JAARPLAN 2015
Inhoud Inleiding
3
Over 1ste Lijn Amsterdam Dit is 1ste Lijn Amsterdam Onze missie is verbinden, verbeteren en versterken Onze opdrachtgevers De programmalijnen
5 5 5 6 6
A. A.1 A.2 A.3
Voorkomen van zorg Zelfmanagement Leefstijl ICT in de zorg
9 9 10 12
B. B.1 B.2 B.3 B.4 B.5
Zorg op de agenda Communicatie Accountmanagement Landelijk ROS-netwerk Stakeholders Nascholingsbureau
14 14 15 19 21 22
C. C.1 C.2 C.3
Zorg in de buurt Transities Achterstandsproblematiek Gebiedsgerichte ondersteuning
24 24 26 27
D. D.1 D.2 D.3 D.4 D.5 D.6
Zorg op de juiste plek Geboortezorg Farmacie Ouderenzorg GGZ Palliatieve Thuiszorg Versterking geïntegreerde eerstelijnszorg
31 31 32 33 34 35 36
De interne organisatie Raad van Toezicht Raad van Advies Personeel Personeelsvertegenwoordiging Kwaliteitsbewaking
Jaarplan 2015
38 38 38 38 39 39
Pagina 2 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Inleiding Voor u ligt het jaarplan 2015 van 1ste Lijn Amsterdam met de missie, de plannen en vooral de doelstellingen die wij voor het jaar 2015 hebben geformuleerd. Amsterdam is een stad met 820.000 inwoners. De bevolking van Amsterdam kenmerkt zich door een grote diversiteit. In Amsterdam wonen mensen uit meer dan 170 landen. De helft van de Amsterdammers is autochtoon. Al deze inwoners hebben recht op goede zorg maar een feit is dat er grote gezondheidsverschillen zijn. Al in het eerste levensjaar zien wij verschillen in de gezondheid tussen de Amsterdamse bevolking en de rest van Nederland. Zo is het aantal zuigelingen dat sterft in Amsterdam hoger dan in de rest van Nederland. Ruim zes procent van de kinderen in Nederland lijdt aan een vorm van gedragsstoornis, dit is in Amsterdam waarschijnlijk iets hoger. Ook jongeren in Amsterdam hebben net iets meer problemen dan de rest van de jongeren in Nederland, vijftien procent kampt met ernstig overgewicht en zestig procent beweegt onvoldoende. Het aantal tienermoeders en abortussen is aanzienlijk groter. Meisjes hebben meer depressieve klachten dan jongens. Bij volwassenen (vanaf 18 jaar) zien we dat vier procent kampt met diabetes. Soms is dat onbekend en soms is men niet goed ingesteld op de juiste therapie. Hoge bloeddruk, hart- en vaatziektes, overgewicht en depressie wordt veel in de eerste lijn gezien. Bovenstaande problemen zijn verschillend per buurt, bevolkingsgroep en sociaal economische status. De gemeente Amsterdam en Achmea hebben goed begrepen dat je de beschreven problemen niet alleen kan oplossen in de eerstelijnspraktijk maar dat daar veel meer voor nodig is. Vandaar het convenant ‘Amsterdam samen gezonder'. In het convenant worden afspraken beschreven om gezamenlijk de problemen aan te pakken. Daarnaast worden per 1 januari 2015 de transities in het sociale domein een feit. De transitie van de Jeugdzorg, de Wet langdurige zorg, de participatiewet en de overheveling van AWBZ-begeleiding naar de Wmo zullen invloed hebben op de burger en eerstelijnszorg in alle wijken in Amsterdam. De rol van de wijkverpleegkundigen wordt hierdoor nog belangrijker voor de eerste lijn en vanaf 2015 worden zij ook vanuit de zorgverzekeringswet gefinancierd. Er wordt dus veel gevraagd van de eerste lijn. Die eerste lijn wordt gekenmerkt door veel organisaties die zeer verschillend georganiseerd zijn. Zorggroepen, gezondheidscentra, solisten, duo’s of grotere praktijken. Dit zien we niet alleen bij huisartsen, maar ook bij de eerstelijnspsychologen en de paramedische praktijken.
Jaarplan 2015
Pagina 3 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Verder zien we kleine en grote apothekersorganisaties al dan niet verenigd. Ditzelfde beeld komt terug bij de verloskundigen die kleine bedrijfjes hebben maar zich wel verenigd hebben in de EVAA (Eerstelijns Verloskundigen Amsterdam Amstelland). Daarnaast heeft de eerste lijn met veel tweedelijnsorganisaties te maken. Denk aan de zeven ziekenhuizen, de grote GGZ-instellingen en ongeveer zestig organisaties die thuiszorg en/of verpleegkundige zorg bieden. Naast de zorginstellingen zijn er de maatschappelijke diensten en de informele hulp. Kortom, het valt niet mee voor de eerstelijnszorgverleners. Gebaseerd op de resultaten van voorgaande jaren bouwen we voort aan een sterke eerste lijn. Enkele jaren geleden lag de nadruk op wijkgerichte zorg, waarbij zorgverleners elkaar leerden kennen tijdens bijeenkomsten. In 2012 ging het veelal over ontmoeten en werkafspraken maken rondom thema’s en in 2013 lag de nadruk op het initiëren van netwerken. 2014 stond in het teken van het klaarstomen voor de transities in de zorg want die kwamen voor iedereen dichterbij. Het komend jaar willen we daar veel aandacht aan besteden, omdat we beseffen dat er nog veel moet gebeuren in de zorg. We blijven dus de eerste lijn informeren over de ontwikkelingen in de transities en daar waar nodig ondersteunen. Vooral multidisciplinaire samenwerking willen we stimuleren, onder andere door huisartsengroepen en wijkverpleegkundige zorg aan te laten sluiten bij wijknetwerken. Daarnaast blijven we de bestaande samenwerking binnen de zorg ondersteunen. Zo besteden we aandacht aan de aansluiting van ketenzorg in de stad bij het Transmuraal Platform en ondersteunen we de vorming van nieuwe ketens. De transities geven ook kansen voor eerstelijnszorgverleners om zich sterker en slimmer te organiseren. Voor huisartsenorganisaties is daarnaast sprake van een nieuwe bekostigingsstructuur, waarin ruimte is voor innovatie. Samen kunnen deze veranderingen een positieve impuls geven aan een sterkere eerste lijn. Gezien het langzaam uitdijende werkveld zullen we keuzes moeten maken en nog meer samenwerking moeten zoeken. We willen graag een dappere ROS zijn die samenwerkt met dappere zorgverleners en een dappere zorgverzekeraar. 1ste Lijn Amsterdam wil komend jaar inzetten op échte innovatie.
Pien van Langen directeur/bestuurder
Jaarplan 2015
Pagina 4 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Over 1ste Lijn Amsterdam Dit is 1ste Lijn Amsterdam 1ste Lijn Amsterdam staat midden in de eerste lijn in Amsterdam. Wij werken aan het verbeteren van de organisatie van een geïntegreerde eerstelijnsgezondheidszorg in de stad, met als doel goede zorg voor alle Amsterdammers. Onder goede zorg verstaan wij: deskundig, dicht bij huis, efficiënt en doelmatig, in een prettige en veilige omgeving, waarin de patiënt serieus wordt genomen. 1ste Lijn Amsterdam verbindt, verbetert en versterkt de eerste lijn ten behoeve van samenhangende zorg in de buurt, dat is onze missie. Door goede organisatie, door verbinding van initiatieven en samenwerking tussen partijen ontstaat steeds meer samenhang. We investeren daarom ook in de zogenaamde transities van AWBZ, Wmo, ZVW, de Jeugdwet en de wet Publieke Gezondheid. Onze organisatie heeft zich ontwikkeld tot het advies- en kenniscentrum van de eerste lijn in Amsterdam. Wij kennen de zorgverleners en het veld, de gemeente, het sociale domein maar ook de tweede lijn. Dat veld is meer dan ooit aan het veranderen en dat heeft consequenties voor de zorgverleners en de samenwerkingsverbanden waarin zij opereren. Alleen al de transitie van de AWBZ naar de gemeente en de ZVW betekent een enorme verschuiving naar zorg in de wijk. 1ste Lijn Amsterdam ondersteunt al die veranderingen en is een stevige partij is het concreet maken van de plannen die er zijn.
Onze missie is verbinden, verbeteren, versterken Wij staan voor een sterke, geïntegreerde eerste lijn in Amsterdam. Een goede en goed georganiseerde zorg in de wijken draagt bij aan zelfredzaamheid van bewoners en aan beheersing van kosten. Wat de eisen zijn die worden gesteld aan goede zorg en aan goed georganiseerde zorg, wordt bepaald door de zorgverleners zelf en door de ontwikkelingen in het veld en ook hoe langer hoe meer door de patiënten zelf. Wij verbinden partijen met elkaar, bijvoorbeeld zorg en welzijn om de sociale (wijk)kaart inzichtelijk te maken zodat bewoners de juiste hulp krijgen. Wij ondersteunen zorgverleners om de zorg te verbeteren, bijvoorbeeld de werkgroepen van de Huisartsenkring Amsterdam die de zorg voor chronisch zieken willen optimaliseren. En we dragen bij aan het versterken van de eerste lijn bijvoorbeeld door beroepsgroepen te ondersteunen bij het professionaliseren van hun organisatiegraad.
