Inkoop Sociaal Domein Regio Centraal Gelderland Instapcriteria en Programma van Eisen 1e CONCEPT - ter bespreking bij overlegtafels 19 mei Versie 12 mei 2016 Leeswijzer Hieronder treft u de eerste versie van de concept-instapcriteria en het concept-programma van eisen aan voor de producten en/of diensten die de gemeenten in de regio Centraal Gelderland in willen kopen. Dit document is opgebouwd uit eisen die gesteld worden aan de organisaties zelf (de instapcriteria) en de eisen die worden gesteld aan de uitvoering van de dienstverlening (het programma van eisen, ookwel PvE genoemd). Allereerst zijn de eisen beschreven die voor alle producten gelden (tenzij anders vermeld in een specifieke eis). Vervolgens zijn er voor een aantal specifieke onderwerpen nog aanvullende eisen beschreven, te weten: Jeugdbescherming en jeugdreclassering Drang Beschermd wonen Deze aanvullende eisen, die dus ook alleen voor die onderwerpen gelden, staan beschreven op pagina 8 en verder. Voor het perceel Maatschappelijke opvang zijn de gestelde eisen niet van toepassing en zal aan de overlegtafel discussie plaatsvinden over het volgende thema: Maatschappelijke opvang – “Transformatie van de crisisopvang”. De eisen ten aanzien van tarieven en financien (eisen 36 t/m 46) zullen besproken worden aan de tarief-overlegtafels. Die komen bij de instapcriteria/PvE-overlegtafels niet aan de orde. Wij verzoeken u om op 19 mei of via de digitale overlegtafels feedback te geven op dit concept, zodat wij aanvullingen en verbeteringen kunnen overwegen en waar nodig doorvoeren. Om die reden vragen wij u op 19 mei en via de digitale overlegtafel vooral met tekstsuggesties te komen per eis, indien uw organisatie van mening is dat een bepaalde eis of instapcriterium anders geformuleerd moet worden. Uw aanvullingen op de teksten zullen op 19 mei ter plekke genoteerd worden. Bij een aantal criteria en eisen staan specifieke vragen vermeld, waarvan wij graag uw input vernemen op 19 mei of via de digitale overlegtafel. Daarnaast zullen een aantal instapcriteria en eisen in het vervolgproces nog meer SMART geformuleerd worden. Indien u suggesties heeft over hoe een bepaald instapcriterium of een eis beter SMART kan worden geformuleerd, dan nodigen wij u uit om deze suggestie naar voren te brengen.
1
Instapcriteria Alle percelen 1. Accountantsverklaring De zorgaanbieder heeft over het boekjaar 2015 een goedkeurende controleverklaring en verklaart dit. Indien de gemeente dit wenst dient zorgaanbieder op eerste verzoek binnen vijf werkdagen te zorgen voor een afschrift van deze goedkeurende accountantsverklaring.
2.
3.
4.
5.
6.
7. 8.
9. 10.
11.
Voor zorgaanbieders die in de Regio Centraal Gelderland een kleinere gesommeerde omzet hebben dan €50.000, geldt de verplichting van goedkeurende controleverklaring niet. Voor deze zorgaanbieders geldt de eis dat zij een rechtspersoon is en daarmee verplicht is een jaarrekening op te stellen. De zorgaanbieder beschikt minimaal over een vastgesteld kwaliteitshandboek. Verzoek aan de deelnemers: geef aan wat de gemeenten minimaal van de aanbieders moeten vragen over dit punt? Verzekering De zorgaanbieder is verzekerd tegen de gevolgen van de aansprakelijkheid voortvloeiende uit de wet of deze voorwaarden. De verzekeringsdekking dient gedurende de gehele contractperiode in stand te worden gehouden. Indien de gemeente dit wenst dient zorgaanbieder op eerste verzoek binnen 3 werkdagen te zorgen voor afschriften van de polis(sen), zodat de gemeente kan controleren of de zorgaanbieder voldoende verzekerd is tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid. Vergunningen De zorgaanbieder is in het bezit van alle verplichte vergunningen voor de uitvoering van de te leveren dienstverlening. Dit instapcriterium worden nader gespecificeerd naar perceel. Bijvoorbeeld: Lidmaatschap beroepsvereniging Registratie Stichting Kwaliteitsregister Jeugd Opleidingsniveau uitvoerend personeel Certificaten Verzoek aan de deelnemers: geef aan welke criteria dit per perceel zouden moeten zijn. Wet Normering Bezoldiging Zorgaanbieder conformeert zicht aan de Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sectoren. Voor de gemeente Arnhem geldt de Kaiser-norm, indien een zorgaanbieder 75% van de regionale omzet voor de gemeente Arnhem maakt. De zorgaanbieder garandeert, voor zover in het met hem gecontracteerde perceel van toepassing, dat hij voldoet aan alle (kwaliteits)eisen die voor zijn zorgfunctie voortvloeien uit de toepasselijke toepasselijke wet- en regelgeving. De zorgaanbieder dient te voldoen aan de voor zijn dienstverlening van toepassing zijnde wetten. De zorgaanbieder beschikt over een personeelsbestand dat een passend opleidingsniveau heeft voor de aangeboden dienstverlening. Voor lichte zorg zet de zorgaanbieder minimaal personeel in met opleidingsniveau 3, voor zorg midden opleidingsniveau 4 en voor zware zorg en supervisie minimaal opleidingsniveau 5. De opleiding is gerelateerd aan het sociaal domein (SPH, SPW, MDW, Verpleegkundige plus paramedische beroepen). “Bewijzen van kunnen” van de medewerkers worden op verzoek jaarlijks overgedragen aan gemeenten. Systematische kwaliteitsbewaking door de jeugdhulpaanbieder Voor de zwaardere vormen van jeugdhulp sluiten de kwaliteitseisen aan bij de bestaande kwaliteitswetgeving inzake de zorg: Kwzi, WKcz (klachtenrecht), Wmcz (medezeggenschap) en Wtzi De zorgaanbieder handelt conform de Norm van verantwoorde hulp, inclusief de verplichting om geregistreerde professionals in te zetten.
