Milieuwerkprogramma
2014
Inhoud
1. INLEIDING ............................................................................................... 3 2. SPEERPUNTEN ........................................................................................ 5 3. UITVOERING VTH-TAKEN ........................................................................ 7 3.1 REGIONALE UITVOERINGSDIENST (RUD) ......................................................... 7 3.2 KWALITEITSCRITERIA ................................................................................... 8 3.3 AUTOMATISERING ...................................................................................... 9 3.4 VERGUNNINGVERLENING (RUD) ................................................................... 9 3.5 TOEZICHT EN HANDHAVING (RUD) .............................................................. 13 3.6 KETENHANDHAVING (RUD)........................................................................ 20 3.7 TOEZICHT BODEMSANERINGEN (RUD) .......................................................... 26 3.8 24-UURS BEREIKBAARHEID IN VERBAND MET MILIEU-INCIDENTEN, CALAMITEITEN EN RAMPENBESTRIJDING (RUD) ............................................................................ 26
3.9 TOEZICHT EN HANDHAVING MILIEU (OVERIG) ................................................. 27 3.10 INTEGRAAL TOEZICHT EN HANDHAVING BWT EN BRANDVEILIGHEID .................. 32 3.11 TOEZICHT EN HANDHAVING DRANK- EN HORECAWET .................................... 33 3.12 ADVISERING, TOEZICHT EN HANDHAVING EVENEMENTEN (BOUW, BRANDVEILIGHEID EN MILIEU) .................................................................................................... 34
3.13 GELUIDONTHEFFINGEN HORECA (ACTIVITEITENBESLUIT, APV)......................... 35 3.14 BEHANDELEN VAN MILIEUKLACHTEN (DEELS RUD) ........................................ 36 3.15 WIJZIGINGSBESLUIT BODEMENERGIESYSTEMEN............................................. 37 4. UITVOERING SPECIALISTISCHE MILIEUREGELGEVING ............................ 38 4.1 BODEM .................................................................................................. 38 4.2 GELUID ................................................................................................... 57 4.3 EXTERNE VEILIGHEID.................................................................................. 63 4.4 NATUUR EN BIODIVERSITEIT ........................................................................ 64 5 ADVISERING RUIMTELIJKE PLANNEN EN BOUWPLANNEN ..................... 65 5.1 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING .................................................................... 65 5.2 MILIEUEFFECTRAPPORTAGES....................................................................... 66 5.3 ADVISEREN BESTEMMINGSPLANNEN ............................................................. 66 5.4 ADVISERING BOUWPLANNEN ...................................................................... 68 5.5 ADVISERING OVER HINDER VAN SCHIPHOL ..................................................... 69 5.6 GPR GEBOUW EN GPR STEDENBOUW ......................................................... 69 6. MILIEUBELEID: DUURZAAMHEID IN TRANSITIE ..................................... 71 6.1 LUCHTKWALITEIT ...................................................................................... 71 6.2 DUURZAAMHEIDSPROGRAMMA’S ................................................................ 83 6.3 GEMEENTELIJKE KLIMAAT- EN DUURZAAMHEIDSPROGRAMMA’S......................... 89 7 NATUUR EN MILIEU – EDUCATIE (NME) ................................................. 93
2
1. Inleiding Het milieuwerkprogramma is een jaarlijkse stap in het voortschrijdende cyclische proces van uitvoering van taken. Het plan geeft het dagelijks bestuur, algemeen bestuur, gemeentebesturen en provinciebestuur inzicht in wat zij van Milieudienst IJmond in 2014 mogen verwachten. Dit milieuwerkprogramma vormt het kader voor de uitvoering van de aan de dienst opgedragen taken, minimaal voor elke deelnemer de uitvoering van het basistakenpakket van de regionale uitvoeringsdienst (RUD)1. In 2014 bestaat Milieudienst IJmond 15 jaar. De dienst heeft in die 15 jaar een breed milieuprofiel ontwikkeld en voert vergunningverlening, toezicht- en handhavingstaken (VTH-taken) uit in het kader van de Wabo (met een accent op het milieudeel), trekt en ondersteunt regionale projecten op het gebied van onder meer duurzaamheid, mobiliteit, natuur- en milieueducatie en geeft specialistisch (beleids)advies aan gemeenten. Het takenpakket dat Milieudienst IJmond uitvoert is daarmee veel breder dan het profiel van de meeste RUD’s/omgevingsdiensten. Organisatie Milieudienst IJmond is een gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam en rechtspersoon. Deze is getroffen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen door de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen. Per 1 januari 2014 zijn gemeente Haarlem en provincie Noord-Holland toegetreden. De uitvoering van deze taken is bij de milieudienst ondergebracht om efficiënt en met kwaliteit invulling te kunnen geven aan deze taken. Gemeenten en provincie hebben daarom diverse beslissingsbevoegdheden gedelegeerd of gemandateerd. Op basis van deze bevoegdheden is de milieudienst onder andere bevoegd besluiten te nemen inzake milieuvergunningen, meldingen en handhaving (bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom). Naast de taken op basis van de gemeenschappelijke regeling zijn er met 13 gemeenten dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) afgesloten. Voor een gedeelte van deze gemeenten, namelijk de
1
De uitvoering van het basistakenpakket is in dit programma blauw
geaccentueerd. Het programma wordt ook voorgelegd aan het Bestuurlijk Platform RUD voor het gedeelte dat ter uitvoering is van de RUD.
3
gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang, worden de gemeentelijke milieutaken uitgevoerd onder de naam Milieudienst Waterland2. De andere de gemeenten in de regio ZuidKennemerland met een DVO zijn Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Noordwijkerhout en Zandvoort. Voor diverse gemeenten vormt de inhoud van dit milieuwerkprogramma de basis voor een apart gemeentelijk uitvoeringsprogramma. Deze programma’s zijn inhoudelijk afgestemd.
2 nieuwe deelnemers GR per 1-12014
bestaande GR 4 gemeenten 13 DVO-gemeenten
Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de speerpunten voor 2014. Hoofdstuk 3 beschrijft de uitvoering op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hoofdstuk 4 gaat over de uitvoering van specialistische milieuregelgeving, zoals geluid, bodem, externe veiligheid en natuurwetgeving. In hoofdstuk 5 wordt de inzet van de milieudienst in het kader van (gemeentelijke) ruimtelijke plannen beschreven. Hoofdstuk 6 beschrijft de inspanningen op het gebied van milieubeleid en duurzaamheid en in hoofdstuk 7 is de uitvoering voor wat betreft natuur- en milieueducatie (NME) opgenomen.
2
Als in dit werkprogramma wordt gesproken over Milieudienst IJmond is dit
inclusief Milieudienst Waterland, tenzij specifiek Milieudienst Waterland wordt gebruikt.
4
2. Speerpunten Wettelijke taken in tijden van bezuiniging Milieudienst IJmond heeft als doel enerzijds de kosten zo laag mogelijk te houden, maar anderzijds ook meerwaarde te bieden voor burgers, bedrijfsleven en overheden. In 2015 zullen zeer hoge eisen aan de uitvoering van wettelijke taken, de zogenaamde kwaliteitscriteria, in de wet worden verankerd. Voor het huidige takenpakket voldoet Milieudienst IJmond al aan deze criteria. Wij hebben de ambitie om Wabo-breed aan deze eisen te gaan voldoen. Dit wordt ook van een RUD verwacht. VTH De casus Odfjell, maar eerder ook de brand bij Chemie Pack, heeft het belang van milieutoezicht op bedrijven meer dan duidelijk gemaakt. Uiteraard zijn bedrijven in eerste instantie verantwoordelijk voor de veiligheid binnen de inrichting. De wettelijke toezichtstaak heeft tot doel om te beoordelen of deze verantwoordelijkheid ook gedragen wordt. Naast externe veiligheid is het asbestketentoezicht één van de speerpunten, omdat incidenten laten zien dat wanneer asbest niet conform de geldende wetgeving wordt verwijderd en verwerkt er grote risico’s voor de gezondheid ontstaan, maar ook dat er grote financiële risico’s zijn. Doordat de methodiek van programmatisch en informatie-gestuurd handhaven wordt gevolgd wordt toezicht en handhaving geprioriteerd aan de hand van een risicoanalyse. Ook sanctionering wordt afgestemd tussen samenwerkende handhavingspartners. Duurzaamheid in transitie De omslag is gaande: duurzaamheid staat prominent op de agenda bij burgers, bedrijfsleven en de overheid. Het SER3 Energieakkoord is daarvan het meest duidelijke voorbeeld. De wijze waarop deze omslag feitelijk moet worden gerealiseerd is niet meer ‘business as usual’; we krijgen te maken met mondige en initiatiefrijke burgers en bedrijven, met verrassende samenwerkingsverbanden en een 3
De Sociaal-Economische Raad (SER) constateert dat er grote behoefte is
aan energie- en klimaatbeleid dat richting geeft en houvast biedt voor langetermijnbeslissingen en een breed draagvlak geniet. Het beleid moet zorgen voor zekerheid voor investeerders waarbij doelen op geïntegreerde wijze effectief en efficiënt gerealiseerd worden.
5
terugtredende overheid. In tijden van economische tegenwind zal daar een antwoord op moeten worden geformuleerd. De milieudienst wil daar in het werkprogramma van 2014 (zie met name hoofdstuk 6. Milieubeleid) ruimte voor maken en in samenwerking met de gemeenten, burgers en ondernemers met veel energie inspelen op initiatieven om duurzaamheid optimaal te laten functioneren. De transitie zal ook het gezicht van de milieudienst bepalen. De uitdaging is hoe en in welke mate deze opgave wordt herkend en gedeeld door onze partners. Wij willen in 2014 veel energie steken in een duurzame samenwerking, 2014 wordt een inspirerend jaar! (Financiële) bodemproblematiek Er zijn nog steeds plekken waar voor het huidige gebruik van de bodem risico’s aanwezig zijn door bodemverontreiniging; de spoedlocaties. Het is veelal de taak van de overheid om de bodemverontreiniging te onderzoeken, te saneren en/of te beheersen. De gemeenten ontvangen sinds 2000 via de provincie een budget voor de uitvoering van bodemsanerings- en nazorgtaken in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Echter na 2014 stopt het ISV. De bodemproblematiek is dan nog niet opgelost en hierdoor ontstaat een spanningsveld. In 2014 zal een forse inzet benodigd zijn om de projecten dusdanig voor te bereiden dat het ISV-budget behouden kan blijven. De discussie met de provincie zal moeten worden gevoerd over de aanpak en financiering van deze bodemknelpunten na 2014. Dat de bestaande bodemverontreinigingen niet zomaar zijn opgelost geeft eens te meer aan dat toezicht moet worden ingezet om nieuwe bodemverontreinigingen te voorkomen. Hierbij spelen hergebruik en afvoer van grond, puinbijmengingen en gerelateerde asbestverdenkingen een grote rol waarbij via ketentoezicht risicomomenten in de totale keten in beeld worden gebracht om daarop gerichte interventies te kunnen uitvoeren. Luchtkwaliteit Het structureel behalen van de luchtkwaliteitsnormen blijft een belangrijk aandachtspunt in de IJmond. Voor diverse projecten die een positieve bijdrage aan de luchtkwaliteit hebben is in 2014 subsidie beschikbaar. Het is een grote uitdaging om deze projecten uit te voeren.
6
3. Uitvoering VTH-taken De rol en betekenis van vergunningverlening, toezicht en handhaving in onze samenleving is de laatste jaren onder invloed van een aantal gebeurtenissen behoorlijk in de aandacht komen te staan, o.a. Enschede, Volendam en recenter de brand bij ChemiePack in Moerdijk en Odfjell in Rotterdam, maar ook incidenten met vallende balkons en instortende daken. Door al deze voorvallen is duidelijk geworden dat vergunningverlening, toezicht en handhaving een prominente rol moet spelen op allerlei beleidsterreinen zoals (brand)veiligheid, bouwen en milieu. Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn onderdeel van de reguleringsketen, waarbij handhaving het sluitstuk is. De milieudienst heeft allerlei middelen en instrumenten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Gedacht kan worden aan handhaven door het houden van toezicht en daar waar nodig door waarschuwen of sanctioneren maar ook door het inzetten van andere vormen van handhaving zoals voorlichting. Bij milieucontroles kan ook aandacht aan voorlichting worden geschonken. Een mooi voorbeeld daarvan is het bieden van ondersteuning bij het aanvragen van een Green Key4. Zie hierover verder paragraaf 6.3 Gemeentelijke klimaat- en duurzaamheidsprogramma’s. Bij het inzetten van toezicht en handhaving wordt overwogen wat de best toepasbare wijze is waarop de naleving van wet- en regelgeving kan worden gerealiseerd. Er wordt daarbij niet alleen naar de inzet van middelen gekeken die met een adequate handhaving gemoeid zijn, maar uiteraard ook naar de mate van handhaafbaarheid van de wet- en regelgeving. Dit is een van de belangrijkste kwaliteitseisen aan onze vergunningen. 3.1 Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) De RUD is sinds 1 januari 2013 operationeel. Dit is daarom tevens het uitvoeringsprogramma voor 18 gemeenten voor het verplichte zogenaamde basistakenpakket 2.3. De Wet VTH is de zogenaamde ‘werknaam’ van de aanstaande wijziging van de Wabo waarbij invulling wordt gegeven aan de in de ‘Package Deal 2009’ vastgelegde afspraken. Concreet hebben we
4
Green Key is een bekend internationaal keurmerk voor duurzame bedrijven
in de recreatie- en vrijetijdsbranche.
7
het dan over de vorming van de RUD’s, het ‘milieu basistakenpakket’ en de 'KPMG kwaliteitscriteria 2.1'. 3.2 Kwaliteitscriteria Kwaliteit van de uitvoering In het kader van het borgen van kwaliteit zullen in 2014 een aantal interne opleidingen worden georganiseerd. In verband met de aansluiting van provincie Noord-Holland en gemeente Haarlem is het noodzakelijk om de medewerkers van de verschillende partners op een uniforme manier te laten werken. Het is de bedoeling dat dit in ieder geval plaats gaat vinden voor vergunningverlening en later ook voor handhaving. De cursus is door en voor eigen medewerkers.
Uitvoering 2014 Interne opleidingen vergunningverlening en handhaving.
Procescriteria Voor de totstandkoming van producten zoals vergunningen, controles en handhavingsacties zijn diverse werkprocessen nodig. Transparantie en bestuurlijke vastlegging spelen daarin een belangrijke rol. De procescriteria samen leiden tot een sluitende cyclus en kwaliteitsborging De procescriteria die ook in de wet VTH worden opgenomen beschrijven de eisen die gesteld worden aan de beleidscyclus. Door de criteria te volgen wordt de cyclus gesloten. Daarbij wordt conform landelijke afspraken de BIG-8 gehanteerd. Dit model maakt vanuit een strategisch kader de vertaling naar operationeel beleid ten behoeve van kwaliteitsborging tezamen met een sluitende planning en control cyclus. In de procescriteria wordt onder andere verwezen naar het handhavingsbeleid, de naleefstrategie, de sanctiestrategie, de probleemanalyse, de prioriteitstelling en de verantwoording. Programmatisch handhaven houdt mede in dat prioriteiten, strategieën en wijze van sanctioneren tussen samenwerkende handhavingspartners worden afgestemd. Ten aanzien van het grondgebied van de volledige RUD IJmond worden in 2014
8
belangrijke thema’s als asbest, grondstromen en externe veiligheid programmatisch gehandhaafd. 3.3 Automatisering Sinds het voorjaar van 2010 werken Digitale Checklisten (verder DC) en Milieudienst IJmond samen aan een nieuwe manier van toezichthouden. Met DC beschikt de inspecteur over de juiste vragen en krijgt inzicht in gecontroleerde processen, locaties, gebouwen, bedrijven of installaties. DC omvat niet alleen milieu, ook de wet- en regelgeving met betrekking tot bouwen en gebruik/brandveiligheid (Bouwbesluit 2012) en drank en horeca is binnen deze tool geïntegreerd. Momenteel realiseert Milieudienst IJmond een koppeling tussen haar Document Management Systeem (DECOS) en haar VTH-systeem (OpenWave). Deze koppeling beoogt het aantal handelingen dat de inspecteur moet verrichten om de correspondentie te registreren tot een éénmalige registratie in het systeem. Door de koppeling zullen de 2 programma’s de gegevens met elkaar delen. Denk hierbij aan inspecties en de status hiervan, aangemaakte documenten en adresgegevens. De koppeling werkt reeds in een testomgeving en wordt uitvoerig getest. Met name aansluiting op een landelijke voorziening voor BAG-gegevens en een goede werkwijze met betrekking tot invoer en archivering zijn de speerpunten voor de komende tijd. Indien dit is gerealiseerd, zal een koppeling tussen beide programma’s kunnen worden gemaakt. De doelstelling is dat we vanaf januari 2014 hier mee kunnen gaan werken.
Uitvoering 2014 Realisatie koppeling DMS en VTH-systeem.
3.4 Vergunningverlening (RUD) Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Het doel van de wet is minder administratieve lasten voor burgers en bedrijven, betere dienstverlening, kortere en transparantere procedures, minder toezichtdruk en geen tegenstrijdige voorschriften. De Wabo is vooral een procedurele wet. Voor de milieudienst is het dan ook van belang om het samenspel met de gemeente zo goed mogelijk te laten verlopen, zodat een initiatiefnemer een optimale dienstverlening kan verwachten.
9
Het verlenen van omgevingsvergunningen milieu is een wettelijke taak die direct voortkomt uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het is voor circa 10% van alle bedrijvigheid verboden om zonder vergunning het bedrijf in werking te hebben. Het adviseren op meervoudige complexe vergunningaanvragen (omgevingsvergunningen waarbij meerdere elementen dan milieu spelen) en het in behandeling nemen van enkelvoudige vergunningaanvragen (omgevingsvergunning waarbij uitsluitend milieuaspecten aan de orde zijn) is één van de kerntaken van de milieudienst. Er is een aantal aanleidingen voor het verlenen van een omgevingsvergunning. In 2014 zal vooral worden ingezet op:
het actualiseren en/of reviseren van vergunningen naar aanleiding van een uitgevoerde milieucontrole bij een bedrijf of instelling, waarbij is geconstateerd dat activiteiten zijn uitgebreid dan wel zijn veranderd
(Ambtshalve) actualisatie van vergunningen bij bedrijven of instellingen met een vergunning van 10 jaar en ouder
Nieuw op te richten bedrijvigheid waarvoor de vergunningplicht geldt
Het wettelijke kader met betrekking tot milieuvergunningverlening is de afgelopen jaren met de komst van het Activiteitenbesluit en de Wabo sterk in beweging. Meer bedrijven worden onder algemene regels gebracht. De ontwikkeling zet zich in 2014 en verder nog door. Nu meer bedrijven onder algemene regels vallen zijn er andersoortige vergunningproducten ontstaan, bijvoorbeeld maatwerk, adviezen en voorschriften. De Wabo kent verschillende soorten adviezen, zoals verklaringen van geen bedenkingen (VVGB’s). Er worden dus verschillende procedures in het kader van de Wabo, de Wm en specifieker het Activiteitenbesluit uitgevoerd. De meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit kunnen samenhangen met een omgevingsvergunningaanvraag. Deze worden door de medewerkers van milieuvergunningen getoetst op volledigheid. Bovendien wordt beoordeeld of maatwerk nodig is. Indien de melding samenhangt met een omgevingsvergunningaanvraag dient het maatwerk te worden afgestemd met en te worden opgenomen in de omgevingsvergunning. Dit vergt coördinatie. Tevens adviseren de medewerkers vergunningverlening gemeenten over nieuwe bedrijfsvestigingen, ruimtelijke milieubelastende
10
initiatieven zoals bouwplannen, bestemmingsplannen en MER procedures. Taken zijn:
voeren van vooroverleg;
beoordelen aanvragen/meldingen;
opstellen voorschriften inclusief considerans;
bespreken van voorgenomen maatregelen met bedrijf;
doorloop van de toepasselijke procedure (Wabo/Awb);
afhandelen zienswijzen, bezwaar en beroep;
behandelen rechtbank/Raad van State procedures;
advisering bestuur;
advisering gemeentelijke afdelingen, met name RO.
Haarlem In Haarlem is in 2013 geconstateerd dat in een aantal milieuvergunningen van bedrijven, die bijvoorbeeld relevant zijn voor externe veiligheid, niet een adequaat beschermingsniveau is voorgeschreven. De verwachting is dat deze vergunningen zeer veel capaciteit zullen vragen. Het betreft met name de vergunningen van:
5
Nedtrain5
Prorail6
Teva7
Cavex8
Edilon9
Total De Liede10
W.J. Stoelman Recycling11
Firezone
Brantjes NijssenGroep BV12
Het opstellen van deze vergunning is uitbesteed aan de Omgevingsdienst
Zuid-Oost Brabant. Wellicht dat in de rechtsbeschermingsprocedure de nodige capaciteit vereist is. 6
Betreft diverse wijzigingen van de in 2013 verleende vergunning.
7
Betreft een Bevi-bedrijf.
8
Betreft een relatief recente vergunning. Vanuit handhaving is aangegeven
dat het milieubeschermingsniveau onvoldoende is. 9
Betreft een ambtshalve wijziging in het kader van externe veiligheid. Het
betreft een Bevi-bedrijf. 10
Betreft beperken van de doorzet. Een eerdere procedure is vernietigd bij
de Raad van State. 11
Betreft een afvalinrichting.
11
Als er meer aanvragen komen dient op basis van milieuprioriteiten een afweging te worden gemaakt op basis van milieuprioriteiten welke procedure kan worden opgepakt.