Jaarplan 2015
Pagina 5 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Onze opdrachtgevers 1ste Lijn Amsterdam is een onafhankelijke organisatie. Wij hebben geen eigen agenda, maar voeren opdrachten uit van zowel zorgverleners uit de eerste lijn zelf als van organisaties die iets van de eerste lijn willen, mits passend bij onze missie. Achmea is onze grootste opdrachtgever en soms ook samenwerkingspartner. Over de besteding van het zogenaamde ROS-budget worden jaarlijks afspraken gemaakt en verantwoording afgelegd. Deze afspraken zijn beschreven in dit jaarplan. Het bedrag wordt bepaald door het aantal inwoners in het werkgebied van 1ste Lijn Amsterdam. Het ROS-budget wordt besteed aan activiteiten die behoren tot onze basistaken gekoppeld aan de zorgverleners die vallen onder de beleidsregel. Een andere grote opdrachtgever is het Achterstands Ondersteunings Fonds (AOF). Hiervoor voert 1ste Lijn Amsterdam de projectleiding uit, biedt secretariële ondersteuning aan bestuur en klankbordgroep, doet de administratieve organisatie en voert diverse projecten uit. Steeds meer krijgen we betaalde opdrachten van de gemeente Amsterdam en de afzonderlijke stadsdelen, de Huisartsenkring Amsterdam (HKA), Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en van zorgverleners zelf.
De programmalijnen Door het ROS-netwerk zijn vier programmalijnen benoemd, die de rode draad van ons werk vormen. De activiteiten en projecten binnen de vier programmalijnen kunnen alleen goed worden uitgevoerd met een efficiënte bedrijfsvoering. We investeren in 2015 in goede communicatiemiddelen, een efficiënte interne bedrijfsvoering en scholing van alle medewerkers. Voorkomen van Zorg Preventie draagt bij aan gezondheid en zelfredzaamheid. Daarom ondersteunen wij het Pact Gezond Gewicht en de ontwikkeling van leefstijlnetwerken, waarin verschillende eerstelijnsdisciplines samenwerken met aanbieders van sport en bewegen. Zelfredzaamheid of zelfmanagement vraagt van zorgverleners een andere houding en werkwijze. Die willen we zo veel mogelijk bevorderen. Dit vraagt een brede aanpak: de aanpak vanuit de menselijke en maatschappelijke mogelijkheden.
Jaarplan 2015
Pagina 6 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Pas dan kan er een echte verschuiving plaatsvinden van ‘ziekte en zorg’ naar ‘gezondheid en gedrag’ naar ‘mens en maatschappij’1. Daarom zijn wij blij met het tweede convenant tussen de gemeente Amsterdam en Achmea2. Zorg op de agenda De benodigde keuzes en ontwikkelingen kunnen alleen goed gemaakt en uitgevoerd worden als alle partijen in dezelfde richting samenwerken. Communicatie is dus van wezenlijk belang. 1ste Lijn Amsterdam zit aan tafel bij veel organisaties, zowel op stedelijk als landelijk niveau. Andersom betrekken we de visie van zorgverleners, patiëntvertegenwoordigers en stakeholders bij de totstandkoming van de regionale zorgagenda. Ook zorgen we dat het Nascholingsbureau voldoende actueel aanbod heeft voor alle disciplines. Zorg in de buurt Goede, samenhangende zorg in de buurt, dicht bij de bewoners en passend bij hun behoefte. Dat is wat we bij al onze plannen voor ogen hebben. Daarom ondersteunen we de verbetering van praktijkorganisaties en van zorggroepen. Daarnaast dragen we bij aan de uitvoering van gemeentelijke convenanten en het opzetten van de wijkzorgteams. Tot slot zal 2015 in het teken staan van de cultuuromslag bij de professional: van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Zorg op de juiste plek ‘In de eerste lijn als het kan, in de tweede lijn als het moet’. Onder dit motto onderzoeken en ondersteunen we projecten die substitutie tot doel hebben. Bijvoorbeeld voorkomen van onnodige ziekenhuiszorg en het inzichtelijk maken van de daarmee samenhangende besparingen. Daarnaast verbinden van partijen ten behoeve van de verschuiving van zorg van tweede naar eerste lijn. En tot slot organiseren van trekkracht vanuit de eerste lijn.
1
Johan Polder, Sjoerd Kooiker en Fons van der Lucht. De gezondheidsepidemie – Waarom wij gezonder én zieker worden. (ISBN 978 90 352 3335 5). Reed Business, Amsterdam, 2012. 2 http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/wzs/programma'-Wmo/amsterdamsamen/actualisatie/
Jaarplan 2015
Pagina 7 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Jaarplan 2015
Pagina 8 van 40
1ste Lijn Amsterdam
A. Voorkomen van zorg A.1 Zelfmanagement context Zelfmanagement is een containerbegrip, waaronder eigen regie en zelfredzaamheid worden verstaan. In de Wijkzorg wordt gewerkt met de zelfredzaamheidsmatrix en het ondersteuningsplan. Zorgverleners zijn niet gestructureerd bezig met het bevorderen van zelfmanagement.
A.1 Zelfmanagement resultaat Ontwikkelingen op het gebied van zelfmanagement worden gevolgd. Er wordt actief gezocht naar mogelijkheden om zorggroepen te ondersteunen bij het toepassen van zelfmanagement bij chronisch zieken. Eind 2015 zijn er vijf voorbeelden van zelfmanagement via onze communicatiekanalen onder de aandacht gebracht en zijn er drie showcases gemaakt. Eén van die showcases is verder uitgewerkt en uitgevoerd. Verder wordt gekeken naar de mogelijkheden van e-health toepassingen. Ook wordt met de stakeholders gezocht naar kansen op het gebied van zelfmanagement en e-health. Het Nascholingsbureau biedt in 2015 een cyclus van scholingen aan over: Online Praktijkplan Social Media start Praktijkwebsite opzetten Social Media gevorderd
Jaarplan 2015
Pagina 9 van 40
1ste Lijn Amsterdam
A.2 Leefstijl context De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht geeft prioriteit aan de integrale aanpak voor kinderen van 0-12 jaar met overgewicht en obesitas en aan kinderen met morbide obesitas. In het Pact Gezond Gewicht hebben de gemeente Amsterdam, Achmea, en ruim twintig organisaties op het gebied van welzijn, zorg, civil society en sport de landelijke zorgstandaarden en richtlijnen voor ondersteuning en zorg voor te zware kinderen naar de Amsterdamse context vertaald. De aanpak concentreert zich in de focusgebieden Kolenkit, Slotermeer, Waterlandpleinbuurt, Indische Buurt en Bullewijk/Bijlmer-Centrum. 1ste Lijn Amsterdam participeert in het ZonMw-onderzoek ‘Ontwikkeling stedelijke netwerkstructuur Amsterdam’. Het onderzoek richt zich op de leefstijlnetwerken en de wijze waarop lokale en stedelijke verbinding plaats vindt. Het doel is een samenhangend aanbod van hoge kwaliteit, met een hoog bereik onder de beoogde doelgroep. Daarbij draagt het aanbod bij een duurzame gezonde leefstijl bij deelnemers door de instroom en doorstroom beter te laten verlopen. In de toekomst verschuift de aandacht van zorg meer richting een preventieve aanpak voor een gezonde en actieve leefstijl. Een meer integrale en minder themagerichte aanpak vraagt om structurele samenwerking tussen de zorgaanbieders en sport- en beweegaanbieders in de wijk, wijkzorgteams en de leefstijlnetwerken, tussen mensen die met kwetsbare bewoners in contact komen (Samen Doen, DWI) en de welzijnsaanbieders. Daarnaast dient voor kwetsbare bewoners de toeleiding naar passend beweegaanbod zo soepel mogelijk te verlopen. De stip op de horizon is dat in 2017 in heel Amsterdam een integrale aanpak binnen de leefstijlnetwerken is gerealiseerd. Dit wordt gedaan door te onderzoeken of de schakelfunctie (buurtsportcoach) ingebed kan worden in de structuur. Hierbij ontstaat er een koppeling tussen het leefstijlnetwerk en de netwerken zoals het wijkteam, Samen Doen en Om het Kind.
Jaarplan 2015
Pagina 10 van 40
1ste Lijn Amsterdam
A.2 Leefstijl resultaat In de focusgebieden van het Pact wordt invulling gegeven aan de ontwikkeling en de inbedding van de keten. Dit gebeurt zowel op samenwerking als op het aanbod binnen de keten. Dit leidt tot meer ketenzorg voor kinderen met overgewicht en obesitas en een toename van kinderen die passend aanbod ontvangen. Eind 2015 functioneert deze keten in alle vijf focusgebieden en is de eerste lijn voldoende betrokken. De ambitie is dat de Amsterdamse jeugd in 2033 tenminste op het dan gemiddelde nationale gewicht van de jeugd is. 1ste Lijn Amsterdam draagt op stedelijk niveau bij aan deze samenwerking door het verbinden van de ketenpartners (bijvoorbeeld huisartsen, kinderartsen en jeugdgezondheidzorg). De inhoudelijke expertise wordt ingezet om bijdrage te leveren aan de criteria voor het aanbod en de verdere ontwikkeling van het aanbod. In het focusgebied Waterlandpleinbuurt heeft 1ste Lijn Amsterdam de rol van implementatiemanager en draagt zorg voor de inhoudelijke begeleiding en voor procesbegeleiding. Door onderlinge afstemming en advisering worden de gezamenlijk vastgestelde doelen bereikt. Dit alles vindt plaats in afstemming met de gemeente Amsterdam en Achmea. In de andere focusgebieden wordt 1ste Lijn Amsterdam ingezet om de eerste lijn te betrekken bij de ontwikkelingen. Het ZonMw-onderzoek richt zich op de leefstijlnetwerken Noord, Nieuw-West en Zuidoost. De bevindingen worden gedeeld met alle leefstijlnetwerken via het stedelijk platform. De beleidsmatige verbinding vindt plaats in de regiegroep waarin stedelijke partnerts participeren (bijvoorbeeld GGD en DMO). Voortschrijdend inzicht leert de netwerken om (nog) meer in te gaan zetten op volwassenen die een voorbeeld voor hun kinderen moeten zijn. Daarnaast zal gekeken worden op welke manier de leefstijlnetwerken meer ingezet kunnen worden op de participatie van kwetsbare doelgroepen.
