Abonnees € 5,00 p.jr. / Giro 257860 t.n.v. Penningmeester v.d. Stichting Gregoriusfonds
Oplage 600 ex.
33e jaargang nr. 4
REDACTIE J.H.G.M. Bistervels A.D.B. Habers J.C.C. Havenaar-Bakker J. de Jong-Mulder M. Sternau J. Verheijen REDACTIE-ADRES Dillenburgstraat 29 3583 VD Utrecht
[email protected] OUDERRAAD @ INTERNET www.voxusg.info
Februari 2005
INHOUD OPEN HUIS EDITIE
1 Van de rector Verslag Trier 2 4 MEP Brno 5 6 Carmen updated GDS Hybris 7
8 Drie generaties USG-ers Klankbordgroepen 12 14 Terschelling Cantus 16
Voorwoord
Van de Rector Geachte gasten,
De Redactie en de Ouderraad.
Deze Open Huis Vox is een speciale aflevering van het informatieblad voor en door ouders van het Utrechts Stedelijk Gymnasium. De school is er bijzonder trots op dat dit blad zes maal per jaar verschijnt. Een overzicht van de vele activiteiten, achtergrondverhalen en personalia vormt de inhoud. De Vox is één van de uitingen van de grote betrokkenheid en inzet van ouders bij en voor de school. De ouders spelen ook een belangrijke rol via de ouderraad, de medezeggenschapsraad, bij feestelijke gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld de diploma-uitreiking, bij de ondersteuning van de jaarlijkse toneelvoorstelling enz. Ook bij het dit jaar gevierde 106e lustrum hebben de ouders op velerlei wijze bijgedragen aan een fantastische lustrumweek in december. Tijdens het Open Huis willen we graag onze school zo goed mogelijk presenteren. Deze Vox maakt het mogelijk de activiteiten die al hebben plaatsgevonden - en dit jaar ook festiviteiten - de revue te laten passeren. Een samenvatting van verhalen en artikelen uit de voorgaande nummers geeft een goed beeld van wat er zoal op school te beleven valt. Hopelijk zult u genieten van de verslagen over de activiteiten van de vele leerlingverenigingen op het gebied van toneel, muziek, sport, debat, over de schoolreizen, de activiteitendagen, de schoolstrijd en het lustrum. Uit de verhalen spreekt vooral het grote enthousiasme en de betrokkenheid van leerlingen en ouders met de school, een hechte gemeenschap met aandacht voor elkaar. We wensen u op dit Open Huis veel plezier en hopen dat u door de verschillende vormen van informatie een goed beeld zult krijgen van wat het USG te bieden heeft. Uiteraard zouden we het zeer op prijs stellen u volgend jaar als nieuwe ouder(s) te mogen verwelkomen. Hanneke Taat, rector
1
Verslag Trier juni 2004 3e klassen
Maandag De eerste dag op weg naar Trier, pas drie uurtjes vertrokken vanuit Utrecht, iedereen is net een beetje wakker geworden, wanneer wordt aangekondigd dat ons eerste uitstapje al op het programma staat: Maria Laach. Iedereen wordt in kleine groepjes gedeeld. Wij bezoeken eerst met ons groepje de abdij van Maria Laach, een kerk gelegen op een klein pleintje omringd door bomen. In het voorportaal van de kerk staat een kleine fontein, die tenminste voor wat verkoeling zorgt, want het was echt super warm! Binnen in de kerk was het nogal donker en klein, we vonden dat de kerk wel iets schattigs had. Overal in de kerk waren versieringen aangebracht en midden in de kerk bevond zich het graf van de keizer, die zelf opdracht had gegeven voor de bouw van de kerk. Terwijl iedereen naar water snakt, of in ieder geval verkoeling, moeten we eerst nog naar de Laacher See. Een meer, dat een stuk in het bos gelegen ligt. De man die bij ons is verteld dat dit meer (wat al 12.00 jaar oud is) is ontstaan in de krater van een uitgewerkte vulkaan en dat het meer nu nog alleen hooguit voor recreatie wordt gebruikt. We vervolgen onze route terug naar de bussen, een steil pad langs het bos. Twee uurtjes later zitten we weer in de bus en vervolgen onze reis naar Trier. Het eerste deel van het programma zit erop, nog vier dagen in het vooruitzicht. Bo en Anouk 3A
2
Dinsdag De dag na de eerste nacht. De eerste keer ochtendcorvee. De eerste keer dat je alleen maar gegaap hoort (much more to come). De eerste keer dat je de leraren in hun pyjama's ziet. Ofwel. . . .de eerste ochtend. Na een heerlijk ontbijt een lunchpakketjes maken en wat huishoudelijke regels van meneer Nieuwenhuyse, gingen we op
pad met de bus om een wandeling te maken. De wandeling ging langs 2 grote met water gevulde maren. In de tweede mochten we zwemmen. Mijn groepje was er als eerste, dus we hebben ook als eerste meegemaakt hoe koud het water wel niet was. Na een paar keer duiken bleef het water nog steeds koud, dus toen hebben we geprobeerd er langer in te blijven (wat redelijk goed lukte). Na een tijdje werd het lekker, maar kregen we er genoeg van. We zijn toen lekker gaan zonnen. Je kon daar ook waterfietsen dus dat hebben wat kinderen gedaan. Toen begon de lange wandeling terug. Het was bloedheet (maar wel lekker). Er bleken een lange en een korte wandeling te zijn. We gingen dit keer voor de langere. Op mysterieuze wijze was onze oorspronkelijke groep een man groter dan waarmee we vertrokken, maar dat was erg gezellig. Toen we bijna bij de bus waren (nog maar één heuvel omhoog) dachten wij; laten we eens actief doen, en het laatste stukje nog even rennen. Wat jammer was, was dat toen we boven waren bleek dat we de andere kant op hadden gemoeten. Na de andere kant op te hebben gelopen kwamen we gelukkig wel bij de bus uit en konden we beginnen aan de terugreis. Even halverwege stoppen bij een supermarkt, en dan verder door naar de camping, om te beginnen met het eten. Nasi. 's-Avonds was de beroemde wedstrijd Nederland-Duitsland. We hadden de hele wandeling door (als we Duitsers tegenkwamen) lopen zingen: "Schade, Deutschland, alles ist vorbei." Dus het was erg jammer toen de Duitsers het eerste doelpunt maakten. Gelukkig werd het gelijk en hoefden we niet met een rood hoofd over de camping. Na de wedstrijd nog even thee drinken en dan klaar maken voor bed. Een controle om twaalf uur, of iedereen er in lag (niet uiterst succesvol) en dan op naar de volgende dag. Het was erg leuk, kusjes Zosha.
