Vlaams Infrastructuurfonds voor
Aangelegenheden
03
JAARVERSLAG 2003
Persoonsgebonden
V I PA
VOORWOORD
03
JAARVERSLAG 2003
Het VIPA, Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, is een krachtig beleidsinstrument bij de uitbouw en de innovatie van de welzijns- en gezondheidsvoorzieningen in Vlaanderen en Brussel. Het moet de toegankelijkheid voor iedereen kunnen garanderen, comfort brengen voor cliënten, patiënten en personeel. Het moet bijdragen om de exploitatiekosten te beheersen. Van het beperkte VIPA-team dat de dossiers moet behandelen, wordt verwacht dat zij deskundig zijn, bereikbaar, responsief en ondersteunend zodat initiatiefnemers correct geïnformeerd zijn en op de hoogte blijven van de vooruitgang van hun project. De interacties tussen initiatiefnemers en personeel van VIPA moeten van dit infrastructuurfonds een lerende organisatie maken. Wij bouwen daar continu aan verder, zoals u zult kunnen lezen in dit jaarverslag. Een belangrijk knelpunt blijft echter het tekort aan investeringssubsidies. Via het FFEU (Financieringsfonds voor Eenmalige Uitgaven) konden in 2003 voor de sector ouderenvoorzieningen extra middelen verkregen worden. De door de Vlaamse regering opgerichte VIPA-expertencommissie zal in de loop van juli 2004 haar werkzaamheden afsluiten en alle alternatieve financieringsformules oplijsten en toetsen op hun bruikbaarheid. Alles laat echter voorzien dat de acute noden toch nog een budgettair antwoord moeten krijgen op korte termijn. De krijtlijnen voor het nieuwe VIPA in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid zijn in principe getrokken. De werking zal meer geïntegreerd verlopen en de opbouw van eigen expertise zal gegarandeerd worden. De eigen inbreng in nieuwe financieringsformules zal mogelijk blijven. De consolidatie van de nieuwe voorstellen zal door de volgende Vlaamse regering moeten gebeuren. In de eerste helft van 2004 organiseerden wij opnieuw een klantentevredenheidsonderzoek bij de ziekenhuizen. De resultaten zullen in het najaar beschikbaar zijn op de VIPA-website. Ik wens u veel leesgenot toe.
Guido Deblaere Secretaris-generaal Leidend ambtenaar VIPA
2
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
1
DEEL 1 HET VIPA ALS PARTNER VAN WELZIJNS- EN GEZONDHEIDSVOORZIENINGEN 1. HET VIPA IN EEN NOTENDOP 1.1 Statuut 1.2 De uitdaging 1.3 Het VIPA-beleid 1.4 Actieterrein 1.5 VIPA-organogram
5 6 6 6 6 6 7
2. AANVRAGEN OM VIPA-STEUN 2.1 Schematische voorstelling van de VIPA-procedure 2.2 Toelichting bij de VIPA-procedure 2.3 Begeleiding zorgstrategisch plan 2.4 Begeleiding technisch-financieel plan
8 8 8 10 11
3. NIEUWE ONTWIKKELINGEN 3.1 VIPA-initiatieven voor een kwaliteitsvolle dienstverlening 3.1.1 Tweede klantentevredenheidsonderzoek in de sector ziekenhuizen 3.1.2 Actualisering website 3.1.3 Nieuw dossierbeheerssysteem 3.1.4 Besluit 3.2 Denken en werken aan nieuwe woon- en zorgvormen 3.2.1 Beveiligd wonen 3.2.2 Denktank Wonen-Welzijn 3.2.3 Ouder worden in de Westhoek 3.2.4 Werkgroep Ouderen en Gehandicapten 3.3 Ontwikkeling van evaluatiecriteria voor ecologisch bouwen 3.4 Regelgeving 3.5 Geïntegreerde kunstwerken in de door het VIPA gesubsidieerde gebouwen
12 12 12 13 13 14 15 15 15 16 16 17 17 18
4. OVERZICHT JURIDISCHE GRONDSLAG SUBSIDIEREGELING VAN HET VIPA 4.1 Decreten 4.2 Drie horizontale besluiten 4.3 Sectorbesluiten 4.4 Ministeriële besluiten 4.5 Omzendbrieven
18 18 19 19 21 26
DEEL 2 HET VIPA IN WERKING 1. DE VIPA-PORTEFEUILLE DOORGELICHT 1.1 De ontvangsten 1.1.1 Algemeen overzicht 1.1.2 Waarborgverlening
29 30 30 30 31
3
1.2 De uitgaven 1.2.1 Vastleggingskredieten 1.2.2 Aantal vastleggingen per sector 1.2.3 Betalingskredieten 1.2.4 Aantal betalingen 1.2.5 Alternatieve financiering
31 32 33 33 35 35
2. INVESTERINGSRAPPORTERING VIPA EN AANVERWANTE SECTOREN 2.1. VIPA–subsidiebeloftes en –beslissingen 2003 2.1.1 Ouderenvoorzieningen 2.1.2 Ziekenhuizen 2.1.3 Centra voor geestelijke gezondheidszorg 2.1.4 Wijkgezondheidscentra, centra voor teleonthaal en aanloopadressen beschut wonen 2.1.5 Centra voor algemeen welzijnswerk 2.2 Kind en Gezin - subsidiebeloftes 2003 2.3 Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap - subsidiebeloftes 2003 2.3.1 Residentiële sector 2.3.2 Sector tewerkstelling 2.3.3 Sector revalidatiecentra 2.3.4 Ambulante sector 2.3.5 Algemene totalen 2.4 Overzicht investeringskredieten voor alle sectoren binnen de VIPA-procedure
37 37 37 43 47
3. VIPA-DOSSIERS 3.1 VIPA-procedure 3.1.1 Commissies zorgstrategie 3.1.2 Coördinatiecommissie 3.2 Agenda van de commissievergaderingen 3.2.1 Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen 3.2.2 Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg 3.2.3 Commissie Zorgstrategie voor de bijzondere jeugdbijstand 3.2.4 Coördinatiecommissie 4.1 Balans op 31 december 2003 4.2 Resultatenrekening 2003
54 54 54 56 58 58
DEEL 3 MEER INFORMATIE 1.CONTACTADRESSEN 1.1 VIPA 1.2 Kind en Gezin 1.3 Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap 2. LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN
47 48 49 50 50 52 52 53 53 54
58 59 59 62 65
69 70 70 71 71 72
4
VIPA
03
5
1
HET VIPA ALS PARTNER VAN WELZIJNSEN GEZONDHEIDSVOORZIENINGEN
Het bestuurlijke landschap van de Vlaamse overheid is in volle beweging. Ook het VIPA wordt in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid opnieuw uitgetekend. De implementatie zal allicht in 2005 plaatsvinden. Voor de duidelijkheid, in het eerste deel van het jaarverslag treft u de vigerende regelgeving en de bestaande opdrachten van het VIPA. Verder vindt u de laatste nieuwe ontwikkelingen: wijzigingen die in 2003 aan de regelgeving zijn aangebracht en concrete initiatieven die het VIPA heeft ondernomen om een kwaliteitsvolle dienstverlening te garanderen.
6
1 HET VIPA IN EEN NOTENDOP 1.1 Statuut Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) is een Vlaamse openbare instelling van categorie A. Ze werd in 1994 opgericht als opvolger van het Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen.
1.2 De uitdaging Als financieringsinstrument van de Vlaamse overheid verleent het VIPA financiële steun aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen die infrastructuurwerken willen uitvoeren. Dat maakt het mogelijk voorzieningen aan te bieden die betaalbaar zijn en tegelijk beantwoorden aan de hedendaagse eisen op het gebied van woon- en zorgcomfort. Met de beschikbare VIPA-middelen, die per definitie beperkt zijn, ondersteunt het VIPA - aan de hand van objectieve criteria - prioritair die initiatieven die maximaal aansluiten bij de beleidsvisie van de Vlaamse regering. Die bestaat eruit een toegankelijk aanbod van goed presterende zorgvoorzieningen te realiseren die op kwalitatief hoogstaande wijze en tegen een verantwoorde kost voorzien in de hedendaagse woon- en zorgbehoeften van de Vlaamse bevolking. Zo tracht het VIPA meer resultaat te halen uit de geïnvesteerde middelen.
1.3 Het VIPA-beleid Het VIPA gaat ervan uit dat niet de overheid maar de verschillende sectoren, met hun kennis van het werkveld, het best geplaatst zijn om individuele vragen om hulp- en dienstverlening te beantwoorden en om zinvolle en efficiënte initiatieven te ontwikkelen. Zoals hierboven gezegd, selecteert het VIPA de initiatieven die het best aansluiten bij de beleidsvisie van de Vlaamse regering. De selectie gebeurt door onafhankelijke adviescommissies: de zorgstrategische commissies (samengesteld uit ambtenaren en externe deskundigen) en de VIPA-coördinatiecommissie (samengesteld uit ambtenaren). Zij beoordelen de initiatieven aan de hand van objectieve criteria en brengen hierover advies uit aan de minister. Het is de minister die, aan de hand van dit advies, een definitieve beslissing treft. Bij de verdere behandeling van het dossier fungeert het VIPA als een centraal aanspreekpunt voor de initiatiefnemer.
1.4 Actieterrein Het VIPA verleent investeringssubsidies en -waarborgen aan initiatiefnemers uit de gezondheidsen welzijnssector als die gebouwen oprichten, aankopen, uitbreiden, verbouwen of leasen en als ze daarvoor uitrusting of apparatuur aankopen.
7
In 2003 bestrijkt het VIPA-actieterrein voorzieningen in vijf sectoren: • Verzorgingsvoorzieningen: algemene ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, rust- en verzorgingstehuizen, en de daghospitalisatie binnen een ziekenhuis; • Voorzieningen voor preventieve en ambulante gezondheidszorg: gezondheidscentra, centra voor medisch schooltoezicht, centra voor geestelijke gezondheidszorg, consultatiebureaus voor respiratoire aandoeningen, wijkgezondheidscentra en aanloopadressen (beheersinstanties) voor beschut wonen; • Voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg: rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen, lokale dienstencentra, dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf; • Algemeen welzijnswerk: autonome centra en centra voor teleonthaal; • Voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand: begeleidingstehuizen, gezinstehuizen, onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra, dagcentra, thuisbegeleidingsdiensten, diensten voor begeleid zelfstandig wonen en diensten voor pleegzorg. Daarnaast financiert het VIPA het onderhoud, de bouw, de verbouwing en de (eerste) uitrusting en apparatuur van de volgende eigen overheidsinstellingen: • de openbare psychiatrische ziekenhuizen (OPZ) van Geel en Rekem; • de gemeenschapsinstellingen De Kempen in Mol en De Zande in Ruiselede/Beernem; • het Centrum voor Informatie, Communicatie en Vorming in de Welzijnssector (CICOV) in Overijse. Voorzieningen voor kinderdagopvang en voorzieningen voor personen met een handicap die op zoek gaan naar subsidies voor hun infrastructuurwerken, richten zich niet tot het VIPA zelf maar wel tot respectievelijk Kind en Gezin en het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap. Die Vlaamse openbare instellingen volgen echter volledig de decretaal vastgelegde VIPA-procedure. Ze kunnen bovendien alleen investeringssubsidies toekennen; investeringswaarborgen worden in die sectoren niet verleend.
1.5 VIPA-organogram Guido Deblaere Leidend ambtenaar Karine Moykens Afdelingshoofd OW WVC dagelijkse leiding VIPA
Eigen instellingen
Financieel
Bouwtechnisch
Stefaan Pottie Coördinator
Willy Beyens Financieel deskundige
Marc Cockx
Katelijne Verkissen Medewerker
Nicole Broucke Financieel medewerker
Nicole Broucke Administratief medewerker
Ondersteuning Werking
Zorgstrategie
Stefaan Pottie Marc Cockx Teamverantwoordelijke, Teamverantwoordelijke, Dossiermanager ZH Bouwtechnisch Bouwtechnisch deskundige deskundige Christophe Cousaert Kurt Debooser Projectverantwoordelijke Dossiermanager OV, TZ en BJB
Legende: BJB:bijzondere jeugdbijstand; OV:ouderenvoorzieningen; OW: (afdeling) Ondersteuning Werking WVC; TZ: thuiszorg; ZH: ziekenhuizen
8
2 AANVRAGEN OM VIPA-STEUN Als een welzijns- of zorgvoorziening haar infrastructuur met gemeenschapsgeld wil verbeteren of uitbreiden moet ze een aanvraagprocedure doorlopen. Het VIPA ondersteunt de initiatiefnemer en zorgt voor de administratieve begeleiding van de ingediende plannen tot ze uiteindelijk door de bevoegde adviescommissies worden beoordeeld.
2.1 Schematische voorstelling van de VIPA-procedure Voor de algemene ziekenhuizen, de ouderenvoorzieningen, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen in de bijzondere jeugdbijstand: • masterplan in twee fasen: • zorgstrategische aspecten van het masterplan (advisering door commissie Zorgstrategie) • technisch-financiële aspecten van het masterplan (advisering door Coördinatiecommissie) • subsidiebelofte • vastlegging van het subsidiebedrag • subsidiebeslissing voor maximaal vier projectfasen • gunning • vereffening
Voor alle andere voorzieningen: • • • • • •
masterplan in één fase (advisering door Coördinatiecommissie) subsidiebelofte vastlegging van het subsidiebedrag subsidiebeslissing voor maximaal vier projectfasen gunning vereffening
2.2 Toelichting bij de VIPA-procedure Masterplan De procedure start met een masterplan dat de initiatiefnemer ter goedkeuring voorlegt aan het VIPA. Dat masterplan omvat o.m. een globale en beschrijvende schets met kostenraming van de geplande infrastructuur, met daarbij een financieel plan van de verwachte exploitatie. Bij de goedkeuring van het masterplan krijgt de initiatiefnemer meteen ook te horen hoeveel subsidies hij voor zijn infrastructuurproject kan verwachten (subsidiebelofte). Een of twee fasen? Alle voorzieningen die VIPA-subsidies aanvragen, dienen een masterplan in. Het masterplan wordt afgehandeld in één fase. Dat is de gewone procedure.