2
Wanneer in het Besluit Jeugdwet wordt gesproken over een ‘geregistreerd professional’, betekent dit dat deze professional moet zijn geregistreerd in een beroepsregister dat door de Jeugdwet is erkend. In het Besluit Jeugdwet worden twee typen geregistreerde professionals beschreven: Geregistreerde jeugdprofessional: beroepsbeoefenaar die is ingeschreven in het Kwaliteitsregister Jeugd. Vanaf 1 januari 2016 moeten jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers geregistreerd zijn in het Kwaliteitsregister Jeugd om nog ingezet te kunnen worden voor het verlenen van jeugdhulp en jeugdbescherming Geregistreerde professional: geregistreerde jeugdprofessional of beroepsbeoefenaar die als arts, verpleegkundige, gezondheidszorgpsycholoog of psychotherapeut is ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG Vanaf 1 januari 2015 moeten werkgevers in het kader van de Jeugdwet werken met geregistreerde professionals volgens de norm van verantwoorde werktoedeling. De norm van de verantwoorde werktoedeling bepaalt dat werkgevers rekening moeten houden met de specifieke kennis en vaardigheden van de (geregistreerde) professional als zij die werk geven. Anders gezegd: de kennis en vaardigheden van de professional moeten passen bij de taken die aan de professional worden toebedeeld. Overigens geldt dit voor alle professionals: geregistreerd of niet geregistreerd. De norm betekent bovendien dat de geregistreerde professionals kunnen werken volgens hun professionele standaarden. Professionele standaarden zijn de normen die staan in onder andere de beroepscode, vakinhoudelijke richtlijnen en veldnormen. Gecertificeerde instellingen voldoen aan de eisen van het normenkader De richtlijnen voor de certificerende instelling zijn opgenomen in het Certificatieschema voor toetsing van het kwaliteitsmanagementsysteem van uitvoerende organisaties voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.(keurmerkinstituut) Wetten van de gezondheidszorg blijven gelden voor de Jeugd-GGZ (o.a. BIG) Algemene eisen voor alle percelen Eis 1. Voor de gemeenten ligt er voor de komende jaren een aanzienlijke veranderopgave. Van zorgaanbieders wordt verwacht dat zij hier in hun inschrijving op anticiperen. Specifiek willen gemeenten dat zorgaanbieders in hun inschrijving beschrijven op welke manier ze: lichtere vormen van zorg en ondersteuning inzetten die zorginzet vanuit de specialistische zwaardere zorg verkorten of de resultaten ervan verbeteren; bijdragen aan een meer integrale en / of multidisciplinaire dienstverlening met als doel het leveren van betere of goedkopere zorg. Deze opgave voor zorgaanbieders dient zich in de regel te vertalen in een krimp in de realisatie ten opzichte van voorgaande jaren. In de inschrijving dient de zorgaanbieder deze krimp inzichtelijk te maken. Eis 2. De Regio Centraal Gelderland verwacht van zorgaanbieders dat ze aantoonbaar de zelfredzaamheid van de inwoners stimuleren, en waar nodig compenseren of ondersteunen. Ook zal de zorgaanbieder aantoonbaar investeren in het afschalen van zorg, dat wil zeggen het verkorten van zorgzwaarte en zorgduur. De afschaling van zorg zal per traject omschreven worden in het ondersteuningsplan. Eis 3. Ondersteuningsplan De zorgaanbieder stelt bij aanvang van elk traject een plan van aanpak of een hulpverleningsplan/ondersteuningsplan op en dient deze (op verzoek) in bij de lokale toegang. Aan dit plan van aanpak worden nader eisen gesteld over verplichte onderdelen die van het plan deel moeten uitmaken, maar in ieder geval de volgende zaken: Wat willen we bereiken? Op welke onderdelen? Binnen welk tijdsbestek? De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de motivering in een doel niet gehaald wordt en het beschrijven van de wijze waarop de gestelde doelen wel behaald worden. Eis 4. Jaarlijks levert de zorgaanbieder evaluatieplannen aan over de lopende trajecten. Of in geval van afloop van de indicatie levert de zorgaanbieder acht weken voor afloop indicatie een evaluatieplan aan. Eis 5. De zorgaanbieder betrekt zoveel mogelijk het netwerk van de cliënt bij de ondersteuning.