Woensdag Onze wandeling terug in de tijd. Woensdag was dan eindelijk de grote dag, we gingen met z'n allen naar de belangrijkste stad van de hele reis, naar Trier. Onze reis heet dan ook niet voor niets de Trier- reis. Trier is een stad met een geschiedenis van wel twintig eeuwen en dit was tijdens onze wandeling ook duidelijk te zien. Er waren veel historische monumenten en kerken te bewonderen. We begon-nen onze wandeling in het hart van Trier, bij de Hauptmarkt. Hier bevinden zich twee monumenten, de Marktkreuz (opgericht in 958) en de Petrusfontein (gebouwd in 1595). Petrus is de beschermheilige van Trier. De Hauptmarkt is omringd door veel oude gebouwen, die zorgen voor de gezellige, maar toch ook historische sfeer van Trier. Vlakbij het plein bevindt zich ook de Sankt Gangolf, een laatgotische kerk. Toen we wat verder hadden gewandeld kwamen we ook bij de jeugdherberg Warsbergerhof, waar we die avond met z'n allen zouden eten. Daarna liepen we door naar de Moezel, en we volgden deze totdat we bij de eerste brug kwamen, de Römerbrücke. Dit is de oudste Romeinse brug ten noorden van de Alpen die nog in gebruik is. Onderweg passeerden we ook twee Moselkräne (moezelhijskranen), gebouwd in 1413 en 1774. Aan de overkant van de Moezel zagen we de 40 m hoge Mariensäule (Mariazuil). Na nog wat gewandeld te hebben kwamen we bij een enorm ruinenveld, dit zijn de resten van de Barbarathermen, in 140 na Chr. gebouwd. Een stuk verderop kwamen we
bij de Kaiserthermen, waar we naar binnen gingen. We liepen een stukje door de donkere gangen onder de grond, het leek net een labyrint. Toen we buiten waren gekomen liepen we door naar het Amphitheater, terwijl velen van ons nog moesten wennen aan het felle zonlicht. Tijdens onze wandeling bezochten we ook de Basilica Palatina, de Dom en de Liebfrauenkirche. Het was erg bijzonder om deze oude kerken te betreden. Vervolgens kwamen we weer uit op de Hauptmarkt, waar we nog een aantal monumenten bezochten, waaronder de Judengasse en het oude huis van Karl Marx, waar Trier natuurlijk zeer bekend om staat. Tenslotte (als laatste onderdeel), hebben we de Porta Nigra (de Zwarte Poort). Rond half 3 kwamen de eerste groepen van de ochtendgroep aan in Wittlich waar de fietsen over werden gegeven. Hier kregen de groepen
even de tijd om uit te rusten en wat te drinken om vervolgens door onze trouwe buschauffeur "Sjon" naar Bernkaste1 gebracht te worden. Hier kregen de groepen even de tijd om rond te lopen en wat te kopen waarna ze gezamenlijk (samen met de leraren) naar een burcht liepen, gelegen op een hoge heuvel en met prachtig uitzicht op de Moezel. Na hier iets ge-dronken te hebben en te hebben ge-noten van het geweldige uitzicht liepen we gezamenlijk weer terug naar het dorp waarna we met de bus naar Daun gingen waar we gezamenlijk in een jeugdherberg aten. Na het eten gingen we terug naar de camping in Prüm en sloten de dag af zittend rond het kampvuur. David. Vrijdag Kanoën in de Ardennen tijdens de terugreis. Helaas geen verslag hiervan, waren ze misschien te moe? In elk geval hebben we nu een beeld van de werkweek.., met dank aan dhr. Ten Berge. (redactie)
3
M E odel
uropean
P
arliament
In 1990 werd de Stichting Model European Parliament Nederland opgericht met als doel jonge mensen inzicht te geven in het proces van de Europese eenwording en bij hen het bewustzijn te wekken van een Europese identiteit. Als middel om dit te bereiken werd gekozen voor simulatiezittingen van het Europees Parlement. In de afgelopen jaren is het idee van Europese Parlementen voor de jeugd buitengewoon goed aangeslagen in Nederland. Het enthousiasme van de betrokkenen heeft ertoe geleid dat thans in alle twaalf provincies conferenties worden gehouden. De leiding van deze provinciale conferenties berust bij provinciale coördinatoren. Het bestuur van de Stichting Model European Parliament Nederland en de provinciale coördinatoren zien er op toe dat alle scholen, die betrokken zijn bij het simulatiespel ook in ruime mate aandacht aan dit project schenken in de vorm van een Europese week, een Europese markt of andere activiteiten. Elk jaar nemen op deze wijze ruim 1000 scholieren uit de hoogste klassen VWO en HAVO als "Europarlementariërs" direct deel aan dit project. Daarnaast zijn vele anderen indirect bij de organisatie, selectie en uitvoering betrokken. De provinciale zittingen dienen tevens als selectie voor deelname aan de jaarlijkse nationale Conferentie, die een week duurt. Iedere provincie speelt een lidstaat van de Europese Unie. De deelnemers benaderen de onderwerpen vanuit de gezichtshoek van "hun" land. Op alle conferenties worden actuele onderwerpen aan de orde gesteld, die ook in het Europees Parlement te Straatsburg spelen. De overheid verleent steun door het beschikbaar stellen van faciliteiten: de vergaderzalen van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal; de Gotische Zaal van de Raad van State; vergaderzalen in de ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken, Financiën en Landbouw; Provinciehuizen en Gemeentehuizen.
4
Met dank aan: http://people.zeelandnet.nl/jakkes/mep/hetmep.html Aanrader: http://www.mep-europroject.org/
Hier volgt het verslag van onze huidige USGvertegenwoordigster uit de 5e klas: Maandag 20 september 2004 Lieve mensen, Gisteren heb ik mijn teambuilding dag gehad... Jaja, het nationaal is helemaal van start gegaan.. Nadat ik eerst te laat kwam op Rotterdam centraal (in Rotterdam vinden t/m morgen mijn commissie vergaderingen van de commissie Economische en Monetaire Zaken plaats) omdat er wegwerkzaamheden waren, begon onze 1e mepdag.... Of naja, nog niet het vergaderen maar het leren kennen van elkaar. Eerst lekker terrasje gepakt en daarna zijn we gaan laser-gamen en lekker uiteten geweest. Aan het eind van de avond werden we allemaal afgezet bij ons gastgezin, en ik heb het samen met een ander commissielid van mij erg goed getroffen in een gezellig gezin in een mooi huis in Hillegersberg:) Vanochtend begonnen de commissievergaderingen en ik had geen idee wat ik moest verwachten, Gisteren heb ik een beetje lopen informeren hoe andere landen (provincies) zich hebben voorbereid, maar dat was erg verschillend. Over het algemeen blijkt dat ik érg goed ben voorbereid (wat ook wel mag na een zomer studeren en zoeken), al helemaal als je nagaat dat mevrouw Denemarken (uit Friesland) niet eens wist dat het er om ging dat ze Denemarken en niet haar eigen mening moest vertegenwoordigen en meneer Finland (Den Haag) heeft vorige week pas te horen gekregen dat hij naar het nationaal ging, maar goed. Oké, vandaag. Mijn vraagstuk: "Dient het stabiliteitspact onder alle omstandigheden gerespecteerd te worden?" Klinkt moeilijk... Is het ook... Onze vergaderingen vandaag liepen aan het begin van de dag helemaal vast. Ik zal even een korte toelichting geven van wat überhaupt de bedoeling is. In je commissie streef je ernaar om een zo goed mogelijk antwoord zal ik maar zeggen te vinden op je vraagstukken en je oplossingen van het probleem te verwerken in een resolutie (wetsvoorstel). Die resolutie moet morgenmiddag af zijn, en woensdag komen alle commissies bij elkaar in Den Haag en zullen dan donderdag en vrijdag in de Plenaire vergadering samen be-
Brno-uitwisseling 4e klassers
slissen of een resolutie wordt aangenomen te ja of te nee. Nou bestaat een resolutie uit IC's (Introductionairy Clausules) en OC's (Operative Clausules) ook wel de problemen en de oplossingen. En ja, het benoemen van huidige problemen, die nog niet algemeen bekend worden verondersteld, en daar ook dan nog een oplossing vinden waar álle gedelegeerden in een commissie het mee eens zijn, tsja, dat is een hele opgave... Nadat mijn voorzitter even is ontploft, hebben we de boel anders aangepakt, en jawel, om 17.30 uur hadden wij zowaar 2 volledig afgeronde IC's en de daarbij behorende 5 OC's op papier... Twee problemen dus, van de twaalf die we vanmorgen hebben gesignaleerd:S:S Jaja, morgen gaat het een lange dag worden. Maar ik heb er erg veel zin in, want met mijn algemene kennis die ik deze zomer heb gekweekt over de huidige stand van zaken en alles, maak ik veel goede punten in de vergaderingen, wat natuurlijk heel belangrijk is. Ik wil namelijk naar het internationaal, en degene die daar erg veel over te zeggen heeft is mijn voorzitter die morgen een verslag moet schrijven over mijn prestaties binnen onze commissie... Maar goed mensen, jullie zijn weer op de hoogte, ik weet niet wanneer ik weer mail (morgen zullen de vergaderingen ongetwijfeld uitlopen en we gaan lekker uiteten etc morgenavond met de twee commissies die nu in Rotterdam gevestigd zitten en overmorgen naar Den Haag, dus, nou ja, dat zien we dan wel weer!!! Liefs, Mevrouw Tsjechië (Dieuwke).