Uitvoering 2014 Het gaat naar verwachting in 2014 om de volgende aantallen vergunningen, ontheffingen en meldingen13. Aantal14 vergunningen15 en
Gemeente
meldingen16 Haarlem
9 vergunningen 50 meldingen
Beverwijk
3 vergunningen 28 meldingen
Heemskerk
2 vergunningen 17 meldingen
Uitgeest
1 vergunning 10 meldingen
Velsen
5 vergunningen 46 meldingen17
Waterland
5 vergunningen 10 meldingen
Wormerland
7 vergunningen 11 meldingen
Oostzaan
3 vergunningen 7 meldingen
Landsmeer 12
4 vergunningen
Betreft waarschijnlijk een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets
(OBM). 13
Strikt genomen betreft het niet altijd procedures in het kader van het
basistakenpakket. Het is niet noodzakelijk dit onderscheid te maken, aangezien de uitvoering vraag gestuurd is. 14
De genoemde procedures zijn gebaseerd op het aanbod uit eerdere jaren.
Het blijkt dat niet alle ingezette procedures leiden tot een beschikking. Bovendien worden ook onderdelen van beschikkingen aangeleverd aan gemeenten in het kader van een meervoudige omgevingsvergunning (zie hiervoor ook paragraaf 5.4 Advisering bouwplannen). 15
Dit
zijn:
omgevingsvergunningen
(enkelvoudig
of
meervoudig),
ontheffingen, maatwerk, enz. 16
Betreft
voor
het
merendeel
meldingen
in
het
kader
van
het
Activiteitenbesluit, maar bijvoorbeeld ook meldingen Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval. 17
In de gemeente Velsen worden jaarlijks ook nog enkele ontheffingen voor
gevelreiniging verleend op basis van de APV.
12
8 meldingen Zeevang
3 vergunningen Meldingen nader te bepalen
Edam-Volendam
4 vergunningen Meldingen nader te bepalen
Haarlemmerliede en
1 vergunning
Spaarnwoude
Meldingen nader te bepalen
Zandvoort
1 vergunning 16 meldingen
Heemstede
1 vergunning 10 meldingen
Bloemendaal
1 vergunning Meldingen nader te bepalen
Noordwijkerhout
3 vergunningen 18 meldingen
Purmerend
2 vergunningen Meldingen nader te bepalen
Beemster
1 vergunning Meldingen nader te bepalen 25 vergunningen/meldingen18
Provincie NoordHolland
3.5 Toezicht en handhaving (RUD) Onder milieutoezicht wordt verstaan het bevorderen van de naleving van de milieuwet- en regelgeving: 1.
Door het verzamelen van informatie over de vraag of een activiteit of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
2.
Het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan,
3.
Interveniëren of adviseren ter zake van sanctionering aan het bevoegd gezag (de voorbereiding van sanctiebesluiten daaronder begrepen).
Bij milieutoezicht hoort de verzameling en registratie van informatie met het oog op de beoordeling van de naleving van de regelgeving en de eventueel daarop volgende interventie of advisering inzake het opleggen van bestuurlijke sancties. Ook de behandeling van
18
De provincie hanteert nog niet dezelfde definities voor de producten. In
2014 wordt dit gelijkgetrokken. Onder de definitie valt in dit geval: Wabo regulier – enkelvoudig, Wabo regulier – meervoudig, Wabo uitgebreid – enkelvoudig, Wabo uitgebreid – meervoudig, Activiteitenbesluitmelding, Wm-vergunning
(restant
werkvoorraad),
VVGB’s
en
beoordeling
energierapportages.
13
klachten die betrekking hebben op de naleving van de regelgeving hoort bij milieutoezicht. Het gaat bij de milieudienst om de hele reguleringsketen, dus vanaf vergunningverlening tot de uitoefening van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sanctiebevoegdheden. Dit is in mandaat opdragen aan de milieudienst. In verband met het continue monitoren van kwaliteit wordt aan ondernemers na ieder controlebezoek gevraagd hun mening te geven op een daarvoor ingerichte website (http://www.milieudienst-ijmond.nl/kto). 3.5.1 Bestuurlijke strafbeschikking milieu (RUD) Per 1 januari 2014 kan de directeur van Milieudienst IJmond in de hoedanigheid als directeur van de RUD bestuurlijke strafbeschikkingen milieu (BSBM) uitvaardigen. De bestuurlijke strafbeschikking milieu is een strafrechtelijk instrument dat het voor onder meer de directeur van een RUD mogelijk maakt om ten behoeve van de bestuurlijke handhavingstaak, zonder tussenkomst van het OM, een boete op te leggen voor bij AMvB bepaalde eenvoudige strafbare feiten op milieuterrein. De gedachte hierachter is dat efficiëntere en effectievere handhaving mogelijk wordt doordat relatief eenvoudige strafbare feiten binnen het milieuterrein op basis van een proces-verbaal (de grondslag voor de boete), opgemaakt door een opsporingsambtenaar, gestandaardiseerd en geautomatiseerd kunnen worden afgedaan. De beschikking wordt uitgevaardigd door het bevoegd gezag (op basis van het procesverbaal) en zonder tussenkomst van de rechter geïncasseerd door het CJIB, tenzij de overtreder verzet instelt tegen de strafbeschikking. Waar oplegging van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang over het algemeen enige tijd vergt, kan met de bestuurlijke strafbeschikking direct opgetreden worden tegen overtredingen. Oplegging van een bestuurlijke strafbeschikking sluit het gebruik van een last onder dwangsom of onder bestuursdwang niet uit. Er kan zelfs een combinatie van betreffende sancties worden opgelegd. Voordat gebruik kan worden gemaakt van de bestuurlijke strafbeschikking milieu vindt eerst afstemming plaats tussen het Parket, de politie en gemeenten. Hierbij moet worden gedacht aan afspraken over wie waarop handhaaft, flankerend beleid en ondersteuning van elkaar.
14
Uitvoering 2014 In 2013 zijn de formele handelingen verricht om de inzet van het instrument bestuurlijke strafbeschikking milieu te bewerkstelligen. Tevens is het instrument ingebed in de organisatie. In 2014 kan hieraan zodoende direct uitvoering worden gegeven. Het jaar 2014 is er daarbij vooral op gericht ervaring op te doen met het instrument.
3.5.2 Samenwerking NZKG Vanuit het bestuurlijk akkoord ligt de opdracht om een samenwerkingsprogramma (SUP) 2014 te maken. Deze opdracht wordt nu uitgevoerd door een gecombineerde projectgroep. Nu de thema’s gekozen zijn is het belangrijk om verbinding te maken met de twee afzonderlijke handhavingsprogramma’s (HUP’s) voor 2014 van Milieudienst IJmond en OD NZKG. Dit is belangrijk omdat in 2014 het SUP juist het verbindende element is tussen de twee HUP’s. Deze verbinding bestaat uit het over en weer informeren en ook de doelgroepen en strategie in het SUP verbinden met de werkzaamheden in de twee HUP’s. Naast het SUP wordt ook een handhavingsstrategie gemaakt, deze zal aansluiten bij de landelijke strategie. Selectieoverleg Omgevingsrecht Noord-Holland In het Selectieoverleg Omgevingsrecht Noord-Holland wordt aan de hand van concrete casusposities (die voortvloeien uit het uitvoeringsprogramma van de RUD, informatie vanuit de politie of voortvloeien uit incidenten) beslist of bestuursrechtelijk of strafrechtelijk wordt opgetreden. Als strafrechtelijk wordt opgetreden, wordt in dit overleg beslist wie de zaak gaat oppakken: politie of Omgevingsdienst-Boa’s of gecombineerd. Als de zaak zeer groot of gevoelig is, gaat de informatie ter besluitvorming naar de Milieukamer. Verder komen de volgende onderwerpen aan de orde:
informatie-uitwisseling;
afspraken maken over inzet capaciteit en doorlooptijd onderzoek;
bespreken voortgang lopende onderzoeken;
overleg over inzet BSB milieu (zie paragraaf 3.5.1 Bestuurlijke strafbeschikking milieu (RUD));
landelijke beleidsontwikkelingen.
15
Strategisch overleg De directeuren van de RUD’s, het hoofd van het functioneel parket en de hoofden operatiën van de regionale eenheden van de nationale politie hebben overleg over de strategie van de onderlinge samenwerking. 3.5.3 Handhavingsprioritering In Open Wave worden alle bedrijven die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen, onderverdeeld in branches. Daarnaast zijn de bedrijven ingedeeld als Type A, B of C, analoog aan de indelingssystematiek zoals die is omschreven in het “Activiteitenbesluit milieubeheer” (hierna: het Activiteitenbesluit). De controlefrequente is per type bedrijf / instelling vastgesteld19:
Type A bedrijven: (bedrijven met weinig tot geen milieubelasting) worden veelal alleen gecontroleerd als daar aanleiding voor is (klachten etc.).
Type B bedrijven: (bedrijven met een geringe tot matige milieubelasting) worden, bij voorkeur per branche en projectmatig, circa 1 maal per 4 jaar gecontroleerd, en als daar aanleiding voor is (klachten etc.).
Type C bedrijven: (bedrijven met een matige tot grote milieubelasting) worden, bij voorkeur per branche en projectmatig, variërend van 1 maal per jaar tot eenmaal per 4 jaar gecontroleerd, en als daar aanleiding voor is (klachten etc.).
Bij een grote milieubelasting kan worden gedacht aan een grote hoeveelheid afval die uit een inrichting vrijkomt, de opslag van een grote hoeveelheid gevaarlijke en/of bodembedreigende stoffen of de aanwezigheid van installaties die een grote invloed op het milieu hebben. De Verruimde Reikwijdte en energie-efficiency maken hier ook onderdeel van uit. Controles Type C bedrijven (RUD) In het werkgebied zijn veel bedrijven die gevaarlijke stoffen verwerken en opslaan. Op basis van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) wordt intensief toezicht gehouden op deze inrichtingen. Uitgangspunt is dat ieder jaar een controle plaatsvindt.
19
In diverse gemeenten en voor de provincie is ander handhavingsbeleid
vastgesteld. De prioritering is wel gebaseerd op de onderverdeling in bedrijfstypen die hieronder is weergegeven.
16
Ook bedrijven die werkzaam zijn in de afvalketen worden intensief gecontroleerd. Nulmeting provinciale bedrijven In 2014 worden 58 bedrijven overgedragen van provincie NoordHolland aan de milieudienst. Deze worden bezocht om een beeld te vormen van de prioritering die bij deze bedrijven dient te worden gehanteerd. Bij de milieucontrole wordt ook de vergunningssituatie beoordeeld. Doel van deze ‘nulmeting’ is dan ook op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving een level playing field voor het bedrijvenbestand van de milieudienst te creëren. Voorafgaand aan deze controles zullen deze bedrijven schriftelijk worden geïnformeerd over de bevoegdheidsoverdracht. In een brief zullen we onze organisatie en waar wij voor staan nader toelichten. Nulmeting Purmerendse bedrijven De gemeente Purmerend heeft per eind 2013 circa 56 bedrijven ingebracht bij Milieudienst IJmond. Voor deze 56 bedrijven zullen we ook een zogenaamde nulmeting gaan verrichten om te onderzoeken in welke mate er sprake is van een adequaat handhavingsniveau en een dekkende en toereikende vergunningssituatie. Deze bedrijven zullen daarom vanuit Milieudienst Waterland allemaal bezocht worden in 2014. Voorafgaand aan deze controles zullen ook deze bedrijven schriftelijk worden geïnformeerd over de Milieudiensten IJmond en Waterland. Top tien bedrijven externe veiligheid Haarlem In 2014 zullen we voor de gemeente Haarlem een top tien samenstellen van bedrijven met een hoog extern veiligheidsrisico en deze bedrijven vervolgens bezoeken. Indien noodzakelijk zal in samenspraak met deze bedrijven worden gekeken of en hoe het externe veiligheidsrisico kan worden verkleind. In dit project ligt het accent sterk op opslag van gevaarlijke stoffen in emballage en in tanks. Doel van het project is om te komen tot een veiligere omgeving rondom deze bedrijven. Natte koeltorens In het werkgebied van Milieudienst IJmond is een aantal ‘natte koeltorens’ in gebruik. In 2013 zijn drie bedrijven in het kader van de handhavingsestafette bezocht die over een natte koeltoren beschikken. In een natte koeltoren kunnen zich legionellabacteriën vormen die via de koeltoren door middel van aerosolen in de
17
omgevingslucht terecht komen. Mensen met een verminderde weerstand die deze aerosolen inademen kunnen hiervan ziek worden, het betreft de zogenaamde veteranenziekte. In het Activiteitenbesluit zijn voorschriften opgenomen om te voorkomen dat deze bacteriën ontstaan. Tijdens deze controles zullen we de staat en de mate van onderhoud controleren bij deze installaties. Ammoniakkoelinstallaties Bij een aantal bedrijven, zoals schaatsbanen en koel- en vrieshuizen, wordt gebruik gemaakt van ammoniakkoelinstallaties. Ammoniak is een toxisch gas. Bij vrijkomen ontstaat een toxische wolk die zich in de omgeving verspreidt. Het risico is afhankelijk van de hoeveelheid ammoniak die in de installatie aanwezig is en de uitvoering van de installatie. In de omgevingsvergunningen en in het Activiteitenbesluit zijn voorschriften opgenomen om dit te voorkomen. Er zijn bij een aantal bedrijven ook maatwerkvoorschriften opgenomen om een zekere mate van deskundigheid binnen deze bedrijven te waarborgen. Tijdens de controles zullen we sterk letten op de naleving van deze voorschriften. Het aantal te controleren Type C bedrijven in 2014 bedraagt per gemeente:
Uitvoering 2014 Gemeente
Aantal controles type C bedrijven
Provincie Noord-Holland
42
Beverwijk
8
Haarlem
23
Heemskerk
5
Uitgeest
1
Velsen
10
Bloemendaal
7
Haarlemmerliede en
4
Spaarnwoude Heemstede
10
Noordwijkerhout
14
Zandvoort
9
Beemster
PM
Edam-Volendam
5
Landsmeer
2
18
Oostzaan
3
Purmerend
12
Waterland
2
Wormerland
3
Zeevang
4
Controles bij bovengenoemde inrichtingen worden in 2014 uitgevoerd in het kader van de RUD. Projecten -
Nulmeting provinciale bedrijven
-
Nulmeting Purmerendse bedrijven
-
Top tien bedrijven externe veiligheid Haarlem
-
Natte koeltorens
-
Ammoniakkoelinstallaties
Controles Type B bedrijven (RUD) Het aantal te controleren Type B bedrijven in 2014 die onder het Basistakenpakket 2.3 valt bedraagt per gemeente:
Uitvoering 2014 Gemeente
Aantal controles type B bedrijven
Provincie Noord-Holland
16
Beverwijk
27
Haarlem
40
Heemskerk
15
Uitgeest
2
Velsen
30
Bloemendaal
6
Haarlemmerliede en
6
Spaarnwoude Heemstede
10
Noordwijkerhout
63
Zandvoort
13
Beemster
PM
Edam-Volendam
23
Landsmeer
12
Oostzaan
4
Purmerend
44
Waterland
31
Wormerland
30
19
Zeevang
36
Bovengenoemde inrichtingen worden in 2014 uitgevoerd in het kader van de RUD.
Toezicht op het naleven van de havenverordening (RUD) Milieudienst IJmond houdt namens de gemeente Velsen toezicht op de naleving van ontheffingen en meldingen op basis van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied. Het betreft hier specifiek reparaties aan schepen en de daarmee gepaard gaande veiligheid en milieurisico’s. Daarnaast wordt toezicht gehouden op het bunkeren, laden en lossen van gevaarlijke stoffen, afgifte van scheepsafvalstoffen, etc. Op jaarbasis worden circa 500 controles gedaan tijdens dagelijkse inspecties. Namens de gemeente wordt ook geadviseerd over ontheffingen en over ligplaatstoewijzing.
Uitvoering 2014 Gemeente
Controles
Velsen
500
3.6 Ketenhandhaving (RUD) Ketenhandhaving is door relevante toezichthouders op elkaar afgestemd toezicht/handhaving op een keten. Een keten is een reeks van opeenvolgende partijen die handelingen verrichten met eenzelfde risicovolle stof. Grond en asbest zijn typische voorbeelden van (risicovolle) stoffen die door opeenvolgende partijen worden been verhandeld. Door de keten en de stof centraal te stellen kunnen we als milieudienst effectiever toezicht houden op de wijze waarop deze stoffen in de verwijdering- en verwerkingsketen terecht komen. Wanneer asbest niet conform de geldende wetgeving wordt verwijderd en verwerkt kunnen grote risico’s voor de gezondheid ontstaan. Voor grondstromen geldt dat het zeer winstgevend is om verontreinigde grond vanwege de hoge kosten niet conform de wettelijke voorschriften te verwerken. Ketenhandhaving Asbest (RUD) Ketenhandhaving Asbest betekent informatie gestuurde inzet van (beperkte) capaciteit gericht op de grootste risico’s. Het resultaat is
20
het structureel wegnemen van de oorzaken van niet-naleving. De asbestketen valt grofweg uiteen in drie delen: inventarisatie, sanering en afvoer/stort. Bij het toezicht daarop zijn meerdere overheidsorganisaties betrokken: gemeenten (BWT), Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en politie en justitie. Het hanteren van de methodiek van programmatisch handhaven leidt er toe dat de handhavingspartners samen optrekken bij asbesttoezicht en handhaving. Niet-naleving heeft bij het asbestketentoezicht een belangrijk strafrechtelijk tintje in verband met het grote economische voordeel. Hiervoor worden meerdere BOA’s van de milieudienst ingezet. Grotere zaken worden doorgespeeld naar de politie, die op basis daarvan een onderzoek start. Vanaf 2012 werkt Milieudienst IJmond samen in het Landelijk Asbest Analyse Team. Hierin participeren onder andere het KLPD, ILT en de inspectie SZW. De handhavingspartners delen actief informatie met elkaar en zij gaan gezamenlijke interventieteams vormen. Het is de opmaat naar een landelijk dekkende vorm van 'risicogestuurd handhaven'. Analyseteams hebben op basis van eerdere inspectieresultaten risicoprofielen opgesteld en de Inspectie Alert Asbest koppelt die lijst nu aan de verplichte meldingen die van asbestverwijderingen worden gedaan bij de Inspectie SZW. Daardoor is beter te plannen waar inspecties moeten plaatsvinden, met als gevolg een hogere pakkans van bedrijven die zich niet aan de regels houden en dus een effectiever toezicht. Naar aanleiding van de Puma-pilot asbestketentoezicht zal het regionale asbestoverleg (casusoverleg) in stand worden gehouden en georganiseerd door Milieudienst IJmond. Dit is het gremium waarbij kennis en informatie op regionaal niveau wordt gedeeld ten behoeve van de handhavingssamenwerking. Het casusoverleg is bijvoorbeeld bedoeld voor gemeentelijke toezichthouders BWT. In 2013 is sterk gefocust op het asbesttoezicht en werden circa 500 asbestmeldingen met inventarisaties beoordeeld en werd inzet gepleegd op circa 120 meldingen aanvang werkzaamheden. Gezien deze taak in 2014 in meer gemeenten wordt uitgevoerd zal er fors meer inzet worden gepleegd op dit thema.
21
Uitvoering 2014 Gemeente
Ketenhandhaving asbest20
Provincie Noord-Holland
-
Beverwijk
25
Haarlem
150
Heemskerk
25
Uitgeest
15
Velsen
100
Bloemendaal
26
Haarlemmerliede en
10
Spaarnwoude Heemstede
25
Noordwijkerhout
-
Zandvoort
40
Beemster
8
Edam-Volendam
17
Landsmeer
17
Oostzaan
17
Purmerend
60
Waterland
18
Wormerland
18
Zeevang
17
Uitvoering 2014 Naar aanleiding van de Puma-pilot asbestketentoezicht zal het regionale asbestoverleg (casusoverleg) in stand worden gehouden en georganiseerd door Milieudienst IJmond.
Ketenhandhaving Grondstromen/Besluit Bodemkwaliteit (RUD) Het Besluit Bodemkwaliteit geeft regels over de wijze waarop grond en baggerspecie mag worden toegepast. Ook worden kwaliteitseisen aan gegevens, werkzaamheden en uitvoerders gesteld (Kwalibo). De gemeente is bevoegd gezag voor de droge toepassing van grond en bagger, hiertoe behoort ook het vaststellen van bodemkwaliteitskaarten en bodem beheernota’s van externe
20
Beoordeling van meldingen wordt gerekend tot toezicht: allereerst zal
immers gecheckt moeten worden of de bij de melding verstrekte gegevens juist en volledig zijn.
22
partijen binnen het grondgebied van de gemeente. De gemeente heeft een groot deel van haar taken als bevoegd gezag ondergebracht bij Milieudienst IJmond, onder meer de afhandeling van meldingen en handhaving, alsook de advisering hieromtrent. In het werkgebied van Milieudienst IJmond (Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest, Velsen, Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Noordwijkerhout) vindt grondverzet plaats volgens het generieke beleidskader van het Besluit bodemkwaliteit. De normstelling van het generieke kader uit het Besluit bodemkwaliteit legt een directe relatie tussen de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en het gebruik daarvan. De bodem moet duurzaam geschikt blijven voor de functie die erop wordt uitgeoefend. Uitgangspunt bij het generieke kader is dat de kwaliteit van de toe te passen grond of baggerspecie moet aansluiten bij de functie die de bodem heeft. Ook mag de actuele kwaliteit van de ontvangende bodem niet verslechteren. Ten behoeve van toetsing aan de functie zijn (in 2012) bodemfunctieklassenkaarten vastgesteld. Om te toetsen aan de kwaliteit is bodemonderzoek of partijkeuring noodzakelijk. In het werkgebied van Milieudienst Waterland (Beemster, Landsmeer, Oostzaan, Waterland, Wormerland en Zeevang) en in Haarlem zijn eveneens bodemfunctieklassenkaarten vastgesteld en is grondverzetbeleid uitgewerkt op basis van nieuw opgestelde bodemkwaliteitskaarten. Hierbij wordt op een aantal aspecten afgeweken van het landelijke, generieke kader en wordt daarmee gebied specifiek beleid opgesteld. Om te toetsen aan de kwaliteit kan in dit werkgebied na vaststelling- onder voorwaarden- gebruik gemaakt worden van de bodemkwaliteitskaart in plaats van uitvoeren van bodemonderzoek of partijkeuring.