9
Voor de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg is er echter een specifieke procedure: naast een “gewoon” masterplan, moeten de initiatiefnemers ook een zorgstrategisch plan opstellen en ter goedkeuring voorleggen. In dat geval doorloopt het masterplan twee fasen: • in een eerste fase worden de zorgstrategische aspecten van het masterplan beoordeeld en al dan niet goedgekeurd; • in een tweede fase worden de technische en financiële aspecten van het masterplan beoordeeld en al dan niet goedgekeurd. Na de goedkeuring van het masterplan (al dan niet in twee fasen) is de procedure voor alle soorten voorzieningen gelijk. Commissie Zorgstrategie Het zorgstrategisch plan wordt besproken in de commissie Zorgstrategie. Die commissie beoordeelt het plan aan de hand van objectieve criteria en adviseert de minister. Het is de minister die het plan uiteindelijk al dan niet geheel of gedeeltelijk goedkeurt. Na de goedkeuring van het zorgstrategisch plan, begint voor de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor ouderen, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand de tweede fase. Zij dienen nu het technische en financiële aspect van hun masterplan ter goedkeuring voor te leggen. Coördinatiecommissie De Coördinatiecommissie onderzoekt de technisch-financiële masterplannen van de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor ouderen, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, evenals de masterplannen van alle andere voorzieningen. Zij vergadert in principe maandelijks. De Coördinatiecommissie beoordeelt het masterplan en adviseert de minister. Het is opnieuw de minister die uiteindelijk over de goedkeuring van het plan beslist. Tegelijk met de goedkeuring van het masterplan krijgt de initiatiefnemer ook zekerheid over het subsidiebedrag dat hij mag verwachten voor zijn infrastructuurproject (subsidiebelofte). Subsidiebeslissing Daarna volgt de aanvraag tot subsidiebeslissing. Hierbij gaat het om de verdeling van de subsidiebelofte over de projectfasen. Er zijn maximaal vier projectfasen waarvoor de subsidiebeslissing kan worden aangevraagd: • • • •
projectfase 1: ruwbouw; projectfase 2: technische uitrusting; projectfase 3: afwerking; projectfase 4: uitrusting en meubilering.
De aanvraag tot subsidiebeslissing kan gebeuren voor elke projectfase afzonderlijk of voor bepaalde projectfasen samen.
10
Gunning Na de subsidiebeslissing moet de initiatiefnemer binnen 200 dagen een gunningsdossier samenstellen en voor advies aan het VIPA voorleggen. Het VIPA bezorgt dat advies binnen een maand aan de initiatiefnemer: de werken kunnen starten. Vereffening Het VIPA betaalt of vereffent de investeringssubsidies in drie schijven van telkens 30%, plus het saldo van 10% op vooraf bepaalde tijdstippen.
2.3 Begeleiding zorgstrategisch plan Om een snelle afhandeling te bevorderen, werden er voor de verschillende fasen in de procedure vaste doorlooptijden bepaald. De regelgeving beperkt de doorlooptijd tot maximum 210 dagen. De voorbereidende fase is uiteraard niet aan termijnen gebonden. Meestal kan er binnen een week al een omgevingsanalyse geleverd worden. In de nabije toekomst zal trouwens heel wat informatie via het internet beschikbaar zijn. Vraag naar ondersteuning
▼ Aanreiken omgevingsanalyse Strategische workshop
▼ Initiatiefnemer dient strategisch plan in
▼ VIPA verklaart plan ontvankelijk 10 dagen
▼ VIPA verzamelt adviezen en evaluaties en bezorgt deze aan de initiatiefnemer 40 dagen
▼ Initiatiefnemer dient reactienota in 40 dagen
▼ Commissie bespreekt het plan en legt haar advies voor aan de minister 90 dagen (120 dagen)
▼ Minister beslist 30 dagen
Het VIPA-managementteam organiseert meerdere malen per week een strategische workshop waarin aan de initiatiefnemers toelichting gegeven wordt bij de opmaak van hun zorgstrategisch plan en waarbij hun concepten getoetst worden aan de beleidsvisie van de minister. Het VIPA stelt zelf het financieel advies op. Voor een advies over de inhoudelijke aspecten van het zorgstrategisch plan wordt een beroep gedaan op de administratie Gezondheidszorg voor de ziekenhuisdossiers en op de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn voor die van de ouderenvoorzieningen en de voorzieningen in de thuiszorg. De commissie Zorgstrategie beoordeelt het plan en brengt advies uit aan de minister. Het is de minister die het plan uiteindelijk al dan niet geheel of gedeeltelijk goedkeurt. Na de goedkeuring van het zorgstrategisch plan, begint voor de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg de tweede fase. Zij dienen nu de technische en financiële aspecten van hun masterplan ter goedkeuring voor te leggen.
11
"De zorgstrategische plannen zijn het instrument bij uitstek om het zorgaanbod met maximale doeltreffendheid te richten op de reële zorgvraag. Het zorgstrategisch plan is hét criterium zowel voor erkenning als voor financiering. Het VIPA zal er, in samenspraak met de functionele administraties Welzijn en Gezondheidszorg, op toezien dat de zorgstrategische plannen passen in het Vlaams beleid. (…) Het VIPA zal, samen met de betrokken administraties, een kritische maar constructieve partner zijn van de zorginstellingen bij het opmaken van de zorgstrategische plannen. Deze constructieve houding wordt voortgezet in de commissies zorgstrategie." (citaat uit de Beleidsnota 2000-2004 van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen)
2.4 Begeleiding technisch-financieel plan Het technisch-financieel plan vertaalt het initiatief in concrete projectplannen. Voor deze fase in de procedure werden er vaste doorlooptijden bepaald. Het VIPA is het centrale aanspreekpunt en verzorgt de communicatie met de verschillende administraties. Het VIPA brengt zelf financieel advies uit en wint de inhoudelijke en technische adviezen in bij de bevoegde administraties. Vraag naar ondersteuning
Het VIPA agendeert de technisch-financiële plannen op de Coördinatiecommissie en leidt ze in.
▼ VIPA kijkt de volledigheid van het dossier na 10 dagen
▼ VIPA verzamelt adviezen en evaluatienota’s 60 dagen
▼ Coördinatiecommissie bespreekt het plan en legt haar advies voor aan de minister < 2 maanden
▼
Het is de minister die uiteindelijk over de goedkeuring van het masterplan beslist. Tegelijk met de goedkeuring van het masterplan wordt ook het subsidiebedrag bepaald en vastgelegd (subsidiebelofte).
▼ Initiatiefnemer dient technisch-financieel plan in
▼
De VIPA-coördinatiecommissie bespreekt de technisch-financiële masterplannen tijdens haar (in principe) maandelijks gehouden bijeenkomsten. De Coördinatiecommissie gaat onder meer na of de plannen beantwoorden aan de bouwtechnische en functionele normen en of de initiatiefnemer over de nodige financiële draagkracht beschikt. Daarbij onderzoekt ze of de bouwconcepten flexibel genoeg worden opgevat zodat men kan inspelen op toekomstige noden en behoeften, of er zuinig omgesprongen wordt met energie en of er aandacht besteed wordt aan ecologie.
▼ Technisch-financiële workshops
De nodige financiële middelen worden voor het project gereserveerd
▼ Minister beslist
12
3 NIEUWE ONTWIKKELINGEN 3.1 VIPA-initiatieven voor een kwaliteitsvolle dienstverlening Door de dagelijkse contacten met de klant-initiatiefnemer, in een snel evoluerende sector die bovendien maatschappelijk erg gevoelig ligt, is het VIPA zich sterk bewust van het belang van een kwaliteitsvolle, klantgerichte en transparante dienstverlening. Het VIPA wil dan ook de instrumenten die de Vlaamse administratie ontwikkelde om de dienstverlening en de interne werking te optimaliseren, ten volle benutten. In 2003 lag de focus in de eerste plaats op het verbeteren van de informatiedoorstroming vanuit het VIPA naar de klant en omgekeerd. Het begin van het tweede klantentevredenheidsonderzoek in de ziekenhuissector, het aanpassen van de website en de grotere aandacht voor bereikbaarheid moeten in dat kader gesitueerd worden. Daarnaast werden de plannen uitgetekend voor een volledig nieuw dossieropvolgingssysteem dat naast de beoogde grotere performantie op langere termijn, ook de klant moet toelaten om zelf de stand van zijn dossier te kunnen raadplegen.
3.1.1 Tweede klantentevredenheidsonderzoek in de sector ziekenhuizen In 2000 en 2002 werd de dienstverlening van het VIPA al bevraagd in een klantentevredenheidsonderzoek. Die bevraging kadert in een breder project van tevredenheidsmetingen binnen het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. In 2000 werd de dienstverlening van het VIPA in de ziekenhuissector bevraagd, in 2002 kwam de sector ouderenvoorzieningen en thuiszorg aan bod. Net zoals dat eerder gebeurde voor de ziekenhuissector werden ook de resultaten van dit laatste onderzoek intern geëvalueerd. Dat resulteerde in de loop van 2003 in een aantal concrete verbeteracties. De gedetailleerde onderzoeksresultaten en de verbeteracties zijn te vinden op de departementale website klantentevredenheid: http://www.wvc.vlaanderen.be/klantentevredenheid Om de continuïteit van de verbeteringsdynamiek te waarborgen en het effect van eerdere verbeteracties te meten werd in 2003 gestart met een vervolgbevraging voor de ziekenhuissector. Waar in de twee vorige onderzoeken het VIPA als onderdeel van een sector bevraagd werd, wordt dit keer exclusief gefocust op de dienstverlening door het VIPA. Dat laat een meer op maat gesneden methodiek toe, met een diepgaander interview van de klanten. Zo werd een vragenlijst ontwikkeld die enerzijds een kwantitatieve vergelijking met de resultaten van vorige onderzoeken toelaat op verschillende kwaliteitsaspecten zoals bijvoorbeeld, bereikbaarheid, responsiviteit, informatieverstrekking, ... , maar anderzijds vooral aanstuurt op een open gesprek met de klant. Op die manier kunnen suggesties tot een betere dienstverlening leiden of kunnen onvermoede gebreken sneller aan de oppervlakte komen. Voor de realisatie van dit onderzoek doet het VIPA een beroep op de expertise van het onderzoeksbureau TNS Dimarso. Alle klanten uit de ziekenhuissector die de jongste drie jaar op een of
13
andere manier gebruik maakten van de VIPA-dienstverlening, zullen in de maanden februari en maart 2004 gevraagd worden aan dit klantentevredenheidsonderzoek deel te nemen. De resultaten worden verwacht in de loop van de maand juni 2004 waarna ze samen met initiatieven tot bijsturing gepubliceerd zullen worden op de website van het VIPA.
3.1.2 Actualisering website Het zevenkoppige team van het VIPA heeft een brede waaier van taken en dient een vrij uitgebreide reglementering te beheersen. Omwille van het bescheiden aantal medewerkers en de inhoudelijke diversiteit van het takenpakket kon de website niet altijd voldoende actueel gehouden worden. In 2003 werd het tij gekeerd. Er kwam een inhoudelijke update en de VIPA-medewerkers werden gestimuleerd om de website als een werkinstrument te gebruiken. De VIPA-regelgeving op de website werd volledig geactualiseerd. Allerlei andere relevante informatie werd toegevoegd, zoals toespraken, powerpointpresentaties, informatie en formulieren over ecologisch bouwen. Het VIPA wil de website blijvend actueel houden en hoopt er in 2005 een interactieve component voor het beheren van dossiers aan toe te voegen.
3.1.3 Nieuw dossierbeheerssysteem Het VIPA ontwikkelde eind 2003 een dossierbeheerssysteem, geënt op de noden van de VIPAwerking. In 2004 wordt de software ontwikkeld voor dit data- en activiteitenmodel, met de bedoeling het systeem in gebruik te nemen op 1 januari 2005. Intern beoogt de applicatie een vlotte en meer eenvormige dossieropvolging. Zo zal de applicatie gekoppeld worden aan het Gemeenschappelijk Klantenbestand (GKB) van het departement WVC en aan het nieuwe boekhoudpakket dat het VIPA in de loop van 2004 in gebruik zal nemen. Bij de ontwikkeling werd ook voorzien in een interactieve component om de klant on line inzage te kunnen geven in zijn gegevens en in de stand van zijn dossier. Bovendien opent dat de mogelijkheid om dossiergegevens on line aan het VIPA te bezorgen. In concreto is het de ambitie van het VIPA om met dit nieuwe systeem op een redelijke termijn te komen tot: • het registreren van de aanvragen tot subsidies via een zorgstrategisch plan of via een masterplan; • het registreren van de doorlooptijden van de adviesverstrekking; • het registreren van de financiële, functionele, technische en ecologische meerwaarden die via de investeringen worden nagestreefd; • het aftoetsen van de effectief gerealiseerde meerwaarden ten aanzien van de geplande meerwaarden door investering; • het bepalen van de (meer)kost van investering door het toepassen van de nieuwe inzichten betreffende ecologisch bouwen, het genormaliseerd wonen voor personen met zorg en de
14
bepaling van de (min)kost van de uitbating door die investeringen; • het registreren van de aard van investeringen en de invloed ervan op de capaciteit van het aanbod voor de voorzieningen in de welzijns- en gezondheidssectoren; • het inpassen van goedgekeurde projecten binnen de budgettaire mogelijkheden van het ogenblik. Het opvolgingssysteem zal enerzijds de initiatiefnemers toelaten om op een vlotte en transparante manier hun projecten op te volgen. Anderzijds zal door de coördinerende en multidisciplinaire opstelling van het VIPA en door de dagelijkse contacten met de initiatiefnemers een schat aan gegevens en ervaring ontstaan. Met andere woorden kan de basis gelegd worden voor een expertisecentrum binnen het VIPA. Die expertise moet uiteindelijk bijdragen tot een beter projectmanagement voor de realisatie van de nieuwe infrastructuren en een gepast onderdak, met een verzoening tussen het genormaliseerd en ecologisch verantwoord wonen en bouwen, en de specifieke woon- en zorgeisen voor personen met een zorgvraag.