Jaarplan 2015
Pagina 11 van 40
1ste Lijn Amsterdam
A.3 ICT in de zorg context Bij samenwerken in de eerstelijnszorg speelt gegevensuitwisseling een belangrijke rol. Voor die gegevensuitwisseling is een infrastructuur nodig met de bijbehorende standaarden. Met andere (zorg)organisaties wordt samengewerkt om tot een gemeenschappelijke infrastructuur en standaarden te komen en die te gebruiken bij de veilige uitwisseling van (medische) patiëntgegevens. De komende jaren wordt daarbij nadrukkelijk aansluiting gezocht met de infrastructuur van andere sectoren (VVT) en partijen (gemeente) om gegevensuitwisseling bij de transities (met inachtneming van de privacy van de patiënt/cliënt) mogelijk te maken.
A.3 ICT in de zorg resultaat Met de deelnemers van het recent opgerichte platform ‘ICT en eerstelijnszorg’ wordt onderzocht hoe papieren verwijzingen en rapportages vervangen kunnen worden door elektronische berichten (Edifact of secure e-mail). Eind 2015 zijn er vier concrete informatiestromen te digitaliseren. Voor digitaal verwijzen in de eerste lijn moet in 2015 duidelijk worden of Zorgdomein een oplossing kan bieden. Samen met de SIGRA, EZDA en Cliëntenbelang Amsterdam wordt in expertsessies van de gemeente nagedacht over de opzet en invulling van een Amsterdams Digitaal Platform voor de burger. Bij initiatieven van Cordaan en Evean wordt onze expertise ingezet bij potentiële ZonMw-projecten als ‘De Zorg ontzorgt met ICT’ (opschaling van innovatieve ICT-oplossingen die de zelfredzaamheid van ouderen ondersteunen). De rol van 1ste Lijn Amsterdam is hierin informant en ‘luis in de pels’. Sinds 1 november 2014 is het mogelijk om tijdens de dienst op de huisartsenpost zowel WDH (Waarneem Dossier Huisartsen) als EMD (Elektronisch Medicatie Dossier) in te zien. Deze dossiers moeten dan wel door de huisarts of de apotheek zijn aangemeld bij het LSP (Landelijk Schakelpunt). De externe dossiers worden door de triagist (onder mandaat van een arts) opgevraagd zodat ze bij het afhandelen van het consult beschikbaar zijn. Gebruik van WDH en EMD wordt in 2015 verder gemonitord en geëvalueerd. Integratie van de informatie uit WDH en EMD zal daarbij een belangrijk aandachtspunt zijn.
Jaarplan 2015
Pagina 12 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Daarnaast zal in 2015 samen met de HKA een regionale oplossing voor het opvragen van huisartsdossiers onderzocht worden. Beoogd einddoel in 2016 is daarbij een hybride opzet om zoveel mogelijk huisartsdossiers voor inzage op de post beschikbaar te krijgen. Huisartsdossier wordt daarbij hetzij via het LSP, hetzij via de regionale infrastructuur opgevraagd en het EMD via het LSP.
Jaarplan 2015
Pagina 13 van 40
1ste Lijn Amsterdam
B. Zorg op de agenda B.1 Communicatie context Naast de persoonlijke contacten binnen onze netwerken, informeren wij onze doelgroepen en samenwerkingsrelaties via de nieuwsbrief. Daarnaast is de vernieuwde website een belangrijk communicatiemiddel. Op de website wordt naast informatie vanuit 1ste Lijn Amsterdam ook informatie gepubliceerd aangeleverd door derden. Tevens wordt de jaarkrant waarin wordt weergegeven wat 1ste Lijn Amsterdam in 2014 heeft bijgedragen aan een sterke, geïntegreerde eerste lijn in Amsterdam uitgebracht. Op wijk-, stadsdeel- en stedelijk niveau organiseren we veel bijeenkomsten. De jaarconferentie voor de gehele eerste lijn trekt meestal rond de 200 deelnemers uit alle beroepsgroepen. Voor 2015 is het thema: ‘De maatschappij en de praktijk’. De maatschappij verandert, de patiënt verandert en de zorgverlener verandert mee. Hoe zorgen we ervoor dat het werken in de (eerstelijns)zorg leuk blijft?
B.1 Communicatie resultaat Maandelijks wordt een digitale nieuwsbrief opgesteld en verstuurd (ca. 3.200 geadresseerden). Er is een up to date website, waarop actuele informatie over de belangrijkste thema’s in de eerste lijn zijn te vinden. De jaarkrant, met een oplage van 3.500, is omstreeks juni 2015 verstuurd. In maart/april 2015 vindt de jaarconferentie plaats voor de gehele eerste lijn. Het aantal bezoekers is minimaal 160. Verder bieden wij regelmatig colleges en/of voordrachten aan over organisatie van en ontwikkelingen in de eerste lijn: op verzoek of wanneer we zelf kansen zien.
Jaarplan 2015
Pagina 14 van 40
1ste Lijn Amsterdam
B.2 Accountmanagent context 1ste Lijn Amsterdam staat midden in het veld van de zorg in Amsterdam en heeft dagelijks contact met eerstelijnszorgverleners. De eerstelijnszorg heeft een toenemende binding met de sectoren welzijn, wonen en werk van de gemeente en daarnaast met de AWBZ, zoals de GGZ-instellingen en de verpleeg- en verzorgingsinstellingen. De regionetwerker brengt die verbanden in kaart en onderzoekt samen met de betrokken organisaties welke initiatieven vanuit 1ste Lijn Amsterdam ondersteund kunnen worden. De huisartsenzorg staat hierbij centraal en is daarom een belangrijke gesprekspartner. In 2015 staan de transities centraal. De transitie van de Jeugdzorg en de overheveling van AWBZ-begeleiding en persoonlijke verzorging naar Wmo zullen invloed hebben op de eerstelijnszorg in alle wijken van Amsterdam. Vanaf 2015 behoren ook de wijkverpleegkundigen tot de beleidsregel3. Waar de huisarts de poortwachter is voor de cure, is de wijkverpleegkundige de poortwachter voor de care. De wijkverpleegkundige is de verbindingsofficier met een holistische blik die de verschillende domeinen met elkaar kan verbinden: het medisch en het sociaal domein.
B.2 Accountmanagent resultaat Adviseurs zijn goed geïnformeerd over ontwikkelingen en trends binnen de eerstelijnsberoepsgroepen en delen deze informatie met andere disciplines. Er vindt minimaal vier keer per jaar overleg plaats met vertegenwoordiging van de beroepsgroepen over actuele onderwerpen, ontwikkelingen binnen de eventuele werkgroepen en formuleren/afstemming van activiteiten. De eerstelijnszorgverleners worden geïnformeerd over de ontwikkelingen. Ze worden ook uitgenodigd om mee te doen met nieuwe projecten en initiatieven. Als eerstelijnszorgverleners zelf initiatieven hebben dient 1ste Lijn Amsterdam als vraagbaak.
3
Is nog niet definitief
Jaarplan 2015
Pagina 15 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Huisartsenzorg De RHO's (regionaal huisartsenoverleg) in de verschillende gebieden komen tussen de vier en zes keer per jaar bij elkaar. Aansluitend vindt de helft van de tijd een huisartsen/ziekenhuisoverleg plaats. 1ste Lijn Amsterdam informeert de huisartsen over relevante ontwikkelingen in de wijk, huisartsen informeren elkaar over relevante ontwikkelingen in hun huisartsengroep. Waar gewenst zijn externe partners uitgenodigd. Op basis van deze wederzijdse informatie maken partijen (verdere) samenwerkingsafspraken. Substitutie van de tweede naar de eerste lijn én van de eerste naar de nulde lijn zijn twee van de belangrijkste ontwikkelingen voor de huisartsenpraktijken in 2015. Andere relevante ontwikkelingen zijn het wijkgerichte werken en geïntegreerde eerstelijnszorg. De vorming van de 22 wijkteams (aangejaagd door de transities) zijn voor de verschuiving van eerste naar nulde lijn essentieel en verdienen prioriteit in 2015. De verschuiving vanuit de langdurige zorg en de GGZ richting de huisartsenpraktijk vraagt om meer afstemming in de wijk met andere, nieuwe partners en vraagt om een versterking binnen de eerste lijn, binnen de huisartsenpraktijk. Aangaande de drie bestaande ketens voor de chronische zorg (DM, COPD, CVRM) staan we voor de opgave om de transmurale afspraken tussen eerste en tweede lijn nog beter te implementeren en te borgen. Met een zorgvuldige uitvoering van de transmurale afspraken door álle huisartsen en álle betrokken medisch specialisten is substitutie van zorg mogelijk. Het Transmuraal Platform voor de regio’s rondom het BovenIJ ziekenhuis, OLVG en Sint Lucas Andres Ziekenhuis, dat in 2014 is opgericht, zal voor de ketens DM en CVRM de naleving en borging van de transmurale samenwerking ter hand nemen. Het is van belang dat afstemming van de activiteiten van het Transmuraal Platform plaatsvindt met de huisartsen, zorggroepen in de regio van, en met de andere ziekenhuizen: Slotervaartziekenhuis, VUmc en AMC.
