Schoolplan 2011 - 2015
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Inhoudsopgave 0 Voorwoord
5
1 Inleiding
6
1.1 Zakelijke gegevens 1.1.1 Gegevens school 1.1.2 Gegevens Bestuur 1.1.3 De leerlingen 1.1.4 Het personeel 1.2 Identiteit 1.3 Missie 1.4 Onderwijskundig profiel 1.5 Inhoud schoolplan
6 6 6 7 8 8 8 9 9
2 Aanbod Onderwijs, Zorg en Opvang
10
2.1 Inleiding 2.2 Onderwijsvisie & uitgangspunten 2.2.1 Uitgangspunten 2.2.2 Onderwijsvisie 2.3 Leerstofaanbod 2.3.1 Overzicht leermiddelen en toetsen 2.3.2 Afspraken methodegebruik 2.3.3 Levensbeschouwing 2.3.4 Onderwijsaanbod groep 1-2 2.3.5 Engels 2.3.6 Bewegingsonderwijs 2.4 Overig onderwijsaanbod 2.4.1 Ondernemend leren 2.4.2 Cultuureducatie 2.4.3 Natuur- en milieueducatie 2.4.4 Actief burgerschap en sociale integratie 2.4.5 Buitenschools onderwijsaanbod 2.5 Aanpak & werkwijze 2.6 Leerstofplanning 2.7 Zorgstructuur 2.7.1 Visie op zorg 2.7.2 Continuüm van zorg 2.7.3 Handelen binnen het continuüm van zorg 2.7.4 Bovenschoolse hulp 2.7.5 Leerlinggebonden financiering 2.8 Componenten zorgstructuur 2.8.1 Schoolbeleid 2.8.2 Leerlingvolgsysteem 2.8.3 Rapportage aan de ouders 2.8.4 Leerlingenoverleg 2.8.5 Coördinatie leerlingenzorg 2.9 Brede School 2.9.1 Inleiding 2.9.2 Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE) of Voorschool 2.9.3 Tussenschoolse Opvang 2.9.4 Voor- en naschoolse opvang 2.9.5 Verlengde schooldag
3 Beleidsvoornemens Onderwijs, Zorg en Opvang 3.1 Inleiding 3.2 Evaluatie beleidsontwikkeling
10 10 10 12 13 13 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 18 18 20 21 21 23 24 25 26 26 26 26 27 27 28 29 29 29 29 29 29
30 30 30
1
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.3 Kwaliteitsonderzoek Inspectie 3.4 Onderwijsresultaten 3.4.1 Overzicht uitkomsten LVS 3.4.2 Overzicht resultaten CITO-eindtoets 3.4.3 Uitstroomcijfers groep 8 3.5 Externe analyse 3.5.1 Beleid Rijksoverheid 3.5.2 Beleid Lokale overheid 3.5.3 Beleid Bestuur 3.6 Overzicht actiepunten 2007-2011 3.7 Planningsschema Onderwijskundig beleid 2011 – 2015 3.8 Uitwerking onderwijskundige beleidsvoornemens 3.8.1 Daltonscholing 3.8.2 Woordenschat 3.8.3 ICT 3.8.4 Expressie 3.8.5 Topondernemers 3.8.6 Natuuronderwijs 3.8.7 Burgerschapsvorming 3.8.8 Ondernemend leren 3.8.9 Taalbeleidsplan 3.9 Evaluatie Zorgbeleid 2007-2011 3.9.1 Evaluatie schoolplan 3.9.2 Schooldiagnose 3.10 Externe analyse 3.10.1 Beleid rijksoverheid 3.10.2 Beleid Bestuur 3.11 Overzicht beleidsvoornemens zorg 3.12 Uitwerking beleidsvoornemens zorg 3.12.1 Ontwikkeling zorgstructuur 3.12.2 Handelingsgericht werken (HGW) 3.13 Evaluatie opvangbeleid / Brede School 2007-2011 3.14 Externe analyse/beleid bestuur 3.15 Beleidsvoornemens
4 Integraal Personeelsbeleid
30 30 30 31 31 32 32 32 33 34 35 36 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 45 45 45 45 45 46 47 47 49 50 50 50
51
4.1 Inleiding 4.2 Formatiebeleid 4.2.1 Meerjaren-formatiebeleid 4.2.2 Besteding formatiebudget 4.2.3 Interne procedure 4.2.4 Mobiliteit 4.3 Werving en selectie 4.3.1 Functies en functiemix 4.3.2 Procedure 4.3.3 Begeleiding nieuw personeel 4.4 Arbeidsomstandighedenbeleid (ARBO) 4.4.1 Doelen 4.4.2 Verzuimbeleid 4.4.3 Veiligheid 4.4.4 Taakbeleid 4.4.5 Risico-inventarisatie en beleidsevaluatie 4.4.6 Evaluatie ARBO-beleid 2007-2011 4.5 Competentiemanagement 4.5.1 Bekwaamheidseisen 4.5.2 Opzet competentiemanagement 4.5.3 Gesprekkencyclus 4.5.4 Bekwaamheidsdossier 4.5.5 Evaluatie competentiemanagement 4.5.6 Competentiemanagement directeuren 2
51 51 51 52 52 52 52 52 53 53 53 53 53 53 54 55 57 57 57 57 57 59 59 59
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
4.6 Scholing 4.6.1 Inleiding 4.6.2 Uitgangspunten 4.6.3 Nascholingsplan 4.6.4 Uitgangspunten en criteria voor de keuze van nascholing 4.6.5 Vergoeding van kosten en overige faciliteiten 4.6.6 Evaluatie nascholing 4.7 Begeleiding 4.8 Taakdifferentiatie 4.9 Beleid rijksoverheid 4.10 Bestuurlijk beleid 4.11 Actiepunten 4.12 Beleidsvoornemens Integraal Personeelsbeleid
5 Kwaliteitszorg
60 60 60 60 60 61 61 61 61 61 62 63 64
65
5.1 Inleiding 5.2 Uitgangspunten 5.3 Taakverdeling kwaliteitszorg 5.4 Samenhangende acties 5.4.1 Proceduremiddelen 5.4.2 Onderzoeksmiddelen 5.4.3 Overlegstructuur 5.4.4 Verbeterinstrumenten 5.5 Beleid overheid 5.6 Beleid Bestuur 5.7 Evaluatie Kwaliteitszorgbeleid 5.8 Beleidsvoornemens Kwaliteitszorg
65 66 67 67 67 67 68 70 70 71 71 72
6 Regelingen
73
6.1 Verantwoording 6.2 Klachtenregeling 6.3 Noodprocedure 6.4 Managementstatuut 6.5 Regels voor toelating, schorsing, verwijdering en vermissing 6.5.1 Toelating 6.5.2 Schorsing en verwijdering 6.5.3. Vermissing
3
73 73 73 73 73 73 73 74
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Overzicht bijlagen Bijlage 1: Plattegrond schoolgebouw Bijlage 2: Cultuurplan Bijlage 3: Zorgplan 2010 e.v. Bijlage 4: Memo ASKO d.d. 29 april 2011 Bijlage 5: Minimumstandaard II Bijlage 6: Kader Brede School Bijlage 7: Preambule Kader brede School Bijlage 8: Offerte Daltoncertificering en invoering Daltonwerkwijzen en Daltonprofilering Bijlage 9: Voorwaarden om door te stromen naar een LB-functie Bijlage 10: Sollicitatieformulier LB Bijlage 11: Ziekteverzuim Beleidsplan ASKO Bijlage 12: Taakbeleid Bijlage 13: Competentieprofiel Bijlage 14: Voorwoord gesprekkencyclus Bijlage 15: Formulier 1a POP leerkracht Bijlage 16: Formulier 1b POP IB’er Bijlage 17: Formulier 2 beoordelen leerkracht Bijlage 18: Formulier 3 beoordelen IB’er Bijlage 19: Formulier 4 voortgangsgesprek ASKO Bijlage 20: Formulier 5 functioneringsgesprek Bijlage 21: Voorbeeld kijkwijzer Bijlage 22: Voorbeeld beoordelingsgesprek Bijlage 23: De bezwarenprocedure Bijlage 24: Memo gesprekkencyclus directeuren Bijlage 25: Competentiegerichte beoordeling management Bijlage 26: Nascholingsplan 2011-2015 e.v. Bijlage 27: Protocol Noodprocedure Bijlage 28: Procedure Toelating en verwijdering van leerlingen
4
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
0 Voorwoord Voor u ligt het schoolplan van Daltonschool De IJsbreker. In dit plan beschrijven wij de manier waarop wij ons onderwijs vorm geven en hoe we ons onderwijsaanbod in de komende vier jaar verder willen ontwikkelen. Om onze doelen te kunnen realiseren is een goed personeelsbeleid van groot belang. Dat geldt ook voor een adequaat systeem voor kwaliteitszorg. Beide beleidsterreinen, die volop in ontwikkeling zijn, worden eveneens in dit plan beschreven. Het schoolplan handelt over de kwaliteit van onze school en geeft niet alleen sturing aan de geplande schoolontwikkeling, maar is ook een document waarmee wij verantwoording afleggen van ons werk naar de ouders, het bestuur en de rijksinspectie. Het schoolplan bestrijkt een periode van vier jaar, van 2011-2012 tot en met het schooljaar 20142015. In de loop van het schooljaar 2010-2011 is het schrijfwerk uitbesteed aan Marion Haanen van Cormano. Het schoolplan is in eerste aanleg tot stand gekomen op basis van een aantal documenten, waaronder de CITO-gegevens en de overige beschikbare evaluatiegegevens. Mede op basis van deze gegevens is in samenspraak met de directeur de definitieve versie tot stand gekomen. Het plan is ter goedkeuring voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad en het Bestuur en toegestuurd aan de Rijksinspectie.
Op dit Schoolplan is het auteursrecht van toepassing. Het plan is uitsluitend bestemd voor Daltonschool De IJsbreker. Het is niet toegestaan dit plan of delen ervan openbaar te maken of voor gebruik aan anderen ter hand te stellen, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, via internet of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. 5
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
1 Inleiding 1.1 Zakelijke gegevens 1.1.1 Gegevens school Oecumenische Dalton basisschool de IJsbreker Chrysantenstraat 26 1031 HT Amsterdam 020-6369643
[email protected] www.basisschooldeijsbreker.nl Onze school is vanaf 23 augustus 2010 officieel gestart in een noodlocatie. In november 2010 zijn we verhuisd naar onze semipermanente huisvesting aan de Chrysantenstraat. In ons gebouw is ook een openbare basisschool gevestigd. Op termijn zal deze school verhuizen, zodat de IJsbreker kan beschikken over 12 lokalen. Na een aantal jaren zal de overstap worden gemaakt naar een permanent gebouw in dezelfde wijk, waar plaats zal zijn voor ca. 17 groepen. Hoe is De IJsbreker aan zijn naam gekomen?? Het moest een naam worden waar de letter IJ in voor kwam, we zitten tenslotte vlakbij het IJ. Daarnaast is De IJsbreker ook een sterke naam; de naam duidt namelijk op dat schip met een versterkte romp, dat in staat is ijs te breken. Een schip dat moeilijke situaties niet uit de weg gaat, een schip dat getuigt van moed, inzet en doorzettingsvermogen. En een schip dat anderen helpt, doordat er vaargeulen vrijkomen en mensen weer op weg geholpen worden om zelf verder te kunnen gaan. Dit kun je vergelijken met een basisschool. Wij helpen kinderen op weg, als ze zelf even niet verder kunnen. En met moed, inzet en doorzettingsvermogen kom je er wel, hoe moeilijk die weg soms ook is. Daarnaast is er nog geen basisschool in Nederland met deze naam. Ook in het onderwijs kun je gebruik maken van IJsbrekers. Dan doel ik op initiërende activiteiten die voor verschillende doelen en op verschillende momenten in een les te gebruiken zijn. De meeste ijsbrekers zijn activerend, maar sommigen zetten de leerlingen niet direct aan het werk. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de leerkracht die zijn les begint met een grapje, een verhaal of een goocheltruc. IJsbrekers kunnen ook in spelvorm gegoten zijn. De drie functies die ijsbrekers kunnen vervullen zijn: het ijs breken (‘ice-breaker’), de ogen openen (‘eye-opener’) en de groep activeren (‘energizer’). Wij zullen op de IJsbreker zeker van deze ijsbrekers gaan gebruiken. En ook op een nieuwe school in een nieuwe wijk, met nieuwe ouders en kinderen, zal het ijs op vele manieren gebroken moeten worden!!! Zie bijlage 1: Plattegrond schoolgebouw
1.1.2 Gegevens Bestuur Amsterdamse Stichting voor Katholiek Onderwijs (ASKO) Kalfjeslaan 380 1081JA AMSTERDAM Tel. 020 – 3013888 / fax 020-3013860
[email protected] www.askoscholen.nl De ASKO is in 1954 opgericht en omvat vier katholieke stichtingen en een oecumenische stichting. Al deze stichtingen worden door hetzelfde bestuur geleid. De ASKO is een lerende organisatie van 33 scholen die werken volgens een diversiteit aan onderwijsconcepten. Dat betekent dat de ASKO-scholen onderling open staan voor het delen van, en kunnen putten uit, een brede kennis en ervaring vanuit de eigen ASKO-organisatie. De ASKO stimuleert deze uitwisseling door middel van het organiseren van werk- en ontwikkelgroepen op het
6
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
gebied van o.a. kwaliteit, levensbeschouwelijke identiteit, Passend Onderwijs, segregatie en de Brede School. Soms wordt er een beroep gedaan op externe expertise en/of procesbegeleiding. Missie De ASKO wil vanuit de joods-christelijke identiteit een essentiële bijdrage leveren aan optimale ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Door een veilige leeromgeving te bieden waarin kinderen, met hun eigen unieke talenten centraal staan. De ASKO wil hen vaardigheden en kennis bijbrengen die hen in staat stellen volwaardig deel te nemen en bij te dragen aan de moderne samenleving. Respect, naastenliefde en solidariteit zijn hierbij essentiële waarden. Bij alle activiteiten van de ASKO staat het motto ‘eenheid in verscheidenheid’ centraal. Visie De ASKO is een bekend gezicht in het primair onderwijs. Bij het bestuurskantoor ASKO zijn in totaal 33 basisscholen in en rondom Amsterdam aangesloten. Iedere school heeft een eigen gezicht en een geheel eigen karakter. Iedere basisschool is zelf vrij in haar keuze van onderwijsconcept. Zo zijn er twee ervaringsgerichte scholen, zeven ontwikkelingsgerichte scholen, twee Jenaplanscholen, één Montessorischool en één Daltonschool aangesloten. De overige scholen ontwikkelen zich naar een gedifferentieerde vorm van onderwijs. De bindende factor en eenheid in deze verscheidenheid is de ASKO. De ASKO staat voor het realiseren van haar missie, waarbij de volgende waarden centraal staan: Verbondenheid De ASKO hecht eraan om samen, als team op te trekken. Samen werken en verantwoordelijkheid nemen voor elkaar zijn voor de ASKO vanzelfsprekendheden. Als ASKO en als school zijn wij van, voor en door kinderen, leerkrachten en ouders. Wij zijn erop gericht om mensen en groepen met elkaar te verbinden, onder andere door educatief partnerschap. Ontwikkeling De ontwikkeling van kinderen en leerkrachten staat bij ons centraal. Daartoe stimuleren en inspireren wij elkaar, leren wij met en van elkaar en dagen wij elkaar uit om talenten te ontdekken en tot bloei te laten komen. Zelfstandigheid Wij stimuleren zelfstandigheid door vertrouwen en ruimte te geven, door zelfvertrouwen te stimuleren en door kwaliteiten te waarderen. Zo nodigen wij elkaar uit om de eigen grenzen te verleggen. Openheid Wij staan in open verbinding met elkaar en de buurt, de omgeving en de samenleving. Wij hechten veel waarde aan een goede communicatie binnen en buiten de school. Passie De medewerkers van de ASKO voeren hun vak met passie uit en dragen dit graag over aan anderen (kinderen, ouders, externe organisaties). 1.1.3 De leerlingen Onze school ligt in het gebied Overhoeks/Buiksloterham in Amsterdam Noord. Amsterdam-Noord is van oorsprong een arbeidersregio. De scheepsindustrie en later Shell waren de belangrijkste werkgevers. De scheepsindustrie (NDSM-werf) verdween in de loop van de vorige eeuw grotendeels. Door de verhuizing van Shell kwam er 20 hectare bouwgrond ter beschikking en kon er een nieuwe stadswijk worden ontwikkeld. Het stedenbouwkundig plan werd in 2005 afgerond. De uitvoering verkeert in de eerste fase. Door de nieuwbouw zijn er naast de oorspronkelijke bevolking ook andere mensen in de wijk komen wonen. Dit maakt onze populatie tot een gemêleerd en kleurrijk gezelschap, waarbij het percentage van middel- en hoogopgeleide ouders boven het gemiddelde is.
7
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
We zijn in augustus 2010 gestart met 8 leerlingen en 2 groepen. Onze school is in het eerste half jaar al flink gegroeid en de perspectieven zijn rooskleurig. Hieronder de prognoses: 2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
90
115
130
150
De groei is mede afhankelijk van het aantal beschikbare lokalen. Vooralsnog beschikken wij over 6 lokalen. Als basisschool Overhoeks naar een eigen gebouw vertrekt worden de groeimogelijkheden aanzienlijk vergroot. De maximale groepsgrootte ligt in principe op 25 leerlingen. In voorkomende gevallen kan de directeur daarop een uitzondering maken, afhankelijk van o.a. de samenstelling van de groep. Aannamebeleid Wij ondersteunen het buurtschoolbeleid binnen de gemeente Amsterdam, dat tot doel heeft de schoolpopulatie een afspiegeling te doen zijn van de buurt. Wij vinden het belangrijk dat kinderen in hun eigen buurt naar school kunnen gaan. In Amsterdam-Noord heeft ook het anti-segregatiebeleid de volle aandacht. Er worden daarom de komende beleidsperiode maatregelen genomen t.a.v. een transparant aannamebeleid. De IJsbreker is een Daltonschool. Dit betekent dat wij in eerste instantie open staan voor ouders (en hun kinderen!), die een bewuste keuze maken voor ons concept. Wij zijn ook een oecumenische school. Onze oecumenische identiteit kan eveneens een belangrijke rol spelen bij de keuze voor onze school. Ieder kind is in principe welkom op onze school als de ouders zowel de identiteit als de onderwijskundige uitgangspunten van onze school onderschrijven. Dit geldt ook voor kinderen die met een positieve beschikking van de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) van een Regionaal Expertise Centrum (REC) worden aangemeld (een kind met een zogenaamd 1 rugzakje ). Wij bekijken echter uitermate zorgvuldig per kind wat de mogelijkheden zijn op onze Daltonschool. Daarbij is het van doorslaggevend belang of onze school het kind kan bieden waar hij/zij recht op heeft, namelijk passend onderwijs. Dit betekent dat een aanvraag niet altijd zal kunnen worden gehonoreerd. Uiteindelijk zal De IJsbreker ook aan haar wettelijke verplichting voldoen t.a.v. het zorgprofiel waarin aangegeven zal worden hoe wij met leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte omgaan. 1.1.4 Het personeel Op het moment dat dit schoolplan wordt geschreven zijn naast de directeur een vijftal groepsleerkrachten, één ib’er en één ict’er aan de IJsbreker verbonden. 3 leerkrachten zijn bevoegd de gymlessen te verzorgen.
1.2 Identiteit De IJsbreker is een oecumenische school. Dit houdt onder meer in dat het onderwijsteam kinderen ondersteunt bij hun levensbeschouwelijke ontwikkeling. Daarbij komen verschillende godsdiensten en levensvisies aan bod. Ieder kind wordt gestimuleerd een eigen kijk op het leven te ontwikkelen en te bepalen wat voor hem of haar zinvol, mooi, waar en echt is. De IJsbreker wordt op het gebied van levensbeschouwing begeleid door een identiteitsbegeleider. Hij is verbonden aan Arkade Cilon, centrum voor advies en begeleiding op het gebied van levensbeschouwing en identiteit voor het primair onderwijs.
1.3 Missie Wij willen een school zijn, waar kinderen graag zijn, waar zij zich veilig, gewaardeerd en gerespecteerd voelen en waar zij hun cognitieve, creatieve en sociaal-emotionele mogelijkheden optimaal kunnen ontwikkelen. Om nu in het klein en straks in het groot een actieve en positieve bijdrage te kunnen leveren aan onze multi-culturele samenleving leren we de kinderen respect te hebben voor elkaar en op 1
Het rugzakje wordt waarschijnlijk in schooljaar 2011-2012 afgeschaft
8
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
een positieve wijze om te gaan met verschillen in kleur, ras, religie, opvattingen, sekse en competenties. Wij willen bovenal een goede Daltonschool zijn.
1.4 Onderwijskundig profiel Onze werkwijze is gebaseerd op de Daltonpedagogiek, waarvan Helen Parkhurst (1887-1973) de grondlegger is. Daltononderwijs gaat uit van het gegeven dat elk mens in staat is tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn omgeving. Dalton is vooral een manier van omgaan met elkaar. De drie principes: verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken vormen het uitgangspunt van onze aanpak. De taak is het middel om de drie principes te verwezenlijken (zie ook 2.2). Op De IJsbreker vinden we het belangrijk om een school te zijn, waar ondernemingszin gestimuleerd wordt en waar ondernemend leren een duidelijke plek krijgt en waar kinderen ervaring opdoen met actief democratisch burgerschap. Wij willen graag met ouders samenwerken. Want samen staan we sterker en zo dragen we samen bij aan de ontwikkelingskansen van de kinderen. Daarom vinden wij ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie erg belangrijk op onze school. Ook is het in het belang van het kind dat school, ouders en ook de buurt zo goed mogelijk samenwerken en afstemming kunnen vinden in de manier waarop we met elkaar willen en kunnen omgaan.
1.5 Inhoud schoolplan In dit eerste hoofdstuk hebben we een schets op hoofdlijnen van de school gegeven. In de volgende hoofdstukken werken we een en ander nader uit. - In het volgende hoofdstuk ‘Aanbod onderwijs, zorg en opvang’ beschrijven we onze visie en werkwijze en ons bestaand aanbod op de drie beleidsgebieden. - In hoofdstuk 3 ‘Beleidsvoornemens onderwijs, zorg en opvang’ beschrijven we onze beleidsvoornemens voor de komende vier jaar en werken we deze systematisch uit volgens 2 de SMART-criteria . De hoofdstukken 4 en 5 hebben dezelfde opbouw: we beschrijven het bestaand beleid en formuleren op basis van evaluatiegegevens en externe ontwikkelingen onze beleidsvoornemens voor de komende 4 jaar. - In hoofdstuk 4 ‘Integraal Personeelsbeleid’ beschrijven we op welke wijze we werken aan de verbetering van de arbeidsomstandigheden en de professionele ontwikkeling van onze leerkrachten. - In hoofdstuk 5 ‘Kwaliteitszorg’ beschrijven we op welke wijze we onze kwaliteit vaststellen, verbeteren, bewaken en borgen. - Hoofdstuk 6 gaat over de verantwoording en regelingen.
2
S(pecifiek), M(eetbaar), A(cceptabel), R(ealistisch) en T(ijdgebonden)
9
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
2 Aanbod Onderwijs, Zorg en Opvang 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven wij een overzicht van ons aanbod op het gebied van onderwijs, zorg en opvang. Achtereenvolgens worden beschreven: de visie van onze school en de richting van het onderwijskundig beleid, waarbij de ononderbroken lijn in de ontwikkeling van leerlingen en het bieden van onderwijs op maat centraal staan; het huidige onderwijsaanbod. Bij elk vak wordt aangegeven: * gebruikte methoden en materialen; * voorzieningen (onderwijspakketten) voor leerlingen met speciale zorgbehoeften (differentiatiematerialen); * toetsen en observatie-instrumenten. Aansluitend op het schema wordt een overzicht gegeven van: * eventuele bijzonderheden of afspraken over het methodegebruik, materiaalgebruik, de aanpak en/of werkwijze; * het buitenschoolse aanbod; de onderwijsorganisatie (werkwijze), waarmee wij uitvoering geven aan onze pedagogischdidactisch doelen; de zorgstructuur; een overzicht van de activiteiten in het kader van de Brede School, t.w. de voor-, tussen- en naschoolse opvang en activiteiten in het kader van de verlengde schooldag.
2.2 Onderwijsvisie & uitgangspunten Centraal in onze visie staat: Elk kind wordt gezien. Hieronder schrijven wij over de uitgangspunten, die richting geven aan het handelen van de leerkrachten op onze school. 2.2.1 Uitgangspunten 1.
Wij willen in onze lessen rekening houden met verschillen tussen leerlingen...... Waarom? Iedereen is anders en dat willen wij graag erkennen. Hoe doen we dat? door te differentiëren op de diverse leergebieden door te differentiëren in onderwijsbehoefte door te erkennen dat de sociale vaardigheden bij kinderen van elkaar verschillen, het ene kind is veel sociaal vaardiger dan het andere kind door te erkennen dat kinderen op verschillende manieren leren..... en daarbij zoveel mogelijk aan te sluiten
2.
