Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 : Hoofdstuk 2 : Hoofdstuk 3 : Hoofdstuk 4 : Hoofdstuk 5 : Hoofdstuk 6 : Hoofdstuk 7 : Hoofdstuk 8 : Hoofdstuk 9 : Hoofdstuk 10: Hoofdstuk 11: Hoofdstuk 12: Hoofdstuk 13:
Algemeen Milieubeleid Energie, klimaat en duurzaam bouwen Interne milieuzorg Luchtkwaliteit, geur en lichthinder Externe veiligheid Geluid Bodem en bouwstoffen Afvalverwijdering Beheer openbare ruimte en groen Water en riolering Milieucommunicatie Vergunningen en handhaving Mobiliteit
Bijlage:
Activiteitenoverzicht
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
pagina 3 pagina 5 pagina 8 pagina 9 pagina 11 pagina 13 pagina 16 pagina 18 pagina 20 pagina 22 pagina 24 pagina 26 pagina 30
1
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
2
1. Algemeen Milieubeleid Milieubeleidsplan Bij de uitvoering van de milieutaken is het milieubeleidsplan 2010-2016 (MBP) richtinggevend. Het milieubeleidsplan is op 23 februari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Organisatie Per 20 juli 2010 is het cluster Vergunningverlening & Handhaving , vooralsnog tijdelijk, ondergebracht bij de afdeling ISC ( Informatie Service Centrum) Op deze wijze kan op efficiënte wijze invulling gegeven worden aan de gevolgen van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 oktober 2010. In het eerste kwartaal van 2011 zal duidelijk worden of dit cluster definitief bij de afdeling ISC wordt ondergebracht. De milieu-inbreng in ruimtelijke plannen zal vanuit de afdeling Stedelijke Ontwikkeling (StO) integraal worden gecoördineerd. StO is verantwoordelijk voor het (strategisch) beleid en regionaal beleid alsmede de advisering op het gebied van externe veiligheid, lucht en geluid en bodem en bouwstoffen. Landelijke ontwikkelingen Per 1 oktober 2010 is de Wabo inwerking getreden. De gemeente heeft de gevolgen van deze wet goed in beeld gebracht en de organisatie is hier op voorbereid. Met de Wabo worden circa 25 bestaande vergunningstelsels vervangen door één omgevingsvergunning. Voor burgers en bedrijven is het vanaf 1 oktober 2010 mogelijk om via één overzichtelijke procedure en bij één bevoegd gezag toestemming te vragen voor activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. De vergunning kan integraal worden aangevraagd en na behandeling van de aanvraag volgt één besluit. Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet (CHW) in werking getreden. De kern van deze wet is dat met nieuwe en/of aangepaste procedures doelgericht wordt gewerkt aan werkgelegenheid en duurzaamheid. De Crisis- en herstelwet omvat twee categorieën maatregelen: 1. Tijdelijke maatregelen voor afgebakende lijsten met projecten en bevoegdheden 2. Wijzigingen van bijzondere wetten De Europese doelen voor een duurzame energievoorziening zijn leidend voor het nieuwe kabinet. Dit betekent 20% CO2-reductie en 14% duurzame energie in 2020 (i.p.v. 30% respectievelijk 20% zoals onder het vorige kabinet). De nationale aanpak van energiebesparing wordt voortgezet en versterkt, echter zonder concrete doelen. Het bestaande programma ‘Schoon en Zuinig’ mikte op 2% energiebesparing per jaar. Sinds 1995 is het verplicht een energieprestatie-berekening (EPC berekening) bij de bouwaanvraag in te dienen. De EPC geeft de coëfficiënt voor energieverbruik van een gebouw aan. De maximale EPC waarden zijn vastgesteld in het bouwbesluit. De doelstelling van de EPC is het bepalen van het maximale energieverbruik van een woning. Door de eisen aan de EPC aan periodiek aan te scherpen, zullen gebouwen steeds energiezuiniger worden. Aangezien voor de warmtevoorziening 40% van het primaire energiegebruik nodig is, is het voor het bereiken van deze doelstellingen noodzakelijk om de warmtevoorziening te verduurzamen. Het een en ander komt tot uitdrukking in de EPC normen die opgenomen zijn in het bouwbesluit, en die op termijn steeds verder naar beneden gaan. (EPC=Energie Prestatie Coëfficiënt) Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
3
De huidige norm is 0,8 aanscherping in 2011; van 0,8 naar 0,6 aanscherping in 2015; van 0,6 naar 0,4 aanscherping in 2020; van 0,4 naar 0,0 In hoeverre het nieuwe kabinet deze aangekondigde aanpassingen van de EPC norm zal handhaven is op dit moment nog onduidelijk. Om de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van VROM-regelgeving door de decentrale overheden duurzaam te waarborgen en de fragmentatie in de handhaving tegen te gaan, werkt de overheid aan de vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten. De regionale uitvoeringsdiensten komen in overleg tussen provincies en gemeenten tot stand. Regionale ontwikkelingen De samenwerking in West-Brabant heeft bewezen op strategisch niveau meerwaarde te hebben. De uitgangspunten zijn uitgewerkt in een gemeenschappelijke regeling waarin verschillende samenwerkingsverbanden worden opgenomen. De vormgeving van een aantal specifieke terreinen vindt plaats in bestuurscommissies. Eén daarvan is de bestuurscommissie Duurzaamheid. De samenwerking zal worden gecoördineerd vanuit het zogenaamde West-Brabanthuis en richt zich voornamelijk op het tot stand (doen) komen van beleid ten aanzien van regiobrede strategische vraagstukken. Dit regionale beleid wordt inhoudelijk ontwikkeld door de samenspraak van gemeenten, en laat elke gemeente vrij daar in het eigen strategische beleid gebruik van te maken. In 2011 is voorzien in een nieuwe Bestuursopdracht Duurzaamheid (2011-2015) onder de paraplu van de Strategische Agenda West-Brabant 2011-2015. Financiën De financiële consequenties van de bestaande personele formatie voor milieu zijn al vertaald in de gemeentebegroting 2011. Voor de uitvoering van het gemeentelijk klimaatprogramma, ISV-projecten (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) en externe veiligheid is door het rijk subsidie toegekend aan de gemeente Oosterhout. Milieubeleidsprogrammering Zoals gebruikelijk zal jaarlijks een milieuwerkprogramma en een milieujaarverslag worden opgesteld. Deze producten maken onderdeel uit van de milieubeleidscyclus. Het milieubeleidsplan 2010-2016 geeft hierbij richting voor de langere termijn. Het milieujaarverslag 2010 wordt in het eerste kwartaal van 2011 aangeboden aan de raad. Milieumonitoring Het registreren en in beeld brengen van relevante milieu-informatie is belangrijk voor een goede voorbereiding en onderbouwing van beleid en voor het bepalen van de effecten van het beleid. Registratie- en informatiesystemen zullen worden benut en ingezet voor de monitoring van beleid en activiteiten. Een belangrijk aandachtspunt vormt de afstemming met registratiesystemen van andere disciplines met het oog op de omgevingsvergunning. In regionaal verband zal vanaf 2011 de energiemonitor verbreed worden. De huidige energiemonitor kijkt alleen naar het aandeel duurzame energie in de regio en per gemeente. De monitor zal in 2011 verbreed worden naar andere milieuthema’s als water, wind, lucht, CO2 , bodem e.d. De verwachting is dat zal worden aangesloten bij bestaande monitoringssystemen zoals die ontwikkeld door het Agentschap NL. Het doel van de monitoring is om het resultaat van specifieke maatregelen in beeld te brengen. Aan de hand daarvan kan worden bepaald of de maatregelen ook het effect hebben gehad dat in de planfase is beoogd. Op basis van deze resultaten kan eventueel bijsturing plaatsvinden.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
4
2. Energie, klimaat en duurzaam bouwen Gemeentelijke energie- en klimaatbeleid Het gemeentelijke energie- en klimaatbeleid is vastgelegd in het milieubeleidsplan 2010-2016 en is een vertaling van de Verklaring van Dussen en het landelijke programma ‘Schoon en Zuinig’. In regionaal verband blijft derhalve de doelstelling 20% duurzame energie en 30% broeikasreductie in 2020 en ook 2% energiebesparing per jaar gehandhaafd. Er zijn inmiddels diverse initiatieven en projecten gestart waarmee deze doelstellingen gerealiseerd moeten kunnen worden. Vanuit de rijksoverheid wordt een belangrijke impuls gegeven aan initiatieven voor energiebesparing en duurzame energie. Ook al zijn de landelijke ambities van het nieuwe kabinet iets minder ambitieus dan het programma ‘Schoon en Zuinig’. Het nieuwe kabinet heeft aansluiting gezocht bij de Europese doelstellingen op dit vlak. Klimaatprogramma Voor gemeenten en provincies is een stimuleringsregeling lokaal klimaatbeleid (SLoK) in het leven geroepen. Er is in MARB verband een SloK-subsidie aangevraagd die inmiddels ook is toegekend. Dit heeft het mogelijk gemaakt om uitvoering te geven aan een regionaal klimaatprogramma. Het klimaatprogramma heeft betrekking op diverse sectoren binnen de gemeentegrenzen. Dit is de sector eigen gemeentelijke gebouwen, de sector woning- en utiliteitsbouw, zowel nieuwbouw als bestaand, de sector bedrijven, de sector verkeer en vervoer en de sector grootschalige duurzame energieopties. De SloK projecten 1t/m 5 zijn inmiddels opgestart, de projecten 6 t/m 9 worden begin 2011 opgestart en hebben een doorlooptijd van enkele jaren. De projecten worden gecoördineerd door het MARB en de komende jaren door de deelnemende gemeenten uitgevoerd. Voor Oosterhout gaat het om uitvoering van de volgende energie- en klimaatprojecten: Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Thema Grootschalige duurzame energieopties Woningen, nieuwbouw Woningen bestaand Woningen bestaand Woningen, bewonersgedrag Woningen/Utiliteitsbouw Bedrijven Eigen gebouwen en voorzieningen Eigen gebouwen en voorzieningen Eigen gebouwen en voorzieningen