3
Eis 6.
Eis 7.
Eis 8. Eis 9. Eis 10. Eis 11.
Eis 12.
Eis 13.
Eis 14.
Eis 15.
Eis 16.
Eis 17.
Eis 18.
De zorgaanbieder sluit aan bij het uitgangspunt 1 gezin – 1 plan – 1 regisseur. Indien een ondersteuningsplan al aanwezig is, sluiten alle plannen voortvloeiend uit de in te zetten hulp aan op dit plan. Deze worden afgestemd met de inwoner en regisseur. Casusregie Wanneer meerdere aanbieders bij een traject betrokken zijn, zal een casusregisseur worden aangewezen. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor een effectieve casusregie en heeft personeel in dienst die kwalitatief hoogwaardig casusregie kunnen voeren. Indien een zorgaanbieder casusregie voert die ondermaats is, zal die zorgaanbieder het volgende half jaar geen casusregie-verzoeken meer krijgen. De zorgaanbieder declareert zorg onder juiste toepassing van het woonplaatsbeginsel. In geval van een vermoeden van verkeerde toepassing van de woonplaats is de zorgaanbieder verantwoordelijkheid voor het signaleren van dit vermoeden bij de opdrachtgevende gemeente. De zorgaanbieder conformeert zich aan de toeleidingsprocedure die door de deelnemende gemeenten wordt gehanteerd. De zorgaanbieder zorgt voor een goede doorstroom, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de behandeling. De zorgaanbieder heeft een acceptatieplicht. De zorgaanbieder werkt mee aan het binnen vijf dagen bieden van die zorg die nodig is en biedt zo nodig een alternatief gedurende een overbruggingsperiode. Indien dit niet gebeurt kan de gemeente de opdracht terug nemen. De zorgaanbieder is verplicht zijn informatievoorziening over zijn producten en diensten aan burgers up to date houden en daar waar van toepassing via lokale digitale toepassing (webportal) beschikbaar te stellen. De definitie van de producten zoals die zijn opgenomen in de NZA-beleidregels uit 2014 zijn leidend. Bij nieuwe producten gelden de dan te ontwikkelen beleidsregels. Verzoek aan de deelnemers: zijn alle NZA-beleidsregels gewenst als definitie van de producten? Zorgaanbieder houdt zich bij de verlening van hulp aan de toepassing van de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, de meldplicht calamiteiten en de meldplicht geweld. Verder zal de zorgaanbieder het meldpunt discriminatie en pesten in voorkomende gevallen gebruiken. Calamiteiten Zorgaanbieder meldt iedere calamiteit en ieder geweldsincident onverwijld aan de aangewezen toezichthoudend ambtenaar bij de gemeente waar de calamiteit zich voordoet. De zorgaanbieder gebruikt een format van de gemeente over de wijze van melding. Verwijzen Indien naar jeugdhulp is verwezen door een geautoriseerde verwijzer (jeugdarts, huisarts of medisch specialist) dient de zorgaanbieder de gemeente hierover binnen 5 werkdagen (via een elektronisch bericht JW315) te informeren. De meldingen bevatten ten minste de volgende gegevens: Naam van de cliënt en BSN van de cliënt; Naam van gezagsdrager of voogd; De prestatie die in rekening wordt gebracht en het tarief, behorend bij de prestatie, dat in rekening wordt gebracht; NAW gegevens van de wettelijke geautoriseerde verwijzer; NAW gegevens van de zorgaanbieder; Indicatie van de duur van de hulp. De zorgaanbieder houdt het volume (aantal bekostigingseenheden) en de kosten (op basis van tarieven) van deze verwijzingen bij. Zij rapporteren hier maandelijks over. Zorgaanbieder heeft een effectieve en laagdrempelige regeling vastgelegd voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van gedragingen van de aanbieder of haar medewerkers jegens een cliënt. De zorgaanbieder rapporteert bij afronding van een traject over het behaalde resultaat. Daarbij wordt aangegeven waarom de doelen al dan niet behaald zijn. Bij langere trajecten (nader beschrijven) rapporteert de zorgaanbieder tussentijds over de voortgang.