Fysiotherapeutische zorg Voor fysiotherapeuten ligt de focus op netwerkontwikkeling en de (stedelijke) organisatie hiervan. Er worden afspraken gemaakt rondom specifieke doelgroepen en netwerken met huisartsorganisaties. 1ste Lijn Amsterdam begeleidt deze netwerkontwikkeling. Dit leidt tot meer geïntegreerde samenwerking en meer wijkgerichte zorg. Verder zal de uitdaging worden om een uniform aanspreekpunt te creëren met als doel beter aanspreekbaar en vindbaar te zijn voor andere disciplines en organisaties zoals Achmea en gemeente Amsterdam.
Jaarplan 2015
Pagina 16 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Paramedische zorg In 2015 zullen oefentherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten en diëtisten hun monodisciplinair samenwerkingsverband verder professionaliseren met als doel beter aanspreekbaar en vindbaar te zijn voor andere disciplines en organisaties zoals Achmea en gemeente Amsterdam. Verder zien paramedici een duidelijke rol voor zichzelf in de transities. Zij zien zichzelf als dé professional voor ondersteuning van de kwetsbare groepen in de thuissituatie. 1ste Lijn Amsterdam zal de innovaties die de paramedi voor zich ziet in de transities begeleiden en ondersteunen.
Geboortezorg Ontwikkelingen in de geboortezorg gaan in de richting van ketenvorming, integrale samenwerking en substitutie van zorg. In drie van de vijf Verloskundige Samenwerkingsverbanden (VSV’s) zijn de kansen groot op een forse stap naar meer integratie en substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn. Eind 2015 is in drie regio’s een intentieverklaring getekend en is er een plan van aanpak om te komen naar optimale integratie van zorg.
Wijkverpleegkundige zorg Het platform wijkverpleegkundige zorg komt structureel bij elkaar, de deelnemers aan het platform bepalen de thema’s die met elkaar besproken worden. Daarnaast zal de nadruk liggen op de afstemming van de samenwerking tussen wijkverpleegkundige en praktijkondersteuner (ouderen) en innovaties in de samenwerking (oriëntatie op kansen segment 3). Adviseurs van 1ste Lijn Amsterdam hebben meer zicht op welke wijkverpleegkundigen in hun regio werkzaam zijn en enthousiasmeren wijkverpleegkundigen samen met de kwartiermakers van de gemeente om samen te werken in de wijkzorggebieden. Wijkgerichte samenwerking binnen de driehoek huisartsenzorg, wijkverpleging en welzijn vormt steeds meer de basis voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Dit leidt tot integraal werken, adequate toeleiding en ondersteuning op maat binnen deze driehoek. De gemeente in samenwerking met de GGD zal meten wat de zorguitkomsten zijn. Dit wordt nauwkeurig gevolgd door 1ste Lijn Amsterdam
Jaarplan 2015
Pagina 17 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Farmaceutische zorg Het is belangrijk dat de rol van de openbare apothekers wordt meegenomen in alle wijkontwikkelingen. Goede samenwerking tussen huisarts, apotheek en wijkverpleegkundige is essentieel voor goede zorg en patiëntveiligheid. De rol die 1ste Lijn Amsterdam bij die samenwerking kan spelen zal nog duidelijker in beeld gebracht moeten worden bij alle partijen. Aandachtspunt is daarbij het integraal denken, vooral in de aanvangsfase van nieuwe initiatieven. In 2015 zullen we bij minimaal tien FTO’s bekijken of zij een natuurlijk aanknopingspunt zijn voor het implementeren van (stedelijke) samenwerkingsafspraken in de wijk.
Patiëntenzorg Met het account patiënt wordt bewaakt dat het patiënten perspectief in alle activiteiten waarbij 1ste Lijn Amsterdam betrokken is terug komt. Bij vijf projecten worden actief patiënten(vertegenwoordigers) betrokken bij projecten en activiteiten in de eerste lijn. Er is een goede samenwerking met Cliëntenbelang Amsterdam. In 2015 wordt bij nog eens vijf projecten het patiëntenperspectief ingebracht.
Jaarplan 2015
Pagina 18 van 40
1ste Lijn Amsterdam
B.3 Landelijk ROS-netwerk context Het landelijk ROS-netwerk zet zich in op centrale thema’s. Voor 2014-2015 zijn dat: Landelijk zorgakkoord Wijkgericht werken Geïntegreerde gebiedsanalyse (Coöperatieve Basiszorg in de Buurt, CBB) Met deze organisatie zetten meerdere ROS’en zich in voor goede regionale sturingsinformatie met het oog op samenhangende zorg. Substitutie Zorgthema’s: Ouderenzorg en GGZ 1ste Lijn Amsterdam is de trekker van het zorgthema ouderenzorg. Overig: btw-vrijstelling ROS’en en wijkverpleging Ook zijn er verschillende landelijke ROS-adviseursnetwerken waarin kennis en kunde wordt gedeeld op thema, zoals: ouderenzorg, basis-GGZ, ouder- en kindzorg, verloskunde, voorkomen van zorg en GEZ. Tot slot is er nog het Achmea ROS-directeuren-netwerk, daarin wordt actief met de zeven Achmea ROS’en en Achmea opgetrokken waarbij gewerkt wordt aan een gezamenlijke agenda. 5%: Gezamenlijke aanpak van de zorgverzekeraars en het landelijke ROS-netwerk Met de jaren is de wens toegenomen om kennisdeling, kennisontwikkeling en innovatie meer in samenhang met alle ROS’en en alle zorgverzekeraars te doen. In april 2014 is daarom een drietal met elkaar op te pakken innovatiethema’s benoemd: Substitutie Wijkgericht werken Zelfmanagement In het document ‘Notitie ondersteuningsgelden: de spelregels’ is vastgelegd dat zorgverzekeraars en ROS’en gezamenlijk werken aan een landelijk deel, dat vervolgens door de ROS’en wordt vertaald in een ‘offerte’, waarin een voorstel wordt gedaan voor een ontwikkelprogramma op thema met bijbehorende begroting.
Jaarplan 2015
Pagina 19 van 40
1ste Lijn Amsterdam
De vier fasen van de innovatie die uitgewerkt worden zijn:
B.3 Landelijk ROS-netwerk resultaat Landelijk ROS-netwerk ouderenzorg Landelijke stakeholders een gezicht én aanspreekpunt geven voor de ROS’en; met als doel de eerste lijn te versterken Landelijk stakeholders kennis én inzicht geven over de best practices uit de regio die te maken hebben met samenhangende zinnige en zuinige zorg in de regio; met als doel versnellen. Samenwerken aan relevante landelijke beleidsontwikkelingen, waarin de inzet van de ROS’en als regionale partner voor samenhangende zinnige en zuinige zorg in de buurt is geborgd. Gezamenlijke aanpak van de zorgverzekeraars en het landelijke ROS netwerk Voor fase 1 ‘het onderzoek’ is er door de werkgroep in brede zin naar de drie gezamenlijk gekozen thema’s gekeken en gefilterd op een aanpak. Daarna wordt bepaald wat er gaat gebeuren, daar kan op dit moment van het opstellen van dit jaarplan nog niets over geschreven worden.
Jaarplan 2015
Pagina 20 van 40
1ste Lijn Amsterdam
B.4 Stakeholders context 1ste Lijn Amsterdam staat midden in het veld van de zorg in Amsterdam en heeft daarom naast het dagelijks contact met eerstelijnszorgverleners ook contact met de belangrijke stakeholders in de stad op bestuurlijk- en uitvoeringsniveau. Dit zijn onder andere de zorgverzekeraar, gemeente Amsterdam, ziekenhuizen, zorggroepen, gezondheidscentra, beroepsverenigingen, welzijnsinstellingen, Cliëntenbelang Amsterdam, AOF, EZDA, GGD, HKA, SIGRA en AWBZ-instellingen. 1ste Lijn Amsterdam gaat met stakeholders op zoek naar een gezamenlijke (deel) agenda. Gestart is de oprichting van een ICT-platform. Het platform ‘versterking wijkverpleegkundige zorg’ wordt gecontinueerd. Evenals de bestuurlijke overleggen met de SAG, GAZO, Zorggroep Zuid, ROHA en Medzzo. 1ste Lijn Amsterdam is aangesloten bij InEen, een vereniging die verenigt. InEen bouwt doorlopend aan een sterke band tussen de gedeelde belangen van de leden onderling. Gezamenlijk ontwikkelen we kennis, kunde en vernieuwende know how op de kerngebieden van de eerstelijnszorg. Zie ook www.ineen.nl.