Het ontwikkelen van waardenbesef en oordeelsvermogen loopt als een rode draad door de lessen. Respect voor elkaar hebben is de basis voor het onderwijs. Waarom? Iedereen heeft het nodig om zich gerespecteerd te voelen, want dan kun je groeien en jezelf ontplooien. Dat is weer de basis om je eigen mening te kunnen en durven geven en daar is ook een veilig voelende werk- en leeromgeving voor nodig. Het ontwikkelen van waardenbesef en oordeelsvermogen is ook een uitgangspunt van de methode ‘Kleur op school’ die wij gebruiken voor de vakken Levensbeschouwing en sociaal emotionele vorming. Hoe doen we dat? - door zelf het goede voorbeeld te geven: o door kinderen en ouders positief en respectvol te benaderen, in woord en daad o door elkaar positief en respectvol te benaderen, in woord en daad o door elkaar positieve feedback te geven o door open te staan voor elkaar en ook de deuren open te zetten voor elkaar o door te werken met elkaar aan een veilig werk- en leerklimaat o door elkaar gedag te zeggen bij binnenkomst- en vertrek “je heb elkaar letterlijk gezien” o door je samen verantwoordelijk te voelen voor alle kinderen en niet alleen voor de kinderen uit je eigen klas 10
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3. Wij willen in onze lessen ruimschoots aandacht besteden aan het ‘leren door te doen’ waarbij er rekening wordt gehouden bij de manier van leren die bij dit kind past. Waarom? Kinderen leren juist door te doen. We geven de kinderen de ruimte om het op hun eigen manier te doen. Hoe doen we dat? plaatje-praatje-daadje....daadje: de kinderen mogen de aangeboden stof zoveel mogelijk op hun eigen manier verwerken. gericht loslaten: "op je handen zitten". Dit hoort bij Daltononderwijs, even afwachten tot je weet wat zij (de leerlingen) gaan doen. wel zorgen dat ze goed weten waarmee ze bezig zijn. Wat heb je daarvoor nodig: de goede vragen stellen... dit is ook van belang in de bovenbouw, je houdt je mond en laat ze aan het werk gaan, je kunt namelijk ook verrast worden door hetgeen je ziet gebeuren. Je stelt wel af en toe de goede vragen. De antwoorden zijn leidend voor jou als leerkracht, of je ze verder moet sturen of niet. elk kind heeft een eigen manier van leren: dat ontdekken is van het grootste belang en wat is specifiek de onderwijsbehoefte van dit kind, sluit daar bij aan! 4. Bij goed onderwijs geeft de leerkracht verantwoordelijkheid aan de leerling. Echter: zonder controle leidt dit tot chaos. Daarom willen wij regelmatig leerstofeenheden afsluiten met een diagnostische toets. Waarom? elk kind heeft het recht om te weten hoe het zich ontwikkelt en te weten waar het goed en minder goed in is. Maak het kind medeverantwoordelijk! als leerkracht wil je dit ook weten; je hebt ook feedback nodig, hoe heb ik het als leerkracht gedaan? Maar ook, hoe kan ik dit kind nog beter verder helpen, hoe kan ik dit kind nog beter uitdagen! ook ouders willen weten waar hun kind staat, willen ook hun kind helpen indien nodig, alleen het aantal fouten signaleren, zegt niet zoveel. er zijn verschillen in toetsen: o signaleringstoetsen, die doe je vanzelfsprekend. o diagnostische toetsen gaan een stapje dieper, dit past ook goed bij onze visie: elk kind wordt gezien!!! o het gaat niet alleen om het toetsen voor de inspectie en andere stakeholders, het gaat juist om wat je als ambitieuze school wilt bereiken met elk kind! o van belang is een heel hoog ambitieniveau, je haalt uit iedereen wat erin zit, uitgaande van wat kinderen kunnen en wat er nog ontwikkeld moet worden. Voor de weg daarnaar toe is altijd reflectie nodig. Reflectie als leerkracht zelf en samen als team. o daarnaast gaat het hierbij niet alleen om toetsen van de cognitieve vaardigheden, hetzelfde geldt voor hoe je de leerlingen volgt op het sociaal-emotionele vlak. 5.
Als leerlingen echt verantwoordelijkheid krijgen moeten ze hun werk ook zelf kunnen beoordelen. Wij willen leerlingen leren hun eigen werk te beoordelen, bijvoorbeeld; dagelijkse oefenstof, een werkstuk of een presentatie, aan de hand van functionele criteria die we met elkaar opstellen. Waarom: Wij vinden het belangrijk dat kinderen naar zichzelf leren kijken, leren reflecteren, en uiteindelijk leren er zelf leermomenten uit te halen. Vraag jezelf dus altijd af wat de meerwaarde is als je zelf alles nakijkt en wat de meerwaarde is van het door de kinderen zelf laten nakijken. Hoe doen we dat? Bij de methode Topondernemers gebruiken we de reflectiewijzer…."hoe ging het bij jezelf, hoe ging het samen"? Er zijn nakijktafels in de klassen, kinderen kijken zelf na, wat ze zelf na kunnen kijken. Moeten daarna zelf hun werk beoordelen ook op netheid! Kinderen kunnen gelijk hulp vragen aan de leerkracht als ze zien dat ze in een onderdeel veel fouten hebben gemaakt. Kinderen leren bij ons reflecteren op eigen werk, op het werk van hun maatje, op presentaties (producten) maar ook op hoe het samenwerken ging.
11
© Cormano
BS De IJsbreker
-
-
Schoolplan 2011-2015
Kleuters leren al bij de weekbrief op hun eigen taakjes te reflecteren adhv smileys. Als een taakje volbracht is, laten de kleuters het eerst aan hun maatje zien en daan daarna pas naar de juf/meester. Steekproeven zijn wel af en toe nodig en prettig. (ze moeten weten dat je ze ziet) Door de kinderen hun eigen werk na te laten kijken, geef je verantwoordelijkheden aan kinderen en vertrouwen.
6. Samenwerkend leren Kinderen leren veel van en met elkaar. Elk kind heeft zijn talenten, door samen te werken leer je elkaars talenten kennen, samen sta je sterker dan alleen. Zo profiteer je als kind van de kinderen om je heen en wordt de saamhorigheid groter: je leert elkaar waarderen. Dit geldt ook voor de ouders en het team. Hoe doen we dat? door kinderen samen te laten werken. Wij werken met sociale maatjes en leermaatjes. Bij de kleuters alleen met sociale maatjes. door met ouders samen te werken: praten om eruit te komen als er een probleem is. Luisteren om samen naar een oplossing te zoeken. Gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Ook hier: ik zie dat je er bent en je doet ertoe!. Je leert als kind wat je eigen kwaliteiten zijn en je leert te zien wat de kwaliteiten zijn van de andere kinderen. Daardoor kun je elkaar goed aanvullen als je samen een presentatie moet maken of een werkstuk. 2.2.2 Onderwijsvisie Het onderwijs op onze school is zoveel mogelijk afgestemd op de onderwijsbehoefte van de individuele kinderen. De IJsbreker is een Daltonschool, gebaseerd op de ideeën van Helen Parkhurst. In haar ideeën staat het kind centraal. Onderwijs moet inspelen op de behoefte van het kind en heeft tot doel van kinderen zelfstandige en verantwoordelijke mensen te maken. Kinderen moeten zelf hun taken kunnen kiezen en plannen en hiervoor verantwoording dragen. De leerkracht heeft hier een begeleidende rol. Het Daltononderwijs is gebaseerd op 3 pijlers, n.l. vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking. Hieronder lichten we de ‘Daltonprincipes’ toe. 1.Vrijheid. Vrijheid is volgens Dalton zeer zeker geen “vrijheid - blijheid”, maar meer vrijheid in gebondenheid. Daarin staat de ontwikkeling van verantwoordelijkheidsbesef centraal. De leerkracht stelt de leerling verantwoordelijk voor het eindproduct en de wijze waarop het eindproduct tot stand is gekomen. Eigen verantwoordelijkheid versterkt de motivatie van de leerling. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn verder essentieel bij het zelfstandig werken. De leerkracht begeleidt of stuurt de leerling hierin.
2. Zelfstandigheid Kinderen willen graag zelf “actief” bezig zijn en het zelfstandig werken motiveert hen daarbij. Zij leren zelf bepalen wanneer iets gemaakt wordt, op welke manier en in welk tempo. Wanneer zij zelfstandig werken en niet meer groepsgebonden hun lessen moeten volgen, kunnen alle leerlingen werken op hun eigen niveau. In het Daltononderwijs wordt gewerkt met het principe van uitgestelde aandacht. Dat betekent dat de leerkracht en leerlingen niet altijd voor elkaar beschikbaar zijn en een leerling in eerste instantie naar andere mogelijkheden moet zoeken om tot een oplossing te komen. De leerlingen zullen leren oplossingsmethodes te zoeken, zelf problemen op te lossen en opdrachten uit te voeren. Met het aanleren van zelfstandigheid willen we op De IJsbreker ook bereiken dat kinderen leren te vertrouwen op hun eigen kunnen en dat ze een positief zelfbeeld ontwikkelen. Daarnaast willen we de kinderen zelfstandig leren nadenken, kiezen, handelen en plannen. Hierdoor kan de eigenheid van een kind bewaard blijven en heeft de leerkracht ruimte om individuele leerlingen te begeleiden.
12
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3. Samenwerken. Samenwerken blijkt een zeer effectieve werkvorm te zijn. Kinderen leren van en met elkaar, doordat kinderen niet alleen verschillen in hun intellectuele begaafdheden maar ook in leerstijl, sociaaleconomische en culturele achtergronden. Door samen te werken leren kinderen dat ze voor bepaalde opdrachten elkaar nodig hebben en dat ieder kind een eigen inbreng heeft waar hij/zij ook op aangesproken mag worden. De kinderen leren naar elkaar te luisteren en elkaar te respecteren, rekening met elkaar te houden en rekening te houden met verschillen. Het samenwerken bevordert een positief pedagogisch klimaat; één van de voorwaarden voor beter leren. Ook in de grote-mensen-wereld is samenwerken, het werken in teamverband, belangrijk. Dagelijks moet een mens samenwerken met andere mensen, die hij niet altijd zelf heeft gekozen. Daarom is het goed dat kinderen al op jonge leeftijd wordt geleerd met anderen samen te werken. In de praktijk betekent het dat leerlingen elkaar helpen, door het stellen van vragen samen naar een oplossing te zoeken voor een bepaald probleem, elkaar suggesties te geven om iets te maken, bijvoorbeeld bij expressie of keuzewerk, samen aan een werkstuk of groepsopdracht te werken. Op De IJsbreker vinden we het ook belangrijk om een school te zijn, waar ondernemingszin gestimuleerd wordt en waar ondernemend leren een duidelijke plek krijgt en waar kinderen ervaring opdoen met actief democratisch burgerschap. Ondernemend leren sluit naadloos aan bij het Daltononderwijs. Tot slot hechten we veel waarde aan cultuureducatie, die bestaat uit de disciplines kunst- en erfgoededucatie, media- en literatuureducatie.
2.3 Leerstofaanbod 2.3.1 Overzicht leermiddelen en toetsen Vakgebied
Aanvullende & Differentiatiematerialen
Methode
Toetsen
Nederlandse taal Groep 1 & 2
Kleuterplein
Ontwikkelingsmateriaal Hoekenwerk Diversen
Taal voor kleuters Signaleringslijsten Kleuterplein Letterkennistoets
Groep 3
Veilig leren lezen
Veilig in stapjes Spellingblokken van Stenvert Software
LOVS spelling LOVS woordenschat DMT Signaleringstoetsen
Groep 4 t/m 8
Taal in beeld Spelling in beeld
Ralfi lezen Kaartenbakken Spellingblokken van Stenvert Blokboeken taal van Kinheim Software
Methodegebonden toetsen AVI-toetsen LOVS spelling LOVS woordenschat CITO-entreetoets gr 7 CITO-eindtoets
Lezen Groep 1 & 2
Kleuterplein
Ontwikkelingsmateriaal Hoekenwerk
Groep 3
Veilig leren lezen
Software
Groep 4 t/m 8
Lekker lezen Nieuwsbegrip Lezen in beeld (v.a.
Software
13
Methodegebonden toetsen LOVS begrijpend lezen AVI-toetsen DMT Methodegebonden toetsen AVI-toetsen
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
groep 5) Rekenen Groep 1/2
Methode Kleuterplein Wereld in Getallen
Groep 3
Wereld in Getallen
Groep 4 t/m 8
Wereld in getallen
Schrijven Groep 1/2
Aan elkaar
Groep 3 t/m 8 Engelse taal Groep 5 t/m 8 Sociaal-emotionele ontwikkeling Groep 1 & 2 Groep 3 t/m 8 Levensbeschouwing Groep 1 t/m 8
LOVS R en W Methodegebonden toetsen LOVS R en W (gr 3 t/m 7) CITO-entreetoets gr 7 CITO-eindtoets
Lees-/stempelhoek Schrijfwerkbladen Krabbelhoek Zandschrijfbak
Anglia-examens level 1 t/m 3
Kleuterplein
Signaleringslijsten Kleuterplein Lessen Leefstijl
Kleur op school
Groep 3 & 4
Topondernemers
Groep 5 t/m 8
Topondernemers
Groepen 7 & 8
Jinc
3
Toetsen Rekenen voor kleuters
Just do it!!
Wat geloof jij? Wereldwijd geloven
Tekenen & handvaardigheid Groep 1 & 2
Aanvullende & Differentiatiematerialen Ontwikkelingsmateriaal Hoekenwerk Constructiemateriaal WIG software Diversen Oefenboekjes Rekenen (Malmberg) Software Oefenboekjes Rekenen (Malmberg) Klokkijkblokken (Stenvert) gr 4 t/m 6 Tafelbloks (Stenvert) gr 5 Software Diversen
Aan elkaar
Groep 3 t/m 5 Groep 6 t/m 8 Wereldoriëntatie Groep 1 & 2
Gezond en redzaam gedrag/verkeer Groep 1 & 2 Groep 3 t/m 8 Groep 7
LOVS begr. lezen DMT
Kleuterplein
Kinderbijbels Prentenboeken en verhalenboeken
Schooltelevisie Koekeloere Diversen Schooltelevisie ‘Huisje, boompje, beestje’ Schooltelevisie ‘Nieuws uit de natuur’ Top-o-world Woordenschat in de stad (Jinc) TV-Weekjournaal
Nog geen
3
CITO-eindtoets
Kleuterplein Klaar over Theoretisch verkeersexamen Aanvullende & Differentiatiematerialen
Methode
Toetsen
Kleuterplein
Keuze LVS-instrument in ontwikkeling 14
© Cormano
BS De IJsbreker
Groep 3 t/m 8 Muziek, spel en beweging Groep 1 & 2 Groep 3 t/m 8
Lichamelijke Ontwikkeling Groep 1 & 2 Groep 5 Groep 3 t/m 8
Schoolplan 2011-2015
Topondernemers
Lessen steunpunt Beeldende Vorming
Kleuterplein Diverse zangbundels Deelname aan projecten Muziekschool Diversen
Bewegingsonderwijs in het speellokaal Zwemmen
Spelletjesdag Aanbod gemeente: sportactiviteiten Aanbod gemeente: sportactiviteiten
Bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs
Sportdag Aanbod gemeente: sportactiviteiten
2.3.2 Afspraken methodegebruik De methoden worden gebruikt volgens de handleiding. 2.3.3 Levensbeschouwing De IJsbreker is een oecumenische school. Dit houdt in dat het onderwijsteam kinderen ondersteunt bij hun levensbeschouwelijke ontwikkeling. Daarbij komen verschillende godsdiensten en levensvisies aan bod. Ieder kind wordt gestimuleerd een eigen kijk op het leven te ontwikkelen en te bepalen wat voor hem of haar zinvol, mooi, waar en echt is. Daarbij maakt de school gebruik van sociaal-emotionele thema’s, die dicht bij de kinderen staan. We staan stil bij de veelkleurigheid van de samenleving wat betreft afkomst, traditie en geloof, maar centraal staat de eigenheid van elk kind. Voor ons is het heel belangrijk dat alle kinderen en hun ouders zich bij ons op school welkom voelen, zich veilig voelen, gerespecteerd en gewaardeerd. We maken op De IJsbreker gebruik van de methode Kleur vanaf groep 1 t/m 8. Deze methode werkt met 6 thema’s, waarop de lessen levensbeschouwelijke vorming worden gebaseerd. Beleven en ervaren zijn kernwoorden, die vooral op creatieve manieren worden ingezet. Bij ieder thema zullen bronverhalen en teksten, levensbeschouwelijke vaardigheden en de richtinggevende waarden het thema inkleuren. De thema’s zijn: ontmoeten, (zelf) vertrouwen, omgaan met gevoelens, omgaan met conflicten, samenleven en kiezen & doorzetten. 2.3.4 Onderwijsaanbod groep 1-2 Kleuterplein is de nieuwste methode voor groep 1 en 2 van de basisschool. Met deze lesmethode ontdekken en ervaren kleuters de wereld om zich heen. Met Kleuterplein werken we doelgericht aan álle tussendoelen. Kleuterplein is meer dan alleen taal en rekenen. Ook aan motoriek, wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt. Kleuterplein biedt daarmee een doorgaande lijn naar de 3 belangrijkste vakken en methodes in groep 3, het aanvankelijk lezen, schrijven en rekenen. Kleuterplein heeft 16 aantrekkelijke thema’s. Deze thema’s kunnen wij gebruiken op de manier die wij zelf het prettigst vinden. We kunnen bijvoorbeeld aansluiten bij actuele thema’s in de samenleving, bij de seizoenen van het jaar of bij een thema dat leeft in de klas. Elk thema heeft een vaste opbouw en telt 36 activiteiten, waaronder kern- en keuzeactiviteiten. Elke activiteit duurt 10 tot 30 minuten. Per activiteit staat steeds één ontwikkelingsgebied centraal. De kleuters voeren de activiteiten alleen, in de grote groep of in groepjes uit, waarbij de uitgangspunten van ons Daltononderwijs centraal staan: zelfstandigheid, samenwerken en eigen verantwoordelijkheid. De methode biedt ook genoeg mogelijkheden om gedifferentieerd te kunnen werken. Elke activiteit in Kleuterplein eindigt namelijk met een differentiatiestapje omhoog of omlaag. Bij deze methode hoort ook software. Naast Kleuterplein gebruiken we in groep 1/2 ook de rekenmethode Wereld in getallen en de schrijfmethode Aan elkaar.
15
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
2.3.5 Engels We bieden 3 levels aan op De IJsbreker. Level 1 is bestemd voor de 8- en 9-jarigen. We gebruiken de methode “Just do it!!”. Onze leerlingen doen mee aan de internationale Anglia-examens van het Engelse Chichester College. De examens zijn uitgegroeid tot een internationale standaard: kinderen van over de hele wereld nemen eraan deel. Er zijn Anglia-examens op 12 niveaus. De eerste drie komen overeen met de drie levels van Just do it! Als de leerlingen level 3 hebben afgerond, hebben ze een voorsprong van een half jaar tot een jaar wanneer ze op het voortgezet onderwijs komen. 2.3.6 Bewegingsonderwijs Bij het bewegingsonderwijs gaat het in de eerste plaats om het bijbrengen van een breed scala aan bewegingsvaardigheden, waarbij tevens veel aandacht wordt gegeven aan vaardigheden en kennis die nodig zijn om samen verantwoord en rekening houdend met elkaar te kunnen bewegen. Het is van belang dat leerlingen zich oriënteren op diverse vormen van bewegen en sporten. Maar het gaat ook om wat zijn de spelregels, hoe wordt het spel veilig gespeeld en hoe wordt met anderen samengewerkt, waarbij sportiviteit en eerlijkheid een grote rol spelen! Op De IJsbreker maken de kinderen uit de groepen 1 en 2 diverse keren per week gebruik van het speellokaal en de kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen 2 keer per week gym van de groepsleerkracht (bevoegde gymleerkracht) in de gymzaal. In het kader van het curriculum “Bevordering gezond gedrag”, douchen de kinderen uit de groepen 3 t/m 8 altijd na de gymles. Daarnaast organiseren we elk schooljaar een sport- en spelletjesdag voor de groepen 1 en 2 en voor de groepen 3 t/m 8 een sportdag. Ook in de verlengde schooldagactiviteiten zullen altijd activiteiten zitten waar kinderen veel bij moeten bewegen. We hebben ons ingeschreven (2011-2012) voor capoeiro, judo en streetdance. Dit zijn kennismakingslessen. Kinderen kunnen zich daarna inschrijven bij een club. Eventueel gaan deze activiteiten deel uitmaken van de verlengde schooldag. 4
In groep 5 en 6 krijgen de kinderen verplicht 1 x per week zwemonderwijs in het Floraparkbad. Deze zwemlessen worden gegeven door de zweminstructeurs/instructrices van het zwembad zelf.
2.4 Overig onderwijsaanbod 2.4.1 Ondernemend leren In een nieuw stuk wereldstad waar zoveel (nieuwe) ondernemingen zijn en een maatschappij die vraagt om actieve wereldburgers, moet je als school ook zeker aan dit aspect veel aandacht en tijd geven. Ondernemend leren sluit dan ook naadloos aan bij het Daltononderwijs. Op De IJsbreker vinden we het belangrijk om een school te zijn, waar ondernemingszin gestimuleerd wordt en waar ondernemend leren dus een duidelijke plek krijgt en waar kinderen ervaring opdoen met actief democratisch burgerschap. Vanaf groep 3 werken we met Topondernemers. Door middel van deze methode laten we de kinderen op veel verschillende, nieuwe en verfrissende manieren werken aan geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek, dit doen we via thematisch onderwijs. We vinden dat je kinderen in de verkenning van de wereld niet aan hun lot moet overlaten, maar ze zeker ook niet aan het handje moet meenemen. Topondernemers maakt kinderen actief, ondernemend en….er wordt voor gezorgd dat ze kunnen slagen in hun onderneming. Niets werkt zo motiverend als met veel succes kunnen werken aan een eigen opdracht. Er zijn ook hulpkaarten aanwezig die de kinderen helpen bij het maken van een eindproduct. Bijvoorbeeld; Hoe maak ik een muurkrant? Of hoe stel ik een powerpointpresentatie samen? Of hoe zet ik een enquête in elkaar? Naast Topondernemers werken we met Top-O-World, want ook topografie vinden wij een heel belangrijk onderdeel voor kinderen. Op het gebied van ondernemend leren, werken we ook samen met JINC. Deze organisatie zorgt ervoor dat leerlingen al op jonge leeftijd kennismaken met het bedrijfsleven. In allerlei projecten ervaren ze wat voor beroepen er zijn en leren ze welke (sociale) vaardigheden ze nodig hebben op de arbeidsmarkt. Ruim 400 bedrijven en instellingen doen mee. Wij gaan vanaf groep 7, twee keer per jaar een bliksemstage lopen via JINC. Op het gebied van wereldburgerschap en actief democratisch burgerschap komen ook andere items aan de orde, zoals deelname aan “ Kids moving the World”, weekendschool, het vormen van een kinderrraad op school, pleinwacht en achterwacht.