Projecttitel Regionaal duurzaam energieplan Regionale aanpak woningen Regionale aanpak huurwoningen Regionale aanpak particulieren Regionale bewonerscampagne Handhaving EPC Energie in vergunningverlening en handhaving Nieuwbouw, gemeente geeft goede voorbeeld Bestaande bouw, gemeente geeft goede voorbeeld Energiezuinige verlichting, voorbeeldfunctie
In MARB-verband worden negen projecten uitgewerkt en uitgevoerd. De gezamenlijke aanpak levert efficiencyvoordeel op. Als gemeente werken we mee aan de voorbereiding en uitwerking van vijf projecten, maar profiteren van de resultaten van alle negen regionale projecten. Project 10 is een specifiek gemeentelijk project en betreft de vernieuwing van de openbare verlichting langs wijk- en stroomwegen door energiezuinige verlichting. Dit project is deels al uitgevoerd en energiezuinige verlichting is inmiddels een standaard onderdeel bij nieuwe ontwikkelingen en/of aanpassingen. Om de resultaten van het energie- en klimaatbeleid te kunnen beoordelen en te toetsen aan de gestelde doelen, wordt jaarlijks een regionale energiemonitor opgesteld. Vanaf 2011 zal een nieuwe brede milieumonitoring worden ontwikkeld waar energie en klimaat één van de thema’s is. Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
5
Woningen De EPL (Energieprestatie op Locatie) wordt als instrument gebruikt om tot energiebesparing op wijkniveau te komen. Dit instrument is bij nieuwe planontwikkelingen (van voldoende omvang) ingezet. Voor de ontwikkellocaties De Contreie, Zwaaikom en Dorst is een energievisie opgesteld en een energieambitie vastgesteld van EPL 8,0 (De Contreie) en EPL 7,0 – 8,0 (Zwaaikom en Dorst). Op dit moment loopt de ontwikkeling van een aantal projecten vertraging op door o.a. de huidige economische situatie. Voor het nieuwbouwproject De Contreie is in 2010 een Europese aanbesteding opgestart ter realisatie van een collectieve duurzame energievoorziening voor de te bouwen woningen maar ook voor de te bouwen school en eventueel de sportvoorzieningen. Deze aanbesteding moet er in 2011 toe leiden dat er in het spoor van het bouwrijp maken een duurzame energievoorziening wordt aangelegd door de geselecteerde energiepartij. Bij renovatie- en herstructureringsprojecten wordt een EPL van minimaal 6,0 nagestreefd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het project Slotjes Midden. Met de aanscherping van de EPC norm tot 0,8 en de verwachte aanscherping van de EPC per 1 januari 2011 tot een EPC van 0,6 is deze doelstelling achterhaald en ingehaald door de wetgeving. Uit het klimaatprogramma volgt dat de ambitie een 10% verscherpte EPC ten opzichte van de wettelijke norm is. Voor dit project geldt derhalve een ambitie van EPC 0,54. In overleg met de betrokken partners zal gekeken worden op welke wijze deze doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Voorbeeldrol De gemeente heeft een voorbeeldfunctie als het gaat om energiebesparing en duurzaamheid. Bij nieuwe en bestaande projecten worden maatregelen genomen om energieverbruik te beperken en duurzaamheid als uitgangspunt bij het ontwerp mee te nemen. Zo is in het programma van eisen (pve) van het project Huis van Cultuur een omschrijving opgenomen van de gemeentelijke duurzaamheidsambities. Het uitgangspunt is een minimale GPR score van 7 voor het project Huis van Cultuur. De verwachting is dat voor de warmte en koude voorziening een WKO (Warmte Koude Opslag) systeem met warmtepomp zal worden gerealiseerd. De voorbeeldfunctie geldt ook voor de herinrichting van de gemeentewerf annex milieustraat. Bedrijventerrein De gemeente Oosterhout is bezig met de ontwikkeling van het bedrijventerrein Everdenberg Oost, als uitbreiding op het bedrijventerrein Everdenberg. De beoogde functie van Everdenberg Oost is die van modern gemengd bedrijventerrein met de focus op groothandel, showrooms, bouwbedrijven en productie. Daarbij wordt beoogd dat de te vestigen bedrijven zo weinig mogelijk procesgas gebruiken. Teneinde een milieudoelstelling te realiseren is een energievisie opgesteld om te kunnen bepalen hoe het beste kan worden omgegaan met gas, elektriciteit en/of een duurzame energievoorziening. De doelstelling is een CO2 reductie van 30%. Een interessante ontwikkeling is het door de provincie en het BOM (Brabantse OntwikkelingsMaatschappij) geïnitieerde project ‘Benutting reststromen West-Brabant Oost’. Het doel van dit project is het inventariseren en benutten van reststromen op industrieterreinen (o.a. restwarmte, biomassa, water, CO2, etc.). In theorie is het mogelijk dat (een deel van) de warmtevraag en een deel van de elektriciteitsvraag op Everdenberg-Oost door middel van de genoemde reststromen ingevuld kan gaan worden. De mogelijkheden hiertoe zullen in de loop van 2011 verder worden onderzocht. De gemeente is bezig met de ontwikkeling van de locatie Beneluxweg. Hier moet een hoogwaardig kantoren- en bedrijfslocatie worden ontwikkeld. Naast het vastgestelde klimaatbeleid van de Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
6
gemeente, is door de gemeenteraad voor dit gebied een motie aangenomen die uitgaat van een ontwikkeling waarbij een volledig duurzaam en klimaatneutraal bedrijventerrein wordt ontwikkeld. Voor de ontwikkeling wordt een energievisie opgesteld die o.a. ingaat op deze motie. Op basis van de energievisie kan worden bepaald wat de (on)mogelijkheden zijn voor dit gebied. Naast de betrokken ontwikkelaars wordt ook de Stichting Duurzaam Oosterhout gevraagd (SDO) mee te denken over deze ontwikkeling. De gemeente neemt in regionaal verband deel aan een werkgroep ter bevordering van het gebruik van duurzamere energievoorziening voor voertuigen. Een belangrijk item is het doorbreken van het kip- en ei-dilemma als het gaat om de realisatie van duurzamere vormen van energievoorziening voor voertuigen. Ook in 2011 blijft het streven om te komen tot een multifueltankstation in Oosterhout. Er zijn inmiddels diverse initiatieven bekend. Het gaat hierbij om bestaande tankstations maar ook om nieuwe initiatieven. De locatiekeuze voor een nieuw multifueltankstation blijkt in de praktijk een lastige opgave. Bij bestaande tankstations speelt dit probleem veel minder. De gemeente benadert iedere initiatiefnemer met een positieve grondhouding. Duurzaam bouwen (dubo) Het duurzaam bouwen door bouwpartijen zal vooral bevorderd worden door voorlichting en dialoog. Het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen Woningbouw is nog steeds leidraad voor alle ontwikkelingen in Oosterhout. De afspraken hierover zijn destijds vastgelegd in het regionale convenant duurzaam bouwen van 1996. In de afgelopen tijd zijn landelijk actuelere instrumenten voor duurzaam bouwen ontwikkeld. Te noemen zijn onder meer de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR) en de Toolkit Duurzaam Bouwen. In regionaal verband zullen de bestaande afspraken over duurzaam bouwen, met het oog op deze nieuwe instrumenten, tegen het licht worden gehouden. Dit is onderdeel van de (SLoK) projecten die worden uitgevoerd in het kader van het klimaatprogramma. Er wordt naar gestreefd in 2011 het verouderde Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen te vervangen door een actueel instrument. De aandacht voor dubo en duurzame stedenbouw zal in 2011 vooral gericht zijn op projecten, zoals de De Contreie, Slotjes-Midden en het Huis van Cultuur. Informatiecentrum Het project ‘Maak je verbouwing duurzaam’ loopt in 2011 door. Een onderdeel van dit project is een laagdrempelig regionaal vraagloket en informatiecentrum met als doel om duurzaam bouwen meer onder de aandacht te brengen en te stimuleren. Een andere belangrijke doelstelling is het ontzorgen van burgers door het inzetten van zogenaamde gespecialiseerde Meer met Minder teams. Het informatiecentrum is een samenwerking tussen gemeenten, Bouwend Nederland en Uneto-VNI (ondernemersorganisatie voor de installatiebranche).