B.4 Stakeholders resultaat Directeur/bestuurder voert bestuurlijk overleg met stakeholders. Er wordt gezocht naar innovaties en kansen. Centraal staan de volgende onderwerpen: e-health zelfmanagement preventieplatform ouderenzorg wijkzorgteams en aansluiting op de andere transities problematiek rondom lage ses dappere dokters en andere zorgverlening zorgvernieuwing en ondersteuning van de zorggroepen koppeling curatieve zorg met wijkteams borgen van bestaande goed functionerende structuren 1ste Lijn Amsterdam heeft in 2015 tenminste drie onderwerpen uitgewerkt tot drie concrete projecten.
Jaarplan 2015
Pagina 21 van 40
1ste Lijn Amsterdam
B.5 Nascholingsbureau context Het Nascholingsbureau organiseert scholingen voor de eerstelijnsgezondheidszorg, met als uitgangspunt de Amsterdamse situatie. Qua onderwerpkeuze willen wij voorzien in een duidelijke behoefte. Wij bieden een evenwichtig aanbod van vakinhoudelijke en beroepsgerelateerde onderwerpen. Het streven is multidisciplinaire scholingen, maar ook monodisciplinaire scholingen worden ondersteund. Het Nascholingsbureau heeft zitting in LINKH (Landelijk Implementatie Netwerk Kwaliteitsbeleid Huisartsenzorg). LINKH is onafhankelijk en nauw verbonden met de beroepsgroep (voor en door huisartsen). Wij hebben een instellingsaccreditatie voor huisartsen en kunnen ook de accreditatie voor scholingen van externe aanbieders verzorgen. Voorwaarde is dat dit niet commerciële huisartsenscholing voor de regio Amsterdam betreft en er een Amsterdamse huisarts bij de opzet betrokken is. Daarnaast faciliteren wij consultatie, FTO- en intervisiegroepen. Het scholingsaanbod van 1ste Lijn Amsterdam komt tot stand in samenwerking met twee werkgroepen. Voor wat betreft de huisartsen is dit samen met de HKA en de Werkgroep Scholing en Kwaliteit (WSK). Daarnaast is in 2011 ook de Programmacommissie Paramedi opgericht. Zij houdt zich bezig met scholing voor fysio-, oefen- en ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, eerstelijnspsychologen en praktijkondersteuners.
B.5 Nascholingsbureau resultaat Het resultaat van de scholingen is: Betere kwaliteit van zorg Minder verwijzen en meer zelf doen Gerichter doorverwijzen en minder verwijzingen naar de tweede lijn Om dit te bereiken organiseert en faciliteert het Nascholingsbureau nascholingen voor minimaal negenhonderd zorgverleners die worden gewaardeerd met minimaal een zeven. Hiervoor is het nodig dat de WSK vijf keer en de commissie paramedi vier keer bijeen komen.
Jaarplan 2015
Pagina 22 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Zij stellen een kwalitatief goed programma op dat aansluit bij wat er bij de doelgroep leeft. Waar mogelijk multidisciplinair en zowel vakinhoudelijk als beroepsgerelateerd. Daarnaast heeft 1ste Lijn Amsterdam meerwaarde omdat er bij de werkgroepen aandacht gegeven wordt aan de transities en de innovaties in de zorg. Verder zal met landelijke partners invulling worden gegeven aan goede randvoorwaarden van nascholingen voor huisartsen en andere eerstelijnszorgverleners zodat de kwaliteit gewaarborgd blijft.
Jaarplan 2015
Pagina 23 van 40
1ste Lijn Amsterdam
C. Zorg in de buurt C.1 Transities context 1ste Lijn Amsterdam volgt actief de ontwikkelingen op het dossier van hervorming langdurige zorg, GGZ en jeugd. Wij ondersteunen de kwartiermaker, door de gemeente aangesteld, om huisartsenzorg en andere eerstelijnszorgverleners mee te nemen in de voor hen relevante consequenties van de transities. Hoewel de eerstelijnsgezondheidszorg zich richt op care en cure vanuit zorgverzekerde zorg, dwingen de transities zorgverleners toch om ook de sociale context van de patiënt/cliënt met hem/haar te verkennen. Dit zal een andere, meer coachende, houding vragen. 1ste Lijn Amsterdam informeert hierover, biedt scholing en training aan en verbindt de zorg en het sociale domein op wijkniveau. Wat betekent de hervorming voor huisartsen en andere eerstelijnsprofessionals? Er komen patiënten met zwaardere problematiek op het spreekuur. Dit zijn patiënten die voorheen een indicatie kregen voor opname in een instelling. Als wordt doorverwezen voor thuiszorg, huishoudelijke hulp en hulpmiddelen zal de zorg minder intensief, minder lang en alleen voor zwaardere problematiek worden geïndiceerd. Om patiënten hulp te kunnen bieden moet vaker welzijn als serieuze partner worden betrokken. In wijkzorgteams moet een nieuwe werkwijze vorm krijgen. De eerste vragen zijn steeds: Wat kan de cliënt zelf? Wat kan de omgeving en/of de mantelzorg betekenen? En welke buurtinitiatieven zijn er waar iemand gebruikt van kan maken? Dit moet tot uiting komen in de gesprekken die huisartsen, praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen en maatschappelijk werkers met de cliënten voeren. Alle eerstelijnszorgverleners zijn betrokken bij de transities, zij worden actief geïnformeerd. 1ste Lijn Amsterdam kent het veld en verbindt op wijkniveau partijen met elkaar. Stadsbreed zorgt 1ste Lijn Amsterdam voor maatwerk op het gebied van informeren van zorgverleners zodat de voor hen relevante zaken op een aansprekende manier gebracht worden. En er wordt een start gemaakt met het ‘anders werken’. Namelijk werken aan een cultuuromslag bij de professional: van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. We bieden hiervoor actief trainingen aan.
Jaarplan 2015
Pagina 24 van 40
1ste Lijn Amsterdam
C.1 Transities resultaat Zorgverleners begrijpen het belang van een andere benadering van hun patiënten. Zij stimuleren zelfredzaamheid en participatie en maken actief deel uit van Wijkzorg in hun buurt. De gemeente, in samenwerking met de GGD, zal meten wat de zorguitkomsten zijn. Dit wordt nauwkeurig gevolgd door 1ste Lijn Amsterdam. Extra aandacht is er voor de huisartsen (n = 450) in alle 22 gebieden zoals de gemeente Amsterdam die heeft ingedeeld. Zij zijn betrokken bij de Wijkzorgnetwerken in hun buurt en zij weten via sleutelfiguren de weg te vinden naar maatschappelijk dienstverlening, informele zorg en wijkverpleegkundigen. Verloskundigen, kraamzorg en huisartsen zijn geïnformeerd over hoe jeugdzorg en jeugdhulp in te zetten via de ouder- en kind teams in de stad en benutten de functie van ouder- en kind adviseur om zorg te substitueren van tweede naar eerste lijn waar mogelijk. Via voorzitterschap van het stedelijk kraamzorgoverleg is een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen waarin het gezamenlijke doel van vroege signalering, bespreking en oppakken van risicofactoren is vastgelegd. De gemeente Amsterdam is daarbij betrokken en heeft de overeenkomst mede ondertekend. Individuele zorgverleners voelen zich onderdeel van dit samenwerkingsverband en handelen daarnaar. Eind 2015 zijn alle 22 gebieden in kaart gebracht. Hierin moet duidelijk worden welke drie tot vijf gebieden goed presteren, welke vijf gebieden matig presteren maar wel veel potentie hebben en welke gebieden minder kansrijk blijken en ook minder potentie hebben. Die succesfactoren en de faalfactoren zullen input zijn voor de plannen van 2016.
Jaarplan 2015
Pagina 25 van 40
1ste Lijn Amsterdam
C.2 Achterstandsproblematiek context In achterstandswijken is sprake van een grote(re) concentratie van ongezondheid, sociaal maatschappelijke problematiek, taal- en cultuurbarrières en personen met beperkte (gezondheids)vaardigheden. Hierdoor zijn er grote kwetsbare patiëntengroepen in achterstandswijken die (extra) zorg en aandacht vergen en hebben huisartsen te maken met complexere zorgvraag. Zorg in de buurt betekent ook zorg voor deze kwetsbare groepen in de buurt, die in reguliere financiering of beleid (onvoldoende) aandacht en zorg krijgen. 1ste Lijn Amsterdam neemt de ondersteuning van het Amsterdamse Achterstandsondersteuningsfonds (AOF) op zich, waardoor veel aandacht wordt besteed aan de achterstandsproblematiek van patiënten in deze gebieden. Dit alles in samenwerking met Achmea, bestuursleden HKA en huisartsen uit de achterstandswijken, die samen het bestuur en de klankbordgroep vormen van het AOF.
C.2 Achterstandsproblematiek resultaat 1ste Lijn Amsterdam ondersteunt het bestuur en klankbordgroep van het AOF. Daarnaast zijn we projectleider voor de uitvoering van AOF-projecten en het behalen van de doelstellingen van het AOF. Het AOF stelt zich daarom ten doel de kwaliteit van de (eerstelijns)patiëntenzorg in achterstandsgebieden te verhogen. Dit wil het AOF bereiken door: Het initiëren en stimuleren van projecten gericht op problematiek van patiënten in achterstandsgebieden (die niet via de reguliere wijze gefinancierd kunnen worden). Het ondersteunen van huisartsenzorg door vermindering van de werkdruk en verhogen van werkplezier. In 2015 zullen de adviseurs van 1ste Lijn Amsterdam actief nieuwe en innovatieve ideeën aandragen op het gebied van achterstandsproblematiek.