4
Zwemmen in groep 6 is een tijdelijke situatie 16
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
2.4.2 Cultuureducatie Cultuureducatie bestaat uit de disciplines kunst- en erfgoededucatie, media-educatie en literatuureducatie. Op De IJsbreker hechten we om meerdere redenen veel waarde aan dit onderdeel. Amsterdam is de culturele hoofdstad van Nederland, met de meeste nationale musea, de grootste orkesten, toneel- en operagezelschappen, de meeste muziek- en theatergebouwen en de meeste kunstgalerieën en bioscopen. Daarnaast heeft Amsterdam 2 universiteiten en een zeer omvangrijk internationaal toerisme. Amsterdam is ook de stad met de meeste nationaliteiten ter wereld, namelijk e e 175. (Antwerpen is 2 en New York 3 ) Overhoeks/ Buiksloterham is een nieuw stuk wereldstad. Met het filmmuseum, de Tolhuistuin, de Silodam, Shell Technology Centre Amsterdam met allerlei nieuwe ondernemingen en heel veel verschillende nieuwe bewoners. Als je een nieuwe school neerzet in dit nieuwe stuk wereldstad, kun je niet om cultuureducatie heen. Waar moet je dan aan denken? Het zelf leren maken van kunstproducten, het leren kijken en luisteren naar kunst, het leren beoordelen van kunst. Het bezoeken van musea en het volgen van museumlessen, uitstapjes naar Archeon, Stadsschouwburg, Concertgebouw, Amsterdamse Hortus etc. etc. En tenslotte Literatuureducatie en “Leesbevordering”. Voorbeelden hiervan zijn meedoen met de Kinderboekenweek, een goed gevulde en eigentijdse schoolbibliotheek, bibliotheekbezoek/-lessen en -projecten, meedoen met de kinderjury, zelf poëzie schrijven en voordragen, boekenkringen, vrij lezen, voorlezen, samen lezen, tutor lezen, kennismaken met/lezen van “echte” literatuur en dit leren waarderen en begrijpen en af en toe een auteur op school uitnodigen. Zie bijlage 2: Cultuurplan
2.4.3 Natuur- en milieueducatie Natuur- en milieueducatie (NME) stimuleert kennis van en aandacht voor de leefomgeving en het milieu. Dit zal leiden tot meer betrokkenheid en respect voor de natuur- en tot meer milieuvriendelijk handelen en daarmee tot duurzaamheid en leefbaarheid van de samenleving. We werken samen met het Amsterdamse NME centrum, we scheiden afval op school, we gebruiken van milieuvriendelijke verf en lijm, we doen mee met milieuprojecten en we gebruiken methodes waarin deze aspecten ook aan bod komen. Sinds 2006 zijn scholen verplicht actief burgerschap van leerlingen te bevorderen en NME is een duidelijk aspect hiervan. Samen met de NME gaan we de schooltuin en schoolomgeving inrichten. 2.4.4 Actief burgerschap en sociale integratie In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij, veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn voortdurend op zoek om zichzelf en de wereld te leren kennen en te verkennen. Die ontwikkelingsbehoefte is een aangrijpingspunt voor dit leergebied. Tegelijk stelt de samenleving waarin kinderen opgroeien haar eisen. Kinderen vervullen nu en straks taken en rollen, waarop ze via onderwijs worden voorbereid. Het gaat om rollen als consument, als verkeersdeelnemer en als burger in een democratische rechtstaat. Kennis over en inzicht in belangrijke waarden en normen en weten hoe daarnaar te handelen, zijn voorwaarden voor samenleven. Respect en tolerantie zijn er verschijningsvormen van. Wat moeten kinderen leren op de basisschool: - De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger - De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen - De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen. Ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen - De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van zichzelf en de anderen
17
© Cormano
BS De IJsbreker -
Schoolplan 2011-2015
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. De volgende doelen, die voor diverse leergebieden van belang zijn, hebben eveneens betrekking op burgerschap en sociale integratie. Reflectie op eigen handelen o Uitdrukken van gedachten en gevoelens o Respectvol luisteren en bekritiseren van anderen o Ontwikkelen van zelfvertrouwen o Respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar o Zorg en waardering ontwikkelen voor de leefomgeving
Bovenstaande doelen worden op onze school in praktijk gebracht door: de gekozen methodes voor Taal, Begrijpend lezen, Voortgezet Technisch lezen en Verkeer; ons onderwijsconcept, waarin samenwerken en sociaal omgaan met elkaar centraal staan, zoals o.a. het maatjessysteem; de methode “Kleuterplein” bij de kleuters; schooltelevisie programma’s; de methodes “Wat geloof jij” en “Wereldwijd geloven”; de methode “Kleur op school”; tijdens de lessen sociaal emotionele vorming, de kringgesprekken, de reflectiemomenten; deelname aan de diverse NME (natuur-en milieu educatie) projecten; de methode “Topondernemers” , een geïntegreerde methode voor Aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuur en techniek; het oprichten van een klassenraad; de dagelijkse schoolpraktijk biedt volop 'oefensituaties' in het omgaan met conflicten, het uitkomen voor je mening, het rekening houden met anderen, etc. maar ook een kringgesprek over pesten, of een rollenspel waarin de kinderen leren omgaan met kritiek zijn hier voorbeelden voor; het gezamenlijk lunchen 3 x per week in de klas met de groepsleerkracht; het deelnemen aan de stageprojecten van JINC in de groepen 7 en 8; de kinderen die in de bovenbouw kunnen optreden als mediators, en goed voorbeeld doet goed volgen….het team op De IJsbreker geeft zelf dagelijks het goede voorbeeld aan de kinderen op het gebied van burgerschapsvorming en sociale integratie. 2.4.5 Buitenschools onderwijsaanbod Naast het reguliere onderwijsprogramma biedt onze school een rijk aanbod aan extra onderwijsactiviteiten, die voor een belangrijk deel worden verzorgd in samenwerking met externe instanties. Hieronder volgt een overzicht. - Artisbezoek & -lessen - Schooltuin bij onze school - Bibliotheekbezoek (groep 1/2) - Theaterbezoek n.a.v. theaterprojecten (indien onze school wordt ingeloot) - Verzetsmuseum - Verkeersexamen - ASKO-sportdag groep 8 - NME- lessen - Muziekschool - Kunstlessen van kunstenaars
2.5 Aanpak & werkwijze Onze school is volop in ontwikkeling en voorlopig zullen wij combinatiegroepen hebben. In de toekomst zal onze school zijn verdeeld in een onderbouw (groepen 1-2), middenbouw (groepen 3, 4 en 5) en een bovenbouw (de groepen 6, 7 en 8).
Zelfstandig werken met de taak De leerkrachten werken met een weekrooster met de Daltonkleuren. Zij houden per dag bij wat ze hebben aangeboden.
18
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
We hebben het onderwijs zo georganiseerd dat er alle ruimte is voor de ontwikkelingsdrang van het kind. Wij werken met taken, waarbij kinderen aan één of meer opdrachten werken. In de praktijk betekent dit dat het kind na de instructie zelfstandig aan het werk kan met zijn/haar taak. De taak van elk kind staat vermeld op een taakbrief en omvat de taak voor de week. De taakbrief geeft aan wat een kind op het gebied van rekenen, taal, lezen, wereldoriëntatie, etc. moet doen. De leerkracht kan voor individuele leerlingen een dagtaak samenstellen. Het kind geeft met dagkleuren aan wat hij/zij gaat doen. Zodra het onderdeel af is, wordt het onderdeel met de dagkleur afgetekend. Elke dag heeft zijn eigen kleur binnen het Daltononderwijs. Het is belangrijk dat kinderen de taak overzien, weten wat de bedoeling ervan is (leerdoel) en waaraan het resultaat moet voldoen. Hierdoor kan het kind goed inschatten hoeveel werk iets is en welke middelen hij of zij nodig heeft om de taak met een goed resultaat af te ronden. Van belang is ook dat hij of zij het eigen tempo kan bepalen. De inrichting van onze school – en de manier waarop de klassen zijn georganiseerd -stimuleert het kind zelfstandig te werken, samenwerking te zoeken, een eigen werkplek te vinden en de taak naar eigen inzicht te volbrengen. Voorwaarde hierbij is een grote toegankelijkheid van middelen, materialen en personen en een uitnodigend gebouw. Zelfverantwoordelijk leren staat bij Dalton in een opvoedkundige context. Als er meer verantwoordelijkheid gegeven wordt, krijgt de leerling meer mogelijkheden zelfstandig te leren. Onderdeel van het zelfstandig werken is de uitgestelde aandacht, waarbij we het stoplicht gebruiken. Zelfstandige en zelfverantwoordelijke kinderen kijken zoveel mogelijk hun eigen werk na. We hebben daar afspraken over gemaakt. Onderwijs op maat Het onderwijs op onze school is zoveel mogelijk afgestemd op de onderwijsbehoefte van de individuele kinderen. De leerkracht geeft waar nodig instructie op maat: verlengde instructie en preteaching. Ook binnen de taken wordt gedifferentieerd. Werkvormen In de groep zijn de leerlingen in verschillende kleine groepjes ingedeeld. Leerlingen hebben een ‘basisplaats’, maar tijdens de taakuren kunnen ze vaak hun eigen plekje in het lokaal of op de gang zoeken. In de groep hebben ze de mogelijkheid om in het werk te differentiëren, zodat niet alle leerlingen van één groep altijd dezelfde taak hebben. De groepsleerkracht gebruikt verschillende werkvormen, waardoor we het verwerken van de leerstof zo afwisselend mogelijk maken. In de school maken we gebruik van de volgende didactische werkvormen: kring- of groepsgesprek groepsinstructie deelinstructie zelfstandig werken samenwerken maatjeswerk diverse groepsactiviteiten. Ter ondersteuning van de diverse werkvormen hebben de kinderen de beschikking over verschillende materialen en natuurlijk de laptops in de school. Daarnaast maken we ook graag gebruik van materialen uit de dagelijkse omgeving van het kind (b.v. krant, televisie, dvd, meegebracht speelgoed enz). Rol leerkracht Met de drie uitgangspunten vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking zal het duidelijk zijn dat de rol van de leerkracht op onze school een fundamenteel andere is dan in vele andere vormen van onderwijs. Hij of zij geeft niet alleen onderwijs, maar is meer begeleider en, als dat nodig is, stuurman. Orde in een groep krijgt ook een andere dimensie, aangezien het in het Daltononderwijs vooral gaat om een zorgvuldige planning van de lesstof. De stof wordt in onderdelen geschikt gemaakt voor klassikale instructie, maar ook voor onderdelen waarbij leerlingen hun eigen aanpak kunnen inzetten. Maatjes Alle kinderen hebben een sociaal maatje. De maatjes helpen elkaar en voeren samen huishoudelijke taken uit. Vanaf groep 3 hebben alle kinderen ook een leermaatje. De leermaatjes zitten in hetzelfde groepje (leerteam) en helpen elkaar bij het werk. 19
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Portfolio Van alle kinderen wordt een portfolio aangelegd met werkjes waar ze trots op zijn. Van elk schooljaar wordt een aantal werkjes bewaard en in het plakboek geplakt door de groepsleerkracht of stagiaire. Aan het eind van groep 8 krijgen de kinderen het portfolio te zien en mogen ze het mee naar huis nemen. Geel mapje Elk nieuw kind krijgt een geel mapje, en van alle dagen van de eerste schoolweek wordt een verslagje gemaakt. Het kind vult wat in en de groepsleerkracht vult wat in. Dit gaat mee naar huis en wordt elke dag weer mee terug genomen naar school. Daarna nog 3 weken 1 x per week. Vanaf dat moment 1 x per maand voor de groepen 1 t/m 4. Vanaf groep 5 aan het begin van het schooljaar 1 x in de eerste 2 schoolweken, daarna 1 x per 2 maanden.
2.6 Leerstofplanning Hieronder geven wij de leerstofplanning en het gebruik van de leertijd aan. Vakgebieden Zintuiglijke ontwikkeling /buitenspel Lichamelijke ontwikkeling Zwemmen Technisch lezen Begrijpend lezen Taal/spelling Voorbereidend taal en lezen Voorbereidend rekenen Schrijven Rekenen en Wiskunde Engelse Taal Topondernemers Topografie School tv Levensbeschouwing, Soc.vaardigheden Verkeer Gezond en redzaam gedrag Arbeid naar keuze Bevo (tekenen en handvaardigheid) Muziek Pauzes
1-2
3
4
5-1 / 5-2*
6
7
8
1,50
1,50
0,75
0,75 of 1,50 0,75 of 1,00
1,50
1,50
6,25 1,50
0,75 5,00 3,00
2,25 0,75 5,00
2,15/1,50 0,75/1,50 5,00
1,50 1,50 5,00
1,00 1,50 5,00
1,00 1,50 5,00
2,00 4,75
1,50 4,75
1,00 4,75
1,00 4,75
0,50 4,75
0,50 4,75
1,75
2,25
0,25 1,00
0,50 1,50
0,50 1,50
0,50 2,25 0,75 0,25 1,50
0,50 2,25 0,75 0,25 1,50
0,75 3,00 0,75 0,25 1,25
1,00 3,00 0,75 0,25 1,25
1,00
0,50 0,50
0,50 0,50
0,50 0,50
0,50 0,50
0,75 0,50
0,50 0,50
3,75 1,00
1,50
1,50
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00 1,25 24,50
0,75 1,25 24,50
0,75 1,25 24,50
0,75 1,25 24,50
0,75 1,25 24,50
0,75 1,25 24,50
0,75 1,25 24,50
5,50 1,50 0,50
Totaal *Opm. 5-1/5-2…. 5-1 staat voor eerste 5 maanden van het schooljaar, 5-2 staat voor tweede 5 maanden van het schooljaar.
20
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
2.7 Zorgstructuur De leerlingenzorg of zorgstructuur vormt een essentieel onderdeel van ons onderwijsaanbod. We zijn een nieuwe school en de zorgstructuur is nog volop in ontwikkeling. In deze paragraaf beschrijven we de zorgstructuur, zoals we die in deze nieuwe schoolplanperiode willen realiseren. Achtereenvolgens beschrijven we onze visie, het continuüm van zorg en de organisatiecomponenten, die van invloed zijn op de zorg. 2.7.1 Visie op zorg In onze visie staan passend onderwijs en handelingsgericht werken centraal. Binnen de Daltonprincipes, vrijheid, zelfstandigheid en samenwerken, zijn er talrijke mogelijkheden om Passend Onderwijs optimaal vorm te geven. De nieuwste inzichten op het gebied van Passend Onderwijs, het Handelings Gericht Werken (HGW), sluiten naadloos aan bij deze principes. Het Daltononderwijs gaat uit van optimale ontwikkelingskansen voor ieder kind: wat heeft deze leerling nodig om te leren lezen, schrijven, een werkstuk te maken, sociaal vaardiger te worden? etc. Steeds opnieuw onderzoekt de leerkracht wat een individuele leerling nodig heeft om verder te komen in zijn ontwikkeling. De leerkracht schept de voorwaarden zodat iedere leerling zich kan ontplooien. Dit is kenmerkend voor Daltononderwijs maar ook voor het Handelings Gericht Werken. Deze principes en uitgangspunten lopen in elkaar over en versterken elkaar. Met handelingsgericht werken (HGW) maken we de omslag van probleemgericht naar oplossingsgericht werken: van met elkaar kijken naar wat het kind wel kan in plaats van wat het kind niet kan en op basis daarvan vervolgstappen bedenken en uitvoeren. Handelingsgericht werken is systematisch, doelgericht en maakt gebruik van haalbare adviezen. Steeds minder ligt de nadruk op kindkenmerken en steeds meer op de interactie tussen het kind en zijn onderwijsleeromgeving. Bij handelingsgericht werken staan de volgende vragen centraal: - Wat heeft deze leerling nodig in de klas en wat zijn haar/zijn onderwijsbehoeften? - Hoe krijgen we zicht op de interactie tussen leerkracht en leerling? - Wat helpt om goed te communiceren en samen te werken met de ouders? - Hoe komen we op school tot een handelingsgerichte zorgstructuur?
De uitgangspunten van het handelingsgerichte werken kunnen breed in de school worden ingezet als een leidraad voor de gehele zorgstructuur. Het doel is dat leerkrachten goed onderwijs realiseren dat zoveel mogelijk is afgestemd op de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Het gaat dus om de ‘gewone’ leerlingen, én om de leerlingen, die extra begeleiding nodig hebben omdat ze zich anders, langzamer of sneller ontwikkelen. Deze manier van werken is volop in ontwikkeling. Hieronder de 7 HGW-uitgangspunten, die vanuit leerkrachtperspectief geformuleerd zijn.
21
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
1. Ik denk, kijk en praat over wat een kind nodig heeft om de volgende stap te maken -de onderwijsbehoeftenen handel daar zoveel mogelijk naar.
1. Al onze activiteiten zijn erop gericht zicht te krijgen op wat dit kind nodig heeft en wat een positief effect heeft op het kind i.p.v. wat er mis is met dit kind. We benoemen de onderwijsbehoeften van de kinderen en vertalen die naar een passend onderwijsaanbod. De methodes dienen daarbij als ondersteunend middel en niet als doel op zich.
2. Het afstemmen op kinderen zal ik als leerkracht moeten doen.
2. Ik reflecteer op mijn persoonlijke opvattingen omdat die bepalend zijn voor mijn handelen. Ik heb (en houd) de regie m.b.t. het organiseren en realiseren van passend onderwijs voor de kinderen in mijn groep, indien nodig in samenwerking met anderen. Ik ken mijn leerkrachtvaardigheden en neem initiatief om deze verder te ontwikkelen. Daarbij kan ik een beroep doen op collega’s en (externe) begeleiders.
3. Ik werk doelgericht en zoek naar richtinggevers voor mijn handelen, gebaseerd op wat het kind wél kan.
3. Ik heb zicht op de doelen die ik voor de komende periode met de verschillende kinderen wil bereiken. Ik reflecteer systematisch op de effecten van mijn onderwijsaanbod en aanpak. Mijn onderzoekende houding is vooral gericht op het vinden van aanknopingspunten voor mijn handelen om beter af te kunnen stemmen op wat de verschillende kinderen nodig hebben. Ik (en/of de ib’er) onderzoek (en) alleen wat ik nodig heb, om te kunnen bepalen wat ik moet gaan doen. Ik gebruik daarbij de als… dan redenering. Als we weten dat…. dan kunnen we besluiten tot…. Ik geef goed aan of de adviezen van anderen haalbaar zijn voor mij.
4. Ik werk vanaf het begin samen met het kind, de ouders, mijn collega’s en begeleiders.
4. Ik zoek vanaf het begin samen met het kind en de ouders, die ik als ervaringsdeskundigen zie, naar mogelijkheden om af te stemmen op het kind. Ik zie het kind als eigenaar van zijn eigen ontwikkeling en ga met hem of haar hierover in gesprek. Ouders zijn welkom op school en ik benadruk dat ouders en school een gemeenschappelijk belang hebben: het kind. Op basis van mijn begeleidingsvraag ga ik samen met interne/ externe begeleiders op zoek naar het begrijpen en afstemmen op de onderwijsbehoeften van de kinderen in mijn groep.
5. Ik kijk naar de wisselwerking tussen kinderen, hun ouders, hun groep en mijzelf en stem mijn handelen hierop af.
5. Ik kijk niet alleen naar “dit kind”, maar naar “dit kind, in mijn groep, in deze school en met deze ouders”. Ik richt me op de interactie (en de effecten daarvan) tussen het kind, medeleerlingen, mezelf en de ouders. Zo ben ik op zoek naar richtinggevers voor mijn handelen om tot een betere afstemming op (met) het kind te komen. Standaardaanpakken die voor alle kinderen, leerkrachten en ouders gelden bestaan niet, want elke situatie is uniek.
6. Iedereen heeft kwaliteiten. Ik ben op
6. Ik ben op zoek naar positieve aspecten van kinderen, hun ouders en mezelf. Ik richt me met name op de positieve aspecten bij mijn 22
© Cormano
BS De IJsbreker
zoek naar mogelijkheden van kinderen, ouders en mezelf.
7. We werken systematisch en zijn open en duidelijk naar elkaar; kind, ouders, leerkracht en begeleiders.
Schoolplan 2011-2015
handelen (wat kunnen dit kind en ik wel onder welke omstandigheden en wat hebben we hierbij nodig.) Ik benut deze positieve aspecten bij mijn aanpak en ga na hoe het werkt.
7. We werken stap voor stap volgens een voor iedereen herkenbare werkcyclus met duidelijke beslismomenten. Het is duidelijk wie waarover beslist: het kind, de leerkracht, de school, de ouders. De beslissingen die we nemen zijn voor alle betrokkenen inzichtelijk en transparant: het is duidelijk waarom we die hebben genomen.
2.7.2 Continuüm van zorg Het continuüm van zorg is het hart van het zorgsysteem, het is de concretisering van de integrale leerlingenzorg in de school. Onder het 'continuüm van zorg' verstaan we het realiseren van passende zorgmaatregelen door de leerkracht in de groep en door de school als geheel. Immers, het ene kind heeft meer zorg nodig dan het andere. De verschillen in onderwijsbehoeften van de kinderen hangen samen met de verschillen in leergeschiktheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, lichamelijke mogelijkheden en sociaal-culturele achtergrond. Iedere leerling krijgt binnen het continuüm van zorg het onderwijs dat hij/zij behoeft. Er kan zo gesproken worden over een viertal verschillende niveaus van zorg. Deze verschillende zorgniveaus zijn met elkaar verbonden; ze sluiten op elkaar aan en vormen een continuüm. Onze school garandeert op deze manier dat alle kinderen een zo optimaal mogelijk ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het continuüm van zorg wordt door middel van het dagelijks handelen van de leerkracht en de school gerealiseerd op de volgende zes inhoudelijke gebieden: het jonge kind, de sociaal-emotionele ontwikkeling, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling/taal/woordenschatontwikkeling en rekenen/wiskunde. Het schoolbeleid richt zich op het preventief en curatief werken in directe samenhang met deze inhoudelijke gebieden. Het zorgsysteem ziet er schematisch als volgt uit. Schoolbeleid
2. LVS
Continuüm van zorg
3.Leerlingenoverleg
Gebieden * Jonge Kind * Sociaal- emotionele ontwikkeling * Technisch Lezen * Begrijpend Lezen * Taal/spelling/woordenschat * Rekenen/wiskunde Niveaus van zorg 1. Basiszorg 2. Extra Zorg 3. Speciale zorg na onderzoek 4. Speciale zorg na extern onderzoek Aparte leerlijnen/’rugzakken’
4. Coördinatie leerlingenzorg In de optimale situatie krijgen de verschillende niveaus vorm en inhoud zoals hierna onder 2.6.3 is beschreven. Vooraf willen we benadrukken dat onze benadering van onze leerlingen een positieve is. Wij 23
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
willen werken volgens de methodiek Handelingsgericht Werken, waarbij de onderwijsbehoeften van de leerlingen centraal staan. 2.7.3 Handelen binnen het continuüm van zorg We streven ernaar te werken op de hierna beschreven manier. Niveau 1 Basiszorg De leerkracht geeft kwalitatief goed onderwijs aan haar/zijn groep leerlingen, anticipeert daarbij op problemen die leerlingen kunnen krijgen en richt het onderwijs zo in dat problemen van leerlingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Indien de ontwikkeling van leerlingen daartoe aanleiding geeft, gaat de leerkracht over tot extra zorg (niveau 2). Niveau 2 Extra zorg De leerkracht geeft extra zorg aan kinderen die dat nodig hebben. De leerkracht geeft extra zorg door: - meer individuele instructie en verwerking (verlengde instructie of voor-instructie); - extra feedback aan kinderen; - het inzetten van extra didactische materialen; - het nemen van extra pedagogische maatregelen; - toepassing van een groepsorganisatie, gericht op differentiatie. De leerkracht evalueert de gegeven hulp en gaat na of de extra zorg het beoogde effect heeft gehad. Op grond van de evaluatiegegevens wordt een voortgangsbeslissing genomen. Dit kan zijn: - doorgaan met de huidige aanpak totdat het gewenste resultaat bereikt is; - terug gaan naar het niveau van de basiszorg (niveau 1); - aanmelden bij de intern begeleider: de problematiek is ernstiger en vraagt om speciale zorg met mogelijk intern onderzoek (niveau 3). Niveau 3 Speciale zorg De leerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider, die eventueel nader onderzoek doet. Op basis van de systematisch verzamelde informatie verkennen de leerkracht en de ib’er oplossingen voor het probleem en stellen een handelingsplan op. Het handelingsplan beschrijft de speciale zorgactiviteiten die de leerkracht met de leerlingen gaat uitvoeren. Het inzetten van speciale zorg richt zich op: - het creëren van meer leertijd; - het hanteren van aangepaste doelen; - de intensivering van (individuele) instructie en verwerking; - het ondersteunen van het leerproces door middel van ortho-didactische /-pedagogische - hulpmaterialen; - het creëren van een positief werkklimaat. De betreffende ouders worden op de hoogte gebracht als hun kind deze extra hulp wordt geboden. In elk handelingsplan wordt de beginsituatie van de leerling benoemd, wat het doel is van de begeleiding en op welke manier en wanneer deze extra hulp wordt aangeboden. De leerling krijgt individueel of in een groepje extra instructie en begeleiding aangeboden. Iedere groep heeft daarvoor een instructietafel in de klas. Na zes tot acht weken worden de resultaten van deze extra begeleiding door de leerkracht met de ouders besproken. De leerkracht evalueert de gegeven hulp en gaat na of de speciale zorg effect heeft. Op grond van deze evaluatie nemen de leerkracht en de intern begeleider een voortgangsbeslissing. Dit kan zijn: - doorgaan met begeleiding in de speciale zorg op dit niveau totdat het gewenste resultaat bereikt is; - teruggaan naar het niveau van extra zorg (niveau 2) of het niveau van basiszorg (niveau 1); - aanmelden bij de externe deskundige voor extern onderzoek (niveau 4). Niveau 4 Speciale zorg na extern onderzoek De speciale zorg richt zich over het algemeen op kinderen met een aparte leerlijn. De interne begeleider bespreekt de leerling met de externe deskundige. De beschikbare gegevens worden geanalyseerd. De externe deskundige verricht vervolgens een onderzoek en bespreekt de gegevens met de leerkracht, de ouders en de intern begeleider. De leerkracht en ib’er stellen mede op basis van de externe diagnosegegevens een plan van aanpak op.