Op 23 maart, om 19:15 uur was het zover. Achttien ongeduldige 4e-klassers stonden met hun aanhang bij het trefpunt op Utrecht centraal. Om kwart voor acht zou de trein naar Brno in Tsjechie vertrekken. Zeventien meisjes en Eén jongen waren uit de vierde klassen van het USG geselecteerd voor de jaarlijkse uitwisseling met de leerlingen van het Gymnazium Slovanske Namesti. Onze lange reis liep via Duisburg, Berlijn, Praag en had als eindpunt Brno. Na een korte nacht met veel (te) lange tussenstops arriveerden we op 'Brno centraal'. Aldaar werden we door lerares Engels, die haar tweede taal niet geheel accentloos sprak, hartelijk ontvangen en aan onze Tsjechische partners voorgesteld. Diezelfde avond ontmoetten som-migen van ons elkaar weer in een gezellige Tsjechische pub, anderen kozen ervoor om naar de bioscoop te gaan. De volgende ochtend moesten we in ieder geval weer fris op voor een bliksembezoek aan Wenen (dat is maar drie uurtjes met de bus vanaf Brno). We hebben in de rest van de week ontzettend veel leuke uitstapjes gemaakt naar alle culturele dingen in en om Brno. We hebben dode en gedroogde monniken (!) gezien, we hebben kasteel Spilberk bezocht en we hebben een toespraak van de locoburgemeester van Brno gekregen op het stadhuis. Het was tijdens al deze uitstapjes geweldig weer, dus we hebben er echt van kunnen ge-nieten. 's Avonds hebben we natuurlijk uitgebreid van het Tsjechische nachtleven geproefd. We zijn in deze week echt naar "onze Tsjechen" toegegroeid. Begin mei komen ze met z'n allen hier heen. We hebben nu al zin om ze hier hartelijk te verwelkomen en ze ons mooie landje te laten zien. Margriet en Iris.
5
Carmen updated
PALLADAS
Op 4 december zal door de toneelgroep van het USG Carmen op de planken worden gebracht, een bewerking van de opera van Bizet. Het wordt vast weer een verrassend eigentijdse interpretatie. We zijn intussen al wat gewend van de regisseuses. Het stuk zal zich zeker lenen voor aanpassing aan de belevingswereld van deze tijd. De oorspronkelijke opera van George Bizet bleek destijds ook een overrompelende indruk te hebben gemaakt, juist om z'n actuele, realistische enscenering. De première-uitvoering vond plaats in het Parijs van 1875, een tijd waarin men nog zoete romantiek verwachtte in de komische opera. Maar de exotische zigeunerin Carmen bleek verre vaneen zwijmelende dame. Ze was een vrijgevochten, emotioneel onafhankelijke vrouw, voor die tijd asociaal en absoluut verdorven. Een type die volledig tegengesteld was aan de bourgeoismentaliteit van die tijd. Ook het impulsieve karakter van de verliefde soldaat Don Josee strookte niet met de etiquette. Je ziet hem langzaamaan aan zijn liefde en jaloezie ten onder gaan, via insubordinatie, desertie uit het leger, lidmaatschap van een smokkelbende en tenslotte pleger van een moord. Zulk soort realisme was men niet gewend. Het was rauwe werkelijkheid wat er op toneel te zien was. Ook de enscenering in het 'moderne' Sevilla met z'n sigarenfabriek en flirtende werkneemsters was nogal banaal en de muziek suggereerde sensualiteit en hartstochten door gebruik te maken van volkse flamencoritmes, qua impact vergelijkbaar met hard-coremuziek in een hedendaagse schouwburg. Maar schokkend was vooral de actualiteit van het Carmen-type. De uitvoering vond plaats enkele jaren na de revolutie van de commune in Parijs. Deze revolutie van het volk faalde jammerlijk en de bourgeois zag in Bizets stuk een bedreigende herhaling van deze revolutionaire geest. Tenslotte was Carmen een publieksvijand, ze was een bedreiging van law en order. Ze deed mee met revolutionaire geesten. Bizet heeft haar anders dan in het boek van Prosper Merimee aan het eind laten doodgaan, als een soort boete voor haar gedrag, om de conventies en verwachtingen van het voorname publiek enigszins tegemoet te komen. De protesten na de première verstomden al snel. Het stuk werd de meest populaire opera allertijden. Carmen werd het symbool van de Spaanse zigeunerin, de pure ziel van Spanje: exotisch en superieur. Ondertussen is er veel gebeurd in de Spaanse geschiedenis. Hoe zullen onze middelbare scholieren het Carmen-motief anno nu interpreteren? Het publiek wacht gespannen af. Jopje Bakker. Vivat le Torero (lied van de toreadors uit: Carmen van Bizet)
6
Frans: Allons! En garde! Allons! Allons! Ah! Toreador, en garde, Et songe en combattant Qu'un oeil noir te regarde Et que l'amour t'attend Toreador, l'amour t'attende! Spaans: Andiam, in guardia Andiam!! Toreador, attento Non ombliar che un occhio tutto ardor ad ammirarti é attento e che t'aspetta amor Toreador, t'aspetta amor.
