoeveelheid of minder voer) Welzijnsmonitor vleeskalveren
Voederwaarderingssystemen om aanbod en behoefte optimaal op elkaar af te stemmen Waardering voedermiddelen t.b.v. actuele CVB-tabellen
19
consumentenwebsite PDV DRV DOS
Carbon Footprint Kopen en zink input in de veehouderij via diervoeders