24
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
De leerkracht voert het plan vervolgens uit, eventueel ondersteund door de remedial teacher en/of de ambulante begeleider vanuit het speciaal onderwijs. Het plan van aanpak wordt geëvalueerd en er wordt een voortgangsbeslissing genomen. Dit kan zijn: - teruggaan naar een van de eerdere niveaus van zorg (niveau 1, 2, 3); - doorgaan met de begeleiding door middel van een handelingsplan (niveau 4); - einddoelen en tussendoelen van de leerling aanpassen aan zijn/haar mogelijkheden (niveau 4); Leerlingen die structureel ondersteuning nodig hebben, hebben geen handelingsplan, maar hebben een individuele leerlijn. Omdat deze leerlingen op bepaalde onderdelen op een ander niveau werken, krijgen zij aparte instructie van de leerkracht of van een leerkracht die remediërende taken heeft. De school heeft van elke leerling een leerlingendossier waarin alle relevante gegevens gedurende de schoolloopbaan bewaard worden.
De zorgcyclus binnen school.
Mocht de zorg op onze school zoals hiervoor beschreven, niet leiden tot verbetering dan wel 5 verandering, dan kan de school de leerling (met toestemming van de ouders) aanmelden bij VIA. 6 Hierin is ook de PCL vertegenwoordigd. VIA adviseert wat de beste mogelijkheid is voor het kind. 2.7.4 Bovenschoolse hulp Wij kunnen binnen het samenwerkingsverband een beroep doen op bovenschoolse hulp. Collega's en deskundigen van het Speciaal Basisonderwijs kunnen we om advies vragen: de preventieve ambulante begeleiding. Op het aanmeldingsformulier geven de ouders aan waarvoor hun kind wordt aangemeld. Dit kan zijn voor: 1. Aanvragen van boven-schoolse hulp in de vorm van: - consultatie of advies aan het multi-disciplinair samengeteld team i.v.m. de verdere hulpverlening en/of begeleiding van een leerling - preventieve ambulante begeleiding
5 6
De bovenschoolse zorgorganisatie gaat grondig veranderen Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)
25
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Om deze aanvraag te motiveren levert onze school informatie aan om de hulpvraag van het kind te verduidelijken. 2. Verzoek aan VIA om te onderzoeken of plaatsing van hun kind op het Speciaal Basisonderwijs noodzakelijk is. Om deze aanmelding te ondersteunen moet een onderwijskundig rapport door de basisschool worden aangeleverd en het vragenformulier van de ouders met hun visie en motivatie. 2.7.5 Leerlinggebonden financiering Voor kinderen met een handicap /stoornis is de leerlinggebonden financiering (lgf) of ‘rugzak’ ingevoerd. In die rugzak zitten middelen voor formatie en specifieke materialen om het onderwijs aan het kind te ondersteunen. Om in aanmerking te komen voor een rugzak dienen de ouders het kind aan te melden bij een Commissie Voor Indicatiestelling. Deze commissie bepaalt of het kind hier voor in aanmerking komt. Naar verwachting vervalt de rugzak in 2012. Als het kind bij ons op school wordt aangemeld, wordt in een gesprek met de ouders de hulpvraag bepaald en worden de verwachtingen van de ouders en de mogelijkheden van de school besproken. Als blijkt dat wij het kind die hulp kunnen bieden die het behoeft dan wordt er een ‘groot handelingsplan (IHP)’ gemaakt, mede in overleg met de ambulante begeleiding. Wanneer blijkt dat het niet mogelijk is voor de school om het kind adequaat en verantwoord op te vangen dan moeten wij, mede in het belang van het kind, het verzoek tot plaatsing afwijzen.
2.8 Componenten zorgstructuur Het nemen van zorgmaatregelen op leerkracht-, groeps- en schoolniveau wordt ondersteund door een viertal organisatorische componenten. Deze stellen de leerkracht en de school in staat de maatregelen te treffen, die passen bij de specifieke onderwijsbehoeften van de kinderen. Hierna geven we een beschrijving van die vier gebieden. 2.8.1 Schoolbeleid De IJsbreker valt onder het samenwerkingsverband Amsterdam-Noord. Het samenwerkingsverband bestaat uit 26 scholen -waarvan 2 scholen voor speciaal basisonderwijs- en hun besturen. De opzet is regionaal. De partijen dragen de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de inhoud van het zorgplan. De feitelijke uitvoering van het zorgbeleid op de scholen is de verantwoordelijkheid voor de afzonderlijke schoolbesturen. Het zorgbeleid van onze school komt in grote lijnen overeen met het zorgbeleid, zoals het Samenwerkingsverband (SWV) dit beschrijft in zijn zorgplan. De organisatie van het zorgbeleid binnen de school is (mede) gebaseerd op het door het SWV vastgestelde Zorgplan. Zie bijlage 3: Zorgplan 2011 e.v.
2.8.2 Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem (LVS) vormt de tweede component van het zorgsysteem. Om zorg op maat te kunnen realiseren is het nodig om te kunnen beschikken over een leerlingvolgsysteem met instrumenten voor de ontwikkeling van het jonge kind, gedrag/sociaal-emotionele ontwikkeling en voor de basisvaardigheden technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen/ wiskunde. Het betreft observaties, evenals methodegebonden als niet-methodegebonden toetsinstrumenten. Het LVS is een hulpmiddel om op een systematische manier de vorderingen van de leerlingen, de groep en de school over langere periodes in kaart te brengen. Met behulp van het leerlingvolgsysteem stelt de leerkracht tweemaal per jaar vast of de onderwijsdoelen worden gehaald en of: - de leerlingen voldoende vooruit gaan; - de leerstof op het niveau van de leerling is afgestemd; - welke leerlingen extra hulp nodig hebben; - welke leerlingen uitdagender leerstof nodig hebben; - het onderwijsaanbod wijzigingen behoeft. Zowel binnen de ASKO als in het BBO zijn afspraken gemaakt om te komen tot een standaardisering van niet-methodegebonden toetsen, die op alle ASKO-scholen worden afgenomen, op basis van een stadsbrede ‘Gezamenlijke Minimum Toetsstandaard’. 26
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Uitgangspunt voor de standaard is geweest te komen tot een samenstelling die enerzijds recht doet aan de wens om op adequate wijze zicht te krijgen op de resultaten en vorderingen van kinderen en anderzijds ook in de praktijk goed werkbaar is.
Hierna geven wij een overzicht van de toetsen, die wij volgens de BBO standaard gebruiken. Toets
Okt.
Nov.
Dec.
Jan.
Febr.
Mrt.
Apr.
Mei
Juni
Taal voor kleuters
M1-M2
E1-E2
Rekenen voor kleuters
M1-M2
E1-E2
M3-M8
E3-E7
M3-M8 M3-M8
E3-E7 E3-E7
M3-M8 M4-M8
E3-E7 E3-E4
Rekenen – Wiskunde Herfstsignalering VLL DMT AVI 7 PI-dictee Spelling 8 Begrijpend lezen Entreetoets Eindtoets
B3 (B4-B6)
E7 M8
Het leerlingvolgsysteem levert ons een goed beeld van de ontwikkeling van zowel de individuele kinderen als de groep als geheel. De gegevens worden digitaal verwerkt. De Cito-uitkomsten worden vermeld in het rapport en/of in een brief aan de ouders, waarin ook staat vermeld welke zorg de leerlingen de komende periode krijgen én wat de ouders thuis kunnen doen. Indien daar aanleiding toe is worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek. Zie bijlage 4: Memo ASKO d.d. 29 april 2011
2.8.3 Rapportage aan de ouders Wij hechten aan een goede samenwerking met de ouders en willen hen graag optimaal informeren over de ontwikkeling van hun kind. Na elke toetsperiode ontvangt elke ouder een brief met informatie over de afgenomen toetsen en de resultaten, die door hun kind zijn behaald. Daarnaast krijgen de ouders adviezen over de wijze waarop zij een concrete bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van hun kind. 2.8.4 Leerlingenoverleg Een belangrijke component van het zorgsysteem is het leerlingenoverleg. Op onze school wordt regelmatig overleg gevoerd over leerlingen: overleg met groepsleerkrachten, ouders en externe begeleiders. De intern begeleider vervult hierin een spilfunctie. Deze ondersteunt de groepsleerkrachten bij het analyseren, oplossen en evalueren van speciale begeleidingsvragen van leerlingen. We onderscheiden verschillende vormen van leerlingenoverleg. Groepsbespreking In de groepsbespreking word de voortgang van de leerlingen door de intern begeleider en de groepsleerkracht besproken aan de hand van gegevens uit het leerlingvolgsysteem. De resultaten van de gehele groep én specifiek de resultaten van de individuele leerlingen worden besproken. Dan wordt de eventuele hulp aan de groep besproken (groepsplan) en wordt vastgesteld voor welke leerlingen een nadere diagnose uitgevoerd moet worden. De groepsbespreking vindt 3x per jaar plaats.
7 8
Deze toets of screening wordt niet bij alle kinderen afgenomen Begrijpend lezen wordt v.a. groep 5 1x per jaar (in januari) afgenomen: M4 –M8
27
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Consultatiegesprek Ten behoeve van de begeleiding van zorgleerlingen kunnen groepsleerkrachten consultatiegesprekken met de ib’er voeren. Deze gesprekken vinden niet systematisch plaats, maar op basis van de hulpvraag. De ib’er voert overleg met de externe zorgverleners. Diagnosegesprek In het diagnosegesprek bespreken de intern begeleider en de groepsleerkracht de leerlinggegevens aangevuld met de resultaten van diagnostisch onderzoek Op basis van de gegevens wordt door de groepsleerkracht en de ib’er een handelingsplan opgesteld. Evaluatiegesprek In dit gesprek wordt een leerling besproken met wie gedurende een bepaalde tijd volgens een handelingsplan is gewerkt. Hoofddoel van een evaluatiegesprek is de evaluatie van de effecten van uitgevoerde handelingsplannen. Groot Zorgbreedteoverleg In onze buurt bundelen verschillende organisaties de krachten om alert te kunnen reageren op en voorkomen van problemen bij kinderen. Zo is er zes keer per jaar het zorgbreedteoverleg (ZBO) waarin directeur, ib’er, leerplichtambtenaar, jeugdarts en schoolmaatschappelijk werk zorgelijke situaties van kinderen bespreken, die niet gerelateerd zijn aan leerproblemen. Naast een vangnet voor kinderen met mogelijke problemen hopen we door een goede samenwerking tussen verschillende instanties de ontwikkeling van talenten van kinderen te stimuleren. 2.8.5 Coördinatie leerlingenzorg Het zorgsysteem wordt gecoördineerd door de intern begeleider. De taken van de intern begeleider zijn te verdelen in managementtaken van de leerlingenzorg en ondersteuningstaken naar groepsleerkrachten. Managementtaken van de leerlingenzorg: - Organisatie van het leerlingenoverleg - Beheer digitale leerlingendossiers - Bewaken van procedures en afspraken in de school voor * systematische signalering; * overleg met ouders; * inschakeling van hulpverlening van o.a. de Opvoedpoli, speciaal (basis)onderwijs, ZAT, maatschappelijk werk en jeugdhulpverlening; * verwijzing naar speciaal (basis)onderwijs; * overgang naar speciaal (basis)onderwijs; * terugplaatsing vanuit speciaal (basis)onderwijs. -
Plannen van de zorgverbredingsactiviteiten: signaleren, analyseren, diagnosticeren, remediëren en evalueren.
-
Afstemmen van de inzet van hulpverlening van externe deskundigen en speciaal (basis)onderwijs.
-
Overleg met de schoolleiding over de stand van zaken bij de leerlingenzorg.
Ondersteuningstaken naar groepsleerkrachten: - Begeleiding van groepsleerkrachten * Ondersteunen bij doelmatig klassenmanagement * Ondersteunen bij het afnemen van signaleringsinstrumenten. * Ondersteunen bij het analyseren van signaleringsgegevens. * Helpen opstellen van handelingsplannen. * Ondersteunen in gesprekken met ouders. * Coachen bij uitvoering van handelingsplannen. -
Onderzoeken * Verrichten van diagnostisch onderzoek. * Verrichten van observaties/klassenbezoeken.
28
© Cormano
BS De IJsbreker
-
Schoolplan 2011-2015
Ontwikkelen * Samenstellen van aangepaste programma's. * Bestellen van ondersteunende methodieken en materialen. * Inzetbaar maken van remediërende materialen.
Het systeem van interne begeleiding voldoet aan de minimumstandaard, d.i. een maat voor kwaliteit, zoals die door het SWV is opgesteld. Zie bijlage 5: Minimumstandaard II
2.9 Brede School In deze paragraaf beschrijven wij onze ontwikkeling als Brede School. 2.9.1 Inleiding Als Brede School willen we onze leerlingen zoveel mogelijk kansen geven om hun talenten optimaal te ontwikkelen en te gebruiken. Mede om die reden streven wij er naar om onderwijs, kinderopvang, zorg, welzijn en vrije tijd zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. In het kader van de Brede School werken we met meerdere partijen samen (zie hieronder), met ieder een eigen taak en verantwoordelijkheid. Samen willen wij invulling geven aan het volgende aanbod: voor- en vroegschoolse Educatie (VVE) of Voorschool; voorschoolse opvang; naschoolse opvang, en verlengde schooldag 2.9.2 Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE) of Voorschool Er waren plannen om mogelijk in het schooljaar 2011-2012 al te beginnen met een voorschool. Aangezien er nu al ruimtegebrek dreigt te ontstaan in beide scholen (Overhoeks en IJsbreker), zullen deze plannen nader bekeken worden door het Stadsdeel en de besturen. 2.9.3 Tussenschoolse Opvang We bieden geen tussenschoolse opvang (tso) i.v.m. continurooster. 2.9.4 Voor- en naschoolse opvang Ouders kunnen gebruik maken van de voor- en naschoolse opvang, die door Kindercentrum Ayla wordt verzorgd. De opvang gaat zo mogelijk in onze eigen school plaatsvinden, waardoor afstemming goed mogelijk is. Ca. 10 leerlingen nemen deel aan de voor- en naschoolse opvang (schooljaar 20102011). De verwachting is dat dit aantal in de komende jaren zal verdubbelen. Een klein aantal kinderen gaat overigens naar de Olevantjes. Ook hebben zich inmiddels andere aanbieders gemeld. 2.9.5 Verlengde schooldag Onze school oriënteert zich op het naschoolse aanbod met activiteiten op het gebied van sport, welzijn, kunst en cultuur.
Zie bijlage 6: Kader Brede School Zie bijlage 7: Preambule Kader brede School
29
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3 Beleidsvoornemens Onderwijs, Zorg en Opvang 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk handelt over de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, de zorg en de opvang op onze school in de periode 2011-2015. Per beleidsonderdeel formuleren we onze voornemens, die we SMART uitwerken. Deze worden voorafgegaan door een overzicht van analyse- en evaluatiegegevens op basis van de volgende instrumenten: - Evaluatie onderwijskundig beleid - Kwaliteitsonderzoek Inspectie - Overzicht onderwijsresultaten - Evaluatie zorgbeleid - Evaluatie Opvangbeleid / Brede School - Overzicht externe analyse/beleid bestuur De uitkomsten vormen een gedegen basis voor de geschetste beleidsontwikkeling voor de komende 4 jaar. De beleidsplanning van onze school sluit door middel van de externe analyse ook goed aan bij de ontwikkelingen van de rijksoverheid, de lokale overheid, het bestuur en in de omgeving van de school.
3.2 Evaluatie beleidsontwikkeling Als nieuwe school is evaluatie nog niet aan de orde.
3.3 Kwaliteitsonderzoek Inspectie Er is nog geen onderzoek gedaan door de inspectie.
3.4 Onderwijsresultaten Hierna geven wij een overzicht van onderwijsresultaten, gemeten met de CITO-instrumenten. Wij hebben nog geen uitstroomcijfers van groep 8. 9
3.4.1 Overzicht uitkomsten LVS De volgende uitslagen zijn scores van het Cito-leerlingvolgsysteem (LVS) van de gehele school in juni/juli 2011.
9
A= uitstekend
Groepen
ABC
DE
Taal voor kleuters Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters Rekenen voor kleuters
1 2 1 2
88% 100% 100% 83%
12% 0% 0% 17%
Spelling Spelling Spelling
3 4 5
80% 73% 60%
20% 27% 40%
Rekenen & Wiskunde Rekenen & Wiskunde Rekenen & Wiskunde
3 4 5
80% 75% 75%
20% 25% 25%
DMT DMT DMT DMT DMT DMT DMT
3 3 3 4 4 4 5
20% 20% 20% 73% 73% 73% 40%
80% 80% 80% 27% 27% 27% 60%
B= goed
kaart 1 kaart 2 kaart 3 kaart 1 kaart 2 kaart 3 kaart 1 C= voldoende
D= zwak
E= onvoldoende
30
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
DMT kaart 2 DMT kaart 3
5 5
40% 40%
60% 60%
Begrijpend lezen Begrijpend lezen Begrijpend lezen
3 4 5
100% 73% 80%
0% 27% 20%
Woordenschat Woordenschat Woordenschat
3 4 5
60% 82% 100%
40% 18% 0%
Evaluatie Als startende school krijgen wij kinderen van vele scholen. Op een aantal onderdelen scoren de meesten lager dan de oorspronkelijke IJsbrekerkinderen. Dat is terug te zien in de toetsresultaten. De zij-instromers hebben weliswaar extra zorg nodig, maar gaan snel vooruit. - De resultaten zijn bij de meeste vakken prima (< 25% DE-scores). - Bij woordenschatontwikkeling blijven de resultaten in groep 3 achter. We werken planmatig met woordmuren, woordenschatschriftje en woordenboeken om de woordenschatresultaten te verbeteren. - Ook technisch lezen vraagt om extra aandacht. M.b.v. inzet van een extra leerkracht, die gaat
-
ondersteunen bij het lezen in groep 3/4, gaan we beginnen met Connect-lezen, een interventieprogramma voor zwakke lezers uit groep 3 en 4. Binnen Connect wordt op zeer directe wijze een verbinding gelegd tussen schrijven en lezen. Veel aandacht is ook nodig voor spelling in groep 5. De extra leerkracht gaat ook aan de slag met spelling.
AVI groep 4 80% ABC
AVI Groep 5
20% DE
100% ABC
3.4.2 Overzicht resultaten CITO-eindtoets 20102011 De IJsbreker
-
Landelijk gemiddelde
535,3
Wij hebben nog geen groep 8, dus nog geen resultaten van de CITO-eindtoets.
3.4.3 Uitstroomcijfers groep 8
2010-2011
VMBO
VMBO-T
HAVO
HAVO/VWO
VWO
-
-
-
-
-
ste
Wij hebben nog geen uitstroom van 8 -groepers.
31
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.5 Externe analyse Er is een aantal externe ontwikkelingen van invloed op de planning van ons onderwijskundig beleid voor de periode 2011-2015. Het gaat om de volgende zaken: 3.5.1 Beleid Rijksoverheid Hieronder geven wij een overzicht van relevante beleidsvoornemens van de rijksoverheid. Kwaliteit leeromgeving De overheid zet in op veilige, schone en gezonde schoolgebouwen. Daarom moet elke basisschool een plan hebben opgesteld voor veiligheid, gezondheid en milieu. Het gaat hierbij niet alleen om de veiligheid van de lokalen, de verlichting en de stoelen, maar ook om bescherming tegen pesten, bedreiging, seksuele intimidatie, geweld en discriminatie. In het veiligheidsplan van de school staan hier afspraken over. Ook staan in het plan afspraken over een vertrouwenspersoon en de klachtenprocedure. Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken is een belangrijke pijler van de kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs. Opbrengstgericht werken betekent dat leerkrachten zich in het bijzonder op leeropbrengsten moeten focussen. Toetsresultaten spelen daarin een rol, maar ook de dagelijkse praktijk van observeren van leerlingen, nakijken van werk en dergelijke. Opbrengstgericht werken is m.n. gekoppeld aan taal, lezen en rekenen. Implicaties voor het schoolbeleid Wij zijn daar volop mee bezig. De referentieniveaus De referentieniveaus zijn per 1 augustus 2010 ingevoerd en vormen een optimaal instrument om het opbrengstgericht werken in de praktijk te realiseren. Scholen dienen de referentieniveaus als uitgangspunt voor hun onderwijs te nemen. De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. Hiermee kunnen doelen worden vastgesteld en leerprestaties van individuele leerlingen worden gemeten, gevolgd en waar nodig bijgesteld. Voor elk moment is aangegeven op welke niveau de leerling dient te zijn. Bovendien bevorderen de referentieniveaus een soepelere aansluiting tussen de verschillende onderwijssectoren doordat in elke fase van de opleiding van een leerling zijn of haar niveau op eenduidige wijze kan worden vastgelegd. We screenen onze methodes op basis van de referentieniveaus. Aandacht voor excellentie Scholen dienen talentvolle leerlingen extra uitdaging te bieden. De overheid investeert daarom in excellentieprogramma’s. Implicaties voor het schoolbeleid Al onze methodes bieden veel mogelijkheden voor verbreding, verdieping en uitdaging. Een voorbeeld daarvan is de methode Topondernemers (zie 2.4.1). 3.5.2 Beleid lokale overheid Hieronder geven wij een overzicht van relevante beleidsvoornemens van de okale overheid. Huisvesting De deelraad is verantwoordelijk voor het huisvestingsbeleid en deels voor de kwaliteit van de leeromgeving. Zie boven Wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid om aan alle kinderen die dat nodig hebben, een aanbod van voorschoolse educatie te doen dat kwalitatief hoogwaardig is. Daarbij moet de gemeente zich inspannen om zoveel mogelijk kinderen ook daadwerkelijk te laten deelnemen aan voorschoolse educatie. Om dit te realiseren moet de gemeente afspraken maken met onder andere peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en schoolbesturen.
32
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Implicaties voor het schoolbeleid Ons schoolbestuur is in overleg met de gemeente hierover. 3.5.3 Beleid Bestuur Hierna geven wij een overzicht van relevante beleidsvoornemens uit het bestuurlijk Strategisch Beleidsplan 2011-2015. ICT ICT kan een belangrijke rol spelen als hulpmiddel bij het realiseren van een kwaliteitsverbetering in het onderwijs. ICT binnen het onderwijs omvat een gebied van het leerlingniveau binnen een groep tot aan het organisatieniveau van de ASKO als geheel. Om de visie te kunnen realiseren is het van groot belang dat er een zekere balans bestaat in de mate van aandacht voor de volgende aspecten: 1. Een visie op onderwijs en ICT 2. Deskundigheid op alle niveaus 3. Digitaal (les) materiaal (software) 4. De technische infrastructuur Doelen Om de scholen te ondersteunen bij de nadere invulling en versterking van de balans heeft de ASKO voor 2015 de volgende doelstellingen: Elke school heeft een eigen ICT-beleidsplan Elke ASKO-medewerker heeft voor de eigen functie voldoende inzicht in de toepassingsmogelijkheden van ICT De ASKO heeft een veelgebruikt organisatiebreed communicatieportaal De ASKO optimaliseert het werken met Parnassys De ASKO heeft een zorgeloze moderne technische infrastructuur Implicaties voor het onderwijskundig beleid 2011-2015: ICT is volop in ontwikkeling. We beschikken over digi-borden en laptops en werken met Parnassys. De ict’er gaat samen met de directeur het ict-beleidsplan schrijven (zie 3.8.3) . Doorlopende leerlijn taal Een doorlopende leerlijn taal is een meerjarig onderwijsprogramma (curriculum) gericht op taalgebied en verspreid over verschillende leerjaren en verschillende schooltypes (basisonderwijs en voortgezet onderwijs). De doorlopende leerlijn is een doorlopend programma waarbij bewust is nagedacht over wát wordt aangeboden, wánneer het wordt aangeboden en hóe het wordt aangeboden. Huidige situatie In het kader van de doorlopende lijn taal is er op de meeste ASKO-scholen er een taalbeleidsplan. Op de helft van de 33 ASKO-scholen is een taalcoördinator aangesteld. De noodzaak voor het aanstellen van een taalcoördinator is afhankelijk van het aantal kinderen met een taalachterstand. Scholen die veel kinderen met taalachterstand hebben, besteden extra veel aandacht aan taal en hebben zowel een taalbeleidsplan als een taalcoördinator. Maar eigenlijk geldt modernisering van het taalonderwijs voor alle scholen en zou elke school de nieuwe taaldoelen (kwaliteitskaarten) die de PO-raad heeft laten opstellen moeten opnemen in het schoolplan. Gewenste situatie Het is wenselijk dat elke directeur weet wat goed taalonderwijs inhoudt en zich op de hoogte houdt van nieuwe ontwikkelingen (zoals het raadplegen van de website van de PO-raad), zicht heeft op de gewenste resultaten voor de doelgroep en streeft naar verbetering. Ook is het wenselijk dat elke directeur doelen in het taalbeleidsplan formuleert en meet. En de effecten van het taalbeleid twee keer per jaar analyseert aan de hand van het leerlingvolgsysteem. Doelen Elke school heeft een taalbeleidsplan waarin opgenomen de kwaliteitskaarten van de PO-raad, de gewenste resultaten per leerjaar, de uitgewerkte doelen voor het komende jaar (de komende jaren) en evalueert twee keer per jaar de leerlingenresultaten. 33
© Cormano
BS De IJsbreker -
Schoolplan 2011-2015
Elke school zorgt voor een goede overdracht naar het volgende schooljaar op gebied van taal en lezen Elke school formuleert in het taalbeleidsplan scholing en begeleiding voor het team Elke directeur heeft zicht op de verschillen tussen leerkrachten op gebied van taal en lezen en zet scholing en begeleiding in. Met hulp van het bestuurskantoor wordt subsidie aangevraagd voor taalontwikkeling, VVE, Schakelklas, opleiding taalcoördinator De regiomanager evalueert samen met de directeur jaarlijks het taalbeleid.