GDS Hybris Hybris, het Griekse woord voor hoogmoed, zal zeker niet overdreven blijken. In 2004 richtten Annemarie Poorterman en Hanneke Bruijnzeel de 'debatclub' op. Vorig schooljaar heeft de club al aan verschillende debattoernooien meegedaan. Bij zowel het Lagerhuis als het Intergymnasiaal debat werden prachtige resultaten behaald. Vanaf dit jaar is er besloten de debatclub officieel Gymnasiaal Debating Society (GDS) Hybris te noemen. Annemarie Poorterman en Dieuwke Dijkmans van Gunst besturen GDS Hybris. Het team bestaat uit: Thom Hoff, Alexandra van Dam, Robin Blijde, Reinier Povel, Marije van der Vorm, Victoria Wiertz, Janna Groot en de leden van het bestuur. Deze groep wordt getraind door Ilona. Zij is zelf ook een fanatieke debater, actief bij de Utrecht Debating Society. Omdat volgend jaar verschillende mensen uit het team van school gaan, zijn er door middel van audities nieuwe leden aangenomen om zo de toekomst van GDS Hybris veilig te stellen. Op donderdag 9 september konden de vierdeklassen bij het georganiseerde showdebat eerst kijken wat het meedoen aan GDS Hybris inhoudt. De maandag daarna werden de audities gehouden, waarna de volgende mensen werden geselecteerd: Scott Brugmans, Bo Bouwknegt, Reinoud Clemens, Guusje Havenaar, Sam van Steen, Rik Frieling, Lisa van Woersem en Lotte Dijkmans van Gunst. Met hen is het team compleet. GDS Hybris zal voor het eerst in actie komen op het Nederlands Kampioenschap debatteren voor middelbare scholieren (NK Scholieren), dat wordt georganiseerd door Het Nederlands Debat Instituut (NDI). Het toernooi wordt voor de zevende keer gehouden en is daarmee het langst bestaande toernooi in Nederland. Op het NK Scholieren wordt 'parlementair gedebatteerd'. Het thema van dit jaar is Innovatie. Nadat elk team een officiële training heeft gehad op school zullen in november de voorrondes plaatsvinden. De teams voeren daarbij drie debatten over verschillende onderwerpen tegen verschillende tegenstanders. Op zaterdag 11 december is de grote finale in de Pieterskerk in Leiden. Ook bij het Lagerhuis is GDS Hybris aanwezig. Elk debat bestaat uit drie
onderdelen: 10 minuten teamdebat met vaste rollen, 10 minuten team-debat zonder vaste rollen en 5 minuten één-op-één debat. In januari en februari 2005 zijn de voorrondes per provincie. De winnaar van iedere provincie gaat door naar de volgende rondes. De halve finale en de finale zijn respectievelijk op 18 en 19 maart 2005 te zien bij de VARA. Het Intergymnasiaal debat in Leiden was vorig jaar zo'n groot succes dat het dit jaar weer wordt georganiseerd. GDS Hybris gaat zijn best doen om de tweede plaats van vorig jaar te verbeteren. Genoeg te doen voor het team het komende jaar. Deze vereniging vol met rasecht talent zal schitteren en hun taak met succes uitvoeren. Zoals de slagzin luidt: Onze hoogmoed is niet ongerechtvaardigd! Margriet Hooghiemstra, reporter GDS Hybris. Meer informatie op: www.stiffedbythestate.com/hybris
(Donderdag 9 sept. jl. organiseerde de debatvereniging 'Hybris' een demonstratie-debat voor vierdeklassers)
7
Dol op hun school zijn ze, de vorige generaties USG-ers, althans, de oud-leerlingen die zich meldden op de oproep "generaties gezocht".
"Er moeten horden van die families zijn", zei de heer Willem-Albert Wagenaar (gymnasiast van 19531959). Inderdaad zijn kinderen waarvan één of beide ouders het Stedelijk bezochten, bepaald geen zeldzaamheden. De langste ononderbroken reeks was te vinden bij de familie Schuckink Kool: vier opeenvolgende generaties. Uw verslaggeefster sprak met enkelen van hen, en met leden van de familie Wagenaar. Vlak na de oorlog, in 1946, beleefde Clara Schuckink Kool-Oudendal - dochter van dokter Oudendal van de Maliebaan - haar eerste schooldag op het Stedelijk Gymnasium. Zij had als elfjarige zelf besloten dat ze dáár heen wilde, en haar ouders vonden dat goed. Het fenomeen Citotoets bestond nog niet; wél het toelatingsexamen. "Het toelatingsexamen duurde een paar dagen", vertelt ze, "en het werd gehouden in de gymzaal. De muren zaten vol kogelgaten, maar het was voorjaar en buiten was het gelukkig niet meer zo koud". Wie óók in 1946 op school kwam, was de nieuwe, jonge rector Van der Veer. Mevrouw Schuckink Kool omschrijft hem als een strenge, gedreven onderwijsman. "Hij bracht structuur in de school en daar was toen in die na-oorlogse jaren dringend behoefte aan". De juiste man op de juiste plaats, in de juiste tijd. Kleinzoon Paul (derdeklasser van nu) deed wél de Citotoets, en kreeg een gymnasiumadvies. Na een oriëntatieronde koos hij voor het Stedelijk: "Het leek me een leuke school, niet al te groot. En ja, mijn tante en oom hebben erop gezeten, evenals mijn grootouders, de broer van mijn grootvader en mijn overgrootvader. Het is wel apart dat ik nu de vierde ben". Heeft dat voordelen? "Ik merk er niets van…. ". Toelatingsexamen deden ook Margreet Wagenaar (toen: Fischer) en Willem-Albert Wagenaar, beiden in 1953. Mijnheer Wagenaar vertelt: "Ik was een jaar eerder uit Alkmaar gekomen. Ook daar bevond zich een oud en beroemd gymnasium. Die school had een prachtige aula met een echt podium. De zesde klas doorliep ik in Utrecht op de Frans Halsschool, bij mijnheer Schaap - wat was dát een drilmeester!" Omdat de moeder van de heer Wagenaar destijds op het USG had gezeten, lag het nogal voor de hand dat de jonge Willem-Albert daar ook naartoe zou gaan. "Is daar dan ook zo'n toneel?" had hij zijn moeder gevraagd; jazeker was het antwoord geweest, daar is óók zo'n toneel. Tijdens het toelatingsexamen, dat ook in die tijd in de gymzaal werd afgenomen, waren hem de zware rode gordijnen voor de ramen opgevallen (waar nu een aanbouw is). Daarachter vermoedde hij het beloofde toneel, maar dat viel tegen. Er waren gewoon ramen, van waaruit je in de tuin keek. "Nu zit ik helemaal voor niets hier op school", dacht de jongen, "ik ben er in geluisd!" Gelukkig pakte het anders uit; de heer Wagenaar had een fantastische schooltijd waarop hij met veel plezier terugkijkt.
8
Op de Zeister lagere school van Joost Wagenaar - de zoon van Margreet en Willem-Albert - was het niet de gewoonte om de zesdeklassers te toetsen voor vervolgonderwijs. "Mijn moeder zei tegen mij, aan het eind van de zesde klas: nu moet je naar de middelbare school en je mag zelf beslissen naar welke. Je mag kiezen uit: het Stedelijk Gymnasium", zo herinnert Joost het zich; "mij leek dat niets want ik kende Utrecht niet zo goed. De meeste klasgenootjes gingen naar een school hier in Zeist, dat was vlakbij. Ik moest ineens 12 kilometer fietsen en ik was maar klein: 1.35 m. Van de eerste schooldag - september 1981 - herinner ik mij niets".