3.1.4 Besluit Termen als e-government, e-loket, performantie, administratieve vereenvoudiging, integrale kwaliteitszorg, transparantie, e.d. zijn vandaag niet meer weg te denken in beschouwingen over het functioneren van de overheid. Het VIPA tracht op zijn manier, stapsgewijs, die principes vorm en inhoud te geven. In het besef dat er steeds verbetering mogelijk is, streeft het ernaar om in zijn werking de principeverklaring “Integrale kwaliteitszorg van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap” krachtdadig te onderschrijven: “Onze klanten moeten ook in de toekomst een voelbare verbetering van onze dienstverlening ondervinden. Daar zullen wij over waken door de kwaliteit en kwaliteitsverbetering van onze dienstverlening op de voet te volgen, onder meer via kwaliteitsmetingen, klantenbevragingen en klachtenmanagement. Klantgericht denken en werken is de dagelijkse verantwoordelijkheid van iedereen in onze organisatie…”
15
3.2 Denken en werken aan nieuwe woon- en zorgvormen Meer en meer zien we binnen verschillende sectoren van het VIPA een toenemende aandacht voor wonen en in het verlengde daarvan ook een zoektocht naar nieuwe woon- en zorgvormen. Het streven van het VIPA om voorzieningen te helpen realiseren die voldoen aan de behoeften van de gebruikers betekent dat we mee moeten nadenken over toekomstige evoluties. Het VIPA is een organisatie die het belang van de klant hoog in het vaandel voert en waar de gebruikers van de voorzieningen steeds centraal staan. Vanuit dit engagement en vanuit zijn knowhow staat het VIPA open om samen met de sector en andere beleidsactoren na te denken over het toekomstige woon- en zorglandschap.
3.2.1 Beveiligd wonen Het concept beveiligd wonen heeft als doelstelling personen een woon- en leefomgeving aan te bieden die hen toelaat een volledig hulptraject te doorlopen, waarbij hun fysische aanwezigheid gewaarborgd is. Dit concept is een welzijnsbenadering voor personen die in een forensische context opgenomen worden en die psychiatrische of pedagogische hulp nodig hebben. In dat concept ligt de nadruk meer op het aanbieden van een genormaliseerde woon- en leefomgeving, waardoor de opgelegde hulpverlening beter aanvaard wordt, en waardoor de nadruk minder kan liggen op een beveiliging tegen ontsnapping. Met de realisatie van de forensische K-dienst in het openbaar psychiatrisch centrum te Geel en de geplande gebouwen in de gemeenschapsinstelling voor meisjes in Beernem, poogt het VIPA dat concept maximaal te ondersteunen. Zowel voor de forensische opvang van volwassenen in het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis van Rekem als voor de forensische opvang van minderjarigen in het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis van Geel is hiervoor een werkgroep actief.
3.2.2 Denktank Wonen-Welzijn We stellen enerzijds vast dat er binnen de welzijnssector meer en meer de nadruk wordt gelegd op het belang van wooncomfort, naast zorgcomfort. Vandaag zien we dat die nood aan wooncomfort gemeenschappelijk is bij verschillende welzijnssectoren, maar dat die binnen elke sector apart wordt ingevuld. De laatste jaren zien we bij woningbouw en de bouw van ouderenvoorzieningen ook meer elementen als flexibel bouwen, levenslang wonen, kleinschalige wijken en wooncomfort op de voorgrond komen. Anderzijds zien we binnen de sector van de sociale huisvesting meer en meer mensen terechtkomen die oud zijn, gehandicapt en/of een psychiatrische aandoening hebben en niet de nodige ondersteuning (kunnen) krijgen, noch qua zorg, noch qua infrastructuur. De sectoren huisvesting en welzijn kruisen m.a.w. elkaars terrein, wat gelegenheid biedt tot samenwerking. In juli 2003 is de Denktank Wonen en Welzijn opgericht. Die Denktank is samengesteld door het kabinet Welzijn en het kabinet Wonen. Zij bestaat uit kabinetsmedewerkers van beide kabinetten, ambtenaren van beide beleidsdomeinen, maar ook uit vertegenwoordigers van het werkveld.
16
Ook het VIPA is wegens zijn knowhow betrokken bij die Denktank, zowel op het gebied van wonen als op het gebied van welzijn. De opdracht van de denktank kan als volgt worden samengevat: 1. een inventaris maken van de bestaande woon- en zorgvormen in beide sectoren; 2. mogelijke samenwerkingsverbanden zoeken tussen wonen en welzijn; 3. een lijst maken van de knelpunten van die samenwerking; 4. toekomstige denkpistes en suggesties formuleren aan het beleid. In eerste instantie heeft de Denktank een verkennende en beleidsvoorbereidende opdracht. In een later stadium kunnen de ideeën en voorstellen leiden tot concrete samenwerking.
3.2.3 Ouder worden in de Westhoek In het kader van het programma Wonen in de Westhoek schreef de Provincie West-Vlaanderen een onderzoeksopdracht uit over de woon- en zorgsituatie van senioren in de plattelandscontext. Hiermee wil ze een aantal beleidsmatige aspecten rond wonen in landelijk gebied in kaart brengen en ondersteunen. Ze speelt in op de vraag welke de knelpunten zijn i.v.m. wonen van senioren en welke nieuwe vormen van wonen kans op slagen hebben in de Westhoek. Een groep provinciale ambtenaren kreeg de opdracht om, samen met vertegenwoordigers van het Vlaamse niveau, onderzoekers van het HIVA te begeleiden in de zoektocht naar de eigenheid van het ouder worden in de Westhoek en naar gepaste oplossingen hiervoor. Ook het VIPA participeert in die werkgroep die eind 2003 haar eerste eindrapport publiceerde.
3.2.4 Werkgroep Ouderen en Gehandicapten De veroudering van de bevolking heeft niet alleen gevolgen binnen de ouderensector zelf, maar ook in de belendende sectoren. Enerzijds is er een groeiend aantal personen met een handicap dat ouder wordt binnen de voorzieningen van de gehandicaptensector. Daar vertaalt zich dat in een interne verhuisbeweging van de lichtere naar de zwaardere zorgvormen. Anderzijds is uit een onderzoek van het Vlaams Fonds gebleken dat een groot aantal personen in rusthuizen verblijft, terwijl ze eigenlijk behoren tot de doelgroep van het Vlaams Fonds. Aangezien er in de maatschappij een toenemende vergrijzing is en een tekort aan opvangplaatsen in de gehandicaptensector, zal de discussie over wie in welke sector thuishoort in de toekomst pertinenter worden. Om duidelijkheid te scheppen in de grijze zone tussen de ouderen- en de gehandicaptensector zal het Centrum voor Gezins- en Bevolkingsstudie (CBGS) een soort metaonderzoek voeren om in kaart te brengen waar bijkomend onderzoek noodzakelijk is. Het wordt daarbij begeleid door de werkgroep Ouderen en Gehandicapten, die bestaat uit ambtenaren van het Vlaams Fonds, de afdeling Welzijnszorg, de afdeling Verzorgingsvoorzieningen en het VIPA.
17
De werkgroep zal als eindproduct een onderzoeksagenda voorstellen die een inventaris maakt van onderzoeksthema’s, met een toetsing van hun haalbaarheid.
3.3 Ontwikkeling van evaluatiecriteria voor ecologisch bouwen Vanaf 2001 werden er evaluatiecriteria ontwikkeld voor ecologisch bouwen. Ze werden ingevoerd via de omzendbrief van 29 april 2003, die gestuurd werd naar alle voorzieningen die in aanmerking komen voor investeringssubsidies. De ecologische minimumeisen zijn vanaf 1 juli 2003 van toepassing voor de infrastructuur die gesubsidieerd wordt door het VIPA, het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap en Kind & Gezin. Het is de bedoeling dat jaarlijks een evaluatie gemaakt wordt van de implementatie van die minimumeisen, zodat ze waar nodig kunnen bijgestuurd worden.
3.4 Regelgeving De totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor verzorgingsvoorzieningen worden bepaald in het besluit van 8 juni 1999 van de Vlaamse regering. Dat besluit bepaalt naast de subsidiabele oppervlaktes voor algemene, universitaire en psychiatrische ziekenhuizen, ook die voor rust- en verzorgingstehuizen (RVT) en psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT). De maximaal subsidiabele oppervlakte kwam tot voor enkele jaren volledig overeen met die van de woongelegenheden in rusthuizen. Op 8 juni 2000 keurde de Vlaamse regering het besluit goed dat de bestaande maximaal subsidiabele oppervlakte voor woongelegenheden in rusthuizen en centra voor kortverblijf uitbreidde. Voortaan wordt de bruto gebouwde oppervlakte die in aanmerking komt voor VIPA-subsidiëring op maximum 65 m2 per woongelegenheid (verder m2/wgh) gebracht. Om die discrepantie tussen woongelegenheden in rusthuizen en die in PVT en RVT op te heffen, keurde de Vlaamse overheid op 14 maart 2003 het besluit goed dat erin voorziet dat voortaan ook bij PVT en RVT de maximaal subsidiabele oppervlakte wordt uitgebreid van 55 naar 65 m2. Hiermee verdwijnt de bestaande discrepantie en maakt het VIPA de bestaande regelgeving eenduidiger. Bovendien kadert die wijziging in de algemene visie van het VIPA: “Binnen het Vlaams ouderenbeleid keuzes maken voor het realiseren van een toegankelijk aanbod van performante ouderenvoorzieningen, die op kwalitatief hoogstaande wijze en tegen een verantwoorde kost, voorzien in de woon- en zorgbehoeften van de ouderenbevolking.” De 10m2 die vanaf nu in meer kunnen worden gesubsidieerd dienen ten volle benut te worden om het woon- en verblijfscomfort van de cliënten te verhogen.
18
3.5 Geïntegreerde kunstwerken in de door het VIPA gesubsidieerde gebouwen Voor het jaar 2003 werden voor de twee veruit grootste sectoren in omvang die de VIPA-procedure volgen, de volgende kostenramingen voor de realisatie van geïntegreerde kunstwerken onderschreven: Geïntegreerde kunstwerken - 2003
Kostenraming (in euro zonder BTW)
Verzorgingsvoorzieningen
431.850
Ouderen- en thuiszorgvoorzieningen
897.782
Totaal
1.329.632
4. OVERZICHT JURIDISCHE GRONDSLAG SUBSIDIEREGELING VAN HET VIPA Als gevolg van de wijzigingen aan de VIPA-regelgeving veranderde natuurlijk ook de juridische grondslag van het VIPA. Hieronder vindt u een overzicht. Tussen haakjes vermelden wij telkens de datum van verschijnen in het Belgisch Staatsblad (BS).
4.1 Decreten Decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden (BS 1/06/1994) Gewijzigd bij: • het decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997 (art. 9 en 10) (BS 31/12/1996, 3de editie) • het decreet van 16 maart 1999 tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden (BS 24/04/1999, 2de editie)
19
4.2 Drie horizontale besluiten Werking en financieel beheer van het VIPA Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 tot regeling van de werking en het financieel beheer van het Vlaams Infrastructuurfonds voor persoonsgebonden aangelegenheden (BS 30/08/1994) Gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 (BS 11/09/1999, 2de editie)
Procedurebesluit Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden (BS 30/08/1994) Gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 november 1994, 5 april 1995 (BS 17/05/1995), 23 september 1997 (BS 19/11/1997) en 10 maart 1998 (BS 18/04/1998) Opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 (gecoördineerde tekst, BS 10/09/1999) Gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 9 maart 2001 (BS 24/04/2001) en 19 april 2002 (BS 02/07/2002)
Invoering van de euro Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001 betreffende de wijziging van sommige bepalingen inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, wat de invoering van de euro betreft (BS 25/07/2001)
4.3 Sectorbesluiten Verzorgingsinstellingen Besluit van de Vlaamse regering van 30 november 1994 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen (BS 27/01/1995) Opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 (BS 31/08/1999) Gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 maart 2003 (BS 04/04/2003)
20
Preventieve en ambulante gezondheidszorg Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg (BS 30/08/1994) Gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 1998 (BS 30/12/1998, 3de editie) Opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 (BS 15/09/1999) Gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 september 2001 (BS 8/02/2002)
Voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de bejaardenvoorzieningen (BS 30/08/1994) Gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 (BS 20/09/1995) Opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg (BS 31/08/1999) Gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2000 (BS 18/07/2000)
Algemeen welzijnswerk Besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor het algemeen welzijnswerk (BS 7/09/1999) Gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 2000 (BS 3/03/2001)
Kinderdagopvangsector Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de kinderdagopvangsector (BS 30/08/1994) Opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 (BS 15/09/1999)
21
Voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap (BS 30/08/1994) Voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand Besluit van de Vlaamse regering van 19 april 2002 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand (BS 07/06/2002)
4.4 Ministeriële besluiten a. Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen Aanduiding van de interne en externe leden Besluit van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 5 februari 1998 (BS 25/04/1998) Gewijzigd bij: Besluit van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 6 juli 1999 (BS 27/08/1999) Besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van 26 september 2001 (BS 25/10/2001)
Huishoudelijk reglement Besluit van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 27 april 1998 (BS 23/06/1998)
Samenstelling van de commissie Interne leden: • het afdelingshoofd van de afdeling Ondersteuning Werking WVC van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; • het afdelingshoofd van de afdeling Verzorgingsvoorzieningen van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
22
• een arts van de afdeling Verzorgingsvoorzieningen van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur met kennis van het beleid in verband met algemene ziekenhuizen. Externe leden: • vast lid: de heer Laurent Bursens • bij elke vergadering van de commissie Zorgstrategie wordt een lid gekozen uit de onderstaande lijst met leden van de Vlaamse Adviesraad inzake erkenning van verzorgingsvoorzieningen: • de heer Peter Degadt; • de heer Pierre E. Jossart; • de heer Rob Van Den Oever; • de heer Luc Van Roye. Bij elke vergadering van de commissie Zorgstrategie wordt een lid gekozen uit onderstaande lijst van deskundigen in gezondheidsaangelegenheden: • • • • • • • • • • • •
de heer Bert De Bakker; de heer Luc Devriendt; mevrouw Hilde Heussen; de heer Johny Iven; mevrouw Rita Lagae; de heer Frank Lippens; de heer Herman Roelants; mevrouw Hilde Servotte; de heer Bart Van Daele; de heer Peter Van Kersschaever; mevrouw Rosette Van Overvelt; de heer Patrick Waterbley.