Implicaties voor het onderwijskundig beleid 2011-2015: We oriënteren ons. In de nieuwe schoolplanperiode schrijven wij ons taalbeleidsplan. Veiligheid rond scholen Basisscholen zijn verplicht een veiligheidsplan op te stellen om de veiligheid op school te waarborgen. Het veiligheidsplan heeft betrekking op de fysieke (o.a. brandalarm) en de sociale veiligheid (o.a. pesten) op een school. Huidige situatie De ASKO-scholen werken conform de doelstellingen in het veiligheidsplan samen met de gemeente, de wijkpolitie, het buurthuis en jongerenwerk. De gemeente maakt afspraken met de politie en met instanties in de buurt over de veiligheid in de omgeving van de school. Ook kan de gemeente zorgen voor voorzieningen zoals straatverlichting, verkeerslichten, surveillance en verkeersdrempels. Gewenste situatie De ASKO streeft naar een situatie waarbij de samenwerkende partners pro-actief inspelen op de onderwerpen, die de veiligheid (fysiek en sociaal) aangaan. Doel -
Een vorm van samenwerking tussen de partners, waarbij probleemsituaties effectief worden aangepakt en waarbij potentiele problemen vroegtijdig gesignaleerd worden.
Implicaties voor het onderwijskundig beleid 2011-2015: - Het (sociaal) veiligheidsplan is in ontwikkeling.
3.6 Beleidsvoornemens 2011-2015 Op grond van de voorgaande analyses en evaluaties komen we tot de keuze van de volgende beleidsvoornemens. Actiepunten n.a.v. de onderwijsresultaten Ontwikkeling woordenschat v.a. groep 1/2 (zie 3.8.2) Actiepunten naar aanleiding van de externe analyse Doorgaande lijn ICT / ontwikkeling ICT-beleidsplan (zie 3.8.3) Taalbeleidsplan Overige actiepunten Daltonscholing directie en leerkrachten (zie 3.8.1) Implementatie Topondernemers (zie 3.8.5) Implementatie aanpak voor Expressie als onderdeel van het cultuuronderwijs (zie 3.8.4) Ondernemend leren: samenwerking opzetten met Jinc (zie 3.8.8) Opzetten Natuuronderwijs (zie 3.8.6) Implementatie aspecten van de Vreedzame School (zie 3.8.7) Ontwikkeling Taalbeleidsplan (zie 3.8.9)
34
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.7 Planningsschema Onderwijskundig beleid 2011 – 2015 Hieronder geven wij een schematisch overzicht van onze onderwijskundige beleidsvoornemens voor de komende schoolplanperiode. 2011-2012
Groep 1-2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
2012 – 2013
2014 – 2015
Daltonscholing Woordenschat ICT Expressie Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT
Daltonscholing 10 Taalbeleidsplan ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Zorg
Zorg
Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT Expressie Topondernemers Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Zorg
Zorg
Kinderraad Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT Expressie Topondernemers Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Zorg
Zorg
Kinderraad Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT Expressie Topondernemers Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT Natuuronderwijs
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Zorg
Zorg
Kinderraad Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT Expressie Topondernemers Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT Natuuronderwijs Burgerschap Zorg
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT Burgerschap Zorg
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT Kinderraad Burgerschap Zorg
Daltonscholing Woordenschat ICT Natuuronderwijs Topondernemers Ondernemend leren Zorg
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Zorg
Kinderraad Zorg
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Daltonscholing Taalbeleidsplan ICT
Topondernemers Ondernemend leren Zorg
Kinderraad Zorg
Groep 7
Groep 8
10
2013 – 2014
Dit is een groepsoverstijgend plan 35
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8 Uitwerking onderwijskundige beleidsvoornemens In deze paragraaf worden de onderwijskundige actiepunten uitgewerkt volgens de SMART-principes. Bovendien wordt aangegeven hoe de leerkrachten worden toegerust in termen van scholing en begeleiding, op welke wijze de uitvoering wordt georganiseerd, welke activiteiten de schoolleiding onderneemt en welke financiële implicaties verbonden zijn aan de uitvoering. 3.8.1 Daltonscholing
Uitvoering
Directie en leerkrachten
Verantwoording
Tijdens het schrijven van dit schoolplan zijn wij een Daltonschool in ontwikkeling en volgen directeur en leerkrachten de Daltonscholing. Naar verwachting worden wij in het schooljaar 2012-2013 als Daltonschool erkend. Alle nieuwe leerkrachten zullen de komende jaren het Daltoncertificaat dienen te halen.
Specifieke opbrengsten
Directie en leerkrachten zijn in het bezit van het Dalton-certificaat. Zie voor overige opbrengsten het Dalton Beleidsplan.
Evaluatiecriteria
-
De visitatie van de Daltonvereniging heeft als resultaat dat onze school de daltonlicentie verkrijgt. Alle teamleden zijn in het bezit van het Daltoncertificaat.
Planning op hoofdlijnen
2011-2012 Scholing Schoollicentie 2012-2013 Scholing nieuwe leerkrachten 2013-2014 Scholing nieuwe leerkrachten 2014-2015 Scholing nieuwe leerkrachten
Toerusting leerkrachten
Daltonscholing door een erkend opleidingsinstituut.
Tijdsinvestering
80 uur op jaarbasis (leerkrachten) 100 uur op jaarbasis (directeur)
Organisatie
N.v.t.
Activiteiten schoolleiding
De directeur coördineert en bewaakt de uitvoering scholingsbeleid. De directeur schrijft een Daltonplan.
Kosten
€ 8.370,- (scholing leerkrachten)
Termijn
2011-2015
van
het
Zie bijlage 8: Dalton Beleidsplan
36
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.2 Woordenschat
Uitvoering
Alle groepsleerkrachten
Verantwoording
Uit de toetsafname (jan/feb en juni 2011) is woordenschatontwikkeling als een actiepunt naar voren gekomen. Hieronder een overzicht van de resultaten. Groep 11
3 4 5
ABC
DE
60% 82% 100%
40% 18% 0%
Specifieke opbrengsten
We hebben de aanpak ‘Met Woorden In De Weer’ (MWIDW) geïmplementeerd.
Evaluatiecriteria
Eind schooljaar 2013-2014 bedraagt de omvang van de DE-scores op de toets Woordenschat maximaal 20% per leerjaar.
Planning op hoofdlijnen
2011-2012 Implementatie MWIDW (woordmuren en eigen woordenboeken) 2012-2013 Voortgezette implementatie MWIDW
Toerusting leerkrachten
In de teamvergaderingen is dit een vast onderwerp.
Tijdsinvestering
Nihil. De leerkrachten zijn bekend met de werkwijze.
Organisatie
De directeur initieert de scholing en begeleiding, coördineert en bewaakt de implementatie en draagt tevens zorg voor de evaluatie.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij: Organisatie
Kosten
Materialen: € 250,-
Termijn
2011-2013
11
Groep 3 bestaat (2010-2011) uit 5 kinderen van 4 verschillende scholen. 37
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.3 ICT
Uitvoering
Alle groepsleerkrachten; ICT’er en directeur
Verantwoording
-
Het beleid van de ASKO is gebaseerd op de volgende visie, die betrekking heeft op het ICT-onderwijs op de scholen: 1. Een visie op onderwijs en ICT 2. Deskundigheid op alle niveaus 3. Digitaal (les) materiaal (software) 4. De technische infrastructuur
-
We hebben nog geen doorgaande lijn voor ICT vastgelegd en nog geen ICT-beleidsplan.
-
Sinds kort beschikt onze school over een ICT’er voor een dag per week. Hij heeft een inventarisatie van materialen en werkwijzen gemaakt als basis voor de doorgaande lijn.
-
We beschikken over een ICT-beleidsplan, waarin de doorgaande lijn van groep 1 – 8 is neergelegd. We voldoen aan de uitgangspunten van de ASKO.
Specifieke opbrengsten
-
Evaluatiecriteria
Alle leerkrachten werken volgens de uitgangpunten, zoals vastgelegd in het ICT-beleidsplan.
Planning op hoofdlijnen
2011-2012 Ontwikkeling ICT-beleid(splan) (1) 2012-2013 Ontwikkeling ICT-beleid(splan) (2) 2013-2014 Ontwikkeling ICT-beleid(splan) (3) 2014-2015 Ontwikkeling ICT-beleid(splan) (4)
Toerusting leerkrachten
Waar nodig worden de leerkrachten geschoold door de ICT’er. Er worden cursussen aangeboden door QL-ICT, de organisatie die het netwerk op de ASKO-scholen verzorgt en vanuit de ASKO zelf.
Tijdsinvestering
Nihil. Dit maakt deel uit van de reguliere voorbereiding. Scholing vindt zoveel mogelijk plaats tijdens de reguliere vergadertijd.
Organisatie
De ICT’er coördineert in samenspraak met de directeur de ontwikkeling van het ICT-onderwijs en het ICT-beleidsplan.
Activiteiten schoolleiding
De directeur initieert, bewaakt en evalueert de beoogde ontwikkelingen.
Kosten
Aanschaf laptops en digi-borden, abonnement software en nieuwe software: € 10.000,- per jaar.
Termijn
2011-2015
38
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.4 Expressie
Uitvoering
Alle groepsleerkrachten
Verantwoording
We willen een aanpak voor expressie ontwikkelen, die naadloos aansluit op ons cultuurbeleid.
Specifieke opbrengsten
We hebben een doorgaande lijn voor expressie van groep 1 tot 8, die naadloos aansluit op ons cultuurbeleid. Zie voor opbrengsten op leerlingniveau het Expressie Beleidsplan.
Evaluatiecriteria
Alle leerkrachten voeren de afspraken m.b.t. het expressie-onderwijs uit.
Planning op hoofdlijnen
2011-2012 Ontwikkeling aanpak voor het expressie-onderwijs
Toerusting leerkrachten
Tijdens de teamvergaderingen zal de ontwikkeling en implementatie een vast agendapunt vormen. We werken waar mogelijk samen met Steunpunt Beeldende Vorming (ASKO), die scholing (bv. voorbeeldlessen) en begeleiding verzorgt.
Tijdsinvestering
Nihil. Maakt deel uit van de reguliere voorbereidingstijd.
Organisatie
De directeur initieert, coördineert en bewaakt de ontwikkeling en implementatie van de aanpak.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij ‘Organisatie’. Mogelijk wordt een Expressiebeleidsplan geschreven.
Kosten
Nog niet bekend.
Termijn
2011-2012
39
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.5 Topondernemers
Uitvoering
Groepsleerkrachten groepen 3-8
Verantwoording
Topondernemers is reeds aangeschaft. Het is nodig afspraken te maken over de doorgaande lijn: welke kaarten komen in welke groep aan de orde? In samenhang hiermee dient Top-o-world (v.a. groep 5) te worden geïmplementeerd.
Specifieke opbrengsten
We hebben afspraken gemaakt over de doorgaande lijn en welke kaarten in welke groep aan de orde komen. Top-o-world (v.a. groep 5) is geïmplementeerd. Zie voor opbrengsten op leerlingniveau de handleiding van Topondernemers.
Evaluatiecriteria
Alle leerkrachten voeren de afspraken m.b.t. Topondernemers uit.
Planning op hoofdlijnen
2011-2012 Groep 3-6 2012-2013 Groep 7 2013-2014 Groep 8
Toerusting leerkrachten
Er is geen specifieke scholing nodig. Tijdens de teamvergaderingen zal de uitvoering een vast agendapunt vormen. Indien nodig kunnen wij scholing inkopen bij de organisatie Topondernemers.
Tijdsinvestering
Nihil. Maakt deel uit van de reguliere voorbereidingstijd.
Organisatie
De directeur initieert, coördineert en bewaakt de ontwikkeling en implementatie van de aanpak.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij ‘Organisatie’.
Kosten
Geen. Topondernemers is reeds aangeschaft.
Termijn
2011-2014
40
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.6 Natuuronderwijs
Uitvoering
Leerkrachten groepen 1 – 8
Verantwoording
Wij willen de te ontwikkelen aanpak voor natuuronderwijs koppelen aan onze schooltuin en natuurlijke leerplekken realiseren, zoals wormenhotel, vlindertuin, slakkenhuis enz. De aanpak is reeds in ontwikkeling en dient schriftelijk te worden vastgelegd.
Specifieke opbrengsten
We hebben een doorgaande lijn in het natuuronderwijs ontwikkeld, die is gekoppeld aan onze schooltuin, en we hebben natuurlijke leerplekken gerealiseerd. De aanpak, sluit aan bij de methode Topondernemers, en is schriftelijk vastgelegd.
Evaluatiecriteria
Alle leerkrachten voeren de afspraken m.b.t. het natuuronderwijs uit.
Planning op hoofdlijnen
2012-2013: Vastleggen aanpak natuuronderwijs voor de groepen 1-8
Toerusting leerkrachten
Er is geen specifieke scholing nodig. Tijdens de teamvergaderingen zal de ontwikkeling en uitvoering een vast agendapunt vormen.
Tijdsinvestering
Nihil. Maakt deel uit van de reguliere voorbereidingstijd.
Organisatie
De aanpak komt in nauwe samenwerking met de NME tot stand. De directeur initieert, coördineert en bewaakt de ontwikkeling en implementatie van de aanpak.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij ‘Organisatie’.
Kosten
Aanschaf materialen: € 1000,-
Termijn
2012-2013
41
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.7 Burgerschapsvorming
Uitvoering
Leerkrachten groepen 3-8
Verantwoording
Burgerschapsvorming heeft betrekking op sociale competentie en democratisch burgerschap, en leert kinderen o.a. goed om te gaan met onderlinge verschillen en belangen en conflicten constructief op te lossen. We gebruiken de methode Topondernemers, die voor een groot deel dekkend is voor de kerndoelen, en ondernemen nog tal van andere activiteiten (zie 2.4.4). We willen ons aanbod uitbreiden om tot een optimale invulling te komen van de burgerschapsvorming.
Specifieke opbrengsten
-
De leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 hebben geleerd sociale verantwoordelijkheid op zich te nemen en als mediator op te treden bij conflicten van medeleerlingen. Er is een Kinderraad opgericht, waarin kinderen vanaf groep 3 zitting hebben.
Evaluatiecriteria
2014-2015 - Uit de resultaten van de tweejaarlijkse veiligheidse.v. thermometer (of een ander instrument) blijkt dat de leerlingen zich veilig voelen op onze school. - Het vak burgerschapsvorming voldoet aan de kerndoelen.
Planning op hoofdlijnen
2012-2013 Mediationtraining 2013-2014 Mediationtraining 2014-2015 Mediationtraining Kinderraad
Toerusting leerkrachten
De leerkrachten worden indien nodig geschoold.
Tijdsinvestering
2014-2015 10 uur op jaarbasis voor extra voorbereiding
Organisatie
De directeur initieert, coördineert en bewaakt de ontwikkeling en implementatie van de aanpak.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij ‘Organisatie’.
Kosten
Mediationtraining € 1000,- per jaar.
Termijn
2012-2014
12
12
Mediation vindt v.a. groep 6 plaats. Jaarlijks vindt in groep 6 de training plaats. De vaardigheden gaan ‘vanzelf‘ mee naar de groepen 7 en .8 42
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.8 Ondernemend leren
Uitvoering
Leerkrachten groepen 7 en 8
Verantwoording
Ondernemend leren neemt een centrale plaats in onze onderwijsvisie. In samenhang hiermee willen wij onze bovenbouw-leerlingen laten kennismaken met het bedrijfsleven en de vaardigheden, die nodig zijn voor een succesvolle loopbaan. Wij willen daartoe een samenwerking opzetten met Jinc, een organisatie die grotendeels wordt gefinancierd door het bedrijfsleven.
Specifieke opbrengsten
We hebben een structurele samenwerking met Jinc opgezet.
Evaluatiecriteria
De leerkrachten van groep 7 en 8 zijn tevreden over de samenwerking met Jinc.
Planning op hoofdlijnen
2012-2013 groep 7 2013-2014 groep 8
Toerusting leerkrachten
N.v.t.
Tijdsinvestering
Nihil. Maakt deel uit van de reguliere voorbereidingstijd.
Organisatie
De directeur initieert, coördineert en bewaakt de ontwikkeling en implementatie van de aanpak.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij ‘Organisatie’.
Kosten
Geen
Termijn
2012-2014
43
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.8.9 Taalbeleidsplan
Uitvoering
Directeur; ib’er
Verantwoording
Bestuurlijk beleid: Elke school heeft een taalbeleidsplan waarin opgenomen de kwaliteitskaarten van de PO-raad, de gewenste resultaten per leerjaar, de uitgewerkte doelen voor het komende jaar (de komende jaren) en evalueert twee keer per jaar de leerlingenresultaten * Elke school zorgt voor een goede overdracht naar het volgende schooljaar op gebied van taal en lezen. * Elke school formuleert in het taalbeleidsplan scholing en begeleiding voor het team * Elke directeur heeft zicht op de verschillen tussen leerkrachten op gebied van taal en lezen en zet scholing en begeleiding in. * Met hulp van het bestuurskantoor wordt subsidie aangevraagd voor taalontwikkeling, VVE, Schakelklas, opleiding taalcoördinator * De regiomanager evalueert samen met de directeur jaarlijks het taalbeleid.
Specifieke opbrengsten
-
Evaluatiecriteria
-
We hebben taalbeleid ontwikkeld dat voldoet aan de bestuurlijke eisen en is vastgelegd in het taalbeleidsplan. Het taalbeleid is geïmplementeerd.
Het taalbeleidsplan is goedgekeurd door het bestuur i.c. de regiomanager. De leerlingresultaten in 2015: < 20% scores op DE-niveau
Planning op hoofdlijnen
2013-2014 Uitwerken Taalbeleidsplan 2014-2015 (Voortgezette) implementatie Taalbeleidsplan
Toerusting leerkrachten
N.v.t.
Tijdsinvestering
N.v.t.
Organisatie
De directeur initieert, coördineert en bewaakt de ontwikkeling en implementatie van het taalbeleidsplan i.s.m. de ib’er.
Activiteiten schoolleiding
De regiomanager evalueert samen met de directeur jaarlijks het taalbeleid.
Kosten
Geen
Termijn
2013-2015
44
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.9 Evaluatie Zorgbeleid 2007-2011 In deze paragraaf evalueren wij het zorgbeleid 2007-011. 3.9.1 Evaluatie schoolplan Geen. 3.9.2 Schooldiagnose Geen
3.10 Externe analyse 3.10.1 Beleid rijksoverheid Hieronder geven wij een overzicht van het beleid van de rijksoverheid en de wijze waarop dit vormt krijgt/gaat krijgen op onze school. -
Passend Onderwijs Per 1 augustus 2012 treedt naar verwachting de Wet Passend Onderwijs in werking. Passend onderwijs betekent dat elk kind onderwijs krijgt dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Ook de kinderen met een stoornis, ernstige ziekte of handicap. Zij kunnen extra hulp krijgen op een reguliere school of op een school voor speciaal onderwijs. Om te garanderen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past, wordt per 1 augustus 2012 de zorgplicht ingevoerd. Scholen en schoolbesturen worden dan verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling. Met de invoering van de wet Passend Onderwijs treden er ook wijzigingen op in de financiële stromen. Het geld voor de rugzakken en voor ambulante begeleiding gaan naar het samenwerkingsverband, die het gaat toedelen aan de scholen. Wij hopen dat de middelen zoveel mogelijk direct de leerling bereiken en dat alleen de hoogstnoodzakelijke middelen worden ingezet op bestuurlijk niveau. Passend onderwijs krijgt bij ons reeds in alle facetten gestalte. Wij gebruiken daarbij o.a. koptelefoons, kleurenblokjes, magneetjes op tafel en smileys. Het maatjeswerk levert eveneens een belangrijke bijdrage: we kennen de sociale maatjes (bv. samen in de rij en samen opruimen) en de werkmaatjes (afgestemd op het niveau).
-
Handelingsgericht werken (HGW) Een recente ontwikkeling is handelingsgericht werken (1-zorgroute), dat ook wordt gepropageerd door ons samenwerkingsverband. Dit is een zorgtraject, dat is ontwikkeld in het kader van het beleid WSNS+. HGW biedt leerkrachten een stapsgewijze procedure om met de verschillen tussen leerlingen om te gaan, zodat alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het werken met groepsplannen vormt het fundament van deze werkwijze. Preventief en proactief worden in het groepsplan maatregelen genomen voor leerlingen die extra instructie, begeleiding of uitdaging nodig hebben. - We zijn met handelingsgericht werken (HGW) gestart, m.n. in het overleg met ouders en kinderen. - Per kind wordt in kaart gebracht wat de onderwijsbehoefte is en wat leerlingen extra nodig hebben. Toetsen worden, indien nodig, individueel afgenomen. - HGW willen wij de komende beleidsperiode verder ontwikkelen. Implicaties voor het Zorgbeleid 2011-2015: - Verdere ontwikkeling HGW
3.10.2 Beleid Bestuur Hieronder geven wij een overzicht van relevante beleidsvoornemens uit het bestuurlijk Strategisch Beleidsplan 2011-2015. - Passend Onderwijs De ASKO heeft als deelnemer van de diverse Samenwerkingsverbanden de ambitie dat op al haar scholen passend onderwijs en zorg op maat wordt aangeboden. De leerlingenzorg op de scholen dient minimaal te voldoen aan de eisen en doelen die in Amsterdam worden gesteld, de minimum-standaard.
45
© Cormano
BS De IJsbreker -
Schoolplan 2011-2015
Doorlopende leerlijn zorg De doorlopende leerlijn zorg houdt in dat er volgens de wet op Passend Onderwijs op maat dicht bij huis (eventueel met hulp van externen) onderwijs aangeboden wordt aan elk kind op elke basisschool. Dit gebeurt vanuit een positieve kijk op de ontwikkeling van het kind en de onderwijsmogelijkheden die er zijn. Huidige situatie De zorgmiddelen van het Speciaal Onderwijs komen (na een forse bezuiniging) voor een deel ten goede aan het Primair Onderwijs en dat vraagt om een eerlijke toedeling van de zorgmiddelen. Passend Onderwijs vraagt in de school een doorlopende leerlijn zorg zoals samengevat in de Minimumstandaard zorg die door de Samenwerkingsverbanden nu ook wordt aangepast op de inzet van externe hulp, zoals Schoolmaatschappelijk werk, Zorgadviesteams (VIA, ZBO of ZAT) waarin experts plaats nemen. Gewenste situatie De leerkracht zal bewust op zoek moeten gaan naar wat een kind nodig heeft van hem of haar en zal minder medisch denken en etiketteren. Dit handelingsgericht werken (HGW) is een noodzakelijke ontwikkeling voor de hele school onder leiding van de directeur en de intern begeleider. Dan pas kan men spreken van een doorlopende leerlijn zorg. Doelstellingen * Elke school biedt kwalitatief goed onderwijs, zorgt dat elk kind meetelt, optimaal presteert en door goed management (directie en bestuurskantoor) wordt gefaciliteerd. * Het bestuurs initieert en faciliteert de scholen bij de ontwikkeling van Handelingsgericht Werken (HGW) volgens de stappen zoals verwoord in Handelingsgericht Werken (Pameijer c.s.) * Het bestuur zorgt voor een eerlijk financieel systeem dat gekoppeld is aan de werkelijke extra zorg voor kinderen. Implicaties voor het Zorgbeleid 2011-2015: - Zie: 3.10.1
3.11 Overzicht beleidsvoornemens zorg Op grond van de voorgaande analyses en evaluaties komen we tot de keuze van de volgende beleidsvoornemens.
Actiepunten naar aanleiding van de externe analyse (overheid en bestuur): - Verdere ontwikkeling HGW (zie 3.12.2) Overige actiepunten - Verdere opzet van de zorgstructuur (zie 3.12.1) - In het in het schooljaar 2011-2012 zullen de directeuren van de ASKO gezamenlijk een zorgprofiel
schrijven, dat door ieder school-specifiek wordt uitgewerkt.
46
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.12 Uitwerking beleidsvoornemens zorg In deze paragraaf worden de actiepunten m.b.t. zorg uitgewerkt volgens de SMART-principes. Bovendien wordt aangegeven hoe de leerkrachten worden toegerust in termen van scholing en begeleiding, op welke wijze de uitvoering wordt georganiseerd, welke activiteiten de schoolleiding onderneemt en welke financiële implicaties verbonden zijn aan de uitvoering. 3.12.1 Ontwikkeling zorgstructuur
Uitvoering
Alle teamleden
Verantwoording
Onze school is volop in ontwikkeling. Dat geldt ook voor de zorgstructuur. De directeur heeft in het schooljaar 2010-2011 de ibtaken vervuld. Per 1 aug 2011 is een ib’er benoemd voor 2 dagen. Zij heeft de ib-taken van de directeur overgenomen.
