Inleiding
Basisvragen: -Wat eet en drink ik? -Hoe en wanneer eet ik? -Wat eten en drinken andere mensen? -Welk voedsel heb ik nodig? -Hoe kies ik mijn voedsel? -Waar komt mijn voedsel vandaan? -Hoe maak ik mijn eigen voedsel?
Kennis en inzichten Vaardigheden Attitudes
Einddoelstellingen: -Jongeren kunnen de voordelen van evenwichtig eten opnoemen. -Jongeren kunnen de 9 groepen in de actieve voedingsdriehoek en de aanbeveling voor hun leeftijd opnoemen. -Jongeren leggen de link met beweging en energiebalans. -Jongeren kunnen per groep van de actieve voedingsdriehoek een variatie aan voorkeur voedingsmiddelen opnoemen. Zij kunnen aangeven waarom deze voedingsmiddelen de voorkeur hebben. -Jongeren kunnen uitleggen waarom je bepaalde producten elke dag moet eten bv. groenten, fruit en water. -Jongeren kunnen een verschil maken tussen dranken die we elke dag voldoende moeten drinken en andere dranken. -Jongeren hebben basiskennis over het begrip voedingswaarde. -Jongeren weten welke productgroepen welke voornaamste voedingsstoffen aanbrengen en wat de bijdrage hieraan is voor de gezondheid. -Jongeren weten wat een goede eetstructuur is en waarom je een ontbijt niet overslaat. -Jongeren kunnen de voedingsmiddelen opnoemen die je best niet elke dag en met mate eet of drinkt. -Jongeren kunnen de signalen van honger en zin in eten of drinken beschrijven. Weet en eet gezond
1
-Jongeren kunnen beschrijven hoe je voeding hygiënisch moet bewaren en kennen de basishygiëne regels voor zichzelf bij de bereiding van voedsel. -Jongeren kunnen uitleggen hoe je bedorven voedsel kan herkennen. -Jongeren kunnen een gezonde menu voor één dag opstellen. -Jongeren kunnen hun eigen eetgewoonten beschrijven, kennen hun eigen voedingsgedrag. -Jongeren kunnen hun eigen eetgedrag vergelijken met de aanbevelingen (voor hun leeftijd) en dit kritisch bekijken voor zichzelf. -Jongeren kunnen beschrijven welke factoren hun eigen eetgewoonten beïnvloeden. -Jongeren kunnen beschrijven hoe reclame, TV en media de voedingskeuze beïnvloed. -Jongeren kunnen aangeven om welke redenen zij bepaalde producten de voorkeur geven. -Jongeren kunnen bij een eetgelegenheid een specifieke voedingskeuze maken of hier rond hun vraag stellen bv. op een receptie waar geen water is een glas water vragen, als je iets niet mag of wil eten dit bij de bestelling navragen, enz. -Jongeren kennen de afkomst van de voornaamste basisproducten in onze voeding (water, brood, aardappelen, groenten fruit, melk, kaas, eieren, vlees, vis, peulvruchten, smeervet, bereidingsvet).
Weet en eet gezond
2
Ontwikkelingsdoelen OV2
1. Wonen 1.1 Persoonlijke dagelijkse leven 1.1.1 Lichamelijke aspecten De jongere 1. geeft honger en dorst aan. 2. neemt verschillende vormen van voeding op. 3. neemt gezonde en evenwichtige voeding op. 8. beweegt gezond en evenwichtig. 1.1.2 Mentale aspecten De jongere 10. gaat op een gepaste wijze om met genots- en geneesmiddelen. 16. stelt zichzelf realistische doelen en stuurt ze indien nodig bij. 1.1.3 Sociale aspecten De jongere 32. gaat om met kritiek. 33. stelt bij eten of drinken sociaal aanvaardbaar gedrag. 1.2 Huishoudelijke dagelijkse leven De jongere 43. bereidt een maaltijd. 46. doet boodschappen. 1.3 Maatschappelijk dagelijkse leven De jongere 57. participeert aan groepsactiviteiten. 58. engageert zich in groepsactiviteiten. 59. formuleert een mening over maatschappelijke vraagstukken met respect voor waarden en normen. 4. Overkoepelende ontwikkelingsdoelen 4.1 Ondersteuning De jongere 134. communiceert persoonlijke voorkeuren. 4.2 Zelfsturing De jongere 136. maakt realistische keuzes. 137. neemt initiatief. 138. organiseert zijn activiteiten. 139. staat open voor nieuwe ervaringen. 143. lost problemen op. 4.3 Veiligheid en mobiliteit De jongere 144. signaleert gevaar. 146. houdt zich aan veiligheidsvoorschriften. 4.4 Numerieke ontwikkeling De jongere 152. plant zijn dag-, week-, maand- en jaarritme. 153. voert taken uit waarvoor rekenkundige vaardigheden nodig zijn. 154. voert taken uit waarvoor ruimtelijke richtingsbegrippen nodig zijn. 155. gebruikt numerieke informatie.
Weet en eet gezond
3
4.5 Talige ontwikkeling De jongere 156. voert taken uit waarvoor talige vaardigheden nodig zijn. 157. gebruikt het meest geschikte communicatiemiddel. 158. gebruikt de meest geschikte communicatievorm. 159. gebruikt talige informatie.
Weet en eet gezond
4
Ontwikkelingsdoelen OV3
1. Burgerzin 1.1 De eigen leefkring De leerling 6. is gepast solidair met de groep. 8. gaat op een verdraagzame manier om met verschillen in sekse, huidskleur, etniciteit, geaardheid, overtuiging en levensbeschouwing. 9. heeft begrip voor verschillende gezinsvormen en gezinsculturen. 1.2. Media De leerling 11. kent verschillende vormen en maatschappelijke contexten van media. 12. illustreert de invloed van de media op zijn eigen denken en handelen. 14. kan een kritische houding aannemen ten aanzien van allerlei vormen van berichtgeving. 1.5 Actief burgerschap en besluitvorming De leerling 36. benoemt meerderheid- en minderheidsstandpunten. 2. Rekenvaardigheden 2.1. Getallen Deze kunnen vrijwel allemaal aan bod komen bij oefeningen met voeding. Bijvoorbeeld met tellen, wegen, meten, menu's aanpassen, prijs berekenen, kortingen berekenen,… De leerling 51. heeft besef van de dagindeling. 54. leest, interpreteert en past tijdsschema's toe. 3. Taalvaardigheid De leerling 22. onderscheidt feiten en meningen. 22. verwerkt voor hem bedoelde informatie. 32. is bereid zijn gedrag aan te passen naar aanleiding van een boodschap of instructie. 37. geeft de dingen een juiste naam. 44. beschrijft voorwerpen, personen, situaties, gebeurtenissen zodat ze begrepen en herkend kunnen worden. 49. verwoordt een gedachtegang logisch. 51. reageert kritisch op een sociaal aanvaardbare wijze. 52. argumenteert. 53. neemt deel aan een dialoog, een gesprek. 57. uit zijn meningen en argumenteert gepast. 64. is bereid constructief aan een gesprek deel te nemen. 65. is bereid respect te tonen voor de gesprekspartner 66. durft voor de eigen mening op te komen. 70. achterhaalt informatie in voor hem bestemde tekstsoorten. 91. kan een korte mededeling formuleren. 92. vult een voor hem bestemd formulier in. 93. beantwoordt een voor hem bestemde vragenlijst. Weet en eet gezond
5
94. schrijft leesbaar. 95. past de grootte van zijn handschrift aan de beschikbare ruimte aan. 4. Gezondheidseducatie De leerling 5. hanteert de richtlijnen voor aankoop en bewaring van voedingsmiddelen en de hygiënische bereiding van maaltijden. 7. is bereid zich te houden aan hygiëneregels. 8. stelt aan de hand van een model een evenwichtige maaltijd samen. 9. kan voedsel op een veilige manier bewaren en houdt rekening met de versheid van producten. 10. ziet in hoe het voedingsgedrag beïnvloed wordt door reclame en sociale omgeving. 11. weet dat goede voedingsgewoonten de gezondheid bevorderen. 12. kent de risicofactoren voor eetstoornissen en de gevolgen ervan. 13. neemt een kritische houding aan ten aanzien van zijn eigen voedingspatroon. 14. weet dat het misbruik van genot- en geneesmiddelen gevolgen heeft voor de eigen gezondheid, de gezondheid van anderen, de sport- en leerprestaties en de sociale relaties. 15. reageert assertief in verschillende aanbodsituaties. 18. identificeert veilige en onveilige situaties in zijn leefomgeving. 19. bedenkt maatregelen voor risicovermindering ter bevordering van de veiligheid in zijn leefomgeving. 20. kiest voor veilig gedrag en heeft aandacht voor de veiligheid van anderen. 21. houdt rekening met de informatie op verpakkingen. 36. ziet het belang in van een evenwichtige tijdsbesteding van werk, rust, ontspanning, beweging en de invloed ervan op de lichaamsconditie. 37. is zich bewust van het feit dat fitheid en een fysiek actieve levensstijl de kwaliteit van het leven zowel kwantitatief als kwalitatief verbeteren. 5. Leren Leren De leerling 1. schenkt doelgericht aandacht. 2. houdt zijn aandacht gericht tot wanneer de taak afgewerkt is. 5. exploreert actief en doelgericht en gebruikt hierbij verschillende zintuiglijke kanalen. 11. reflecteert voor, tijdens en na het handelen en neemt hiervoor voldoende bedenktijd. 13. komt tot zelfontdekkend leren. 15. komt tot inzichtelijk leren en denken. 16. is gericht op het juist begrijpen en gebruiken van informatie. 7. Milieu-educatie De leerling 5. gaat respectvol en zorgzaam om met planten en dieren. 6. geeft voorbeelden van tegenstrijdige belangen in verband met natuurbehoud. 12. kan afval sorteren
Weet en eet gezond
6
1. Wat eet en drink ik? Hoe en wanneer eet ik?
vzw
vzw
Weet en eet gezond
7
Gezond, de klok rond
Eet 3 maaltijden per dag: - ontbijt - middagmaal - avondmaal
3 tussendoortjes per dag mag Kies voor gezonde tussendoortjes zoals fruit, yoghurt of een droge koek.
Weet en eet gezond
8
Regelmaat kan geen kwaad Regelmatig eten is belangrijk. Maar wat betekent dat?
Regelmatig eten gaat over:
Wanneer? Waar? Hoe?
Wanneer?
Je eet best 3 maaltijden per dag op vaste momenten.
Waar?
Kies liefst een vaste plaats. Als je bij de tv of de computer eet, eet je vaak veel meer zonder dat je het merkt.
Hoe?
Eten is geen snelheidswedstrijd. Neem de tijd voor een maaltijd, eet rustig. Zo voel je beter wanneer je genoeg gegeten hebt. Als je goed kauwt, heeft je maag minder werk.
Weet en eet gezond
9
Regelmatig eten. Zijn dit goede gewoonten of niet? Waarom?
Weet en eet gezond
10
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn ontbijt. Omcirkel wat jij 's ochtends wel eens eet.
Of nog iets anders: ………………………………………………………………………………………………. Weet en eet gezond
11
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn ontbijt. Wat doe je 's ochtends wel eens op jouw boterham?
Of nog iets anders: ………………………………………………………………………………………………. Weet en eet gezond
12
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn ontbijt. Omcirkel wat jij 's ochtends wel eens drinkt.
Of nog iets anders: ……………………………………………………………………………………………….
Weet en eet gezond
13
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn ontbijt. Denk even na over het ontbijt vanochtend. Vul dan in.
Dit heb ik vandaag gegeten:
Dit heb ik vandaag gedronken:
Is alles wat je gegeten of gedronken hebt gezond? Trek een cirkel rond de producten die volgens jou gezond zijn.
Hoe, waar en wanneer. Ik eet elke dag ontbijt. ja / nee Ik eet rustig / gewoon / snel. Om te ontbijten zit / sta / loop / lig ik. Ik eet aan tafel / in de zetel / op straat / in de auto / in de bus / op de trein.
's Ochtends eet ik meestal om ___________________________
Weet en eet gezond
14
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn lunch. Denk even na over je lunch. Vul dan in.
Dit eet ik vandaag als lunch:
Dit drink ik vandaag bij de lunch:
Is alles wat je eet of drinkt gezond? Trek een cirkel rond de producten die volgens jou gezond zijn.
Hoe, waar en wanneer. Ik eet elke middag. ja / nee Ik eet rustig / gewoon / snel. Om 's middags te eten zit / sta / loop / lig ik. Ik eet in de klas / in de eetzaal / op de speelplaats / op straat / thuis.
's Middags eet ik meestal om ___________________________
Weet en eet gezond
15
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn avondeten. Wat heb je gisterenavond gegeten? Denk er even over na en vul dan in.
Dit at ik gisterenavond:
Dit dronk ik gisterenavond:
Is alles wat je gegeten of gedronken hebt gezond? Trek een cirkel rond de producten die volgens jou gezond zijn.
Hoe, waar en wanneer. Ik eet elke dag avond. Ja / nee Ik eet rustig / gewoon / snel. Om 's avonds te eten zit / sta / loop / lig ik. Ik eet aan tafel / in de zetel / op straat / in de auto / in de bus / op de trein.
's Avonds eet ik meestal om ___________________________
Weet en eet gezond
16
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn tussendoortjes.
Dit eet ik vaak tussendoor:
Dit drink ik vaak tussendoor:
Is alles wat je gegeten of gedronken hebt gezond? Trek een cirkel rond de producten die volgens jou gezond zijn.
Hoe, waar en wanneer. Ik eet het meeste tussendoortjes:
in de voormiddag
in de namiddag
's avonds
Een tussendoortje eet ik meestal als ik zit / sta / loop / lig. Mijn favoriete plek voor tussendoortjes is aan tafel / in de zetel/ op straat / in de auto / in de bus / op de trein. Weet en eet gezond
17
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn warme maaltijd. Teken op dit bord hoe een warme maaltijd er voor jou uitziet.
Weet en eet gezond
18
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn warme maaltijd. Zoek in reclamefolders foto's van producten die jij wel eens eet bij een warme maaltijd. Knip ze uit en kleef ze op dit bord.
Weet en eet gezond
19
2. Wat eten en drinken andere mensen? vzw
vzw
Weet en eet gezond
20
Kijk in je eigen bord… en voor een keer in dat van andere mensen. Niet iedereen eet hetzelfde. We hebben allemaal onze eigen eetgewoonten.
Elk land heeft zijn eigen keuken. Er is een andere temperatuur en andere grond. Daardoor groeien er andere planten en leven er andere dieren.
In Spanje eet men paëlla.
Uit Italië kennen we de pizza en pasta.
Bij China denken we aan rijst. Maar ook als je uit dezelfde buurt komt, eet je toch andere dingen. In elk huis wordt anders gekookt en gegeten.