De Inspectie van Financiën wordt als waarnemer uitgenodigd op elke vergadering van de commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg. De initiatiefnemers worden uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de voorstelling van hun zorgstrategisch plan aan de commissie.
b. Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg Aanduiding van de interne en externe leden Besluit van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 22 maart 1998 (BS 25/04/1998) Gewijzigd bij: Besluit van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 28 juli 1998 (BS 17/10/1998)
23
Besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van 26 september 2001 (BS 25/10/2001)
Huishoudelijk reglement Besluit van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 9 juli 1998 (BS 14/10/1998)
Samenstelling van de commissie Interne leden: • het afdelingshoofd van de afdeling Ondersteuning Werking WVC van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; • het afdelingshoofd van de afdeling Welzijnszorg van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; • een personeelslid van niveau A van de afdeling Welzijnszorg van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur met kennis van het beleid in verband met ouderenvoorzieningen en voorzieningen in de thuiszorg. Externe leden: • vast lid: Laurent Bursens • bij elke vergadering van de commissie Zorgstrategie worden twee leden gekozen uit onderstaande lijst: • de heer Wino Baeckelandt; • de heer Jean-Pierre Baeyens; • mevrouw Maria Bertels; • mevrouw Gaby Bogaert; • mevrouw Paula Bosmans; • mevrouw Danielle Colsoul; • de heer Rudiger De Belie; • de heer Clément Decoster; • de heer Jan De Moor; • de heer Filip D’Haene; • de heer Rudi Fonteyn; • de heer José Lecoutere; • de heer Mathieu Martens; • mevrouw Maria Torfs; • mevrouw Christa Van Criekingen; • de heer Dominique Vande Kerkhove; • de heer Etienne Wauters; • mevrouw Sarah Willockx.
24
De Inspectie van Financiën wordt als waarnemer uitgenodigd op elke vergadering van de commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg. De initiatiefnemers worden uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de voorstelling van hun zorgstrategisch plan aan de commissie.
c. Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand Aanduiding van de interne en externe leden Besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking van 6 januari 2003 (BS 28/01/2003)
Huishoudelijk reglement Besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van 16 januari 2004 (BS 11/02/2004)
Samenstelling van de commissie Interne leden: • het afdelingshoofd van de afdeling Ondersteuning Werking WVC van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; • het afdelingshoofd van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; • een personeelslid van niveau A van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur met kennis van het beleid in verband met voorzieningen in de bijzondere jeugdbijstand. Externe leden: • vast lid: Dirk Broos • bij elke vergadering van de commissie Zorgstrategie worden twee leden gekozen uit onderstaande lijst: • de heer Jan Bots • mevrouw Leen Colemont; • de heer Rudy Dobbelaere; • mevrouw Liesbeth Geys; • mevrouw Greet Luysterborg; • de heer Filip Maertens; • de heer Luc Raymaekers; • de heer Marcel Schouterden;
25
• • • • • • •
de heer Oswald Uytterlinde; de heer Eddy Van den Hove; de heer Wim Van Esch; de heer Marc Verlodt; mevrouw Wis Vertongen; de heer Herman Vervaet; de heer Luc Wicke.
De Inspectie van Financiën wordt als waarnemer uitgenodigd op elke vergadering van de commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand. De initiatiefnemers worden uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de voorstelling van hun zorgstrategisch plan aan de commissie. Secretariaat van de commissie Het secretariaat van de commissies zorgstrategie wordt waargenomen door ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. d. Coördinatiecommissie Besluit van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid van 31 maart 1998 (BS 19/05/1998) Besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van 26 september 2001 (BS 25/10/2001)
Samenstelling van de commissie Als leden van de Coördinatiecommissie een vergadering niet kunnen bijwonen, dan kunnen ze zich laten vervangen door een ambtenaar van niveau A van hun afdeling. Leden: • het afdelingshoofd van de afdeling Ondersteuning Werking WVC • het afdelingshoofd van de afdeling Verzorgingsvoorzieningen, administratie Gezondheidszorg, departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur • het afdelingshoofd van de afdeling Welzijnszorg, administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn, departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur • het afdelingshoofd van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand, administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn, departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur • het afdelingshoofd van de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur, administratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde Infrastructuur, departement Algemene Zaken en Financiën
26
Leden met raadgevende stem: • de Inspectie van Financiën • een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid • een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen
Secretariaat van de commissie Het secretariaat van de Coördinatiecommissie wordt waargenomen door ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
4.5 Omzendbrieven Evaluatiecriteria ecologisch bouwen. Omzendbrief van 29 april 2003 aan de initiatiefnemers die VIPA-subsidies wensen te bekomen over de evaluatiecriteria ecologisch bouwen.
Integratie van kunstwerken in gebouwen Omzendbrief GZI-VIPA-96/1 van 7 februari 1996 aan de raden van bestuur van de door het VIPA gesubsidieerde instellingen over de integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van de door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren
Voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg Omzendbrief van 11 mei 2001 aan de directies van de residentiële ouderenvoorzieningen en de thuiszorgvoorzieningen over de modaliteiten voor het indienen van een zorgstrategisch plan als eerste fase van de aanvraag tot subsidiebelofte1 Omzendbrief van 23 juli 1998 aan de directies van de ouderenvoorzieningen over de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot subsidiebelofte met daarbij de aanvraag tot goedkeuring van een technisch-financieel plan Omzendbrief van 18 augustus 2000 aan de directies van de rusthuizen en de centra voor kortverblijf over de uitbreiding van de maximaal subsidiabele oppervlakte per woongelegenheid voor de rusthuizen en de centra voor kortverblijf
1 Deze omzendbrief betreft de invoering van de vernieuwde criteria voor de beoordeling van de zorgstrategische plannen voor ouderenvoorzieningen en voorzieningen in de thuiszorg. Hiermee worden de criteria van de studie van Arthur D. Little (1997) verder verfijnd naar de thuiszorgvoorzieningen.
27
Algemene ziekenhuizen Omzendbrief van 23 december 1997 aan de directies van de algemene ziekenhuizen over de modaliteiten voor het indienen van een zorgstrategisch plan als eerste fase van de aanvraag tot subsidiebelofte Omzendbrief van 23 juli 1998 aan de directies van de algemene ziekenhuizen over de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot subsidiebelofte met daarbij de aanvraag tot goedkeuring van een technisch-financieel plan
Centra voor algemeen welzijnswerk Omzendbrief van 28 maart 2000 aan de directies van de autonome centra voor algemeen welzijnswerk over de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot subsidiebelofte met daarbij de aanvraag tot goedkeuring van een masterplan
Voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand Omzendbrief van 1 oktober 2002 aan de directies van de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand met toelichting van de procedure voor de indiening van een zorgstrategisch plan voor voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand Omzendbrief van 2 juni 2003 aan de directies van de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand met toelichting over de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot subsidiebelofte met daarbij de aanvraag tot goedkeuring van een technisch-financieel plan.
28
VIPA
03
29
2
HET VIPA IN WERKING
In het tweede gedeelte van het jaarverslag wordt de concrete werking van het VIPA onder de loep genomen. Over welke middelen beschikte het VIPA in 2003? Waaraan werden die besteed en hoe werden ze verdeeld over de verschillende sectoren? Op deze vragen krijgt u een antwoord in het eerste hoofdstuk over de VIPA-portefeuille. Het tweede hoofdstuk gaat dieper in op de nieuwe VIPAprocedure. U vindt een overzicht van de dossiers die door de verschillende VIPA-commissies werden behandeld. Aan de hand van een reeks tabellen krijgt u een beeld - per sector en per provincie - van de subsidiebeloften en -beslissingen die in 2003 door het VIPA werden verleend. De investeringen in de aanverwante sectoren Kind en Gezin en het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap worden vermeld in hoofdstuk drie. De decretaal verplichte balans en resultatenrekening bevinden zich op het einde van hoofdstuk vier.
30
1 DE VIPA-PORTEFEUILLE DOORGELICHT 1.1 De ontvangsten 1.1.1 Algemeen overzicht Als Vlaamse openbare instelling haalt het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) zijn middelen hoofdzakelijk uit de dotatie die door de Vlaamse Gemeenschap ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de opdracht die het krachtens het decreet van 23 februari 19942 vervult. Die dotatie wordt aangevuld met de huurinkomsten van woningen die behoren tot de gemeenschapsinstellingen De Kempen in Mol en De Zande in Ruiselede en met waarborgbijdragen van financiële instellingen. Die bijdragen worden aan bankinstellingen gevraagd, als zij leningen afsluiten met initiatiefnemers en als het VIPA zijn waarborg verleent tot terugbetaling van dat deel van de kapitaalsuitgaven waarvoor geen investeringssubsidie wordt verkregen. Nadere details hierover vindt u onder punt 1.1.2 waarborgverlening. Ontvangsten 2003 in euro Aard van ontvangsten
Begroting
Reële ontvangsten
Dotaties van de Vlaamse Gemeenschap Dotatie 2003
88.267.000
88.267.000
Vorderingen vorige jaren
57.667.000
57.667.557
145.934.000
145.934.557
0
249.738
250.000
603.232
2.669.000
2.669.206
Huurgelden OPZ
0
0
Huurgelden gemeenschapsinstellingen
0
28.885
Andere ontvangsten
0
0
2.919.000
3.551.061
148.853.000
149.485.618
Subtotaal Eigen inkomsten Terugvorderingen Bijdragen waarborg Reservefonds
Subtotaal Totaal
In vergelijking met 2002 is de dotatie gedaald van 94,7 tot circa 88,3 miljoen euro. Het bedrag van de “vorderingen vorige jaren” bedroeg in 2003 57,67 miljoen euro. In 2002 was dat nog 82,76 miljoen euro.
2 Gewijzigd bij decreet van 20 december 1996 en 16 maart 1999.
31
1.1.2 Waarborgverlening In 2003 verleende het VIPA zijn principieel akkoord tot waarborg voor een totaal bedrag van 75.649.349 euro. Het VIPA inde hiervoor 416.188 euro aan bijdragen. Het totale aantal behandelde dossiers bedraagt 52. In het reservefonds kwam er 603.232 euro bij, dankzij een gedeeltelijke terugbetaling van de intresten die het VIPA had voorgeschoten op een lening van een ziekenhuis in financiële moeilijkheden. De intresten op de waarborgrekening voor het jaar 2002 bedroegen 69.418 euro. Die werden in 2003 op de rekening van het VIPA gestort.
1.2 De uitgaven De VIPA-begroting maakt, zoals de andere overheidsbegrotingen, een onderscheid tussen vastleggingen of machtigingen enerzijds en ordonnanceringen of betalingen anderzijds. Het vastleggingskrediet is het totale bedrag waarvoor gedurende het lopende begrotingsjaar engagementen kunnen worden aangegaan. Het is met andere woorden het krediet dat de minister ter beschikking krijgt om nieuwe initiatieven goed te keuren (subsidiebelofte). Om dat krediet maximaal te benutten werd de Vlaamse regering ook in 2003 gemachtigd om herverdelingen tussen de diverse sectoren uit te voeren. Het ordonnancerings- of betalingskrediet is het totale bedrag dat gedurende het lopende begrotingsjaar effectief mag worden uitbetaald. Een voorbeeld kan dat verduidelijken: In het begrotingsjaar 2003 start men met de verbouwingen aan een ziekenhuis. De kostprijs hiervoor bedraagt 15 miljoen euro. De werken zullen in totaal twee jaar duren. In 2003 zullen slechts voor 4 miljoen euro kosten worden gemaakt en in 2004 de resterende 11 miljoen euro. In de begroting van 2003 wordt al 15 miljoen vastgelegd (vastleggingskrediet = 15 miljoen). Het ordonnanceringskrediet voor 2003 bedraagt 4 miljoen. In 2004 wordt dan een ordonnanceringskrediet van 11 miljoen ingeschreven. In 2004 hoeft voor dit ziekenhuis geen vastleggingskrediet meer uitgetrokken te worden. Hieronder vindt u eerst een algemeen overzicht van de vastleggingskredieten in 2003. Daarna volgt een overzicht van het aantal vastleggingen en betalingen per sector. Vervolgens komt de alternatieve financiering aan bod.
32
1.2.1 Vastleggingskredieten Vastleggingskredieten 2003 in euro Sector
Begroting
Reële vastlegging
Subsidies Ouderenvoorzieningen
49.961.000
49.719.201
Ziekenhuizen
76.604.000
72.442.021
OPZ
0
3.994.979
CGG
683.000
204.610
1.090.000
1.240.373
25.000
2.023
Alternatieve financiering ouderenvoorzieningen
0
0
Alternatieve financiering serviceflats
0
0
1.022.000
1.022.000
0
0
4.908.000
4.908.000
0
0
87.000
85.878
2.919.000
0
137.299.000
133.619.085
Wijkgezondheidscentra en Aanloopadressen beschut wonen Preventieve gezondheidscentra
Centra algemeen welzijnsbeleid Instellingen bijzondere jeugdbijstand Eigenaarsonderhoud Gemeenschapsinstellingen CICOV Overijse Werkingskosten Werkingskosten VIPA Waarborgkosten Totaal
In 2003 werden vastleggingen uitgevoerd voor een totaalbedrag van bijna 133,6 miljoen euro. Ongeveer 57% hiervan werd geïnvesteerd in de infrastructuur van ziekenhuizen en ongeveer 37% in de infrastructuur van ouderenvoorzieningen. Bovendien werd er voor de ouderenvoorzieningen nog een bijkomend bedrag van 37.250.000 euro vastgelegd op de kredieten van het Financieringsfonds voor Eenmalige Investeringen. De verdere opvolging en betaling voor die dossiers gebeurt echter door het VIPA. Naast de subsidiëring van infrastructuur draagt het VIPA ook nog de kosten voor het onderhoud van de gemeenschapsinstellingen en het Centrum voor Informatie, Communicatie en Vorming in
33
de Welzijnssector (CICOV) te Overijse, waarvan de Vlaamse Gemeenschap eigenaar is. Voor 2003 betekende dat een kost van 4,9 miljoen euro. De werkingskosten van het VIPA bedroegen ongeveer 85,8 duizend euro. Sinds 2002 komen ook de instellingen voor bijzondere jeugdbijstand in aanmerking voor subsidiëring door het VIPA. Aangezien die instellingen eerst een zorgstrategisch plan moeten voorleggen vooraleer er subsidies kunnen verleend worden, werden er nog geen projecten goedgekeurd in 2003.