4
Eis 19. De zorgaanbieder levert de producten die gecontracteerd zijn. Iedere individuele gemeente waarvoor de zorgaanbieder een specifiek product heeft aangeboden, kan het product op ieder moment afroepen. Eis 20. Voor het terugtrekken van een product door een zorgaanbieder geldt een opzeggingstermijn van zes maanden. Tevens geldt de zorgaanbieder verantwoordelijk is voor een warme overdracht. Eis 21. Er geldt een maximum wachttijd van de cliënt tussen aanmelding en aanvang van ondersteuning. Deze wachttijd is XXX [nader te bepalen] . Deze wachttijd verschilt per product. De aanbieder ontvangt een bonus van XXX indien voor alle cliënten in een half jaar binnen de afgesproken wachttijd de ondersteuning is ingezet. Indien de zorgaanbieder drie keer de wachttijd overschrijdt wordt het product van die zorgaanbieder uit de productenlijst verwijderd. Eis 22. Als zorgaanbieder voornemens is een cliëntenstop in te stellen, moet de zorgaanbieder minimaal twee weken van tevoren de gemeente informeren. Vervolgens kan in overleg worden getreden over acties/oplossingen. Eis 23. In geval van tussentijdse stopzetting van een zorgtraject (bijvoorbeeld als de cliënt te complex is of de problematiek niet goed behandeld kan worden) is de zorgaanbieder verantwoordelijk voor een warme overdracht aan de zorgaanbieder die het traject overneemt. Deze overdracht vind in afstemming met de toewijzer plaats. Eis 24. De gemeentes willen in geval van op- en afschaling zo min mogelijk switchen tussen zorgaanbieders. Om die reden geniet het de voorkeur dat een zorgaanbieder zowel lichte, midden als zware zorg kan bieden. Het is in het belang van de cliënt als er één organisatie aanspreekbaar is op het volledige traject en er één werkwijze en contactpersoon is. In het geval dat een cliënt in het kader van afschaling toch overgaat naar een andere zorgaanbieder, dan blijft de initiële zorgaanbieder verantwoordelijk voor de coördinatie en aanspreekbaar op de voortgang en de kwaliteit van het gehele traject. Eis 25. In geval van een hiaat in het aanbod heeft de zorgaanbieder een inspanningsverplichting om tegen gelijke kosten een passende en adequate invulling te regelen. (bijvoorbeeld begeleiding ma t/m za). Eis 26. De zorgaanbieder geeft invulling aan Social Return. De zorgaanbieder beschrijft op maximaal 1 A4 welke mogelijkheden de zorgaanbieder heeft m.b.t. de invulling van Social Return. Vraag aan de deelnemers: wat is haalbaar bij kleine aanbieders? Eis 27. Zorgaanbieder beschikt over en voert een vastgelegd privacybeleid. Daarnaast conformeert Zorgaanbieder zich aan de eisen omtrent gegevensverwerking (privacy en toestemming) zoals opgenomen in het wetsvoorstel Wmo 2015 hoofdstuk 4 en de Jeugdwet hoofdstuk 7. Indien de zorgaanbieder zijn verplichtingen uit hoofde van deze eis niet nakomt, zal De zorgaanbieder onmiddellijk, zonder dat enige verdere actie of formaliteit is vereist, jegens de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete verbeuren. De hoogte van de boete betreft € 1.500,- per gebeurtenis, onverminderd het recht van de gemeente op volledige schadevergoeding.
Programma van eisen Jeugdhulp Eis 28. De zorgaanbieder beschikt over professionele vaardigheden en kennis met betrekking tot de aanpak van kindermishandeling. Hierbij dient de door het NJi opgestelde “Competenties in relatie tot de aanpak van kindermishandeling”, als leidraad. Eis 29. De zorgaanbieder – indien van toepassing - levert de inspanning om te zorgen voor voldoende veilige pleegzorgplaatsen in de regio Centraal Gelderland. Eis 30. De zorgaanbieder Jeugd GGZ is verplicht de spelregels rondom de registratie van de DBC’s te volgen. Het document “spelregels DBC registratie GGZ 2015” is te downloaden via www.dbconderhoud.nl. Ook volgt de “handleiding DBC’s” zoals die door de gemeenten ins opgesteld. Bij wederzijdse goedkeuring kunnen partijen besluiten om de dbc-systematiek los te laten. Eis 31. De zorgaanbieder Jeugd GGZ volgt de registratieverplichtingen, informatieverplichtingen, transparantieverplichtingen zoals vastgelegd in de Nadere regelingen GGZ (NR/CU-538
5
Eis 32.
Eis 33.