Uitvoering 2014 Voor de IJmondgemeenten is het generieke (landelijke) beleidsspoor van toepassing waarbij (sinds medio 2012) geen gebruik wordt gemaakt van bodemkwaliteitskaarten. Voor de Waterlandgemeenten en Haarlem zijn bodemkwaliteitskaarten opgesteld en is recent gebied specifiek beleid opgesteld. Wij beheren voor de Waterlandgemeenten (inclusief Beemster en Zeevang) de digitale bodemkwaliteitskaarten.
23
Milieudienst IJmond ziet namens de gemeenten ook toe op de handhaving van hergebruiklocaties waarbij sprake is van nazorg. De milieudienst heeft als wettelijke taak om toezicht te houden op het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Daarnaast werkt de milieudienst samen met Provincie Noord-Holland, Inspectie Leefomgeving en Transport en overige handhavingspartners in het ketenproject “Grondstromen”. In het kader van dit project worden bij grondverzetbedrijven, aannemers, loonwerkers etc. controles uitgevoerd waarbij risicomomenten in de totale keten in beeld worden gebracht om daarop gerichte interventies te kunnen uitvoeren.
Uitvoering 2014 Gemeente
Ketenhandhaving grondstromen21
Provincie Noord-Holland Beverwijk
15
Haarlem
25
Heemskerk
10
Uitgeest
12
Velsen
23
Bloemendaal
5
Haarlemmerliede en
5 (exclusief Groene Schip)
Spaarnwoude Heemstede
3
Noordwijkerhout
5
Zandvoort
4
Beemster
8
Edam-Volendam
25
Landsmeer
10
Oostzaan
10
Purmerend
50
Waterland
25
Wormerland
20
Zeevang
8
21
Beoordeling van meldingen wordt gerekend tot toezicht: allereerst zal
immers gecheckt moeten worden of de bij de melding verstrekte gegevens juist en volledig zijn.
24
Ketenhandhaving afvalwater (RUD) Milieudienst IJmond is met de in werking treding van de Waterwet in 2009 voor deze indirecte lozingen via de Wet milieubeheer (Activiteitenbesluit) bevoegd gezag. Het hoogheemraadschap (Hollands Noorderkwartier en Rijnland) en Rijkswaterstaat hebben met de inwerkingtreding van de Waterwet een adviesrecht en de toezichthoudende bevoegdheden ten aanzien voor het onderdeel indirecte lozingen. Het toezicht en de vergunningverlening vallen onder de reguliere VTH-taken die elders in dit hoofdstuk worden beschreven. Dit wordt afgestemd met de waterbeheerders. Op 1 juli 2011 is het Besluit lozen buiten inrichtingen in werking getreden. Dit besluit bevat regels voor een groot aantal categorieën van lozingen die het gevolg zijn van activiteiten die plaatsvinden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Het lozen vanuit particuliere huishoudens is geregeld met het Besluit lozing afvalwater huishoudens en is geen onderdeel van de uitvoering van Milieudienst IJmond. Meldingen Besluit lozen buiten inrichtingen Een melding op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen kan digitaal via het Omgevingsloket online worden gedaan. Deze worden door Milieudienst IJmond behandeld tevens komen er meldingen binnen via de gemeenten en hoogheemraadschappen. Er is momenteel een overleg gaande tussen de OD NZKG, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Waternet, gemeente Zaandam, Milieudienst IJmond en Milieudienst Waterland, Hoogheemraadschap Rijnland en provincie Noord Holland over samenwerking en over het informeren van elkaar over diverse werkprocessen. Daarnaast is het de bedoeling om de informatiestroom te optimaliseren. Hierdoor is er een toename in het aantal meldingen te zien.
Uitvoering 2014 Voor de gemeenten: Haarlem, Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest, Velsen, Waterland, Wormerland, Oostzaan en Landsmeer worden circa 35 meldingen verwacht.
25
3.7 Toezicht bodemsaneringen (RUD) In het kader van de RUD valt het milieutoezicht bij bodemsaneringen ook onder het basistakenpakket; het betreft toezicht bij sanering van gevallen van niet-ernstige bodemverontreiniging en nieuwe gevallen van bodemverontreiniging. Toezicht bij bodemsanering van gevallen van ernstige bodemverontreiniging is een bevoegdheid van provincie Noord-Holland, alleen voor Haarlem is dat de gemeente zelf.
Uitvoering 2014 Haarlem
Controle van 10 saneringsbeschikkingen
Provincie
PM
3.8 24-uurs bereikbaarheid in verband met milieuincidenten, calamiteiten en rampenbestrijding (RUD) Milieudienst IJmond is 24 uur per dag oproepbaar voor advisering en ondersteuning op milieugebied bij incidenten, calamiteiten en gemeentelijke rampenbestrijding. Deze taak maakt onderdeel uit van de Gemeenschappelijke Regeling. Oproep wordt verzorgd door de meldkamer van de Regionale Brandweer. Taken zijn:
up-to-date houden milieu-incidentenplan (MIP);
opstellen hoofdstuk calamiteitenplan gemeente;
24-uurs bereikbaarheidsregeling;
bijstand verlenen bij milieu-incidenten;
oplossen van incidenten;
adviseren van bestuur;
advisering communicatie naar doelgroep/ externe partners;
uitvoeren van metingen.
Uitvoering 2014 Gemeente
24-uurs bereikbaarheid
Provincie Noord-Holland
ja
Beverwijk
ja
Haarlem
ja
Heemskerk
ja
Uitgeest
ja
Velsen
ja
Bloemendaal
ja
26
Haarlemmerliede en
ja
Spaarnwoude Heemstede
ja
Noordwijkerhout
ja
Zandvoort
ja
Beemster
ja
Edam-Volendam
ja
Landsmeer
ja
Oostzaan
ja
Purmerend
ja
Waterland
ja
Wormerland
ja
Zeevang
ja
3.9 Toezicht en handhaving milieu (overig) Naast de wettelijke milieutaken die in het basistakenpakket zijn opgenomen voert de milieudienst namens gemeenten overige wettelijke (milieu)taken uit. De basistaken vertegenwoordigen een groot deel van de complexere gemeenteoverschrijdende milieutaken. Dit neemt niet weg dat de overige wettelijke milieutaken zeer relevant zijn in het kader van met name (externe) veiligheid en leefbaarheid. Duurzaamheid handhaving 2.0 In het Energieakkoord staat dat uitvoering moet worden gegeven aan de handhaving van de verruimde reikwijdte (onder andere energiebesparende maatregelen) bij bedrijven, waarbij de Wet milieubeheer leidend is. Vanuit het Rijk wordt ondersteuning verleend. Ook adviseert de milieudienst samen met andere regio’s de overheid over implementatie van de verruimde reikwijdte. Handhavers werken met checklists met energiebesparingsmogelijkheden en zijn bijgeschoold op het gebied van energiebesparing door middel van interne werkbijeenkomsten. Voor een aantal branches is extra aandacht nodig, bijvoorbeeld voor koel- en vrieshuizen (koudemiddelen worden vervroegd uitgefaseerd; snellere overgang naar natuurlijke koudemiddelen betekent energiewinst en CO2-reductie). Een concreet voorbeeld van een toezichtinstrument dat kan worden ingezet om energieverspilling van warmte en/of koeling tegen te gaan is de datalogger. Een datalogger is een meetinstrument ter
27
grootte van een koffer waaruit drie sensoren worden geleid. Deze sensoren meten de temperaturen van bijvoorbeeld de CV-leiding, de koelinstallatie en de temperatuur van de lucht uit de luchtbehandelingsinstallatie. Deze informatie wordt dagelijks draadloos doorgegeven aan de milieudienst. Uit de geregistreerde gegevens blijkt bijvoorbeeld wanneer de stookinstallatie in werking treedt, of de optimalisatieregeling, of de overwerkschakelaar juist werkt en of deze energie-efficiënt samenwerkt met het ventilatiesysteem. De meetresultaten worden verwerkt in grafieken en aan de hand hiervan wordt een analyse gemaakt. De getraceerde verspillingsmomenten worden vervolgens met de beheerder van de installatie besproken ter verbetering. Handhavingsestafette Jaarlijks vindt in het najaar de handhavingsestafette plaats. Met een handhavingsestafette wordt bedoeld dat in een korte periode in meerdere regio's en met name in een groot deel van het Noordzeekanaalgebied activiteiten plaatsvinden over de hele breedte van het handhavingsterrein. Hierbij is de samenhang met de lokale handhaving een van de speerpunten. Doel van de handhavingsestafette is bekendheid geven aan de handhaving, samenwerking en natuurlijk het in stand houden van en zorgen voor een schonere, stillere en veiligere regio. In het verleden lag het accent op bouw en milieu, maar inmiddels zijn de activiteiten uitgebreid. Milieudienst IJmond zal ook in 2014 weer bij een of meerdere initiatieven betrokken zijn. Toezichtcontroles in samenwerking met de Veiligheidsregio Kennemerland Voor volgend jaar zullen we een project uitvoeren bij een aantal branches om te onderzoeken in welke mate en hoe er gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en daarbij in samenwerking met de Veiligheidsregio Kennemerland ook gelijk gaan kijken naar de brandveiligheid bij deze bedrijven. Het voorstel is om bij de volgende branches deze controles uit te voeren:
Doe-het-zelfbedrijven (gevaarlijke stoffen in het magazijn en de verkoopruimte);
Beauty-centra (licht ontvlambare stoffen aanwezig, bijvoorbeeld aceton);
Parfumeriebedrijven (in het magazijn zijn vaak licht ontvlambare stoffen aanwezig);
28
Sportzaken en outdoor winkels (opslag van (camping)gasflessen);
Apothekers en medische centra (opslag van oude medicijnen en gevaarlijke stoffen).
De controles zijn sterk gericht op het aspect externe veiligheid. Beverwijk: Industrieterrein De Pijp Er is een grote mix aan bedrijven op industrieterrein De Pijp: industrie, bouwnijverheid, detailhandel en zakelijke dienstverlening, transport en logistiek. In 2014 willen wij de integrale controles voor een groot deel uitvoeren in het gebied gelegen tussen de Lijndenweg, Parallelweg, Havenstraat, Noorderkade, Randweg (gedeeltelijk) en de Nijverheidsweg. Velsen: Zeehaven In gemeente Velsen wordt projectmatig het zeehavengebied gecontroleerd. De gemeente richt zich op de controle van de naleving van wettelijke regelingen, met name op strijdig gebruik met het bestemmingsplan, alsmede bouwregelgeving, milieuwetgeving, regelgeving op het gebied van brandveiligheid en andere bestuursrechtelijke regelgeving. Milieudienst IJmond ondersteunt dit project onder regie van gemeente Velsen. Velsen: Kennemerstrand Op verzoek van gemeente Velsen zullen in 2014 bij bedrijven gelegen aan het Kennemermeer, Kennemerboulevard en het strand toezichtcontroles worden uitgevoerd. De gemeente heeft in 2013 de rioolgemalen geïnspecteerd, waaronder de rioolgemalen op het Strand. In de gemalen was veel vet aanwezig. De nadruk bij deze controles zal dan ook liggen bij de aanwezigheid, de ledigingfrequentie en grootte van de afscheider. De uitvoering zal in de zomer van 2014 plaatsvinden. Ondersteuning van aanvragen voor een Green Key zal onderdeel uitmaken van het project. Haarlem: Zwerfafval in de binnenstad In gemeente Haarlem wordt in samenwerking met de gemeente een project gedraaid om zwerfafval tegen te gaan. Hierbij worden bedrijven aangeschreven om hun afgiftebewijzen van afval te overleggen.
29
Heemskerk: Houtwegen In 2013 is er een nieuw bestemmingsplan voor de Houtwegen vastgesteld. Op verzoek van de gemeente zal er in het eerste kwartaal van 2014 een integrale handhavingsactie plaatsvinden, waarbij gemeente, Milieudienst IJmond, politie en VRK gezamenlijk controles uitvoeren op het bedrijventerrein de Houtwegen in Heemskerk. Mogelijke actiepunten hierbij zullen zijn illegale bewoning, ander strijdig projectengebruik, illegale bouw, illegale plaatsing van containers, foutparkeren, brandveiligheid en strafbare feiten zoals verboden wapens/hennep. Het te controleren gebied omvat de panden gelegen aan de:
Lijnbaan
Strengweg
Timmerwerf
De smidse
Ambachtsring
Het Aambeeld.
De voorbereiding voor dit project is reeds in het laatste kwartaal van 2013 gestart. Coördinatie convenant supermarkten Op 4 februari 2010 is het convenant ‘Energiebesparing bij supermarkten' opengesteld, zodat gemeenten en supermarktconcerns hieraan kunnen deelnemen. Met het convenant wordt onder meer de energiebesparende maatregel ‘Dagafdekking van koel- en vriesmeubelen’ verzekerd. De deelnemende concerns en ondernemingen aan dit convenant zorgen hiermee voor een aanzienlijke energiebesparing in Nederland. Milieudienst IJmond vervult een coördinerende rol richting de gemeenten die tot het convenant zijn toegetreden. Het convenant met supermarkten loopt in 2015 af. De stand der techniek voor afdekking van koelmeubelen is dan van kracht. Dit betekent dat alle koel- en vriesmeubelen van supermarkten afgedekt moeten zijn en er in 2014 een afronding van de convenanten en afspraken zal plaatsvinden. Bovengrondse tanks In het werkgebied van Milieudienst IJmond zijn veel bovengrondse stationaire opslagtanks in gebruik. In 2015 moeten alle opslagtanks KIWA-gekeurd zijn. De installatie van een nieuwe dieseltank (of herkeuring van bestaande tanks) moet uitgevoerd worden door een erkend installatiebedrijf en moet gebeuren volgens de BRL-K 903. De bedrijven krijgen bij het in gebruik nemen van de tank een
30
installatiecertificaat en een tankcertificaat. Vooruitlopend op de wettelijke termijn van 1 januari 2015 gaan wij de bedrijven in 2014 informeren omtrent de wettelijke eisen die gesteld worden aan het in gebruik hebben van een bovengrondse tank. Totaal aantal controles per gemeente22 Uitvoering 2014 Gemeente
Totaal aantal controles23
Provincie Noord-Holland
-
Beverwijk
200
Haarlem
403
Heemskerk
117
Uitgeest
22
Velsen
228
Bloemendaal
12
Haarlemmerliede en
-
Spaarnwoude Heemstede
60
Noordwijkerhout
38
Zandvoort
41
Beemster
-
Edam-Volendam
PM
Landsmeer
86
Oostzaan
79
Purmerend
-
Waterland
102
Wormerland
107
Zeevang
PM
Projecten -
Duurzaamheid handhaving 2.0, onder ander inzet datalogger
-
Toezichtcontroles in samenwerking met de Veiligheidsregio Kennemerland
-
Velsen: Zeehaven
-
Velsen: Kennemerstrand
-
Afvalproject Haarlem
-
Coördinatie convenant supermarkten
-
Bovengrondse tanks
22
Bovenstaande reguliere uitvoering en de uitvoering van de projecten.
23
Exclusief bedrijven die in het kader van de RUD worden bezocht.
31
3.10 Integraal toezicht en handhaving BWT en brandveiligheid De activiteiten van Milieudienst IJmond beperken zich al jaren niet meer tot alleen ‘klassieke ‘milieutaken. Met name op het gebied van toezicht en handhaving vindt verbreding plaats. Milieudienst IJmond heeft de ambitie om invulling te geven aan integrale handhaving van met name het omgevingsrecht. Integrale handhaving richt zich op vergroten van de effectiviteit en efficiëntie van de handhaving door een verbetering van de samenwerking tussen de verschillende handhavingstaakvelden. De invulling hiervan verschilt van situatie tot situatie, maar kenmerkt zich wel door een hoge mate van coördinatie en eenduidigheid. Met name voor de OVER-gemeenten (de samengevoegde werkorganisatie van de gemeenten Oostzaan en Wormerland) is integrale handhaving door Milieudienst Waterland inmiddels staande praktijk. Integrale handhaving Uitgeest Vanaf 2009 heeft de samenwerking tussen gemeente Uitgeest en Milieudienst IJmond op het gebied van integraal toezicht (bouwactiviteiten, Drank- en Horecawet, brandveiligheid, BAG, Wmo en openbare ruimte) steeds meer vorm gekregen. Hiervoor is een apart uitvoeringsprogramma opgesteld voor het college. In het Uitvoeringsprogramma Omgevingsrecht (Wabo) 2014 wordt het integrale toezicht in de gemeente Uitgeest inzichtelijke gemaakt. Vanwege de verplichtingen van de Wabo en de omvang van dit stuk wordt het apart door het college van Uitgeest vastgesteld. Het integrale toezicht op het gebied van bouw- en woningtoezicht, brandveiligheid, milieu, Algemene plaatselijke verordening (APV) en Drank- en Horecawet voorziet in een dekking van de door het college gestelde prioriteiten en wordt uitgevoerd door Milieudienst IJmond. Het college zal separaat ook geïnformeerd worden over de voortgang door middel van bestuursrapportages. De milieudienst verricht in Uitgeest ook een groot gedeelte van de technische bouwplantoetsing inclusief het preventieadvies. Integrale handhaving Haarlem Sinds 2008 werkt gemeente Haarlem aan de integrale benadering bij het uitvoeren van toezicht (bouwen, milieu, brandveiligheid, drank en horeca, bestemmingsplan). Voor deze andere beleidsvelden is in Haarlem een apart actieprogramma opgesteld
32
door het college. De integrale benadering past binnen de ontwikkeling van Milieudienst IJmond en wordt dus gecontinueerd. Oostzaan/Wormerland Milieudienst Waterland voert sinds 2010 taken op het gebied van brandveiligheid uit voor OVER-gemeente en gemeente Landsmeer. De colleges van gemeente Oostzaan en Wormerland hebben besloten vanaf 2011 de toezichthoudende taken op het gebied van bouw- en woningtoezicht naar te leggen bij Milieudienst Waterland. Wij adviseren de gemeenten in een vroegtijdig stadium over onder andere de bluswatervoorziening en brandveiligheid bij nieuwbouwprojecten. Hiernaast brengen wij advies uit inzake de risiciokaarten van de gemeenten. Voor de controles in het kader van brandveiligheid, de hoofdstukken 6 en 7 van het Bouwbesluit 2012, wordt gewerkt met een checklist enerzijds om de kwaliteit hoog te houden en anderzijds om een uniforme manier van werken te waarborgen. Het afgelopen jaar heeft dit al een efficiency verbetering tot gevolg gehad. De doelstelling is om met name in samenspel met de integrale handhavingsdoelstellingen deze efficiency nog verder te vergroten. Uiteraard zal dit niet ten koste gaan van de kwaliteit.
Uitvoering 2014
Gemeente
bouwcontroles
Controles brandveiligheid
Haarlem
Bij het milieutoezicht bij bedrijven wordt standaard een controle bestaande bouw gedaan.
Uitgeest
68
24
Landsmeer
-
43
Oostzaan
250
52
Wormerland
500
83
3.11 Toezicht en handhaving Drank- en Horecawet De nieuwe Drank- en Horecawet is per 1 januari 2013 in werking en staat voor een groot gedeelte in het teken van het terugdringen
33
van alcoholgebruik onder jongeren en het (zoveel mogelijk) voorkomen van de aan alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde. Toezicht op deze wet is overgegaan van de landelijke Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA) naar de gemeente. De burgemeester is het bevoegd gezag. In 2013 is de uitvoering van het toezicht namens de gemeenten in verschillende gemeenten opgepakt. In 2014 verwachten we dit te continueren.
Uitvoering 2014
Gemeente
Aantal controles Drank- en Horecawet24
Uitgeest
8
Bloemendaal
18
Haarlemmerliede en
5
Spaarnwoude Heemstede
18
Landsmeer
31
Oostzaan
PM
Wormerland
PM
Zandvoort
55
3.12 Advisering, toezicht en handhaving evenementen (bouw, brandveiligheid en milieu) Evenementen hebben naast de positieve kanten ook risico’s op het gebied van openbare orde, bouw, brandveiligheid en milieu zoals o.a. het veroorzaken van drukte, bouw van tenten en geluidsoverlast. Hoewel deze risico’s vanzelfsprekend zijn is het belangrijk dat hieraan grenzen gesteld worden. Daarom adviseert Milieudienst IJmond over milieuaspecten in de vergunningfase van een evenement25. Ander belangrijk onderdeel van het reguleren is het toezicht tijdens evenementen.
24
Voor de meeste gemeenten is nog geen overeenkomst gesloten. In dit
uitvoeringsprogramma wordt wel al rekening gehouden met de uitvoering. 25
Voor
Uitgeest
en
de
Over-gemeenten
is
advisering,
toezicht
en
handhaving bij evenementen voor wat betreft bouw- en brandtechnische aspecten ook bij de milieudienst ondergebracht.
34
Haarlem In Haarlem worden bij drie evenementen in 2014 geluidmetingen verricht. Het betreft hier Bevrijdingspop, het Edit-festival en Jazz & More. Verder is afstemming nodig met de Projectgroep Grote Evenementen. Ook het adviseren over normen en vergunningpunten opstelling podia e.d. in relatie tot geluidhinder.