Jaarplan 2015
Pagina 26 van 40
1ste Lijn Amsterdam
C.3 Gebiedsgerichte ondersteuning context De regioadviseurs zijn het aanspreekpunt voor het betreffende stadsdeel en beschikken over regionale kennis van de beroepsgroepen en hebben contact met relevante stakeholders. De regioadviseurs kennen de goed functionerende structuren/locaties. De huisartsen staan hierbij centraal en zijn daarom een belangrijke gesprekspartner. 1ste Lijn Amsterdam informeert de huisartsen over relevante ontwikkelingen in de wijk en huisartsen informeren elkaar over relevante ontwikkelingen in hun huisartsengroep. Multidisciplinaire samenwerking versterkt de eerste lijn en leidt tot meer integraliteit in de wijk. Alle activiteiten van 1ste Lijn Amsterdam zijn gericht om de multidisciplinaire wijkgerichte samenwerking te stimuleren. Bij de gebiedsgerichte ondersteuning wordt nadrukkelijk gebruik gemaakt van de ROSwijkscan. De ROS-wijkscan biedt naast inzicht in (de ontwikkeling van) de demografie en zorgvraag van een wijk ook inzicht in het actuele zorgaanbod en is daarmee een belangrijk hulpmiddel bij de beleidsdialoog tussen zorgpartijen en gemeente.
C.3 Gebiedsgerichte ondersteuning resultaat Op stedelijk niveau is na een besluit in het Preventieplatform4 een basisscan ontwikkeld die in 2015 aangeboden zal worden aan de (kwartiermakers) van de 22 gebieden. Met deze scan wordt een gebiedsgerichte analyse gemaakt en mogelijk een wijkplan ontwikkeld. Deze wijkscan zal minimaal tien maal worden ingezet en op basis daarvan zullen minimaal drie plannen worden gemaakt. In Noord, Zuidoost, Zuid, Nieuw-West en Oost ondersteunt 1ste Lijn Amsterdam diverse huisartsen- en huisartsen-specialisten overleggen. In de nieuwe Wijkzorggebieden worden wijkgerichte bijeenkomsten en/of GGZ-regiocarrousels georganiseerd om professionals in de nulde lijn en zorg en welzijn (sociaal domein) met elkaar te verbinden. Actuele thema’s zijn: samenwerking tussen welzijn en zorg (koppeling curatieve zorg met sociale wijkteams), langdurige zorg voor kwetsbaren, jeugdzorg, medicatieveiligheid en overgewicht.
4
In het Preventieplatform hebben zitting: Achmea, GGD, SIGRA, SAG, GAZO, HKA, Zorggroep Zuid, ROHA en 1ste Lijn Amsterdam
Jaarplan 2015
Pagina 27 van 40
1ste Lijn Amsterdam
1ste Lijn Amsterdam biedt ondersteuning aan de zorggroepen de programmatische multidisciplinaire zorg verder te ontwikkelen. Oriëntatie vindt plaats op mogelijkheden voor innovatie rondom de organisatie van wijkgerichte zorginfrastructuur. Bij het enthousiasmeren voor en stimuleren van wijkgerichte samenwerking zullen de regioadviseurs ook zorgverleners informeren over de Achmea module Organisatie Wijkgerichte Zorginfrastructuur. Samen met de ROHA en andere zorggroepen zullen we in 2015 minimaal vijf projecten opzetten in de lijn van de basisteams. Dit wil zeggen dat er groepen worden gevormd multidisciplinair waarin de verschillende zorgverleners waaronder de huisartsen elkaar kunnen vinden en gezamenlijk betere zorg kunnen bieden.
Centrum Op verzoek van professionals wordt een GGZ-regiocarrousel georganiseerd rondom de transitie jeugd en GGZ. Verder zullen er minimaal twee kleinschalige bijeenkomsten worden georganiseerd in samenwerking met het stadsdeel met betrekking tot wijkzorgnetwerken.
Noord In de drie wijkzorggebieden zullen samen met het stadsdeel kleinschalige bijeenkomsten worden georganiseerd: Hoe loopt de samenwerking nu, wat is er nodig om dit te verbeteren. Welzijn en de informele zorg zijn hier expliciet bij betrokken. Daarnaast is laaggeletterdheid een item in het oostelijk deel van Noord. Voor verschillende disciplines (huisartsenpraktijken, apotheken, fysiotherapie) zal daarom een training over dit onderwerp worden georganiseerd.
Oost In samenwerking met het stadsdeel worden in diverse overleggen activiteiten afgestemd, signalen opgevangen en waar mogelijk worden deze opgepakt. De overleggen zijn gericht op de ontwikkelingen in het stadsdeel, namelijk de wijkzorgteams en verdergaande samenwerking tussen zorg en welzijn. Ook vindt overleg plaats tussen huisartsen in Oost en tussen de huisartsen en het OLVG. Het resultaat is een betere samenwerking tussen professionals in de wijk.
Jaarplan 2015
Pagina 28 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Zuid Met de GGD en het stadsdeel wordt planmatig opgetrokken in de gebiedsgerichte ontwikkeling en vindt afstemming plaats over de activiteiten. Vanaf 1 januari 2015 wordt door het stadsdeel Welzijn op Recept in de Pijp geïmplementeerd. 1ste Lijn Amsterdam maakt het eerste kwartaal met het stadsdeel en welzijnsaanbieders afspraken hoe de huisartspraktijken hierin worden betrokken en welke taken wij hierin hebben. Er worden afspraken gemaakt over de rol van 1ste Lijn Amsterdam in bij het huisarts-specialistenoverleg VUmc.
West Afgelopen jaar zijn afspraken gemaakt over samenwerking tussen Combiwel en de huisartsen. In 2015 wordt verder ingezet op het bevorderen van de samenwerking tussen sociale wijkteams en huisartsen. Het streven is om tussen Combiwel en huisartsen afspraken te maken over verwijzing en terugkoppeling. Deze afspraken zullen geëvalueerd worden op wijkbijeenkomsten. Het resultaat is dat 60% van de huisartsen beter gebruik maken van het aanbod van welzijn en maatschappelijk werk in hun buurt. Ook zal ingezet worden op het bevorderen van samenwerking op het gebied van GGZ in Westerpark. Indien er voldoende draagvlak is onder de huisartsen mogelijk ook hier een GGZ-regiocarrousel.
Nieuw-West 1ste Lijn Amsterdam trekt samen met het stadsdeel, Achmea, GGD en de zorg- en welzijnsprofessionals op om zorg en welzijn beter op elkaar af te stemmen en de gezondheid van de bewoners van Nieuw-West te bevorderen. Middels de programma’s ‘Samen voor Osdorp Gezond’ en ‘Samen voor Slotermeer Gezond’ en in afstemming met de basisteams Osdorp en Slotermeer, de ontwikkeling van de wijkzorgteams, willen bovengenoemde partners de eerstelijnszorg en welzijn integreren, optimaliseren en beter laten aansluiten op de informele zorg. Focus ligt in beide gebieden op de psychosociale gezondheid en in Slotermeer ook op overgewicht; daar wordt het Pact Gezond Gewicht nadrukkelijk meegenomen. Er zijn plannen om in Slotervaart de samenwerking tussen de zorg- en welzijnspartners inzichtelijk te maken en te bevorderen. Hierbij wordt samen gewerkt met het Jan van Es Instituut.
Jaarplan 2015
Pagina 29 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Zuidoost In Zuidoost zijn groepsvoorlichtingsbijeenkomsten voor bewoners rond het thema: gezondheid en gezond leven gestart. In samenwerking met het stadsdeel en de GAZO wordt vastgesteld wat het vervolg hier op kan zijn. In de drie wijkzorggebieden zullen samen met het stadsdeel kleinschalige bijeenkomsten worden georganiseerd: Hoe loopt de samenwerking nu, wat is er nodig om dit te verbeteren. Welzijn en de informele zorg is hier expliciet bij betrokken.
Jaarplan 2015
Pagina 30 van 40
1ste Lijn Amsterdam
D. Zorg op de juiste plek D.1 Geboortezorg context In het kader van meer integratie van zorg wordt naast integreren van de huidige lijnen ook ingezet op substitutie van zorg die nu als medische indicatie geldt. Tevens wordt gekeken binnen de VSV’s of er meer taken van de (eerstelijns)verloskundige naar de kraamzorg kunnen worden overgeheveld. Het beleid van Achmea biedt ketenpartners binnen de geboortezorg mogelijkheden om nu al stappen te nemen naar volledige integratie in zorg en bekostiging in de toekomst. Voor individuele zorgverleners is volledige integratie een grote stap die begeleiding en ondersteuning vergt.