Eet jij precies hetzelfde als de rest van je familie? Weet en eet gezond
21
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het ontbijt bij mij thuis/in de leefgroep. Omcirkel wat je ouders/opvoeders 's ochtends eten.
Of nog iets anders: ………………………………………………………………………………………………. Weet en eet gezond
22
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het ontbijt bij mij thuis/in de leefgroep. Wat doen je ouders/opvoeders 's ochtends op de boterham?
Of nog iets anders: ………………………………………………………………………………………………. Weet en eet gezond
23
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het ontbijt bij mij thuis/in de leefgroep. Omcirkel wat je ouders/opvoeders 's ochtends drinken.
Of nog iets anders: ……………………………………………………………………………………………….
Weet en eet gezond
24
Naam:___________________________________
Datum:____________
Klas-enquête: Onze top 3 voor het ontbijt
Graanproducten 1. 2. 3.
Beleg 1. 2. 3.
Drank 1. 2. 3.
Weet en eet gezond
25
suggesties
* Straat-enquête: 1. Voorbereiding: -Waarover willen we iets te weten komen? -Welke vragen moet we dan stellen? -Hoe pakken we het aan: Waar? Wanneer? Wat zeggen we vooraf tegen de mensen? Wie noteert de antwoorden? 2. De straat op. 3. Verwerken van de antwoorden: Wat hebben we ontdekt? * Op het menu. -Laat de leerlingen menukaarten bedenken voor restaurants uit verschillende landen. -Bedenk zelf enkele menu's en laat de leerlingen raden van welk land het menu afkomstig is. *Zelfde land, ander eten. Kringgesprek over verschillende eetgewoonten: oud/jong, man/vrouw, sportman/bediende,…
Weet en eet gezond
26
3. Welke voeding heb ik nodig?
vzw
vzw
Weet en eet gezond
27
Ik eet, jij eet, wij eten… Waarom eten wij?
Om in leven te blijven! Als we niet eten, gaan we dood.
Je lichaam is een grote machine en die moet dag en nacht goed blijven werken. Je haar en je nagels groeien.
Je denkt, voelt, kijkt, lacht,…
Je eten wordt verteerd. Je hart klopt. Je beweegt: lopen, fietsen, dansen, zwemmen,…
Wondjes genezen.
Je lichaam groeit.
Om dat allemaal te doen, heeft ons lichaam voedsel nodig. Een auto heeft benzine nodig om te rijden. Wij halen onze energie uit ons voedsel.
Weet en eet gezond
28
B…B…B In voedsel zitten heel kleine stofjes: voedingsstoffen. Ze zorgen ervoor dat ons lichaam gezond blijft. Er zijn 3 soorten voedingsstoffen:
Brandstoffen: Je hebt brandstoffen nodig om te kunnen werken, leren, sporten en spelen. Je vindt ze in brood, aardappelen, rijst, pasta,… Je vindt ze ook in producten rijk aan suiker en vetten, maar daarvan eet je best niet te veel.
Bouwstoffen: Deze zorgen ervoor dat je lichaam kan groeien. Je hebt ze ook nodig om te genezen als je ziek bent of een wondje hebt. Je vindt ze in vlees, vis, kaas, melk. En ook in rijst, aardappelen en brood.
Beschermende stoffen: Deze stoffen zorgen ervoor dat je gezond blijft. Ze hebben allemaal een andere taak. Sommige zorgen voor de botten, andere voor je hart, sommige voor je darmen,… Het zijn vitaminen, mineralen en vezels. Je vindt ze vooral in fruit, groenten, volkoren producten en melk.
Als je gezond eet, krijgt je lichaam voldoende brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen om goed te blijven werken.
Weet en eet gezond
29
De actieve voedingsdriehoek
De actieve voedingsdriehoek toont: -wat je dagelijks zou moeten eten -hoeveel je best beweegt
* eet meer uit grote groepen en minder uit de kleine * eet uit een groep niet steeds hetzelfde, wissel af *per groep kijk je naar de hoeveelheden die je best eet
Weet en eet gezond
30
Weet en eet gezond
31
1. lichaamsbeweging
Onderaan de actieve voedingsdriehoek staan bewegende mannetjes. Ze wandelen, lopen een trap op, zwemmen, fietsen, dansen en spelen voetbal. Maar er zijn natuurlijk nog heel wat manieren om te bewegen. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van de lift. Ga vaker met de fiets of te voet. Doe zo weinig mogelijk activiteiten waarbij je lang zit zoals tv-kijken en computeren. Gezond leven = letten op wat je eet, maar ook genoeg bewegen per dag.
Wat is genoeg? Kinderen en jongeren: minstens 60 minuten Volwassenen: minstens 30 minuten
Weet en eet gezond
32
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welke sport is het?
--------------------------------
-----------------------------------
----------------------------
--------------------------------
-----------------------------------
----------------------------
------------------------------------Weet en eet gezond
-----------------------------------
-------------------------33
Naam:___________________________________
Datum:____________
Voor welke sport heb je dit nodig?
--------------------------------
-----------------------------------
----------------------------
--------------------------------
-----------------------------------
----------------------------
-------------------------------------
Weet en eet gezond
-----------------------------------
--------------------------
34
Naam:___________________________________
Datum:____________
Ik? Sportief? Schrijf gedurende een week op hoeveel je beweegt. Wat?
Hoe lang?
Dag 1: ______________________________
_______________________
______________________________
_______________________
______________________________
_______________________
______________________________
_______________________
______________________________
_______________________
______________________________
_______________________
______________________________
_______________________
Dag 2:
Dag 3:
Dag 4:
Dag 5:
Dag 6:
Dag 7:
of
Weet en eet gezond
35
Suggesties
*Mimespeler: Maak kaartjes met daarop telkens de naam van een sport. De leerlingen trekken een kaartje en komen de sport vooraan uitbeelden. De andere leerlingen moeten raden over welke sport het gaat. *Spiegelen: Een leerling komt vooraan in de klas staan. Hij mag verschillende sporten na elkaar uitbeelden of gekke bewegingen maken. De andere leerlingen proberen zo snel mogelijk na te doen wat de leerling vooraan doet. *Standbeeld: De leerlingen stappen rond in de klas. Zodra de leerkracht een sport roept, gaat iedereen in een houding staan die bij die sport past. Ze moeten stil blijven staan tot de leerkracht het signaal geeft dat er opnieuw gestapt mag worden. *Hoffelijk: Iedereen legt een papier of een boek op zijn hoofd en wandelt rond in de klas. Als het papier op de grond valt, mag de leerling het niet zelf terug oprapen, maar moet iemand anders dit voor hem doen zonder zijn eigen blad of boek te laten vallen. *Sportieve ketting: Knip de kaartjes op de volgende pagina uit. Geef een kaartje aan een leerling. Zodra de opdracht goed is uitgevoerd, krijgt die leerling de volgende kaart van de stapel en mag hij die aan een andere leerling geven, met sportieve groeten. *Laat gedurende enkele dagen een computer- en tv-dagboek bijhouden. Hoeveel tijd wordt er op die manier doorgebracht? Laat deze gegevens vergelijken met de tijd die al sportend doorgebracht wordt.
Weet en eet gezond
36
Loop een rondje rond de klas.
Buig 10 keer door je benen.
5 keer pompen
Spring 10 keer ter plaatse zo hoog je kan.
Loop een rondje rond de klas in ganzenpas. 10 keer Doe dit 10 keer na elkaar.
Loop een rondje rond de klas op je tenen.
Loop een rondje rond de klas op je hielen.
Stap in slow motion (zo traag je kan) van je stoel naar het bord en terug.
Doe 20 stappen ter plaatse en trek daarbij je knieën zo hoog mogelijk op.
Doe 20 stappen ter plaatse en probeer telkens met je hielen je billen te raken.
Strek je armen zijwaarts. Draai nu 20 keer grote cirkels met je armen.
Weet en eet gezond
37
Weet en eet gezond
38
Naam:___________________________________
Datum:____________
Beweging Zoek de volgende woorden: SCHAATSEN TRAPLOPEN ATLETIEK VOETBAL ZWEMMEN FITNESS BASKET TENNIS SKIEN LOPEN
I F I E T S E N N P U M
Weet en eet gezond
L S D S K I E N B C T W
Q P O O Q H V W A B R B
U O F T E N N I S W A L
D A I S K I H Q K A P O
A T T Z W E M M E N L P
N L N T D J T N T D O E
WANDELEN FIETSEN TURNEN DANSEN JUDO
S E E J U D O O C E P N
E T S V O E T B A L E T
N I S C H A A T S E N K
J E L T U R N E N N I B
S K E A U F C P S T C R
39
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Beweging Zoek 15 namen van sporten. De letters die overblijven vormen een mop.
W E N A H G A E B E E L
A J K A E E L V A K D E
B E A L B G O V D A N W
A A N E T E P E M R A I
L L N E E V E R I A T E
L S J N N E N S N T E L
E J U H N S L P T E V R
T E D A I N K R O R O E
H O O G S P R I N G E N
T Z W E M M E N E S T N
D E I N T ? J G N N B E
S C H A A T S E N G A N
O E B D T U R N E N L N
H A N D B A L I G O L !
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
40
2. Water
In deze groep gaat het over drinken. Je moet elke dag voldoende water drinken. Liefst 1,5 liter water, dat zijn ongeveer 7 glazen. Je lichaam bestaat voor een groot deel uit vocht. Waarom heeft je lichaam water nodig? om voedingsstoffen op de juiste plaats in je lichaam te brengen om afvalstoffen uit je lichaam weg te voeren om je lichaamstemperatuur te regelen Maar je verliest de hele dag vocht:
door naar de wc te gaan
door te zweten
zelfs door te ademen
Dat vocht moet opnieuw aangevuld worden. Anders droog je uit.
Je vult het vocht vooral aan door te drinken, liefst water. Opgelet: frisdranken horen niet bij deze groep. Er zit veel suiker in. Koffie en thee horen wel bij deze groep. Doe er liefst geen suiker bij. Weet en eet gezond
41
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doe de watertest. Teken een cirkel rond het aantal glazen water dat je drinkt. Doe dit gedurende een hele dag.
Hoeveel glazen water heb je aangeduid: Minder dan 3: Je lichaam heeft water nodig, dus dit is niet zo goed 3 of 4 glazen: Een goed begin. 5 of 6 glazen: Je bent er bijna! 7glazen of meer : Goed zo!
Weet en eet gezond
42
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk dranken horen bij de groep Water?
Weet en eet gezond
43
Naam:___________________________________
Datum:____________
Water Zoek alleen de woorden die NIET bij de groep water horen: ENERGIEDRANK DRINKYOGHURT CHOCOMELK LIMONADE FRUITSAP THEE KOFFIE WHISKY SMOOTHIE PORTO COLA MELK SPUITWATER SOEP BIER
K D H R F D H H X G A J
Weet en eet gezond
C R X C H O C O M E L K
L I M O N A D E F U S C
E N E R G I E D R A N K
I K S O E M T W U Q J G
X Y M C L L K P I Q D E
B O R A J P O R T O V U
I G I V M X V E S M U B
E H G R C O L A A J R S
R U F O U D P J P L N O
P R D S M O O T H I E E
B T Q M W H I S K Y R P
44
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Water Zoek 15 namen van dranken die niet in de groep water horen. De letters die overblijven vormen een mop.
H S E N R E D B U L L
D I E M F R I S T I E
R N T O F S U N E C E
I A Q U A R I U S O R
N A J N N T R I C L D
K S E S T Z G C H A I
Y A M T A I A H O P C
O P D E K T A A C P H
G P S E L ? T M O E T
H E A P O K I P M L B
U L T R R D C A E S I
R S E I E I E G L A E
T A R N L E T N K P R
O P E J K D E E T M .
E W E E A E A W I J N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
45
3. Graanproducten – Aardappelen
Graanproducten en aardappelen zijn onze basisvoeding. Ze zorgen voor energie, vitaminen en mineralen. Hoeveel heb je nodig? Dit hoort er bijvoorbeeld bij:
5 tot 12 sneden brood en 3 tot 5 gekookte aardappelen
aardappelen brood beschuit ontbijtgranen rijst pasta couscous Dit hoort er NIET bij:
Omdat er teveel vet of suiker inzit horen ze bij de restgroep Weet en eet gezond
46
Naam:___________________________________
Datum:____________
Aardappelen kan je op verschillende manieren eten. De ene aardappel is de andere niet. Ken jij deze 5 soorten? Vul het kruiswoordraadsel in. Op welke manier kan je aardappelen eten?
1. in schijfjes in de pan
1. eerst geschild en dan
2. voor als het feest is
3. wordt in puntzakjes verkocht
4. je hebt er geen mes voor nodig
De ene aardappel is de andere niet.
De gezondste manieren om aardappel te eten zijn: 1. _________________________ 2._________________________ De ongezondste manieren om aardappel te eten zijn: 1._________________________ 2._________________________
Weet en eet gezond
47
Naam:___________________________________
Datum:____________
Brood broodnodig: Je eet elke dag brood. Weet je ook wat er in zit? Je krijgt de eerste letter cadeau.
- W_____________ - B______________ - G______________ - Z_______________
4 ingrediënten in brood. Met elke hap krijg je heel wat voedingsstoffen binnen: brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen.
Het ene broodje is het andere niet. Dit vind je allemaal bij de bakker, maar het is niet allemaal even gezond. Rangschik ze van gezond naar ongezond door ze een cijfer te geven. 1 = het gezondst 5 = het ongezondst
Welk brood eet jij meestal? _____________________________________
Weet en eet gezond
48
Ontbijtgranen: Een volwaardig ontbijt? Of snoep met melk?
Enkele vragen om over na te denken en over te praten: Welke ontbijtgranen ken je? Welke ontbijtgranen eet je wel eens? Hoe vaak eet je ze? Denk je dat ze gezond zijn? Wat zegt de reclame over ontbijtgranen? Is het goed om ze elke dag te eten? Welke zijn gezonder dan andere? Waarom? Wat is het beste ontbijt? De klas Top 3 van ontbijtgranen: 1. 2. 3.
Weet en eet gezond
49
Naam:___________________________________
Datum:____________
Graanproducten – Aardappelen Zoek de volgende woorden: VOLKOREN GRIJS BROOD PASTA ZILVERVLIES TARWE HAVERMOUT ROGGEBROOD QUINOA BULGUR
W C R I J S T V U S U N
Weet en eet gezond
G O G J S O Z W P M P H
Q U I N O A I X A U W A
C S B T O P L M S E I V
U C U A W H V W T S T E
V O L K O R E N A L A R
D U G O C I R H L I R M
I S U P B H V I M Q W O
WIT RIJST MUESLI COUSCOUS BASMATIRIJST
T G R I J S L P A L E U
B A S M A T I R I J S T
A O R O G G E B R O O D
T P Q U O O S T S W G V
50
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Graanproducten - aardappelen Zoek 15 namen van voeding uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
K E I B G I O V U Z A T
L C Q U I N O A F E L E
S T O K B R O O D G L N
E P A U T K I A . T E .