Uitvoering 2014 Gemeente
Evenementen
Beverwijk Haarlem
O.a. feestweek, Beverwijk uit de kunst O.a. Bevrijdingspop, Edit-festival, Jazz & More
Heemskerk
O.a. feestweek
Uitgeest
O.a. Cor Groenewegentoernooi, feestweek, Open watersportdag
Velsen
O.a. Dance Valley, Dutch Valley, feestweken, Havenfestival, Two Generations, Kika
Haarlemmerliede en
O.a. Awakenings en Latin Village
Spaarnwoude Landsmeer
O.a. Welcome to the future, kermis
Oostzaan
O.a. Wave festival, ronde van Noord Holland
Waterland
O.a. Jan Haringrace, koperen vis live
Wormerland
O.a. Wormer live, truck run
3.13 Geluidontheffingen horeca (Activiteitenbesluit, APV) Om een prettige leefomgeving mogelijk te maken gelden voor bedrijven, die geluid produceren, maximale geluidsnormen. In de gemeentelijke APV kan door de gemeente zijn opgenomen dat per bedrijf hier één tot twaalf keer per jaar van mag worden afgeweken. Daarvoor moet een geluidsontheffing worden aangevraagd. De milieudienst geeft deze ontheffing af óf adviseert gemeenten over de te verlenen ontheffing. Dit kan bijvoorbeeld voor een jubileum, sportdag of een andere speciale gelegenheid waarbij naar verwachting meer geluid wordt geproduceerd dan normaal. De ontheffing is geen vrijbrief om onevenredige overlast te veroorzaken. In sommige gevallen vindt dan ook controle van de ontheffing plaats. De politie wordt geïnformeerd over de ontheffing.
35
Uitvoering 2014 Gemeente Beverwijk
95
Heemskerk
20
Uitgeest
0
Velsen
120
3.14 Behandelen van milieuklachten (deels RUD) Binnen de milieudienst worden klachten door de hiervoor aangestelde milieuklachtencoördinator in behandeling genomen. Wanneer een klacht kan worden herleid naar een veroorzaker dan wordt direct een controle uitgevoerd. Naar verwachting worden in 2014 per gemeente de volgende aantallen milieuklachten in behandeling genomen:
Uitvoering 2014 Gemeente
Klachten
Beverwijk
89
Haarlem
100
Heemskerk
55
Uitgeest
2226
Velsen
157
Bloemendaal
3
Haarlemmerliede en
2
Spaarnwoude Heemstede
45
Noordwijkerhout
8
Zandvoort
25
Landsmeer
20
Oostzaan
20
Waterland
25
Wormerland
25
26
Ook klachten op het gebied van APV en BWT worden door de milieudienst
behandeld.
36
3.15 Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen Per 1 juli 2013 is het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen in werking getreden. Met de inwerkingtreding van dit besluit wijzigt een aantal bestaande besluiten, waaronder het Activiteitenbesluit. Het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen bepaalt de regels voor het installeren en in werking hebben van bodemenergiesystemen en heeft vier belangrijke doelen:
De vergunningverlening voor open systemen vereenvoudigen.
De vergunningverlening voor gesloten systemen regelen.
Het voorkomen van interferentie tussen open bodemenergiesystemen onderling, tussen gesloten systemen onderling, en tussen open en gesloten systemen. Het borgen van de kwaliteit van de aanleg van bodemenergiesystemen o.a. door middel van het invoeren van certificering van bedrijven.
Door de invoering van het besluit is de regelgeving voor open en gesloten systemen veranderd. De provincie blijft bevoegd gezag voor open systemen. De gemeente is bevoegd gezag voor de gesloten systemen. Dat betekent dat de gemeente vanaf 1 juli 2013 gesloten systemen moet registreren en hierop handhaven. Inzicht in de bevoegdheden van de milieudienst (GR en mandaten) is verkregen, afstemming met gemeenten vindt plaats. In 2013 zijn werkafspraken gestart met gemeente Haarlem over de invulling van dit thema.
Uitvoering 2014 In 2014 zal de inzet op meldingen en de registratie verder worden uitgelijnd: registratie, behandeling van en advisering over meldingen zal door de milieudienst uitgevoerd worden. Werkafspraken met gemeente Haarlem zullen verder uitgewerkt worden. Met gemeenten zal afstemming plaatsvinden over nut en noodzaak van het aanwijzen van interferentiegebieden in het kader van de ruimtelijke advisering.
37
4. Uitvoering specialistische milieuregelgeving Naast de wettelijke taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving heeft de milieudienst een breed spectrum aan wettelijke taken op het gebied van specialistische milieuregelgeving. Het betreft met name taken op het gebied van: § 4.1 Bodem § 4.2 Geluid § 4.3 Externe veiligheid § 4.4 Natuur en biodiversiteit 4.1 Bodem 4.1.1 Veranderende inzichten in (het functioneren van) de bodem Bodem is behalve als drager van gebouwen en constructies van cruciaal belang bij de voedsel- en drinkwatervoorziening. De bodem is onlosmakelijk verbonden met het functioneren van het watersysteem en speelt een grote (vaak nog onderschatte) rol in de CO2- huishouding en daarmee de klimaatdiscussie. De ondergrond biedt oplossingen voor gebieden met grote ruimtedruk. Bodem en bodemproblematiek raken overige initiatieven zoals ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, natuurbeheer en archeologie, waterbeheer, klimaat en energie en de hiermee verband houdende wetgeving. Schone bodem is schaars, door jarenlange bodembelasting is de bodem (licht) verontreinigd geraakt door bijvoorbeeld bedrijvigheid, ophogingen, dempingen, stortingen en lozingen. Dat noodzaakt om verantwoord met de bodem om te gaan om huidige en toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken en risico’s ten aanzien van bodemverontreiniging beheersbaar en inzichtelijk te houden. Gebiedsgericht (bodem)beheer komt steeds meer in beeld als aanpak om beperkingen en benodigde maatregelen ten gevolge van verontreiniging vast te leggen. Dit vergt een andere benadering in organisatie (met meerdere belanghebbenden) van omgaan met verontreiniging. In 2014 zal voor het industriegebied De Pijp in Beverwijk deze mogelijkheden worden onderzocht. De veranderingen in de aanpak van de bodemproblematiek volgen de veranderingen in de maatschappelijke opvattingen over het belang van de bodem. De bodemsanering ging van volledige verwijdering van verontreiniging naar een milieuprogramma waar de baten vooral worden uitgedrukt in vermindering van risico’s en een schoner (bodem)milieu; waardoor niet alle verontreinigingen
38
volledig hoeven te worden verwijderd. (Eeuwig) beheer van restverontreinigingen en daarmee beperkingen in het bodem- en ruimtegebruik blijven daardoor een punt van aandacht bij beheer, ontwikkeling en grondverzet en afstemming met het bevoegd gezag. In het werkgebied van Milieudienst IJmond, waar sprake is van grote ruimtedruk, is de laatste jaren steeds duidelijker geworden dat de bodemkwaliteit een belangrijk thema is bij (her)ontwikkeling en civiele projecten (wegreconstructie, aanleg riolering, kabels en leidingen). Het aantreffen van puin en bijmengingen leidt tot asbestverdenking en regelmatig tot het aantonen van asbestverontreiniging. Dit noodzaakt tot aanvullende maatregelen (onderzoek en sanering, veiligheidsaspecten, Arbo-technische eisen) om geplande ontwikkelingen mogelijk te maken. In dit kader is ook ontsluiting van bodeminformatie van groot belang. Ook in gebieden waar geen ontwikkelingen zijn voorzien kan toch sprake zijn van noodzaak tot bodemsanering omdat (historische) verontreiniging geleid heeft tot een situatie waarbij bij het huidige gebruik van de bodem risico’s aanwezig zijn (zgn. spoedlocaties). De overheid (gemeente) is in veel gevallen partij om dergelijke (nazorg van) bodemverontreiniging te onderzoeken, saneren of beheersen. Dit levert door afnemende financiële mogelijkheden en vervallen van overheidssubsidies een spanningsveld op waarvoor nauwe afstemming plaatsvindt met het bevoegd gezag en eigenaren (inclusief gemeenten) van dergelijke locaties en benodigde besluiten en beschikkingen worden voorbereid en vastgesteld. Ook in 2014 zet de milieudienst zich hiervoor in. Informatiebehoefte Op basis van de Wet openbaarheid van Bestuur en de afspraken uit het Verdrag van Aarhus is de gemeente verplicht om te zorgen voor informatie en communicatie in het kader van bodemkwaliteitsbeheer. Deze taak is neergelegd bij de milieudienst die alle bodemonderzoeken verwerkt in een geografische database die toegankelijk is voor burgers en ondernemers. Jaarlijks bereiken ons vele verzoeken om bodeminformatie. Zie verder paragraaf 4.1.5 Verstrekken van bodeminformatie. Momenteel wordt landelijk hard gewerkt aan de realisatie van de BRO, de nieuwe wet Basisregistratie Ondergrond (BRO) die op 1
39
januari 2015 in werking treedt. Met deze wet worden in de toekomst alle relevante bodem- en ondergrondgegevens op een centraal punt beheerd en beschikbaar gesteld. Dit is waardevol omdat hergebruik van data dan mogelijk is en dubbel onderzoek wordt voorkomen. Er zijn diverse bronhouders met rechten en plichten, waaronder ook de gemeente. Per 1 januari 2015 zullen (de eerste) 11 gegevenssoorten/datatypen ontsloten moeten zijn (o.a. boormonsterprofielen, grondwaterkwaliteit en –kwantiteit).
Uitvoering 2014 In 2014 zal onderzocht en afgestemd moeten worden welke gegevens het betreft waarvoor gemeenten en milieudienst bronhouder zijn en hoe deze verplicht ontsloten kunnen worden in de basisregistratie ondergrond (BRO).
Om onze gemeenten goed te faciliteren in hun uitvoering en mee te nemen in het (veranderende) werkveld bodem vind Milieudienst IJmond duidelijke informatie en goede communicatie van groot belang. In 2012 is een communicatieonderzoek met betrekking tot bodemkennis gehouden bij 4 IJmondgemeenten en is de bodemwebsite geactualiseerd.
Uitvoering 2014 In 2014 zal milieudienst IJmond verder faciliteren door het inzichtelijk maken van bodeminformatie en –formulieren, procedures en het actualiseren van werkafspraken.
4.1.2 Wettelijk kader Wet Bodembescherming en bodemconvenant Bescherming van de bodem is geregeld in de Wet bodembescherming en de aanpak van de bodemproblematiek (risicolocaties) in het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties (2009). Hierin zijn onder andere landelijke afspraken gemaakt over de aanpak van spoedlocaties. Verontreinigingen die spoedeisend zijn op basis van humane risico’s moeten in 2010 in beeld zijn gebracht en uiterlijk 2015 zijn gesaneerd of beheerst. Voor locaties met ecologische of verspreidingsrisico’s geldt dat de locaties in 2015 in beeld moeten
40
zijn gebracht en daarna zo spoedig mogelijk (uiterlijk voor 2030) zijn gesaneerd of beheerst. In de Wet bodembescherming (Wbb) is geregeld hoe bodemverontreiniging moet worden voorkomen, worden beperkt en verwijderd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gevallen van ernstige en niet ernstige verontreiniging met onderscheid tussen oude gevallen die zijn ontstaan voor 1 januari 1987 en nieuwe gevallen van bodemverontreiniging. Gemeente Haarlem is bevoegd gezag in het kader van de Wet bodembescherming voor de sanering van oude gevallen van ernstige bodemverontreiniging binnen de gemeente. De bevoegd gezag taken van gemeente Haarlem worden vooralsnog niet ondergebracht bij de milieudienst. De aangesloten gemeenten in het werkgebied van IJmond en Waterland zijn geen bevoegd gezag (dat is provincie Noord-Holland) voor sanering van oude gevallen van ernstige bodemverontreiniging. De gemeenten zijn wel bevoegd gezag bij de aanpak van nieuwe bodemverontreiniging en niet-ernstige bodemverontreiniging.
Uitvoering 2014 In 2014 zal de milieudienst uitvoering geven aan de begeleiding van diverse (grootschalige) bodemprojecten door: het voorbereiden van procedures, het afstemmen van procedures met gemeenten en provincie, het opstellen van collegenota’s, het begeleiden van (diverse) BUS- meldingen en saneringen, vooroverleg met provincie en juridische ondersteuning bij procedures, klachten en claims.
Besluit bodemkwaliteit Toepassing van (licht verontreinigde) grond en bagger wordt geregeld in het Besluit bodemkwaliteit. Voor de IJmondgemeenten is het generieke (landelijke) beleidsspoor van toepassing waarbij geen gebruik wordt gemaakt van bodemkwaliteitskaarten (sinds medio 2012). Voor de Waterlandgemeenten en Haarlem zijn bodemkwaliteitskaarten opgesteld en is recent gebiedsspecifiek beleid opgesteld. Wij beheren voor de Waterlandgemeenten (inclusief Beemster en Zeevang) de digitale
41
bodemkwaliteitskaarten. In 2014 zal worden geëvalueerd of het alsnog opstellen van een bodemkwaliteitskaart (inmiddels) wel (kosten)effectief is (zie de uitwerking in hoofdstuk 4, paragraaf 4.1.4 Bodembeleid). Voor alle gemeenten adviseren wij over benodigd onderzoek in het kader van het Besluit bodemkwaliteit (voor grondafvoer en -verzet met name in civiele en herinrichtingsprojecten) en beoordelen wij dit onderzoek en adviseren wij daarover. Overige wetgeving bodem Voor gebruik van de bodem, is verder relevante wetgeving opgenomen in de:
Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Besluit ruimtelijke ordening (Bro): bodemkwaliteit maakt onderdeel uit van een goede ruimtelijke onderbouwing.
Woningwet/Omgevingsvergunning: tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem (zie hoofdstuk 5 Advisering ruimtelijke plannen en bouwplannen).
Wet milieubeheer (Wm): via voorschriften bij een milieuvergunning of Uitvoeringsbesluiten via Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) (zie hoofdstuk 3. Uitvoering VTH-taken).
Waterwet: zorgplicht voor het grondwaterbeheer in stedelijk gebied en het beheer van het rioolstelsel, inclusief indirecte lozingen op het riool en het omgaan met hemelwater (zie Ketenhandhaving afvalwater (RUD).
4.1.3 ISV-Bodemprogramma Een belangrijke randvoorwaarde is de financiering van knelpunten op het gebied van bodem ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling en het opheffen van risico’s door bodemverontreiniging. De gemeente ontvangt sinds 2000 via de provincie een rijksbudget voor de uitvoering van bodemsaneringstaken in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). In ons werkgebied is sprake van programmagemeenten waarvoor toekenning van budget 4-jaarlijks plaatsvind op basis van een door de milieudienst opgesteld ISVBodemprogramma. Voor de notitiegemeenten in ons werkgebied is budget gereserveerd bij provincie Noord-Holland op basis van een vierjarenraming, waarbij voor elk uit te voeren project aparte (onderbouwde) projectaanvragen dienen te worden ingediend.
42
Jaarlijks stelt de milieudienst een (financiële) verantwoording op van het ISV-Bodemprogramma. Wij voeren de coördinatie van het ISV-bodemprogramma en de specifieke bodemprojecten uit die voortkomen uit het ISV. Vast onderdeel van dit programma vormt het uitvoeren van:
onderzoek en sanering van spoedlocaties;
nazorglocaties;
het actualiseren en bijhouden van het Bodeminformatiesysteem (BIS);
verder zijn de zogenaamde maatschappelijke ontwikkelingslocaties opgenomen die volgen uit de werkvoorraad van de gemeenten.
De milieudienst heeft zich de afgelopen jaren gericht op het identificeren van (potentieel) ernstig verontreinigde locaties evenals aan een gedetailleerde inventarisatie van asbestverdachte locaties. Onderzoek van (potentiële) humane spoedlocaties is afgerond, de locaties met (potentiële) verspreidingsrisico of ecologische risico’s zijn in beeld en voor deze locaties loopt een onderzoekstraject. De beoordeling van de spoedeisendheid en de aansprakelijkstelling voor vervolgonderzoek en sanering (juridische toetsing) dient door de provincie te worden vastgesteld. De milieudienst ondersteunt de provincie bij deze toetsing. Bedrijfsactiviteiten en storten van verontreinigingen hebben in het verleden in sommige gevallen geleid tot (omvangrijke) verontreinigingen in de bodem. In een aantal gevallen is na sanering een restverontreiniging in het grondwater achtergebleven waardoor (eeuwigdurende) nazorgmaatregelen (monitoring of beheersing) noodzakelijk zijn. Enkele van deze locaties zijn, met de komst van het ISV in 2000 in de ISV-programma’s opgenomen en overgedragen aan de gemeenten. De gemeenten zijn verantwoordelijk gehouden voor het in stand houden van de nazorg (en de financiering). Omdat het ISV na 2014 ophoudt te bestaan maar de bodemproblematiek dan nog niet is opgelost voert de milieudienst met de provincie de discussie over de aanpak en financiering van de bodemknelpunten na 2014. Het betreft enkele grootschalige bodemverontreinigingen waarvoor sanering in opdracht van de gemeenten in voorbereiding is, maar waarvan de omvang en/of saneringsaanpak en/of formele instemming van provincie NoordHolland en daarmee de benodigde financiën pas in of na 2014 inzichtelijk zullen zijn.
43
In 2012 zijn de nazorglocaties in het werkgebied van Milieudienst IJmond uitvoerig geëvalueerd om in afstemming met de provincie te beoordelen bij welke projecten nazorg binnen afzienbare tijd beëindigd kan worden of kan worden omgezet naar een duurzamere variant en financieringsmogelijkheden na 2015. In 2014 wordt dit onderzoek afgerond en wordt op een aantal nazorglocaties aanvullend bodemonderzoek verricht om een actuele formele uitspraak over ernst en spoedeisendheid te kunnen vastleggen en nazorgmaatregelen vast te leggen. Financiële risico’s worden inzichtelijk gemaakt en waar mogelijk vanaf 2015, teruggelegd bij de provincie Noord-Holland. Hiertoe zal instemming van en besluitvorming door B&W en het bevoegd gezag (provincie Noord-Holland) benodigd zijn. Omdat ISV-budget na 31 december 2014 alleen ingezet kan worden als de projecten voor 1 januari 2015 in uitvoering zijn is een forse inspanning benodigd op de onderdelen uit het ISVbodemprogramma (spoedlocaties, nazorglocaties, BIS en maatschappelijke projecten). Afstemming met gemeenten en bevoegd gezag over de financiering na 2014 en de mogelijkheden tot het aanspreken van andere budgetten zal in 2014 geëffectueerd moeten worden. De betreffende spoedlocaties en nazorglocaties en de (beknopte) beschrijving van de inzet voor 2014 zijn opgenomen in de onderstaande tabellen. Spoedlocaties In het werkgebied waarvoor de milieudienst de ISV-taken uitvoert zijn diverse (potentiële) spoedlocaties aanwezig. In onderstaande tabel zijn de locaties, de onderzoeksfase en de acties voor 2014 opgenomen. Ter volledigheid, indien de (potentiële) spoedlocaties in opdracht van derden, dus buiten regie van de milieudienst/gemeente om, worden aangepakt/gesaneerd, dan is deze niet in onderstaande tabel opgenomen, met uitzondering van 2 locaties in gemeente Velsen waarvan eventuele inzet van de gemeente nog niet bekend is.
44
Uitvoering 2014 Gemeente Spoedlocatie Zeestraat 50 Beverwijk (verspreiding)
Onderzoeksfase
Actie 2014
Aanbesteding sanering is gaande.
Begeleiding sanering, starten monitoring Ter instemming van het college en vervolgens bevoegd gezag aanbieden van het saneringsonderzo ek en –plan. Na instemming verdere voorbereiding van de sanering (bestek, aanbesteding, communicatie, financiële borging samenloop ontwikkelingen Meerplein). indienen verzoek tot wijzigingsbeschik king bij bevoegd gezag, na instemming: doorvoeren gewijzigde saneringsopzet (communicatie, financiële borging, eventuele heraanbesteding, begeleiding uitvoer en monitoring).
Beverwijk
Breestraat 89 (verspreiding)
Beschikking ernst en spoed in 2013 afgegeven door het bevoegd gezag. Het saneringsonderzoek en –plan ten behoeve van de aanpak van de grondwaterverontrei niging is eind 2013 gereed.
Velsen
Rivierenbuurt IJmuiden (verspreiding)
Velsen
Wüstelaan Santpoort (verspreiding)
Stagnerende sanering is in overleg met bevoegd gezag stilgezet. Aanvullend onderzoek is uitgevoerd, onderbouwingen voor het kunnen wijzigen van de sanering zijn opgesteld en afgestemd met het bevoegd gezag. Instemming college t.b.v. wijzigen saneringsopzet verwacht in november 2013. Sanering afgerond, verzoek tot goedkeuring bevoegd gezag ingediend.
Velsen
Zeeweg 263 IJmuiden (verspreiding)
Grondwaterverontrei niging is afgeperkt, saneringsonderzoek is uitgevoerd en eind 2013 gereed.
Vaststellen nazorgverplichting in verband met kleine restveronteiniging en financiële borging. Afstemmen saneringsonderzoek met bevoegd gezag, begeleiden
45
Velsen
Beecksanghlaan 38 Velsen-Noord (humaan)
Velsen
Zuiderkruisstraat
Velsen
Koningsplein
Saneringsplan door provincie opgesteld en in overleg met MDIJ afgerond. Beschikking ernst, spoed en instemmen saneringsplan is in 2013 afgegeven door het bevoegd gezag. Sanering in overleg met gemeente voorbereid. Hier is in 2012 een grondwaterverontreiniging met oplosmiddelen aan het licht gekomen (door activiteiten van een vml. chemische wasserij). Het betreft een spoedlocatie in verband met verspreidingsrisico’s. De eigenaar van de grond is door het bevoegd gezag aangeschreven om nader onderzoek te doen.
Hier is sprake van een verontreiniging met oplosmiddelen van grond, grondwater en binnenlucht ten gevolge van activiteiten van een vml. chemische wasserij. Het is een
opstellen saneringsplan, verkrijgen van instemming college, aanvragen beschikking op saneringsplan bij bevoegd gezag. Na instemming verdere voorbereiding van de sanering en financiële borging. Uitvoeren/ afronden sanering, laten opstellen evaluatierapport en ter goedkeuring indienen bij bevoegd gezag.