D.1 Geboortezorg resultaat Alle VSV's hebben een plan gemaakt en/of een stap gezet naar een volgend level van integrale samenwerking. Kennis en ervaring vanuit de pilot in Oost (afmaken van bevallingen met een mid-risk indicatie door de eerste lijn) wordt waar mogelijk in andere VSV's ingezet. 1ste Lijn Amsterdam ondersteunt de VSV’s in het maken van stappen van de huidige situatie naar meer integratie. Door middel van voorzitterschap van VSV-vergaderingen, ondersteuning bij het maken van een plan van aanpak en informeren van het veld over ontwikkelingen elders, wordt men mee genomen in een veranderende visie en worden te nemen stappen overzichtelijk en haalbaar. De lange termijndoelstelling is dat over drie jaar alle geboortezorg integraal wordt ingekocht. VSV’s zijn een vehicle om de integratie van zorg vorm te geven. Eind 2015 zijn alle zes de VSV’s een trede hoger gekomen op de CPZ-ladder. Huidige situatie is dat de VSV's gemiddeld op trede 2 staan en eind 2015 gemiddeld naar trede 3 gaan. Verder is eind 2015 een plan van aanpak geschreven voor de VSV’s om naar trede 4 te gaan.
Jaarplan 2015
Pagina 31 van 40
1ste Lijn Amsterdam
D.2 Farmacie context De 125 openbare apotheken hebben een duidelijke laagdrempelige wijkgerichte functie waar dagelijks duizenden Amsterdammers binnen komen voor allerlei vragen over gezondheid. Naast het verstrekken van medicatie en advies daarover is ook de nuldelijnszorg als laagdrempelige vraagbaak van belang. Hier hechten Amsterdammers veel waarde aan en is van belang voor preventie, doorverwijzing en geruststelling. In alle transities is het van belang om rondom de chronische patiëntenzorg naast huisartsen ook de apothekers structureel te benoemen. Medicatieveiligheid en medicatieoverdracht, therapietrouw en specifiek therapietrouw bij laaggeletterden zijn daarbij thema’s die samen met het FBA, SIGRA en EZDA in 2015 aangepakt zullen worden. D.2 Farmacie resultaat Therapietrouwproject bij laaggeletterden verder uitrollen in vijf FTO-groepen in achterstandswijken. Samen met de HKA en het FBA zorgen dat de wettelijke verplichtingen als doorgeven van labwaarden en reden van voorschrijven bij huisartsen bekend zijn en ook uitgevoerd worden. De apotheken gaan meten welke huisartsen wel/niet aan deze verplichtingen voldoen. Meetresultaten worden via de HKA of direct (aan de desbetreffende huisarts) gemeld. Knelpunten worden geïnventariseerd en indien nodig en mogelijk wordt gemeenschappelijk actie ondernomen. Doel: eind 2015 wordt door 50% van de huisartsen de genoemde verplichtingen nageleefd. Medicatieoverdracht tussen eerste en tweede lijn verbeteren. Toegang van voorschrijvers tot het landelijke EMD (Elektronisch Medicatie Dossier) kan daarbij een belangrijke rol spelen. Doel in 2015: via transmurale afspraken en overleggen (bijvoorbeeld Transmuraal Platform) de ziekenhuizen stimuleren om EMD informatie mee te nemen bij het voorschrijfproces.
Jaarplan 2015
Pagina 32 van 40
1ste Lijn Amsterdam
D.3 Ouderenzorg context 1ste lijn Amsterdam levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van en discussie rond proactieve ouderenzorg, onder andere in het bestuurlijk overleg met de gemeente. Daarnaast wordt bijgedragen aan de organisatie van de zorg voor dementerenden. Onder leiding van Cordaan, HKA en 1ste Lijn Amsterdam is het veld in 2014 middels denksessies gekomen tot een visie over goede geïntegreerde zorg voor kwetsbare ouderen. Er is sinds 2014 een praktische handleiding om de (pro actieve) ouderenzorg vanuit de huisartsenpraktijk te realiseren, gebaseerd op onderzoek van VUmc, AMC en de door de HKA ontwikkelde OPaH.
D.3 Ouderenzorg resultaat 1ste Lijn Amsterdam gaat actief op zoek naar minimaal drie huisartsengroepen die aan de slag gaan met ouderenzorg. 1ste Lijn Amsterdam zal hen daar in ondersteunen en een koppeling maken met de wijkzorgteams. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ROS-wijkscan Ouderenzorg die de buurt/wijk qua ouderenzorg goed in kaart kan brengen en kan men komen tot een plan voor de wijk/buurt. 1ste Lijn Amsterdam zal daarin een adviesrol op zich nemen. Vanaf 2015 is de Wet Langdurige zorg een feit en men verwacht dat er vooral bij de huisarts een toestroom van kwetsbare ouderen zal komen. 1ste Lijn Amsterdam vangt de geluiden op en heeft een rol als intermediair. 1ste Lijn Amsterdam zal samen met de HKA-werkgroep ouderen op zoek gaan naar innovaties rondom ouderenzorg. In 2015 wordt de invitational conference onder leiding van Cordaan, HKA en 1ste Lijn Amsterdam, over het opzetten van goede zorg voor kwetsbare ouderen, omgezet in brede-doe-sessies. Verder vindt er een discussie/scholing plaats: van stok naar stick in samenwerking met de HKA. Deze scholing is een verdieping van de ouderenzorg en de transities. Tenminste tachtig mensen zullen aanwezig zijn. Ook landelijk vindt er inzet plaats. Dit wordt apart beschreven bij B.3 Landelijk ROS-netwerk.
Jaarplan 2015
Pagina 33 van 40
1ste Lijn Amsterdam
D.4 GGZ context In 2014 is de basis-GGZ ingevoerd. Op praktijkniveau zijn initiatieven ontwikkeld tot het maken van afspraken rondom verwijzing maar het tempo verschilt erg per praktijk. Het is van belang de samenwerking tussen de partners in de wijk te blijven stimuleren. De gevolgen van de terugstroom van patiënten vanuit de specialistische GGZ wordt in de stad opgemerkt. En de urgentie van het maken van goede transmurale afspraken over een terugverwijzing vanuit de specialistische GGZ naar de huisarts wordt gevoeld. Vanaf 2015 treedt het vernieuwde jeugdstelsel in werking en komt jeugd GGZ onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Binnen Amsterdam zijn Ouder en Kind Teams opgericht die laagdrempelig in de wijk opvoedondersteuning en jeugd GGZ aanbieden. De gemeente heeft in 2014 door middel van pilots in Zuid en Slotermeer de eerste aanzet gedaan om te experimenteren met deze Ouder en Kind Teams. De resultaten van deze pilot zullen worden gebruikt om de transitie in de andere wijken vorm te geven. Deze transitie heeft consequenties voor de inrichting en doorverwijzing binnen de jeugd GGZ. Welke dit zijn zal gedurende 2015 duidelijk worden.
D.4 GGZ resultaat 1ste Lijn Amsterdam organiseert en begeleidt een reeks van overleggen met als doel: het maken van transmurale afspraken over de terug verwijzing van chronische stabiele patiënten naar de huisarts, tussen de specialistische GGZ-instellingen en de huisartsen. Welke patiënten kunnen terugverwezen worden naar de huisarts en onder welke voorwaarden. Tevens wordt geïnventariseerd wat er hierover naar de gemeente Amsterdam moet worden gecommuniceerd omdat deze terugstroom ook consequenties heeft voor de middelen die in de wijk voor deze doelgroep moeten worden ingezet. Met het veranderen van de GGZ-financiering zijn preventiegroepen in de wijk gestopt. In samenwerking met de denktank GGZ en de werkgroep HKA wordt gekeken of het opzetten van preventiegroepen vanuit de POH-GGZ financiering haalbaar is. Ook de andere ontwikkelingen rondom de POH-GGZ inzet en het ontstaan van wachtlijsten zullen actief worden gevolgd zodat ingezet kan worden op het maken van afspraken tussen wijkpartners betrokken bij GGZ-patiënten. Doel is dat eind 2015 60% van de praktijken een POH-GGZ heeft en 90% in 2018. De GGZ-eis van Achmea over de screener is van invloed op het percentage.
Jaarplan 2015
Pagina 34 van 40
1ste Lijn Amsterdam
D.5 Palliatieve thuiszorg context Palliatieve thuiszorg heeft het doel de zorg aan de patiënt (en zijn naasten), die te maken heeft met een levensbedreigende aandoening, in de eerstelijnszorg te verbeteren. Vooral de huisarts en de wijkverpleegkundige zijn de professionals die in de eerstelijnszorg werkzaam zijn en die een cruciale rol hebben in de palliatieve thuiszorg. Door samen met een inhoudelijk deskundige regelmatig met elkaar palliatieve patiënten te bespreken, wordt aan de hand van de PaTz-methodiek proactief toegewerkt naar betere palliatieve zorg. In 2015 start het Nationaal Programma Palliatieve Zorg (NPPZ), waarbij zeven consortiumregio’s zijn gevormd. Amsterdam is daar één van en werkt daarbij onder andere samen met de Expertisecentra Palliatieve Zorg VUmc en AMC, Netwerk Palliatieve zorg Amsterdam/Diemen en IKNL.
D.5 Palliatieve thuiszorg resultaat Toekomstbeeld is om in 2017 in alle stadsdelen één (of meerdere) PaTz-groepen op te zetten. Voor 2015 zal in de volgende stadsdelen minimaal één PaTz-groep zijn: Noord, Zuidoost, West en Nieuw-West. Hierbij zal aansluiting gezocht worden bij de bestaande samenwerkingsnetwerken/wijkgerichte infrastructuur. In het kader van het NPPZ heeft het consortium Amsterdam PaTz in hun plannen opgenomen. In samenwerking met het Nascholingsbureau zullen nascholingsactiviteiten georganiseerd worden. Waarschijnlijk wordt een cyclus aangeboden waarbij verschillende facetten van de palliatieve zorg wordt belicht. Verder zal er in 2015 aandacht zijn voor nascholingsactiviteiten omtrent beslissingen rondom het levenseinde in complexe situaties.