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
7
3. Interne milieuzorg Gemeentelijke bedrijfsinterne milieuzorg Vanuit de afdeling STO wordt gestimuleerd dat milieuzorg binnen de gemeentelijke organisatie de juiste aandacht krijgt. In 2006 heeft de gemeente het convenant duurzaam inkopen ondertekend. Duurzaam inkopen is een goede stimulans voor de gemeente om het meenemen van duurzaamheidcriteria bij de aanschaf van producten en diensten een stap verder te brengen. In het inkoopactiviteitenplan 2010 is opgenomen dat een plan van aanpak Duurzaam inkopen wordt opgesteld. Dit plan is eind 2010 opgesteld. In 2011 zal gestart worden de acties uit het plan van aanpak door te voeren binnen de organisatie. De afdeling Service en ondersteuning, cluster facilitaire zaken, inkoop en gebouwen en installaties is hiervoor verantwoordelijk. De afdeling StO kan als adviseur worden betrokken. Jaarlijks wordt verslag gedaan van de resultaten van het duurzaam inkopen in het gemeentelijk milieujaarverslag. Voor gemeentelijke gebouwen en openbare verlichting wordt 100% groene stroom ingezet. De meeste gemeentelijke gebouwen vallen onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer (Wm) wat inhoudt dat voorschriften uit een vergunning en/of het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Er is inzichtelijk welke gemeentelijke gebouwen dit zijn en het streven is dat binnen 4 jaar alle gemeentelijke gebouwen zijn gecontroleerd. De volgorde van deze controlebezoeken zal worden bepaald op basis van prioriteit dit is onderdeel van het jaarlijkse handhavingprogramma. In het klimaatprogramma (SloK) zijn een tweetal projecten opgenomen die betrekking hebben op energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen. In 2011 wordt getart met SLoK project 9 “gemeente geeft goede voorbeeld: bestaande gebouwen”. Doel van dit project is dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft bij de uitvoering van de verklaring van Dussen, waarin ten aanzien van duurzame energie wordt uitgegaan van de rijksdoelstelling voor 2020 (2 % jaarlijkse energiebesparing en 20 % duurzame energie in 2020). Milieuvriendelijk vervoer Het gemeentelijk beleid is er op gericht dat bij de aankoop van voertuigen rekening wordt gehouden met het milieuaspect. In principe heeft de milieuvriendelijkste variant altijd de voorkeur. Dit tenzij er zwaarwegende (onevenredige kosten, niet kunnen voldoen aan minimale / noodzakelijke technische prestaties) redenen zijn hiervan af te wijken. Dit dient altijd gemotiveerd te worden. In het kader van het convenant ‘Duurzaam inkopen’ wordt de Afdeling service en Ondersteuning (inkoop) altijd betrokken. De milieudiscipline wordt als adviseur betrokken.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
8
4. Luchtkwaliteit, geur en lichthinder
Luchtkwaliteit De regels voor luchtkwaliteit zijn met name bij of krachtens de Wet milieubeheer geregeld. Het zijn algemene regels waaraan ruimtelijke plannen, wegaanleg en milieuvergunningen moeten worden getoetst. Voor individuele bedrijven gelden specifieke normen om de emissie aan de bron te reguleren. De wet is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om: •
negatieve effecten op de volksgezondheid als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken
•
mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling te creëren ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit
De wet voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De gemeenten in Noord-Brabant hebben projecten en activiteiten geformuleerd die een gunstig effect hebben op de luchtkwaliteit. De activiteiten van de gemeenten zijn opgenomen in het Brabantse samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (BSL). De uitvoering van maatregelen vindt voor Oosterhout vooral in regionaal verband plaats. Het ‘Regionaal Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit regio Breda’(RUL) met meerjarenprogramma 2009-2012 is hierin leidend. De concrete maatregelen uit het RUL zijn genoemd in figuur 6.1 op blz 20 van het milieubeleidsplan 2010-2016. In 2011 levert de gemeente Oosterhout in regionaal verband een bijdrage aan het RUL 2010-2013 door: -
Inzetten, aanzetten of optimaliseren verkeersregelinstallaties, voor betere verkeersdoorstroming. Aandacht voor routering voor een betere verkeerregulering, voornemen tot nieuwe Parkeer Route Informatie Systeem (PRIS) Blijven bevorderen fietsverkeer. Stimulering van schoon, stil, zuinig en duurzaam vervoer.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen en milieuaanvragen is het gewenst om in een vroeg stadium de mogelijke effecten in beeld te hebben en te beoordelen. Daarvoor zijn voor de milieuadviseurs in 2011 ca. 60 adviezen te verwachten. Geurhinder Hinder van geur komt in beperkte mate voor. Voor agrarische bedrijven zijn regels gesteld in de Wet geurhinder, Besluit landbouw milieubeheer en Besluit glastuinbouw milieubeheer. Voor overige vergunningplichtige bedrijven moeten voorschriften aan een vergunning worden verbonden indien geurhinder te verwachten is buiten de inrichting. Voor een paar sectoren zijn daar specifieke methoden beschikbaar. Bij de behandeling van een aanvraag om milieuvergunning zal aan de geuraspecten worden getoetst. Hinder wordt ook voorkomen door op de naleving van de geurvoorschriften te controleren. Dat zal preventief gebeuren bij reguliere controles en naar aanleiding van klachten.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
9
Bij ruimtelijke plannen en bedrijfsvestiging of – uitbreiding zullen adviezen moeten worden gevraagd en worden verstrekt met betrekking tot geur. De aard en omvang van een bedrijfsactiviteit, de mogelijke voorzieningen en de ligging spelen daarbij een rol. Het doel daarvan is om geurhindersituaties op korte en langere termijn te voorkomen. Ook milieuvergunningaanvragen moeten door berekening worden gecontroleerd. Het aantal adviezen en geurberekeningen zal in 2011 enkele tientallen bedragen. Lichthinder In een stedelijke omgeving wordt veel licht gebruikt om de veiligheid te verhogen of bedrijfsactiviteiten mogelijk te maken. Ook in de openbare ruimte wordt veelvuldig licht gebruikt. Indien nabij dergelijke lichtbronnen woningen zijn gelegen kan dat als hinderlijk worden ervaren. Meestal is dat een gevolg van slechte afstelling, te hoge lichtintensiteit of ligging van de lichtbron. Er zijn slechts zeer beperkte algemene regels gesteld om lichthinder te voorkomen. Daarnaast zijn bij vergunningplichtige bedrijven voorschriften opgenomen ter beperking van lichthinder. De gemeente zal zich inspannen om lichthinderlijke situaties te inventariseren en te toetsten aan de regels. Zo nodig wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de (maatwerk)voorschriften aan te scherpen. Situaties waarbij woningen op korte afstand lichthinder ondervinden hebben prioriteit. Dit kan in de vorm van een project worden uitgevoerd. Daarnaast zal de gemeente onderzoeken of lichthinder in de openbare ruimte kan worden voorkomen door het aanscherpen van de eigen plaatselijke regelgeving (o.a. APV). Klachten Weststad In het verleden is door de leefbaarheidswerkgroep Den Hout schriftelijk aangegeven dat er vanuit een aantal bewoners van Den Hout opmerkingen en klachten zijn geuit omtrent de alsmaar toenemende lichtuitstraling afkomstig van het industrieterrein Weststad (met name Weststad III). Verzocht is om serieuze aandacht voor dit aspect om overlast en hinder richting de omgeving te voorkomen c.q. te beperken en zijn suggesties gedaan op welke wijze hieraan invulling kan worden gegeven. Tevens is het verzoek gedaan het verlichtingsonderwerp als milieubelastend item richting de omgeving te (gaan) borgen. Bekend is dat er door een aantal bewoners uit Den Hout lichthinder wordt ervaren afkomstig van het industrieterrein Weststad. Hierover is met de leefbaarheidswerkgroep Den Hout gecorrespondeerd en het onderwerp is in het milieubeleidsplan meegenomen. Gestreefd wordt in goed overleg tussen gemeente en de inrichtingen(en) eventuele knelpunten op te lossen. In het kader van handhaving zal lichthinder als onderwerp worden meegenomen. Indien noodzakelijk zullen aanvullende voorschriften (maatwerkvoorschriften) aan standaard voorschriften of milieuvergunning(en) worden verbonden. .
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
10
5. Externe veiligheid Externe veiligheid vormt een onderdeel van het Integrale veiligheidsbeleid van de provincie NoordBrabant. Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij de opslag, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Het programma Brabant Veiliger 2006-2010 is een uitvoeringsprogramma als bedoeld in de “Subsidieregeling programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden 2006-2010”. Doelstelling van deze subsidieregeling is het stimuleren van de structurele, adequate uitvoering van het externe veiligheidsbeleid en het daartoe bevorderen van de samenwerking tussen gemeenten, provincies en regionale samenwerkingsverbanden. Uiteindelijk doel van het programma is uiteraard een veiliger Brabant! Vanaf 2011 zullen alle subsidies onder de structurele middelen vallen en vanuit het provinciefonds worden uitgekeerd. Momenteel wordt door de provincie het meerjarenprogramma 2011-2014 opgesteld. De hoogte van het subsidiebedrag voor structurele middelen is daarom bij het opstellen van dit milieuwerkprogramma nog niet bekend. Na 2014 zal de uitvoering van taken op het gebied van externe veiligheid vanuit het gemeentefonds worden gefinancierd, volgens het principe ‘geld volgt taak’. Het borgen van externe veiligheid binnen de gemeentelijke organisatie heeft in 2011 een hoge prioriteit. Beleidsvisie externe veiligheid In december 2010 is de Beleidsvisie externe veiligheid door de raad vastgesteld. De beleidsvisie externe veiligheid heeft tot doel de risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen, tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Daarbij vormt het document een instrument om het gewenste beleid voor de verschillende risicobronnen vast te leggen. Hiervoor wordt aandacht besteed aan de beheersing van de risico’s die gepaard gaan met het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen (zoals LPG of ammoniak) over de weg, het spoor en door buisleidingen. Daarnaast heeft de beleidsvisie eveneens als doel dat bij een aantal besluiten in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) en de Woningwet verwezen kan worden naar het onderhavige document. Jaarlijks worden alle maatregelen in het werkprogramma (onderdeel van de beleidsvisie) geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd. Deze evaluatie wordt ter beoordeling aan het college voorgelegd. Na vier jaar worden de wijze van integraal werken en de verschillende externe veiligheidsthema’s geëvalueerd en wordt op basis daarvan het externe veiligheidsbeleid bijgesteld en geformuleerd. Verder wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over het uitgevoerde beleid middels het verplichte milieujaarverslag. Risicokaart Per 25 september 2006 heeft de provincie de risicokaart digitaal beschikbaar gesteld. Inmiddels is deze kaart door onze gemeente gevuld met informatie. De bedrijven waar opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvindt zijn ingevoerd, de zogeheten “RRGS bedrijven” (register risicosituaties gevaarlijke stoffen). En de kwetsbare objecten zijn ingevoerd. Dit zijn objecten waar een groot deel van de tijd veel mensen aanwezig zijn. In 2010 heeft de provincie de transportroutes van gevaarlijke stoffen ingevoerd in de risicokaart. Tevens heeft in 2010 een algehele update van het RRGS van de gemeente Oosterhout plaatsgevonden door de Regionale Milieudienst west Brabant. Jaarlijks zullen de gegevens in de risicokaart door onze gemeente worden geactualiseerd.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