Eis 34. Eis 35.
en 539) of de opvolger daarvan. Daar waar zorgautoriteit en zorgverzekeraar staat, moet u gemeente lezen. De zorgaanbieder Jeugd GGZ past hoofdbehandelaarschap toe conform de brief van de minister van VWS aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 2 juli 2013 betreffende het Hoofdbehandelaarschap GGZ (kenmerk 129353-106301-CZ). De zorgaanbieder Jeugd GGZ past de ROM toe als instrument voor de meting van de effectiviteit van behandeling van jeugdige. De zorgaanbieder levert periodiek een ROM-rapportage aan. Zorgaanbieder maakt indien van toepassing gebruik van de verwijsindex risicojongeren (VIR). De zorgaanbieder ondertekend het “samenwerkingsconvenant VIRA”. Jeugdzorgaanbieders dragen zorg voor een goede doorgaande zorglijn van 18- naar 18+. Daartoe starten zij, samen met de jeugdige, op 16 jarige leeftijd met het maken van een toekomstplan. De regisseur vanuit het lokale (zorg)team wordt daar uitdrukkelijk bij betrokken. Netwerkondersteuning maakt nadrukkelijk onderdeel uit van het toekomstplan.
Tarieven en overige financiële eisen Eis 36. De vervoerscomponent van cliënten maakt geen deel uit van het tarief, aangezien het vervoer niet wordt gecontracteerd binnen deze aanbesteding. Eis 37. Ten aanzien van DBC’s zal onderhanden werk wordt gefinancierd zoals in de handreiking DBC is beschreven. Eis 38. De tarieven zullen jaarlijks verhoogd worden met de OVA. Dit zal jaarlijks gebeuren op 1 januari van het volgende jaar. Eis 39. No-show kan niet worden gedeclareerd en no-show--tarieven worden niet geaccepteerd. Eis 40. De zorgaanbieder is verplicht direct te melden als deze onder toezicht van de inspectie staat. De zorgaanbieder deelt het inspectierapport met de gemeenten. Eis 41. Alleen na instemming van de gemeenten is wijziging van ingediende producten mogelijk. Een wijziging kan in principe alleen budgetneutraal plaatsvinden. Eis 42. Nader beschrijven wat de procedure is In geval van faillissement. Eis 43. Er zal geen bevoorschotting plaatsvinden, uitbetaling vindt alleen plaats na declaratie. Eis 44. Voor financiële sturing van het totale budget sociale domein wordt gewerkt met budgetplafonds. Deze budgetplafonds zijn per gemeente vastgesteld. Voor een verwachte overschrijding van het budgetplafond is melding bij de betreffende gemeente noodzakelijk, bij het bereiken van 80% van het budgetplafond. Verder is er geen sprake van afnameverplichting of budgetgarantie. Voor de gelijke percelen van 2016 is het budgetplafond 2017 gelijk aan het budgetplafond 2016. De grens van omzet waarbij een budgetplafond wordt bepaald is nog vast te stellen, van belang voor toetreding van nieuwe zorgaanbieders. Deze richtlijn is gezamenlijk, tenzij individuele gemeenten in uitzonderlijke gevallen aanleiding zien om in een specifiek geval af te zien van deze lijn. Eis 45. Aanpassing van het budgetplafond gedurende het jaar Op dit moment contractueel geregeld dat op basis van de aangeleverde prognose het budgetplafond aangepast kan worden. Als bovenstaande eis erin staat, kan dit weer worden gebruikt. Mogelijk wel opnemen hoe de prognose te berekenen. Eis 46. De gemeente en de zorgaanbieder informeren elkaar zo spoedig mogelijk over dreigende problemen die een risico kunnen opleveren voor de nakoming van hun verplichtingen.
Informatievoorziening en verantwoording Eis 47. Monitoring Met het oog op verantwoording (aan burgers, gemeenteraden en aan de ministeries), toetsing en verbetering van beleid, sturing van het operationele proces (budgetbeheersing, management van de Toegang en contractbeheer) en beoordeling van prestaties, kwaliteit en kosten zal de gemeente periodiek gegevens verzamelen. De zorgaanbieder zal in het kader hiervan gegevens verstrekken. Eis 48. De zorgaanbieder is verplicht maandelijks de verantwoordingsinformatie (volume en kosten) te verstrekken. De gemeenten kunnen eisen stellen aan het format waarin en het platform waarop de cijfers worden aangeleverd. Eis 49. Berichtenuitwisseling
6
Eis 50. Eis 51.
Eis 52.
Eis 53.
Eis 54.
Eis 55.
Eis 56.