M K A G S H U J M : E C
A A R G L C N N S E N O
C H D A H I O D A T J R
A B A A M E A U M E E N
R U P V U P T T S T G F
O L P L E B U T E D R L
N G E K S R I R I L O A
I U L L L O M E E A L K
E R E A I O E O A E E E
I N N A . D T J U N N S
N N B E S C H U I T E N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Weet en eet gezond
51
4. Groenten
Dit is een makkelijke groep, in de groep groenten zitten……groenten! Groenten zorgen voor kleur op je bord. Maar dat is natuurlijk niet het belangrijkste. Je lichaam heeft ze nodig om gezond te blijven. Er zitten heel wat vitaminen, mineralen en vezels in. De verschillende groenten bevatten verschillende voedingsstoffen. Je hebt ze allemaal nodig. Je moet dus afwisselen. Probeer elke dag twee verschillende soorten groenten te eten.
Gekookt of rauw? In gekookte groenten zitten minder vitaminen dan in rauwe groenten. Vitaminen kunnen niet zo goed tegen warmte. Als je groenten kookt, gaat er een deel van hun vitaminen en mineralen verloren. Daarom zou je best elke dag rauwe en gekookte groenten eten. De helft van je warme maaltijd zou best uit groenten bestaan.
Bij de broodmaaltijd of als tussendoortje kan je ook groenten eten, rauwkost bijvoorbeeld of een kom verse groentesoep. In totaal heb je 300 gram groenten nodig. Weet en eet gezond
52
Naam:___________________________________
Datum:____________
Groenten op je bord. De helft van je warme maaltijd moet uit groenten bestaan. Teken in dit bord je lievelingsgroenten.
Weet en eet gezond
53
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
BLOEMKOOL
WORTELEN
KOMKOMMER
TOMAAT
AJUIN
Weet en eet gezond
54
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
BROCCOLI
RADIJZEN
BONEN
SPRUITJES PAPRIKA
SOJASCHEUTEN
SLA
COURGETTE
Weet en eet gezond
55
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
PAKSOI
ASPERGES
CHAMPIGNONS
VENKEL
SPINAZIE
WITTE KOOL
KNOLSELDER
AUBERGINE
Weet en eet gezond
56
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
POMPOEN
PREI
WITLOOF
RODE KOOL
SELDER
Weet en eet gezond
57
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
58
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
59
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
60
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort groente is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
61
Naam:___________________________________
Datum:____________
Zoek een afbeelding van de volgende groenten.
TUINKERS
ARTISJOK
SPRUITEN
CHINESE KOOL
Weet en eet gezond
62
Naam:___________________________________
Datum:____________
Groenten Zoek de volgende woorden: WORTEL BLOEMKOOL PAPRIKA UI BROCCOLI BOON RODE KOOL PREI CHAMPIGNON RADIJS
G R A W B N M A I S R P
Weet en eet gezond
N A H O O E K U B K O A
X D B R O C C O L I D P
U I W T N R A L O H E R
A J Q E B A U M E O K I
T S K L R P B D M G O K
Q A S E L D E R K V O A
V K L O H J R S O E L P
SLA SELDER AUBERGINE VENKEL MAIS
C H A M P I G N O N W S
F Q I F G A I I L K V H
U X L E K I N H E E Q H
V P R E I K E C N L F K
63
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Groenten Zoek 15 namen van groenten. De letters die overblijven vormen een mop.
W I H S A S P E R G E
P E E E S L A K E S U
A R K N N E P O R T I
A G E O B S R M W O G
R E C I E P I K O F E
O B H P Z I K O R B R
M R A E C N A M T M I
V O M T O A U M E O S
L C P O U Z B E L E T
R C I M R I E R V M E
A O G A G E R E A K K
R L N A E M G T N O O
I I O T T ? I S E O R
J N N E T H N N E L T
S E L D E R E O N Z .
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
64
5. Fruit
Fruit is net als groenten een groene groep. Ze lijken op groenten en toch zijn ze anders. Ze kunnen elkaar niet vervangen. We hebben ze allebei nodig. Er zitten veel vitaminen, mineralen en vezels in. Die houden ons fit en gezond. Fruit is bijna altijd zoeter dan groenten en je eet het meestal als dessert of tussendoortje. Hoeveel fruit hebben we nodig?
2 of 3 stukken per dag
Eet liefst vers fruit. Maar af en toe kan het ook zo:
Weet en eet gezond
65
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doe de fruittest. Teken een cirkel rond het fruit dat je gisteren gegeten hebt:
Hoeveel stukken fruit heb je aangeduid: Geen: Je moet elke dag fruit eten, dus dit is niet zo goed. 1: Je at al één stuk fruit, dit is een goed begin. 2: Je at 2 stukken fruit, dat is prima. 3: Je at 3 stukken fruit, goed zo! Meer dan 3: Let op, te veel fruit eten is ook niet goed.
Weet en eet gezond
66
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
APPEL
AARDBEI
SINAASAPPEL
PEER
BANAAN
Weet en eet gezond
67
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
KERS
POMPELMOES
DRUIVEN
CITROEN ANANAS
MELOEN PRUIM Weet en eet gezond
68
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
ABRIKOOS
MANDARIJN
KIWI
RODE BESSEN
FRAMBOOS
Weet en eet gezond
69
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
LYCHEE
PAPAYA
BOSBESSEN
PASSIEVRUCHT
MANGO
LIMOEN
Weet en eet gezond
70
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
71
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
72
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
73
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort fruit is dit? Vul de juiste naam in.
Weet en eet gezond
74
Fruit of groente Het lijkt een makkelijke vraag. Maar het antwoord zorgt soms voor discussies. Iedereen heeft er zijn eigen mening over. Dit zegt de boer:
Alles wat aan een kruidachtige plant groeit is groente, alles wat aan een houtachtige plant groeit is fruit.
Maar… Is dit dan een groente?
Tweede poging?
Groenten groeien aan eenjarige planten of planten die je helemaal moet uittrekken om te gebruiken. Fruit groeit aan meerjarige planten.
Weet en eet gezond
Maar… Is dit dan fruit?
75
Dit zegt de plantkundige: Fruit of groenten? Daar spreken wij niet over. Wij hebben het over eetbare delen van een plant: wortel, stengel, blad, bloem en vrucht
Een voorbeeld: Wortel:
wortel, radijs
Stengel:
rabarber, asperge
Blad:
spinazie, witloof
Bloem:
Oost-Indische kers, courgettebloem
Vrucht:
tomaat, appel,
Begrijp ik het goed? Fruit is altijd de vrucht van een plant, maar een vrucht kan ook een groente zijn. Dat maakt het niet makkelijker.
Daarom gebruikt men soms het woord vruchtgroenten.
Voorbeelden van vruchtgroenten:
Weet en eet gezond
76
Dit zegt de kok:
Het hangt er van af wanneer je het eet en hoe. Groenten eet je bij de hoofdmaaltijd. Ze moeten meestal opgewarmd worden. Fruit eet je als dessert of tussen de maaltijden. Het kan meestal rauw gegeten worden.
Maar… Dit eet ik ook rauw:
En dit eet ik nadat het verwarmd is.
Wordt een appel een groente als ik er appelmoes van maak? Of een banaan als ik ze bak?
Weet en eet gezond
77
Dit zegt de arts of de diëtist:
Groenten en fruit bevatten stoffen die ons lichaam nodig heeft: vitaminen, mineralen, vezels en koolhydraten In fruit zit er meestal meer suiker dan in groenten. In elk fruit en in elke groente zitten andere stoffen. We hebben ze allemaal nodig. Daarom moet je afwisselen. Eet elke dag 300 gram groenten en 2 of 3 stukken fruit.
Het is duidelijk… voor niemand is het echt duidelijk. Het is maar hoe je het bekijkt. Maar over één ding is iedereen het eens: Groenten en fruit zijn allebei nodig in een gezonde voeding.
Weet en eet gezond
78
Fruit of groente Meestal zijn we zeker.
Groenten
Fruit
Soms niet. Maar eigenlijk is niemand daar echt zeker over. Wil je toch een geheugensteuntje?
Fruit is de naam voor zoete, eetbare vruchten. Ze kunnen meestal rauw gegeten worden. Een vrucht is het eetbare deel van een plant waar de zaden inzitten. Groente is de verzamelnaam voor alle andere eetbare delen van planten. Ze worden bij de hoofdmaaltijd gegeten. De meeste groenten kunnen we niet rauw eten.
Weet en eet gezond
79
Naam:___________________________________
Datum:____________
Fruit Zoek de volgende woorden: APPEL PEER DRUIF KERS PERZIK NECTARINE CITROEN AARDBEI ANANAS SINAASAPPEL
P L K X X S D R U I F N
Weet en eet gezond
W U L H H I J R J A J F
A P P B A N A A N P J R
T A E U D A A Q M P G A
E N E C T A R I N E W M
R A R C N S D S X L K B
M N U I F A B K Q E C O
E A K T T P E R Z I K O
BANAAN KIWI FRAMBOOS MANGO WATERMELOEN
L S I R A P I R D X P S
O I W O K E R S N X G N
E L I E T L V T L K T M
N M A N G O F I Q Q C W
80
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Fruit Zoek 15 namen van groenten. De letters die overblijven vormen een mop.
A P P E L K H H E R
B R M M S E E T F E
W A A A I T M T E
A N N N N L E E D N
A E R A A G K E R S
R C L T A N O R U H
O T Y A S N A R I O
P A C E A E E S F N
E R H E P R N I ? D
R I E P P T D E O K
Z N E E E A N B V I
I E O E L L A H E W
K A B R I K O O S I
V M A N D A R I J N
E D O N S S C E E .
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
81
6. Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
Met melkproducten bedoelen we alles wat van melk gemaakt is en natuurlijk ook melk zelf. Enkele voorbeelden: yoghurt, karnemelk, een sneetje kaas, smeerkaas, Franse kazen, platte kaas. Wie geen melk lust of melk niet goed kan verdragen kan calciumverrijkte sojaproducten gebruiken. Dat zijn sojaproducten waar calcium aan toe is gevoegd.
Waarom hebben we calcium nodig?
Drink 3 of 4 glazen melk en eet 1 of 2 sneetjes kaas per dag.
Voor de spieren, de bloedstolling en vooral voor ons skelet. Het vult onze beenderen op.
Weetjes: -Chocomelk hoort ook tot de melkgroep, maar drink er niet te veel van. Er zit veel suiker in. -Ook in groenten kan je calcium vinden. Bijvoorbeeld in broccoli en groene kool. Weet en eet gezond
82
Naam:___________________________________
Datum:____________
Al deze producten zijn met melk gemaakt. Welke horen toch niet in deze groep?
Weet je ook waarom? ______________________________________________________________________
Weet en eet gezond
83
Naam:___________________________________
Datum:____________
Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten Zoek de volgende woorden: CALCIUM BOTTEN YOGHURT KAAS KARNEMELK CHOCOMELK GOUDA KWARK SMEERKAAS SKELET BRIE SOJAPUDDING HALFVOL SOJAMELK SCHIMMELKAAS
N F I P S T K G U B F S
Weet en eet gezond
F T B C C K O B V O C O
U S S H H A G R T T P J
K M C O I A G I Q T B A
A E A C M S K E L E T M
R E L O M H Q B E N Q E
N R C M E B I W C D I L
E K I E L G O U D A Q K
M A U L K W A R K W X C
E A M K A Y O G H U R T
L S O J A P U D D I N G
K E O E S H A L F V O L
84
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten Zoek 15 namen van producten uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
H E J S O J A M E L K
C S E P R D C D A D R
A O B L H A H O M R U
M J R A O T O S A I I
E A I T L H C M N N D
M Y E T L E O E D K E
B O E E A T L E E Y N
E G E K N L A R L O K
R H N A D E D K M G A
T U M A S L E A E H A
O R R S E I M A L U S
F T O N K J E S K R F
E Z O S A K L O E T O
T E M T A I K R T L O
A G O E S S ? D E E N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
85
7. Vlees, vis, eieren en vervangproducten
In deze groep zit vers vlees, vleeswaren, alle soorten vis, schaal- en schelpdieren en eieren. Sommige mensen eten geen of weinig vlees. Ze kunnen dit vervangen door vervangproducten zoals tofu, tempeh, seitan, quorn, peulvruchten, noten en zaden.
Waarom hebben we deze groep nodig?
Voor de eiwitten, dat zijn de bouwstenen voor je spieren. Er zitten ook heel wat vitaminen en mineralen in.
Kies zo veel mogelijk magere vleessoorten waar geen vetrandjes aanzitten zoals kip, kalkoen of steak. In gehakt en worst zitten veel ongezonde vetten.
We zitten al hoog in de driehoek. De vakjes zijn kleiner en dat betekent dat je van deze producten niet zo veel nodig hebt. 100 gram per dag is zeker genoeg.
Weet en eet gezond
86
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welk soort vleesvervanger is dit? Trek een pijl naar de juiste naam.
LINZEN
POMPOENPITTEN
SEITAN
QUORN
TOFU
Weet en eet gezond
87
Naam:___________________________________
Datum:____________
Ik en de rode groep.
Hoeveel keer per week eet je vlees? ______________________________________________________________________ Welke soort vlees eet je het liefst? ______________________________________________________________________ Hoeveel keer per week eet je vis? ______________________________________________________________________ Welke soort vis eet je het liefst? ______________________________________________________________________ Hoeveel keer per week eet je eieren? ______________________________________________________________________ Hoeveel keer per week eet je vervangproducten? ______________________________________________________________________ Welke soort vervangproducten eet je het liefst? ______________________________________________________________________ Een gokje… Eet je meer, minder of precies 100 gram uit deze groep?
Weet en eet gezond
88
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Vlees, vis, eieren en vervangproducten Zoek 15 namen van producten uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
G N W : N G S S O B T
Z A N O V E C J M A E
E N R I R T H E ? H P
G I D N K S M . Z A S
T G E H A K T W A M C
D B E K B A E A L B A
E A A Z E A L Q M U M
E A N O L R I U O R P
N L D E J I N O M G I
E T E K A S Z R O U A
K T O F U T E N P R S
I E R E W E N A D B S
P S E I T A N O T E N
K G E E E K I R E Y E
A E M O S S E L E N N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
89
Suggesties
*Op de weegschaal: Laat de leerlingen een lijstje maken van welke soorten vlees en vleeswaren ze op een dag gemiddeld eten. Bekijk dan aan de hand van verpakkingen van vlees of vleeswaren (of foto’s van verpakkingen waar ook het gewicht opstaat) of ze boven of onder 100 gram per dag komen. Je kan ook gebruik maken van lijsten die op het internet te vinden zijn zoals: http://vig.kanker.be/content/category/categorycontent.aspx?CategoryGUID=1196c4 06-efc5-40e5-9bf2-def2bf0cee3c *Broodje banaan: Er zijn heel wat soorten vleeswaren voor op de boterham. Maar door bij je brood ook vlees te eten kom je snel aan meer dan 100 gram per dag. Laat de leerlingen originele gezonde broodjes verzinnen met andere soorten beleg dan vleeswaren. Eventueel met een naam, een tekening en een reclameposter.