Specifieke opbrengsten
-
We hebben een zorgstructuur, die minimaal voldoet aan de eisen en doelen die in Amsterdam worden gesteld, de minimumstandaard II (zie beleid bestuur 3.10.2). We hebben een zorgprofiel (binnen HGW) ontwikkeld.
Evaluatiecriteria
De zorgstructuur voldoet aan de minimumstandaard II. Dat zal o.a. blijken tijdens inspectiebezoek.
Planning op hoofdlijnen
2011-2012 Opzetten groot Zorgbreedte Overleg Ontwikkeling Zorgplan Opzetten structuur leerlingbesprekingen Oriëntatie op LVS-instrument sociaal-emotionele ontwikkeling Ontwikkeling Zorgprofiel 2012-2013 Vervolg implementatie zorgstructuur Opbrengstgericht werken/zelfevaluatie Invoering instrument voor soc.-em. ontwikkeling 2013-2014 Vervolg implementatie zorgstructuur Aanpak dyslexie Aanpak dyscalculie 2014-2015 Vervolg implementatie zorgstructuur Aanpak meer- en hoogbegaafden
Toerusting leerkrachten
De leerkrachten worden waar nodig begeleid bij de implementatie van alle onderdelen van de zorgstructuur.
Tijdsinvestering
Nihil. Maakt deel uit van de reguliere voorbereidingstijd.
Organisatie
De directeur initieert, coördineert en bewaakt de ontwikkeling en implementatie van de aanpak. Zij zal deze taken delegeren aan de aan te stellen ib’er.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij ‘Organisatie’.
Nader te bepalen. 47
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Kosten
Termijn
2011-2015
48
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.12.2 Handelingsgericht werken (HGW)
Uitvoering
Alle leerkrachten; ib’er
Verantwoording
-
Specifieke opbrengsten
-
Handelingsgericht werken vormt - in het verlengde van het overheidsbeleid - een actiepunt van ons bestuur. Wij werken al volgens de uitgangspunten van HGW in onze gesprekken met ouders en kinderen. We werken al met groepsplannen, maar die zijn nog opbrengstgericht geschreven.. De komende schoolplanperiode willen wij het HGW invoeren. Wat nodig is, is een plan en scholing.
Het HGW is integraal ingevoerd. Er wordt zo optimaal mogelijk aangesloten bij de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen We hebben een zorgprofiel binnen HGW ontwikkeld (zie 3.12.1)
Evaluatiecriteria
Tijdens de klassenbezoeken v.a. 2013 blijkt dat alle groepsleerkrachten handelingsgericht werken.
Planning op hoofdlijnen
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Professionalisering
De groepsleerkrachten worden m.i.v. schooljaar 2012-2013 geschoold middels 2 bijeenkomsten per jaar.
Tijdsinvestering
20 uur op jaarbasis voor het maken van de groepsplannen
Motivatie & acceptatie
Dit is een uitvloeisel van landelijk en bestuurlijk beleid, maar er is zeker draagvlak voor HGW, omdat het goed aansluit bij onze visie.
Organisatie
De directie initieert, plant en coördineert in samenwerking met de ib’er de gewenste ontwikkelingen en activiteiten en bewaakt de implementatie.
Activiteiten schoolleiding
Zie bij ‘Organisatie’.
Kosten
Scholing € 1000,- per jaar
Termijn
2011-2015
Planvorming HGW lezen HGW taal/spelling HGW rekenen
49
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
3.13 Evaluatie opvangbeleid / Brede School 2007-2011 Er zijn geen evaluatiegegevens.
3.14 Externe analyse/beleid bestuur Er is een aantal externe ontwikkelingen van invloed op de planning van de ontwikkeling van de Brede School voor de periode 2011-2015. Het gaat om de volgende zaken: Rijksoverheid - Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en schakelklassen. Om taalachterstanden te bestrijden en te voorkomen wil de rijksoverheid een dekkend aanbod voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) tot stand brengen voor jonge kinderen, die tot de doelgroep behoren. Ook is er geld beschikbaar voor schakelklassen en kopklassen, waarin kinderen extra taalonderwijs krijgen. Lokale overheid - De deelraad initieert en subsidieert het VVE-beleid. Implicaties voor het schoolbeleid 2011-2015 - Wij oriënteren ons in schooljaar 2011-2012 samen met basisschool Overhoeks op de start van een mogelijke ‘VVE-light’. Overige actiepunten - Onze school oriënteert zich samen met basisschool Overhoeks op het naschoolse aanbod met activiteiten op het gebied van sport, welzijn, kunst en cultuur. - Afstemming (samen met basisschool Overhoeks) met aanbieders van voor- en naschoolse opvang en vestigingsplaats.
3.15 Beleidsvoornemens Schooljaar 2011-2012
Beleidsactiviteiten Oriëntatie op voorschools aanbod
Oriëntatie op naschools aanbod de Opzet naschools aanbod v.a. 2 helft schooljaar
2012-2013
Keuze en voorbereiding voorschools aanbod Uitbreiding naschools aanbod
2013-2014
Organisatie voorschools aanbod
Voortzetting naschools aanbod
2014-2015
Borging voorschools aanbod/samenwerking met kleutergroepen Borging organisatie naschools aanbod
50
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
4 Integraal Personeelsbeleid 4.1 Inleiding Goed onderwijs valt of staat met de kwaliteit van de mensen op de werkvloer, tenslotte komt de onderwijskwaliteit in de groepen tot stand. Daarom onderschrijven wij de stelling dat de leerkrachten het belangrijkste kapitaal van onze organisatie vormen. Om kwalitatief goed onderwijs te kunnen realiseren en onze beleidsvoornemens uit hoofdstuk 3 ten uitvoer te kunnen brengen is het nodig om een op de school toegesneden personeelsbeleid te voeren, dat de medewerkers in staat stelt hun professionaliteit optimaal te ontwikkelen. Daarom hebben we per onderwijskundig actiepunt (zie hoofdstuk 3.8 en 3.12) reeds aangegeven hoe de leerkrachten middels scholing en begeleiding worden toegerust op de uitvoering van het nieuwe onderwijskundige beleid. Op die manier hebben we de sterke samenhang tussen beleidsontwikkeling en professionele ontwikkeling zichtbaar gemaakt. In dit hoofdstuk krijgt de professionele ontwikkeling een inbedding in het geheel van het personeelsbeleid. Ons personeelsbeleid is gebaseerd op een aantal uitgangspunten. Wij vinden het belangrijk - dat er een omgeving wordt gecreëerd, waarin de kwaliteiten van de mensen zo goed mogelijk kunnen worden benut en waarin hun inspanningen worden gewaardeerd; - dat er zowel rekening wordt gehouden met de belangen van de organisatie als van de medewerkers; - dat de professionele groei en ontwikkeling van de medewerkers wordt bevorderd; - dat waar mogelijk de juiste mens op de juiste plek wordt ingezet; - dat er actief wordt gewerkt aan een positieve werksfeer, waarin waardering voor elkaars professionaliteit voorop staat, en - dat de motivatie en tevredenheid in het werk wordt bevorderd. Op basis van onze uitgangspunten streven wij naar integraal personeelsbeleid (IPB), wat betekent dat wij een optimale afstemming willen bereiken tussen de inzet, kennis en bekwaamheden van onze medewerkers en de inhoudelijke en organisatorische doelen van onze school. Hierbij maken wij gebruik van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen, die gericht zijn op de ontwikkeling van de individuele medewerkers. In dit hoofdstuk beschrijven wij op welke wijze het personeelsbeleid op onze school vorm krijgt. We starten met het beleid in de voorwaardensfeer. Dat heeft betrekking op het formatiebeleid, werving en selectie en het arbeidsomstandighedenbeleid. Daarna beschrijven we de kern van ons beleid, het competentiemanagement en scholingsbeleid. Tot slot formuleren we op basis van de (deel-)evaluaties en externe beleidsontwikkelingen onze beleidsvoornemens voor de schoolplanperiode 2012-2016.
4.2 Formatiebeleid 4.2.1 Meerjaren-formatiebeleid Het bevoegd gezag formuleert het meerjaren-formatiebeleid, dat jaarlijks wordt geactualiseerd in een bestuursformatieplan. Het bevoegd gezag stelt het bestuursformatieplan voor het komend cursusjaar voor 1 april daaraan voorafgaand vast. Bij de totstandkoming en vaststelling van het formatieplan volgt het bevoegd gezag de onderstaande procedure, tenzij zwaarwegende redenen of omstandigheden hem noodzaken daarvan af te wijken: 1. Na de teldatum vindt er een gesprek plaats tussen de directeuren en de regio-managers over de formatie-inzet per school en de mogelijke knelpunten. 2. Zo spoedig mogelijk daarna legt het bevoegd gezag het ontwerp formatieplan als zijn voorgenomen besluit voor aan de personeelsgeleding van de GMR. 3. Op grond van de geëvalueerde ervaringen met het lopende beleid worden periodiek de hoofdlijnen van het meerjaren formatiebeleid waar nodig bijgesteld. 4. Voor 1 maart is die bijstelling verbijzonderd in uitgangspunten voor het formatieplan van het daaropvolgend cursusjaar. 5. Deze uitgangspunten gaan bij gewijzigd beleid ter instemming en bij ongewijzigd beleid ter kennisname aan de personeelsgeleding van de GMR.
51
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
4.2.2 Besteding formatiebudget De besteding van het formatiebudget geschiedt mede met inachtneming van het perspectief op behoud van werkgelegenheid. Extra formatierekeneenheden die door de Rijksoverheid zijn verstrekt voor een specifiek doel worden in eerste aanleg aangewend ter realisering van dat doel. Vastgesteld wordt welke formatierekeneenheden worden overgedragen en verzilverd. 4.2.3 Interne procedure Een belangrijk uitgangspunt bij de formatie is de continuïteit in de bouwen. Teveel mutaties geven onrust en dienen te worden vermeden. Iedere leerkracht kan jaarlijks zijn/haar wensen voor een bouw en een duo-partner aan de directie voorleggen. Waar mogelijk wordt daar rekening mee gehouden. Op basis van de beschikbare formatieruimte en de voorkeuren van de leerkrachten legt de directie het team een formatievoorstel met de klassenverdeling voor. Het formatievoorstel wordt vervolgens voor het einde van het cursusjaar aan de MR voorgelegd voor advies (oudergeleding) en instemming (personeelsgeleding). 4.2.4 Mobiliteit Onder de ASKO vallen 33 basisscholen. Deze scholen hebben verschillende onderwijsconcepten. De scholen staan verspreid in Amsterdam en omstreken. Om medewerkers te stimuleren actief aan hun loopbaan te werken, heeft de ASKO een mobiliteitspool opgericht. Medewerkers kunnen zich vrijblijvend opgeven voor deze pool. De ASKO zoekt samen met de medewerker actief naar een andere school waar de medewerker zich verder kan ontplooien. Inschrijven is mogelijk, maar eerst na het herplaatsen van boventalligen worden zij actief bemiddeld.
4.3 Werving en selectie Wij streven naar een evenredige leeftijdsopbouw en een goede balans tussen mannen en vrouwen. Daarnaast willen we een goede spreiding van talenten in het team realiseren, zodat ons onderwijsaanbod (in de brede zin) voldoende kwaliteitsimpulsen krijgt. 4.3.1 Functies en functiemix Op onze school kennen we de volgende functies: directeur, leraar en identiteitsbegeleider. Specifieke taken zijn: groepsleerkracht, ib’er en ICT-coördinator. We kennen (nog) geen onderwijsondersteunende functies. Nieuw zijn de LB-functies. Het doel van de introductie van deze hoger gesalarieerde functies is het beroep aantrekkelijker te maken en de kwaliteit te borgen. In 2014 moet in het basisonderwijs een functiemix bereikt zijn van 58% in schaal LA, 40% in schaal LB en 2% in schaal LC. In het schooljaar 2009-2010 is er een begin gemaakt met de invoering van de functiemix. Elke school krijgt extra bekostiging om een bepaald ‘groeipercentage’ te bereiken. Het groeipercentage is de toename in het aandeel fte’s in schaal LB. De verplichting om dit groeipercentage te realiseren is vastgelegd in de CAO PO. Om de LB-functie op te waarderen en meer discriminerend te maken ten opzichte van de LA-functie is het bestuur gehouden een specifieke functieomschrijving te maken, waarin de volgende onderdelen zijn opgenomen: - een opleidingsniveau HBO+ door: relevante cursussen, masterclasses, dan wel HBO-masters; in aansluiting op de Kwaliteitsagenda primair onderwijs onder andere op de deelgebieden rekenen en taal, zorg en achterstand; - (mede)verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van, het uitdragen van en verdedigen van onderwijskundig beleid; - het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en hiervoor concepten aanleveren. De introductie van LB-functies op onze school vormt een actiepunt. Om voor een LB-functie in aanmerking te komen dient een leerkracht aan bepaalde voorwaarden te voldoen (zie bijlage 9). Realisering van het beleid inzake de functiemix is overigens afhankelijk van het beleid en de financiële middelen van de rijksoverheid. In 2014 moet 40% van het genormeerd aantal leerkrachten van de ASKO benoemd zijn in een LBfunctie. Zie bijlage 9: Voorwaarden om door te stromen naar een LB-functie Zie bijlage 10: Sollicitatieformulier LB-functie
52
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
4.3.2 Procedure Ingeval er een vacature ontstaat wordt met het bestuur overlegd of er een herbenoemingsverplichting is. Als dat niet het geval is wordt er een benoemingsadviescommissie gevormd bestaande uit de directie een lid van de stuurgroep en wordt een sollicitatieprocedure gestart. 4.3.3 Begeleiding nieuw personeel De directie is verantwoordelijk voor de begeleiding van nieuwe medewerkers op school, dat geldt zowel voor ervaren als onervaren leerkrachten en zij-instromers. Deze taak zal op den duur worden gedelegeerd naar de ib’er. Naast een algemeen inwerktraject vindt er begeleiding op maat plaats. Binnen de bouw of parallelgroepen is er een maatje om de nieuwe leerkracht wegwijs te maken.
4.4 Arbeidsomstandighedenbeleid (ARBO) 4.4.1 Doelen Het ARBO-beleid is gebaseerd op de wet (art. 12 WPO) en heeft tot doel de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de medewerkers en de leerlingen op onze school te waarborgen. De belangrijkste verplichtingen die voortvloeien uit de ARBO-wetgeving zijn: - het voeren van een verzuimbeleid in overleg met de MR - het opstellen van een schriftelijke inventarisatie en evaluatie van arbeidsrisico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn - het aan werknemers aanbieden van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) - het goed organiseren van bedrijfshulpverlening (EHBO, brandbestrijding, etc) - zich bij de uitvoering van genoemde taken laten ondersteunen door een gecertificeerde ARBOdienst. Middels aanvullende wetgeving zijn in de overheidssector wettelijke maatregelen van kracht die ten doel hebben een meer geïntegreerde aanpak van verzuim- en arbeidsongeschiktheidsproblemen te realiseren. 4.4.2 Verzuimbeleid Het belangrijkste onderdeel van het verzuimbeleid is het voorkomen van verzuim. Dat gebeurt onder meer door goede afspraken te maken over de taakinvulling (zie: 4.4.4 Taakbeleid), het binnen de perken houden van de werkdruk en het meedenken over oplossingen van problemen die het werk oplevert. Daarnaast wordt er gewerkt aan goede arbeidsverhoudingen, zowel tussen de medewerkers onderling als tussen de medewerkers en de schoolleiding. De ASKO is erop gericht langdurig zieken maximale ondersteuning bieden om het werk weer te kunnen hervatten. Die ondersteuning kan bestaan uit het verstrekken van voorzieningen zoals hulp van een bedrijfsmaatschappelijk werker of psycholoog of materiële voorzieningen bij fysieke problematiek. Indien tijdens ziekte van een medewerker blijkt dat plaatsing in de eigen functie of een andere (aangepaste) functie binnen de ASKO niet meer mogelijk is, dan verplicht de wet Poortwachter deze medewerker te begeleiden naar een functie buiten de ASKO (2e spoor traject). Het verzuimpercentage op de IJsbreker is (2010-2011) nihil. Zie bijlage 11: Ziekteverzuim Beleidsplan ASKO
4.4.3 Veiligheidsbeleid De overheid zet in op veilige, schone en gezonde schoolgebouwen. Daarom moet elke basisschool een plan hebben opgesteld voor veiligheid, gezondheid en milieu. Het gaat hierbij niet alleen om de veiligheid van de lokalen, de verlichting en de stoelen, maar ook om bescherming tegen pesten, bedreiging, seksuele intimidatie, geweld en discriminatie. In het veiligheidsplan van de school staan hier afspraken over. Ook staan in het plan afspraken over een vertrouwenspersoon en de klachtenprocedure. Dit plan is in ontwikkeling. Wij hebben al tal van maatregelen genomen om de fysieke veiligheid te realiseren. In al onze lokalen is een systeem voor klimaatbeheersing aangebracht. Ook voor het overige voldoen we aan de eisen van de overheid. Onze school heeft 2 bedrijfshulpverleners (BHV’ers). De ASKO zorgt voor de opleiding en vervolgtrainingen van de BHV’ers. Periodiek wordt een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) uitgevoerd.
53
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Ook op het gebied van sociale veiligheid hebben we reeds beleid gemaakt. We hebben inmiddels een pestprotocol en vertrouwenspersoon. We voldoen eveneens aan de eis dat we onderzoek moeten doen naar de veiligheidsbeleving onder kinderen en personeel. Eenmaal per 2 jaar nemen we de Veiligheidsmeter af. In alle tevredenheidspeilingen en in de schooldiagnose zullen daarnaast vragen met betrekking tot de veiligheidsbeleving worden opgenomen. Ook zullen we minimaal eenmaal per jaar de sociale veiligheid in de teamvergadering en in alle groepen centraal stellen. Op basis van de uitkomsten zullen we waar nodig nieuw beleid ontwikkelen. Het beleid van de ASKO luidt als volgt. Huidige situatie De ASKO-scholen werken conform de doelstellingen in het veiligheidsplan samen met gemeente, de wijkpolitie, het buurthuis en jongerenwerk. De gemeente maakt afspraken met politie en met instanties in de buurt over de veiligheid in de omgeving van de school. Ook kan gemeente zorgen voor voorzieningen zoals straatverlichting, verkeerslichten, surveillance verkeersdrempels.
de de de en
Gewenste situatie De ASKO streeft naar een situatie waarbij de samenwerkende partners pro-actief inspelen op de onderwerpen, die de veiligheid (fysiek en sociaal) aangaan. Doel Een vorm van samenwerking tussen de partners, waarbij probleemsituaties effectief worden aangepakt en waarbij potentiele problemen vroegtijdig gesignaleerd worden. Implicaties voor het veiligheidsbeleid 2011-2015: We ontwikkelen een integraal veiligheidsplan. 4.4.4 Taakbeleid In het schooljaar 2010-2011 hebben wij ons taakbeleid ontwikkeld. We hebben het normjaartaakformulier in gebruik genomen, een overzicht van de schooltaken gemaakt en de toegedeelde taken opgenomen in de normjaartaak. Hieronder geven wij op hoofdlijnen aan hoe wij het taakbeleid op onze school vorm geven. Taakbeleid beoogt een optimale afstemming tussen * Al het werk dat op school moet gebeuren, en * De kwaliteiten, de beschikbare tijd en de belastbaarheid van de teamleden. Ons taakbeleid omvat de volgende vier gebieden 1. Taakomvangbeleid Hierbij gaat het om afstemming tussen het totale takenpakket van de school en de beschikbare personeelsformatie. Centrale vragen zijn: welke taken zijn er? Wat is de inhoud van de verschillende taken? Hoeveel tijd kosten ze? Hoeveel tijd hebben we beschikbaar? Bovendien wordt aangegeven op welke wijze jaarlijkse evaluatie, prioritering en afstemming van taken plaats vindt. 2. Taakverdelingsbeleid Dit gebied heeft betrekking op een evenwichtige verdeling van het vastgestelde takenpakket over functies en personeelsleden. We hebben structurele afspraken gemaakt over een aantal zaken die van invloed zijn op de verdeling van de beschikbare tijd over de verschillende taakgroepen. Voor voltijders geldt: Lesgevende taak
930 uur
Lesgebonden taken
403 uur
Schooltaken
160 uur
Deskundigheidsbevordering
166 uur
Voor alle leerkrachten is duidelijk wat wordt verstaan onder de verschillende taken.
54
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Bij de lesgevende taak is er in principe sprake van directe contacturen met kinderen of gelden taken waarvoor vrijstelling van lessen is gegeven. De ochtendpauze van de leerlingen valt hier ook onder. Met betrekking tot de lesgebonden taken hebben wij met elkaar afgesproken welke taken daar, naast het voorbereiden en nakijken, onder vallen. Het gaat om taken die voor iedereen van toepassing zijn, het mede organiseren van feesten en thema’s zoals Sint, Kerst enz. Onder deskundigheidsbevordering verstaan we nascholings- en cursusuren. Vergaderuren zijn de uren die betrekking hebben op de bouwvergadering, teamvergadering, leerlingbespreking en inhoudelijke bouwvergadering. Er wordt in principe één keer per 2 weken op een maandag vergaderd. De schooltaken zijn groepsoverstijgend en worden over de teamleden verdeeld. Wij houden bij de verdeling van de schooltaken zoveel mogelijk rekening met ieders voorkeuren. De taakverdeling wordt jaarlijks vastgelegd in de activiteitenlijst. Aan het eind van elk jaar en tijdens de functioneringsgesprekken wordt de taakverdeling geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. 3. Taakbelastingsbeleid Dit deel-beleidsterrein heeft betrekking op te nemen maatregelen om de ervaren werklast op teamniveau te verminderen. Taakbeleid kan weliswaar een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen van de werkdruk, maar soms is er meer nodig. In het beheersen van de taakbelasting van het personeel ziet de directie toe op een zo evenredig mogelijke spreiding van de werkzaamheden over het jaar, de week en de dag. 4 . Belastbaarheidsbeleid Dit gebied bestrijkt de zorg voor alle personeelsleden, waarbij wordt uitgegaan van de individuele belastbaarheid. Centrale vragen zijn: wat kan de individuele leerkracht aan? Waar mogelijk houden we rekening met persoonsfactoren die de belastbaarheid beperken. Leerkrachten kunnen dan gecompenseerd worden en minder schooltaken toebedeeld krijgen. Dat geldt in ieder geval in de volgende gevallen: - startende of nieuwe leerkrachten of onderwijsassistentes krijgen indien mogelijk minder schooltaken; - leerkrachten van 55 jaar of ouder werken een aantal uur minder i.v.m. levensfasebeleid, afhankelijk van de omvang van hun aanstelling; - reïntegrerende leerkrachten hoeven geen taakuren te vervullen. Hun eerste doel is weer volledig voor de groep komen te staan. Met het beter melden (opheffen van de arbeidstherapie) wordt er bekeken of alle taken binnen en buiten de klas weer kunnen worden vervuld. Pas wanneer dit het geval is wordt een leerkracht volledig beter gemeld. - kort-tijdelijke invalleerkrachten hebben geen “extra” taakuren voor de invaluren, maar kunnen, wanneer er hulp nodig is, ingezet worden voor bouw- of schoolactiviteiten. De directie zal uit hoofde van haar functie in andere gevallen, die niet in een van de genoemde categorieën kunnen worden ingedeeld, een afweging moeten maken of er rekening kan worden gehouden met bepaalde persoonlijke omstandigheden. Dat is in verreweg de meeste gevallen geen onderwerp voor een teambespreking. In principe zullen de afspraken over taakverlichting altijd voor een beperkte duur gelden. Overige regelingen. - Nieuwe leerkrachten krijgen een maatje toegewezen, die ze wegwijst maakt op onze school. Dit zijn meestal collega’s die in dezelfde bouw werken. De maatjes krijgen hier 20 uur voor. - Alle duo’ers krijgen in hun NJT uren om te overleggen. Voor een duo’er die 2 of 3 dagen werkt is dit 20 uur en voor mensen die 1 of 4 dagen werken is dit 10 uur (dan heb je nl minder overleg). De leerkrachten die overlapdagen hebben, krijgen geen extra overleguren. Zie bijlage 12: Taakbeleid
4.4.5 Risico-inventarisatie en beleidsevaluatie Iedere werkgever is volgens de ARBO-wet verplicht tot het uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie, als basis voor het ARBO-beleid. De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) heeft betrekking op alle risicogebieden in verband met veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers. De RI&E geeft een breed overzicht van de risico’s, tekortkomingen en knelpunten op ARBO-gebied. Bovendien bevat de RI&E aanbevelingen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden en de structurele zorg voor arbeidsomstandigheden. De resultaten van de risico-inventarisatie en -evaluatie vormen de basis voor het te voeren ARBO-beleid. Er heeft bij os op school nog geen RI&E plaatsgevonden.