Afhankelijk van de uitkomsten van het nader onderzoek, geschatte saneringskosten en draagkracht van de (schuldig) eigenaar zal gemeente mogelijk als vangnet een bijdrage moeten leveren aan sanering. De milieudienst gaat in overleg met bevoegd gezag in verband met financiële risico’s. Afronding van onderzoek en opstellen saneringsplan door bevoegd gezag. De milieudienst heeft afstemming met provincie over deze locatie in
46
spoedlocatie ten gevolge van humane risico’s. Onderzoek naar de (omvang van de) binnenluchtverontrei niging is in uitvoering. Saneren van rioolsleuf.
Landsmeer
Gorteslootbuurt (humaan)
Oostzaan
Doktersbuurt (verspreiding en humaan)
Nazorg en monitoring
Oostzaan
Noordeinde 68 (humaan)
Lopende sanering
Oostzaan
Zuideinde 122124 (humaan)
Saneringsplan laten opstellen.
Wormerland
Molen de Uil (humaan en ecologisch)
Nazorg
Zandvoort
Flemingstraat
Eind 2013 is onderzoek opgestart naar ernst en omvang van de verontreiniging in grond (PCB’s) die aan het licht gekomen is bij werkzaamheden van een nutsbedrijf.
verband met financiële risico’s.
Saneren als onderdeel rioolrenovatie. Uitvoeren grondwatermonitoring, uitvoering binnenluchtonderzoeken en drainages onderhouden middels doorspuiten. Afronding sanering als onderdeel maatschappelijke ontwikkeling. Saneren als onderdeel maatschappelijke ontwikkeling. Leeflaagdikte laten controleren en daarna leeflaag aanvullen. Vaststellen ernst en spoedeisendheid en afhankelijk van de resultaten aanvragen van beschikking hierop om vervolgens verdere voorbereiding tot sanering uit te voeren (saneringsonderz oek, - en plan, bestek, aanbesteding).
47
ISV – nazorglocaties In onderstaande tabel zijn de locaties, de onderzoeksfase en de acties voor 2014 opgenomen. Gemeente
Nazorg-
Onderzoeksfase
Actie 2014
Aagten-
Saneringsonderzoek en
Vaststellen
CAIJ-belt
–plan in uitvoering.
saneringsonder-
locatie Beverwijk
zoek en -plan door college, aanvragen beschikking bevoegd gezag t.b.v. instemming met saneringsplan, voorbereiden sanering.
Beverwijk
Aubach-
Monitoring in 2012
Afstemming met
straat
beëindigd in overleg met
provincie en
provincie Noord-Holland,
gemeente en
grondwaterbeheerssyste
definitieve
em is in 2013
afronding nazorg.
overgedragen aan gemeente t.b.v. peilbeheer. Provincie blijkt medio 2013 onverwacht niet akkoord te gaan met einde monitoring. MDIJ heeft om nadere toelichting gevraagd.
Heemskerk
Kerklaan
De onttrekking van de
Instemming met
westelijke vlek is in
monitoring/
2013 beëindigd en het
gewijzigde aanpak
systeem ontmanteld.
westelijke vlek en
Het opgestelde
daaraan
monitoringsplan/
uitvoering geven
gewijzigde aanpak ligt
en financiële
ter goedkeuring bij het
borging.
bevoegd gezag (na
Beëindigen
informele instemming).
monitoring
De monitoring van de
oostelijke vlek na
48
Uitgeest
Galvano
oostelijke vlek wordt tot
formele
2014 in stand gehouden.
instemming.
Stopproef-waarbij een
heroverwegen
periode van 2 jaar
huidige aanpak en
gestopt is met
bepalen
onttrekken van
vervolgstappen
grondwater- wordt in
teneinde de
2014 beëindigd.
nazorg te kunnen beëindigen, monitoring in 2014 en budget veiligstellen voor monitoring tot 2025.
Velsen
Tussen-
Stopproef in 2013, op
Begeleiden
beeksweg
basis van resultaten uit
actualiserend
IJmuiden
2012, waarbij
onderzoek,
vooralsnog gestopt
aanvragen
wordt met onttrekken
wijzigingsbeschikk
grondwater.
ing ernst en spoed
Actualiserend
bij bevoegd gezag
bodemonderzoek en
na instemming
bepalen van ernst en
door college,
spoed in voorbereiding
beëindigen
t.b.v. realisatie einde
nazorg.
nazorg.
Landsmeer
Sportlaan
Monitoring
Uitvoeren monitoring en eindrapportage opstellen ivm beëindigen nazorg.
Wormerland
Voormalig
Monitoring
gasfabrieks-
Bijdrage aan afkoop monitoring
terrein
Zandvoort
Patrijzen-
Beschikking ernst en
Beëindigen
straat
spoed aangevraagd bij
nazorg
bevoegd gezag, na
(ontmanteling
verkrijgen goedkeuring
systeem,
college.
communicatie, overleg). Naar verwachting geen verdere
49
nazorgmaatregelen.
4.1.4 Bodembeleid De gemeente heeft (enige mate van) vrijheid om ambities op het gebied van milieu (en dus ook bodem) te vertalen in beleid. Onder regie van de milieudienst is de Bodemagenda 2011-2015 vastgesteld voor acht IJmond en 4 Waterlandgemeenten. Speerpunten uit de Bodemagenda zijn: aanpak spoedlocaties (onderdeel ISV-bodemprogramma), sober en doelmatige aanpak sanering, monitoring en nazorg, evaluatie nazorgprogramma (onderdeel ISV-bodemprogramma), aanpak grondwaterverontreiniging zoveel mogelijk als onderdeel integraal waterbeheer, sanering bovengrond als onderdeel van geplande ontwikkelingen, stimuleren gebruik bodemenergie (WKO), stimuleren duurzaam bodemgebruik, ontsluiting bodeminformatie (onderdeel ISV-bodemprogramma). De doorvertaling van de lokale speerpunten in doelen en vervolgacties zijn verder geconcretiseerd in een uitvoeringstabel.
Uitvoering 2014 Gemeente Beverwijk, Heemskerk,
-Afronding en uitvoering van de
Uitgeest, Velsen, Heemstede,
lopende acties onder regie van de
Zandvoort, Haarlemmerliede
milieudienst
en Spaarnwoude,
- In 2013 is een start gemaakt met de
Bloemendaal, Waterland,
evaluatie van de Bodemagenda.
Wormerland, Wormer,
Deze evaluatie wordt begin 2014
Landsmeer
afgerond waarbij, naast een overzicht van de tot nu toe uitgevoerde onderdelen, onder andere een plan van aanpak wordt opgesteld ten aanzien van de nog te implementeren onderwerpen uit de bodemagenda. Dit zal zijn beslag nemen in 2014 en 2015.
Haarlem
Haarlem heeft een bodemprogramma dat doorloopt tot 2014. Hierin zijn de specifieke speerpunten benoemd: beleid(vernieuwing), aanpak spoedlocaties en locaties met
50
maatschappelijke urgentie, nazorgprogramma, planning ondergrond.
4.1.5 Verstrekken van bodeminformatie Naast burgers, bedrijven en gemeenten wordt bodeminformatie vooral geleverd aan makelaars, omdat in iedere verkooptransactie een bodemparagraaf moet worden opgenomen. Voor makelaars is een digitale service via internet beschikbaar (de omgevingsrapportage). Verder komen in het werkgebied veel verzoeken van nutsbedrijven en milieuadviesbureaus. Dit betreffen meestal grootschalige verzoeken waarbij inzicht in langgerekte tracés of grootschalige gebieden nodig is voorafgaand aan werkzaamheden in de grond of ter voorbereiding van bodemonderzoek; deze verzoeken worden (nog) handmatig verwerkt. Alle bodemonderzoeken die bij de milieudienst worden aangeboden worden ingevoerd in het BIS.
Uitvoering 2014 Gemeente
Afhandelen
Verstrekken
Invoer rapporten
verzoeken
bodeminformatie
in
via
aan NUTS
Bodeminformatie-
rapportage-
bedrijven/advies-
systeem
module (bv
bureaus
makelaars) Haarlem
-
-
-
Beverwijk
42
38
50
Heemskerk
30
25
30
Uitgeest
25
38
20
Velsen
150
60
55
Landsmeer
12
8
20
Oostzaan
12
8
20
Waterland
25
20
35
Wormerland
25
20
35
Zeevang
12
10
10
Edam-
-
-
-
51
Volendam Haarlemme
-
-
-
Zandvoort
110
10
25
Heemstede
150
8
50
Bloemenda
-
-
-
10
4
25
Purmerend
-
-
-
Beemster
-
-
-
rliede en Spaarnwou de
al Noordwijker hout
Project 2014 In 2013 is voor de vier IJmondgemeenten alle bodeminformatie gedigitaliseerd en is een traject gestart om alle bodemrapporten van de Waterland gemeenten te digitaliseren. Eind 2013 is een start gemaakt met het koppelen van alle digitale bodemrapporten aan de locaties in het Bodem Informatie Systeem (BIS). Bovengenoemd project wordt in 2014 afgerond in het kader van het ISVprogramma. In 2014 zal deze informatie geschikt worden gemaakt voor externe raadpleging. Hiervoor zal onder andere de informatie via internet opvraagbaar zijn en zal een daarop aangepast betaalsysteem worden ontwikkeld. De gemeenten zullen geïnformeerd worden over en geschoold worden in deze mogelijkheid om bodeminformatie te benutten. Voor Heemstede en Zandvoort zal in 2014 in overleg met de gemeenten onderzocht worden of ook voor deze gemeenten het Bodemarchief kan worden gedigitaliseerd, gekoppeld en extern toegankelijk gemaakt. Afhankelijk van besluitvorming door provincie Noord-Holland over de opzet van een integraal informatiesysteem op provinciale of regionale schaal en verbreding van het informatiesysteem zal de Milieudienst in 2014 participeren in de verdere uitwerking.
4.1.6 Bodem bij gemeentelijke werken Voor alle werken waarbij de gemeente opdrachtgever is, zoals civiele werken, herontwikkeling en reconstructie, aan- en verkoop
52
van percelen, calamiteiten, begeleidt de Milieudienst het benodigd onderzoek en sanering. De milieudienst faciliteert adviesbureaus in het uitvoeren van historisch onderzoek. Dit betreft onderzoek naar de verdenking ten aanzien van bodemverontreiniging op een locatie. Op basis van deze gegevens kan een onderzoeksstrategie passend bij het doel en de aanleiding van het te realiseren werk worden vastgesteld. Onderzoek wordt verricht in het kader van grondtransacties waarbij gemeenten aan- of verkopende partij is, ruimtelijke ontwikkelingen, herinrichting, of civiele werkzaamheden. Inzet vanuit de milieudienst vindt met name plaats voor herinrichting en civiele werken. De milieudienst verzorgt de voorbereiding (offerteaanvraagbeoordeling-gunning), begeleidt het onderzoeksbureau bij de uitvoering, beoordeeld de bodemonderzoeken en adviseert de gemeenten over benodigde maatregelen of vervolgstappen. Vervolgstappen kunnen zijn nader onderzoek, opstellen plan van aanpak (bij niet ernstige verontreiniging), saneringsonderzoek en saneringsplan, monitoring, ondersteuning bij het doen van meldingen en het aanvragen van beschikkingen Wet bodembescherming en BUS meldingen (Besluit Uniforme saneringen). Ook voorbereiding van en advisering over saneringen wordt door de milieudienst uitgevoerd.
Uitvoering 2014 Gemeente
Aantal onderzoeks- en saneringstrajecten begeleiden, toetsen van bodemonderzoeken
Haarlem
N.v.t
Beverwijk
Totaal 120
Heemskerk Uitgeest Velsen Landsmeer
18
Oostzaan
18
Waterland
18
Wormerland
22
Zeevang
15
Haarlemmerliede en
2
53
Spaarnwoude Zandvoort
10
Heemstede
25
Bloemendaal
4
Noordwijkerhout
16
In de praktijk blijkt dat er onder aannemers weg- en waterbouw en collega’s binnen de gemeenten nog veel vragen leven over het toepassen van grond en het afvoeren en beheersen van grond bij werken en benodigd onderzoek bij (met name civiele) gemeentelijke werken mede in relatie tot puin en asbest in de bodem en veranderend werkveld vanuit toezicht en handhaving. Milieudienst IJmond heeft getracht de gemeente te voorzien van informatie en advies op het gebied van bodem. In het kader van de adviestaak van Milieudienst IJmond is in 2012 een onderzoek gedaan naar de bekendheid met, de werkwijze van en de communicatie tussen de 4 IJmondgemeenten en het team milieuadvies, sectie bodem van Milieudienst IJmond. Uit de enquête (27 inzendingen) - onderdeel van het onderzoek- blijkt onder andere dat onze website veel gebruikt wordt, maar dat kennis over de producten en instrumenten van sectie Bodem weinig bekend zijn. Op basis van dit onderzoek is een Plan van Aanpak ter verbetering opgesteld. Hier wordt in 2014 invulling aan gegeven.
Uitvoering 2014 Invulling geven aan en uitvoeren van het Plan van Aanpak, communicatie en samenwerking Bodem en het opstellen van een handreiking Bodem waarin werkafspraken, procedures, intakeformulieren en dergelijke geactualiseerd en vastgelegd worden.
Op de volgende grootschalige projecten zal de milieudienst in 2014 adviseren: Ontwikkeling Grote Hout te Velsen-Noord Voor de gemeente Velsen wordt begeleiding van onderzoek en advisering inzake vervolgstappen over sanering en juridische aansprakelijkheid verricht voor een geval van (grondwater)verontreiniging op het NAM-terrein grenzend aan het
54
HIM-terrein. Eind 2013 zal de beschikkingsaanvraag over de ernst en spoedeisendheid van de sanering worden afgerond en vervolgmaatregelen worden bepaald. Hiertoe dient afstemming plaats te vinden met de provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat. Ook wordt inzet gepleegd in verband met verkoop en ontwikkeling van kavels op het terrein Grote Hout. Hiervoor zijn in 2013 voor een aantal percelen historisch onderzoek, bodemonderzoek, (asbest)sanering en BUS-meldingen begeleid. Ook in 2014 zal voor een aantal percelen in dit gebied begeleiding plaatsvinden. In 2013 is voor het hele gebied een uitgebreid historisch onderzoek verricht en voor 1 van de 5 onderscheiden deelgebieden (kadeterrein) een bodemonderzoek gestart. In 2014 zal dit zijn verdere beslag krijgen. Ontwikkeling Industriegebied De Pijp te Beverwijk Gemeente Beverwijk is voornemens dit industriegebied in de toekomst her in te richten en tevens rioolwerkzaamheden uit te gaan voeren. In het gebied is sprake van een aantal forse bodemverontreinigingen; de onderzoeksgegevens zijn echter versnipperd en een totaalbeeld ontbreekt voor dit gebied. Gemeente Beverwijk wil graag dat de bodemverontreinigingen niet meer op projectniveau worden aangepakt, maar integraal voor het totale gebied. De provincie Noord-Holland heeft in dit gebied een aantal nieuwe potentiële spoedlocaties aangemerkt. Samen met de milieudienst worden de bekende gegevens (historische gegevens en bekende bodemonderzoeken) eerst in beeld gebracht waarna zal worden bepaald welke bodemonderzoeken nog noodzakelijk zijn om een totaalbeeld van de verontreinigingen te verkrijgen. Voor deze locatie is gebiedsgericht beheer mogelijk een optie. Vanuit het Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant, de provincie NoordHolland en Rijkswaterstaat is aangegeven dat men de locatie De Pijp graag als pilot zou willen inzetten om te bekijken of gebiedsgericht beheer een zinvolle optie is. Hierover is reeds een gesprek gevoerd met de milieudienst. De gemeente en de milieudienst geven hier in 2014 verdere uitvoering aan. Sanering Groot Helmduin te Santpoort In verband met voorgenomen herinrichting van het westelijk deel van de voormalige stortplaats Groot Helmduin (ontwikkelingsgebied De Ring) is eind 2013 een saneringsplan ter goedkeuring ingediend bij het bevoegd gezag. De aangetroffen verontreinigingen en bodemvreemde materialen ter plaatse van het westelijke deel van de stortplaats worden gesaneerd om het terrein geschikt te maken
55
voor de beoogde functie. Naar verwachting zal de milieudienst ook om inzet gevraagd worden op dit dossier. Ontwikkeling Louis Davidsstraat (voormalige postkantoor) te Zandvoort Ter plaatse van de ontwikkellocatie Louis Davidsstraat is een grondwaterverontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen aangetroffen. De verontreiniging is vermoedelijk afkomstig van een voormalige chemische wasserij aan de Grote Krocht 21. De verontreiniging moet nog verder in beeld worden gebracht maar is groter dan het nu te ontwikkelen deelgebied. Voor het ontwikkelen van de (deel)locatie is het noodzakelijk dat het bevoegd gezag instemt met een deelsaneringsplan. Er vindt afstemming met de provincie plaats om te bewerkstelligen dat de ontwikkeling op korte termijn doorgang kan vinden zonder dat dit het verder benodigde onderzoek en sanering van het gehele geval van verontreiniging in een later stadium in de weg zal staan. Onder begeleiding van de milieudienst zal een deelsaneringsplan worden opgesteld. Naar verwachting zal in 2014 een deelsanering starten ten behoeve van de locatieontwikkeling. Tevens zal in 2014 de ernst en spoedeisendheid van het gehele geval van verontreiniging moeten worden vastgesteld, de sanering verder worden voorbereid en overeenstemming over inzet en borging van ISV budget worden bereikt. Bodemsaneringen ten behoeve van civiele werken Landsmeer (ISVprojecten) In verband met voorgenomen rioolvervanging in de Gorteslootbuurt en de Fazantenstraat zijn in 2013 in de betreffende straten diverse bodemonderzoeken uitgevoerd waarbij in de grond diverse sterke verontreinigingen zijn aangetroffen, waardoor de werkzaamheden onder saneringsregime moeten worden uitgevoerd en vrijkomende grond onder saneringscondities te worden afgevoerd. Verder dient de vervallen Kerktuin op de locatie Dorpsstraat 28 na gereedkomen van het aangrenzende nieuwbouwproject Breekoever een multifunctioneel karakter te krijgen en het parkeerterrein aan de Sportlaan te worden heringericht en vergroot. Voor beide herinrichtingsprojecten dient veel grondverzet te worden uitgevoerd. Eind 2013 is bij de provincie een aanvraag gedaan om een deel van de saneringskosten van de Gorteslootbuurt, Kerktuin en parkeerterrein aan de Sportlaan te financieren met ISV middelen.
56
Afdekking voormalig stortplaats Poelweg (Uitvoeringsregeling bodemsanering) De voormalige stortplaats dient van een dikkere duurzame afdeklaag te worden voorzien. Als afdeklaag wordt gebruik gemaakt van vrijkomende grond van gemeentelijke werken en gerijpte baggerspecie afkomstig van de op de locatie aanwezige baggerdepot. De afdekking wordt in samenspraak met milieudienst onder saneringscondities uitgevoerd. In augustus 2013 is een deel (zijde Poelweg) van de voormalige stortplaats onder saneringsregime afgedekt met gerijpte baggerspecie. In 2014 zal het overige deel van de locatie worden afgedekt. De kosten van de saneringswerkzaamheden worden deels gedekt vanuit de Uitvoeringsregeling bodemsanering Noord-Holland 2010.
Uitvoering 2014 -
Ontwikkeling Grote Hout te Velsen-Noord
-
Ontwikkeling Industriegebied De Pijp te Beverwijk
-
Sanering Groot Helmduin te Santpoort
-
Ontwikkeling Louis Davidsstraat (voormalige postkantoor) te Zandvoort
-
Bodemsaneringen ten behoeve van civiele werken Landsmeer (ISV-projecten)
-
Afdekking voormalig stortplaats Poelweg (Uitvoeringsregeling bodemsanering)
4.2 Geluid De Wet geluidhinder vormt het juridische kader voor het Nederlandse geluidbeleid. De Wet bevat een uitgebreid stelsel van bepalingen ter voorkoming en bestrijding van geluidhinder door onder meer industrie, wegverkeer en spoorwegverkeer. De Wet richt zich vooral op de bescherming van de burger in zijn woonomgeving en bevat normen voor de maximale geluidbelasting op woningen en gevoelige objecten.
57
Ontwikkeling geluidwetgeving In 2012 is een nieuwe systematiek voor de geluidbeheersing van rijkswegen en rijksspoorwegen van kracht geworden. Langs deze wegen en spoorwegen zijn geluidproductieplafonds (GGP’s) vastgesteld die niet mogen worden overschreden en jaarlijks worden gemonitord. Voor de gemeenten betekent dit dat de geluidbelasting op nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, vanwege rijkswegen en rijksspoorwegen, berekend moeten worden met gegevens uit een landelijk geluidregister. Momenteel is een wetswijziging in ontwikkeling voor de geluidbeheersing rond provinciale en gemeentelijke wegen en geluidgezoneerde industrieterreinen. De verwachting is dat voor provinciale wegen en gezoneerde industrieterreinen ook geluidproductieplafonds zullen worden vastgesteld. Voor gemeentelijke wegen zal dit niet gebeuren. Ook zal de procedure voor het vaststellen van hogere waarden voor de geluidsbelasting verdwijnen. De manier van toetsen of de geluidbelasting bij nieuwe geluidgevoelige bestemmingen acceptabel is zal wijzigen. 4.2.1 Geluidsanering Velsen –A208 In 2010 is de A208 heringericht als bronmaatregel om de gevelbelasting op de woningen gelegen aan de A208 te verminderen. In 2012 een nader onderzoek afgerond naar de binnenniveaus voor geluid in de woningen. Het treffen van geluidwerende voorzieningen aan de gevels is in 2013 opgestart en wordt begin 2014 afgerond. Beverwijk - Alkmaarseweg Langs de Alkmaarseweg liggen nog ongeveer 250 woningen die in aanmerking komen voor geluidwerende voorzieningen aan de gevels. Dit gevelisolatie project maakt onderdeel uit van het recent vastgesteld Actieplan geluid en worden gefinancierd uit het ISVprogramma van de gemeente Beverwijk. In 2014 zal onderzoek worden gedaan naar de binnenniveaus voor geluid in de woningen, het maatregelenpakket worden bepaald en de sanering worden opgestart. Dit zal eind 2014 moeten zijn afgerond om het ISVbudget te kunnen behouden.