Weet en eet gezond
90
8. Smeer- en bereidingsvet
In deze groep zitten de smeer en bereidingsvetten. Smeervet is alles wat je op je brood smeert: minarines, margarines en boter. Bereidingsvet is het vet dat je gebruikt bij het koken: margarine, boter of olie.
Dit is een zeer kleine groep van de actieve voedingsdriehoek. Toch is ook deze belangrijk. Vetten helpen bij het maken van lichaamscellen. In vetten zitten ook vitaminen en vetzuren. Je kunt niet zonder vet. Maar je hebt er snel te veel van op.
Hoeveel is te veel? In heel wat voedingsmiddelen zit al vet. Je hebt niet veel extra nodig. Een mespunt smeervet op de boterham en één eetlepel bereidingsvet per persoon voor de warme maaltijd is genoeg.
Weet en eet gezond
91
Van vet word je vet? Of klopt dat niet? Vetten bestaan er in verschillende vormen. Sommige zijn beter dan andere. Sommige gebruik je op de boterham, andere in de pan en nog andere om in een slaatje te doen. Welke ken je en wanneer gebruik je ze?
Weet en eet gezond
92
Naam:___________________________________
Datum:____________
Er bestaan plantaardige vetten en dierlijke vetten. Schrijf een D (dierlijk) of P (plantaardig) bij deze vetten.
Weet en eet gezond
93
9. Restgroep
De restgroep zit niet vast aan de rest van de driehoek. Je hebt deze groep niet nodig om evenwichtig en gezond te eten.
Uit de restgroep hoef je niet elke dag te eten. Uit alle andere groepen van de actieve voedingsdriehoek wel.
In deze groep zitten producten waar veel vet, suiker of alcohol in zit. Het lichaam vindt er haast geen voedingsstoffen in die het nodig heeft. Maar soms is het natuurlijk wel lekker. Je mag dus af en toe iets uit deze groep eten of drinken, zo lang je er maar niet teveel van eet.
Weet en eet gezond
94
Naam:___________________________________
Datum:____________
Ik en de restgroep
Ik eet elke dag iets uit de restgroep. ja / nee Hoeveel producten eet je op één dag uit de restgroep? Denk even aan alles wat je gisteren gegeten hebt en tel alles uit de restgroep.
Mijn top 3 is: 1. 2. 3.
Ik drink elke dag iets uit de restgroep. ja / nee Hoeveel drankjes uit de restgroep drink je op één dag? Denk even aan alles wat je gisteren gedronken hebt en tel alles uit de restgroep.
Mijn top 3 is: 1. 2. 3.
Weet en eet gezond
95
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
Weet en eet gezond
96
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
Weet en eet gezond
97
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten die tot restgroep behoren.behoren. Doorstreep alle producten diedetot de restgroep
Weet en eet gezond
98
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten die tot restgroep behoren.behoren. Doorstreep alle producten diedetot de restgroep
Weet en eet gezond
99
Naam:___________________________________
Datum:____________
Restgroep Zoek alleen de woorden die bij de restgroep horen. TAART COLA KIP BIER
T U C K O E K J E S F G
Weet en eet gezond
BROOD ICE TEA CHIPS CHOCOLADE
R U K C H O C O L A D E
T D R H A T S D N O L I
J K O O M U R P D E I H
U B K C B F K U P D M S
W H E O U Q B D I G O S
KOEKJES BANAAN PUDDING MUESLI
T D T M R A V D O P N M
A J T O G C H I P S A X
A E E U E I C N X S D K
R I N S R I O G B I E R
LIMONADE KROKETTEN HAMBURGER CHOCOMOUSSE
T Q Q S G P L U A N K L
M I C E T E A X A M R F
100
Naam:___________________________________
Datum:____________
Moppenjacht: Restgroep Zoek 15 namen van producten uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
Z R V A E I W I J N N I
E : E K A U W G O M I N
G I E T M U N T J E S C
T K L I E I J S J E E O
E H H K N N I G R N T L
C H I P S G J T I I V A
E H O I I D G Z E E A E
N E O E N O O I N T N E
M B N C P P . N D I C S
O Z G C O L A J U K H B
N O F D E L Z N : T W I
S D E R T A A R T H A E
T R R E I K E D I O F R
K O F F I E K O E K E N
E P D R K R T V K U L .
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Weet en eet gezond
101
Oefenmateriaal voor de actieve voedingsdriehoek
Weet en eet gezond
102
Naam:___________________________________
Datum:____________
Knip de 9 groepen van de actieve voedingsdriehoek uit en kleef ze in de juiste volgorde op het volgende blad.
Weet en eet gezond
103
Weet en eet gezond
104
Naam:___________________________________
Datum:____________
Maak zelf de actieve voedingsdriehoek. Kleef de 9 losse stukjes in de juiste volgorde.
Weet en eet gezond
105
Naam:___________________________________
Datum:____________
Elke voedingsgroep heeft zijn plaats op de actieve voedingsdriehoek. Verbind de vakjes met de juiste naam.
VLEES, VIS, EIEREN, VERVANGPRODUCTEN
FRUIT
GRAANPRODUCTEN AARDAPPELEN
LICHAAMSBEWEGING
RESTGROEP
SMEER- EN BEREIDINGSVET
WATER GROENTEN
MELKPRODUCTEN EN CALCIUMVERRIJKTE SOJAPRODUCTEN
Weet en eet gezond
106
Naam:___________________________________
Datum:____________
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
107
Naam:___________________________________
Datum:____________
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
108
Naam:___________________________________
Datum:____________
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
109
Naam:___________________________________
Datum:____________
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
110
Naam:___________________________________
Datum:____________
Deze actieve voedingsdriehoek is nog leeg. Wat hoort thuis in welke groep? Geef bij elk vakje een voorbeeld.
Weet en eet gezond
111
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten dieproduct? tot de restgroep Bij welke groep hoort dit Kleur behoren. het juiste vakje
O groenten O fruit O restgroep _______________________
O fruit O restgroep O water _______________________
O groenten O graanproducten O fruit _______________________
O restgroep O graanproducten O vlees, vis, eieren, vervangproducten
_______________________ Weet en eet gezond
112
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten dieproduct? tot de restgroep Bij welke groep hoort dit Kleur behoren. het juiste vakje
O smeer en bereidingsvet O graanproducten, aardappelen O restgroep _______________________
O graanproducten, aardappelen O groenten O vlees, vis, eieren, vervangproducten _______________________
O restgroep O graanproducten O vlees, vis, eieren, vervangproducten _______________________
O restgroep O groenten O water _______________________
Weet en eet gezond
113
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten dieproduct? tot de restgroep Bij welke groep hoort dit Kleur behoren. het juiste vakje
O restgroep O water O fruit
_______________________
O smeer en bereidingsvet O melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten O restgroep _______________________
O fruit O restgroep O water
_______________________
O fruit O vlees, vis, eieren, vervangproducten O groenten _______________________ Weet en eet gezond
114
Naam:___________________________________
Datum:____________
Doorstreep alle producten dieproduct? tot de restgroep Bij welke groep hoort dit Kleur behoren. het juiste vakje
O vlees, vis, eieren, vervangproducten O smeer- en bereidingsvet O restgroep _______________________
O graanproducten O restgroep O vlees, vis, eieren, vervangproducten _______________________
O groenten O vlees, vis, eieren, vervangproducten O restgroep _______________________
O restgroep O graanproducten O water _______________________ Weet en eet gezond
115
De grote voedingsquiz Hoe goed ken je de actieve voedingsdriehoek?
1. Alles wat leeft, heeft water nodig. Wij dus ook. Hoeveel glazen water drink je best per dag?
7
4
15
2. Als je gezond wil leven, is beweging ook belangrijk. Hoe lang moeten kinderen per dag bewegen?
10 minuten
30 minuten
60 minuten
3. Fruit is niet alleen lekker, het is ook super gezond. Hoeveel stukken fruit eet je best per dag?
5
3
1
4. In de klas zitten kost energie. Welk tussendoortje eet je best tijdens de speeltijd?
chips
chocolade
fruit
5. Wat hoort er niet thuis bij de groep graanproducten - aardappelen?
kroketten
Weet en eet gezond
brood
rijst
116
6. Tiramisu hoort bij de groep…
groenten
restgroep
melkproducten
7.Wat hoort niet in het rijtje?
kaas
yoghurt
vis
8. Drankjes met alcohol horen bij de groep…
restgroep
water
graanproducten – aardappelen
9. Van welke groep hebben we het meest nodig?
fruit
water
graanproducten – aardappelen
10. Van welke groep hebben we niets nodig?
smeer- en bereidingsvetten
Weet en eet gezond
groenten
restgroep
117
De grote voedingsquiz Wat weet je over de dingen die je eet en drinkt?
1. Hoeveel klontjes suiker zitten er ongeveer in 1 liter frisdrank?
geen
2
20
2. Peulvruchten horen bij de groep…
groenten
graanproducten
vlees, vis, eieren, vervangproducten
3. Is witte rijst gezonder dan bruine rijst?
nee
ja
het is allebei even gezond
4.Waar moet je bakboter bewaren?
in de oven
in de diepvries
in de koelkast
5. Je hebt honger maar het is nog lang geen etenstijd. Wat is dan geen gezond tussendoortje? wafel
Weet en eet gezond
banaan
yoghurt
118
6. Sportdrankjes zijn goed voor je. Ja
alleen als je ze tijdens het sporten drinkt
nee, je hebt ze niet nodig
7. Hoeveel gram groenten heb je per dag nodig? 300
200
100
8. Tofu, quorn en seitan zijn… Namen van enge ziektes
vleesvervangers
eetbare insecten
9. Wat hoort niet in het rijtje thuis? muesli
brood
donut
10. Hoeveel gram vlees eet je best maximaal per dag? 100
Weet en eet gezond
200
300
119
Suggesties
*Weet en eet gezond-spel: Spelenderwijs wordt de kennis van de actieve voedingsdriehoek getest en aangescherpt. Bovendien werpen de leerlingen een kritische blik op hun eigen voedingsgewoonten. *Weet en eet gezond-kwartet: Je vindt de handleiding in de spelkoffer. *Welke groep? Hiervoor heb je een placemat met de actieve voedingsdriehoek nodig en de groene kaarten uit de spelkoffer. Laat de leerlingen om beurt een kaart trekken en op de juiste plaats op de driehoek leggen. Hetzelfde kan je doen met de miniaturen uit het spel.
Weet en eet gezond
120
4. Gezond of ongezond?
vzw
vzw
Weet en eet gezond
121
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn eet-dagboek. Schrijf gedurende één dag alles op wat je eet en drinkt.
Weet en eet gezond
122
Naam:___________________________________
Datum:____________
Mijn eetdagboek Hoe gezond eet je? Doorstreep in je eet-dagboek alle producten die niet goed zijn.
Zo kan het beter. Schrijf op wat je best nog zou eten of drinken.
Weet en eet gezond
123
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het eet-dagboek van Joris.
2 koppen koffie
1 Mars
1 brik fruitsap
2 witte boterhammen met choco 1 witte boterham met confituur
1 blikje cola
1 kiwi
2 glazen Fanta
Pizza Hawaii
1 zak zoute noten
300 meter wandelen naar de bushalte
Weet en eet gezond
124
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het eetdagboek van Joris. Hoe gezond eet Joris? Doorstreep in zijn eet-dagboek alle producten die niet goed zijn.
Zo kan het beter voor Joris. Schrijf op wat hij best nog zou eten of drinken.
Weet en eet gezond
125
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het eet-dagboek van Femke.
1 witte boterham met choco 1 banaan 1 kop thee 1 koek
1 flesje water
1 witte boterham met kaas 1 witte boterham met confituur
1 flesje water
1 stuk chocolade
1 glas cola
aardappelen, bloemkool, worst
2 koppen thee 1 potje yoghurt
1 uur turnen op school
Weet en eet gezond
126
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het eetdagboek van Femke. Hoe gezond eet Femke? Doorstreep in haar eet-dagboek alle producten die niet goed zijn.
Zo kan het beter voor Femke. Schrijf op wat zij best nog zou eten of drinken.
ONTBIJT: _____________________________________________________________
TUSSENDOORTJE: ______________________________________________________
MIDDAG: _____________________________________________________________
TUSSENDOORTJE: ______________________________________________________
AVOND: ______________________________________________________________
TUSSENDOORTJE: ______________________________________________________
DRANK: ______________________________________________________________
Weet en eet gezond
127
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het eet-dagboek van Gust.
2 kommetjes Coco Pops met melk
1 zak M&M's
1 blikje Ice Tea
1 wit broodje met kipsla
1 kop koffie
1 frisco
1 glas water
witte rijst, kippenborst, appelmoes
1 glas appelsap
1 stuk cake
Weet en eet gezond
128
Naam:___________________________________
Datum:____________
Het eetdagboek van Gust. Hoe gezond eet Gust? Doorstreep in zijn eet-dagboek alle producten die niet goed zijn.
Zo kan het beter voor Gust. Schrijf op wat hij best nog zou eten of drinken.
ONTBIJT: _____________________________________________________________
TUSSENDOORTJE: ______________________________________________________
MIDDAG: _____________________________________________________________
TUSSENDOORTJE: ______________________________________________________
AVOND: ______________________________________________________________
TUSSENDOORTJE: ______________________________________________________
DRANK: ______________________________________________________________
Weet en eet gezond
129
5. Hoe kies ik mijn voeding?
vzw
vzw
Weet en eet gezond
130
Waarom eet je wat je eet? Is dit een goede reden? Waarom?
Iedereen eet het. De reclame was tof.
Er zat niets anders meer in de kast.
Het is gezond.
Het was goedkoper.
Al mijn vrienden eten dit. Omdat mijn moeder het klaargemaakt heeft.
Ik eet dat altijd op zaterdag.
Ik had het op televisie gezien. Ik vind het lekker.
Ik kreeg er een verrassing bij.
Er zitten veel vitaminen in.
De verpakking is cool.
Weet en eet gezond
131
Naam:___________________________________
Datum:____________
Open je ogen voor reclame.
Er wordt op verschillende manieren reclame gemaakt. Noem er 3: 1.______________________________________ 2.______________________________________ 3.______________________________________
Kijk je naar reclame op televisie?
ja / nee
Kijk je naar reclame in tijdschriften?
ja / nee
Blader je in de reclamefolders die in je brievenbus zitten?
ja / nee
Heb je al eens iets gekocht omdat je de reclame leuk vond? Denk je dat reclame alles toont zoals het echt is?
ja / nee
ja / nee
Reclame is er niet om ons iets te leren. Reclame is er om ons dingen te laten kopen!