Jaarplan 2015
Pagina 35 van 40
1ste Lijn Amsterdam
D.6 Versterking Geïntegreerde Eerstelijnszorg context De gewenste substitutie van eerste naar nulde lijn en de transities vereist versterking van de eerstelijnszorg en meer integratie en samenwerking tussen de partners binnen de eerstelijnszorg, welzijn en de informele zorg in de buurt, in de wijk. Ook de nieuwe module ‘Organisatie Wijkgerichte Zorginfrastructuur’ van Achmea nodigt zorgverleners in de eerste lijn uit om de wijkgerichte samenwerking nader vorm te geven. Zorggroepen zullen zich gaan oriënteren op hun rol en mogelijkheden ten aanzien van de organisatie van de wijkgerichte zorginfrastructuur. De gewenste substitutie van tweede naar eerste lijn vereist eveneens een versterking van de eerste lijn en daarnaast transmurale afspraken/samenwerking. De bestaande transmurale afspraken binnen de ketenzorg voor DM, COPD en CVRM moeten worden nageleefd om een verantwoorde verschuiving van zorg plaats te laten vinden. Het in 2014 opgerichte Transmuraal Platform BOS gaat dit voor DM en CVRM stimuleren in de regio’s rondom het BovenIJ ziekenhuis, OLVG en Sint Lucas Andreas Ziekenhuis. Aansluiting van de andere Amsterdamse regio’s op de activiteiten van Transmuraal Platform is van belang voor de stedelijke uniformiteit. De HKA-werkgroep Stedelijke Ketenzorg, ondersteund en geadviseerd door 1ste Lijn Amsterdam, houdt de stedelijke ontwikkelingen in de gaten en heeft de ambitie om deze, waar mogelijk en wenselijk, op elkaar af te stemmen, in afstemming met de Amsterdamse zorggroepen.
D.6 Versterking Geïntegreerde Eerstelijnszorg resultaat 1ste Lijn Amsterdam heeft bij de totstandkoming van wijkzorg in alle Amsterdamse wijken de betrokken kwartiermakers geadviseerd en heeft tevens een verbindende en informerende rol gespeeld ten behoeve van de huisartsenpraktijken en wijkverpleegkundigen. 1ste Lijn Amsterdam heeft minimaal vier huisartsengroepen en zorggroepen begeleid en geadviseerd bij de invulling van de module ‘Organisatie Wijkgerichte Zorginfrastructuur’ teneinde vorm te geven aan geïntegreerde eerstelijnszorg en de samenwerking met welzijn en informele zorg. De mogelijke rollen van de zorggroepen bij deze wijkgerichte ontwikkelingen zijn nader onderzocht en waar mogelijk ook concreet vorm gegeven met behulp van begeleiding en advisering van 1ste Lijn Amsterdam.
Jaarplan 2015
Pagina 36 van 40
1ste Lijn Amsterdam
De ontwikkelingen van het Transmuraal Platform worden stedelijk onder andere via de HKA-werkgroep Stedelijke Ketenzorg, met de zorggroepen afgestemd. Waar behoefte is en waar mogelijkheden zijn, worden deze ontwikkelingen in de regio’s VUmc, AMC en Slotervaartziekenhuis besproken en mogelijk (deels) uitgerold. Hierbij valt te denken aan het geactualiseerde (transmurale) protocol voor DM. Voor de nog bestaande GEZ in Zuid vindt ondersteuning plaats van de werkgroepen GGZ en Doelmatigheid door een adviseur van 1ste Lijn Amsterdam. 1ste Lijn Amsterdam gaat samen met instanties van de informele zorg (Vrijwilligersacademie en de Regenboog) en Achmea een SAG-aanvraag schrijven om informele zorg beter aan te laten sluiten aan de formele zorg.
Jaarplan 2015
Pagina 37 van 40
1ste Lijn Amsterdam
De interne organisatie Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is ‘het gezag in laatste instantie’. De Raad ziet toe op de bestuurlijke kwaliteit van stichting 1ste Lijn Amsterdam. Functioneren de Raad van Toezicht en de directeur/bestuurder naar behoren? Is de inrichting van de organisatie goed? Is de begroting gedegen? En is het werkplan maatschappelijk relevant? De Raad van Toezicht is onafhankelijk. In de samenstelling is gezorgd voor een goede mix van mensen met ervaring in het veld en mensen met ervaring in het management en bestuur. De Raad van Toezicht komt jaarlijks vier tot vijf keer bijeen.
Raad van Advies De Raad van Advies geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de directie. De Raad richt zich daarbij op de versterking van de eerstelijnszorg in de regio, de transparantie naar de beroepsgroepen, de kwaliteit van de producten, de klantvriendelijkheid en de verantwoording van de zogenaamde ROS-gelden. In de Raad van Advies zitten vertegenwoordigers van de beroepsgroepen en drie externe deskundigen. De Raad van Advies komt jaarlijks drie tot vier keer bijeen.
Personeel 1ste Lijn Amsterdam heeft een personeelsbestand van 24 medewerkers (18,46 fte) Naast de directeur/bestuurder bestaat het team uit een coördinator interne bedrijfsvoering, directiesecretaresse/communicatiemedewerker, medewerker ICT, adviseurs, projectmedewerkers en het kernsecretariaat. Medewerkers van personeel & organisatie en financiën worden ingehuurd van Huisartsenposten Amsterdam. Verder wordt soms expertise ingehuurd als dit niet in huis is. Ondanks dat wij ernaar streven onze personeelssamenstelling zoveel mogelijk een afspiegeling van de Amsterdamse bevolking te laten zijn, gaat ons diversiteitbeleid verder dan het voeren van uitsluitend een doelgroepenbeleid. Onze definitie van diversiteitbeleid is: beleid dat erop is gericht optimale en duurzame inzetbaarheid en productiviteit van alle medewerkers te bereiken, rekening houdend met al hun verschillen én overeenkomsten.
Jaarplan 2015
Pagina 38 van 40
1ste Lijn Amsterdam
1ste Lijn Amsterdam is ervan overtuigd dat door uitvoering te geven aan ons diversiteitbeleid, onze prestaties en producten verbeteren en het welzijn en de tevredenheid van onze medewerkers bevorderd. Ook aan de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers wordt de komende jaren veel aandacht besteed. Dit doen wij door scholing, competentiemanagement, functioneringsgesprekken en het maken van persoonlijke ontwikkelplannen en individuele werkplannen. Ook worden 8-wekelijkse voortgangsgesprekken gevoerd. Naast persoonlijke ontwikkeling aan de hand van competenties draagt zowel gezamenlijke als individuele scholing ook bij aan de groei van de deskundigheidsontwikkeling van de medewerker.
Personeelsvertegenwoordiging De personeelsvertegenwoordiging zal net als in 2014 ook in 2015 de focus hebben op personeelsbeleid, de toekomstbestendige organisatie en de relatie daartussen. Dit doen zij onder meer door regelmatig overleg onderling, met de directeur en het raadplegen van de medewerkers.
Kwaliteitsbewaking Great Game of Business 1ste Lijn Amsterdam is in april 2014 gestart met de Great Game of Business, een programma dat organisaties helpt direct hun resultaten te verbeteren door het creëren van eigenaarschap in de hele organisatie. De organisatie speelt gezamenlijk een game wat een nuttige bijdrage levert voor onze nieuwe koers, we verwerven meer inzicht in onze meerwaarde en kunnen dat nu beter kwantificeren en uitdragen. Alle medewerkers leveren een bijdrage en worden meteen vanaf de start in staat gesteld hun kennis, vaardigheid en ervaring in te zetten om concrete doelen te realiseren. Het traject bestaat uit drie games, de eerste game is in september afgerond, de tweede game wordt in januari afgerond en in de loop van 2015 volgt de laatste game. Balance Scorecard De balance scorecard is een instrument voor het strategisch management, waarbij visie en strategie worden vertaald in meetbaar gereedschap. 1ste Lijn Amsterdam werkt sinds 2010 met de balance scorecard. Dat zorgt ervoor dat harde gegevens qua personeel, klanten, financiën en processen beter in kaart worden gebracht en het beleid daarop wordt aangepast. In 2014 is de balance scorecard aangepast op advies van de raad van toezicht. In 2015 zal met dezelfde balance scorecard worden gewerkt.
Jaarplan 2015
Pagina 39 van 40
1ste Lijn Amsterdam
Instituut Nederlandse Kwaliteit In 2011 heeft de directie het INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit) in de organisatie geïmplementeerd. Het INK-model is een breed gebruikt managementmodel en is bedoeld voor organisaties om een zelfevaluatie uit te voeren. Door middel van het INKmodel wordt de volwassenheid van de organisatie bepaald en worden verbeterpunten geïdentificeerd. In de meerjarenfilosofie 2014–2016 wordt met de INK-bril naar de organisatie gekeken
Jaarplan 2015
Pagina 40 van 40
1ste Lijn Amsterdam