De vader van Paulus Schuckink Kool bezocht het Stedelijk Gymnasium in de tijd dat de school nog aan het Janskerkhof gevestigd was, achter het standbeeld van Professor Donders. Zelf kwam hij in 1947 op de school terecht op advies van zijn grootvader, bij wie hij met zijn moeder en broer in huis kwam na repatriëring uit Indië. Het hoofd van de lagere school was er bijzonder op tegen dat voor Paulus het gymnasium werd gekozen. "Maar aan het advies van het schoolhoofd werd in die tijd niet zo'n belang gehecht", zo geeft de heer Schuckink Kool aan, "mijn vader had op die school gezeten, mijn ooms waren erop geweest, dus mijn broer Bill en ik, wij gingen er ook heen. Geen discussie!" Zeker in de tijd van Clara en Paulus kende de school een bloeiend verenigingsleven. Legendarisch was de opvoering van "Antigone" ter gelegenheid van de lustrumviering in 1949, met in de hoofdrollen Olga Dijkman, Louise Wierda en Ab van den Heuvel. Het Utrechts Nieuwsblad schreef er destijds een lovende recensie over. AMOR bestond toen ook al, en gaf regelmatig uitvoeringen. In die tijd was AMOR een koor, dat feestelijkheden opluisterde met een muziekje, en zo nu en dan een leuke operette uitvoerde. Mevrouw Schuckink Kool was enige tijd bestuurslid. Dat bloeiende verenigingsleven was er ook in de jaren '50 nog. De heer Wagenaar sr. vertelt met glimmende ogen van zijn rol in "The reluctant debutante", in vertaling: "De ware David". "Ik had de rol van de charlatan", verhaalt hij, "zo'n man die volstrekt niet deugt! Maar wat was nu het geval: er waren twee personages met de naam David, een goede en een slechte. Natuurlijk bleek dat de goede eigenlijk de slechte was - en omgekeerd. Daarop sloeg de titel. Uiteindelijk was ik dus de goede, de ware David!" "Mijn tegenspeelster in dat stuk, overigens, was Jetje Van Dam Van Isselt. Haar tante was docente klassieke talen; zij had nog zo'n monocle. Als dat glas tijdens de les plotseling naar beneden viel, dan was er iets hélemaal mis!" In de jaren '80 was het schoolverenigingsleven een stuk minder bloeiend. "Ten eerste was het nogal suf als je aan verenigingsactiviteiten meedeed", zegt Joost, "maar zoveel verenigingen waren er niet meer. De heer Marcelis, oud-leerling, die in de jaren '70 terugkwam op school - eerst als leraar klassieke talen, en later als rector - heeft de afzonderlijke verenigingen eigenlijk opgeheven; hij bracht ze onder een soort overkoepelend orgaan en noemde dat Alibas, naar de beginletters. Daarmee was eigenlijk de schoolcultuur de nek omgedraaid. Maar de vraag die nooit beantwoord wordt is: heeft hij met die ingreep wellicht de verenigingen van de ondergang gered?" Zoals gezegd, in de jaren '70 en '80 liepen die verenigingen niet zo erg; leerlingen ontleenden er geen status aan zoals in de tijd van de heer en mevrouw Schuckink Kool en in die van de heer en mevrouw Wagenaar wél het geval was. Beide echtparen geven aan dat je door die buitenschoolse activiteiten een hele carrière, met bijpassend fraai c.v. kon opbouwen. Het echtpaar Schuckink Kool herinnert zich nog goed dat de school deelnam aan de GOTA; de Gymnasia Onderling Te Arnhem, want in Arnhem was dat concept bedacht. Er deden alleen zelfstandige, categorale gymnasia aan mee. Rector Van der Veer stimuleerde deze beweging enorm; "hij besteedde veel aandacht aan sport", zo zegt mijnheer Schuckink Kool; "hij was zelf sportief en had enige tijd in de Verenigde Staten doorgebracht, waar op de colleges natuurlijk ook erg veel aan sport werd gedaan". Mevrouw vult aan: "de rector heeft daarmee de school misschien een bijzondere plaats willen geven".
9
Rivaliteit was er natuurlijk, tussen de scholen onderling. Nu heeft Utrecht nóg een gymnasium, het Christelijk. Mevrouw Wagenaar maakte eens mee dat tijdens een spannende wedstrijd Utrecht werd aangemoedigd: "Hup Utrecht, hup Utrecht!" Een van de rivalen van het Christelijk Gymnasium merkte fijntjes op "dat dit natuurlijk ook wel op hén zou kunnen slaan", welnu, daar was geen sprake van, Utrecht, dat was het Stedelijk. Toen de GOTA in de jaren '50 eens in Utrecht werd gehouden, had rector Van der Veer daar een aardig klassiek kader voor bedacht. Het was een sportbijeenkomst maar dat moest wél een cultureel evenement worden. De belangrijkste gebeurtenis van het toernooi was niet de sportwedstrijd, maar de voorstelling van Lampomene. Zij speelden toen Açoka. Gert Hesselink was de koning, en Mick Lagaay speelde de rol van de boeddhistische monnik. Gespeeld werd er in de stadsschouwburg - het was een hoogtepunt. De heer Van der Veer was rector van 1946 tot 1972, dus heel was oud-leerlingen hebben hem als rector meegemaakt. "Het was een baan voor je leven", zegt mevrouw Schuckink Kool, "tenzij je hoogleraar werd". Door sommige leerlingen werd de rector hartgrondig verafschuwd; anderen liepen met hem weg. Zelf had hij die sterke gevoelens van voor- of afkeuring eveneens jegens de leerlingen. "Wanneer Van der Veer het niet met je zag zitten, van mening was dat een klassieke opleiding aan jou niet besteed was, dan kon je het schudden", geeft mevrouw Wagenaar aan, "maar wanneer het tegendeel het geval was, sleepte hij je er door". Zelf vermoedt zij dat zij tot de laatste categorie behoorde; de rector hechtte - waarschijnlijk omdat hij classicus was - aan goed kunnen formuleren, goed met tekst kunnen omgaan, goed kunnen samenvatten. Zij kon dat. "Er brandde altijd licht in het rectorskamertje", zo gaat ze verder, "wel tot twaalf uur 's nachts. Alle cijfers moesten hém immers passeren". Haar echtgenoot vult aan: "hij wist van iedere leerling de proefwerkcijfers uit zijn hoofd". Onder de heer Van der Veer ging de vijfde klas voor het eerst op reis, naar de Auvergne, om daar de Romeinse opgravingen te bezoeken. In de tijd van de heer en mevrouw Schuckink Kool deden ze dat op de fiets, en in de zomervakantie. Dan waren de kinderen een maand van huis. In latere jaren gingen de klassen met de trein tot Avignon, en van daaruit weer verder op de fiets. In de tijd van de heer en mevrouw Wagenaar was het een busreis geworden. Joost Wagenaar heeft in zijn gymnasiumtijd nog veel meer gereisd. "Een kennismakingsweek was er in de eerste klas, vrijwel direct na de aanvang van het schooljaar" zo vertelt hij; "wij gingen naar Spaarnwoude en die week was echt als gezellige kennismaking bedoeld. In de tweede klas kwam de eerste echte werkweek, op Terschelling. Daar werd echt gewerkt, voornamelijk voor het vak aardrijkskunde". Paul Schuckink Kool jr. was ook op Terschelling met de eerste klas; dat is nu dus twee jaar geleden. Wat hij zich vooral herinnert zijn de spijlen voor de ramen van de jeugdherberg, de vele sloten op elke deur en de lichtsensoren in de gangen. "Als je je slaapkamer verliet, floepten alle lichten op de gang aan", zegt hij.