Weet en eet gezond
132
Naam:___________________________________
Datum:____________
Reclame maken... een beetje zoals hypnotiseren.
Reclamemakers zorgen ervoor dat we de boodschappen zo vaak horen en zien dat we ze uit het hoofd kennen. Ze hopen dat we daarna in de winkel die producten kiezen zonder dat we er bij nadenken. Dit zijn voorbeelden van reclameslogans. Als het aan de kat lag, kocht ze Whiskas. VTM kleurt je dag. Doet beestig deugd. Miele, er is geen betere. Want u bent het waard. -Schrijf nu zelf een reclameslogan op die je je nog kan herinneren of beschrijf wat er in een reclamefilmpje gebeurt: ______________________________________________________________________
-Bedenk een reclameslogan voor deze burger. ___________________________________________________ ___________________________________________________ ___________________________________________________ ___________________________________________________
Heb je in je slogan gezegd dat er vet en suiker in zit? Dat het geen volwaardige maaltijd is omdat er te weinig groenten in zitten en te veel vlees? Vast niet! Dat doen reclamemakers nooit.
Weet en eet gezond
133
Naam:___________________________________
Datum:____________
Reclame, goed bekeken. Zoek reclame voor snoep en beantwoord de volgende vragen.
Dit is reclame voor:_____________________________________ *De tekst: Wat wordt er gezegd over het snoep? ______________________________________________________________________ Wat zeggen ze over de kinderen die het zullen eten? ______________________________________________________________________ *De foto's of tekeningen: Wat valt er je meteen op als je naar de reclame kijkt? ______________________________________________________________________ Wie staat er op de foto's of tekeningen? Hoe? ______________________________________________________________________ *Krijg je een geschenk bij het product? nee / ja, een____________________________ *Krijg je korting op dit product? nee / ja,_______________ euro of ________________ % *Zou je het kopen? ja / nee Waarom wel:
Weet en eet gezond
Waarom niet:
134
Het etiket Wat staat er op een etiket?
1. een lijst met ingrediënten 2. houdbaarheidsdatum 3. nettogewicht 4. voorschriften voor bewaring en gebruik 5. de voedingswaarde 6. GDA of dagelijkse voedingsrichtlijn 7. andere
Weet en eet gezond
135
1. Een lijst met ingrediënten alle ingrediënten die in het product zitten
* Dit is verplicht voor alle voorverpakte voedingsmiddelen!
*
De ingrediënten staan in een bepaalde volgorde: van veel naar weinig. Wat het meest voorkomt in het product staat eerst.
Weet en eet gezond
136
Suiker
Teveel suiker is niet goed voor je. Daarom is het belangrijk te kijken of er suiker in producten zit. Als je het woord 'suiker' niet terugvindt, wil dat nog niet zeggen dat er echt geen suiker inzit. Er wordt soms een ander woord gebruikt. Dit zijn enkele voorbeelden: sacharose maltose sucrose karamel glucosesiroop fructose dextrose glucose-fructosestroop Soms zie je verschillende van die vreemde namen op een product staan. Op die manier probeert de fabrikant je te foppen. Je denkt dan dat er minder suiker inzit. Is een pizza zoet? Nee? Toch zit er heel wat suiker in.
Weet en eet gezond
137
2. Houdbaarheidsdatum tot wanneer je het product mag gebruiken
Ten minste houdbaar tot… Ten minste houdbaar tot einde… = je kan het zeker tot die dag eten Dit vind je vooral op producten die vrij lang houdbaar zijn; Deze mogen meestal bij kamertemperatuur worden bewaard. Te gebruiken tot…
= de laatste dag waarop je dit mag eten Dit vind je op voedingsmiddelen die sneller slecht worden. Deze moeten meestal in de koelkast bewaard worden.
Mag ik een product waarvan de houdbaarheidsdatum voorbij is nog gebruiken?
Als er "ten minste houdbaar tot..." op het etiket staat, betekent dit dat de kwaliteit na die datum niet meer zeker is. De smaak, de geur en de kleur kunnen veranderen. Als de verpakking gesloten is, kan je het product nog een tijdje veilig gebruiken. Kijk altijd eerst of het product niet beschimmeld is en of het niet vreemd ruikt. Als je twijfelt, gooi je het best weg. Als er "te gebruiken tot..." op het etiket staat, mag het na die datum niet meer worden gebruikt. Deze producten kunnen bedorven zijn en de gezondheid schaden. Weet en eet gezond
138
3. Nettogewicht het gewicht van het voedingsmiddel zonder verpakking
Voor of achter het cijfer zie je
e
staan. Dat is een afkorting voor 'estimate' en
betekent 'ongeveer'. Als je het product weegt, zal er op je weegschaal nooit precies het getal verschijnen dat op de doos staat. Er mag een klein beetje verschil zijn.
Netto
Bruto
Tarra
Weet en eet gezond
Het gewicht van de pizza
Het gewicht van de pizza en de verpakking
Het gewicht van de verpakking
139
4. Voorschriften voor bewaring en gebruik hoe je een product moet bewaren en gebruiken
Voorbeelden: Koel en droog bewaren Na opening drie dagen houdbaar in de koelkast Schudden voor gebruik Koel serveren Eerst schudden, dan pas openen Voor gebruik, dop losdraaien en folie verwijderen Bewaring in diepvries: (-12°) 1 maand, (-18°) tot vermelde houdbaarheidsdatum Niet gebruiken voor bakken en braden
Weet en eet gezond
140
5. Voedingswaarde hoeveel energie en voedingsstoffen het product bevat
Voor vaste stoffen is het berekend per 100g, voor vloeistoffen per 100ml. Soms krijg je de informatie per portie. In dit voorbeeld is dat een volledige pizza. Dit moet er minstens opstaan:
energiewaarde eiwitten koolhydraten vetten
We eten dagelijks voedingsmiddelen zoals brood, melk, vlees, groenten en fruit. Deze voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen: water, eiwitten, koolhydraten vetten, voedingsvezels, vitaminen, mineralen en sporenelementen Het lichaam heeft deze stoffen nodig. Ze zitten niet allemaal in één voedingsmiddel. Daarom moeten we voor afwisseling zorgen.
Weet en eet gezond
141
6. GDA hoeveel energie en voedingsstoffen het product per portie geeft Het wordt vergeleken met de hoeveelheid die je per dag nodig hebt.
GDA is een afkorting. Het komt van Guideline Daily Amounts of Dagelijkse Voedingsrichtlijn. Men heeft gekeken wat een volwassene per dag nodig heeft aan: energie, suiker, vet, verzadigd vet en zout
Dit wordt vergeleken met de hoeveelheid die 1 portie bevat. Men drukt het uit in procent. Wat betekent dit? Als je van alles wat je eet de GDA kent en je telt de getallen per groepje op, mag je per groep niet meer dan 100 uitkomen. Maar niet iedereen heeft precies hetzelfde nodig. De dagelijkse behoeftes verschillen volgens leeftijd, geslacht, gewicht en levensstijl. Iemand die een hele dag sport, heeft meer energie nodig dan iemand die de hele dag op een stoel zit.
Weet en eet gezond
142
7. Andere extra informatie over het product
waar het product vandaan komt
de streepjescode
labels
Dit label betekent dat de fabrikant betaalt voor de verwerking van haar verpakkingsafval. Het zegt dus niet dat de verpakking gerecycleerd is. Voorbeelden: Glutenvrij Kan sporen van noten bevatten Geproduceerd in een fabriek waar ook noten verwerkt worden Zonder kunstmatige kleur- en smaakstoffen Rijk aan omega-3 Verlaagt de cholesterol Light En dan zijn er nog een heleboel labels die op voeding kunnen staan:
Weet en eet gezond
143
Naam:___________________________________
Datum:____________
Welke informatie staat er op de verpakking van een Mars? Vul het juiste cijfer in.
1. een lijst met ingrediënten 2. houdbaarheidsdatum 3. nettogewicht 4. voorschriften voor bewaring en gebruik 5. de voedingswaarde 6. GDA of dagelijkse voedingsrichtlijn 7. andere
Weet en eet gezond
144
Naam:___________________________________
Datum:____________
Knip het etiket van een product uit. Kleef het hieronder op. Welke informatie staat er op? Vul het juiste cijfer in.
1. een lijst met ingrediënten 2. houdbaarheidsdatum 3. nettogewicht 4. voorschriften voor bewaring en gebruik 5. de voedingswaarde 6. GDA of dagelijkse voedingsrichtlijn 7. andere
Weet en eet gezond
145
Naam:___________________________________
Datum:____________
Schrijf op welke de 3 belangrijkste ingrediënten zijn van deze producten
1 ____________________________________ 2.____________________________________ 3.____________________________________
1 ____________________________________ 2.____________________________________ 3.____________________________________
1 ____________________________________ 2.____________________________________ 3.____________________________________
Weet en eet gezond
146
Naam:___________________________________
Datum:____________
Neem een verpakking van een voedingsmiddel. Los de volgende vragen op.
1. Wat is de naam van het voedingsmiddel? …………………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Hoe lang is het product houdbaar? …………………………………………………………………………………………………………………………………… 3. Noem 5 ingrediënten die in het product zitten. …………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. Wat is het nettogewicht van het product? …………………………………………………………………………………………………………………………………… 5. Waar is het product gemaakt? …………………………………………………………………………………………………………………………………… 6. In welke groep van de actieve voedingsdriehoek hoort dit product?
Weet en eet gezond
147
Weten = niet eten? Roken is niet goed voor je. Dat weet ondertussen iedereen wel. Je leest het zelfs op de pakjes. Er staat niet alleen op wat er in zit, maar ook wat er kan gebeuren als je ze toch rookt.
Met voedingsmiddelen is het anders. Daar staat ook op wat er in zit, maar de etiketten zeggen niets over de gevolgen van veel ongezonde voeding. Zou het helpen als dit op producten stond?
Teveel dierlijk vet kan de gezondheid ernstig schaden
Snoepers worden dikker
Over een uurtje ga je moe zijn en opnieuw zin hebben in zoet Deze ontbijtgranen brengen je schoolresultaten schade toe
Weet en eet gezond
148
Of zou het beter zijn om goede gewoonten aan te moedigen?
Fruiteters leven langer
Met een goed ontbijt werk je beter Bewegen maakt je vrolijk
Deze groenten beschermen je tegen kanker
Volkorenbrood geeft je langer energie
Weet en eet gezond
149
Naam:___________________________________
Datum:____________
Bedenk zelf een slogan voor de volgende producten:
Weet en eet gezond
150
Naam:___________________________________
Datum:____________
Bedenk zelf een slogan voor de volgende producten:
Weet en eet gezond
151
Schep maar op!
Een week lang mag je opscheppen over alle gezonde dingen die je gegeten hebt. Schrijf of teken ze in het "Schep maar op – bord" Dit mag op het bord komen: Alles uit deze groepen van de actieve voedingsdriehoek:
Dit mag er niet op: Alles uit de restgroep
Weet en eet gezond
152
Weet en eet gezond
153
Suggesties
*Je kan ook een weekthema kiezen: opscheppen over fruit, opscheppen over groenten, opscheppen over volkoren producten…. Hang de tekeningen op aan de muur en voorzie dagelijks een moment om de borden in te vullen. *Bekijk samen met de leerlingen een reclamefilm voor bijvoorbeeld ontbijtgranen, choco of frisdrank. Zorg ervoor dat er een verpakking van dit product in de klas aanwezig is, of een foto van een leesbaar etiket. Bespreek op welke manier de reclamemaker je een goed gevoel probeert te geven. Welke boodschap geven ze? En wat valt er op als je dan het etiket van het product bekijkt? *Marktkramer: Schrijf namen van producten op kaartjes en duid een marktkramer en een koper aan. De marktkramer moet proberen de koper te overtuigen zijn product te kopen. De koper moet goede argumenten zoeken waarom hij het niet wil kopen. *Andere rollenspelen: Bedenk samen met de leerlingen situaties waarin je uitgenodigd wordt om ongezonde dingen te eten of te drinken (op café met vrienden, op een receptie, tijdens een daguitstapje kom je een frituur of bakker tegen, op bezoek bij familie,…)Laat twee of meer leerlingen deze situatie spelen. Iemand is 'de verleider' en de andere is degene die argumenten moet geven om het niet te eten of te drinken. *Overloop met de leerlingen de tips voor een gezond leven op de poster of in de brochure. Laat hen er één actiepunt uitkiezen om er een week een extra inspanning voor te leveren.
Weet en eet gezond
154
Mijn actiepunt: 1 dag per week frisdrank Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je frisdrank gedronken hebt. Schrijf er ook de naam van het drankje bij.
Weet en eet gezond
155
Mijn actiepunt: 7 glazen water per dag drinken
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als water drinkt.
Weet en eet gezond
156
Mijn actiepunt: de helft van mijn warme maaltijd bestaat uit groenten Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je de helft van je bord met groenten gevuld hebt en als je het opgegeten hebt. Schrijf op welke groenten je gegeten hebt. Weet en eet gezond
157
Mijn actiepunt: elke dag 2 stukken fruit eten Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je een stuk fruit eet. Schrijf op welk fruit je gegeten hebt. Weet en eet gezond
158
Mijn actiepunt: elke dag 30 minuten sporten (wandelen, fietsen, zwemmen, …) Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je 30 minuten gesport hebt. Schrijf op welke sport of beweging je gedaan hebt: wandelen, fietsen, lopen, … Weet en eet gezond
159
Mijn actiepunt: elke dag een volkoren-product eten Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je een volkoren product eet. Je mag ook de naam van het product opschrijven: brood, rijst, deegwaren Weet en eet gezond
160
Mijn actiepunt: ik eet per dag 3 gezonde tussendoortjes Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je een tussendoortje eet. Schrijf op welk tussendoortje je gegeten hebt. Weet en eet gezond
161
Mijn actiepunt: ik eet per dag voldoende melkproducten Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je een melkproduct eet. Schrijf op welke melkproducten je gegeten hebt. Weet en eet gezond
162
Mijn actiepunt: ik gebruik de voedingsdriehoek om na te denken wat ik op een dag allemaal eet Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je met de voedingsdriehoek gewerkt hebt. Probeer op te schrijven hoe de driehoek jou helpt. Weet en eet gezond
163
Mijn actiepunt: ik hou mij aan 3 maaltijden per dag: ontbijt, warme maaltijd en avondmaal Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je je aan de drie maaltijden gehouden hebt.