Iedere zorgaanbieder werkt met Vecozo. Voor de uitwisseling van berichten tussen de gemeente en de zorgaanbieder (o.a. Toewijzing, Declaratie, Aanvang, Beëindiging, Wachtlijst, Indicatie, Aanvraag indicatie) geldt het volgende: Digitale berichtuitwisseling via Vecozo is verplicht, tenzij sprake is van zwaarwegende belangen. Bij digitale berichtuitwisseling moet gebruik worden gemaakt van de iWMOstandaard en overige aanvullende landelijk in ontwikkeling zijnde berichtstandaarden (voor o.a. DBC’s). De berichtuitwisseling moet aansluiten op de daarvoor gebruikte gegevensknooppunten. De zorgaanbieder is verplicht de berichtenuitwisseling te laten geschieden op basis van de laatste versies. Waar toch gebruik wordt gemaakt van analoge berichtenuitwisseling zal de gemeente een analoge werkwijze aanreiken. De zorgaanbieder stuurt “einde zorg”-berichten ook naar de lokale toegang van de betreffende gemeente. Webportaal Verschillende gemeenten in de regio zijn voornemens een webportaal in te richten waarmee vragen van burgers kunnen worden beantwoord of doorgeleid. Met vragen over welzijn, zorg, werk, inkomen en opvoeden ontvangen inwoners informatie en adviezen, ook voor zover het de regionaal ingekochte taken betreft. Ook kan doorverwijzing naar een “keukentafelgesprek” plaatsvinden of naar eventuele digitale “sociale marktplaatsen”. Van zorgaanbieders wordt verwacht dat zij: content over hun algemene - en specifieke voorzieningen onderhouden op het portaal; zorgen dat zij doorverwijzingen naar hen snel en adequaat oppakken; Voor de verantwoordings- en beleidsinformatie wordt hiertoe aangesloten op de landelijke indicatoren en gegevenssets, namelijk: a. Gegevensset beleidsinformatie voor Jeugd BIJ/CORV (ministerie Vws en VenJ) zoals vastgelegd in de jeugdwet en de onderhangende regelgeving; b. De monitor Sociaal Domein (VNG/KING) c. De handreiking prestatie/outcome indicatoren voor de Jeugdhulp en maatregelen VNG,NJI. De zorgaanbieders dienen minimaal de gegevens te kunnen leveren op basis van de Wettelijk verplichte gegevensset (zorgaanbieders van jeugdhulp en gecertificeerde instellingen) en de landelijke basis- en facultatieve gegevensset voor beleidsinformatie. Zorgaanbieders dienen deze gegevens tweejaarlijks te leveren volgens het landelijk uitwisselingsprotocol. Indien benodigd kan de gemeente zorgaanbieders (frequenter) verzoeken tot aanvullende beleidsinformatie. De gemeenten willen in 2017 een start maken met het onafhankelijk vaststellen van cliënttevredenheid. Onderzocht wordt de mogelijkheid cliënttevredenheid van de specialistische hulp/maatwerkvoorzieningen in de lokale teams vast te stellen. Voor de Jeugdhulp zullen de gemeenten hiertoe gebruik maken van de landelijke basisset die wordt ontwikkeld. Vooralsnog dienen zorgaanbieders hun huidige instrumenten voor het vaststellen van cliënttevredenheid en instrumenten voor het vaststellen van effecten van de hulpverlening te handhaven. De zorgaanbieder verleent medewerking aan gemeente bij het laten doen van onderzoek op kwaliteit. Eindverantwoording Ten behoeve van de eindafrekening verstrekt de zorgaanbieder uiterlijk 15 januari een concept jaarverantwoording die aansluit op de declaraties over het voorgaande jaar. Vervolgens verstrekt de zorgaanbieder uiterlijk per 15 februari de definitieve eindverantwoording over het voorgaande jaar. Deze bestaat in ieder geval uit: Een productieverantwoording die, indien geëist dooor de gemeente, is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring De eis van de goedkeurende accountantsverklaring geldt niet voor zorgaanbieders met een jaarlijkse omzet die kleiner is dan €50.000. Wel de eis van de productieverantwoording. Als verantwoordingsinformatie niet wordt aangeleverd voor de gestelde deadline vindt er een maand uitsluiting in IAS plaats. (vanaf welke grens aanleveren?) 7
Als de productieverantwoording met controleverklaring niet voor 1 maart is ontvangen, zal het budgetplafond van het betreffende jaar met 5%/10% verlaagd worden. (voorstel). Eis 57. Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om periodiek een audit uit te voeren op het kwaliteitssysteem van de zorgaanbieder. Eis 58. Indien de gemeentelijke rekenkamer van Opdrachtgever besluit een onderzoek in te stellen naar de naleving en uitvoering van deze Overeenkomst, is de zorgaanbieder verplicht hieraan haar volledige medewerking te verlenen.