10 1e steen Homeruslaan
Gewerkt werd er óók: onderzoek voor de vakken aardrijkskunde en biologie. De klas van zijn grootmoeder had in het eerste jaar zelf een uitstapje bedacht én georganiseerd: een busreis naar de Veluwe, om daar met eigen ogen de moeflons te bekijken waarover de biologieleraar had verteld. In de Paasvakantie werd die excursie gehouden, en de bewuste leraar offerde er een vrije dag voor op. Wat natuurlijk altijd blijft terugkomen, is huiswerk: bérgen of een eitje? "In onze tijd werd het gymnasiumniveau strak aangehouden", zegt het echtpaar Schuckink Kool, "daar hebben wij ons altijd goed in kunnen vinden, óók toen onze kinderen op het Stedelijk Gymnasium zaten". Natuurlijk had je het wel eens druk, dat wel, maar heel extreem was het nooit. "Van een gymnasiast mag je toch ook wel iets verwachten", vindt mijnheer, "zelf deed ik veel aan sport, ook buiten de school om, maar dat heeft me nooit van mijn huiswerk af gehouden". Hun kleinzoon heeft wat dat aangaat misschien een iets andere visie. "Aan sporten - rugby en atletiek besteed ik alles bij elkaar zo'n uur of zeven, acht per week", rekent Paul, "en héél af en toe kom ik dan wel eens met mijn huiswerk in de knel". Uiteindelijk breekt voor bijna elke usg-er het laatste schooljaar aan. In de jaren '50 was het gebruikelijk dat de nieuwe zesde klas op de eerste schooldag ontzettend deftig aangekleed op school kwam. Zij waren de nieuwe dames en heren. Mevrouw Wagenaar vertelt dat de zesde klas vóór de Dies aan de eerste klas de Cantus leerde, het schoollied. In haar tijd werd de tekst in het Latijn aangeleerd - juffrouw Van Dam had de tekst al met de eersteklassers doorgenomen. Joost Wagenaar leerde de Cantus ook in het Latijn, echter van de vijfdeklassers. De vader van Willem-Albert Wagenaar kende het schoollied in het Nederlands ("Gij gymnasiasten zingt een lied, barst uit in jubelzang….."). Grootvader Wagenaar, die eindexamen deed in 1930, heeft tot op zeer hoge leeftijd dat lied kunnen meezingen, zelfs toen hij dement was geworden. De laatste schooldag herinnert Joost zich nog wel. "Toen bezetten wij een nacht de school. Dat was heel spannend. Er werd in die tijd nogal veel geblowd en gedronken en het grappige was nu dat de twee leraren die op de zesdeklassers moesten passen, zich het ergst misdroegen van iedereen! Dit waren enigszins hippie-achtige figuren; het lokaal waarin zij 's nachts hadden gezeten zag de volgende ochtend werkelijk bláúw van de wietdamp. Het waren de zesdeklassers zelf die besloten dat er maar even flink gelucht moest worden; er zou die dag normaal lesgegeven worden en in zowat de hele school hing die wietlucht". Met het diploma op zak was het niet de vraag óf je ging studeren, maar wat en waar je ging studeren. "Je was het min of meer verplicht, óók aan jezelf", stelt mevrouw Schuckink Kool. "Met zo'n goede opleiding haalde niemand het in zijn hoofd om een jaartje te gaan flierefluiten. Je had dat diploma immers niet voor de flauwekul, maar om iets nuttigs in de maatschappij te worden. Je ging ook niet iets studeren wat je wel leuk leek; wat je leuk vond, dat deed je maar op zaterdagmiddag!" De heer Wagenaar had een soortgelijke ervaring op het einde van zijn gymnasiumtijd. "Wie niet ging studeren, kreeg er van de rector ongenadig van langs. Dus iedereen ging studeren, behalve onze klasgenoot Mark Westerman, die zei: ik word zwerver. Ziedend was de rector! Hij kon niet begrijpen dat mensen met een mooie klassieke opleiding daar niets mee gingen doen. Met Westerman is het trouwens wel goed afgelopen hoor; hij is Neerlandicus geworden". Wat is er van hen geworden? Advocaat, econoom, schoolarts, psycholoog. Allemaal op hun eigen manier betrokken bij het wel en wee van hun oude school, want dáár is de toon gezet, en werd de grens getrokken tussen een goede prestatie en knulligheid. Dat laatste werd niet geaccepteerd en dat is eigenlijk nog steeds zo. Hoe zou het Paul junior in de komende jaren vergaan? Majne van de Merwe, November 2004
11
Klankbordgroepen Geachte ouders, Hierbij biedt de Ouderraad van het USG u het verslag aan van de klankbordgroepen die eind maart zijn gehouden. Het verslag is medio mei met de rector besproken. Zowel de schoolleiding als de Ouderraad kijken met tevredenheid terug op de eerste ronde klankbordgroepen. Er was veel belangstelling en ouders hebben enthousiast deelgenomen. In vervolg hierop zullen er in het volgende nieuwe schooljaar nieuwe klankbordgroepen worden georganiseerd. Deze klankbordgroepen zullen weer op a selecte wijze worden samengesteld en zowel in november als in mei worden bevraagd over specifieke onderwerpen; zoals bijvoorbeeld de pedagogische visie van de school. De deelnemers krijgen daarbij ook documenten overlegd aan de hand waarvan de zij zich kunnen voorbereiden. De Ouderraad constateert dat veel ouders onvoldoende op de hoogte zijn van nieuwe initiatieven van de schoolleiding. De website wordt niet frequent geraadpleegd. De lopende discussie over de leerstijl van USG is bij velen nog onbekend. Evenals het bestaan van vakoverstijgende projecten, zoals rondom het thema 'water'. De Ouderraad heeft dan ook besloten volgend schooljaar te starten met een mailflits waarmee aandacht kan worden gegeven aan zaken als de nationale finale schoolhockey waaraan het USG meedoet, de toekenning van een prijs voor de beste schoolsite die het USG onlangs ontving of aan de samenwerking tussen universiteit en gymnasium via het zogeheten juniorcollege waaraan het USG meedoet. Niet alles echter is communicatie. Het USG moet zich willen vernieuwen. Menig ouder die meedeed aan een klankbordgroep is ontevreden over de leeromgeving die het gymnasium biedt; met name in de bovenbouw. Hiermee raakt de kritiek van ouders het hart van het onderwijs. De Ouderraad heeft besloten dit thema centraal te stellen in de klankbordgroep van het nieuwe schooljaar. Hoe ervaren onze kinderen het leerklimaat? Zijn er voldoende digitale werkplekken? Biedt het zelfstudie-uur voldoende meerwaarde? 12 Weten leerkrachten te inspireren? Worden leerlingen voldoende uitgedaagd?