1.2.2 Aantal vastleggingen per sector Aantal vastleggingen in 2003 Sector
Aantal
Werkingskosten
13
Ouderenvoorzieningen
46
OPZ’s Gemeenschapsinstellingen
133 81
CICOV
0
Preventieve gezondheidscentra
1
CGG
1
Ziekenhuizen
119
Wijkgezondheidscentra + beschut wonen
5
Alternatieve financiering
0
Betaling uitwinning
0
Centra algemeen welzijnsbeleid
4
Instellingen bijzondere jeugdbijstand
0
Totaal
403
1.2.3 Betalingskredieten Bij de opmaak van de begroting maakt het VIPA een raming van het bedrag dat minimaal nodig is om de vorderingen van de instellingen te kunnen voldoen. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de stand van zaken van de goedgekeurde projecten. Een raming blijft natuurlijk een raming en is dan ook verre van nauwkeurig. Dat leidt soms tot vrij grote verschillen tussen wat begroot en reëel betaald werd. Het betalingskrediet is sterk afhankelijk van de snelheid waarmee de verschillende initiatiefne-
34
mers hun project uitvoeren en waarmee zij uitbetaling vragen van de hun toegekende kredieten. De laatste jaren werd het betalingskrediet voor het VIPA sterk ingeperkt zodat het overschot op de begroting teruggelopen is tot 1,4 miljoen euro. In 2003 werd van de begrote 146,2 miljoen euro 130,6 miljoen euro uitbetaald. Het resterende bedrag werd overgeheveld naar 2004, waar het op 2 januari 2004 integraal werd aangewend voor betalingen. De helft van deze 130,6 miljoen euro ging naar de werken aan ziekenhuizen en ongeveer 32,9 miljoen euro werd besteed aan de uitvoering van projecten bij de ouderenvoorzieningen. 4,6 miljoen euro ging naar de uitbetaling van voorzieningen die werkten met het systeem van de alternatieve financiering. Sinds 1997 werden via dat systeem geen nieuwe projecten meer goedgekeurd. De uitbetaling van de uitgetrokken kredieten loopt echter nog wel door tot vijf jaar na de voorlopige erkenning van het laatst opgestarte project. In de tabel onder punt 1.2.5 vindt u een overzicht van het aantal projecten waarvoor de vijfjaarlijkse betalingen al zijn gestart. De werken voor de bouw en het onderhoud van de openbare psychiatrische ziekenhuizen te Geel en te Rekem kostten het VIPA in 2003 23,6 miljoen euro. Betalingskredieten 2003 in euro Sector
Begroting
Reële betaling
Subsidies Ouderenvoorzieningen
40.100.000
32.871.164
Ziekenhuizen
93.369.000
63.576.855
CGG
600.000
426.750
Wijkgezondheidscentra en aanloopadressen beschut wonen
100.000
45.726
25.000
8.044
Alternatieve financiering rustoorden en serviceflats
4.700.000
4.625.702
Centra algemeen welzijnswerk
1.219.000
932.362
0
0
0
23.648.283
5.714.000
3.772.515
10.000
11.677
97.000
80.474
250.000
603.232
0
0
146.184.000
130.602.784
Preventieve gezondheidscentra
Instellingen bijzondere jeugdbijstand Eigenaarsonderhoud Onderhoud OPZ’s 3 Gemeenschapsinstellingen CICOV Werkingskosten Werkingskosten VIPA Toevoegingen reservefonds Andere Totaal 3 Aanrekening op krediet van de ziekenhuizen
35
1.2.4 Aantal betalingen Aantal betalingen in 2003 Sector Werkingskosten
Aantal 49
Ouderenvoorzieningen
149
OPZ’s
305
Gemeenschapsinstellingen
184
CICOV
2
Preventieve gezondheidscentra
1
Wijkgezondheidscentra
2
CGG
8
Ziekenhuizen Alternatieve financiering Centra algemeen welzijnswerk
424 14 8
Instellingen bijzondere jeugdbijstand
0
Waarborg
0
Totaal
1146
1.2.5 Alternatieve financiering Bij alternatief gefinancierde dossiers neemt het VIPA de kosten van een lening op zich. Het VIPA betaalt gedurende vijf jaar 7.064,97 euro per serviceflat of 6.817,07 euro per rusthuisbed. De betaling start één jaar na de voorlopige erkenning. Er zijn 4.981 wooneenheden (serviceflats) en 5.128 woongelegenheden (rusthuisbedden) vastgelegd in de alternatieve financiering. Bijgevoegde lijst geeft een overzicht van de voorlopige erkenningen tot in het jaar 2003. Die lijst toont aan dat er een aantal goedgekeurde projecten via het systeem van alternatieve financiering (nog) niet werd uitgevoerd.
36
a. Serviceflats Jaar voorlopige erkenning
Serviceflats
Eerste betaling
Laatste betaling
1992
92
1993
1997
1993
795
1994
1998
1994
1596
1995
1999
1995
1421
1996
2000
1996
498
1997
2001
1997
264
1998
2002
1998
0
1999*
60
2000
2004
2000
20
2001
2005
2001
0
2002
0
2003
2
2004
2008
Eerste betaling
Laatste betaling
Totaal
4748
b. Ouderenvoorzieningen Jaar voorlopige erkenning
Ouderenvoorzieningen
1993
731
1994
1998
1994
1246
1995
1999
1995
880
1996
2000
1996
933
1997
2001
1997
692
1998
2002
1998
365
1999
2003
1999*
136
2000
2004
2000
54
2001
2005
2001**
21
2001
2005
Totaal
5058
* Hoewel de voorlopige erkenning voor deze dossiers in 1999 werd verleend was de administratieve afhandeling slechts afgerond in 2000. De eerste betaling werd wel uitgevoerd op het correcte tijdstip. ** Aanvullend dossier voor een rustoord dat voorlopig erkend werd in 2000 maar waarvoor een gedeelte van de bewijsstukken pas in 2001 werden overgemaakt aan het VIPA. De betaling is gelijktijdig gestart met deze voor de andere woongelegenheden.
37
2 INVESTERINGSRAPPORTERING VIPA EN AANVERWANTE SECTOREN 2.1 VIPA-subsidiebeloftes en -beslissingen 2003 In onderstaande tabellen vindt u een opsomming van de in 2003 verleende subsidiebeloften en -beslissingen, opgedeeld per sector en per provincie. Voor elke sector volgt nog een samenvattend overzicht. Bij de subsidiebelofte wordt het krediet voor een bepaald project van een initiatiefnemer gereserveerd. De subsidiebeslissing is een vrijgave in schijven van de verleende subsidiebelofte. Voor elk project kunnen er maximaal vier subsidiebeslissingen door de minister verleend worden (één voor elk van de vier projectfasen: ruwbouw, technische uitrusting, afwerking, uitrusting en meubilering). Een subsidiebelofte kan gewijzigd worden, als op het moment van de subsidiebeslissing de bouwindex of de BTW-voet gewijzigd is ten opzichte van het jaar waarin de oorspronkelijke belofte werd verleend of als samen met de aanvraag tot subsidiebeslissing een gefundeerde aanvraag tot wijziging van de subsidiebelofte wordt gedaan. Dat laatste is vooral het geval bij verbouwingswerken, waar men soms geconfronteerd wordt met tal van niet te voorziene meerwerken. Via het FFEU (Financieringsfonds voor Eenmalige Uitgaven) konden in 2003 voor de sector ouderenvoorzieningen extra middelen verkregen worden. De vermelde bedragen zijn telkens in euro.
2.1.1 Ouderenvoorzieningen Dossiers die konden gefinancierd worden via het FFEU worden aangeduid met een asterisk. a. Provincie Antwerpen Ouderenvoorzieningen provincie Antwerpen
Subsidiebelofte in 2003
RVT Sint-Lucia
Turnhout
4.346.774,85
Home Sint-Jozef
Wommelgem
1.508.097,90
RVT Wedbos*
OCMW Geel
5.535.828,40
Ten Kerselaere*
Heist-o/d-Berg
5.295.192,59
RVT De Mick
Brasschaat
Woon- en Zorgcentrum
Totaal
394.461,16
17.080.354,90
38
Ouderenvoorzieningen provincie Antwerpen
RVT Aalmoezenier Cuypers
Subsidiebelofte vorige jaren
Stabroek
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
4.409.135,58
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
2.482.343,33
1.570.566,22
Vzw Het Gouden Anker Antwerpen
2.730.158,78
* 758.893,73
2.616.789,38
535.439,78
Vzw Welzijnszorg Kempen
2.381.350,90
74.101,04
888.702,79
1.566.749,15
1.190.739,41
135.923,76
Meerhout
Rusthuis Heilige Familie OLV-Waver
1.326.660,92
RVT Cocoon*
Borsbeek
1.670.250,19
OCMW-rusthuis
OCMW Brasschaat
4.880.003,50
2.938.250,09
1.452.777,04
RVT De Wijngaard*
OCMW Grobbendonk
836.790,69
468.602,78
179.694,19
RVT Sint-Mathildis
Boechout
1.742.086,28
829.819,63
RVT Sint-Jozef
Lier
1.378.090,07
72.674,57
29.622,06
752.872,66
2.571.905,91 1.350.855,88
Rusthuis Sint-Elisabeth OCMW Duffel 5.769.495,80 Lokaal dienstencentrum OCMW Antverpia* Brasschaat
Totaal
5.769.495,80
747.508,22
27.871.530,93
99.908,77
654.677,67
1.765.111,03
11.936.283,66
15.290.010,95
b. Provincie Limburg Ouderenvoorzieningen provincie Limburg
Subsidiebelofte in 2003
Rusthuis De Voorzienigheid
Bocholt
3.450.263,77
Vzw Heilige Catharina
Zonhoven
1.739.327,24
Salvatorrusthuis*
Hasselt
3.876.983,97
Salvatorrusthuis*
Hasselt
150.501,12
Totaal
9.217.076,10
39
Ouderenvoorzieningen provincie Limburg
Rusthuis Heuvelheem OCMW Tessenderlo RVT Sint-Anna
Beringen
Rusthuis Sint-Jan
OCMW
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
2.083.168,15
70.541,06
1.904.945,29
248.763,93
808.493,84
8.997,14
817.490,98
Maasmechelen 5.686.851,60
5.363.614,29
Rusthuis De Voorzienigheid
Bocholt
3.450.263,77
3.105.237,40
Rusthuis Sint-Jozef
Tongeren
4.058.730,34
Totaal
16.087.507,70
79.538,20
2.884.253,20
940.756,84
4.789.198,49
10.475.863,44
c. Provincie Oost-Vlaanderen Ouderenvoorzieningen provincie Oost-Vlaanderen
Subsidiebelofte in 2003
Rusthuis Zonnebloem
OCMW Gent
6.638.176,47
Vzw Solidariteit voor het Gezin
Gent
3.774.264,53
Vzw De Toekomst
Aalst
4.414.996,38
Rusthuis Sint-Jozef*
OCMW Maldegem
6.133.020,95
Totaal
20.960.458,33
40
Ouderenvoorzieningen provincie Oost-Vlaanderen
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
RVT Ons Zomerheem Zomergem
6.644.958,44
* 790.698,50
6.897.725,17
537.931,77
OCMW-rusthuis
OCMW Destelbergen
4.904.134,00
4.541.910,21
Home Sint-Franciscus Kluisbergen
1.586.514,85
Rusthuis Zonnebloem OCMW Gent
6.638.176,47
6.268.693,06
Rusthuis Wissekerke OCMW Kruibeke
7.131.820,52
4.640.687,66
Rusthuis Aymonshof
OCMW Dendermonde
Totaal
556.335,90
6.114.781,92
204.328,26
33.020.386,20
1.551.362,66
2.000.021,09
5.734.931,28
142.829,66
584.178,89
14.632.677,54 16.716.231,25
d. Brussel Hoofdstad Voor Brussel Hoofdstad werd er in 2003 geen enkele subsidiebelofte verleend. e. Provincie Vlaams-Brabant Ouderenvoorzieningen provincie Vlaams-Brabant
Subsidiebelofte in 2003
Rusthuis Vastenhaeckel-Van Hoorick
OCMW Meise
3.539.445,81
Woon- en Zorgcentrum Sint-Augustinus*
Halle
5.225.343,52
Rusthuis J. Van Ginderachter *
OCMW Merchtem
4.585.006,28
Rusthuis Sint-Elisabeth's Dal*
OCMW Zoutleeuw
3.383.880,48
Home Vogelzang
Heverlee
1.896.749,80
Rusthuis Herfstvreugde
OCMW Londerzeel
5.142.650,52
Totaal
23.773.076,41
41
Ouderenvoorzieningen provincie Vlaams-Brabant
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
116.260,81
3.318.742,65
263.377,95
Rusthuis Koningin Fabiola
OCMW Leuven 3.465.859,78
Woon- en Zorgcentrum Floordam
Melsbroek
5.614.262,36
RVT Betlehem
Herent
2.235.489,54
1.337.744,70
893.111,31
1.613.690,46
740.431,37
787.054,67
5.396.918,72
5.882.001,93
Rusthuis Eyckenborch Gooik
Totaal
12.929.302,14
3.938.458,00
116.260,81
f. Provincie West-Vlaanderen Ouderenvoorzieningen provincie West-Vlaanderen
Subsidiebelofte in 2003
RVT Sint-Godelieve
Gistel
3.738.317,13
Rusthuis Sint-Henricus
OCMW Roeselare
1.494.344,77
Rustoord Sint-Remigius
OCMW Pittem
2.588.002,23
Rusthuis Sint-Carolus
Kortrijk
3.339.605,46
Rusthuis Rozenberg *
OCMW Oostrozebeke
2.985.352,04
Totaal
14.145.621,63
42
Ouderenvoorzieningen provincie West-Vlaanderen
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
146.281,91
1.493.943,74
3.230.932,86
Vereniging OCMW-rusthuizen
OCMW Ieper
4.578.594,69
Rusthuis Sint-Augustinus
OCMW Torhout
6.052.797,23
OCMW-rusthuis
OCMW Poperinge
5.335.477,83
Beernem
3.763.492,35
RVT Maria's Rustoord Dadizele
3.229.523,18
1.479.059,60
RVT Maria's Rustoord Ingelmunster
5.017.673,69
2.539.922,37
OCMW Waregem
3.642.645,47
3.167.723,26
OCMW Oostkamp
2.323.347,16
2.076.468,92
Rusthuis Sint-Augustinus
OCMW Torhout
6.052.797,23
5.430.221,83
Rusthuis Ter Melle