Specifieke eisen per perceel Eisen Perceel: Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Dit perceel omvat alleen aanbod dat onder de Jeugdwet valt. Het betreft specifiek Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. CORV? Wachtlijsten Deelname aan COB Eis 59. Gecertificeerde Instellingen conformeren zich aan de geldende protocollen met gemeenten en andere partners in de regio, waarin afspraken worden gemaakt over de werkprocessen rondom de jeugdbescherming en -reclassering. Eis 60. Melding van incidenten en waarborgen van de veiligheid van geplaatste jeugdigen zou best genoemd mogen worden. Eis 61. Gecertificeerde Instellingen conformeren zich aan de geldende protocollen met gemeenten en andere partners in de regio, waarin afspraken worden gemaakt over de werkprocessen rondom de jeugdbescherming en -reclassering. Eis 62. De zorgaanbieder informeert jeugdigen en ouders/verzorgers voorafgaande aan de hulpverlening over algemene zaken, de klachtenregeling, vertrouwenswerk, cliëntondersteuning, de inhoud van de behandeling en de eventuele kosten voor de jeugdige en/of diens ouders/verzorgers. Eis 63. Basis voor de inzet van JB/JG is het Gezinsplan. In ieder geval afspraken maken over doelen en voorwaarden waaraan gezin moet voldoen. Het Gezinsplan wordt afgestemd met de lokale toegang; bij de jaarlijkse evaluatie wordt het lokale team betrokken (of meebeslissen?). Eis 64. De zorgaanbieder laat minimaal één keer per jaar een klantwaarderingsonderzoek uitvoeren. Eis 65. Vraag: De zorgaanbieder werkt volgens het principe van één gezin, één plan, één hulpverlener. Dat betekent o.a. dat de zorgaanbieder zorgt voor een vaste contactpersoon. Eis 66. De Jeugdhulp vindt uitsluitend plaats in Nederland, tenzij hier uitdrukkelijk toestemming voor gegeven is door de verwijzer. Eis 67. Vraag: Bij OTS gaat voogd minimaal eens per 6 weken langs bij het gezin. Eis 68. Clientcontacten vinden zoveel mogelijk thuis en/of in het netwerk van de jeugdige plaats, tenzij …. Eis 69. De zorgaanbieder zorgt voor optimale bereikbaarheid voor professionals vanuit de lokale teams. Eis 70. De zorgaanbieder draagt bij aan een optimale samenwerking met de lokale teams en andere ketenpartners en neemt dit op in de interne werkprocessen. Eis 71. De zorgaanbieder deelt actief haar kennis, deskundigheid en expertise om opschaling te voorkomen en afschaling zo goed mogelijk te bevorderen. Eis 72. Bij meerdere kinderen binnen een gezin / systeem wordt niet meer dan één kind in rekening gebracht. Eis 73. Bijzondere kosten maken onderdeel uit van de trajectprijs. De zorgaanbieder beoordeelt of ouders kunnen voldoen aan hun (financiële) ouderschapsplicht tijdens de maatregel. Eisen Drang: Bij drangtrajecten gelden dezelfde eisen als bij Jeugdbescherming en aanvullend de volgende eisen: Eis 74. De zorgaanbieder informeert jeugdigen en ouders/verzorgers voorafgaande aan de hulpverlening over algemene zaken, de klachtenregeling, vertrouwenswerk,
8
Eis 75. Eis 76. Eis 77. Eis 78. Eis 79. Eis 80. Eis 81. Eis 82. Eis 83. Eis 84. Eis 85. Eis 86. Eis 87.
Eis 88.
cliëntondersteuning, de inhoud van de behandeling en de eventuele kosten voor de jeugdige en/of diens ouders/verzorgers De houding in het drangtraject is: outreachend werken, doen wat nodig is, desnoods onaangekondigd aanbellen. Basis voor inzet dranghulpverlening is het gezinsplan / 'mijn plan, ons plan' De zorgaanbieder laat minimaal één keer per jaar een klantwaarderingsonderzoek uitvoeren. De zorgaanbieder werkt volgens het principe van één gezin, één plan, één hulpverlener. Dat betekent o.a. dat de zorgaanbieder zorgt voor een vaste contactpersoon. De Jeugdhulp vindt uitsluitend plaats in Nederland, tenzij hier uitdrukkelijk toestemming voor gegeven is door de verwijzer. Clientcontacten vinden zoveel mogelijk thuis en/of in het netwerk van de jeugdige plaats, tenzij …. De hulpverlener zorgt er voor dat afspraken zo helder mogelijk gecommuniceerd worden, duidelijk aangeven waar de jongere / het gezin zich aan moet houden. De start van de dranghulpverlening vindt plaats binnen max. 5 dagen, tenzij …. De zorgaanbieder mag geen jeugdigen weigeren, tenzij … De zorgaanbieder zorgt voor optimale bereikbaarheid voor professionals vanuit de lokale teams. De zorgaanbieder draagt bij aan een optimale samenwerking met de lokale teams en andere ketenpartners De zorgaanbieder deelt actief haar kennis, deskundigheid en expertise om opschaling te voorkomen en afschaling zo goed mogelijk te bevorderen. De zorgaanbieder informeert jeugdigen en ouders/verzorgers voorafgaande aan de hulpverlening over algemene zaken, de klachtenregeling, vertrouwenswerk, cliëntondersteuning, de inhoud van de behandeling en de eventuele kosten voor de jeugdige en/of diens ouders/verzorgers De houding in het drangtraject is: outreachend werken, doen wat nodig is, desnoods onaangekondigd aanbellen.