Weet en eet gezond
164
Mijn actiepunt: ik proef nieuwe dingen Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zet per dag een kruisje als je iets eet wat je nog niet kent of geproefd hebt Schrijf op welke nieuwe dingen je gegeten hebt: een groente of fruit of … Weet en eet gezond
165
6. Waar komt mijn voedsel vandaan?
vzw
vzw
Weet en eet gezond
166
Suggesties
Plantaardig en dierlijk voedsel De vraag 'Waar komt ons voedsel vandaan?' kan het makkelijkst beantwoord worden met: van een plant of een dier. Al ons voedsel is plantaardig of dierlijk, of een combinatie daarvan. Of een voedselproduct van een plant of een dier komt, is echter vaak niet meer te zien. Slechts bij enkele producten, zoals groente en fruit, is dat nog duidelijk zichtbaar. Het meeste voedsel wordt tegenwoordig zo bewerkt dat van de oorspronkelijke plant of het oorspronkelijke dier niets meer herkenbaar is. Sterker nog, er komen steeds meer producten waarvan amper nog te achterhalen valt waar ze vandaan komen. Denk aan de grote diversiteit aan snacks, kant-en-klaarmaaltijden en snoepgoed. Zeker voor kinderen is het lastig om te weten waar het voedsel dat ze de hele dag nuttigen vandaan komt. Weten ze wat er in een kippenvinger zit? Wat zit er in kauwgom? Waar wordt spaghetti van gemaakt? Daarnaast is de oorspronkelijke smaak vaak nauwelijks te herkennen. Door allerlei toevoegingen zoals smaakstoffen en conserveringsmiddelen wordt een nieuwe smaak gecreëerd, aangepast aan de behoeften van de consument. Verandering van voedselgewoonten Oorspronkelijk jaagde de mens op wilde dieren en verzamelde hij kruiden en vruchten die in het wild groeiden. Pas toen de mens zich op een vaste plek ging vestigen, begon hij planten te telen en dieren te houden. Later, toen andere delen van de wereld werden ontdekt, werden nieuwe producten meegenomen naar het thuisland. Daardoor verspreidden voedselproducten zich steeds meer over de wereld. Zo kwam het dat de aardappel, die in Zuid-Amerika zijn oorsprong vond, door de Spanjaarden werd meegenomen naar Europa en hier uitgroeide tot een basisvoedingsmiddel. In de laatste eeuw heeft de invoering van buitenlandse producten een hoge vlucht genomen. Als je in een supermarkt rondloopt, zie je steeds meer buitenlandse producten in de rekken liggen. Bestond de warme maaltijd enkele jaren geleden nog uit soep, aardappels, vlees en verse groente, tegenwoordig is daar vaak niet veel meer van terug te vinden op onze eettafels. Tegenwoordig wordt in veel gezinnen regelmatig een pizza gegeten, nasi gemaakt, een hamburger gebakken of stokbrood en croissants gegeten. Weet en eet gezond
167
1.Water: In België is water uit de kraan prima drinkwater. Water hoeft dus niet uit een plastic of glazen fles te komen. * Laat geblinddoekt enkele soorten water proeven. Proef je verschil? Wat vind je het lekkerst? *Water uit de kraan tegenover water uit een fles: Welke weg leggen beide soorten water af? Hoe wordt er voor gezorgd dat het schoon en drinkbaar is? Wie controleert dit? Wat is het voordeel van kraantjeswater ten opzichte van water uit flessen? Zijn er ook nadelen? 2.Graan producten – Aardappelen *Van graan tot brood: een filmpje vind je oa. hier: http://www.dewarme-bakker.be/nl/acties/van-graan-totbrood *Voor ons voedsel wordt door mensen in andere landen hard gewerkt. Rijst groeit niet op je bord. Waar groeit het wel? Voer eerst een gesprek met leerlingen. Laat hen vertellen waar volgens hen rijst vandaan komt en wat er voor nodig is om het op je bord te krijgen. Nadien kan het reële proces getoond worden. Op het internet vind je heel wat versies, oa hier: http://www.lassie.nl/Spreekbeurtpakket-Lassie-dec-2011.pdf 3.Groenten: *Groenten kunnen ingedeeld worden volgens het deel van de plant dat je opeet. Zo zijn er : bladgroenten, stengelgroenten, vruchtgroenten, wortels en knollen, peulvruchten. Laat groenten sorteren volgens deze indeling. *Welke weg leggen groenten af voor ze op je bord terechtkomen? Laat de leerlingen één groente uitkiezen en zoek samen op wat er met deze groente gebeurt van zaaien tot opeten. Breng indien mogelijk het zaad en een rijpe groente mee naar de klas. *Gesprek over groenten uit eigen tuin: Wie heeft er? Wie heeft er in zijn omgeving? Waarom zijn deze groenten anders? Is er een verschil in smaak? Wat zijn de voordelen? Zijn er ook nadelen?
Weet en eet gezond
168
4.Fruit: *Fruit sorteren volgens herkomst: inheems of uitheems. -met foto’s uit reclamefolders -met woordkaarten waarop soorten fruit staan -twee kolommen die door de leerlingen zelf ingevuld moeten worden zonder visuele hulp. Als er leerlingen uit andere landen zijn, kan er hen gevraagd worden welk fruit voor hen inheems is (dat voor ons misschien exotisch fruit is) *Fruit sorteren volgens groei: aan bomen of aan struiken. *Gesprek over fruit uit eigen tuin: Wie heeft er? Wie heeft er in zijn omgeving? Waarom is dat fruit anders? Is er een verschil in smaak? Wat zijn de voordelen? Zijn er ook nadelen? 5.Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten *De weg van gras tot melk. *Welke producten worden van melk gemaakt? 6. Vlees, vis, eieren en vervangproducten *Bord vol beest Vlees kan heel lekker zijn, maar soms vergeten we dat het van een dier afkomstig is. Als het mooi verpakt is en in de winkelrekken ligt, herkennen we het dier er niet meer in. Laat de leerlingen een lijstje maken met hun lievelingsvlees en vleeswaren. Bespreek dan in groep van welke dieren dit vlees afkomstig is. Of verzamel prenten van dieren, vlees en vleeswaren en laat hen uitzoeken welk vlees van welk dier afkomstig is. 7. Smeer- en bereidingsvetten *Verzamel verpakkingen van smeer- en bereidingsvetten. Laat de leerlingen aan de hand van de etiketten opzoeken of het gaat om dierlijke of plantaardige vetten.
Weet en eet gezond
169
Snoep
Denk je hieraan…..
als je dit eet?
In veel snoep zit gelatine. Schrik niet, maar gelatine wordt vooral gemaakt van de huiden van varkens. En ook van bepaalde botten van slachtdieren, zoals varkens en koeien. Dat gaat zo: De huiden en botten worden goed schoongemaakt en in kleine stukjes gehakt. Daarna gaan de stukjes in een bad met oplosmiddelen, zoals benzine. Dit zorgt ervoor dat er allerlei stoffen oplossen. Wat overblijft zijn eiwitten. Deze worden gekookt tot er iets stroperigs overblijft, vloeibare gelatine. Gelatine is dus een eiwit, maar wel een soort eiwit dat niet zo belangrijk is voor je lichaam. Deze stroop wordt in een vorm gegoten. Daar worden dan dunne plakjes van gesneden. Dit zijn de gelatineblaadjes die je ook gewoon in de supermarkt kunt kopen. Soms worden er geen blaadjes van gemaakt, maar gelatinepoeder. Gelatine wordt in heel wat snoepjes verwerkt om ervoor te zorgen dat de snoepjes taai zijn. En pudding krijgt er een mooie vorm van. Zonder gelatine zou het een papje blijven.
Weet en eet gezond
170
7. Hoe kan ik mijn voedsel klaarmaken?
vzw
vzw
Weet en eet gezond
171
Stap voor stap zelf koken.
Een lekkere maaltijd verschijnt niet als bij toverslag op je bord. Soms lijkt het wel magisch. Maar we hebben meer nodig dan een spreukenboek of een toverstaf.
1. Het recept 2. De boodschappen 3. De voorbereidingen 4. Het koken 5. De tafel dekken 6. Het opruimen
Weet en eet gezond
172
1. Het recept Je vindt recepten in kookboeken, tijdschriften en op het internet. Lees het recept en kijk wat je nodig hebt. Staan er nog ingrediënten in je keuken of moet je alles kopen? Maak een boodschappenlijstje. Zet er niet alleen op wat je nodig hebt, maar ook de hoeveelheid.
Tip: Bij het kiezen van een recept moet je met enkele dingen rekening houden: * Heb je het nodige keukengerei? Als je geen oven hebt, kan je geen cake maken. * Heb je genoeg tijd om het klaar te maken? Als je maar een half uurtje tijd hebt, begin je best niet aan stoofvlees dat uren moet garen. * Zijn de ingrediënten betaalbaar? Kies niet voor asperges met garnalen als je maar geld hebt voor een croquemonsieur. * Zijn de ingrediënten op dit ogenblik in de winkel te vinden? Horen de ingrediënten bij dit seizoen? Als het buiten vriest, maak je best geen aardbeienmilkshake. * Heb je het al leren klaarmaken? Kan je het alleen? Sommige gerechten zijn moeilijker dan andere. Als je het nog niet geleerd hebt, wacht je soms beter tot iemand je kan helpen. * Is het gezond? Kies zoveel mogelijk voor verse groenten en volkoren producten.
Weet en eet gezond
173
2. De boodschappen Met je boodschappenlijstje ga je naar de winkel. Zo vergeet je niets en neem je geen producten mee die je niet nodig hebt.
Tips: * Kijk naar de etiketten. Is het product nog vers? * Als je diepvriesproducten nodig hebt, neem je die als laatst. Anders zijn ze al aan het ontdooien als je aan de kassa staat. * Zorg zelf voor een draagtas, dat is beter voor het milieu. * Mooi is niet beter. Deze flesjes zijn wel mooi, maar er zit gewoon fruitsap in. Je betaalt er wél veel meer voor.
* Dure merken staan op de plaats waar je er het best aan kan. Een beetje hoger of lager staat vaak precies hetzelfde product, maar van een goedkoper merk. * Ga niet met een lege maag naar de winkel. Je krijgt dan teveel zin om ongezonde dingen te kopen. * Buurtwinkels en nachtwinkels zijn duurder dan supermarkten. * Reclame is er niet om je iets te leren. Reclame is er om je zo veel mogelijk te laten kopen. * Als je na het winkelen niet onmiddellijk gaat koken, zet je alles weg. Wat uit de koelkast komt, zet je in de koelkast. Wat uit de diepvries komt, zet je in de diepvries.
Weet en eet gezond
174
3. De voorbereidingen - Trek een schort aan, bind lange haren samen (jongens ook) en was je handen.
- Neem het keukengerei dat je nodig hebt voor je gerecht. Zet alle ingrediënten klaar.
Weet en eet gezond
175
4. Het koken Neem het recept mee naar je werkplek in de keuken. Volg het recept stap voor stap.
Tips: - Begin met alle voorbereidingen waar geen vuur voor nodig is zoals wassen, schillen en snijden. - Was groenten en fruit voor je het in stukjes snijd. Als je het wast na het snijden spoel je voedingsstoffen en smaakstoffen weg. - Gebruik aparte snijplanken voor vlees en groenten. - Bewaar vlees en vis in de koelkast tot je het nodig hebt en zorg ervoor dat je het goed kookt of bakt. - Pas als alles gesneden klaarstaat, zet je het vuur op. Dan heb je al je aandacht voor je pannen.
- Pas op, aan vuur kan je je verbranden. Gebruik ovenwanten of pannenlappen om warme pannen of schotels vast te nemen. - Zet warme pannen of schotels op onderzetters. - Een kok proeft van zijn gerecht, maar hou het netjes. Neem een schone lepel om te proeven.
Weet en eet gezond
176
5. De tafel dekken
Om de tafel te dekken, moet je weten wat je gaat eten. Eet je brood met beleg? Eet je een kom soep? Of wordt het een feestmaaltijd? Voor het een heb je genoeg aan een bord, een mes en een glas, voor het andere moet je wat meer uit de kast halen. Dit heb je meestal nodig: borden, bestek, glazen
Dit heb je niet nodig maar maakt je tafel mooier: tafelkleed, placemats, servetten Tip: - Leg onderleggers klaar om de pannen of schotels op te zetten. - Zorg voor voldoende opscheplepels. - Eet je een gerecht waar veel afval aan is? Zet dan een kom of bord klaar.
Weet en eet gezond
177
6. Het opruimen Je hebt gekookt en lekker gegeten. Tijd om te luieren? Nee, nog niet. Kijk maar eens om je heen. Je kan alles niet laten staan zoals het staat.
Dit moet je nog doen: - Ruim de tafel af en maak ze schoon. - Berg restjes op in de koelkast. - Doe de vaat. - Zet alles wat je gebruikt hebt terug op de juiste plaats.
Weet en eet gezond
178
Fruitsla Dit heb je nodig:
Voor 4 personen:
●
●
●
2 sinaasappels 2 appels 2 peren 2 bananen een handvol druiven ●
●
●
Materiaal: snijplank mesje lepel kom citruspers
Weet en eet gezond
179
Deze stappen volg je: 1. Was en schil het fruit
2. Snijd het fruit in kleine stukken
3. Snijd en pers de sinaasappels
4. Doe het sap bij de rest van het fruit
Weet en eet gezond
180
Bananenmilkshake Dit heb je nodig:
Voor 4 personen:
●
●
●
2 bananen 500 ml melk 250 ml yoghurt een lepel honing ●
●
●
Materiaal: snijplank mesje lepel kom maatbeker mixer
Weet en eet gezond
181
Deze stappen volg je: 1. Pel de bananen en snijd ze in stukken
2. Doe er de melk en yoghurt bij
3. Doe er een lepel honing bij
4. mix alles met de staafmixer
Weet en eet gezond
182
8. Nuttige informatie
vzw
vzw
Weet en eet gezond
183
Wat je best altijd in je kast hebt staan: Peper en zout
Nootmuskaat
Kerriepoeder
Kruiden die je vaak gebruikt in je gerechten
Rijst
Pasta
Aardappelen
Uien
Melk
Bloem
Suiker
Eieren
Maïzena
Bouillonblokjes Weet en eet gezond
184
Keukenmateriaal: Houten lepel Een houten lepel wordt gebruikt om te roeren in sauzen of bijvoorbeeld bij het bakken van een ui.
Garde Een garde wordt gebruikt om sauzen klontervrij en luchtig te kloppen.
Spatel Een spatel wordt gebruikt om bijvoorbeeld vis of pannenkoeken om te draaien in de pan.
Pureestamper De pureestamper wordt gebruikt om gekookte aardappelen tot puree te stampen.
Pannenlikker De pannenlikker wordt gebruikt om potten schoon te likken.
Mixer De mixer op foto 1 wordt gebruikt om iets luchtig te kloppen(bijvoorbeeld eiwit). De mixer op foto 2 wordt gebruikt om bijvoorbeeld soep fijn te mixen.
Soeplepel – koffielepel – maatlepels In een recept worden hoeveelheden soms aangegeven door soep – of koffielepels.