55
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
56
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
4.4.6 Evaluatie ARBO-beleid 2007-2011 Niet van toepassing.
4.5 Competentiemanagement In deze paragraaf beschrijven we het competentiemanagement zoals dat op onze school plaats vindt en werken we de componenten uit, die daarvan deel uitmaken. 4.5.1 Bekwaamheidseisen De wet BIO, die per 1 augustus 2006 is ingegaan, bepaalt dat het onderwijspersoneel moet voldoen aan de in het ‘Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel’ vastgestelde bekwaamheidseisen en de bekwaamheid moet onderhouden. Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om het onderwijspersoneel in staat te stellen om aan die onderhoudsplicht te voldoen. De 7 bekwaamheidseisen of competenties zijn vastgelegd in een competentieprofiel, dat is ontwikkeld door de Stichting Beroepskwaliteit Leerkrachten (SBL). Het competentieprofiel vormt de basis van competentiemanagement. Zie bijlage 13: Competentieprofiel
4.5.2 Opzet competentiemanagement De professionele ontwikkeling van onze teamleden krijgt vorm binnen competentiemanagement, dat tot doel heeft een optimale afstemming te bereiken tussen de inzet, kennis en bekwaamheden van onze medewerkers en de inhoudelijke en organisatorische doelen van onze school. Hierbij maken wij gebruik van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen, die gericht zijn op de professionele ontwikkeling van de individuele medewerkers. POP-gesprek P.O.P.
Werving & selectie
ARBO
Formatie beleid
Beloning
Scholing & begeleiding
Beoordelingsgesprek
Klassenbezoek
Voortgangsgesprek Model Competentiemanagement
4.5.3 Gesprekkencyclus Het realiseren en optimaal functioneren en ontwikkelen van alle medewerkers en de ASKOorganisatie wordt verwezenlijkt door de gesprekkencyclus. Deze gesprekkencyclus is het beoordelingssysteem van de ASKO. Het omvat een POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan), functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Het gaat bij deze gesprekken om: - het reflecteren op het competentieprofiel en het bespreken van voornemens in het kader van de professionele ontwikkeling (POP-gesprek); - het geven van feedback over het functioneren, zowel van de leidinggevende als van de medewerker (functioneringsgesprek); - het vaststellen van de opleidingsbehoefte, algemene begeleidingsbehoefte en loopbaanwensen en mogelijkheden in afstemming met de organisatiedoeleinden - informatie over de beoordeling van de werkprestatie (met name tijdens het beoordelingsgesprek); - het kunnen nemen van rechtspositionele beslissingen (beoordelingsgesprek), en - het maken van afspraken over wat de komende periode verwacht wordt en wat men kan verwachten (denk aan opleiding, en dergelijke). 57
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Deze cyclus heeft een bepaalde doorlooptijd: - elk jaar wordt er één klassenbezoek en één functioneringsgesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met het POP-gesprek plaatsvinden; - elk jaar wordt er één POP-gesprek gevoerd. Dit mag in combinatie met het functioneringsgesprek plaatsvinden, en - het beoordelingsgesprek wordt één keer in de twee jaar gevoerd, of voordat een tijdelijke aanstelling wordt omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. De uitvoering van het functioneringsgesprek kan de directeur delegeren aan een adjunct-directeur of leerkracht in de LB schaal (bijvoorbeeld MT-lid). De directeur blijft eindverantwoordelijk. Aangetoond moet worden waarop de gespreksfunctionaris zijn feedback en/of oordeel over de leerkracht en/of oordeel over de leerkracht fundeert. Een medewerker met een tijdelijk dienstverband (met uitzicht op een vast dienstverband) krijgt twee functioneringsgesprekken. Het eerste gesprek vindt plaats na drie maanden, het tweede gesprek na zes maanden en het beoordelingsgesprek na negen maanden. Hierna geven we een schematisch overzicht van de gesprekkencyclus voor tijdelijke medewerkers en medewerkers in vaste dienst. Gesprekkencyclus medewerker in tijdelijke dienst met uitzicht op een dienstverband voor onbepaalde tijd e In het 1 jaar op een ASKO-school, waarin vastgesteld/ beoordeeld moet worden of overgegaan wordt tot een vaste aanstelling, worden de volgende personeelsinstrumenten ingezet in een schooljaar: Personeelsinstrument Voortgangsgesprek
Klassenbezoek + functioneringsgesprek
Beoordelingsgesprek
Aandachtspunten e 1 kennismaking: de start, het inwerken, de begeleiding door de begeleider. Afspraken maken voor de komende 6 weken. e Ter beeldvorming voor de directie om een 1 indruk te krijgen van de nieuwe leerkracht adhv een kijkwijzer. Aandachtspunten: e Lesobservaties, afspraken 1 voortgangsgesprek, begeleiding door begeleide. Tijdens het voortgangsgesprek worden e vervolgafspraken gemaakt voor het 2 klassenbezoek Aandachtspunten: lesobservaties, afspraken vorig voortgangsgesprek, begeleiding door begeleider. Afspraken komende drie maanden.
Periode Na 6 weken
Na 3 maanden
Na 6 maanden
Gesprekkencyclus medewerker in vaste dienst: Cyclus van 2 jaar e
1 jaar Personeelsinstrument POP- gesprek 2x per jaar e 1 Klassenbezoek + functioneringsgesprek
Aandachtspunten Gesproken wordt over het competentieprofiel en er wordt een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) opgesteld. Functioneren en over de voortgang van de afspraken die gemaakt zijn in het POP. Afronden en evalueren POP
e
2 jaar POP- gesprek 2x per jaar e 2 Klassenbezoek
Beoordelingsgesprek
Gesproken wordt over het competentieprofiel en er wordt een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) opgesteld. Nabespreken klassenconsultatie voortgang van de afspraken die gemaakt zijn in het POP (eventueel in combinatie met beoordelingsgesprek) De balans wordt opgemaakt, evaluatie van bereikte resultaten POP en ontwikkelingsdoelen
Zie bijlage 14: Voorwoord gesprekkencyclus
58
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Zie bijlage 15: Formulier 1a POP leerkracht Zie bijlage 16: Formulier 1b POP IB’er Zie bijlage 17: Formulier 2 beoordelen leerkracht Zie bijlage 18: Formulier 3 beoordelen IB’er Zie bijlage 19: Formulier 4 voortgangsgesprek ASKO Zie bijlage 20: Formulier 5 functioneringsgesprek Zie bijlage 21: Voorbeeld kijkwijzer Zie bijlage 22 Voorbeeld beoordelingsgesprek Zie bijlage 23: De bezwarenprocedure
4.5.4 Bekwaamheidsdossier Volgens de Wet BIO is de leerkracht verplicht een bekwaamheidsdossier bij te houden. Het bevoegd gezag moet dat mogelijk maken, maar de leerkracht is zelf verantwoordelijk voor de inhoud van het bekwaamheidsdossier. Hierin horen de bewijzen gedocumenteerd te worden die aantonen dat een leerkracht bekwaam is en blijft. Met de gesprekkencyclus is de eerste input voor het bekwaamheidsdossier gegeven: het bevat de verslagen van: - POP-gesprekken; - functioneringsgesprekken; - klassenbezoeken; - beoordelingsgesprekken, en - curriculum vitae. Vervolgens worden in dit dossier alle stukken opgenomen die aantonen dat de leerkracht bekwaam is en dat er een bepaalde ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Dit kan variëren van: certificaten van gevolgde scholing tot en met brieven van kinderen of ouders. Dit bekwaamheidsdossier dient in eerste instantie in het bezit te zijn van de leerkracht zelf. Het is als het ware een portfolio die door de leerkracht ook meegenomen kan worden naar een eventuele andere school of werkgever. Daarnaast heeft de school een kopie van dit dossier. Dit is nodig om de ontwikkelingen zo goed mogelijk bij te kunnen houden en daarin te faciliteren. 4.5.5 Evaluatie competentiemanagement Niet van toepassing. 4.5.6 Competentiemanagement directeuren Ook de directeuren doorlopen een gesprekkencyclus op basis van het competentieprofiel voor ASKOdirecteuren. De cyclus is als volgt opgebouwd: Maand
Wat Wie Managementcontract en Directeur jaarplan ingeleverd Aug/ sep Bespreken van het Directeur/ regiomanager/ BK management contract afdelingen Okt/ nov/ dec Gesprek met MR/ team/ MT Regiomanager/ team/ MT over de schoolontwikkeling nav het managementcontract Januari 1x per 2 jaar Instrument 360 gr feedback Directeur/ team * Feb/ mrt/ april Functioneringsgesprek adhv Directeur/ Regiomanager gespreksformulier competenties management In overleg met de directie en de regiomanager wordt er het ene jaar gekozen voor het instrument van 360° feedback en het jaar daarop voor de gesprekken met team/ MT etc. Januari/ feb 1x per 2 jaar Beoordelingsgesprek input Directeur/ regiomanager hiervoor zijn de gesprekken met het team/ MR/ MT, instrument van 360° feedback en het managementcontract. Feb/mrt/ apr Verslaglegging functionering/ Regiomanager beoordeling gesprek Feb/ mrt/ apr Opstellen POP Directeur Mei/ juni
59
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Volgen van POP als onderdeel van de reguliere schoolbezoeken
Directeur/ regiomanager
Zie bijlage 24: Memo gesprekkencyclus directeuren Zie bijlage 25: Competentiegerichte beoordeling management
4.6 Scholing 4.6.1 Inleiding Scholing vormt vanzelfsprekend een belangrijk onderdeel van competentiemanagement. Nascholing als middel voor professionele c.q. loopbaanontwikkeling krijgt vorm binnen het POP-gesprek en/of het functioneringsgesprek. In deze gesprekken worden de interesses geïnventariseerd en vindt een verkenning plaats van het ontwikkelings- of loopbaanperspectief. Op grond hiervan kunnen afspraken worden gemaakt over individuele nascholing. Deze scholing maakt dan deel uit van de persoonlijke ontwikkelingspunten en wordt in volgende gesprekken geëvalueerd. 4.6.2 Uitgangspunten De uitgangspunten van ons professionaliseringsbeleid sluiten naadloos aan bij de standaard en indicatoren, die de rijksinspectie op dit gebied heeft geformuleerd. Onze school werkt continu aan de deskundigheidsbevordering van de teamleden. De teamleden handelen vanuit een gemeenschappelijke visie over ontwikkeling en onderwijs De teamleden ervaren een grote mate van collegialiteit De schoolleiding bevordert de actieve betrokkenheid van teamleden bij de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs De schoolleiding ondersteunt en stimuleert de teamleden bij hun werk De schoolleiding zorgt voor opvang en coaching van (beginnende) teamleden De schoolleiding bevordert de professionele ontwikkeling van de teamleden De schoolleiding bevordert dat leraren over voldoende deskundigheid kunnen beschikken voor een functioneel gebruik van ICT bij hun onderwijs De school zorgt voor een functionele begeleiding van stagiairs en leraren-in-opleiding. 4.6.3 Nascholingsplan Het nascholingsplan is een belangrijk document, dat sturing geeft aan de professionalisering van onze teamleden. Het loopt van augustus tot augustus en wordt getoetst aan het door het bestuur vastgestelde scholingsbeleid. Er bestaan verschillende vormen van nascholing: nascholing van individuele personeelsleden die relevant is voor zijn/haar werkzaamheden; scholingsbijeenkomsten rond een didactisch/onderwijskundig onderwerp voor het hele team of leerkrachten van een of meer bouwen; scholingen in het kader van bepaalde speerpunten van het bestuur en functiegerichte scholingen voor bepaalde functiegroepen van het personeel, zoals managementcursussen. Het nascholingsplan bevat in elk geval de volgende onderdelen: een opsomming van cursussen die gevolgd gaan worden; de aard van de nascholing; de duur van de nascholing; de doelgroep; de kosten; het bedrag dat voor de school beschikbaar is en korte inhoudelijke argumentatie, gerelateerd aan ontwikkelingen in de school.
4.6.4 Uitgangspunten en criteria voor de keuze van nascholing In principe komt ieder personeelslid in aanmerking voor nascholing als het budget het toelaat en als de gewenste nascholing past binnen het schoolbeleid. Dat impliceert in termen van toewijzingscriteria: - Als het budget (op korte termijn) het toelaat, kunnen alle aanvragen gehonoreerd worden. - Aanvragen worden bij voorkeur (als het mogelijk is) gebundeld. - Volgorde van toekenning: I. managementbelang / bestuurlijk belang 60
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
II. schoolbelang III. individueel belang. Vervolgens komen in aanmerking, in volgorde van prioriteit: 1. aanvragen in het kader van nieuwe ontwikkelingen binnen de school; 2. aanvragen in het kader van nieuwe taken binnen de school; 3. aanvragen om redenen van loopbaanplanning; 4. aanvragen uit persoonlijke interesse en 5. via Informatiebeheergroep (Lerarenbeurs) waar elke leerkracht eenmalig een beroep op een bijdrage in opleiding kan indienen. De directie toetst alle aanvragen aan het nascholingsbeleid. Gehonoreerde aanvragen worden opgenomen in het nascholingsplan. De directie voorziet de aanvragen die haars inziens niet gehonoreerd kunnen worden van een argumentatie. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld een mondelinge of schriftelijke toelichting te geven. Bij verschil van mening kan de aanvrager het nascholingsverzoek voorleggen aan het bestuur. De uitspraak van het bestuur is bindend voor de directie. Het nascholingsplan kan dan worden ingevuld. Leerkrachten hebben bij de behandeling van het nascholingsplan in de medezeggenschapsraad nog de mogelijkheid één en ander aan de orde te stellen. 4.6.5 Vergoeding van kosten en overige faciliteiten Nascholing kan vrijwillig zijn, als onderdeel van de permanente loopbaanontwikkeling. Daarnaast kan nascholing het karakter hebben van een opgedragen taak, bijvoorbeeld wanneer scholing noodzakelijk wordt geacht voor een goede taakvervulling of het behouden van een arbeidsplaats. Bij individuele nascholingsverzoeken is het faciliteren afhankelijk van een beoordeling van de relevantie die bijscholing heeft voor de functie-uitoefening. Dit wordt normaliter in het POP- of functioneringsgesprek besproken. De betrokken medewerker wordt verzocht een concreet studieplan in te dienen met gegevens over de nascholing. Zie bijlage 26: Nascholingsplan 2011-2015 e.v.
4.6.6 Evaluatie nascholing Niet van toepassing.
4.7 Begeleiding Begeleiding van leerkrachten, met name in de vorm van klassenconsultaties, blijft gedurende de hele loopbaan zeer belangrijk. In het algemeen vindt de begeleiding plaats door de directeur of (in de toekomst) door de ib’er. In ieder geval zal er door de directeur minimaal één keer per jaar een klassenbezoek worden verricht. Doel van deze bezoeken is het controleren van gemaakte afspraken, het bewaken van de doorgaande lijn, het geven van onderwijskundig advies en het bieden van hulp. Deze bezoeken worden vooraf aangekondigd. De bezoeken worden altijd met de leerkracht nabesproken en er volgt een schriftelijke rapportage die wordt opgenomen in het personeelsdossier. Het spreekt vanzelf dat gesprekken over de voorgang en de begeleiding vertrouwelijk zijn. Daar waar nodig wordt door de directeur actie ondernomen om de leerkracht van extra begeleiding te voorzien.
4.8 Taakdifferentiatie Taakdifferentiatie is een belangrijk beleidsinstrument. Hiermee wordt de ontwikkeling en betrokkenheid van de medewerkers bevorderd, en wordt de schoolontwikkeling een grote dienst bewezen. De mogelijkheden zullen we in de toekomst vooral vinden op het gebied van de taakroulatie (rouleren van groepen), de schooltaken, specialisaties (bv interne begeleider), coördinatietaken (bv. taalcoördinator) en managementtaken (bouwcoördinator).
4.9 Beleid rijksoverheid De regering wil toe naar een ambitieuze leercultuur. In de actieplannen ‘Basis voor presteren’ en ‘Leraar 2020’ wordt ingezet op opbrengstgericht werken, professionalisering en het bevorderen van excellentie. Bekwame leerkrachten en schoolleiders, die het verschil maken in de ontwikkeling van kinderen, zijn hierbij cruciaal. Het actieplan ‘Leraar 2020’ bouwt voort op de Wet BIO. Leerkrachten dienen zich voortdurend te ontwikkelen en het aantal masteropgeleide leerkrachten moet substantieel omhoog. Er wordt geïnvesteerd in de versterking van het lerarenberoep door middel van de lerarenbeurs en de promotiebeurs. Naast de functiemix wordt ook gedacht aan versterking van de positie van leraren (meer formele zeggenschap). 61
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Om de kwaliteit van de leerkrachten in het basisonderwijs te waarborgen registreren zij zich in een beroepsregister. Met de inschrijving verplichten ze zich tot nascholing. In 2011 wordt hiermee een begin gemaakt. In 2018 moeten alle leerkrachten in dit register zijn opgenomen. Vanaf 2012 zal het toezicht op de kwaliteit van het leraarschap meer nadrukkelijk deel uitmaken van het inspectietoezicht. Daarbij zal ook het bekwaamheidsdossier worden betrokken. De bekwaamheidseisen voor schoolleiders worden aangescherpt. In 2016 moeten alle schoolleiders voldoen aan de geldende eisen. Implicaties voor ons schoolbeleid Wij zetten bij voortduring in op de professionalisering van schoolleiding en team.
4.10 Bestuurlijk beleid Ons bestuur heeft voor de komende beleidsperiode de volgende beleidsvoornemens geformuleerd: Verzuimbeleid In de doelstelling om een goede werkgever te zijn, voert de ASKO een actief arbo- en ziekteverzuimbeleid. Het arbobeleid is er voornamelijk op gericht op het werk de risico´s op verminderde gezondheid en welzijn te beperken. Belangrijk is dat de ASKO beschikking heeft over actuele risico-inventarisaties en -evaluaties. In 2011 gaat de ASKO bij alle scholen na hoe actueel de bestaande risico-inventarisaties en -evaluaties zijn. Ook kijkt de ASKO of bestaande knelpunten kunnen worden opgeheven. In 2011 zal de ASKO op basis van de bevindingen nieuw beleid formuleren. Voor een goede een gezonde organisatie is verder een ziekteverzuimbeleid belangrijk. ASKO heeft 1 januari 2011 het contract met arbodienst “Tredin” vernieuwd. ASKO streeft ernaar - het verzuim binnen vier jaar terug te brengen van zo´n 6% naar 4,5% (exclusief ziekteduur langer dan 1 jaar), en - dat voor alle scholen een actuele risico-inventarisaties aanwezig is. Implicaties voor ons schoolbeleid Het verzuim is nihil. Tijdens functionerings- en beoordelingsgesprekken, alsmede het teamoverleg, wordt het verzuim en verlof besproken. Bij frequent verzuim vindt er met individuele leerkrachten een verzuimgesprek plaats. Gesprekkencyclus De ASKO streeft ernaar om binnen twee jaar een volledige gesprekkencyclus in te voeren op al haar scholen. Hiermee wil de ASKO de professionele ontwikkeling van haar medewerkers stimuleren. DE ASKO heeft een eerste stap gezet door nieuwe uniforme formulieren te ontwikkelen die deze gesprekkencyclus ondersteunen. Implicaties voor ons schoolbeleid Dit beleid wordt uitgevoerd. Levensfasebewust personeelsbeleid Levensfasebewust personeelsbeleid zorgt voor optimale arbeidsomstandigheden, waardoor medewerkers zich kunnen ontwikkelen en bekwamen, en zich meer betrokken voelen bij de ASKO. Ze blijven gezonder, verzuimen minder en zijn productiever. Dat resulteert in behoud van personeel en een optimale inzetbaarheid. De ASKO ontwikkelt een realistisch levensfasebewust personeelsbeleid dat afgestemd is op de mogelijkheden van de verschillende medewerkers. Het gaat om maatwerk. Implicaties voor ons schoolbeleid Binnen de normjaartaak wordt rekening gehouden met de leeftijd. Verder kennen we Bapo, zorg- en studieverlof. Opleidingen Het kapitaal van de ASKO zijn de medewerkers. Om de doelstellingen van dit strategisch beleidsplan te kunnen bereiken is het van belang dat de ASKO de medewerkers optimaal in staat stelt zich te ontwikkelen. Opleidingen, cursussen en seminars bij externe instellingen en/of opleidingsinstituten komen in aanmerking, evenals studiedagen op de scholen zelf. 62
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
De ASKO wil een bovenschools studieaanbod creëren, zodat medewerkers zich verder kunnen ontwikkelen in de competenties die nodig zijn voor de uitvoering van het strategisch beleidsplan, en om de ontwikkelingen in de maatschappij te kunnen blijven volgen. Implicaties voor ons schoolbeleid We wachten de ontwikkelingen met belangstelling af. Opleidingsschool Een opleidingsschool is een samenwerkingsverband van een of meer scholen en een of meer opleidingsinstituten. Het gezamenlijke doel is de professionalisering van onderwijspersoneel. Een opleidingsschool biedt studenten leerwerktrajecten voor het verwerven van competenties binnen verschillende onderwijsconcepten. Door deze leerwerktrajecten te integreren in de schoolontwikkeling, levert een opleidingsschool ook een bijdrage aan de innovatie van het onderwijs, de ontwikkeling van de leerkrachten en de onderwijsorganisatie. Het is wenselijk dat de ASKO opleidingsscholen een leer- en werkplek kan bieden aan de studenten, waar ruimte is om van en met elkaar te leren. Het is wenselijk dat de samenwerking tussen de ASKO en hogescholen gericht is op ‘samen opleiden’ en dat Oplis binnen de gehele ASKO breed gestalte krijgt. - Alle ASKO-scholen zijn opleidingsscholen, met uitzondering van scholen met een verbetertraject; - 75% van de studenten die deelnemen aan Oplis gaan uiteindelijk werken bij de ASKO; - Praktijkgericht onderzoek, waaronder Actie-onderzoek is één van de methodes om leerkrachten en studenten te betrekken bij de schoolontwikkeling; - Er is een evenredige verdeling van de opleidingsscholen in samenwerking met IPABO en HvA. Implicaties voor ons schoolbeleid: Gezien de huidige situatie als startende school stellen wij dit in overleg met ons bestuur uit.
4.11 Actiepunten Op basis van de voorgaande evaluaties zijn wij voornemens in deze schoolplanperiode (2011 – 2015) op de volgende gebieden bestaand beleid verder te ontwikkelen en implementeren: Voortzetting bestaand beleid verdere ontwikkeling Functiemix Evaluatie bestuurlijk beleid - implementatie en borging gesprekkencyclus. Nieuw beleid - ontwikkeling integraal veiligheidsbeleid
63
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
4.12 Beleidsvoornemens Integraal Personeelsbeleid Hieronder geven wij een overzicht van de planning van het nieuwe beleid.
Schooljaar
Actiepunten
2011-2012 -
Ontwikkeling integraal veiligheidsplan (1) Voortgezette implementatie gesprekkencyclus. Functiemix
-
Ontwikkeling integraal veiligheidsplan (2) Voortgezette implementatie gesprekkencyclus. Functiemix
-
Borging gesprekkencyclus. Functiemix
-
Borging gesprekkencyclus.
13
2012-2013
2013-2014
2014-2015
13
Integrale veiligheid = sociaal en fysiek veiligheid 64
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
5 Kwaliteitszorg 5.1 Inleiding Onze ambitie is kwalitatief hoogwaardig onderwijs met overeenkomstige opbrengsten te realiseren. Om de kwaliteit te bewaken en deze continu te kunnen verbeteren is een goed systeem voor kwaliteitszorg van groot belang. Kwaliteitszorg betreft het proces waarin de school haar doelstellingen bepaalt, deze doelstellingen weet te realiseren en de kwaliteit ervan weet te bewaken. In de kern is kwaliteitszorg te herleiden tot vijf eenvoudige vragen: 1. Doen we de goede dingen? 2. Doen we die dingen ook goed? 3. Hoe weten we dat? 4. Vinden anderen dat ook? 5. Wat doen we met die wetenschap? Kwaliteitszorg betekent in essentie dat wij op systematische wijze de ‘goede dingen’ nog beter proberen te doen. Adequate zelfevaluatie-instrumenten en een heldere plannings- en beleidscyclus zijn hiervoor onontbeerlijk. Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan de kwaliteit van de school noodzakelijk. Dat betekent: het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken. Dat is kwaliteitszorg: het geheel van samenhangend beleid, concrete doelstellingen en goed management om de benodigde acties en controles uit te voeren waarmee de school de gewenste kwaliteit systematisch levert en waarmee de school die kwaliteit ook continu kan verbeteren. Het kwaliteitsbeleid van onze school kent een cyclisch proces, waarbij wij werken volgens de PDCA cyclus of Cirkel van Deming.