58
Oostzaan - Zuideinde Op grond van de A-lijst van Bureau Sanering Verkeerslawaai zou voor diverse woningen in Oostzaan onderzocht moeten worden hoever de geluidsbelasting is toegenomen en indien nodig nagegaan moeten worden voor welke woningen tevens isolerende maatregelen nodig zijn. Voor een deel van deze woningen is een dermate hoge geluidsbelasting aanwezig dat isolerende maatregelen nodig zijn. In juli 2010 is een collegebesluit genomen over de een door de milieudienst voorgestelde aanpak van de geluidsanering als gevolg van wegverkeerslawaai. In verband met het voornemen van de gemeente om het Zuideinde, na reconstructie, tussen de Kerkstraat en de Dahliasingel tot 30 km/h zone in te richten zullen 12 woningen worden gesaneerd. In 2014 zal onderzoek worden gedaan naar de binnenniveaus voor geluid in de woningen, het maatregelenpakket worden bepaald en de sanering worden opgestart. Uitgegaan wordt dat het Zuideinde (tussen de Dahliasingel en de Kolkweg) na reconstructie 50 km/h blijft. In 2011 zijn met ISV2middelen reeds twee woningen langs dit tracé gesaneerd. De resterende zeven woningen langs dit tracé worden in 2014 met ISV3-middelen gesaneerd.
Uitvoering 2014 geluidsaneringen -
A208
-
Alkmaarseweg
-
Zuideinde
4.2.4 Zonebeheer industrieterreinen Rond industrieterreinen waarop zich grote lawaaimakers op grond van de Wet geluidhinder kunnen vestigen, moet een geluidszone zijn vastgesteld. Buiten de geluidzone mogen bedrijven op dit industrieterrein gezamenlijk niet meer dan 50 dB(A) produceren. Een geluidszone is een aandachtsgebied waarbinnen, voor het mogelijk maken van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, de geluidsbelasting moet worden bepaald en getoetst aan de grenswaarden in de Wet geluidhinder. Een geluidszone rond een industrieterrein is bedoeld om een goede ruimtelijke ordening te bewerkstelligen.
59
Om de zone van een industrieterrein te beheren wordt een computermodel gebruikt waarin alle inrichtingen met hun vergunde geluidruimte zijn opgenomen. Zonebeheer heeft twee doelen. Enerzijds moet voor de Wet milieubeheer getoetst worden of bedrijfswijzigingen op het industrieterrein geen overschrijdingen van de geluidsbelasting ter plaatse van de zonegrens, en binnen de zone bij geluidgevoelige bestemmingen, veroorzaken. Tevens moeten alle wijzigingen op dit gebied in het zonemodel worden verwerkt. Anderzijds wordt het zonemodel voor de Wet geluidhinder en de ruimtelijke ordening gebruikt om de geluidbelasting te berekenen op nieuwe geluidgevoelige bestemmingen. Milieudienst IJmond voert namens de gemeente het zonebeheer uit voor de volgende terreinen:
Gascompressorstation te Beverwijk
Industrieterrein Nieuweweg, Zuidwest en Croklaan te Wormerland en Zaanstad.
Gemeente Zandvoort is wettelijk gezien verantwoordelijk voor het zonebeheer van het gezoneerde industrieterrein Circuitpark Zandvoort en is voornemens het zonebeheer in 2014 aan Milieudienst IJmond over te dragen. Industrieterrein Nieuweweg, Zuidwest en Croklaan Dit industrieterrein ligt op het grondgebied van Wormerland en voor een klein deel op dat van Zaanstad. Gemeente Wormerland is bevoegd gezag voor het zonebeheerder. Milieudienst Waterland/IJmond voert het zonebeheer uit voor de gemeente Wormerland. Dit industrieterrein veroorzaakt overschrijdingen op een aantal vastgestelde maximaal toegestane geluidsbelastingen bij woningen binnen de geluidszone. De Wet geluidhinder schrijft in dat geval voor dat een geluidreductieplan moet zijn vastgesteld voordat weer vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer kunnen worden verleend. Gemeente Wormerland heeft eind 2013 een geluidreductieplan vastgesteld. Het plan beslaat 5 jaar, waarin alle maatregelen genomen moeten worden om de overschrijdingen op te lossen. Milieudienst IJmond heeft het voornemen om de maatregelen binnen 3 jaar na vaststelling af te ronden.
60
Uitvoering 2014 Gemeente
Uitvoering
Beverwijk
Zonebeheer van het actuele model van het Gascompressorstation.
Zandvoort
Overdracht zonebeheer Circuitpark
Wormerland
Naast de maatregelen uit het geluidreductieplan zal in 2014 een slag gemaakt worden met betrekking tot het aanpassen van de inrichting van het zonemodel zodat het actueel houden van het model vereenvoudigd wordt. Daar hoort tevens de organisatie voor de uitwisseling van de gegevens tussen vergunningverleners voor Wormerland en Zaanstad en de zonebeheerder bij. De afspraken op het gebied van het zonebeheer zullen dit jaar worden vastgelegd in een zonebeheersplan.
Industrieterreinen van regionaal belang Provincie Noord-Holland is de zonebeheerder van de gezoneerde industrieterreinen die zij heeft aangewezen als zijnde van regionaal belang. Tussen Milieudienst IJmond en de provincie wordt samengewerkt op het gebied van het actueel houden van de zonemodellen en het berekenen van geluidbelastingen ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen. De provincie heeft voor de industrieterreinen waar zij zonebeheerder voor zijn een zonebeheersplan opgesteld. Hierin worden onder andere werkafspraken beschreven voor de uitwisseling van gegevens tussen de milieudienst en de provincie bij vergunningverlening en RO-ontwikkelingen. Dit plan is nog niet vastgesteld. In ons werkgebied betreffen dit de volgende terreinen:
Industrieterrein De Pijp, Kagerweg en Noordwijkermeerpolder
Industrieterrein IJmond
Uitvoering 2014 In 2014 zal Milieudienst IJmond met de provincie inhoudelijk afstemmen ten behoeve van de afronding van het zonebeheersplan
61
van De Pijp en IJmond. Omdat in de nabije toekomst, met het van kracht worden van de Omgevingswet ook de systematiek rond de gezoneerde industrieterreinen zal veranderen, is de verwachting dat het zonebeheersplan in deze vorm niet meer bestuurlijk wordt vastgesteld.
4.2.5 Geluidkaarten en Actieplan omgevingsgeluid Voor de regio IJmond heeft de Milieudienst in 2012 geluidbelastingkaarten laten vaststellen. De verplichting tot het opstellen van een geluidsbelastingkaart is opgenomen in de Wet milieubeheer en vloeit voort uit de implementatie van de Europese Richtlijn omgevingslawaai in Nederland. De geluidsbelastingkaart is een weergave van de geluidsbelasting in 2011 die veroorzaakt wordt door de wegen, spoorwegen en bedrijven in of nabij de gemeente. Daarbij wordt ook duidelijk gemaakt hoeveel geluidsgevoelige objecten, geluidsgevoelige terreinen en stille gebieden er zijn en hoeveel bewoners van woningen in een bepaald gebied aan bepaalde waarden van de geluidsbelasting worden blootgesteld. Op basis van de geluidkaarten is in 2012-2013 voor de 8 IJmondgemeenten een (verplicht) Actieplan omgevingsgeluid opgesteld. Deze actieplannen zijn door burgemeester en wethouders vastgesteld. In dit plan staat het geluidsbeleid voor de periode 2013-2018 en maatregelen om blootstelling aan geluidbelasting te beperken. Eén van de maatregelen is het toepassen van geluidarm asfalt als wegverharding.
Uitvoering 2014 Gemeente
Uitvoering
Beverwijk
In 2014 zal advisering over en
Heemskerk
afstemming met gemeenten plaatsvinden
Uitgeest
over inpassing van maatregelen uit het
Velsen
Actieplan omgevingsgeluid.
Bloemendaal Haarlemmerliede en Spaarnwoude Heemstede Zandvoort
62
4.3 Externe veiligheid Binnen de IJmond gemeenten zijn bedrijven aanwezig waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en worden verwerkt. Naast deze opslagen van gevaarlijke stoffen vinden er binnen de IJmond veel vervoersbewegingen plaats met gevaarlijke stoffen zowel per buisleiding als over de weg en slechts heel incidenteel nog vervoer van gevaarlijke stoffen naar Tata Steel over het spoor. In het kader van de subsidieregeling programmafinanciering Externe Veiligheid II voor overheden voert de milieudienst op dit gebied een aantal taken uit.
Uitvoering 2014 Gemeente Beverwijk Haarlem Heemskerk Uitgeest Velsen Bloemendaal Haarlemmerliede en Spaarnwoude Heemstede Noordwijkerhout Zandvoort Beemster Edam-Volendam Landsmeer Oostzaan Purmerend Waterland Wormerland Zeevang
Uitvoering - monitoren en actualiseren van de vastgestelde routes gevaarlijke stoffen in Heemskerk, Beverwijk en Velsen. - het opstellen en verlenen van ontheffingen voor het vervoer van vnl. propaan, vuurwerk en LPG buiten de vastgestelde routes - Het verlenen van bijzondere toestemming voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen in de bebouwde kom - Advisering in het kader van ruimtelijke plannen en omgevingsvergunningen (zie hoofdstuk 6 ruimtelijke plannen) - het toetsen van QRA’s (kwantitatieve risicoanalyses) in het kader van omgevingsvergunningverlening en ruimtelijke procedures - het opstellen van QRA’s m.b.v. SAFETI.nl bij BEVI bedrijven bij omgevingsvergunningverlening en ruimtelijke plannen - Het doorrekenen van hogedrukaardgastransportleidingen m.b.v. Carola bij ruimtelijke plannen. - Het coördineren of afhandelen van aanvragen om populatiegegevens voor risicoberekeningen m.b.v. Bridgisaccount - Bijhouden van het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) - Bijhouden en actualiseren van de signaleringskaart IJmond
63
-
-
-
Toetsen en controleren van het vuurwerkbesluit Toetsen en controleren van de opslag van explosieven voor de Off Shore Opstellen en verlenen van overbrengingsvergunning in het kader van de Wet explosieven voor civiel gebruik (Wecg) in Velsen Inhoudelijke ondersteuning en advisering bij de aanpak saneringssituaties BEVB Uitvoering geven aan het regiocoördinatorschap
Project in 2014 In januari 2014 is Milieudienst IJmond mede-organisator van het provinciaal symposium met betrekking tot opdrachtgeverschap in relatie tot EV en RUD.
4.4 Natuur en biodiversiteit De IJmond gemeenten hebben waardevolle natuur binnen hun grenzen. Grote delen vallen onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en grote delen zijn aangewezen als Natura 2000 gebied. Tevens zijn binnen de gemeentegrenzen beschermde plant- en diersoorten aanwezig. Deze soorten zijn beschermd door de Floraen faunawet. Deze soorten mogen niet worden geschaad en de populaties hiervan moeten zoveel mogelijk in stand blijven. In 2014 zullen gemeenten over de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998 worden geadviseerd in het bijzonder bij ruimtelijke planvorming (inclusief Mer), bouwprojecten en milieuvergunningen (zie hoofdstuk 5 Advisering ruimtelijke plannen en bouwplannen) maar ook bij de uitvoering van onderhoud aan landschapselementen en (water)wegen. Daarnaast wordt in 2014 onderstaande acties uitgevoerd.
Uitvoering 2014 In 2014 wordt voor de gemeente Beverwijk de gedragscode Floraen faunawet opgesteld, waarin beleid ten aanzien van bestendig beheer en ruimtelijke ontwikkeling is uitgewerkt. In 2014 wordt de bestaande gedragscode in Velsen waarschijnlijk uitgebreid met het aspect Ruimtelijke ontwikkeling.
64
5 Advisering ruimtelijke plannen en bouwplannen 5.1 ruimtelijke onderbouwing Het is van belang om bij de planvorming een goede afstemming te maken tussen ruimtelijke ordening en milieu. Voor een deel is deze afstemming verankerd in wet- en regelgeving. Voor het nemen van een ruimtelijk besluit (binnenplanse ontheffing, bestemmingsplan, projectbesluit, enz.) is het van belang dat er bij het plan een ruimtelijke onderbouwing opgesteld wordt. In deze ruimtelijke onderbouwing moeten de volgende milieuaspecten aan bod komen.
Externe Veiligheid
Geluid
Luchtkwaliteit
Milieuzonering
Bodem
Ecologie
Duurzaam bouwen
In principe stelt de initiatiefnemer de ruimtelijke onderbouwing op en toetst het bevoegd gezag deze op volledigheid en juistheid. De milieudienst toetst de milieuparagraaf op verzoek van de gemeenten. In gevallen dat de gemeente de initiatiefnemer is, stelt de milieudienst de milieuparagraaf van de ruimtelijke onderbouwing voor gemeenten op. Eventuele onderzoeken (bodemonderzoek, akoestisch onderzoek, enz.) worden, namens de gemeente, door de milieudienst uitgezet. De milieudienst vraagt dan offertes op en doet aan de gemeente een gunning advies. Een van de doelstellingen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) is om in het bestemmingsplan een betere relatie te leggen tussen ruimtelijke ordening en milieuwetgeving. Gelet op de nauwe samenhang tussen ruimtelijke ordening en milieu wordt de advisering aan gemeenten steeds belangrijker. Milieudienst IJmond adviseert de gemeenten in deze processen. Het onderdeel duurzaamheid, waar gemeenten binnen de regio IJmond een duidelijke ambitie hebben neergelegd, wordt steeds omvangrijker. Met toepassing van GPR gebouw en het opstellen van energievisies kan in een vroegtijdig stadium van het ontwerp en bouwproces nuttige informatie aan ontwerpers en initiatiefnemers worden gecommuniceerd.
65
5.2 Milieueffectrapportages Een ander gebied waar ons om advies en coördinatie wordt gevraagd zijn verschillende projecten die in de IJmond op stapel staan en waarvoor een Milieueffectrapportage wordt opgesteld. Het betreft hier onder andere de volgende ontwikkelingen:
Uitvoering 2014 Gemeente Beverwijk
PM
Heemskerk
PM
Uitgeest
PM
Velsen
Fort benoorden Spaarndam Zeetoegang IJmond (indien niet in 2013 afgerond) Averijhaven (indien niet in 2013 afgerond)
Bloemendaal
PM
Haarlemmerliede en
PM
Spaarnwoude Heemstede
PM
Zandvoort
PM
Noordwijkerhout
PM
Landsmeer
PM
Oostzaan
PM
Waterland
PM
Wormerland
PM
5.3 Adviseren bestemmingsplannen Een bestemmingsplan is een resultaat van een integrale ruimtelijke afweging, waarbij ook alle milieuonderwerpen worden meegewogen. Een belangrijke kerntaak van de milieudienst is adviseren over de milieuaspecten van de integrale afweging. In 2014 zullen wij de milieutoets voor bestemmingsplannen (nieuw of actualisatie) uitvoeren.
Uitvoering 2014 Gemeente Beverwijk
2–4
Heemskerk
1-2
66
Uitgeest
1-2
Velsen
4-6
Bloemendaal
PM
Haarlemmerliede en
PM
Spaarnwoude Heemstede
PM
Noordwijkerhout
PM
Zandvoort
PM
Landsmeer
PM
Oostzaan
PM
Waterland
PM
Wormerland
PM
De milieudienst adviseert per bestemmingsplan gemiddeld drie keer (voorontwerp, ontwerp en definitief plan). Lijst is niet limitatief. Afhankelijk van wijzigingen in de planning bij gemeente kunnen er wijzigingen optreden.
Advisering met ontwikkeling in strijd met het bestemmingsplan Milieudienst IJmond voert de milieutoets op de ruimtelijke onderbouwing bij omgevingsvergunningen uit die voorheen werden aangeduid als projectbesluiten. Het betreft procedures op grond van artikel 2.1 eerste lid onder c van de Wabo.
Uitvoering 2014 Verwachting is 50 omgevingsvergunningen en 70 principeverzoeken.
Toekennen hogere waarden Wet geluidhinder Wij voeren voor de IJmond gemeenten, Heemstede en Zandvoort, in het kader van de Wet geluidhinder, de procedures voor vaststelling van hogere waarden voor de geluidsbelasting. Voor alle andere gemeenten, inclusief Waterland, bereiden we in een enkel geval een HW-procedure voor (het voortraject tot en met het opstellen van een concept-ontwerpbesluit). Dit is nodig als binnen geluidszones van wegen, spoorlijnen of gezoneerde industrieterreinen nieuwe geluidgevoelige
67
bestemmingen (woningen, scholen, zieken- en verzorgingshuizen, kinderdagverblijven, ligplaatsen woonschepen) mogelijk worden gemaakt. Wanneer blijkt dat de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeursgrenswaarde voor de betreffende geluidbron, en deze niet verder met geluidsreducerende maatregelen kan worden verlaagd, moet een hogere waarde voor de geluidsbelasting worden vastgesteld. Ook bij de aanleg en reconstructie van een (spoor)weg kan het voorkomen dat bij bestaande geluidgevoelige bestemmingen hogere waarden moeten worden vastgesteld. Doel van de procedure is de geluidsbelasting bij zoveel mogelijk woningen te beperken.
Uitvoering 2014 Gemeente
Uitvoering
Beverwijk
In 2014 verwachten wij 25 procedures te
Heemskerk
gaan voeren. In 2014 zal een slag gemaakt
Uitgeest
worden om de hogere waarde besluiten in
Velsen
te laten schrijven in het kadaster. In 2014
Heemstede
verwachten wij voor de overige gemeenten
Zandvoort
5 voorbereidingstrajecten voor de
Overige gemeenten
vaststelling van hogere waarden uit te voeren. De besluiten worden door die gemeenten zelf genomen.
5.4 Advisering bouwplannen Standaard worden toegezonden bouwplannen gecheckt op de volgende onderwerpen:
Flora- en fauna en Natuurbeschermingswet 1998
Geluid
Bodem
Milieubeheer
Duurzaam bouwen
Uitvoering 2014 Gemeente
Uitvoering
Alle
Op aanvraag van de gemeente toetsen van bouwplannen. Het betreft circa 200 bouwplannen op jaarbasis.
68
5.5 Advisering over hinder van Schiphol De in 2012, door de raden vastgestelde Strategische nota Schiphol, is het anker voor ons handelen met als leidmotief “de hinder kan en moet minder”. We richten ons op vermijdbare hinder. Als gevolg van de het vaststellen van de nota hebben de raden keuzes gemaakt. De beschikbare capaciteit is met 50% teruggebracht. De milieudienst geeft invulling aan de rol van secretaris van Portefeuillehouder overleg Schiphol (agenda en notulen overleg, annotaties bij agenda’s voor BRS, adviezen bij overige agendapunten, etc.). De strategische nota is vertaald naar concrete werkzaamheden in 2014. Onderstaand vindt u een overzicht van de taken en producten.
Uitvoering 2014 Gemeente
Uitvoering
Beverwijk
-
Portefeuillehouder overleg Schiphol.
Heemskerk
-
Bestuurlijke regie Schiphol: deelname aan
Uitgeest
overlegstructuren: BRS-bestuurlijk (4x/jaar)
Velsen
en BRS-ambtelijk (4x/jaar), Werkgroep
Castricum
hinderbeperkingen (8x/jaar). -
Informatieverstrekking aan raadsleden.
-
Ruimtelijke ordening: Indienen van zienswijzen vanuit de milieudienst en inbrengen standpunten gemeenten en ruimtelijke ordeningstrajecten (o.a. SMASH).
5.6 GPR Gebouw en GPR Stedenbouw Al een aantal jaren stellen wij het instrument GPR ter beschikking aan initiatiefnemers, architecten en projectontwikkelaars. Met dit instrument kan op eenvoudige wijze inzicht worden verkregen in de mate van duurzaamheid van een op te richten gebouw. De initiatiefnemer kan zelf keuzes maken waar hij het zwaartepunt wenst aan te brengen (materiaalkeuze, energieverbruik, toekomstwaarde, watergebruik etc.). Ook in 2014 zal het instrument GPR Gebouw en GPR Stedenbouw zo veel als mogelijk aan initiatiefnemers van nieuwbouw beschikbaar worden gesteld en informatie over duurzame technieken wordt met de initiatiefnemer of gemachtigde gecommuniceerd. Aandacht zal worden besteed aan de wijziging van het Bouwbesluit per januari 2015, waarbij de EPC wordt verlaagd van 0,6 naar 0,4 voor nieuwbouw van woningen.
69
Uitvoering 2014 Gemeente
Uitvoering
Alle
Inzet instrument duurzaam (GPR Gebouw en GPR Stedenbouw) bouwen bij plannen op basis van aanbod.
70
6. Milieubeleid: Duurzaamheid in transitie Er zijn een aantal doorlopende projecten op het gebied van duurzaamheid. Het betreft met name regionale uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, mobiliteit en luchtkwaliteit. Gezien de in hoofdstuk 2 geschetste ontwikkelingen zullen we meer accenten leggen op onderstaande ontwikkelingen en ons inspannen voor een werkwijze waarin deze veranderingen met veel inzet worden omgevormd en geborgd door: •
thema’s nog beter af te stemmen met onze klanten;
•
het duiden van politieke signalen en deze te vertalen naar adequate dienstverlening;
•
het opbouwen en/of versterken van netwerken met medespelers;
•
nieuwe invulling te geven aan en het afbakenen van onze rol richting burgers en bedrijven als de overheid gaandeweg terugtreedt;
•
werkprocessen verder te professionaliseren en meer integraal te opereren;
•
de aanpak van projecten: duurzaam, integraal en in samenwerking.