Eisen Perceel: Beschermd Wonen Onder Beschermd wonen wordt verstaan:
wonen in een accommodatie van een instelling; met het daarbij behorende toezicht en begeleiding; gericht op het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie; gericht op het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren; gericht op stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld; gericht op het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast; gericht op het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen; bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Uitgangspunten Deze aanbesteding is van toepassing op het bieden van Beschermd Wonen op basis van Zorg in Natura (ZIN), voor bestaande én nieuwe cliënten met een geldige gemeentelijke beschikking Beschermd Wonen: volwassenen met een voormalige ZZP GGZ C indicatie. De zorg wordt geboden aan cliënten, afkomstig uit een van de 11 gemeenten 1 in de regio CentraalGelderland. Aan cliënten met overgangsrecht wordt continuïteit van zorg geboden. Dit recht is van toepassing voor cliënten die onder de oude AWBZ een verblijfsindicatie Beschermd Wonen hadden (GGZ C indicatie), al dan niet reeds verzilverd in 2014. Het overgangsrecht is van toepassing gedurende de looptijd van 1
Het gaat om de gemeenten: Overbetuwe, Rozendaal, Doesburg, Zevenaar, Westervoort, Lingewaard, Rijnwaarden, Renkum, Duiven, Rheden, Arnhem 9
de bestaande indicatie op 1 januari 2015, met een maximum looptijd van 5 jaar (tot en met 2019) of zoveel eerder als deze indicatie afloopt of herindicatie plaatsvindt op basis van wijzigingen in de zorgbehoefte. De regionale toegang leidt cliënten naar beschermd wonen of andere vormen van zorg, op basis van het uitgangspunt 'doen wat nodig is' om zorg op maat te realiseren. Het vertrekpunt bij het bepalen wat nodig is aan zorg en/of ondersteuning is wat de cliënt zelf kan, wat diens mogelijkheden zijn en welke mogelijkheden hij/zij ziet om samen met zijn directe omgeving op te lossen. Eis 89. Om voldoende kwalitatief goede en verantwoorde zorg te borgen staat de aanbesteding open voor zorgaanbieders in de regio die Beschermd Wonen bieden op basis van ZIN of daarvoor in aanmerking willen komen. Voorwaarde is dat u in 2015 ook al een aanbieder Beschermd Wonen in de regio Centraal-Gelderland bent. Eis 90. Huidige ZIN-aanbieders geven inzicht in de realisatie van het aantal plaatsen in 2014 en 2015. Toetredende PGB-aanbieders bieden inzicht in de realisatie van het aantal plaatsen in 2014 en 2015. Eis 91. De zorgaanbieders dragen er zorg voor dat de realisatie van het aantal plaatsen de realisatie van 2014 niet overschrijdt. Eis 92. Toetredende PGB-aanbieders kunnen slechts Beschermd Wonen bieden in de vorm van scheiden van wonen en zorg. Eis 93. De zorgaanbieder draagt zorgt voor een Integraal Plan van Aanpak van de cliënt, waarbij de begeleiding erin moet voorzien dat de cliënt weer in staat is zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Eis 94. De zorgaanbieder biedt 24 uurs aanwezigheid of binnen 15 minuten beschikbaarheid, in verband met de 24 uurs onplanbare zorgbehoefte van de cliënt. Eis 95. De zorgaanbieders bieden op elk gevraagd moment inzicht in hun wachtlijst. Eis 96. Op het moment dat een wachtlijst dreigt te ontstaan meldt de zorgaanbieder dit bij de regionale toegang. Eis 97. Indien de zorgaanbieder uitsluitingscriteria voor zorglevering heeft vastgesteld, dan worden deze meegezonden bij de aanbesteding. Eis 98. De zorgaanbieder heeft een acceptatieplicht en levert Beschermd Wonen aan alle cliënten die daarvoor in aanmerking komen, ongeacht achtergrond, afkomst, leeftijd en/of gezinssamenstelling van de client, tenzij client valt onder de uitsluitingscriteria van de de zorgaanbieder. Eis 99. De zorgaanbieder deelt de uitkomst van uitgevoerde onderzoeken naar clienttevredenheid en kwaliteit met opdrachtgever, alsook eventuele verbeterplannen. De uitkomsten van laatst uitgevoerde onderzoeken en verbeterplannen worden meegezonden bij de aanbesteding. Eis 100. Toekomstvisie en ontwikkelagenda Beschermd Wonen In het rapport van de Commissie Toekomst Beschermd Wonen, 'Van beschermd wonen naar een beschermd thuis', wordt het toekomstbeeld geschetst dat mensen met psychiatrische en sociaal-maatschappelijke problemen hun zelfstandigheid vaker kunnen behouden wanneer passende ondersteuning in de thuissituatie sneller beschikbaar is. De regio Centraal-Gelderland wil komen tot optimalisering van de keten preventie-opvangwonen en een afschaling van de (intramurale) zorg binnen Beschermd Wonen in de regio Centraal-Gelderland. Eis 101. De zorgaanbieder onderschrijft de toekomstvisie beschermd wonen en werkt (pro-) actief mee aan het vormgeven van een optimale keten preventie-opvang-wonen en afschaling van intramurale zorg binnen beschermd wonen in de regio Centraal-Gelderland.
10