11
Risicocommunicatieplan Risicocommunicatie is communicatie over risico’s waaraan mensen blootstaan vóórdat zich een ramp of incident voordoet. Communicatie met burgers over risico’s en veiligheid is een taak van gemeenten als gevolg van de Wet rampenen en zware ongevallen (Wrzo) en de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding. Het is de Wrzo die gemeenten verplicht om hun inwoners te informeren over de rampen en ongevallen die hen kunnen treffen, de maatregelen die de gemeente getroffen heeft ter preventie en de te volgen gedragslijn. Risicocommunicatie zal binnen de gemeente Oosterhout door de coördinator externe veiligheid samen met de afdeling communicatie worden opgepakt. In 2010 is een plan van aanpak voor risicocommunicatie opgesteld. Op basis van dit plan van aanpak is een communicatieplan risicocommunicatie opgesteld. Dit communicatieplan zal er toe bijdragen dat burgers geïnformeerd worden over de potentïele risico’s. In 2011 zal verder gegaan worden met de uitvoering van het risicocommunicatieplan. Routering transport gevaarlijke stoffen In 2011 wordt de noodzaak van een routering voor het transport van gevaarlijke stoffen (routeplichtige stoffen) onderzocht. Indien de noodzaak door een inventarisatie wordt aangetoond zal een transportroute worden ingevoerd. Ruimtelijke plannen en projecten Het Besluit externe veiligheid inrichtingen vereist dat kritisch wordt gekeken naar vestigingsmogelijkheden die bestemmingsplannen bieden aan bedrijven met veiligheidsrisico’s. Bij de actualisatie van bestemmingsplannen dient dit in beeld te worden gebracht en zal waar nodig aanpassing moeten plaatsvinden. Daarom is de betrokkenheid van de adviseurs externe veiligheid bij actualisatie en herziening van bestemmingsplannen en vrijstellingsprocedures noodzakelijk.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
12
6. Geluid Beleid en projecten Geluidhinder kan worden onderscheiden naar de geluidbronnen, zoals verkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai. Maar ook lawaai van bouwactiviteiten of wegwerkzaamheden en evenementen zijn belangrijk. De gemeente kan ten aanzien van geluid soms eigen geluidbeleid vast stellen. Dat is ook noodzakelijk om geluidgevoelige objecten voldoende te beschermen en een goede leefomgeving te realiseren. In een groot aantal gevallen moet de gemeente een zogenaamde hogere ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vaststellen. Ter bescherming van de geluidgevoelige objecten worden nieuwe plannen getoetst aan het hogere grenswaarde beleid dat is opgenomen in bijlage 2 van het milieubeleidsplan 2010-2016. De rijksoverheid werkt momenteel aan het instellen van geluidproductieplafonds, het vaststellen van een Basisnet (spoor) en een Hoog frequent spoor. Die ontwikkelingen zijn van invloed op de geluidsbelasting. Daarom zullen die worden gevolgd. Industrielawaai Van de drie geluidgezoneerde industrieterreinen (De Vijfeiken, Weststad/Statendam en Weststad III) in Oosterhout moet de geluidscontour worden bewaakt. Milieuvergunningen, meldingen in het kader van het Besluit algemene regels voor inrichtingen en ruimtelijke plannen moeten worden getoetst aan de geluidscontour. Bij nieuwe ruimtelijke plannen wordt de ligging van de geluidszone opnieuw bekeken. Daardoor wordt het zonebeheersysteem doorlopend geactualiseerd. Het zonebeheer is een wettelijke taak van de burgemeester & wethouders van Oosterhout. De ruimtelijke ontwikkelingen en de veranderingen van de bedrijfsvestigingen zijn beperkt door de geluidscontour. De complexiteit maakt dat voortdurend snel goede geluidsberekeningen en –adviezen gemaakt moeten kunnen worden. Door berekeningen kunnen adviezen worden gegeven inzake handhaving van geluidnormen. Dat kan zowel industriële bedrijven als bijvoorbeeld horecabedrijven betreffen. De milieuadviseurs leveren een belangrijke bijdrage aan de eventuele aanpassing van de geluidscontouren in bestemmingsplannen om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Geluidsonderzoeken bij bedrijven die een relevante geluidbelasting veroorzaken moeten worden getoetst. Het aantal adviezen in 2011 zal ca. 50 bedragen. Evenementen De geluidadviseur adviseert bij aanvragen om evenementenvergunningen. Het gaat om tientallen grotere en een honderdtal kleinere evenementen. De evenementen worden onder andere beoordeeld op de geluidsbelasting voor de omgeving. Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement en de locatie worden geluidnormen verbonden aan een evenementenvergunning. Bij evenementen waarbij veel geluid wordt geproduceerd, onder andere bij muzikale activiteiten, zullen ter plaatse metingen worden verricht om na te gaan of de geluidnormen worden nageleefd. In 2011 wordt een beleidskader ontwikkeld voor geluidsnormen in evenementenvergunningen. Hierdoor kan het aantal adviezen beperkt blijven tot de grotere evenementen ca. 15.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
13
12 dagen regeling In het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer is de zogenaamde 12-dagenregeling opgenomen met een verwijzing naar de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Een horecainrichting heeft de mogelijkheid om voor maximaal 12 dagen in een jaar ontheffing van de geldende geluidsvoorschriften aan te vragen, bijvoorbeeld tijdens een evenement. Om geluidsnormen te kunnen verbinden aan een ontheffing moet de APV worden aangepast. Verkeerslawaai Aanleg of veranderingen aan de infrastructuur zal worden getoetst aan de geldende geluidnormen voor aanwezige of nieuwe geluidgevoelige objecten, en het geldende gemeentelijke geluidsbeleid. De adviseur geluid zal in een vroeg stadium van de planontwikkeling bij het proces worden betrokken om geluidhinder te voorkomen of te verminderen. Daarbij zal zoveel mogelijk de feitelijke en nieuwe geluidsituatie in beeld worden gebracht. Ruimtelijke plannen, met daarin geluidgevoelige bestemmingen, of wijzigingen aan de infrastructuur zullen worden getoetst aan de geluidnormen waaraan de geluidbelasting vanwege omliggende (spoor)wegen moet voldoen. Het vastgestelde Mobiliteitsplan van Oosterhout is richtinggevend voor het sturen en beheersen van de mobiliteit in de gemeente en beschrijft maatregelen om de bereikbaarheid te behouden en te verbeteren. In 2011 wordt inzichtelijk gemaakt welke woningen volgens de Wet geluidhinder moeten worden gesaneerd, de zogeheten A- en B-lijst (dat is een lijst van woningen, waarbij sprake is van geluidhinder door verkeer). Vervolgens zal een plan van aanpak worden opgesteld. Indien mogelijk zal daarbij gebruik worden gemaakt van beschikbare rijks- of provinciale gelden. Bij nieuwe projecten wordt bevorderd dat hieraan prioriteit wordt gegeven. In 2011 wordt het nut en de noodzaak onderzocht voor het invoeren van venstertijden voor vrachtverkeer in gebieden waar overlast wordt ondervonden door het laden en lossen ter bevoorrading van winkels en bedrijven. Indien dit nodig blijkt te zijn zullen venstertijden worden ingevoerd. We streven ernaar dat in nieuwe situaties de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt gehaald. Bij wegaanleg, reconstructie of nieuwbouw worden bij wegen met een ontsluitingsfunctie waarvan de geluidsbelasting op de gevel van een woning boven de 58 dB is gelegen dusdanige maatregelen getroffen dat die waarde niet wordt overschreden, tenzij er zeer gewichtige redenen zijn om daarvan af te wijken. Op tangentwegen wordt daar waar mogelijk geluidsarmasfalt toegepast. Het aantal geluidsonderzoeken en –adviezen bij ruimtelijke plannen, bouwplannen en reconstructies van wegen zal nog toenemen. Het aantal adviezen in 2011 zal ongeveer 150 zijn. Spoorweglawaai De geluidsituatie vanwege het spoorweglawaai van de personen- en goederentreinen in Dorst is de afgelopen jaren in beeld gebracht. Op basis daarvan moet een sanering van de geluidsbelasting op woningen plaatsvinden. In 2008 is daarvoor een saneringsprogramma opgesteld waarin is opgenomen de realisatie van een geluidscherm en het toepassen van raildempers voor een gedeelte van het spoor. De realisatie is gestart in de tweede helft van 2010, en in maart 2011 zullen de maatregelen zijn uitgevoerd. De minister van VROM heeft besloten hogere waarden vast te stellen voor een groot aantal woningen waarvan de geluidbelasting door het treffen van de geluidsmaatregelen niet beneden de saneringsmaatregelen kan worden gebracht. Voor enkele andere woningen zijn mogelijk aanvullende maatregelen nodig. Daarvoor is nog nader onderzoek nodig. Door het totale pakket aan maatregelen zal de geluidsituatie aanzienlijk verbeteren. De zogenaamde ‘raillijst’ is na realisatie afgehandeld.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
14
We streven ernaar dat in nieuwe situaties de voorkeursgrenswaarde van 55 dB wordt gehaald. In situaties waarbij de geluidsituatie van (spoor)wegen ver boven de zogenaamde voorkeursgrenswaarde is gelegen zal de gemeente zich inspannen om bij projecten te bevorderen dat (bv. door werk met werk te maken) geluidsreducerende maatregelen worden getroffen indien dat effectief en financieel doelmatig is.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
15
7. Bodem en bouwstoffen
Beleid en projecten Met ingang van 1 januari 2010 is de gemeente Oosterhout in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwingen (ISV) een projectgemeente. Dit houdt in dat voor ieder project op het gebied van ruimtelijke ordening in binnenstedelijk gebied een projectplan moet worden opgesteld dat wordt ingediend bij de provincie. Aan de hand van dit projectplan bepaalt de provincie of er ISV geld wordt toegewezen. De afdelingen stedelijke ontwikkeling (StO) en het project management bureau (PMB) zijn verantwoordelijk voor het indienen van de projectplannen, Het cluster bodem heeft een adviserende rol. Besluit bodemkwaliteit In 2008 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht geworden. Het Besluit bodemkwaliteit geeft gemeenten vrijheid lokale bodemambities vast te stellen. In (sub)regionaal verband is in 2009 gewerkt aan een nieuw bodembeleidskader met “subsidie” ILB (Impuls Lokaal Bodembeheer). De samenwerkende gemeenten zijn Alphen-Chaam, Baarle Nassau, Gilze en Rijen, Dongen, Etten-Leur, Geertruidenberg en Werkendam. In 2010 hebben de gemeente Tilburg, Breda, Drimmelen en Woudrichem ook aangegeven deel te willen nemen. Eind 2010 is de gemeentelijke bodembeheernota vastgesteld. Hierdoor zal in 2011 het Besluit bodemkwaliteit in Oosterhout en de samenwerkende gemeenten zijn geïmplementeerd. Een regionale benadering heeft als voordeel dat grondstromen ook binnen de regio makkelijker kunnen worden verwerkt. Dan zullen gemeentegrenzen minder grotere beperkingen vormen dan nu het geval is. In 2010 is gestart met het actualiseren van bodemkwaliteitskaart op basis van het nieuwe stoffenpakket volgens de landelijke geldende regels. Deze werkzaamheden lopen door in 2011. De geactualiseerde kaart wordt dan vastgesteld door het college. Inmiddels is fase 4 “communicatie en handhaving” van de ILB subsidie aangevraagd door de samenwerkende gemeenten. Bouwstoffen en grondstromen Net als voorgaande jaren zal gestructureerde handhaving en toezicht plaatsvinden op de toepassing van bouwstoffen, waaronder grond en bagger. De controles worden deels samen met politie en andere handhavingspartners gedaan. In 2011 zullen 150 intensieve controles van de grondstromen op bouwen civieltechnische werken plaatsvinden. Daarnaast zal algemeen toezicht plaatsvinden door middel van surveillances. Het aantal te behandelen meldingen voor toepassing van grond wordt op 50 geschat. De grondstoffencoördinator is verantwoordelijk voor de afstemming tussen benodigde en vrijkomende grondstromen bij gemeentelijke werken en/of projecten. Project spoedlocaties Binnen de gemeente zijn 42 spoedlocaties, hiervan zijn 5 spoedlocaties met een potentieel humaan risico waar maatregelen dan wel een sanering noodzakelijk is. In 2010 is een plan van aanpak voor deze 5 locaties opgesteld. In 2011 wordt gestart met de aanpak van de overige spoedlocaties (ecologisch en verspreidingsrisico). In overleg met de provincie is besloten dat de gemeente