OCMW Kortrijk 3.390.260,71
Rusthuis Sint-Henricus
OCMW Roeselare
1.494.344,77
Rusthuis De Boarebreker
OCMW Oostende
3.459.758,48
3.115.821,90
343.935,67
Home Sint-Medard
OCMW Heuvelland
3.006.756,24
1.992.799,67
780.054,69
Moorslede
421.569,45
RVT Mariawende
RVT De Zonne RVT Ter Luchte
RVT Maria Middelares
Totaal
51.769.038,48
5.430.221,83
379.133,45
30.051,52
2.281.627,83
1.302.637,39
3.710.976,52
431.649,29
2.996.198,24
424.133,99 984.078,14
400.462,17
555.466,88
15.591.367,90 28.021.502,01
43
g. Samenvattend overzicht ouderenvoorzieningen Samenvattend overzicht ouderenvoorzieningen Antwerpen
Subsidiebelofte in 2003
Subsidiebeslissing in 2003
17.080.354,90
15.290.010,95
0
0
9.217.076,10
10.475.863,44
Oost-Vlaanderen
20.960.458,33
16.716.231,25
Vlaams-Brabant
23.773.076,41
5.882.001,93
West-Vlaanderen
14.145.621,63
28.021.502,01
Totaal
85.176.587,37
76.385.609,58
Brussel Hoofdstad Limburg
2.1.2 Ziekenhuizen a. Provincie Antwerpen Ziekenhuizen provincie Antwerpen
Subsidiebelofte in 2003
Imeldaziekenhuis
Bonheiden
PC Sint-Norbertushuis
Duffel
8.842.094,79
AZ Middelheim (OCMW)
Antwerpen
1.434.675,67
Kliniek De Mick
Brasschaat
47.066,62
Totaal
15.960.738,59
26.284.575,67
44
Ziekenhuizen provincie Antwerpen
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
AZ Sint-Camillus/ Sint-Augustinus
Wilrijk
778.162,29
768.046,20
Verpleeginrichting De Dennen
Malle
1.634.711,14
1.634.547,66
Vzw Monica
Deurne
8.621.463,24
5.658.658,30
2.331.864,14
Vzw Monica
Deurne
2.782.265,50
618.649,46
1.503.949,06
AZ Sint-Elisabeth (OCMW)
Turnhout
5.851.129,97
1.304.144,63
4.765.412,87
2.389.861,72
19.667.732,14
1.304.144,63
11.042.720,63
8.628.268,78
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
1.799.896,18
164.987,50
1.457.301,49
507.582,19
8.412.984,34
19.266.524,05
16.317.940,18
4.413.078,04
Totaal
Zieb. Provincie Limburg Ziekenhuizen provincie Limburg
PC Ziekeren
Sint-Truiden
Maria Ziekenhuis Noord-Limburg
Lommel
28.919.233,14
Ziekenhuis Oost-Limburg
Genk
20.012.231,04
Ziekenhuis Oost-Limburg
Genk
3.644.550,91
Totaal
54.375.911,27
718.787,18
2.926.255,39
883.774,68
26.188.226,01 27.113.439,67
c. Provincie Oost-Vlaanderen Ziekenhuizen provincie Oost-Vlaanderen PZ Sint-Franciscus
Zottegem
PZ Zoete Nood Gods
Lede
Totaal
Subsidiebelofte in 2003 13.548.828,84 658.379,80
14.207.208,64
45
Ziekenhuizen provincie Oost-Vlaanderen
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
AZ St. Lucas
Gent
28.238.502,92
3.062.231,16
8.630.446,26
16.659.496,69
PZ Sint-Jan De Deo
Gent
2.130.655,13
662.510,39
1.722.411,37
1.070.754,15
AZ Sint-Elisabeth
Zottegem
8.174.315,93
1.442.228,76
4.011.464,04
PZ Zoete Nood Gods
Lede
3.363.492,70
2.759.820,12
516.389,64
PC Sint-Jan
Eeklo
5.391.777,45
3.561.915,49
2.775.885,13
APZ Sint-Lucia
Sint-Niklaas
2.512.872,34
1.595.512,17
693.262,35
O-L-Vrouwziekenhuis
Aalst
43.077.746,12
9.208.220,13
4.974.370,66
PC Sint-Jan Baptist
Zelzate
3.601.281,16
PC Caritas
Melle
2.333.182,63
PZ Sint-Jan De Deo
Gent
1.402.610,09
Totaal
100.226.436,47
946.023,17
2.073.150,00 113.738,82
2.136.230,59
310.625,86 499.619,93
4.784.503,54
31.056.784,89
33.585.018,45
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
d. Provincie Vlaams-Brabant Ziekenhuizen provincie Vlaams-Brabant
Subsidiebelofte vorige jaren
UC Sint-Jozef
Kortenberg 2.479.613,68
1.162.355,10
1.192.980,14
UC Sint-Jozef
Kortenberg 1.732.997,53
516.588,93
993.675,64
Regionaal Ziekenhuis H.Hart
Leuven
Totaal
12.023.811,02
16.236.422,23
1.582.379,19
1.678.944,03
3.769.034,97
e. Provincie West-Vlaanderen Ziekenhuizen provincie West-Vlaanderen
Subsidiebelofte in 2003
Kliniek Sint-Jozef
Pittem
AZ Groeninge
Kortrijk
Totaal
837.330,53 18.102.772,84 18.940.103,37
46
Ziekenhuizen provincie West-Vlaanderen
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
PZ O.L.-Vrouw
Brugge
1.441.017,48
123.801,26
Kliniek Sint-Jozef
Pittem
3.397.049,40
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
860.954,15
513.582,93
2.914.474,75
482.574,65
AZ Sint-Lucas/Sint-Jozef Brugge
6.597.690,43
2.927.062,91
6.632.085,74
2.834.803,12
PZ Heilig Hart
Ieper
4.800.438,72
260.857,35
3.319.471,81
1.741.824,26
PC Sint-Amandus
Beernem
2.401.046,14
255.371,41
1.859.492,29
634.031,74
PZ O-L-Vrouw St.-Michiels
Brugge
2.364.125,12
439.454,69
1.564.957,47
1.077.931,64
Kliniek Sint-Jozef
Pittem
3.397.049,40
2.914.474,75
482.574,65
Stedelijk Ziekenhuis (OCMW)
Roeselare
PVT Valckeburg
Pittem
Totaal
555.715,72 2.712.717,76
27.666.850,17
555.715,72 281.948,32
4.288.495,94
1.317.653,08
20.065.910,96
9.640.691,79
f. Samenvattend overzicht ziekenhuizen Samenvattend overzicht ziekenhuizen Antwerpen
Subsidiebelofte in 2003
Subsidiebeslissing in 2003
26.284.575,67
8.628.268,78
0
27.113.439,67
Oost-Vlaanderen
14.207.208,64
33.585.018,45
Vlaams-Brabant
0
3.769.034,97
West-Vlaanderen
18.940.103,37
9.640.691,79
Totaal
59.431.887,68
82.736.453,66
Limburg
47
2.1.3 Centra voor geestelijke gezondheidszorg Centra voor geestelijke gezondheidszorg
West-Vlaanderen
Subsidiebelofte in 2003
CGG Ieper-Roeselare-Veurne
204.610,51
Totaal
204.610,51
Centra voor geestelijke gezondheidszorg
Limburg
WestVlaanderen
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
Subsidiebeslissing in 2003
Vereniging Geestelijke Gezondheidszorg Hasselt-Tongeren
335.059,80
306.901,90
CGG NoordWest-Vlaanderen Brugge
229.575,62
229.575,62
564.635,42
536.477,52
Totaal
2.1.4 Wijkgezondheidscentra, centra voor teleonthaal en aanloopadressen beschut wonen Wijkgezondheidscentra en aanloopadressen beschut wonen West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Totaal
Subsidiebelofte in 2003
Beschut Wonen Eigen Woonst Menen
137.712,40
Beschut Wonen De Overweg Ieper
126.236,35
Beschut Wonen De Nieuwe Horizon Melle WGZC De Sleep Gent
73.774,49 902.098,17 1.239.821,41
48
Wijkgezondheidscentra en aanloopadressen beschut wonen en tele-onthaal
Subsidiebelofte vorige jaren
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
126.346,00
31.699,72
156.022,92
31.118,98
551,90
Oost-Vlaanderen Vrij Gezondheidscentrum Deinze West-Vlaanderen BW Roeselare-Tielt Teleonthaal W.Vl. Brugge
130.812,52
Totaal
161.931,50
Subsidiebeslissing in 2003
2.023,72 31.670,88 117.166,43
31.118,98
156.022,92
148.837,31
2.1.5 Centra voor algemeen welzijnswerk Centra algemeen welzijnswerk
Subsidiebelofte in 2003
Antwerpen
CAW De Terp
223.546,74
West-Vlaanderen
CAW Stimulans
763.975,92
Totaal
987.522,66
Centra algemeen welzijnswerk
Vlaams-Brabant
CAW Leuven
Oost-Vlaanderen CAW Zuid-Oost-Vlaanderen Geraardsbergen
Subsidiebelofte
Aanvullende wijziging subsidiebelofte
Subsidiebeslissing vorige jaren
163.479,83
200.938,72
159.394,57
29.827,24
230.765,96
West-Vlaanderen CAW Piramide Kortrijk 127.613,34
127.613,34
CAW Midden West-Vlaanderen Roeselare
602.463,30
240.985,32
282.048,11
CAW Midden West-Vlaanderen Roeselare
425.968,64
338.850,83
87.117,81
CAW De Poort Brugge 691.257,14 Totaal
Subsidiebeslissing in 2003
2.211.720,97
584.565,31 29.827,24
579.836,15
1.471.505,1
49
2.2 Kind en Gezin - subsidiebeloftes 2003 Subsidiebeloftes 2003 Kind en Gezin Provincie Antwerpen Gemeente
Initiatiefnemer
Mol
Kinderdagverblijf Molleke
712.573,93
Hoogstraten
Kinderdagverblijf Spijker
435.853,76
Totaal
Subsidiebelofte
1.148.427,69
Provincie Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gemeente
Initiatiefnemer
Heverlee
Kinderdagverblijf De Sterrekes
211.059,65
Ternat
Kinderdagverblijf Zonnetje
769.713,93
Totaal
Subsidiebelofte
980.773,58
Provincie Limburg Gemeente
Initiatiefnemer
Diepenbeek
Kinderdagverblijf De Zonnekindjes
Totaal
Subsidiebelofte 440.398,60 440.398,60
Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente
Initiatiefnemer
Gent
Kinderdagverblijf Beregoed
Gent
Kinderdagverblijf De Speeldoos
Totaal
Subsidiebelofte 78.684,77 139.955,99 218.640,76
Provincie West-Vlaanderen Gemeente
Initiatiefnemer
Kortrijk
Kinderdagverblijf De Speelberg
Kortrijk
Kinderdagverblijf H. Hart
Subsidiebelofte 836.110,98 1.721.404,96
Totaal
2.557.515,94
Algemeen totaal
5.345.756,57
50
2.3 Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap - subsidiebeloftes 2003 2.3.1 Residentiële sector Subsidiebeloftes 2003 residentiële sector VFSIPH Provincie Antwerpen Gemeente
Initiatiefnemer
Subsidiebelofte
Arendonk
De As vzw
Arendonk
De As vzw
3.353,39
Arendonk
De As vzw
150.902,38
Arendonk
De As vzw
407.834,77
Arendonk
De As vzw
36.067,53
22.032,58
Meerhout
’t Volderke
Antwerpen
Dagverzorgingscentrum Sint-Jozef
Brasschaat
Sterrenhuis vzw
Brasschaat
Sterrenhuis vzw
Merksplas
Dienstverleningscentrum ’t Zwart Goor
176.742,83
Arendonk
Talander vzw
315.597,44
Laakdal
O.C.M.W. Dagcentrum
Laakdal
O.C.M.W. Dagcentrum
Brecht (Sint-Job)
Orthopedagogisch Centrum Clara Fey
252.434,24
Turnhout
Muylenberg
683.183,00
Turnhout
Muylenberg
22.579,47
Mortsel
De Thuishaven Ritmica
112.006,32
Mortsel
De Thuishaven Ritmica
14.903,94
Totaal
620.435,98 1.381.166,68 368.961,99 41.731,03
71.156,96 8.048,13
4.689.138,66
Provincie Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gemeente
Initiatiefnemer
Lovenjoel (Bierbeek)
Ave Regina
Kampenhout
Ons Tehuis Brabant
59.640,01
Overijse
De Berken
69.303,32
Overijse
De Berken
9.240,44
Aarschot
Huize Eigen Haard
1.021.892,95
Aarschot
Huize Eigen Haard
115.580,05
Liedekerke
De Valier
Totaal
Subsidiebelofte 102.769,43
355.686,14 1.734.112,34
51
Provincie Limburg Gemeente
Initiatiefnemer
Sint-Truiden
Wiric
254.803,04
Lommel
Dienstencentrum Sint-Oda
764.601,20
Hasselt
Tevona
954.516,89
Totaal
Subsidiebelofte
1.973.921,13
Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente
Initiatiefnemer
Waarschoot
Humival
Subsidiebelofte 354.038,21
Gent
Orthopedagogisch Centrum Sint-Jozef
Lovendegem
Dienstverleningscentrum Bernadette
851.055,27
Buggenhout
Blijdorp 2
Lokeren
De Hagewinde
32.639,63
Lokeren
De Hagewinde
748.630,47
Lokeren
De Hagewinde
465.069,67
Vurste (Gavere)
O.C. Broeder Ebergiste
660.672,57
Gent
O.C. Sint-Jozef
Pollare
Schoonderhage
381.979,03
Pollare
Schoonderhage
14.158,74
1.146.154,51 474.171,93
1.248.214,39
Oostakker
Dienstencentrum Mozaïek
134.378,52
Buggenhout
Eindelijk
342.045,40
Totaal
6.853.208,34
Provincie West-Vlaanderen Gemeente
Initiatiefnemer
Oostduinkerke
V.O.C. De Rozenkrans
370.929,42
Rollegem (Kortrijk)
M.P.I. De Kindervriend
693.286,18
Rollegem (Kortrijk)
M.P.I. De Kindervriend
93.373,18
Oostende
Ithaka
18.862,80
Brugge
Het Anker vzw
198.646,50
Brugge
Het Anker vzw
20.434,25
Brugge
Huize Tordale
244.038,42
Kortrijk
Den Achtkanter vzw
527.747,42
Kortrijk
Den Achtkanter vzw
59.690,28
Kortemark
Sint-Jan-de-Deo vzw
564.636,44
Ieper
Den Ommeloop
Wulvergem
De Pelgrim – De Fakkel
Kortrijk
Nursingzorgcentrum Heilig Hart
Totaal Algemeen totaal
Subsidiebelofte
21.986,18 390.150,43 620.435,98 3.824.217,48 19.074.597,95
52
2.3.2 Sector tewerkstelling Subsidiebeloftes 2003 sector tewerkstelling VFSIPH Provincie Limburg Gemeente
Initiatiefnemer
Tongeren
Beschutte werkplaatsen voor Limburg vzw
Totaal
Subsidiebelofte 338.725,89 338.725,89
Provincie West-Vlaanderen Gemeente
Initiatiefnemer
Kuurne
Beschutte Werkplaats vzw Waak
Subsidiebelofte 960.255,45
Gits
Mariasteen vzw
276.030,81
Gits
Mariasteen vzw
266.053,79
Totaal
1.502.340,05
Algemeen totaal
1.841.065,94
2.3.3 Sector revalidatiecentra Subsidiebeloftes 2003 sector revalidatiecentra VFSIPH Provincie Vlaams-Brabant Gemeente
Initiatiefnemer
Aarschot
Revalidatiecentrum D.A.T.