Weet en eet gezond
185
Maatbeker Een maatbeker gebruik je om hoeveelheden af te meten. Afhankelijk van de aanduidingen op je maatbeker kan je er zowel liter als gram mee afmeten.
Weegschaal Een weegschaal gebruik je om hoeveelheden (gram – kilo) mee af te meten.
Citruspers Met een citruspers kan je, door een draaibeweging te maken, het sap uit een citroen of sinaasappel persen.
Keukenwekker Een keukenwekker verwittigt jou (met een belletje) wanneer de (kook)tijd verstreken is. Deze moet je natuurlijk wel zelf instellen.
Vergiet Een vergiet is een kom met gaatjes in. Het dient om het water van groenten af te gieten na het koken. Frietketel Een frietketel dient om frieten, kroketten, ed. te frituren. Een frietketel moet steeds voorverwarmd worden en op de juiste temperatuur staan. Deze kan je vinden op de verpakking van hetgeen je wil frituren. Opgepast! Blus, bij brand, een frietketel NOOIT met water. Enkel met een branddeken of een vochtige handdoek. Oven In een oven kan je eten verwarmen, braden, grillen, … Een oven moet altijd voorverwarmd worden. Zet hem ook altijd op de gewenste temperatuur en op de gewenst stand. Weet en eet gezond
186
Seizoensgebonden groenten: Groenten zijn vaak seizoensgebonden. Dit wil zeggen dat je in principe sommige groenten niet kan verkrijgen in de zomer of in de winter. Natuurlijk hebben de handelaars hier een oplossing voor gevonden. Als we de groenten in België niet hebben, omdat het hier bijvoorbeeld te koud of te nat is, voeren ze deze in vanuit een ver en warm land. Daardoor worden de groenten duurder. Je betaalt immers voor het vervoer van de groenten. Om geld uit te sparen, kan je dus best rekening houden met de seizoenen. januari aardappelen, knolselderij, paddenstoelen, pastinaak, pompoen, prei, raap, rammenas, rode biet, rode kool, savooikool, schorseneren, spruiten, uien, veldsla, witlof, witte kool, wortelen februari aardappelen, groene selderij, knolselderij, paddenstoelen, pastinaak, pompoen, prei, raap, rammenas, rode biet, rode kool, savooikool, schorseneren, spruiten, uien, veldsla, witlof, witte kool, wortelen maart aardappelen, bloemkool, groene selderij, knolselderij, paddenstoelen, pastinaak, pompoen, prei, raap, radijs,rammenas, rode biet, rode kool, savooikool, schorseneren, spinazie, spruiten, uien, veldsla, witlof, witte kool, wortelen april aardappelen, andijvie, bloemkool, groene selderij, paddenstoelen, prei, raap, raapstelen, radijs, rode biet, spinazie, uien, witlof mei andijvie, asperges, bloemkool, doperwt, groene selderij, koolrabi, kropsla, paddenstoelen, prei, raap, raapstelen, radijs, spinazie,spitskool, uien, warmoes, wortelen juni aardappelen, andijvie, artisjok, asperges, bloemkool, broccoli, doperwt, groene selderij, koolrabi, kropsla, paddenstoelen, prei, prinsessenbonen, raap, radijs,savooikool, sperziebonen, spinazie, spitskool, tomaten, tuinbonen, uien, venkel, warmoes, wortelen juli aardappelen, andijvie, artisjok, aubergine, bleekselderij, bloemkool, broccoli, chinese kool, courgette, doperwt, groene selderij, komkommer, koolrabi, kropsla, paddenstoelen, paprika, prinsessenboon, prei,radijs, rode biet, rode kool, savooikool, snijbonen, sperziebonen, spinazie, spitskool, tomaat, tuinbonen, uien, warmoes, witte kool, wortelen
Weet en eet gezond
187
augustus aardappelen, andijvie, artisjok, aubergine, bleekselderij, bloemkool, broccoli, chinese kool, courgette, groene selderij, groenlof, knolselderij, komkommer, koolrabi, kropsla, maïs, paddenstoelen, paprika, prinsessenboon, pompoen, prei, raapstelen, radijs, rode biet, rode kool, savooikool, snijbonen, sperziebonen, spinazie, spitskool, tomaat, uien, warmoes, witte kool, wortelen september aardappelen, andijvie, artisjok, aubergine, bleekselderij, bloemkool, broccoli, chinese kool, courgette, groene selderij, knolselderij, komkommer, koolrabi, kropsla, maïs, paddenstoelen, paprika, pompoen, prei, prinsessenbonen, raap, raapstelen, radijs, rammenas, rode biet, rode kool, savooikool, snijbonen, sperziebonen, spinazie, spitskool, tomaat, uien, venkel, warmoes, witte kool, wortelen oktober aardappelen, andijvie, artisjok, aubergine, bleekselderij, bloemkool, broccoli, chinese kool, courgette, groene selderij, knolselderij, koolrabi, kropsla, paddenstoelen, paprika, pastinaak, pompoen, prei, prinsessenbonen, raap, raapstelen, radijs, rammenas, rode biet, rode kool, savooikool, schorseneren, snijbonen, sperziebonen, spinazie, spitskool, spruiten, tomaat, uien, veldsla, venkel, warmoes, witlof, witte kool, wortelen november aardappelen, andijvie, bleekselderij, bloemkool, broccoli, chinese kool, courgette, groene selderij, knolselderij, paddenstoelen, pastinaak, pompoen, prei, raap, rammenas, rode biet, rode kool, savooikool, schorseneren, spruiten, uien, veldsla, venkel, witlof, wittekool, wortelen december aardappelen, andijvie, groene selderij, knolselderij, paddenstoelen, pastinaak, pompoen, prei, raap, rammenas, rode biet, rode kool, savooikool, schorseneren, spruiten, uien, veldsla, witlof, witte kool, wortelen
Hoeveel groenten koop je ? Rauw te eten groenten : 100 tot 150 g per persoon Niet - slinkende groenten : Ongeveer 250 g per persoon (bv. wortelen, bloemkool) Slinkende groenten : Ongeveer 400 g per persoon (bv. spinazie, andijvie)
Weet en eet gezond
188
Voeding en restjes bewaren: * In de koelkast De optimale temperatuur in een koelkast is 4 °C. Bij deze temperatuur blijven voedingsmiddelen het langst houdbaar. Producten die koel bewaard moeten worden, kan je na gebruik het best zo snel mogelijk terugzetten in de koelkast. Producten die in de winkel in de koeling liggen, moeten thuis ook koel bewaard worden om de groei van bacteriën te remmen. Zet kort houdbare producten goed zichtbaar in de koelkast. Dit voorkomt dat je producten vergeet waardoor ze bederven. Eet eerst reeds geopende etenswaren op voordat je nieuwe gaat gebruiken. Maaltijdrestjes kunnen verpakt in de koelkast twee tot drie dagen bewaard worden (of je kan ze ook invriezen). Ook reeds geopende verpakkingen kunnen bewaard worden. Sluit de verpakking wel goed af of gebruik een bewaardoosje. Dit zal er voor zorgen dat je eten minder snel bederft doordat er geen lucht bij kan. Producten met de mededeling 'na openen koel bewaren' moeten na opening altijd in de koelkast bewaard worden. Meestal zijn ze dan nog drie dagen te bewaren. Controleer je koelkast wekelijks op vervallen producten. * In de diepvriezer In principe kan je alles invriezen. Het is gewoon belangrijk dat de producten van een goede kwaliteit zijn op het moment dat je ze invriest. Enkele diepvriestips: Zorg ervoor dat je diepvriezer een voldoende lage temperatuur heeft. Je diepvriezer zou een constante temperatuur van – 18 °C moeten hebben. Daarom is het ideaal om hem in te stellen op - 22 °C. Telkens als je hem opent of bijvult, verliest hij immers wat aan temperatuur. Ga hygiënisch te werk. Zorg voor een goede hygiëne bij de aankoop en de verwerking van het voedsel. Als je het voedsel eerst bereidt (BV. spaghettisaus) en dan invriest, zorg dan dat alles hygiënisch is verlopen. Koop je een diepvriesproduct in de supermarkt (BV. diepvriesgroenten), stop het dan zo snel mogelijk in je eigen diepvriezer. Loop niet eerst nog uren rond. Vries kleine porties in. Dit voorkomt dat wanneer je voor 1 persoon een maaltijd wil bereiden, je stukken moet afbreken van het ingevroren voedsel.
Weet en eet gezond
189
Leg de in te vriezen producten zo dicht mogelijk tegen de wanden van je diepvriezer. Daar bevinden zich de koelelementen waardoor het product sneller ingevroren zal worden. Blancheer (= 2 minuten onderdompelen in kokend water) verse groenten eerst voor je ze in de diepvriezer stopt. Zo verlies je minder vitaminen en blijft de kleur ook mooi. Geblancheerde groenten bewaren 8 – 9 maanden. Laat warme producten eerst afkoelen (in de koelkast) voor je ze in de diepvriezer stopt. Gebruik geschikt verpakkingsmateriaal: goed afsluitbare diepvriesdoosjes, diepvrieszakjes, … Voorzie elk ingevroren product van een datum.
Vries producten die al eerder bevroren zijn geweest NOOIT opnieuw in. Hierdoor stijgt immers de kans op voedselvergiftiging !!!
Weet en eet gezond
190
Verklarende woordenlijst Au bain - marie In een gescheiden pannetje verwarmen van gerechten waarbij dat pannetje aan de buitenkant wordt verwarmd door warm of kokend water zodat de temperatuur strikt in de hand kan worden gehouden.
Bakken Op het fornuis of in de oven. Het garen en bruin laten worden van vlees, wild of gevogelte in hete boter, olie of ander vet, in een pan al of niet met gesloten deksel. Om uitdroging van het vlees te voorkomen wordt er af en toe enig vocht overheen gegoten of gesprenkeld. Men kan verschillende producten bakken: vlees, wild, kip, kalkoen, vis, aardappelproducten, groenten, pannenkoeken ei, omelet… Met bakken wordt ook bedoeld het in de oven bereiden van brood, gebak, zoals cake, koekjes.
Barbecueën Boven een heet vuur of boven hete kolen grillen. Bijvoorbeeld: steak, hamburger, worstjes
Binden Een meestal warm en dun vloeibaar gerecht vermengen met een bindmiddel zoals bloem of maïzena waardoor het dikker wordt. Bijvoorbeeld: witte saus voor bloemkool.
Weet en eet gezond
191
Blancheren Blancheren is het snel onderdompelen van ingrediënten in kokend water. Hierdoor blijven kleur-, smaak en voedingsstoffen optimaal bewaard en blijft het ingrediënt mooi stevig. Om groenten als bijvoorbeeld tomaten van hun velletje te ontdoen worden ze na inkruisen kort geblancheerd. Blancheren wordt ook toegepast bij invriezen van groenten om enzymen die bederf veroorzaken, te doden. U heeft voor het blancheren geen speciale pan nodig. Een ruime pan en de hulp van een schuimspaan of draadmandje om de groenten mee uit het kokende water te nemen zijn voldoende. Spoel de geblancheerde groente altijd direct af onder koud stromend water om het garingsproces te stoppen.
Blussen Aan een zeer hete pan met een gebakken gerecht wat water of ander vocht toevoegen zodat het sissend verdampt en het gerecht wat afkoelt. Ook worden de aanbaksels opgelost wat de smaak ten goede kan komen.
Bouillon Bouillon maak je door bij kokend water bouillonblokjes toe te voegen. ½ liter water = 1 bouillonblokje 1 liter water = 2 bouillonblokjes
Weet en eet gezond
192
Braden Op het fornuis of aan het spit Gedurende langere tijd op een laag vuur laten garen van vlees en vleesgerechten.
En papilotte Frans voor in papier. Een techniek om gerechten gaar te stomen in bakpapier of aluminiumfolie zodat geur en smaak behouden blijven. Door groenten, kruiden en specerijen en wat vocht (bouillon, wijn, citroensap of olijfolie) toe te voegen krijgt het gerecht een lekkere smaak en geur.
Fileren Het verwijderen van bot, been en graat uit vlees en vis.
Weet en eet gezond
193
Flamberen Met een (verwarmde) alcohol - houdende drank overgieten waarna een gedeelte van de alcohol wordt verbrand. Denk maar aan pannenkoekjes.
Fonduen Aan tafel onderdompelen van gerechten in warme/hete vloeistof. Het woord fondue betekent gesmolten in het Frans. De oorspronkelijke fondue wordt gedaan met gesmolten kaas gemengd met wijn, maar kan ook worden gedaan in bouillon, olie, of chocolade.
Frituren Voor enkele minuten in hete (100-190°C) olie onderdompelen van aardappelgerechten of gepaneerde gerechten.
Gratineren Het gerecht met kaas en eventueel paneermeel bedekken en in de oven, bij voorkeur onder de gril, de kaas laten smelten en vervolgens knapperig bruin laten worden.
Weet en eet gezond
194
Grillen Zelfde als barbecueën. Door stralingswarmte verhitten van een gerecht waardoor een knapperig korstje ontstaat.
Koken Koken is het opwarmen van water of een andere vloeistof (bv soep) tot het kookpunt (= 100 °C) om er voedingsmiddelen in te garen. Kokend water (of een andere vloeistof) herken je aan de vorming van luchtbellen in het water (of de andere vloeistof). Aardappelen koken wil zeggen dat je de aardappelen in kokend water laat liggen. Paneren Het bedekken van aardappelen of vlees met een laagje bloem en/of paneermeel, zodat het na bereiden een bruine, krokante laag krijgt. Bijvoorbeeld: kroketten.
Pureren Met een mixer tot moes maken van grote stukken groenten. Aardappelpuree maak je met een pureestamper. Met een zeef en lepel tot moes maken van bijvoorbeeld: tomaten.
Weet en eet gezond
195
Stomen Boven kokend water in de stoom gaar laten worden van groenten, vis, …. Via een elektrische stoomkoker of een stoommandje dat je op een kookpot kan plaatsen (Azië).
Stoven Met een beetje boter groenten garen (= mals maken) in een hete pan of kookpot.
Wokken of roerbakken Is het bakken van vlees en groenten in een wok, in sterk verhitte olie en op een hoog vuur. Hierbij wordt het gerecht continu omgeroerd. De groenten en vlees worden eerst kleingesneden en eventueel in kokend heet water geblancheerd, voordat ze in de wok gaan. Roerbakken komt van oorsprong uit Azië, maar is tegenwoordig heel populair in Europa.