De kaders voor de transitie liggen onder meer in de duurzaamheidsprogramma’s van gemeenten en de speerpunten van de VNG. De reeds ingezette omslag die wordt verlangd van puur bureauwerk naar zaken doen buiten is onomkeerbaar. 6.1 Luchtkwaliteit 6.1.1 Visie luchtkwaliteit IJmond 2012-2016 In 2012 is door de gemeenteraden van de gemeente Beverwijk, Velsen, Heemskerk en Uitgeest de visie luchtkwaliteit vastgesteld. De visie is opgesteld in opdracht van het Platform Milieu en Gezondheid waar de wethouders Milieu en Gezondheid van de IJmondgemeenten in zijn vertegenwoordigd. Het platform wordt voorgezeten door de wethouder gezondheid van de gemeenten Velsen. De bestuurlijke ondersteuning van dit platform vindt plaats vanuit Milieudienst IJmond. De IJmond is een dynamisch gebied dat van groot belang is voor de regionale economie, echter door de vele activiteiten die er plaatsvinden is de IJmond tevens een zeer milieubelast gebied. In de huidige situatie levert dat al problemen op voor de leefbaarheid.
71
Er moet namelijk aan de Europese normen voor luchtkwaliteit worden voldaan en tot op heden worden in de IJmond de normen niet overal gehaald en staat de leefkwaliteit permanent onder druk, zeker ook de luchtkwaliteit. Diverse, noodzakelijke ontwikkelingen hebben als neveneffect dat ze schade aan de leefkwaliteit en gezondheid kunnen toebrengen. In de IJmond willen de gemeenten voor luchtkwaliteit deze balans laten doorslaan naar een verbetering van de luchtkwaliteit, onafhankelijk van te behalen normen. Het verbeteren van de gezondheid van mensen houdt niet op bij het behalen van de norm, ook luchtverontreiniging ‘onder de norm’ brengt schade aan de gezondheid toe. Het gaat om een verbetering van de luchtkwaliteit IJmond-breed in de periode nu tot en met 2016. Luchtverontreiniging bestaat uit een mengsel van stoffen. Op Europees niveau zijn in 2005 twee normen voor luchtkwaliteit vastgesteld: voor fijn stof (PM10) en voor stikstofdioxide (NO2). Uiteraard zijn er meer schadelijke stoffen in de lucht, zoals zware metalen, dioxines en PAK’s. Inmiddels zijn op Europees niveau normen voor PM2,5 in de maak en wijst onderzoek steeds vaker in de richting van ‘hoe kleiner het fijn stof, hoe schadelijker voor de gezondheid’. Ultrafijn stof is nu het onderwerp van onderzoek. De onschadelijk. Ondanks maatregelen is uit de NSL rapportages van het Rijk over 2010, 2011 en 2012 gebleken dat op een aantal plaatsen in de IJmond, in het bijzonder rondom het Noordzeekanaal en in Wijk aan Zee, de wettelijke normen voor fijn stof nog steeds wordt overschreden. Het ministerie van I&M monitort jaarlijks de voortgang van de uit te voeren maatregelen en het halen van de normen. De monitoring is een rekensystematiek. Einde 2010 heeft het ministerie de resultaten van de monitoring van het NSL gepresenteerd. De provincie heeft begin 2011 een regionale rapportage over de monitoring van het RSL Noordvleugel aan haar college aangeboden. Een constatering in beide rapportages is dat er in 2011 een probleem met fijn stof wordt verwacht in de IJmond. Het rijk geeft aan dat extra maatregelen nodig zijn. De provincie geeft aan samen met de betrokken partners aanvullende maatregelen te zoeken voor het fijn stof probleem in de IJmond.
72
In 2014 zal uitvoering worden gegeven aan het uitvoeringsplan.
Uitvoering 2014 In 2014 zullen ongeveer 10 bestuurlijke overleggen worden gepland van het Platform. Daarnaast zullen ongeveer 4 bestuurlijke overleggen plaatsvinden van het platform met de gedeputeerde milieu van de provincie Noord Holland. 1. Gebiedsgerichte aanpak – Milieudialoog In 2014 zal de milieudialoog worden vervolgd. In mei of juni zal een vierde milieudialoog worden gepland met alle deelnemende partijen. Uit de milieudialoog van 30 oktober 2013 vloeien een aantal te nemen maatregelen voort. Deze maatregelen worden bekostigd met nog te verdelen NSLgelden. Op moment van schrijven is nog niet inzichtelijk welke maatregelen dit zullen zijn. Wel zal dit enige capaciteit vragen in de uitvoering. Daarnaast zal in 2014 de milieudialoog worden voortgezet. Op dit moment is het nog niet duidelijk in welke mate en welke setting dit zal plaatsvinden. 2. Juridisch instrumentarium NIBM Een concept voorstel is opgesteld. Dit concept voorstel zal in 2014 verder worden uitgewerkt. Bestuurlijk is in 2013 besloten dit voorstel vooralsnog niet in te dienen bij I&M. 3. Duurzame woningbouw en duurzame bedrijventerreinen Zie onder andere de volgende paragrafen: -
Duurzaamheid handhaving 2.0
-
DE: duurzame energie bij particuliere huiseigenaren
-
Bestaande bouw: Duurzaamheidsleningen
-
5.6 GPR Gebouw en GPR Stedenbouw
-
Bestaande bouw: Samenwerking met woningcorporaties
4. Schone industrie Met de provincie Noord Holland zal in 2014 regulier afstemmingsoverleg gevoerd worden omtrent de vergunningverlening van Tata. In 2014 zal een actualisatie starten van de vergunning van Tata in verband met de nieuwe BREF’s. Tevens zal de vergunningverlening van bedrijven, waarbij luchtkwaliteit een rol speelt, nauwgezet worden gevolgd. Afhankelijk van de gevolgen voor de luchtkwaliteit zullen adviezen worden opgesteld die kunnen leiden tot het indienen van zienswijzen en beroepen. In 2014 zal de beroepszaak van de Werkhaven (Tata) voorkomen. Dit vergt juridische ondersteuning en
73
afstemming met de gemeente Beverwijk. Zie ook hoofdstuk 3. Uitvoering VTH-taken. 5. Gezondheidsmonitor Eind 2013 is de gezondheidsmonitor IJmond afgerond. Op moment van schrijven is het nog niet duidelijk wat hier eventueel uit voortvloeit in 2014. In de eerste instantie ligt de ambtelijke ondersteuning van het platform op gebied van gezondheid bij de gemeente Velsen.
6.1.2 Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Het NSL is een samenwerkingsprogramma van de Rijksoverheid en lokale overheden om de luchtkwaliteit te verbeteren ten behoeve van de volksgezondheid. Het NSL, dat van kracht is sinds 1 augustus 2009, bevat een pakket aan maatregelen waarmee overal in Nederland tijdig wordt voldaan aan de Europese grenswaarden. Meetnet IJmond Het bestaande, provinciale meetnet voor luchtkwaliteit in NoordHolland is in de IJmond verbeterd, mede door een financiële bijdrage van de IJmond-gemeenten. In januari 2011 is met de opening van een nieuw meetpunt een netwerk van meetpunten ontstaan dat een dekkend netwerk vormt om met name de uitstoot vanaf het Tata-terrein goed in beeld te brengen. Dit nieuwe meetnet voor de IJmond is sinds 2011 operationeel en jaarlijks zal een meetrapport verschijnen over de jaargemiddelde concentraties van de belangrijkste vervuilende stoffen in de lucht. Het meetnet is in beheer van de provincie Noord-Holland, de GGD stelt als onafhankelijke en daartoe gecertificeerde organisatie het meetrapport op. Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden van LNG ten behoeve van binnenvaart en vrachtverkeer27 Recent is een visie voor het Noordzeekanaalgebied 2040 door provincie en gemeenten gelegen aan het Noordzeekanaalgebied vastgesteld. De ambitie is om het Noordzeekanaalgebied zo te ontwikkelen dat wonen, werken en recreëren op een gezonde manier samen (blijven) gaan en dat de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam versterkt.
27
De subsidie voor dit project is aangevraagd, uitvoering geschiedt na een
naar verwachting positieve beschikking.
74
Een duurzame groei is dan ook gewenst. Het stimuleren en faciliteren voor schonere scheepvaart is daarbij belangrijk, aangezien dit tevens een bron is van NOx en fijn stofconcentratie afkomstig van de uitstoot door schepen die in/door het Noordzeekanaal varen. Naar 2040 toe zal het scheepvaartverkeer op het Noordzeekanaal gaan toenemen. De verwachting is dat LNG (Liquefied Natural Gas) als transitiebrandstof in de scheepvaart een belangrijke rol zal gaan spelen. Een voordeel van LNG is dat bij verbranding hiervan er nagenoeg geen schadelijke emissies zijn en dat de CO2 uitstoot per energie-inhoud lager is ten opzichte van bijvoorbeeld gasolie. Een bunkerplaats (tankplaats) in de IJmond voor zowel binnenvaart als vrachtverkeer zou naar de toekomst toe een belangrijke faciliteit zijn om de transitie naar de toepassing van LNG in het Noordzeekanaalgebied te versnellen. Om LNG te kunnen bunkeren zal aan externe veiligheidsaspecten moeten worden voldaan. Een goed gezoneerde en toegankelijke locatie is van belang. Met het voorgestelde onderzoek wordt beoogd om locaties voor een mogelijke bunkervoorziening in kaart te brengen en per locatie de EV en toegankelijkheidseisen uit te werken. Walstroom kade bedrijventerrein ‘De Grote Hout’28 In 2014 wordt de kade van het bedrijventerrein “De Grote Hout” gerenoveerd. De renovatie is een natuurlijk moment om voorbereidingsmaatregelen voor de toepassing van Walstroom voor de binnenvaart aan deze kade te gaan treffen. Door het gebruik van walstroom vermindert lokaal de uitstoot van NOx en fijnstof en wordt geluidsoverlast beperkt. Uit onderzoek naar de effecten van walstroom is gebleken dat de walstroomkasten in en vlakbij woonkernen een positief effect hebben op het woonklimaat. Voor de luchtkwaliteit kunnen de emissies van fijnstof bijna volledig worden vermeden door binnenvaartschepen gebruik te laten maken van walstroom. Het lokale effect is daarmee groot.
Uitvoering 2014 In 2014 zal een bestuurlijke keuze moeten worden gemaakt omtrent het actualiseren van de reken- en toetspunten in de NSLmonitoringstool. Als wordt ingestemd met een actualisatie zal
28
De subsidie voor dit project is aangevraagd, uitvoering geschiedt na een
naar
verwachting
positieve beschikking.
Gemeente Velsen neemt de
uitvoering op zich. De milieudienst is adviseur in dit project.
75
uiterlijk in het tweede kwartaal deze actualisatie moeten worden uitgevoerd in de monitoringstool. In 2014 zal door de Provincie Noord Holland een werkgroep worden geïnitieerd waarin het meetnet geëvalueerd gaat worden. Milieudienst IJmond zal participeren in deze werkgroep. Uitkomsten hiervan kunnen financiële gevolgen hebben voor de gemeenten in hun jaarlijkse bijdrage aan dit meetnet. Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden van LNG ten behoeve van binnenvaart en vrachtverkeer. Voorbereidingsmaatregelen voor de toepassing van Walstroom voor de binnenvaart aan ‘De Grote Hout’.
In de IJmond zijn er nog twee maatregelen af te ronden die onder het NSL vallen. Het betreft stimulering fietsgebruik (zie paragraaf 6.1.3 Programma IJmond Bereikbaar) en de reconstructie van de aansluiting A22-Beverwijk. Reconstructie aansluiting A22-Beverwijk De aansluiting A22-Beverwijk is één van de verkeersknelpunten in de IJmond waar de normen voor luchtkwaliteit onder spanning staan. Het Dagelijks Bestuur heeft een beroep gedaan op middelen vanuit het Nationaal Samenwerking Programma ter verbetering van de Luchtkwaliteit om maatregelen te treffen ter verbetering van de luchtkwaliteit op deze locatie. Op basis van dit programma is een doeluitkering van 3.1 miljoen euro toegekend. Deze middelen zijn bestemd voor maatregelen die een betere doorstroming van het verkeer van en naar Tata-steel, Beverwijk en de A22 bevorderen waardoor ook de luchtkwaliteit ter plaatse verbetert. Uitgangspunt is het ontvlechten van een aantal verkeersstromen en het verkorten van de wachttijden bij de verkeerslichten. Beide maatregelen zullen leiden tot minder files. Specifiek betreft het maatregelen aan zowel op- en afritten van de A22. In 2012 en 2013 heeft de milieudienst in samenwerking met de gemeenten Beverwijk en Velsen, Rijkswaterstaat en provincie Noord Holland voorbereidingen getroffen voor de uitvoering.
76
Uitvoering 2014 Naar verwachting zal in 2014 een overeenkomst tussen Rijkswaterstaat, provincie Noord-Holland, gemeenten Velsen en Beverwijk en Milieudienst IJmond worden gesloten om uitvoering te geven aan de maatregelen. In 2014 zal provincie Noord-Holland de wegwerkzaamheden aanbesteden.
6.1.3 Programma IJmond Bereikbaar In 2010 is de milieudienst samen met het georganiseerde bedrijfsleven en Tata Steel gestart met een mobiliteitsmanagementproject “IJmond Bereikbaar” goed op weg. Op basis van SLOK subsidies en NSL subsidies is in 2011 en 2012 een programma ontwikkeld. Het programma omvat een breed pakket aan mogelijkheden voor werkgevers om OV en fietsgebruik te stimuleren voor woonwerkverkeer. Daarnaast is in het kader van het programma een mobiliteitsvisie opgesteld voor de IJmond in samenwerking met provincie en Rijkswaterstaat. In 2014 zal een stevige inzet op dit programma worden gepleegd. IJmond Bereikbaar is een samenwerkingsverband tussen het georganiseerde bedrijfsleven en de wegbeheerders van de IJmondgemeenten (Velsen, Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest). Samen wordt hard gewerkt om de IJmond bereikbaar te houden, nu en in de toekomst. Een goede bereikbaarheid is van belang voor de economische ontwikkeling van de IJmond. IJmond Bereikbaar richt zich op het bereikbaar houden van de regio door: •
een gezamenlijke mobiliteitsvisie te ontwikkelen;
•
mobiliteitsmanagement woon-werkverkeer;
•
mobiliteitsmanagement goederenvervoer;
•
collectief verzamelen en beheren van informatie over wegwerkzaamheden;
•
afstemming over planning van wegwerkzaamheden;
•
gezamenlijke communicatie over werkzaamheden.
In 2014 werkt Milieudienst IJmond aan onderstaande onderdelen.
77
IJmond rijdt alternatief: Vergroening wagenpark van gemeentelijke organisaties29 Een auto die elektrisch rijdt, stoot geen luchtverontreinigende stoffen uit, zoals fijn stof en NOx. Als alle gemeentelijke organisaties in de IJmond de wagenparken vergroenen zal dit een positief regionaal effect hebben op de luchtkwaliteit. Hierdoor verbetert de lokale luchtkwaliteit en dat heeft positieve effecten op de gezondheid. In het kader van het programma “IJmond rijdt alternatief” is door gemeentelijke organisaties een start gemaakt met de vergroening van het wagenpark. Het imago en de voorbeeldfunctie van gemeenten zeker in de IJmond waar een breed programma ter verbetering van de luchtkwaliteit wordt uitgevoerd, is van groot belang. Om de vergroening van het totale wagenpark van de gemeentelijke organisaties te versnellen worden een beroep gedaan op de restsubsidie vanuit het NSL.
Uitvoering 2014 Vergroening wagenpark van gemeentelijke organisaties.
IJmond rijdt alternatief: Koop-sloop regeling e-scooters De luchtkwaliteit in de IJmond wordt negatief beïnvloed door de uitstoot van schadelijke stoffen door het gemotoriseerde verkeer, in het bijzonder door 2-taktverbrandingsmotoren van, vooral oudere, brommers en scooters, waarvoor geen wettelijke emissie-eisen gelden. Het onttrekken van deze brommers en scooters aan het binnenstedelijk verkeer kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de luchtkwaliteit. Met dit project worden bezitters van deze voertuigen gestimuleerd deze ter demontage aan te bieden en (al dan niet) een emissie loze elektrische brommer/scooter aan te schaffen door een financiële tegemoetkoming van de gemeente.
Uitvoering 2014 Koop-sloop regeling e-scooters organisaties.
29
De subsidie voor dit project is aangevraagd, uitvoering geschiedt na een
naar verwachting positieve beschikking.
78
Regionale Mobiliteitsvisie IJmond In opdracht van de vier IJmondgemeenten coördineert de milieudienst het opstellen van een Regionale Mobiliteitsvisie. Wethouder Ronald Vennik van Velsen is de voorzitter van de Stuurgroep Wegbeheerders, de formele opdrachtgever van de visie. Samen met de vier gemeenten, Kamer van Koophandel Amsterdam, Rijkswaterstaat en provincie, zijn de knelpunten op het wegennet in kaart gebracht (op de korte termijn met een doorkijk tot 2030). De IJmondgemeenten hebben de ambitie om met name fietsgebruik en OV te stimuleren. De ideeën van de gemeenten zijn met verschillende belanghebbenden afgestemd; Connexxion, Prorail, buurgemeenten, vervoerders, verladers, belangenverenigingen, etc. Naar verwachting wordt de visie in januari van 2014 vastgesteld in de gemeenteraden.
Uitvoering 2014 In 2014 zal de milieudienst de uitvoering van de visie coördineren. De werkzaamheden zullen bestaan uit het voeren van het secretariaat, projectleiding van de ambtelijke werkgroep en het begeleiden en ondersteunen van de stuurgroep Wegbeheerders. Samen met de gemeenten wordt een uitvoeringsprogramma en een financieringsvoorstel voor de projecten en maatregelen uit de visie opgesteld.
Mobiliteitsmanagement bij bedrijven Shuttlediensten Diverse bedrijventerreinen zijn per openbaar vervoer niet of moeilijk bereikbaar. Als aanvulling op het bestaande openbaar vervoer is de ambitie in de IJmond om naar de bedrijventerreinen vraaggerichte shuttlediensten realiseren. Door een pilotfase van 1 jaar in te stellen is het mogelijk dat werkgevers en werknemers tegen gereduceerde kosten ervaring opdoen met de IJmond Shuttle. Uitgangspunt is dat deelnemende bedrijven, na afloop van de pilotperiode, de kosten voor inzet van de shuttle overnemen. Het uitvoeren van mobiliteit scans heeft een positieve invloed op de bewustwording van MKB bedrijven en leidt tot de invoering van een groot aantal maatregelen ter reducering van het aantal autokilometers en toepassing van alternatieve brandstoffen. Aangezien bij het wegverkeer de personenauto een zeer belangrijke
79
bron is van luchtverontreinigende emissies, zal bij het behalen van de doelstelling het effect voor de luchtkwaliteit lokaal groot zijn.
Uitvoering 2014 Uitvoeren pilot shuttlediensten
Mobiliteitscans30 In de afgelopen twee jaar heeft het programma IJmond Bereikbaar zich onder meer gericht zich op individuele bedrijven die op basis van een scan inzicht krijgen in de mobiliteit van een advies worden voorzien hoe ze de mobiliteit van hun werknemers zo goed en duurzaam mogelijk kunnen managen. Vervolgens wordt het advies geïmplementeerd door middel van verschillende diensten die de werkgevers worden aangeboden in de vorm van OV en fietsgebruik. Daarnaast wordt maatwerkadvies geleverd in de vorm van dienstenpakketten die duurzame bereikbaarheid en het OV verder stimuleren.
Uitvoering 2014 Uitvoeren van mobiliteitscans bij bedrijven.
Puntensysteem en mobiliteitslabel voor bedrijven op het gebied van duurzame mobiliteit31 Een mobiliteitslabel heeft een positieve invloed op de bewustwording van MKB bedrijven en leidt tot besef om de prestatie te willen verbeteren en of te behouden. Om bedrijven te stimuleren schoner vervoer toe passen is recent een pilot gestart om te kijken of op basis van uitgevoerde scans bij bedrijven een mobiliteitslabel kan worden uitgereikt. Evenals bijvoorbeeld bij energiezuinige elektrische apparaten kan een A tot en met F label ook voor bedrijven worden uitgewerkt waar het gaat om het treffen van duurzame mobiliteitsmaatregelen.
30
De subsidie voor dit project is aangevraagd, uitvoering geschiedt na een
naar verwachting positieve beschikking. 31
De subsidie voor dit project is aangevraagd, uitvoering geschiedt na een
naar verwachting positieve beschikking.
80
Een dergelijk pilot label kan ook landelijk verder worden uitgerold en kan als hulpmiddel dienen bij een verdere implementatie van mobiliteitsmanagement bij bedrijven. Vanuit bedrijfsleven wordt het initiatief positief ontvangen.
Uitvoering 2014 Opzetten en uitrollen van een puntensysteem en mobiliteitslabel voor bedrijven op het gebied van duurzame mobiliteit.
Stimuleren van het fietsgebruik en het verbeteren van fietsinfrastructuur Alle gemeenten in de IJmond werken aan het stimuleren van het fietsgebruik en het verbeteren van de fietsinfrastructuur. Ook hiervoor geldt dat doorgaand fietsverkeer zich niets aantrekt van gemeentegrenzen. In dat kader zijn door Milieudienst IJmond in overleg met de specialisten op het gebied van verkeer en vervoer van de IJmond gemeenten een aantal maatregelen uitgewerkt. Deze maatregelen zijn opgenomen in de hier bovengenoemde Regionale mobiliteitsvisie. Fietspont Alle betrokken overheden in de regio (gemeenten Velsen, Beverwijk, Heemskerk, Zuid-Kennemerland, provincie) zien de veerpont als belangrijke schakel in het hoofdfietsnetwerk. De lage frequentie wordt als knelpunt gezien voor de fietsers. Hierdoor is de veerpont de zwakke schakel in het hoofdfietsnetwerk. Geopperd wordt dat het relatief hoge autogebruik voor korte afstanden in de IJmond te maken heeft met de kwaliteit van de veerverbinding in combinatie met het ontbreken van een goede alternatieve route.