Totaal
Subsidiebelofte 28.029,89 28.029,89
Provincie West-Vlaanderen Gemeente
Initiatiefnemer
Kortrijk
Revalidatiecentrum Overleie
330.643,89
Ieper
Centrum voor ambulante revalidatie De Klinker
107.834,98
Kortrijk-Rollegem
Revalidatiecentrum De Kindervriend
194.402,62
Nieuwpoort
Elora
Oostende
Centrum voor gehoorrevalidatie en logopedie
Totaal
Subsidiebelofte
40.799,53 15.406,93 689.087,95
53
Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente
Initiatiefnemer
Subsidiebelofte
Buggenhout
Revaldatiecentrum voor mentaal gehandicapten
388.470,89
Buggenhout
Revaldatiecentrum voor mentaal gehandicapten
42.293,66
Buggenhout
Centrum voor taal-, spraak- en gehoorrevalidatie
130.177,85
Gent
Revalidatiecentrum Sint-Lievenspoort
49.698,78
Sint-Niklaas
Het veer - centrum voor mentale en motorische stoornissen
10.053,72
Sint-Niklaas
Het veer - centrum voor mentale en motorische stoornissen
11.491,80
Beveren
Revalidatiecentrum Beveren
15.406,93
Oostakker
Centrum voor ambulante revalidatie
15.406,93
Deinze
Revalidatiecentrum Ter Kouter-Nok
7.851,66
Deinze
Revalidatiecentrum Ter Kouter-Psy
Zottegem
Revalidatiecentrum Grotenberge
11.737,78
8.367,19
Lede
Ambulant revalidatiecentrum De Springplank
15.406,93
Eeklo
Ambulant revalidatiecentrum van het Meetjesland Klimop
Ninove
Ambulant revalidatiecentrum de Locomotief
Totaal
8.474,40 15.406,93 730.245,45
Algemeen totaal
1.447.363,29
2.3.4 Ambulante sector Subsidiebeloftes 2003 ambulante sector VFSIPH Provincie Limburg Gemeente
Initiatiefnemer
Lommel
Dienst voor Zelfstandig Wonen
Totaal
Subsidiebelofte 37.200,00 37.200,00
2.3.5 Algemene totalen Subsidiebeloftes 2003 VFSIPH AANTAL
BEDRAG
Residentiële voorzieningen
54
19.074.597,95
Sector tewerkstelling
4
1.841.065,94
Sector revalidatiecentra
20
1.447.363,29
Ambulante sector
1
Totaal
79
37.200,00 22.400.227,18
54
2.4 Overzicht investeringskredieten voor alle sectoren binnen de VIPA-procedure Overzicht investeringskredieten 2003 voor alle sectoren binnen de VIPA-procedure Sector
2003
2002
2001
2000
134.380.000,00
138.377.431,00
157.885.975,87
195.092.204,00
5.737.000,00
5.236.574,10
5.502.234,73
5.470.158,42
22.400.227,18
16.674.602,20
16.656.255,94
15.197.222,73
162.517.227,18
160.288.607,30
180.044.466,54
215.759.585,15
FFEU
37.250.000,00
6.113.917,00
0
0
Totaal
199.767.227,18
166.402.524,30
180.044.466,54
215.759.585,15
VIPA Kind en Gezin VFSIPH Subtotaal
3 VIPA-DOSSIERS Sinds de invoering van de nieuwe VIPA-procedure in 1998 is de zorgstrategische planning bij de voorzieningen voor ouderen, de voorzieningen in de thuiszorg en de algemene ziekenhuizen ingeburgerd. In de volgende pagina’s vindt u een overzicht van de behandelde dossiers, zowel zorgstrategische als technisch-financiële plannen. Tevens vindt u in dit jaarverslag een overzicht van de budgettaire impact van de goedgekeurde zorgstrategische plannen en een opsplitsing van de dossiers naar de aard van de werken. Dat geeft een meer concrete vertaling van het effect van zorgstrategische planning als beleidsinstrument.
3.1 VIPA-procedure 3.1.1 Commissies zorgstrategie Voor de behandeling van de zorgstrategische plannen bestaan er drie commissies zorgstrategie: één voor de behandeling van de dossiers van voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, één voor de behandeling van de ziekenhuisdossiers en één voor de dossiers van de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.
55
Deze commissies hebben een analoge werking maar een aparte samenstelling en een eigen agenda (voor nadere details over de agenda zie verder onder punt 3.2.). In principe organiseert het VIPA per maand één zitting van de commissie zorgstrategie voor de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg, één zitting van de commissie zorgstrategie voor de ziekenhuizen en één voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand. a. Voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg In totaal werden in de voorbije zes jaar 246 zorgstrategische plannen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg ingediend en 244 door de commissie zorgstrategie behandeld. De laatste drie jaar houden het aantal ingediende en het aantal behandelde zorgstrategische plannen elkaar in evenwicht. Per zitting worden er gemiddeld 2 plannen behandeld. Dossierstroom zorgstrategische plannen voorzieningen voor ouderen/thuiszorg 300 246 244
250 200 150 100 50
60
56
60
56
70 25
24
38
25
24
24
28
0 1998
1999
Ingediende dossiers
2000
2001
2002
2003
totaal
Behandelde dossiers
Van de 31 adviezen4 die de commissie in 2003 verstrekte waren er 19 in eerste lezing en 7 in tweede lezing positief. 5 adviezen waren negatief en voor één plan vroeg de commissie de initiatiefnemer aanvullende gegevens vooraleer de minister te adviseren. Over een periode van 6 jaar geeft dat 242 adviezen waarvan 158 gunstig, 33 gunstig na aanpassing en 51 ongunstig. 242 adviezen
▼ 158 gunstig geadviseerde plannen
▼ 33 gunstig geadviseerde plannen na aanpassing
▼ 51 ongunstig geadviseerd: - gebrek aan visie, onvolledigheid - geen vraag-, maar aanbodsturing - gebrek aan afstemming - zwak management - geen aandacht voor thuisondersteunende diensten en netwerkvorming
4 Eén van de behandelde zorgstrategische plannen omvatte 5 voorzieningen (in Leuven). Dit plan wordt als 1 zorgstrategisch plan gerekend en als 5 aparte adviezen omdat het 5 aparte initiatiefnemers zijn.
56
b. Algemene ziekenhuizen In de periode 1998-2003 werden 51 zorgstrategische plannen voor de algemene ziekenhuizen ingediend en 49 door de commissie behandeld.
Dossierstroom zorgstrategische plannen algemene ziekenhuizen 60 51
50
49
40 30 20
14
13
12
8
10
7
10
8
7
6
6 3
6
0 1998
1999
Ingediende dossiers
2000
2001
2002
2003
totaal
Behandelde dossiers
Van de 51 ingediende plannen adviseerde de commissie zorgstrategie er 49 , waarvan 38 gunstig. Drie ongunstig geadviseerde plannen5 werden na aanpassing (in tweede lezing) gunstig geadviseerd. Acht plannen werden niet goedgekeurd wegens een te kleine schaalgrootte of een gebrek aan samenwerking (bv. omdat er niet onderzocht werd of er kon samengewerkt worden met naburige ziekenhuizen). 49 adviezen
▼
▼
▼
38 volledig of gedeeltelijk goedgekeurde plannen
3 volledig of gedeeltelijk goedgekeurde plannen na aanpassing
8 niet goedgekeurd - gebrek aan afstemming - te kleine schaalgrootte
c. Voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand In 2003 werd 1 zorgstrategisch plan voor voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand ingediend en door de commissie voorlopig ongunstig geadviseerd.
3.1.2 Coördinatiecommissie De Coördinatiecommissie behandelt de technisch-financiële plannen. In tegenstelling tot de zorgstrategische plannen gebeurt de behandeling van dossiers van voorzieningen voor ouderen, voorzieningen in de thuiszorg en ziekenhuizen niet in aparte commissies. 5 Voor drie plannen heeft de commissie bijkomende informatie gevraagd alvorens een advies aan de minister te formuleren.
57
a. Technisch-financiële plannen voor de voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg In 2003 werden 28 nieuwe technisch-financiële plannen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg ingediend en werden er 21 door de Coördinatiecommissie behandeld. Gelet op het totale aantal al goedgekeurde zorgstrategische plannen zal dat aantal in de komende jaren niet afnemen. Dossierstroom technisch-financiële plannen voorzieningen voor ouderen/thuiszorg 160 140
140 120
107 100 80 60 40
40 20
9
5
0
14
10
1998
1999
35
38 13
19
2000
28
15
2001
2002
21
2003
totaal
Behandelde dossiers
Ingediende dossiers
b. Technisch-financiële plannen voor de ziekenhuizen Sinds 1998 werden er 43 technisch-financiële plannen voor ziekenhuizen ingediend en 39 behandeld door de commissie. Eén technisch-financieel plan werd negatief geadviseerd om financiële redenen en omdat het niet overeenstemde met de algemene doelstellingen die de initiatiefnemer had geformuleerd in zijn zorgstrategisch plan. De technisch-financiële plannen sluiten snel aan op de goedkeuring van de zorgstrategische plannen voor de ziekenhuizen. Dossierstroom technisch-financiële plannen algemene ziekenhuizen 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
43 39
9
8 4
3
1998 Ingediende dossiers
1999
8
8
6
6 2000 Behandelde dossiers
2001
5
8
11
6 2002
2003
totaal
58
3.2 Agenda van de commissievergaderingen Hieronder vindt u een overzicht van de data en de agenda van de zittingen van de verschillende adviescommissies.