De Ouderraad hoopt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over het verloop van de eerste klankbordgroepen en over wat ermee gedaan wordt. Zij wil alle ouders die hebben meegedaan hartelijk bedanken, net als de ouders die niet konden deelnemen en toch meeleefden. We laten van ons horen! Met een hartelijke groet. Stef van Breugel, voorzitter. Ouders als klankbord - Verslag van de eerste klankbordgroep voor ouders. April 2004 Ouderraad Stedelijk Gymnasium Utrecht Algemene indruk Twee bijeenkomsten waarin ouders gevraagd wordt om hun mening over het USG. Een avond bestemd voor ouders van leerlingen uit de groepen 1-3 en een bestemd voor ouders uit de groepen 4-6. Beide groepen zijn middels een aselecte weging tot stand gekomen. Zonder uitzondering hebben ouders de deelname aan de klankbordgroep zinvol geacht. Verzocht is het initiatief voor te zetten. Ook ouders die geen gehoor konden geven aan de oproep mee te doen aan een klankbordgroep hebben hier om verzocht. Opmerkelijk is het verschil in toonzetting. In de klankbordgroep 4-6 is er ontevredenheid, hoewel niet door iedereen gedeeld. Bijvoorbeeld over het studiehuis en de leeromgeving voor leerlingen, maar ook over de visie op het onderwijs. In de groep 1-3 is er een basale tevredenheid. Bijvoorbeeld over de regels en de regelmaat en de bescherming die de school biedt. Opmerkelijk is ook dat daar waar ouders kritisch zijn, zij er aan toevoegen dat dit niet geldt voor hun kinderen. Die omarmen het USG. Karakter Ouders van de onderbouw waarderen het USG vanwege de kleinschaligheid, het overzicht, het veilig leerklimaat en de nadruk op de klassieke vorming. Bij ouders uit de bovenbouw overheerst het beeldmerk van zakelijkheid. In de benadering van leerkrachten ligt, in hun ogen, de veronderstelling besloten dat een leerling zelfstandig kan functioneren. De zakelijke benadering wordt door sommige ouders positief ervaren. Het USG is een school met relatief weinig bemoeizucht.
Leerlingen kunnen er zichzelf zijn. Andere ouders zijn er negatief over. De afstand tussen de leerkracht en de leerling is groot. Ook die tussen de schoolleiding en ouders. Ongeacht de bouw zijn ouders van mening dat het USG zich onvoldoende presenteert, bijvoorbeeld op de eigen open dagen. Visie In de beide klankbordgroepen is naar voren gekomen dat de pedagogische doelstelling van de school onvoldoende bekend is. Er is toch wel zo'n doelstelling? De drie kernbegrippen orde, regelmaat en reinheid bieden niet alle ouders houvast. Zij zien uit naar een meer brede pedagogischdidactische visie. Communicatie Een algemeen onbehagen betreft de wijze waarop de school de kritiek van leerlingen weegt. Leerlingen zouden onvoldoende gelegenheid krijgen mee te denken. Het preken zou domineren. In de zijlijn wordt door ouders erkend dat het nodig kan zijn regels te stellen. Aandacht is gevraagd voor de wijze waarop dat gebeurt. Ouders uit de onderbouw zijn niet altijd gelukkig met de communicatie over de langdurige lesuitval zoals bij het vak Latijn. Een aandeel ouders uit de jaren 4, 5 en 6 herkennen zich niet in de missie van het USG: reinheid, orde en regelmaat. Hoewel niet elke ouder de website regelmatig raadpleegt, zijn ouders bijzonder positief over de website. Zeker in de onderbouw. De website wordt informatief en actueel genoemd. Het digitale rooster voor leerlingen biedt uitkomst. Docenten Ouders verwachten dat docenten leerlingen inspireren. Zij willen graag weten op welke wijze het gymnasium docenten volgt, stimuleert en beoordeelt. In het algemeen is gevraagd om een stimulerende positie. Bij ouders van de bovenbouw leeft het inzicht dat door het accent op zelfstudie de docent zijn voorbeeldfunctie verliest. De docent die boeit, verhalen vertelt die blijven hangen en gezag heeft, is in hun ogen aan het verdwijnen. Er wordt gevraagd naar de wijze waarop nieuwe docenten worden ingewerkt en worden begeleid. Ook is gevraagd of docenten een instructie krijgen hoe zij leerlingen kunnen motiveren en begeleiden. Voorgesteld is niet langer een docent aan te
stellen als mentor als deze zelf geen les geeft aan de leerlingen over wie hij het mentoraat voert. Onderwijsaanbod Overgang basisschool-voortgezet onderwijs Een aantal ouders uit de onderbouw vinden de overgang van de basisschool naar het gymnasium groot. Hoewel er begrip is voor de wijze waarop de school leerlingen laat merken dat er wat van hen verwacht wordt, wordt de studiebelasting in het begin van de brugklas als te groot ervaren. Studiehuis Bij ouders van de groepen 4-6 is er onzekerheid over het studiehuis. Niet elke ouder is er blij mee. Er zijn vragen gesteld bij de wijze waarop de zelfstudie-uren worden begeleid. Ouders geven aan dat leerlingen op school niet goed uit de voeten kunnen. Menig leerling studeert liever thuis dan op school. De mediatheek kent te weinig faciliteiten, de leeromgeving is onrustig -leerlingen last hebben van andere leerlingen-, leerkrachten die toezicht houden geven geen of nauwelijks inhoudelijke instructie. Voor veel leerlingen hebben de zelfstudie-uren geen meerwaarde. Er is gevraag naar de studiebelasting en of wel gelijk verdeeld wordt. Is jaar vier niet substantieel zwaarder? Hoe is de verdeling tussen het vierde en vijfde jaar? Er is gevraagd naar de aansluiting met de universiteit en of de school die in de gaten houdt. Taalonderwijs Ouders maken zich zorgen over de kwaliteit van het taalonderwijs in het algemeen en die van het Latijn en het Nederlands in het bijzonder. Het betreft een zorg die wordt ingegeven door langdurige afwezigheid van de vaste leerkracht. Tussentijdse uitstroom Er zijn vragen gesteld bij de tussentijdse uitstroom in de middenbouw: de groepen 3 en 4. Klopt het dat in deze twee jaren, structureel, relatief veel leerlingen het gymnasium verlaten? Organisatie De indeling in kwintalen wordt als positief ervaren net als de 'timing' van de repetitieweken. Probleemoplossend vermogen De school moet sneller ingrijpen bij ordeproblemen. Sneller ingrijpen impliceert dat eerder gesig- 13 naleerd wordt. De vakleerkracht heeft hier een
bijzonder taak. Hij ervaart (dagelijks) hoe een groep functioneert. Ook kan geluisterd worden naar de inbreng van leerlingen (zie 'communicatie'). Middelen De kosten voor de aanschaf van boeken wordt met name door ouders uit de onderbouw hoog genoemd. De suggestie is gedaan (het netwerk van) ouders meer te betrekken bij sponsoracties of het inzetten van specifieke deskundigheid. Slot Ouders hebben de klankbordgroep gebruikt om kritiek te spuien. Zij hebben de uitnodiging hiertoe bijzonder gewaardeerd en willen graag op de hoogte worden gehouden. Zij zijn benieuwd naar de reactie van de rector. Ouderraad USG, April 2004.