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
16
Oosterhout zelfstandig de regie voert in dit project. Uiterlijk 2015 dienen alle spoedlocaties beheerst dan wel gesaneerd te zijn. Bodemonderzoeken en saneringen Toetsing van jaarlijkse grondwatermonitoring ter controle van bestaande grondwaterverontreinigingen vindt plaats op zeker 5 locaties. In de gemeente zijn 8 voormalige stortplaatsen die nader onderzocht dienen te worden of waar een grondwatermonitoring plaatsvindt. De onderzoeken worden door de gemeente beoordeeld. Van deze 8 locaties zijn inmiddels 2 locaties in nader onderzoek door de provincie. In 2011 zullen de rapporten van de onderzoeken bekend zijn en wordt duidelijk wat de vervolg stappen zijn. Ter plaatse van de voormalige stortplaats Bouwlingstraat in het Lukwelpark is onderzoek gedaan naar de inhoud/omvang van de stort in verband met de voorgenomen herinrichtingwerkzaamheden van het park. In 2011 moet duidelijk worden hoe de herinrichting van het park eruit komt te zien. Verder worden voor zowel het ingenieursbureau als de afdeling stedelijke ontwikkeling gemiddeld 8 bodemonderzoeken per maand uitgevoerd dan wel uitgezet. Alle nieuwe bodemonderzoeken van de diverse clusters en afdelingen worden door de adviseurs bodem beoordeeld en van advies worden voorzien. Tevens worden de adviseurs bodem betrokken bij grote projecten van STO en PMB, er wordt deelgenomen aan diverse projectwerkgroepen. Bodeminformatie Inmiddels wordt regionaal samengewerkt aan het bodeminformatie systeem met de gemeenten Oisterwijk, Baarle Nassau en Hilvarenbeek (Equalit gemeenten). In 2011 wordt inzichtelijk gemaakt of Oosterhout een leidende rol kan spelen op het gebied van functioneel applicatiebeheer. De gemeente Oosterhout heeft de bodeminformatie digitaal beschikbaar. Jaarlijks wordt het bodeminformatiesysteem geactualiseerd. In 2011 start het Project synchronisatie bodemgegevens vanuit de Provincie Noord Brabant. Doel van dit project is alle bodeminformatie van de diverse overheden binnen Noord Brabant op elkaar af te stemmen en te actualiseren. De gemeente Oosterhout zal hiervoor gegevens aan moeten leveren aan de Provincie. De gemeente Oosterhout voert bij ruimtelijke ontwikkelingen een probleeminventarisatie uit van in de Tweede Wereldoorlog achtergebleven explosieven. Hier wordt per deelproject een risicokaart van opgesteld voor de gehele gemeente. Deze kaart wordt gekoppeld aan het Bodem informatie Systeem.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
17
8. Afvalverwijdering Afvalverwijdering De bestaande kaders voor het lokale afvalbeleid (in 2004 is het afvalbeleidsplan vastgesteld) voldoen nog steeds om richting te vinden voor de gemeentelijke afvalverwijdering. De maatregelen die genomen zijn, hebben positieve effecten gehad op de (kosten)efficiency van de inzameling, de arbeidsomstandigheden en de gescheiden inzameling van recyclebare afvalfracties. Het beleid is gericht op een doelmatige inzameling van afval en het stimuleren van gescheiden inzameling van afvalstromen, waarbij de burger een zekere individuele keuzevrijheid krijgt in de manier waarop de inzameling plaatsvindt. Bronscheiding blijft vooralsnog tot 2017, vanwege contractverplichtingen de aangewezen methode voor de inzameling van het huishoudelijk afval. Om in 2012 per afvalfractie de scheidingsdoelen te halen (milieubeleidsplan 2010-2016) zal er ook in 2011 actief gecommuniceerd worden naar de burgers. De communicatie zal met name gericht zijn op het goed scheiden van recyclebare componenten. Gemeentewerf / Milieustraat In september 2009 heeft de raad onder meer op basis van het evaluatierapport omtrent de inzameling en het onderzoek naar een geschikte locatie voor een milieustraat een krediet van € 3,24 miljoen gevoteerd voor de herinrichting van de gemeentewerf annex milieustraat aan de Kanaalstraat. De verwachting is dat de bouwwerkzaamheden begin 2011 zijn gestart en eind 2011 worden afgerond. Bij het ontwerp zal rekening gehouden worden met duurzaamheidsaspecten (o.a. wateropvang en eventueel zonne-energie) en zullen waar mogelijk knelpunten als bodemverontreiniging en geluid opgelost worden. Composteerinrichting In 2011 zal een onderzoek plaatsvinden naar de effectiviteit van de composteerinrichting De Hillen. Het streven is om veel meer geschikt materiaal (hout) uit projecten naar de composteerinrichting te brengen voor het produceren van bio-massa dat geschikt is voor elektriciteitscentrales. Inzameling kunststofverpakkingen Met ingang van 1 januari 2010 is er een inspanningsverplichting om kunststofverpakkingen voor hergebruik gescheiden aan te bieden aan verwerkers. Eenmaal per maand worden huis aan huis kunststofverpakkingen ingezameld in combinatie met 12 ondergrondse containers voor kunststofverpakkingsafval op centrale plaatsen. In het eerste kwartaal van 2011 zal een evaluatie omtrent de inzameling van kunststof verpakkingsafval aan het college worden aangeboden. Op basis van deze rapportage zal de inzameling van kunststof verpakkingsafval indien nodig aangepast worden. Dan is naar verwachting ook bekend hoe de inzameling met bijbehorende vergoeding na 2011 definitief uitgevoerd kan worden. Verwerking GFT In 2010 is de verwerkings- en aanbiedingsovereenkomst van gft-afval verlengd tot februari 2017. Deze overeenkomst zal op dezelfde datum aflopen als de verwerking- en aanbiedingsovereenkomst van restafval. De gelijktijdige beëindiging is de aanleiding om mogelijke toekomstige verwerking en inzameling van bovengenoemde afvalstromen te bezien.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
18
Regionale samenwerking In 2011 wordt een onderzoek uitgevoerd naar mogelijkheden voor een gezamenlijke inzameling en verwerking van papier. Het onderzoek moet een antwoord op de vraag vinden of de inzameling kosten efficiënter kan worden georganiseerd en of de inzameling bij een aantal gemeenten gezamenlijk ingekocht kan worden. In 2011 zal een benchmark uitgevoerd worden op basis van sorteeranalyses van restafval uit de jaren 2009 en 2010. Het betreft een analyse van afvalgedrag in de regio en is mede van belang voor de keuzes met betrekking tot de eindverwerking na 2017 als de huidige verwerking- en aanbiedingsovereenkomst afloopt. De onderhandelingen met Attero (huidige aanbieder) inzake verduurzaming van de verwerking van huishoudelijk restafval zullen worden afgerond. Dit betreft een vervolg op de afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot het verwerken van gft-afval. Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de toepasbaarheid voor de regio West-Brabant van het pilotproject Cranendonk (vermindering restafval, uitgevoerd in de gemeente Cranendock). Dit is een mogelijk alternatief om een beter scheidingsgedrag te genereren. Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar verdere scheidingsmogelijkheden van afvalstromen. Dit onderzoek is bedoeld om inzicht te krijgen of nascheiding of een andere verwerkingsmethode voor restafval in de toekomst mogelijk is. Dit weer gelet op het aflopen van de huidige verwerking- en aanbiedingsovereenkomsten in 2017. De werkzaamheden voortvloeiend uit bovenstaand werkprogramma zullen gedekt worden uit de afvalstoffenheffing. In de begroting van inzamelingen is 600 uur opgenomen voor afvalbeleid en ca. € 78.500 voor voorlichting.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
19
9. Beheer openbare ruimte en groen De gemeente is als beheerder van de openbare ruimte aanspreekpunt en verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte (wegen, groen, verlichting etc.) en riolering. Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte is in mei 2008 de Kwaliteitsvisie Openbare Ruimte door de Raad vastgesteld. In deze kwaliteitsvisie is in beelden en normen aangegeven waaraan de openbare ruimte in diverse gebieden en categorieën aan moet voldoen. De kwaliteitsvisie is de afgelopen jaren geïmplementeerd. Op basis van de door het nieuwe college vastgestelde ‘Operatie Stofkam’ zal er op het gebied van het beheer van de openbare ruimte en groenvoorziening het nodige gaan veranderen. Zo zal o.a. het onderhoudsniveau (kwaliteitsniveau) van het centrumgebied verlaagd worden van niveau A naar niveau B. Verder zal in 2011 actief begonnen worden met het omvormen van groen (van heesters naar gazon). Met omvormen wordt bedoeld het veranderen van plantsoenen (van ‘dure’ heesters naar ‘goedkoop’ gazon) met behoud van het bestaande kwaliteitsniveau. Onkruidbestrijding Vanaf 1993 werd bij onderhoud van het groen de zogenaamde 0+ variant gehanteerd. Dit houdt in dat geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt bij onkruidbeheersing verhardingen en openbaar groen. Uitzondering betroffen een aantal hardnekkige soorten bij onkruidbestrijding openbaar groen. Dit beleid blijft voor een belangrijk deel overeind. Op basis van de door het nieuwe college vastgestelde ‘Operatie Stofkam’ zal op verhardingen, daar waar mogelijk is, chemische onkruidbestrijding toegepast worden. De uitdaging is er in gelegen om, zonder dat dit invloed heeft op de kosten, hiervoor het meest milieuvriendelijke bestrijdingsmiddel toe te passen en er voor te zorgen dat de hoeveelheid toe te passen bestrijdingsmiddelen zo gering mogelijk is. Er zal constant wordt er gezocht naar minder schadelijke alternatieven. Zwerfafval Door de gemeente Oosterhout is een plan van aanpak Zwerfafval opgesteld. Het doel hiervan is om de problematiek van zwerfafval te beheersen. Het centrumgebied en de wijkwinkelcentra Zuiderhout en Arkendonk vormen hierbij een extra aandachtsgebied. In 2010 is gestart met de implementatie van dit plan van aanpak en is er ook op gebied van straatreiniging en beheersen zwerfafval resultaat en beeldgericht gewerkt. Dit inmiddels geïmplementeerde beleid blijft ook in 2011 de te hanteren werkwijze. Hondenpoepbeleid Binnen de gemeente Oosterhout geldt een hondenpoepbeleid. Het succes van het vastgestelde beleid is sterk afhankelijk van het onderhoud van bestaande faciliteiten, regelmatige communicatie over dit onderwerp en met name handhaving van dit beleid is essentieel. Toezicht op het hondenpoepbeleid is opgenomen in het handhavingprogramma voor 2011. De uitvoering gebeurd projectmatig door het cluster handhaving van de afdeling ICS. Groenbeheer en -projecten In 2011 wordt een waterberging aangelegd in de lussen van de Bovensteweg. De gemeente Oosterhout heeft de Countdown 2010 verklaring ondertekend en hiermee aangegeven zich in te willen zetten voor versterking van de lokale biodiversiteit. In de bovengenoemde nog aan te leggen waterberging zal de rietorchis (de rietorchis is de ambassadeursoort van de gemeente Oosterhout) aangelegd worden.