Uitvoering 2014 In de Regionale mobiliteitsvisie zijn maatregelen opgenomen om het fietsgebruik in de IJmond te stimuleren. Fietspont: Er wordt ingezet op een extra veerpont voor fietsers op werkdagen tussen 06.00 en 19.00u.
81
Maatregel Beter Benutten Een gezamenlijke aanvraag van de Stichting IJmond Bereikbaar, de IJmondgemeenten en de milieudienst heeft een subsidie van ruim €1,7 miljoen opgeleverd van het ministerie van I&M. Dit geld cofinanciert een aantal projecten in de IJmond, zoals een aantal doorstromingsmaatregelen voor het autoverkeer en de uitbreiding van het aantal OV-fietsuitgiftepunten. Milieudienst IJmond is door de provincie aangewezen als coördinator van de projecten en is eindverantwoordelijk voor de verantwoording van de subsidie. Eén van de projecten die met de Beter Benutten gelden wordt gerealiseerd is gebiedsgericht benutten IJmond (GGB). Milieudienst en IJmondgemeenten, Rijkswaterstaat en Provincie zijn in 2013 gestart met GGB IJmond. We willen binnen 5 jaar verkeersprojecten in de IJmond realiseren waardoor de bestaande wegcapaciteit beter wordt benut, de doorstroming van het verkeer verbetert en de milieugevolgen van het verkeer verminderen. In 2013 is de GGB rapportage bestuurlijk goedgekeurd. Eveneens in 2013 zijn de eerste regelscenario’s in het Regionaal Tactisch Team verkeerskundig goedgekeurd.
Uitvoering 2014 Gezien de omvang van het project GGB en de beschikbare middelen beslaat de eerste fase van de uitvoering GGB IJmond de A9, de A22, de N197 en de N208. Omdat het project deels wordt gefinancierd uit de 3e tranche NSL gelden moet in 2014 zijn gestart met het uitvoeren van de maatregelen. Wellicht kan in 2014 ook voor de overige wegen gestart worden met het opstellen van de regelscenario’s. Uitvoering van de overige projecten binnen de Maatregel Beter Benutten verloopt volgens planning.
Renovatie Velsertunnel Rijkswaterstaat heeft het voornemen om in 2015 en 2016 de Velsertunnel voor langere tijd gedeeltelijk af te sluiten in 2015 en volledig af te sluiten in 2016 voor groot onderhoud. In de aanloop naar deze renovatie is IJmond Bereikbaar een belangrijke gesprekspartner van Rijkswaterstaat.
82
Uitvoering 2014 In 2014 volgen wij de ontwikkelingen rondom de renovatie op de voet vanuit onze rol binnen het Programma IJmond Bereikbaar met als insteek het realiseren van alternatieven (op het gebied van infrastructuur en mobiliteitsmanagement) tijdens de renovatie, die ook in de toekomst stand houden.
6.2 Duurzaamheidsprogramma’s In 2020 moet 14% van ons energieverbruik duurzaam zijn opgewekt. Duurzame energie is beter voor het milieu dan fossiele energie en het maakt Nederland minder afhankelijk van landen die olie en gas produceren. De Rijksoverheid stimuleert daarom de duurzame productie van elektriciteit en gas. Voor de lange termijn wordt gewerkt aan een duurzame energiehuishouding, de zogeheten energietransitie. Ook de IJmond gemeenten hebben in hun beleidsplannen inspanningen op het gebied van duurzame ontwikkeling geformuleerd. De beleidsperiode van een aantal milieubeleidsplannen is afgelopen en dat betekent dat in 2014 in samenwerking met verschillende gemeenteraden nieuwe milieubeleidsplannen worden gemaakt.
Uitvoering 2014 In 2014 worden voor de gemeenten Beverwijk en Velsen nieuwe milieubeleidsplannen opgestart. In 2014 wordt het Milieubeleidsplan Noordwijkerhout afgerond.
Route du Soleil Milieudienst IJmond heeft de grote belangstelling voor zonneenergie onder deze doelgroepen erkend en wil hen op weghelpen bij de aanschaf van zonnepanelen. In 2012 is op initiatief van Milieudienst IJmond Route du Soleil opgericht. Route du Soleil is een middel om te komen tot versnelling van de overgang naar zonneenergie. Gezien het grote aanbod van goede zonnepanelen in de markt is er medio 2013 voor gekozen om het eigen aanbod te laten vervallen. De samenwerking met marktpartijen blijft voor het realiseren van onze doelstellingen belangrijk en wordt naar de toekomst toe steeds
83
belangrijker. Dit heeft met name te maken met de landelijke beleidsontwikkelingen rondom duurzame energie. Zo heeft het Energieakkoord veel impact op de rol van de lokale overheid. In 2014 werkt Route du Soleil deze nieuwe rol voor de lokale overheden verder uit en brengt ze de consequenties hiervan in kaart. Route du Soleil zal de gemeenten hierover actief informeren. 1. Stimuleren van zonnepanelen voor inwoners Route du Soleil wil goed zichtbaar blijven bij de gemeenten. Daarom organiseren we voorlichtingsbijeenkomsten met een belangrijk verschil: we nodigen marktpartijen waar we vertrouwen in hebben uit om zich te presenteren. Ook bieden we een podium aan samenwerkingsverbanden, zoals Noord Holland Zon. Geïnteresseerden in zonnepanelen vinden bij ons antwoord op de vraag: waar moet ik op letten als ik zonnepanelen wil plaatsen. Niet iedereen heeft voldoende dak om aan zijn eigen energievraag te voorzien. Door maatregelen in het energie akkoord wordt het straks ook aantrekkelijk om te investeren in zonnepanelen op een dak van een ander. Een andere variant is het project KUBUS. Voor bijvoorbeeld een school kunnen omwonenden of ouders van de kinderen investeren in zonnepanelen en deze investering met een kleine winst weer terug krijgen na verloop van tijd. Dit succesvolle project is gekopieerd uit Amersfoort.
Uitvoering 2014 Haarlem Beverwijk
-
Website van route du Soleil blijft
Heemskerk
goed gelinkt met de
Uitgeest
mogelijkheden en ambities van de
Velsen Waterland
gemeente zelf. -
voorlichtingsbijeenkomst voor de
Wormerland
gemeenten Oostzaan,
Oostzaan
Wormerland, Zeevang en
Landsmeer
Landsmeer. Daarnaast
Zeevang
verwachten we nog circa 3
Edam-Volendam
voorlichtingsbijeenkomsten bij de
Haarlemmerliede en Spaarnwoude Zandvoort
We organiseren een
andere gemeenten te organiseren. -
We sluiten aan en ondersteunen
84
Heemstede
bij lokale evenementen op het
Bloemendaal
gebied van zonne-energie.
Noordwijkerhout
-
Na instemming van een gemeente wordt het voorstel besproken met schoolbesturen.
-
Daarna worden samenwerkingsverbanden geïnteresseerd voor het project.
-
In het eerste kwartaal van 2014 is bekend of deze aanpak succesvol is of dat we ermee stoppen.
-
Mocht het succesvol zijn dan wordt KUBUS ook bij de andere dan Waterland gemeenten onder de aandacht gebracht.
2. Het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen De mogelijkheden voor zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen worden geïnventariseerd voor gemeenten die dat nog niet hebben in kaart gebracht. Voor deze gemeente wordt een plan van aanpak opgesteld.
Uitvoering 2014 Haarlem
-
De eerste stap is om bij de gemeente te polsen of er naast de ambitie ook middelen beschikbaar zijn. Hiervoor zal er zowel bestuurlijk als ambtelijk afstemming plaatsvinden.
-
De gemeenten Wormerland,
Beverwijk
Zeevang, Oostzaan en Landsmeer
Heemskerk
hebben al gemeentelijke
Uitgeest
gebouwen en school gebouwen
Velsen
aangewezen waar we mee aan de
Waterland
slag gaan.
Wormerland
-
en Heemskerk hebben de
Oostzaan
gebouwen al goed in kaart
Landsmeer Zeevang Edam-Volendam Haarlemmerliede en
De gemeenten Beverwijk, Velsen
gebracht. -
Voor de gemeenten waarbij de uitkomst positief is, wordt een
85
Spaarnwoude Zandvoort
plan van aanpak opgesteld. -
Deze gemeenten worden ook
Heemstede
geïnformeerd over de mogelijke
Bloemendaal
financieringsconstructies.
Noordwijkerhout
-
Indien wenselijk ondersteunen we de gemeente bij de aanvraag van offertes.
3. De participatie van SVn Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) geeft duurzaamheidsleningen (leningen voor zonnepanelen) af met geld dat gemeenten ter beschikking hebben gesteld en in een fonds hebben gestopt. De duurzaamheidslening maakt het voor particuliere eigenaren mogelijk om tegen aantrekkelijke voorwaarden en een lage rente geld te lenen voor het treffen van energiebesparende maatregelen in en aan de eigen woning. De gemeenten Haarlem, Wormerland en Beverwijk hebben een duurzaamheidslening. Beverwijk is gestart medio 2013. In Velsen is de regeling opgenomen in de Perspectiefnota en wordt procedureel voorbereid. Ook Bloemendaal en Oostzaan hebben interesse getoond. Vooralsnog gaan we met bovenstaande gemeenten aan de slag voor de voorbereiding en bij de implementatie van de regeling. Ook hier kan onze rol per gemeente verschillen. Route du Soleil sluit niet uit dat dit aantal gemeenten zal uitbreiden in de loop van 2014. 4. Doelgroep bedrijven We ondersteunen geïnteresseerde bedrijven in zonnepanelen door vragen te beantwoorden, presentaties te verzorgen op bijeenkomsten van bedrijfsverenigingen, door bedrijfsbezoeken e.d. Het toepassen van duurzame energie is volgens de milieuwetgeving niet meer geheel vrijblijvend. Daarom werken we nauw samen met de handhavers van het team milieubeheer. Om open en constructief met bedrijven te kunnen blijven communiceren, blijft het stimulerende spoor wel het belangrijkste.
Uitvoering 2014 Haarlem
1 juni 2013 is een plan vastgesteld om de
Beverwijk
communicatie en ondersteuning verder te
Heemskerk
organiseren. Daarnaast wordt in het
86
Uitgeest
tweede kwartaal een aantal bedrijven
Velsen
gezocht waar we een pilot mee kunnen
Waterland
gaan draaien.
Wormerland Oostzaan Landsmeer Zeevang Edam-Volendam Haarlemmerliede en Spaarnwoude Zandvoort Heemstede Bloemendaal Noordwijkerhout
DE: duurzame energie bij particuliere huiseigenaren In 2013 is, door Provincie Noord-Holland aan Milieudienst IJmond, voor de gemeenten de subsidie voor DE (duurzame energie) toegekend. Gemeenten dienen deze subsidie in te zetten voor het stimuleren van burgers met een eigen woning om energiebesparende of duurzame energie maatregelen te treffen. Het beoogd effect van deze subsidie is een toename van energiebesparende en duurzame energiemaatregelen, een afname van het energieverbruik, een toename van de productie van schone energie en het creëren van extra werkgelegenheid. In 2014 en 2015 wordt het project duurzaam wonen in Kennemerland en Waterland opgestart. Particuliere woningbezitters kunnen dan subsidie aanvragen voor het treffen van woningisolerende maatregelen. In het voorjaar van 2014 wordt een campagne gelanceerd en een lijst met maatregelen gepubliceerd.
Uitvoering 2014 In 2014 wordt ingezet op DE- subsidie voor woningisolatie.
Bestaande bouw: Duurzaamheidsleningen In diverse gemeenten wordt gekeken naar de mogelijkheden om duurzaamheidsleningen te verstrekken aan particulieren. Deze leningen zouden moeten worden ingezet om duurzame maatregelen aan de eigen woning te bevorderen. Deze lening is gekoppeld aan
87
een Verordening met voorwaarden. Nog onduidelijk is hoe de aangekondigde de landelijke duurzaamheidslening eruit gaat zien. Zodra daarover meer bekend is wordt nagegaan of en hoe daar lokaal op kan worden aangesloten.
Uitvoering 2014 Mogelijkheden verkennen voor duurzaamheidsleningen voor bestaande woningen
Bestaande bouw: Samenwerking met woningcorporaties In 2012 en 2013 zijn er diverse bijeenkomsten geweest met woningcorporaties en gemeenten in het kader van samenwerking en kennisdeling. Met deze resultaten wordt in 2014 de dialoog met woningcorporaties en gemeenten voortgezet. De samenwerking met de woningcorporaties in de regio is van cruciaal belang. Op gebied van Volkshuisvesting is dit reeds een jarenlange traditie. De noodzaak tot samenwerking met betrekking tot duurzaam en energiezuinig bouwen heeft het afgelopen jaar concreet vorm gekregen. Mede door voortdurend toenemende energielasten die onevenredig drukken op de woonlasten voor de huurders is de kwaliteit van de huurwoningen nadrukkelijk op de agenda gekomen. In 2013 zijn in samenwerking twee projecten (over woningisolatie en zonnepanelen op huurwoningen) door de woningcorporaties in uitvoering genomen. De samenwerking met de woningcorporaties biedt een opstap om, parallel hieraan, ook de particuliere sector mee te nemen. Zo wordt een brede alliantie voor deze aanpak gecreëerd. De Milieudienst wil hierin het initiatief nemen en vooral een faciliterende rol vervullen. Per 1 januari 2014 gaat de waardering van het energielabel gelden voor alle zelfstandige woningen. In dit jaar moeten ook de kleinere utiliteitsgebouwen (vanaf 500 m2) worden voorzien van een energielabel.
Uitvoering 2014 Faciliteren samenwerking met woningcorporaties ten behoeve van energiebesparing bij bestaande bouw
88
6.3 Gemeentelijke klimaat- en duurzaamheidsprogramma’s Duurzame bedrijvendag In het voorjaar van 2014 wordt een duurzame bedrijvendag in samenwerking met het regionale bedrijfsleven georganiseerd. Doel is om bedrijven en technisch onderwijs met elkaar in te contact te brengen met als thema ‘innovatie en samenwerking met het onderwijs’.
Uitvoering 2014 Organiseren duurzame bedrijvendag.
Duurzaamheidsprijs Bedrijven die koploper zijn op het gebied van energiebesparing komen in aanmerking voor de jaarlijkse duurzaamheidsprijs. Gedurende 2014 kunnen bedrijven zich nomineren en eind 2014 vindt de uitreiking plaats.
Uitvoering 2014 Organiseren jaarlijkse uitreiking duurzaamheidsprijs.
Velsen: Stad van zon, zee en wind In 2011 is in de gemeente Velsen een start gemaakt met het verder concretiseren van de ambities op dit gebied. De ambities zijn vastgelegd in een klimaatprogramma “Velsen, Stad van zon, zee en wind”. Het programma is in december 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. In 2014 wordt een verdere uitvoering aan dit programma gegeven.
Uitvoering 2014 Uitvoering van het klimaatprogramma “Velsen, Stad van zon, zee en wind”.
Strategische Agenda Velsen In deze agenda zijn vier strategische prioriteiten geformuleerd. Deze vier strategische prioriteiten zijn voor Velsen leidend als het
89
gaat om uitvoering en beleidskeuzes. De vier strategische prioriteiten zijn:
IJmond innovatieve regio
Interessant IJmuiden
Er zit energie in Velsen
Avontuurlijk kust en groen
Met name de laatste twee zijn voor de milieudienst belangrijk. De milieudienst heeft in overleg met Economische Zaken en Toerisme van gemeente Velsen een concreet project geformuleerd. Voor stranden en strandpaviljoens zijn er allerlei milieukwaliteitskeurmerken te verdienen. De blauwe vlag, QualityCoast en Green Key zijn de belangrijkste. Het in 2014 uit te voeren project richt zich op de laatste. Green Key is een bekend internationaal keurmerk voor duurzame bedrijven in de recreatie- en vrijetijdsbranche. Ondernemers zijn zelf verantwoordelijk voor het behalen van de Green Key. Via een website moet allerlei informatie worden verzameld en ingevuld. De praktijk leert dat de ondernemers hier moeite mee hebben. Het project dat zal worden uitgevoerd helpt de ondernemers, zogenaamde compliance assistance. Ondernemers op het strand worden gecontroleerd op de vigerende milieuregelgeving en tegelijkertijd wordt geassisteerd bij het verzamelen en invullen van de Green Key website. Gemeente Velsen wordt de eerste gemeente waar dit project wordt uitgevoerd. Indien het project succesvol is wordt beoordeeld of het zinvol is het project ook aan te bieden in de gemeenten Heemskerk, Bloemendaal en Zandvoort.
Uitvoering 2014 Uitvoering van het Project Green Key.
Heemskerk energieneutraal In de gemeente Heemskerk heeft het college de inventarisatie om energie neutrale organisatie te worden vastgesteld. Vanaf 2013 zijn een aantal genoemde maatregelen uitgevoerd waaronder zonnepanelen op nieuwe gemeentelijke gebouwen. Verder zal vooral ingezet worden op energiebesparing in gemeentelijke organisatie, waaronder openbare verlichting. De milieudienst begeleidt het
90
interne proces in de gemeente. De afdelingen waar de besparing kan worden gerealiseerd voeren dit zelf uit.
Uitvoering 2014 Ondersteuning Heemskerk energieneutraal.
GreenBiz Beverwijk Vanuit het bedrijfsleven is er vraag naar ondersteuning van de milieudienst bij het opzetten van projecten op het gebied van duurzame ontwikkeling. In 2014 zal de Milieudienst de vragen en initiatieven op dit gebied waar mogelijk faciliteren en ondersteunen. De rol van de milieudienst is de samenwerking te stimuleren, de bedrijven dienen zelf de projecten uit te voeren. Op de website van GreenBiz Beverwijk (www.greenbizbeverwijk.nl) staan initiatieven en verslagen van bijeenkomsten. Pilot gezamenlijk afvalmanagement en inzameling afvalstoffen32 Ondernemers gevestigd op het industrieterrein Kagerweg Oost hebben de handen in één geslagen en een ambitie geformuleerd om het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland te worden. Een van de initiatieven is om als ondernemers gezamenlijk te komen tot afvalmanagement. Dit alles rondom het thema ‘afval is grondstof’. Daarnaast wordt een initiatief uitgewerkt om te komen tot één afvalinzamelaar voor het totale terrein waardoor het aantal afval gerelateerde vervoersbewegingen met ruim 30% kan worden verminderd. NSL-middelen worden gebruikt om het systeem op te zetten en verder te optimaliseren. Vergroening van het wagenpark33 Naast de ambitie om te komen tot gezamenlijke afvalinzameling hebben de GreenBiz ondernemers ook een ambitie geformuleerd op het gebied van automobiliteit. Veel ondernemers hebben gebruik gemaakt van de MKB vouchers van Agentschap NL om inzicht te krijgen in de wijze van mobiliteit en milieubelasting. Het wagenpark van deelnemers aan de GreenBiz bestaat voor een zeer groot deel uit het segment transporters en caddy’s. Een impuls ter stimulering
32
De subsidie voor dit project is aangevraagd, uitvoering geschiedt na een
naar verwachting positieve beschikking. 33
De subsidie voor dit project is aangevraagd, uitvoering geschiedt na een
naar verwachting positieve beschikking.
91
van de ambitie om het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland te worden en de aanschaf van schone voertuigen in het hiervoor genoemde segment mogelijk te maken draagt bij aan een versnelling van de ambitie en dient als voorbeeld voor andere bedrijfsterreinen in de IJmond om te komen tot vergelijkbare initiatieven.
Uitvoering 2014 Met GreenBiz Beverwijk wordt samenwerking op het gebied van duurzame ontwikkeling gestimuleerd en volgt een verdere uitrol naar de regio. Uitgangspunt hierbij is dat het initiatief door de bedrijven zelf wordt genomen. Pilot gezamenlijk afvalmanagement en inzameling afvalstoffen. Vergroening van het wagenpark.
92
7 Natuur en Milieu – educatie (NME) Jaarlijks ontvangt de milieudienst voor de IJmondgemeenten een provinciale bijdrage voor het stimuleren van natuur- en milieueducatie. In 2014 worden op basis van deze subsidie de volgende taken uitgevoerd:
stimuleren samenwerking NME–organisaties
uitbreiden en onderhouden de regionale NME wijzer
kwaliteitsbewaking van de website van de gezamenlijke NME– organisaties
vraag en aanbod NME - organisaties op elkaar afstemmen.
Uitvoering 2014 -
Uitleen leskisten
-
Organiseren lesprogramma’s voor scholen
-
Organiseren maandelijkse activiteiten op Dierendorp
-
Onderhouden contacten vrijwilligers
-
Organiseren Boomfeestdag 2014
-
Lesprogramma over zonne-energie aanbieden
-
Nacht van de Nacht organiseren
-
Aanbieden maatschappelijke stage voor leerlingen voortgezet onderwijs
-
Bijhouden website www.nmewijzer.nl
-
Uitgeven nieuwsbrief voor NME centra steunpunt
-
Opzetten vergaderingen met platform NME IJmond en NME centra in Zuid-Kennemerland
-
Opzetten nieuw project met een nader in te vullen thema
Bemensing De Baak in Beverwijk Met de gemeente Beverwijk is een overeenkomst afgesloten voor het bemensen van het NME centrum de Baak. In 2014 wordt dit gecontinueerd. Hiertoe wordt een apart werkprogramma 2014 opgesteld. Bemensing Dierendorp in Heemskerk Met de gemeente Heemskerk is een overeenkomst afgesloten voor het bemensen van het NME centrum Dierendorp. In 2014 wordt dit gecontinueerd. Hiertoe wordt een werkprogramma 2014 opgesteld.
93