Figuur: PDCA cirkel
De betekenis van de letters PDCA:
Plan: Planvorming (SMART Schoolplan) Do: Uitvoering Check: Toetsing resultaten aan doelen Act: Bijstellen & borgen Bij de verschillende verandertrajecten, die beschreven zijn in dit schoolplan, bevindt de school zich steeds op verschillende plaatsen in de cyclus.
65
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
De kwaliteitszorg op onze school voldoet aan de eisen die de Inspectie stelt ten aanzien van kwaliteitszorg. De volgende indicatoren geven ons richting bij het vormgeven aan de zorg voor kwaliteit: de school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie; de school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en maakt trendanalyses met de gegevens van het lvs; de school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen aan de hand van een kijkwijzer waarin de competenties van de leerkracht zijn opgenomen; de school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten; de school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen door afspraken en procedures die getoetst zijn vast te leggen en de school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. Kwaliteitszorg richt zich op drie processen in school: 1. Het primair proces oftewel het onderwijskundig beleid; 2. Het secundair proces: het organisatie- en personeelsbeleid, en 3. Het tertiair proces: het kwaliteitsbeleid. Onder kwaliteitsbeleid verstaan we alle beleid dat gericht is op het verbeteren en borgen van de kwaliteit. Het primair proces hebben we beschreven in hoofdstuk 2. Het secundair proces hebben we beschreven in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk beschrijven we het tertiair proces. Op basis van de voorhande zijnde evaluatie- en analysegegevens hebben wij de verbeteronderwerpen voor de beleidsperiode 2011-2015 gekozen. Deze zijn uitgewerkt in de hoofdstukken 3 en 4 van dit schoolplan. In dit hoofdstuk beschrijven we de bestaande praktijk van onderzoeken, verbeteren, bewaken en beschrijven, gerangschikt in de drie bovengenoemde clusters. Aan het eind van dit hoofdstuk beschrijven wij op welke manier wij voornemens zijn onze kwaliteit te verbeteren. We starten met de beschrijving van onze uitgangspunten en beleidspraktijk.
5.2 Uitgangspunten Op onze school zijn de volgende uitgangspunten leidend voor de wijze waarop wij vorm geven aan kwaliteitsbeleid: de schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. Wij zijn van mening dat de directie van de school een cruciale rol heeft als het gaat om de aansturing van kwaliteitszorg. Uiteraard is de zorg voor de (eigen) kwaliteit een zorg die bij iedere medewerker of betrokkene van onze school hoort te liggen, maar de wijze waarop wij de kwaliteit bepalen, bewaken en bevorderen is de verantwoordelijkheid van de directie (directeur en overig management); de kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. De kwaliteitszorg van onze school richt zich op de doelen van het bestuur en de doelen van de school. Daar willen we voor staan en daar mogen anderen ons op aanspreken. Om die reden is in dit beleidsdocument ook een paragraaf opgenomen over de doelen van ons bestuur en de doelen van de school; de schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. Voor een professionele schoolcultuur is een professionele schoolleiding nodig die kan beschikken over professionele medewerkers. Om de medewerkers zo goed mogelijk te kunnen faciliteren en begeleiden bij hun taak op school, heeft het bestuur in de afgelopen jaar veel werk gemaakt van het Integraal PersoneelsBeleid (IPB) en de Wet BIO. De visie die centraal staat bij ons personeelsbeleidsplan, is als volgt verwoord: “De uitdaging is om begrippen, die we hanteren als uitgangspunt voor het onderwijskundig en pedagogisch handelen van de medewerkers, terug te laten komen in de vormgeving van het personeelsbeleid.” Hierbij wordt uitgegaan van het werken in teams en/of deelteams van professionals met verschillende rollen en taken, samen verantwoordelijk voor de leerprocessen van groepen leerlingen. (Voor de verdere uitwerking: zie Wet Bio) en bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken. In dit kwaliteitsbeleidsplan wordt aangegeven op welke wijze wij de diverse groepen betrekken.
66
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
5.3 Taakverdeling kwaliteitszorg De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. Tot die taken behoren onder andere: - het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t kwaliteitszorg - het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang; - het vastleggen en bewaken van teamafspraken; - het creëren van draagvlak; - het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren, - het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback). Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat voorwaarde voor ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur. Kenmerkend daarvoor zijn: - ontwikkelend vakmanschap; - betrokkenheid; - verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op onze school als geheel; - bereidheid tot reflecteren op eigen handelen. Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega-scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties.
5.4 Samenhangende acties Wij willen onze kwaliteit zo concreet en zichtbaar mogelijk beschrijven, zowel voor de interne ‘klant’ (bestuur, leerkrachten) als de ‘externe’ klant (leerlingen, ouders, inspectie en vervolgonderwijs). Dat maakt het mogelijk ons te bezinnen, waar nodig verbeteringen aan te brengen en voor het overige onze sterke kanten te consolideren. Om dat te kunnen realiseren is het van belang om de wensen en verwachtingen van onze ‘klanten’ te kennen. Dat bereiken we door ze regelmatig te bevragen, te informeren en zoveel mogelijk te betrekken bij de kwaliteitszorg in school. Onze kwaliteitszorg wordt daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid, iets waar we met zijn allen aan werken. Ons systeem voor kwaliteitszorg bestaat uit een reeks samenhangende organisatorische acties, verantwoordelijkheden, methodieken, instrumenten en procedures en afspraken over de werkwijzen en middelen om de doelstellingen van onze school te bepalen, te realiseren en te bewaken. Deze werkwijzen en middelen rangschikken we in vier clusters, t.w. 1. Proceduremiddelen: het schoolplan, de schoolgids en het jaarverslag. 2. Onderzoeksmiddelen: de diagnose-, evaluatie- en registratie-instrumenten 3. Overlegstructuur: alle overleg is gericht op kwaliteitsverbetering 4. Verbeterinstrumenten, zoals klassenconsultaties, coaching en scholing 5.4.1 Proceduremiddelen Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevende document bij de kwaliteitsverbetering. In het voorliggende schoolplan hebben we onze bestaande en gewenste kwaliteit beschreven. Onze onderwijskundige beleidsdoelen zijn waar mogelijk beschreven in meetbare opbrengsten. Jaarlijks maken we een jaarverslag om het meerjarenbeleid, zoals vastgelegd in dit schoolplan, te evalueren en waar nodig bij te stellen. Jaarlijks stellen we ook onze schoolgids bij, waarmee wij onze ouders zo optimaal mogelijk willen informeren. Deze documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus. 5.4.2 Onderzoeksmiddelen Wij hanteren een verzameling instrumenten om de gerealiseerde kwaliteit systematisch te evalueren en te analyseren. De evaluatie-instrumenten hebben niet alleen betrekking op de gerealiseerde onderwijsopbrengsten, maar ook op de organisatiecomponenten, die van invloed zijn op de onderwijskwaliteit.
67
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Instrumenten op leerlingenniveau Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken, de ontwikkeling van de leerlingen goed te kunnen volgen en om het mogelijk te maken onderwijs- en ontwikkelingsproblemen vroegtijdig te signaleren, hanteren we de volgende evaluatie- en registratiegegevens: - gegevens AVI-toetsen - gegevens methodegebonden toetsen - gegevens methode-onafhankelijke toetsen (CITO) - aantal leerlingen dat de ib’er jaarlijks doorspreekt met de groepsleerkrachten - uitvoering en evaluatie van de handelingsplannen - registratie verzuim en te laat - aantekeningen n.a.v. oudergesprekken - aantekeningen n.a.v. 10-minutenavonden - systematisch volgen van gedoubleerde leerlingen Instrumenten op leerkrachtniveau (personeelsbeleid) Om na te gaan of de leerkrachten voldoende zijn toegerust en of de arbeidsomstandigheden in orde zijn hanteren we de volgende evaluatie- en registratiegegevens: - risico-inventarisatie & -evaluatie (ARBO) - verzuimcijfers & -analyse - beoordelingsgesprek Instrumenten op organisatieniveau Het gebruik van onderzoeksinstrumenten op organisatie- & managementniveau hebben tot doel om na te gaan of de schoolstructuur is toegesneden op het realiseren van de beleidsdoelen en of er sprake is van een opbrengstgerichte cultuur. Wij hanteren de volgende instrumenten, die zijn onderverdeeld in instrumenten voor interne en externe communicatie. - ongevallenregistratie - omgevings- of externe analyse - klachtenregistratie 5.4.3 Overlegstructuur Om te bewerkstelligen dat wij op planmatige wijze overleggen en besluiten nemen over de kwaliteit op onze school hanteren wij de bijgaande overlegstructuur.
Overleg
Deelnemers
Frequentie
Inhoud
1x per 2 weken
Onderwijs Organisatie
Directeur Ib’er
1x per 2 weken
Zorg: -beleid -uitvoering
Groepsbespreking
Individuele groepsleerkrachten
3x per jaar
Leerlingbesprekingen
Individuele groepsleerkrachten
Indien daar aanleiding toe is.
Zorg in de groep n.a.v. de toetsresultaten Individuele leerlingen
Groot Zorgbreedte Overleg
Directeur, ib’er SMW, schoolarts, leerplichtambtenaar etc. Min. 4 ouders
Teamvergaderingen
Alle medewerkers
Directie-ib-overleg
Ouderraad Medezeggenschapsraad
2 ouders leerkrachten
&
2
6x per jaar
Individuele leerlingen
9 à 10x per jaar
Activiteiten tbv de leerlingen Onderwijs Organisatie Personeel
6 à 7x per jaar
Hierna gaan wij nader in op de samenwerking met de ouders. 68
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
Ouderbetrokkenheid Wij zien de ouders van onze leerlingen als de belangrijkste partners van de school. Wij benaderen ouders als educatieve partners, omdat ouders en school gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en opvoeding van het kind. Samen creëren wij een pedagogische omgeving waarin het kind zich gewaardeerd en veilig voelt en zich optimaal kan ontwikkelen. Continuïteit in de contacten met ouders vinden wij van groot belang en vormt een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs. Op De IJsbreker hebben we al een grote groep ouders die altijd klaar staat om te helpen met zaken als luizencontrole, biebboeken plastificeren, rijden met uitjes, meegaan naar de bibliotheek, assisteren bij schoolfeesten, boodschappen doen etc. Wij waarderen dat zeer. Wij streven ernaar de ouders zo optimaal mogelijk te informeren. Hieronder geven wij een overzicht van de manier, waarop wij dat doen. - Schoolgids. Hiermee worden de ouders uitvoerig geïnformeerd over het onderwijsaanbod en de organisatie van de school. Elk jaar wordt de schoolgids geactualiseerd. In elke groep liggen 2 exemplaren ter inzage. De schoolgids staat ook op de website. - Jaarkalender. In het begin van het schooljaar ontvangt elk gezin een jaarkalender, waarin een overzicht van alle activiteiten, vakanties, belangrijke telefoonnummers en algemene informatie over de school. - Nieuwsbrief. Eén keer per maand verschijnt onze nieuwsbrief met daarin actuele informatie als hand-out. De nieuwsbrief is eveneens te lezen op de website. In de school hangen ook prikborden met actuele informatie. - Informatieavond. Aan het begin van het schooljaar is er een avond waarop informatie wordt verstrekt over wat aan de orde komt in de desbetreffende groep en waarbij uitleg wordt gegeven over de werkwijze binnen de groep. - Middels de rapporten worden de ouders geïnformeerd over de vorderingen van hun kind. De rapporten worden in februari en juni uitgereikt. In november is er een tussenrapport. - Rapport praatavond: drie keer per jaar wordt er in de week na de uitreiking van de rapporten met de ouders gesproken over de vorderingen van hun kind(eren) tijdens de zgn. 10-minuten gesprekken. - Gele mapje. Naast de rapporten worden ouders geïnformeerd over het wel en wee van hun kind door middel van het gele mapje, dat elk kind krijgt als het op school komt. Daarin komen verslagen van alle dagen van de eerste schoolweek, gevolgd door verslagen van de eerste 3 schoolweken. Vervolgens krijgen de ouders elke maand en later elke twee maanden een maandverslag. Dit is afhankelijk van de groep waarin het kind zit. Dit gele mapje komt steeds weer terug naar school. De verslagen worden bewaard in het rapport, zodat de ouders alles altijd nog eens na kunnen lezen.(zie ook 2.6) - Een schoolproject wordt vaak afgesloten met een presentatie van het werk van de kinderen. Dit kan een tentoonstelling zijn van de werkstukken. De Ouderraad De Ouderraad (OR) vertegenwoordigt de ouders. De Ouderraad overlegt en werkt samen met het team van de school. De samenwerking richt zich op ondersteunende activiteiten ten behoeve van de school en het onderwijs. Het gaat bijvoorbeeld om de viering van feesten, de organisatie van schoolreisjes en van de sportdag, en het organiseren van ouderhulp. In schooljaar 2011-2012 willen we een echte OR gaan formeren, bestaande uit minimaal 4 ouders, deze ouders zijn tevens de klassenouders. Wij willen graag dat er in elke klas één of twee ouders actief zijn als klassenouder. Deze klassenouders kunnen dan weer andere ouders regelen als er hulp nodig is bij feesten en activiteiten. De OR zal ca. 1 x per maand vergaderen waarbij de directeur of één teamlid altijd aanwezig zal zijn. De vergaderingen van de OR zijn openbaar. De Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van kinderen, leerkrachten en ouders. De leden van de raad denken en beslissen mee over bepaalde onderwerpen met schoolleiding en schoolbestuur, met name op het gebied van beleidszaken. Om zijn taken goed te kunnen uitvoeren is het van belang dat de MR zo goed mogelijk is geïnformeerd. Daarom voert de MR regelmatig overleg met de directie en wordt de raad betrokken bij o.a. sollicitaties, vaststelling van de formatie, het schoolplan, onderwijs inhoudelijke zaken, huisvesting, schoonmaak en veiligheid. De activiteiten van
69
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
de MR zijn bij wet geregeld in de Wet op de Medezeggenschap Onderwijs. De MR is dus een beleidsorgaan. De MR bestaat uit een evenredig aantal leden van ouders en personeel en vergadert ongeveer één keer in de zes weken, of zo vaak het nodig is. De vergaderingen zijn altijd openbaar, dat wil zeggen dat het ouders vrij staat een vergadering bij te wonen. Elke twee jaar zijn er verkiezingen voor nieuwe MR-leden, waaraan alle ouders kunnen deelnemen. Indien er meer kandidaten zijn dan vacante plaatsen, dan worden er verkiezingen georganiseerd. De personeelsleden kiezen uit hun midden een vertegenwoordiging. Als daar meer kandidaten dan vacante plaatsen zijn, moeten er ook verkiezingen plaatsvinden. Ieder najaar stelt de Medezeggenschapsraad een beknopt jaarverslag van het afgelopen schooljaar op. De MR van De IJsbreker bestaat uit 2 ouders en 2 leerkrachten. De directeur is geen lid van de MR maar functioneert als adviseur en toehoorder. Externe contacten Extern onderhouden wij contacten met o.a. - naschoolse opvang - jeugdhulpverlening - voortgezet onderwijs - GGD - schoolmaatschappelijk werk - kinderfysiopraktijk - integratieve Kindertherapie - lerarenopleidingen - opvoedpoli - ouder- & kindcentrum - instellingen voor schoolbegeleiding - ROC, etc. 5.4.4 Verbeterinstrumenten Om onze kwaliteit te verbeteren zetten we de volgende instrumenten in: Leerkrachtniveau - functioneringsgesprek - Persoonlijk Ontwikkelings Plan & POP-gesprek - loopbaangesprek als onderdeel van het functioneringsgesprek - klassenbezoek door de teamleider voorafgaand aan het functioneringsgesprek. - klassenconsultatie - collegiale consultatie - coaching van de nieuwe leerkrachten tijdens de inwerkperiode en begeleiding van de overige leerkrachten (indien nodig) bij de implementatie van nieuw onderwijskundig beleid - teamscholing - contacten instellingen voor nascholing en begeleiding - individuele nascholing. Niveau schoolleiding - scholing - intervisie 5.5 Beleid rijksoverheid Hierna geven wij een schets van relevant beleid van de rijksoverheid. Opbrengstgericht werken is een belangrijke pijler van de kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs. Opbrengstgericht werken betekent dat leerkrachten zich in het bijzonder op leeropbrengsten moeten focussen en is m.n. gekoppeld aan taal, lezen en rekenen. In actieplan ‘Basis voor beter presteren’ wordt ingezet op professionalisering en het bevorderen van excellentie. In het actieplan is o.m. vastgelegd dat in 2016 alle leerkrachten opbrengstgericht dienen te werken en in de groep om moeten kunnen gaan met verschillen tussen leerlingen. De overheid investeert daartoe in de kwaliteit van leerkrachten (zie 4.10). Andere beleidsvoornemens zijn:
70
© Cormano
BS De IJsbreker
-
-
Schoolplan 2011-2015
‘Peer review’ oftewel collegiale visitatie, waarbij leerkrachten en schoolleiders bij andere scholen kijken en elkaar aanspreken op de kwaliteit en verbetering daarvan, dient structureel te worden ingevoerd. Vanaf 2012 kunnen scholen het predicaat ‘excellent’ verdienen. Voor excellente leerkrachten worden experimenten met prestatiebeloning gestart om na te gaan wat het beste werkt..
Implicaties voor het schoolbeleid 2011-2015 Opbrengstgericht werken is volop in ontwikkeling. Met het geven van onderwijs op maat zijn we reeds ver gevorderd. Wij streven naar excellentie.
5.6 Beleid Bestuur Hierna geven wij een schets van het beleid van ons bestuur. Huidige situatie Iedere school streeft naar goede kwaliteit en wil de resultaten verantwoorden tegenover zijn belanghebbenden. De gewenste resultaten en hoe de schooldirectie die denkt te bereiken, staan in het schoolplan. Alle scholen hebben zo’n schoolplan, dat ze vierjaarlijks evalueren, gebruikmakend van een zelfanalyse-instrument. Dit instrument is tevens de opmaat naar het nieuwe schoolplan. Gewenste situatie De schooldirectie formuleert kwaliteitsdoelen in het schoolplan en jaarplan, en bespreekt deze met de regiomanager. Iedere schooldirectie legt in het jaarverslag verantwoording af aan de regiomanager en de ouders over de ontwikkelingen van de onderwijskwaliteit. Een vergelijkbare verantwoording vindt eens in de vier jaar plaats aan de overige stakeholders. Doelen - Iedere school voldoet aan de minimale, wettelijke kwaliteitseisen (Wet Onderwijs Toezicht). - Iedere school werkt met een zelfanalyse-instrument om de ontwikkeling van de onderwijskwaliteit te beoordelen. - Iedere school evalueert jaarlijks middels een jaarverslag. - Optimalisering opbrengstgericht werken Implicaties voor het schoolbeleid: - invoering jaarverslag - invoering zelfanalyse-instrument - optimalisering opbrengstgericht werken Met betrekking tot opbrengstgericht werken schreef het college van bestuur in een brief aan de schooldirecties d.d. 20 september 2011: ‘Opbrengstgericht werken is een belangrijke pijler van de Kwaliteitsagenda PO. Opbrengstgericht werken betekent dat leraren, intern begeleiders, directeuren en besturen vanuit leeropbrengsten werken aan het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs en de resultaten van de leerlingen. Op leerling niveau spelen zowel cognitieve als sociaal-emotionele aspecten een rol. De leeropbrengsten geven ook informatie over de invloed en kwaliteit van het leeraanbod en de leraar. Het werken aan het verbeteren van opbrengsten van het onderwijs impliceert dat op alle niveaus in de school opbrengstgericht gedacht en gewerkt wordt. Op het niveau van de leraar, de intern begeleider, de directie en het bestuur. Het College van Bestuur van de ASKO onderschrijft het belang van Opbrengstgericht werken. Zij heeft daarom besloten om zowel voor Directies als voor Intern Begeleiders deze leergang eenmalig In-Company aan te bieden.’ De leergang is voor directies verplicht gesteld en zal in het voorjaar van 2012 van start gaan.
5.7 Evaluatie Kwaliteitszorgbeleid N.v.t. 71
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
5.8 Beleidsvoornemens Kwaliteitszorg We willen het huidige kwaliteitszorg beleid verder ontwikkelen en borgen. Op basis van evaluatie- en analysegegevens willen wij de volgende verbeterpunten formuleren.
Schooljaar
Actiepunten
2011-2012
Invoering 360° feedback voor de directeur Invoering jaarverslag Intervisie team (4x per jaar tijdens studiedagen) Scholing directeur ‘Leergang opbrengstgericht werken’
2012-2013
Intervisie team (4x per jaar tijdens studiedagen) Optimalisering opbrengstgericht werken
2013-2014
Invoering oudertevredenheidspeiling Invoering leerlingtevredenheidspeiling Intervisie team (4x per jaar tijdens studiedagen)
2014-2015
Invoering/afname zelfanalyse-instrument Intervisie team (4x per jaar tijdens studiedagen)
72
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
6 Regelingen 6.1 Verantwoording Als school zijn wij verantwoording schuldig aan onszelf, de leerlingen en hun ouders, het bestuur, bovenschools management en de collega-scholen en de Inspectie van het Onderwijs als vertegenwoordiger van de maatschappij. Aan onszelf, onze collega-scholen, het bestuur en het bovenschools management verantwoorden wij ons door middel van het schoolplan. Daarnaast worden managementrapportages opgesteld en besproken tussen de scholen onderling en met het bovenschools management/bestuur. De leerlingen en ouders informeren wij over ons onderwijs en de gerealiseerde kwaliteit via de schoolgids. Daarnaast worden de ouders en leerlingen uiteraard uitgebreid geïnformeerd over de uitkomsten van de tevredenheidsmetingen die onder deze groepen worden gehouden. In deze rapportage wordt tevens opgenomen wat er met de uitkomsten in de komende jaren gedaan wordt. De Inspectie wordt geïnformeerd via dit schoolplan en de stukken waarnaar in dit plan wordt verwezen.
6.2 Klachtenregeling De ASKO beschouwt een goede klachtenregeling als onderdeel van kwaliteitsbeleid. Op alle scholen zijn contactpersonen aangesteld en in de schoolgids van onze school is informatie opgenomen over de klachtenregeling. Er wordt deskundigheidsbevordering voor de contactpersonen georganiseerd. Ook is er een gedragscode voor leerlingen en personeel ontwikkeld. Als school dragen wij er zorg voor dat de ervaringen met klachtafhandeling (zowel in het informele als formele traject) worden benut als materiaal voor de school als lerende organisatie.
6.3 Noodprocedure Het protocol Noodprocedure bevat een aantal schoolbestuurlijke afspraken om te voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten als de basisschool (tijdelijk) geen onderwijs meer kan verzorgen. Het protocol geeft aan wat betrokkenen moeten doen als voor de school een onhoudbare situatie met een leerling is ontstaan. De Noodprocedure maakt deel uit van VIA Amsterdam. In het kort komen de afspraken op het volgende neer. De directie neemt contact op met het schoolbestuur op het moment dat de situatie rond een kind op school onhoudbaar is. Tegelijkertijd stelt de directie de coördinator van het zorgplatform op de hoogte. De Noodprocedure voorziet in afstemming tussen directie, schoolbestuur, ouders en de coördinator van het zorgplatform. Als de leerling van school gaat, stelt de directie van de nieuwe school een document op. Dit gebeurt samen met de ouders en mede onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur van de oude school. In dit document leggen ze de afspraken vast over het onderwijs en de zorg die de nieuwe school kan bieden. Zie bijlage 27: Protocol Noodprocedure
6.4 Managementstatuut Het bevoegd gezag stelt een managementstatuut vast. Dit statuut is in ontwikkeling.
6.5 Regels voor toelating, schorsing, verwijdering en vermissing 6.5.1 Toelating Ouders van kinderen kunnen hun kind op onze school inschrijven. Bij de aanmelding vindt er een informatief gesprek plaats met iemand van de schoolleiding. De toelatingsleeftijd is vier jaar. Ruim voor het kind 3 jaar en 10 maanden oud is belt de directeur de ouders op om een afspraak te maken over een wenperiode op maat. 6.5.2 Schorsing en verwijdering In overleg met het bestuur zullen wij, slechts in zeer uitzonderlijke gevallen, overgaan tot schorsing van leerlingen. De Rijksinspectie zal daarvan op de hoogte worden gebracht. U zult schriftelijk op de hoogte worden gebracht, evenals de leerplichtambtenaar en het bevoegd gezag, onder vermelding van de reden en de duur van de schorsing.* Het schoolbestuur is bevoegd tot het verwijderen van een leerling. De directie stuurt een brief aan de ouders met het bericht van de schorsing en de vermelding van het feit dat de leerling aan het schoolbestuur ter verwijdering is voorgedragen. Het schoolbestuur 73
© Cormano
BS De IJsbreker
Schoolplan 2011-2015
zal betreffende partijen horen en eventueel overgaan tot definitieve verwijdering. 6.5.3. Vermissing Er is een protocol in ontwikkeling. Zie bijlage 28: Procedure Toelating en verwijdering van leerlingen
74
© Cormano