In 2011 wordt gestart met het opstellen en waar mogelijk uitvoeren van inrichtingsplannen voor de groene wig en de ecologische verbindingszone De Contreie. Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
20
Op basis van het jaarplan renovatiegroenvoorziening zal de inzet gericht zijn op het vervangen en vernieuwen van groenvoorzieningen in de stad. De renovatie van het park Brakenstein zal worden afgerond. Voor de randzone Vrachelen III is een inrichtingsplan opgesteld. Het voornemen is om in 2011 uitvoering te gegeven aan dit inrichtingsplan in overleg met de betrokken partners.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
21
10. Water en riolering
Ecologie en waterkwaliteit De gemeente werkt samen met waterschap Brabantse Delta, gemeenten, provincie, collegawaterschappen en belangenorganisaties aan de verbetering van de waterkwaliteit. Basis vormt daarbij de Kaderrichtlijn Water (KRW). De richtlijn heeft als voornaamste doel het beschermen en verbeteren van aquatische ecosystemen en moet de kwaliteit van het oppervlakte water en het grondwater in de toekomst aan strenge normen voldoen. Hiervoor hebben de organisaties samen een plan opgesteld dat in de komende jaren wordt uitgewerkt. Daarmee gaan de waterpartners een gezamenlijke resultaatverplichting aan. Uiteindelijk moet in 2015 de waterkwaliteit op orde zijn. Waterkwantiteit De gemeente werkt met de waterpartners ook samen aan het op orde brengen van het watersysteem met het oog op de nadelige effecten van klimaatsverandering. Hiervoor is een optimalisatiestudie van het afvalwatersysteem opgestart, samen met de waterpartners. Deze samenwerking gebeurt in het kader van de landelijke nota Waterbeheer 21e eeuw(WB21). Om wateroverlast te beperken en beter te beheersen zijn vaak kostbare investeringen nodig aan het riool en waterhuishoudkundige systeem. Bij de keuze van maatregelen zal telkens gekeken worden naar de effectiviteit en (financiële) haalbaarheid. In 2010 is de optimalisatiestudie afgesloten en op dit moment werkt de gemeente Oosterhout aan het opstellen van een waterakkoord, waarin gerichte acties zijn opgenomen om samen uit te werken met het waterschap. De afgelopen jaren heeft de gemeente veel werk verricht met het uitgebreid inventariseren van de verharde oppervlakken, die aangesloten zijn op de riolering. Met de uitwerking van de basisrioleringsplannen is bekend welke maatregelen de gemeente Oosterhout moet nemen om enerzijds de "water op straat" problemen nu en in de toekomst (i.v.m. te verwachten heviger buien) het hoofd te bieden Anderzijds zijn de rioleringsmaatregelen nu concreet uitgewerkt om de emissies uit overstorten te beperken. Ook is met de uitwerking van de basisrioleringsplannen veel meer procesmatig inzicht verkregen in de hydraulische en procestechnische werking van het rioolstelsel van Oosterhout. De hoeveelheden vervuild rioolwater bij verschillende typen buien, die op het oppervlaktewatersysteem (singels, vijvers en andere watergangen) in het stedelijk gebied overstorten zijn met een modelberekening bepaald. De consequenties voor het stedelijk oppervlaktesysteem en de knelpunten voor de burger zijn veel duidelijker geworden. (interactie tussen riolering en stedelijk oppervlaktewatersysteem). Nieuwe persleiding Om de extra hoeveelheid afvalwater uit de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen te verwerken, om de overbelaste westelijke persleiding te ontlasten en om de vuilemissies uit het rioolstelsel van het gemengde vrij verval stelsel te verminderen is de gemeente Oosterhout voornemens om een nieuwe persleiding aan de oostzijde van Oosterhout aan te leggen. In 2010 is gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden. In 2011/2012 wordt het project verder uitgewerkt. Waterkwaliteitspoor Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de riolering is in 2008/2009 geëvalueerd en vastgelegd in een basisrioleringsplan, wat weer als input gebruikt is voor de toets van het waterkwaliteitsspoor. Vervolgens is het waterschap in 2010 begonnen met een inventarisatie van de Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
22
knelpunten vanuit oppervlaktewater en vanuit riolering en wordt van daaruit de waterkwaliteitsspoortoets in 2011 verder uitgewerkt. Het waterkwaliteitspoor is het proces rondom de waterkwaliteitstoets met het doel om te onderzoeken of na de uitvoering van het emissiespoor (basisinspanning) nog knelpunten in de kwaliteit van het oppervlaktewater aanwezig zijn (ter plaatse van de oversorten. Op een aantal locaties voldoet de berekende emissie niet aan onze uitgangspunten. Daarnaast hebben we op 17 locaties (nog aanvullen met ECO scan) waterkwaliteitknelpunten gevonden waarvoor maatregelen, dan wel aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Doordat de gegevens van het waterschap niet op orde waren is er enige vertraging ontstaan in de verdere uitwerking van de waterkwaliteitspoortoets. Integrale watervisie De gemeente heeft met het waterschap ambtelijk afgesproken om in 2011/2012 een integrale watervisie te ontwikkelen voor het stedelijk oppervlakte watersysteem, waar naast de interactie tussen rioleringssysteem en oppervlaktewatersysteem en het oplossen van resterende waterkwaliteitsknelpunten, ook geanticipeerd zal worden op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen het stedelijke gebied en de waterbergingsopgave. Ook zullen in de watervisie oplossingsrichtingen t.a.v. hydraulische knelpunten in het oppervlaktewatersysteem verder worden uitgewerkt.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
23
11. Milieucommunicatie Beleid en projecten Gemeenten hebben een breed scala van middelen en instrumenten ter beschikking om het milieubeleid uit te voeren. Vanouds lag daarbij de nadruk op juridische instrumenten als regelgeving en handhaving. Algemeen wordt erkend dat regelgeving en handhaving noodzakelijke, maar niet altijd toereikende instrumenten zijn om het gedrag van mensen in de gewenste richting te sturen. Naast deze ‘stok achter de deur’ wordt ook een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van individuen en bedrijven. Daarbij speelt het instrument milieucommunicatie een belangrijke rol. Het gaat om de juiste mix aan instrumenten om de gestelde milieudoelen te bereiken. De gemeente Oosterhout zet de volgende vier instrumenten in voor het bereiken van de gestelde doelen: • • • •
Natuur- en milieueducatie; Milieuvoorlichting; Milieudialoog; Milieucommunicatie als PR (Public Relations) instrument.