Terschelling Het was een hele leuke werkweek vinden de meeste bruggers. We hebben veel leuke dingen gedaan maar het was ook wel vermoeiend om zo vroeg op te staan. Het begon met heel vroeg opstaan we moesten al om 6.15 uur op school zijn! Iedereen kwam slaperig op school met een grote en zware tas, 4 dagen is natuurlijk best lang! Toen alles in de bus lag en de bruggers en docenten erin zaten konden we eindelijk vertrekken maar dat was pas om 6.45 uur. Het duurde lang om naar de boot te komen, maar het was wel heel gezellig in de bus. Eenmaal bij de boot aangekomen moest iedereen zijn bagage een heel stuk sjouwen daar moesten we weer een tijdje wachten (gelukkig waren er stoelen). Eindelijk kwamen er een paar karretjes aan voor onze bagage 1 voor 1 mocht je je bagage daar naartoe brengen. Iedereen had na een tijdje zijn bagage in een van de karren neergelegd mochten we de boot op. We hadden een kennismakingsspel op de boot. Het was een heel leuk spel waar je een paar foto's en dan diegene raden die op de foto staat. En dan ook zo 14 snel mogelijk. Iedereen liep rond over de hele
boot en dan moest je dus iemand gaan vinden die je misschien amper kende. Het spel was moeilijk gemaakt door om de foto's van de achterkant van het hoofd waren gemaakt. Na het spel mocht je gewoon over de boot rond gaan lopen en op de boot gaan zitten. Toen we op Terschelling aan waren gekomen moesten we onze bagage weer van de karren af gaan halen en in een andere kar doen. We kregen ook een fiets bij een fietsverhuurder waarmee we in groepjes naar de jeugdherberg fietste. Na een half uur waarin we onze bedden op mochten maken, gingen we al weer weg op de fiets naar het wad. Het was maar een klein stukje fietsen, we waren in allemaal groepjes verdeeld en elk groepje ging met 1 of 2 begeleider(s) die veel over de wadden wisten. We gingen met onze laarzen door de bagger heen lopen en kregen over alle beestjes die in de wadden leven iets te horen. Een van die beestjes waar je iets over te weten kreeg was de kokkel maar de meneer uit ons groepje wilde alleen een kokkel pakken als iemand hem op zou eten. Niemand wilde hem opeten uit ons groepje behalve 1 iemand dat was Tycho hij durfde er wel 1 eten, maar hij at een hap op en de rest spuugde die uit want hij vond het te vies. Er was ook een creatieve opdracht die moest je
of als 1e doen de eerste dag of als 2e de 1e dag. We gingen 's avonds door het donker naar het wad lopen en een film kijken die wel heel leuk was. We moesten al om 23.00 uur in bed liggen en als je daarna ging overlopen naar een andere kamer kwam je op de lijst te staan met 'scherp in de gaten gehouden'. We moesten de volgende dag al om 7.30 uur opstaan en sommige om 8.00 uur eten en andere 8.15 uur eten. De tweede dag gingen we het behendigheidscircuit doen. Eerst een warming-up met een beetje springen. Daarna volgde de onderdelen: Skilopen (met twee mensen op een paar ski's). Houtwerpen (een zwaar blok hout zo ver mogelijk door de lucht werpen). Tennisballen vangen (in een emmer zoveel mogelijk tennisballen vangen). Timmeren. Hoepels (met een paar hoepels proberen met je groepje naar de overkant te komen). Zeildragen (een brugger op een zeil naar de overkant dragen). Zig-zaggen (om paaltjes heen rennen en de top van een toren aan raken). Stokdragen (iemand op een stok naar de overkant dragen). Na het eten gingen we een middag naar het strand waar we eerst allemaal dingen moesten gaan vinden en daarna gingen we allemaal activiteiten doen zoals vliegeren en beachvoetbal en zandkastelen bouwen. 's Avonds na het eten gingen we naar het zwembad met de fiets. En daar hebben we ongeveer 75 minuten gezwommen. De 2e dag moesten we weer om 23.00 uur naar bed. De 3e dag moesten we weer om 7.30 uit bed zo vroeg. We gingen vandaag naar de Noordvaarder dat zijn een soort duinen. Daar waren 2 mannen van staatsbosbeheer die er veel over wisten en dus alles aan ons gingen vertellen en ons over de duinen rond ging leiden. Aan het eind van de
rondleiding begon het al weer te regenen! En we hadden erna de fietstocht! Niemand had er meer zin in. Gelukkig werd het wel weer mooi weer na een tijdje. We hebben zo ver gefietst dat we heel Terschelling denken gezien te hebben. We mochten onderweg ook nog in de C1000 iets kopen. Na ongeveer 4 uur fietsen en opdrachten maken over de dingen dus je kon niet gewoon afsnijden (jammer genoeg). Toen we na heeeeel lang fietsen eindelijk weer in de jeugdherberg waren gekomen hadden we ongeveer een uurtje voor ons zelf en daarna moesten we eten. Na het eten hadden we een disco tot 0.00 uur stond er op het programma maar het liep wel iets uit! Het was een hele gezellige avond. De volgende ochtend mochten we een kwartier langer slapen!(maar nog niet lang genoeg hoor). We moesten alles gaan opruimen en alle spullen in pakken en naar buiten brengen. We gingen weer op de fiets naar de boot, maar eerst mochten we nog iets gaan kopen als je geld mee had. Uiteindelijk zijn we weer met de boot terug gegaan en met de bus weer naar school maar natuurlijk was er file en was niemand gebeld. Het was in ieder geval suuuuuper leuk!! Jeske bij de Weg 1d & Michelle Rudolph 1d
Gaudibank Vrijdag 29 oktober werd door de rector, Hanneke Taat, de eerste steen gelijmd op de Gaudibank in de schooltuin. De tweedeklassers, die de bank verder gingen voorzien van een prachtig mozaïek, dronken een glas 'champagne' en gingen direct aan de slag.
15
16
ALTIJD AL HET VERBORGENE ACHTER PLATO EN ZIJN “GANG” WILLEN WETEN? Of de eigenlijke vertaling van 'De Bello Gallico' willen lezen?
De échte vertalingen lees je in het boekje
SATURAE GYMNASII Aloude verhalen over onze school
Meer dan 30 pagina's over de onbekende geschiedenis van het USG!
Een citaat uit dit unieke boekje (wat € 3,- kost, opbrengst voor het Bangladeshproject. Te bevragen bij A. Reinink of via
[email protected]), nu reeds in de tweede druk! Anne-Sophie, vrij naar: Caesar's "De Bello Gallico": “In het geheel genomen is het USG verdeeld in drie delen, waarvan één de Puren bevat, de ander de Populairen en de derde zij die in hun eigen taal Computerdeskundigen en in de onze kortweg Nerds worden genoemd. Deze verschillen onderling allen van taal, gewoonten en bevelhebbers. De Puren spreken de taal der waarheid; dat wil zeggen de taal die onbevlekt is gebleven van tijdelijk populaire woorden -die op hun beurt verzinsels of leenwoord-en van de Bonifatiërs zijn- en vol van chiasmes, anaforen, climaxen en onbegrijpelijk ingewikkeld Nederlands is.”
17
advertentie
Het USG schrijft geschiedenis… Het USG schrijft geschiedenis....en wel in letterlijke zin. Er is op 4 december 2002, op de Dies van de school, een boekje uitgebracht over de geschiedenis van het USG, te beginnen met de in 1474 gestichte Hieronymusschool tot en met de invoer van de tweede fase op het Utrechts Stedelijk Gymnasium in 2000. De titel van dit zeer boeiend boekje luidt: "Uti porta Latina stat", een fragment uit het traditionele schoollied. Deze cantus is met de Nederlandse vertaling achterin het boekje opgenomen waaronder dus de zin: "Uti porta Latina stat, stet in perpetuum!", "door tijden en eeuwen heen, sta de Latijnse poort! ". Het historische gedeelte is geschreven door Prof. O.J. de Jong . De Heer J. Marcelis heeft het gedeelte vanaf 1950 voor zijn rekening genomen en is zelf zo ook tot geschiedenis geworden. Voor de gegevens is oa. gebruik gemaakt van interviews die in 1999 door vijfde klassers zijn afgenomen aan oud-leerlingen. Er is ook aan het visuele gedeelte veel aandacht besteed. Het staat vol met foto's en prenten opgedoken uit het Utrechts Archief.
Uti porta Latina stat is te koop voor 15 euro bij de administratie van de school.
18