Weet en eet gezond
196
9. Controlefiches
vzw
vzw
Weet en eet gezond
197
Beweging Zoek de volgende woorden: SCHAATSEN TRAP LOPEN ATLETIEK VOETBAL ZWEMMEN FITNESS BASKET TENNIS SKIEN LOPEN
I F I E T S E N N P U M
Weet en eet gezond
L S D S K I E N B C T W
Q P O O Q H V W A B R B
U O F T E N N I S W A L
D A I S K I H Q K A P O
A T T Z W E M M E N L P
N L N T D J T N T D O E
S E E J U D O O C E P N
WANDELEN FIETSEN TURNEN DANSEN JUDO
E T S V O E T B A L E T
N I S C H A A T S E N K
J E L T U R N E N N I B
S K E A U F C P S T C R
198
Moppenjacht: Beweging Zoek 15 namen van sporten. De letters die overblijven vormen een mop.
W E N A H G A E B E E L
A J K A E E L V A K D E
B E A L B G O V D A N W
A A N E T E P E M R A I
L L N E E V E R I A T E
L S J N N E N S N T E L
E J U H N S L P T E V R
T E D A I N K R O R O E
H O O G S P R I N G E N
T Z W E M M E N E S T N
D E I N T ? J G N N B E
S C H A A T S E N G A N
O E B D T U R N E N L N
H A N D B A L I G O L !
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
199
Welk dranken horen bij de groep Water?
Weet en eet gezond
200
Water Zoek alleen de woorden die NIET bij de groep water horen: ENERGIEDRANK DRINKYOGHURT CHOCOMELK LIMONADE FRUITSAP THEE KOFFIE WHISKY SMOOTHIE PORTO COLA MELK SPUITWATER SOEP BIER
K D H R F D H H X G A J
Weet en eet gezond
C R X C H O C O M E L K
L I M O N A D E F U S C
E N E R G I E D R A N K
I K S O E M T W U Q J G
X Y M C L L K P I Q D E
B O R A J P O R T O V U
I G I V M X V E S M U B
E H G R C O L A A J R S
R U F O U D P J P L N O
P R D S M O O T H I E E
B T Q M W H I S K Y R P
201
Moppenjacht: Water Zoek 15 namen van dranken die niet in de groep water horen. De letters die overblijven vormen een mop.
H S E N R E D B U L L
D I E M F R I S T I E
R N T O F S U N E C E
I A Q U A R I U S O R
N A J N N T R I C L D
K S E S T Z G C H A I
Y A M T A I A H O P C
O P D E K T A A C P H
G P S E L ? T M O E T
H E A P O K I P M L B
U L T R R D C A E S I
R S E I E I E G L A E
T A R N L E T N K P R
O P E J K D E E T M .
E W E E A E A W I J N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
202
Aardappelen kan je op verschillende manieren eten. De ene aardappel is de andere niet. Ken jij deze 5 soorten? Vul het kruiswoordraadsel in. Op welke manier kan je aardappelen eten?
1. in schijfjes in de pan
1. eerst geschild en dan
2. voor als het feest is
3. wordt in puntzakjes verkocht
4. je hebt er geen mes voor nodig
1. gebakken
1. gekookt
2. kroketten
3. frieten
4. puree
De ene aardappel is de andere niet.
De gezondste manieren om aardappel te eten zijn: 1. gekookt of gestoomd 2.puree De ongezondste manieren om aardappel te eten zijn: 1.kroketten 2.frieten
Weet en eet gezond
203
Brood broodnodig: Je eet elke dag brood. Weet je ook wat er in zit? Je krijgt de eerste letter cadeau.
- Water - Bloem - Gist - Zout
4 ingrediënten in brood. En met elke hap krijg je heel wat voedingsstoffen binnen: brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen.
Het ene broodje is het andere niet. Dit vind je allemaal bij de bakker, maar het is niet allemaal even gezond. Rangschik ze van gezond naar ongezond door ze een cijfer te geven. 1 = het gezondst 5 = het ongezondst
4
2
1
5
3
Welk brood eet jij meestal? _____________________________________
Weet en eet gezond
204
Graanproducten – Aardappelen Zoek de volgende woorden: VOLKOREN GRIJS BROOD PASTA ZILVERVLIES TARWE HAVERMOUT ROGGEBROOD QUINOA BULGUR
W C R I J S T V U S U N
Weet en eet gezond
G O G J S O Z W P M P H
Q U I N O A I X A U W A
C S B T O P L M S E I V
U C U A W H V W T S T E
V O L K O R E N A L A R
D U G O C I R H L I R M
I S U P B H V I M Q W O
WIT RIJST MUESLI COUSCOUS BASMATIRIJST
T G R I J S L P A L E U
B A S M A T I R I J S T
A O R O G G E B R O O D
T P Q U O O S T S W G V
205
Moppenjacht: Graanproducten - aardappelen Zoek 15 namen van voeding uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
K E I B G I O V U Z A T
L C Q U I N O A F E L E
S T O K B R O O D G L N
E P A U T K I A . T E .
M K A G S H U J M : E C
A A R G L C N N S E N O
C H D A H I O D A T J R
A B A A M E A U M E E N
R U P V U P T T S T G F
O L P L E B U T E D R L
N G E K S R I R I L O A
I U L L L O M E E A L K
. R E A I O E O A E E E
I N N A . D T J U N N S
N N B E S C H U I T E N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
206
Groenten Zoek de volgende woorden: WORTEL BLOEMKOOL PAPRIKA UI BROCCOLI BOON RODE KOOL PREI CHAMPIGNON RADIJS
G R A W B N M A I S R P
Weet en eet gezond
N A H O O E K U B K O A
X D B R O C C O L I D P
U I W T N R A L O H E R
A J Q E B A U M E O K I
T S K L R P B D M G O K
Q A S E L D E R K V O A
V K L O H J R S O E L P
SLA SELDER AUBERGINE VENKEL MAIS
C H A M P I G N O N W S
F Q I F G A I I L K V H
U X L E K I N H E E Q H
V P R E I K E C N L F K
207
Moppenjacht: Groenten Zoek 15 namen van groenten. De letters die overblijven vormen een mop.
W I H S A S P E R G E
P E E E S L A K E S U
A R K N N E P O R T I
A G E O B S R M W O G
R E C I E P I K O F E
O B H P Z I K O R B R
M R A E C N A M T M I
V O M T O A U M E O S
L C P O U Z B E L E T
R C I M R I E R V M E
A O G A G E R E A K K
R L N A E M G T N O O
I I O T T ? I S E O R
J N N E T H N N E L T
S E L D E R E O N Z .
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
208
Fruit Zoek de volgende woorden: APPEL PEER DRUIF KERS PERZIK NECTARINE CITROEN AARDBEI ANANAS SINAASAPPEL
P L K X X S D R U I F N
Weet en eet gezond
W U L H H I J R J A J F
A P P B A N A A N P J R
T A E U D A A Q M P G A
E N E C T A R I N E W M
R A R C N S D S X L K B
M N U I F A B K Q E C O
E A K T T P E R Z I K O
BANAAN KIWI FRAMBOOS MANGO WATERMELOEN
L S I R A P I R D X P S
O I W O K E R S N X G N
E L I E T L V T L K T M
N M A N G O F I Q Q C W
209
Moppenjacht: Fruit Zoek 15 namen van groenten. De letters die overblijven vormen een mop.
A P P E L K H H E R
B R M M S E E T F E
W A A A I T M T E
A N N N N L E E D N
A E R A A G K E R S
R C L T A N O R U H
O T Y A S N A R I O
P A C E A E E S F N
E R H E P R N I ? D
R I E P P T D E O K
Z N E E E A N B V I
I E O E L L A H E W
K A B R I K O O S I
V M A N D A R I J N
E D O N S S C E E .
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
210
Al deze producten zijn met melk gemaakt. Welke horen toch niet in deze groep?
Weet je ook waarom? Omdat er te veel vet en/of suiker inzit horen ze bij de restgroep
Weet en eet gezond
211
Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten Zoek de volgende woorden: CALCIUM BOTTEN YOGHURT KAAS KARNEMELK CHOCOMELK GOUDA KWARK SMEERKAAS SKELET BRIE SOJAPUDDING HALFVOL SOJAMELK SCHIMMELKAAS
N F I P S T K G U B F S
Weet en eet gezond
F T B C C K O B V O C O
U S S H H A G R T T P J
K M C O I A G I Q T B A
A E A C M S K E L E T M
R E L O M H Q B E N Q E
N R C M E B I W C D I L
E K I E L G O U D A Q K
M A U L K W A R K W X C
E A M K A Y O G H U R T
L S O J A P U D D I N G
K E O E S H A L F V O L
212
Moppenjacht: Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten Zoek 15 namen van producten uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
H E J S O J A M E L K
C S E P R D C D A D R
A O B L H A H O M R U
M J R A O T O S A I I
E A I T L H C M N N D
M Y E T L E O E D K E
B O E E A T L E E Y N
E G E K N L A R L O K
R H N A D E D K M G A
T U M A S L E A E H A
O R R S E I M A L U S
F T O N K J E S K R F
E Z O S A K L O E T O
T E M T A I K R T L O
A G O E S S ? D E E N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
213
Moppenjacht: Vlees, vis, eieren en vervangproducten Zoek 15 namen van producten uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
G N W : N G S S O B T
Z A N O V E C J M A E
E N R I R T H E ? H P
G I D N K S M . Z A S
T G E H A K T W A M C
D B E K B A E A L B A
E A A Z E A L Q M U M
E A N O L R I U O R P
N L D E J I N O M G I
E T E K A S Z R O U A
K T O F U T E N P R S
I E R E W E N A D B S
P S E I T A N O T E N
K G E E E K I R E Y E
A E M O S S E L E N N
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
214
Restgroep Zoek alleen de woorden die bij de restgroep horen. TAART COLA KIP BIER
T U C K O E K J E S F G
Weet en eet gezond
BROOD ICE TEA CHIPS CHOCOLADE
R U K C H O C O L A D E
T D R H A T S D N O L I
J K O O M U R P D E I H
U B K C B F K U P D M S
W H E O U Q B D I G O S
KOEKJES BANAAN PUDDING MUESLI
T D T M R A V D O P N M
A J T O G C H I P S A X
A E E U E I C N X S D K
R I N S R I O G B I E R
LIMONADE KROKETTEN HAMBURGER CHOCOMOUSSE
T Q Q S G P L U A N K L
M I C E T E A X A M R F
215
Moppenjacht: Restgroep Zoek 15 namen van producten uit deze groep. De letters die overblijven vormen een mop.
Z R V A E I W I J N N I
E : E K A U W G O M I N
G I E T M U N T J E S C
T K L I E I J S J E E O
E H H K N N I G R N T L
C H I P S G J T I I V A
E H O I I D G Z E E A E
N E O E N O O I N T N E
M B N C P P . N D I C S
O Z G C O L A J U K H B
N O F D E L Z N : T W I
S D E R T A A R T H A E
T R R E I K E D I O F R
K O F F I E K O E K E N
E P D R K R T V K U L .
___________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Weet en eet gezond
216
Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
Weet en eet gezond
217
Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
Weet en eet gezond
218
Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren. Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
Weet en eet gezond
219
Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
Weet en eet gezond
220
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
221
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
222
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
223
In welke groep van de actieve voedingsdriehoek horen de volgende producten thuis? Trek een pijl van het product naar de juiste groep.
Weet en eet gezond
224
Bij welke groep hoort dit product? Kleur het juiste vakje Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
O groenten O fruit O restgroep _______________________
O fruit O restgroep water _______________________
groenten O graanproducten O fruit _______________________
O restgroep O graanproducten vlees, vis, eieren, vervangproducten
_______________________
Weet en eet gezond
225
Bij welke groep hoort dit product? Kleur het juiste vakje Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
O smeer en bereidingsvet O graanproducten, aardappelen restgroep _______________________
graanproducten, aardappelen O groenten O vlees, vis, eieren, vervangproducten _______________________
O restgroep O graanproducten vlees, vis, eieren, vervangproducten _______________________
O restgroep groenten O water _______________________
Weet en eet gezond
226
Bij welke groep hoort dit product? Kleur het juiste vakje Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
restgroep O water O fruit
_______________________
smeer en bereidingsvet O melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten O restgroep _______________________
fruit O restgroep O water
_______________________
O fruit vlees, vis, eieren, vervangproducten O groenten _______________________ Weet en eet gezond
227
Bij welke groep hoort dit product? Kleur het juiste vakje Doorstreep alle producten die tot de restgroep behoren.
O vlees, vis, eieren, vervangproducten O smeer- en bereidingsvet restgroep _______________________
O graanproducten O restgroep vlees, vis, eieren, vervangproducten _______________________
O groenten vlees, vis, eieren, vervangproducten O restgroep _______________________
restgroep O graanproducten O water _______________________
Weet en eet gezond
228
De actieve voedingsdriehoek-quiz Hoe goed ken je de actieve voedingsdriehoek?
1. Alles wat leeft, heeft water nodig. Wij dus ook. Hoeveel glazen water drink je best per dag? 7
4
15
2. Als je gezond wil leven, is beweging ook belangrijk. Hoe lang moeten kinderen per dag bewegen? 10 minuten
30 minuten
60 minuten
3. Fruit is niet alleen lekker, het is ook super gezond. Hoeveel stukken fruit eet je best per dag? 5
3
1
4. In de klas zitten kost energie. Welk tussendoortje eet je best tijdens de speeltijd? chips
chocolade
fruit
5. Wat hoort er niet thuis bij de groep graanproducten - aardappelen? kroketten
Weet en eet gezond
brood
rijst
229
6. Tiramisu hoort bij de groep… groenten
restgroep
melkproducten
7.Wat hoort niet in het rijtje? kaas
yoghurt
vis
8. Drankjes met alcohol horen bij de groep… Restgroep
water
graanproducten – aardappelen
9. Van welke groep hebben we het meest nodig? Fruit
water
graanproducten – aardappelen
10. Van welke groep hebben we niets nodig? Smeer- en bereidingsvetten
Weet en eet gezond
groenten
restgroep
230
De grote voedingsquiz Wat weet je over de dingen die je eet en drinkt?
1. Hoeveel klontjes suiker zitten er ongeveer in 1 liter frisdrank?
geen
2
20
2. Peulvruchten horen bij de groep…
groenten
graanproducten
vlees, vis, eieren, vervangproducten
3. Is witte rijst gezonder dan bruine rijst?
nee
ja
het is allebei even gezond
4.Waar moet je bakboter bewaren?
in de oven
in de diepvries
in de koelkast
5. Je hebt honger maar het is nog lang geen etenstijd. Wat is dan geen gezond tussendoortje? banaan
Weet en eet gezond
wafel
yoghurt
231
6. Sportdrankjes zijn goed voor je. Ja
alleen als je ze tijdens het sporten drinkt
nee, je hebt ze niet nodig
7. Hoeveel gram groenten heb je per dag nodig? 300
200
100
8. Tofu, quorn en seitan zijn… Namen van enge ziektes
vleesvervangers
eetbare insecten
9. Wat hoort niet in het rijtje thuis? muesli
brood
donut
10. Hoeveel gram vlees eet je best maximaal per dag? 100
Weet en eet gezond
200
300
232