Deze vier instrumenten kunnen zowel intern (gemeente) als extern (inwoners, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties) worden ingezet. Intern zal milieucommunicatie worden ingezet om de medewerkers van de gemeente te informeren over relevante milieuaangelegenheden. Deze informatie zal met name gericht zijn op de gemeentelijke bedrijfsinterne milieuzorg en projecten. Binnen het gemeentehuis zal de mogelijkheid van intranet benut worden voor milieutips en adviezen. Indien er sprake is van projecten, activiteiten en/of ontwikkelingen met een duidelijk milieucomponent dan zal daar actief over worden gecommuniceerd met behulp van bestaande middelen als persberichten, folders, pagina in weekblad Oosterhout en anderszins. Verder zal de milieudialoog gezocht worden bij relevante projecten en waar dat zinvol is. Milieu Educatief Centrum en Kinderboerderij (MEK) Met het MEK Oosterhout is in 2010 een Meerjarenuitvoeringsovereenkomst 2010 - 2014 afgesloten. Hierbij zijn concrete en meetbare doelstellingen geformuleerd ten aanzien van natuur- en milieueducatie voor de diverse doelgroepen. Jaarlijks wordt door het MEK Oosterhout een activiteitenplan opgesteld aan de hand van de meerjarenuitvoeringsovereenkomst. Het contract geeft een aantal meetpunten waarmee de gemeente de activiteiten van het MEK kan beoordelen. Het voornemen is dat jaarlijks in ieder geval twee concrete communicatieprojecten worden uitgevoerd. Daarbij zal het MEK een belangrijke rol spelen. Eén van de onderwerpen voor 2011 is het project “Jaar van het bos”. De communicatie zal vooral gericht zijn op burgers en basisscholen. Stichting Duurzaam Oosterhout In 2011 zal de verdere samenwerking worden gezocht met de Stichting Duurzaam Oosterhout (SDO). De Stichting Duurzaam Oosterhout zal betrokken worden bij duurzame projecten van de gemeente en als adviseur en klankbord bij relevante projecten worden geraadpleegd. Concrete projecten zijn o.a. de duurzame ontwikkeling van locatie Beneluxweg en het zoeken naar een geschikte locatie voor een multifuel tankstation in Oosterhout. Tevens vindt er 2011 structureel overleg plaats tussen het bestuur van de stichting en de gemeente. Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
24
‘Maak je verbouwing duurzaam’ Het project ‘Maak je verbouwing duurzaam’ (klimaatprogramma) loopt in 2011 door. Het doel van dit project is duurzaam bouwen meer onder de aandacht te brengen en te stimuleren bij de burgers. Hiervoor is een virtueel informatiecentrum opgericht dat o.a. zorgt voor voorlichting op het gebied van duurzaam bouwen en energiezuinig (ver)bouwen. Op de gemeentelijk internet pagina wordt in het kader van dit project ook doorlopend informatie geplaatst over duurzaam bouwen en energiezuinig (ver)bouwen en de eventueel daaraan verbonden subsidiemogelijkheden. Communicatieprojecten op het gebied van handhaving brochures en andere uitgaven van de gemeente Oosterhout Een goede voorlichting leidt tot goed naleefgedrag. In 2011 worden dan ook alle communicatieve uitgaven van de gemeente Oosterhout geïnventariseerd. Op basis van deze inventarisatie wordt bekeken of uitgaven van de gemeente Oosterhout zich lenen voor een voorlichtende rol inzake handhaving. Indien een specifieke uitgave zich daarvoor leent, wordt in overleg met de verantwoordelijke afdeling en de afdeling communicatie gekomen tot een zogenaamde handhavingparagraaf. Daarbij wordt ook nader bekeken of de voorlichting over handhaving periodiek in de betreffende uitgave terug moet komen. Aanvullend daarop wordt in overleg met communicatie een specifieke voorlichtingsbrochure handhaving opgesteld. Internetpagina Naast de meer traditionele vormen van voorlichting (zie hiervoor) is een goede voorlichting via de nieuwe media onontbeerlijk. Op dit moment bevat de internetsite van de gemeente Oosterhout geen specifieke informatie over handhaving. In 2011 wordt in samenwerking met de afdeling communicatie, en voor zover passend binnen de structuur van de internetsite van de gemeente Oosterhout, een specifieke pagina opgesteld inzake handhaving. Gedurende het jaar 2011 wordt de pagina gevoed met relevante informatie.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
25
12. Vergunningen en handhaving
Ontwikkelingen in beleid en regelgeving Ook in 2011 worden een aantal ontwikkelingen verwacht met betrekking tot wet- en regelgeving op het gebied van bedrijven. Door de Waterwet die in 2009 in werking is getreden, valt de vergunningverlenende en handhavende taak voor indirecte lozingen onder het Wm-bevoegd gezag. Dit heeft tot gevolg dat het takenpakket van het Wm-bevoegd gezag uitgebreid is met een aantal indirecte afvalwaterlozingen. De aandacht zal gericht zijn op verbreding van de vakinhoudelijke kennis en procedurele verwerking van deze aanvragen. In 2010 is hiervoor een samenwerking met het waterschap gestart, deze samenwerking zal in 2011 verder worden uitgebreid. De implementatie van het Besluit huisvesting zal, evenals dat in 2010 het geval was, ook in 2011 consequenties hebben voor vergunningverlening en handhaving. Het Besluit huisvesting is direct werkend. De regels in het Besluit huisvesting gelden naast de voorschriften in de milieuvergunning of het Besluit landbouw. De keuze van het huisvestingssysteem moet wel in de vergunning of melding worden vastgelegd. Als een bedrijf niet tijdig zorgt dat zijn stallen voldoen aan het Besluit huisvesting, kan handhavend worden opgetreden op grond van het niet voldoen aan de maximale emissiewaarden van het Besluit huisvesting. De feitelijke situatie moet in overeenstemming zijn met het Besluit huisvesting. De aandacht bij zowel de vergunningverlening als bij de handhaving zal meer en meer gericht zijn op het thema energie en duurzaamheid. De omgevingsvergunning De nieuwe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is erop gericht om de dienstverlening naar de burger te verbeteren door een nieuw vergunningenstelsel en beter gestroomlijnde procedures. Alle bestaande vergunningen en ontheffingen met betrekking tot de fysieke leefomgeving worden vervangen door één omgevingsvergunning. Op 1 oktober 2010 is de Wabo inwerking getreden. De aanvragen worden sindsdien via het Omgevings Loket Online (OLO) ingediend en worden digitaal behandeld. Ook in 2011 zal nog gewerkt worden aan de vervolmaking van de werkwijzen en invoering van geautomatiseerde systemen voor de begeleiding van aanvragen. De introductie van de omgevingsvergunning heeft praktische en organisatorische gevolgen voor vergunningverlening en handhaving. Vergunningverlening en meldingen planning Het aantal te verwachten te verlenen milieuvergunningen en meldingen voor 2011 is weergegeven in de onderstaande tabel. In deze aantallen is rekening gehouden met de werkvoorraad die voortvloeit uit de programmatische actualisatie van vergunningen.
Te verlenen vergunningen Ambtshalve aan te passen vergunningen In te trekken vergunningen Af te handelen AMvB-meldingen Af te handelen artikel 8.19-meldingen
24 10 10 225 10
Raming milieuvergunningen en meldingen 2011 Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
26
MER-procedure / IPPC De regelgeving voor vergunningplichtige bedrijven is steeds complexer aan het worden. Op bepaalde bedrijfsactiviteiten kan de Milieu-Effect-Rapportage regeling (MER) van toepassing zijn. Ook kan sprake zijn van het moeten toepassen van Europese regelgeving (IPPC). In de begroting is voorzien in een budget voor het opvragen van externe adviezen om de aanvragen binnen de termijnen en met afdoende kwaliteit te kunnen behandelen. Binnen de gemeente Oosterhout wil zich een groot agrarisch bedrijf vestigen waarvoor een MERprocedure en milieuvergunning-procedure doorlopen dient te worden. De startnotitie voor de MER is ingediend. In 2011 worden de MER-procedure en de vergunning-procedure opgestart. Van de 8 IPPC inrichtingen wordt bij 4 inrichtingen de milieuvergunning geactualiseerd, dit project is in 2011 afgerond. Besluit risico’s en zware ongevallen (Brzo) Het besluit is opgesteld om zware ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen en beperken. Het besluit stelt veiligheidseisen aan het veiligheidsbeleid van bedrijven die op grote schaal met gevaarlijke stoffen werken. Van de 4 Brzo inrichtingen wordt bij 3 inrichtingen de milieuvergunning geactualiseerd, dit project is in 2011 afgerond. Actualisatie vergunningen De Wet milieubeheer schrijft voor dat milieuvergunningen geregeld geactualiseerd worden. Bij de milieucontrole wordt actie ondernomen indien de vergunning van het bezochte bedrijf niet meer actueel is. Vergunningen krijgen een hogere prioriteit indien de actualisatie nodig is voor de aspecten veiligheid of milieurisico. De te ondernemen acties kunnen inhouden dat de vergunning ambtshalve wordt aangepast of dat in sommige gevallen een revisie van de vergunning plaatsvindt. De verwachting is dat door de invoering van het Besluit Algemene Inrichtingen Milieubeheer (Barim) een deel van dit probleem opgelost is. Er zal inzichtelijk gemaakt worden voor welke inrichtingen een actualisatie van de milieuvergunning noodzakelijk is. De prioriteit hiervan wordt bepaald op basis van het risico en de ouderdom van de vergunning. In 2011 is inzichtelijk welke en hoeveel milieuvergunningen ouder zijn dan 10 jaar. Besluit huisvesting Voor de toetsing van het Besluit huisvesting is een administratieve toetsing van de vergunningen van de agrarische bedrijven uitgevoerd. Na deze toetsing zijn 19 bedrijven aangeschreven dat ze om onder het gedoogbeleid van het Besluit huisvesting te kunnen vallen een bedrijfsontwikkelplan in moeten dienen. Inmiddels hebben 17 bedrijven een bedrijfsontwikkelplan ingediend. De stand van zaken is: • 1 bedrijf moet vergunningen aanvragen voor realisatie aanpassing bestaande stallen vóór 1-012012 (of een latere datum als dat vanwege de lengte van de productiecyclus nodig is, maar niet later dan 1-01-2013). Eventuele nieuwbouw vóór 1-07-2012. • 9 bedrijven moeten vergunningen aanvragen vóór 1-01-2011 en realisatie aanpassing bestaande stallen vóór 1-07-2012. Eventuele nieuwbouw vóór 1-01-2013. • 2 bedrijven stoppen voor 2013 en zo nodig intrekken milieuvergunning vóór 1-01-2013. • 5 bedrijven stoppen en na 2013 zo nodig intrekken milieuvergunning uiterlijk vóór 1-01-2016 Procedure Barim-meldingen In 2008 is een aanpak geïntroduceerd om bedrijven te helpen bij het invullen van onder andere Barimmeldingen. De ervaring leert dat de meldingen veelal onvolledig zijn. Hierdoor is het voor bedrijven niet altijd duidelijk welke vergunningsvoorschriften daadwerkelijk van toepassing zijn. Indien een Barim-melding wordt ingediend, wordt een afspraak gemaakt voor een bedrijfsbezoek. Het voordeel hiervan is dat het bedrijf inzicht krijgt in de van toepassing zijnde milieuregels, de vergunningverlener beter inzicht krijgt in het bedrijf en de handhaver er van uit kan gaan dat de juiste voorschriften gehandhaafd worden bij een controlebezoek. Deze aanpak wordt in 2011 voortgezet. Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
27
Klimaatprogramma Door de gemeente Oosterhout is in MARB verband een SLoK-subsidie aangevraagd die inmiddels ook is toegekend. Dit heeft het mogelijk gemaakt om uitvoering te geven aan het regionaal klimaatprogramma. Begin 2011 worden de SLoK projecten 6 (handhaving EPC) en 7 (energie in vergunningverlening en handhaving) opgestart, de projecten hebben een doorlooptijd van 3 jaar. - SLoK 6, handhaving EPC Doel van het project is toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de energieprestatienorm (EPN) op de bouwplaats bij 40 % van de bouwvergunningen. Bij de bouwaanvraag zitten onder andere EPCberekeningen. Uit deze berekeningen moet blijken dat aan de EPN uit het bouwbesluit wordt voldaan. De gemeente is verantwoordelijk voor het verlenen van bouwvergunningen op basis van het Bouwbesluit, toetsen of het plan hieraan voldoet en toezien op de bouw. - SLoK 7, energie in vergunningverlening en handhaving Doel van het project is dat alle relevante inrichtingen waarvan de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wm een actuele vergunning hebben op het gebied van energie. Handhaving van vergunningen en activiteitenbesluit, gericht op energieaspecten heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats. Handhaving van afspraken MJA-bedrijfstakken waarvan de gemeente bevoegd gezag is, heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats. Handhaving Regulier programma Jaarlijks wordt door de afdeling ISC, unit V&H een “uitvoeringsprogramma handhaving fysieke leefomgeving” opgesteld. Ook de milieu handhavingcontroles vallen hieronder. Periodiek handhavingoverleg vindt plaats ter bevordering van de gemeentelijke handhavingstaken en onderlinge samenwerking. Voor 2011 zijn 202 milieucontroles gepland. Regionaal Op regionaal niveau vindt overleg en samenwerking plaats tussen handhavingspartners. De afspraken daarover zijn vastgelegd in de regionale bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht, die tot eind 2013 loopt. Op 1 oktober 2010 is de Wabo ingevoerd hierdoor zijn 23 provinciale inrichtingen onder het bevoegd gezag van de gemeente Oosterhout komen te vallen. Deze inrichtingen worden opgenomen in het handhavingsprogramma van 2011. Brzo In Oosterhout zitten 4 zogeheten Brzo-bedrijven, waarbij een bijzonder inspectieprogramma met de regionale brandweer en de arbeidsinspectie wordt uitgevoerd. Deze Brzo-bedrijven zijn verplicht om een jaarlijkse veiligheidsrapportage (VR) in te dienen. In 2011 wordt per bedrijf een milieuinspectieprogramma Brzo bedrijven opgesteld. De handhaving van deze inrichtingen is uitbesteed. In 2011 zullen alle vier de Brzo bedrijven worden gecontroleerd. Projecten 2011 In 2011 worden een aantal handhavingprojecten uitgevoerd: - Herziening mandaatregeling Bij de herziening van het mandaatregister (in het kader van de herstructurering van de afdeling VVH en de afdeling WIZ) wordt bekeken of het nog lager leggen van het mandaat in de organisatie tot de mogelijkheden behoort. Dit met uitzondering van besluiten die een politieke afweging noodzaken (zijnde een besluit tot intrekking van de vergunning, een beslissing op bezwaar en een besluit tot gedogen).
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
28
- Integraal project; quickscan Bedrijvenpark De Wijsterd Op het Bedrijvenpark De Wijsterd wordt een quickscan uitgevoerd naar illegale bouwwerken en activiteiten door de vakdisciplines bouwen, milieu en APV. - Update digitaal bedrijvenbestand milieu-inrichtingen; Bedrijvenpark De Wijsterd Het bestand met milieu-inrichtingen is niet volledig. De komende jaren wil de gemeente Oosterhout successievelijk het bestand volledig maken door ieder jaar een (deel van een) bedrijventerrein/ winkelcentrum te controleren of alle inrichtingen zijn opgenomen in het bestand. - Administratieve controle op basis van certificering Bedrijven die volgens de planning moeten worden gecontroleerd krijgen een brief waarin het bedrijf wordt gevraagd of zij beschikken over een certificering (bijvoorbeeld ISO) en zo ja, of ze de audits en (jaar)rapportages die aan deze certificering gekoppeld zijn aan de gemeente willen toezenden. Voor zover de aangeleverde stukken zich daarvoor lenen, vindt er vervolgens een (gedeeltelijke) administratieve controle plaats en/ of kan er op locatie meer doelgericht worden gecontroleerd. Op basis van de ervaringen wordt bepaald of deze werkwijze wordt voortgezet en indien noodzakelijk (beleids)regels worden opgesteld. - Convenant met lokale politie (Politieteam Oosterhout) Om te komen tot een betere samenwerking wil de gemeente Oosterhout en de Politie regio Midden en West Brabant, district Oosterhout, Politieteam Oosterhout tot een convenant komen. Via dit convenant worden nadere, operationele, werkafspraken gemaakt. Dit convenant raakt in beginsel de vakdiscipline APV en bijzondere wetten. Daarnaast wordt nader bekeken of de vakdisciplines bouwen en milieu een plaats kunnen krijgen in dit convenant (bijvoorbeeld kaderafspraken voor integrale controles). - Convenant met lokale brandweer (cluster Amerstreek) Om te komen tot een betere samenwerking wil de gemeente Oosterhout en de Regionale Brandweer Midden- en Westbrabant, cluster Amerstreek, komen tot een convenant. Dit convenant moet onder andere de onderlinge afstemming van taken, de wijze van taakuitoefening, verantwoordelijkheden en het delen van informatie borgen. - Horeca KLM gebied In december 2009 is het horeca-actieplan vastgesteld. In dit plan is opgenomen dat in 2011 een notitie wordt opgesteld over de mogelijke geluidsoverlast van de horeca in het KLM gebied. Dit gebeurd in samenwerking met het cluster veiligheid en ISC (cluster Handhaving).
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
29
13. Mobiliteit De gemeente Oosterhout heeft haar integrale visie op mobiliteit voor een belangrijk deel vastgelegd in het mobiliteitsplan. De gemeentelijke visie op mobiliteit gaat over alle modaliteiten. Niet alleen de auto, maar ook het openbaar vervoer, de fiets en goederen transport (weg, spoor, water). Doorstroming van autoverkeer, de bevordering van het gebruik van de fiets en van het openbaar vervoer en de beperking van de uitstoot van voertuigen zijn de belangrijkste mogelijkheden om de gemeentelijke doelen te realiseren. De fiets In het Mobiliteitsplan is benadrukt dat fietsen veiliger en aantrekkelijker moet worden, zodat de concurrentiepositie van de fietser ten opzichte van de automobilist wordt verbeterd in het belang van de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid. Om daadwerkelijk meer mensen op de fiets te krijgen is het effectief om de aanpak te richten op doelgroepen. Vanuit deze doelgroepenbenadering zijn de volgende activiteiten gedacht: - Aansluiten bij het landelijke evenement ‘Heel Nederland Fietst’ - Opstellen van een fietsfolder met praktische informatie voor de fietser; - Promotie van elektrisch fietsen; - Verstrekken van een ‘Oosterhoutse fietsdoos’ aan nieuwe inwoners van de gemeente; - Spaaractie gekoppeld aan de twee fietsenstallingen; - Fietslessen voor allochtonen. Naast de bovengenoemde activiteiten zal in 2011 verder worden geïnvesteerd in een aantal projecten ten gunste van de fiets. Het gaat hierbij om de aanleg en/of herinrichting van fietspaden. Gemotoriseerd verkeer Actiepunten voor 2011 zijn het stimuleren en meewerken aan de realisatie van autodeelinitiatieven in Oosterhout en het verbeteren van de doorstroming van gemotoriseerd verkeer door actieve regulering van verkeersstromen. Model shift Het Wilhelminakanaal biedt Oosterhout kansen om het vervoer over water te stimuleren. Het goederenvervoer zal de komende jaren behoorlijk groeien en om de druk op de wegen te verminderen en de leefbaarheid te verbeteren is het van belang om in de mobiliteiten binnenvaart, maar ook het goederenspoor te investeren. De komende jaren zal de nadruk liggen op het benutten van de kansen en het optimaliseren van het gebruik van het Wilhelminakanaal en het goederenspoor. Deze duurzame investeringen versterken de economische positie van Oosterhout en verminderen tegelijk de druk op het milieu. In 2011 zal begonnen worden om een overslagkade voor bulkgoederen op industrieterrein Vijf Eiken te realiseren. In 2010 is het onderzoek naar de mogelijkheden voor optimaliseren van het gebruik van het spoor voor goederenvervoer afgerond. Conclusie is dat er voldoende volume bij de lokale ondernemers is om het spoor vaker te gebruiken, maar dat er een locatie op Weststad ontbreekt om containers op treinen te zetten. Vooralsnog gaat het om automotive en stukgoederen of wagonladingen, maar hier zit niet de grootste groei in. Samenwerking met het Havenschap Moerdijk bied ook kansen om groei te bewerkstelligen, dit wordt in 2011 verder onderzocht. Ook wordt bekeken of er een mogelijkheid is Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
30
om een spoorterminal op Weststad te realiseren om containers over te slaan; dit is namelijk een voorwaarde voor groei van goederenvervoer over spoor. Hier wordt ook samengewerkt met de lokale ondernemers en onderzocht of dit exploitabel is.
Milieuwerkprogramma 2011 gemeente Oosterhout
31