3.2.1 Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen 4 februari 2003 Tongeren - AZ Vesalius 14 maart 2003 Wilrijk - AZ Sint-Augustinus 16 april 2003 Oostende - AZ Henri Serruys 23 mei 2003 Waregem – Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes 24 september 2003 Tielt – Sint-Andries
3.2.2 Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg 29 januari 2003 Evergem - O.C.M.W. Lichtervelde - O.C.M.W. 26 februari 2003 Gentbrugge – vzw - Woon- Zorgcentrum Ter Hovingen Nevele - O.C.M.W. 14 april 2003 Aalst - O.C.M.W. (2e lezing) 30 april 2003 Alveringem - O.C.M.W. (2e lezing) vzw Avelgem 21 mei 2003 Antwerpen - O.C.M.W. 8 juli 2003 Brakel - O.C.M.W. vzw Ledegem (2e lezing) 9 juli 2003 Roeselare - vzw Beveren - O.C.M.W. (2e lezing)
59
8 september 2003 Knokke-Heist - A.V. Het Dak (3e lezing) Merelbeke - O.C.M.W. (2e lezing) 16 september 2003 Middelkerke - O.C.M.W. (2e lezing) Willebroek - vzw (2e lezing) 15 oktober 2003 Zingem - vzw - Home Vijvens (2e lezing) Sint-Laureins - O.C.M.W. 22 oktober 2003 Leuven - Globaal Zorgstrategisch Plan Thuiszorgondersteunende diensten 12 november 2003 Zedelgem - O.C.M.W. (2e lezing) Sint-Niklaas – vzw - Heilig Hart Tereken 17 november 2003 Brugge - O.C.M.W. (2e lezing) 26 november 2003 Scherpenheuvel - Onze-Lieve-Vrouw Ster der Zee Diest - Sint-Augustinus 9 december 2003 Bilzen - O.C.M.W. Riemst – vzw - Bejaardenzorg Grauwzusters 17 december 2003 Sint-Pieters-Leeuw - O.C.M.W. Melle - vzw Kanunnik Triest
3.2.3 Commissie Zorgstrategie voor de bijzondere jeugdbijstand 28 oktober 2003 Aalst – vzw – Ter Muren
3.2.4 Coördinatiecommissie 11 maart 2003 Verzorgingsinstellingen: Bonheiden – Imeldaziekenhuis Pittem – Psychiatrische Kliniek Sint-Jozef Centra voor geestelijke gezondheidszorg: Roeselare – CGG Ieper-Roeselare-Veurne
60
Beschut wonen: Menen – vzw Eigen Woonst Ouderen- en thuiszorgvoorzieningen: Heverlee – vzw Home Vogelzang Lendelede – Seniorenzorg Sint-Vincentius 13 juni 2003 Verzorgingsinstellingen: Kortrijk – Algemeen Ziekenhuis Groeninghe Edegem – Universitair Ziekenhuis Antwerpen Duffel – Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertushuis Ieper – Regionaal Ziekenhuis Jan Yperman Beschut wonen: Melle – vzw De Nieuwe Horizon Ouderen- en thuiszorgvoorzieningen: Asse - O.C.M.W. - Rusthuis “Hingeheem” Zemst - v.z.w. Akapella Willebroek - O.C.M.W. – Rusthuis “Berkenhof” Rumst – Bejaardentehuis Sint-Jozef v.z.w. Haaltert – Rusthuis Sint-Jozef v.z.w. Temse – Rusthuis “Huize Vincent” 15 juli 2003 Verzorgingsinstellingen: Zottegem - Algemeen Ziekenhuis Sint-Elisabeth Genk – Ziekenhuis Oost-Limburg Sint-Niklaas – Algemeen Ziekenhuis Maria Middelares Pittem – Samenwerkingsverband PVT Valckeburg vzw Ouderen- en thuiszorgvoorzieningen: Merkem – vzw Merkem Seniorenzorg Brugge – Rusthuis Herdershove Laarne - O.C.M.W. – OCMW-rusthuis Willebroek - O.C.M.W. – Rusthuis “Berkenhof” Centra voor algemeen welzijnswerk Kortrijk – CAW Stimulans vzw 13 november 2003 Verzorgingsinstellingen: Knokke-Heist – vzw Gezondheidszorg Oostkust - Algemeen Ziekenhuis O.L. Vrouw ter Linden Lede – Psychiatrisch Ziekenhuis Zoete Nood Gods Brasschaat – vzw Heropbeuring – Rusthuis De Mick
61
Elsene – Psychosociaal Centrum Sint-Alexius Roeselare – vzw Heilig Hartziekenhuis (Campus Menen) Oostende – Belgisch Zee-instituut voor Orthopedie vzw Antwerpen - O.C.M.W. – Algemeen Ziekenhuis Jan Palfijn (Merksem) Antwerpen - O.C.M.W. – Algemeen Ziekenhuis Middelheim Ouderen- en thuiszorgvoorzieningen: Berlare - O.C.M.W. – Rusthuizen Herfstvreugde-Ter Meere Kapellen – vzw Rusthuizen Zusters van Berlaar - Woon- en Zorghuis "Zonnewende" Menen - O.C.M.W. – Rusthuis Sint-Gerardus Oostende - O.C.M.W. – Lokaal dienstencentrum "De Nieuwe Stad" Geraardsbergen - O.C.M.W. – Woon- en Zorgcentrum "De Maretak" Leuven – vzw Levet Scone – Woon- en Zorgcentrum De Wingerd Edegem - O.C.M.W. – Rust- en Verzorgingstehuis Immaculata Leuven - O.C.M.W. – Rusthuis te Wilsele/Putkapel Peer – Intercommunaal rusthuis "Sint-Antonius" Beringen - O.C.M.W. – Rusthuis Corsola Beschut wonen: Ieper – Beschut Wonen De Overweg vzw Centra voor algemeen welzijnswerk: Antwerpen (Boechout) – CAW De Terp vzw Wijkgezondheidscentra: Gent – Wijkgezondheidscentrum "De Sleep"
62
4 JAARREKENING 4.1 Balans op 31 december 2003 ACTIVA
code
VASTE ACTIVA Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+)
20 21
Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen (+) Werken van burgerlijke bouwkunde (+) Installaties, machines en uitrusting voor exploitatie (+) Meubilair en materieel (+) Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht (+) Andere materiële vaste activa (+) Vaste activa in aanbouw (+)
22/27 220-223 224-229 23 24
Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen deelnemingen (+) vorderingen (+) Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat deelnemingen (+) vorderingen (+) Andere financiële vaste activa deelnemingen (+) vorderingen en borgtochten in contanten (+)
28 280/281 280 281
huidig jaar
vorig jaar
0
2.030
0
0
0
2.030
0
2030
20.729.580
61.392.426
25 26 27
282/283 282 283 284/288 284 285/288
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen op meer dan een jaar Handelsvorderingen (+) Overige vorderingen (+)
29 290 291
0
0
0
0
Voorraden Grondstoffen (+) Hulpstoffen (+) Goederen in bewerking (+) Gereed product (+) Handelsgoederen (+) Terreinen bestemd voor verkoop (+) Gebouwen bestemd voor verkoop (+)
3 30 31 32 33 34 350 351
0
0
63
Bebouwde terreinen en andere onroerende goederen bestemd voor verkoop (+) Vooruitbetalingen (+) Bestellingen in uitvoering (+) Strategische stocks (+) Kunstvoorwerpen en -voorwerpen bestemd voor verkoop (+)
352 36 37 38 39
Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen op ten hoogste een jaar (+) Overige vorderingen (+)
40/41 40 41
Geldbeleggingen Eigen aandelen (+) Aandelen (+) Vastrentende effecten (+) Termijndeposito's (+) Te incasseren vervallen waarden (+)
50/54 50 51 52 53 54
Liquide middelen (+) Overlopende rekeningen (+)
55/59 490-491-495
TOTAAL
PASSIVA
code
EIGEN VERMOGEN Kapitaal (+) Uitgiftepremies (+) Herwaarderingsmeerwaarden Herwaarderingsmeerwaarden op immateriële vaste activa (+) Herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa (+) Herwaarderingsmeerwaarden op financiële vaste activa (+) Reserves Overgedragen netto resultaat (of verlies) (+/-) Dotaties, subsidies, toelagen en soortgelijke (+)
10 11 12
1.243.516
1.054.663
1.243.516
1.054.663
19.486.064
60.336.763
20.729.580
61.393.456
huidig jaar
vorig jaar
4.721.492
60.456.418
0
0
3.272.439 1.449.053 0
2.669.206 57.785.182 2.030
120 121 122 13 14 15
64
VREEMD VERMOGEN Voorzieningen en uitgestelde belastingen Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen (+) Voorzieningen voor belastingen (+) Voorzieningen voor grote onderhoudsen herstellingswerken (+) Voorzieningen voor overige risico's en kosten (+) Globale te voorziene waardeverminderingen op handelsvorderingen (+) Globale te voorziene waardeverminderingen op overige vorderingen (+) Uitgestelde belastingen Schulden op meer dan een jaar Financiële schulden Achtergestelde leningen (+) Niet achtergestelde obligatieleningen (+) Leasingschulden en soortgelijke (+) Kredietinstellingen (+) Overige leningen (+) Handelsschulden (+) Ontvangen vooruitbetalingen (+) Borgtochten ontvangen in contanten (+) Overige schulden (+) Schulden op ten hoogste één jaar
16.008.088 937.038
937.038 937.038
167 168
937.038
937.038
17
0
0
170/174 170 171 172 173 174 175 176 178 179
0
0
42/48
0
0
0
0
16 160 161 162 163-165 166
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 420/429 Financiële schulden ten opzichte van derden op ten hoogste een jaar (+) 430/439 Kredietinstellingen (+) 430/433 Financiële schulden tegenover overheden (+) 434 Leasingschulden en soortgelijke (+) 435 Overige leningen (+) 436/439 Handelsschulden op ten hoogste een jaar (+) 44 Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten (+) 45 Ontvangen vooruitbetalingen (+) 46 Overige schulden (+) 47/48 Overlopende rekeningen (+) 492-493-496 TOTAAL
15.071.050
20.729.580
61.393.456
65
4.2 Resultatenrekening 2003 RESULTATENREKENING
code
huidig jaar
vorig jaar
Operationele opbrengsten Lopende opbrengsten (+) Wijzigingen in de voorraden en bestellingen in uitvoering (+/-) Geproduceerde vaste activa (+) Inkomens- en kapitaaloverdrachten (+) Andere operationele opbrengsten (+) Operationele kosten (-) Handelsgoederen, grond en hulpstoffen (+) Diensten en diverse goederen (+) Personeelskosten (+) Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa (+) Waardeverminderingen op voorraden en bestellingen in uitvoering (+) Voorzieningen (toevoegingen, bestedingen en terugnemingen) (+/-) Inkomensoverdrachten (+) Andere operationele kosten (+)
70/74 70
88.714.103
95.038.822
71 72 73 74 60/64 60 61 62
630
Financiële kosten (-) Kosten van schulden (+) Waardeverminderingen op geldbeleggingen en liquide middelen (+) Minderwaarde op de realisatie van vlottende activa (+) Discontokost op vorderingen (+) Gerealiseerde wisselverliezen (+) Niet gerealiseerde wisselverliezen (+) Voorzieningen met financieel karakter (+)
81.175
81.882
2.030
6.030
144.682.951
110.340.535
-56.052.053
-15.389.625
69.419
71.288
69.419
71.288
0
-12
631/632 633/637 640 641/649
Operationeel Resultaat Financiële opbrengsten Opbrengsten uit financiële vaste activa (+) Opbrengsten uit vlottende activa (+) Gerealiseerde meerwaarden op vlottende activa (+) Gerealiseerde wisselopbrengsten (+) Niet gerealiseerde wisselopbrengsten (+) Andere financiële opbrengsten (+)
88.269.030 94.755.000 445.073 283.822 -144.766.156 -110.428.447
75 750 751 752 754 755 756/759 65 650 651 652 653 654 655 656
66
Bankkosten (+) Verwijlintresten (+) Diverse financiële kosten (+)
657 658 659
0
12
69.419
71.276
76
249.738
522.481
Terugneming van afschrijvingen en waardeverminderingen (+) 760 Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa (+) 761 Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten (+) 762 Meerwaarden op de realisatie van vaste activa (+) 763 Andere uitzonderlijke opbrengsten (+) 764/769
249.738
522.481
66
0
-10.000.000
Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa (+) 660 Waardeverminderingen op financiële vaste activa (+) 661 Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten (+/-) 662 Minderwaarden op realisatie van vaste activa (+) 663 Andere uitzonderlijke kosten (+) 664/669
0
10.000.000
249.738
-9.477.519
-55.732.896
-24.795.868
0
0
-55.732.896
-24.795.868
-55.732.896
-24.795.868
Financieel Resultaat Uitzonderlijke opbrengsten
Uitzonderlijke kosten (-)
Uitzonderlijk resultaat NETTO RESULTAAT VAN HET JAAR (voor belastingen) Onttrekking aan de uitgestelde belasting (+) Overboeking naar de uitgestelde belastingen (-) Belastingen Belastingen (+) Regularisering van belastingen en terugnemingen van fiscale voorzieningen (+)
780 680 67/77 67 77
NETTO RESULTAAT VAN HET JAAR (na belastingen) (verlies (-)) Onttrekking aan de belastingsvrije reserves (+) Overboeking naar de belastingsvrije reserves (-) TE BESTEMMEN NETTO RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR (verlies (-)
789 689
67
code
huidig jaar
vorig jaar
2.052.286
58.223.527
-55.732.896 57.785.182
-24.795.868 83.019.395
0
0
691/2
-603.233
-438.345
691 692
603.233
438.345
-1.449.053
-57.785.182
0
0
Te bestemmen winstsaldo Te verwerken verliessaldo (-) Te bestemmen netto resultaat van het jaar (+) Te verwerken verlies van het jaar (-) Overgedragen netto resultaat van het vorige boekjaar (+) Overgedragen verlies van het vorige boekjaar (-) Onttrekking aan het eigen vermogen Aan het aanvangskapitaal en aan de uitgiftepremies (+) Aan de reserves (+) Toevoeging aan het eigen vermogen (-) Aan het aanvangskapitaal en aan de uitgiftepremies (+) Aan de reserves (+)
790 690 791/2 791 792
Over te dragen resultaat Over te dragen netto resultaat (-) Over te dragen verlies (+) Tussenkomst van de vennoten in het verlies Uit te keren netto resultaat (-) Vergoeding aan het kapitaal (+) Bestuurders of zaakvoerders (+) Andere rechthebbenden (+)
693 793 794 694/6 694 695 696
68
VIPA
03
69
3
MEER INFORMATIE
Website: http://www.vipa.vlaanderen.be
70
1 CONTACTADRESSEN 1.1 VIPA Algemene leiding Guido Deblaere secretaris-generaal departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Markiesstraat 1 1000 Brussel Tel. 02-553 31 24 - Fax. 02-553 31 40 e-mail:
[email protected] Dagelijkse leiding Karine Moykens afdelingshoofd afdeling Ondersteuning Werking WVC Markiesstraat 1 1000 Brussel Tel. 02-553 32 50 - Fax. 02-553 36 85 e-mail:
[email protected] Dossiermanagers zorgstrategische fase Stefaan Pottie adjunct van de directeur dossiermanager algemene ziekenhuizen coördinator eigen instellingen Tel. 02-553 39 03 Christophe Cousaert adjunct van de directeur dossiermanager voorzieningen voor ouderen, voorzieningen in de thuiszorg en voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand Tel. 02-553 32 25 Katelijne Verkissen hoofdassistent medewerker eigen instellingen Tel. 02-553 31 21 Dossiermanager technisch-financiële fase Marc Cockx adjunct van de directeur bouwtechnisch deskundige teamverantwoordelijke VIPA Tel. 02-553 32 32 Nicole Broucke medewerker administratieve en financiële ondersteuning Tel. 02-553 32 78
71
Financiële cel Willy Beyens hoofddeskundige financieel deskundige Tel. 02-553 32 41 Nicole Broucke medewerker administratieve en financiële ondersteuning Tel. 02-553 32 78 Ondersteuning Werking Kurt Debooser adjunct van de directeur projectverantwoordelijke Tel. 02-553 31 09
1.2 Kind en Gezin Kind en Gezin Afdeling Kinderopvang VIPA-cel Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Tel. 02-533 12 11 - Fax. 02-534 13 82 http://www.kindengezin.be
1.3 Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) Dienst investeringen Sterrenkundelaan 30 1210 Brussel Tel. 02-225 84 11 - Fax. 02-225 84 05 e-mail:
[email protected] http://www.vlafo.be
72
2 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN AZ BJB BS BW CAW CBGS CGG CICOV DVC EHSAL FFEU HIVA K&G K.U.Leuven KV LDC MS OCMW O.L.V OPZ OV OW PC PVT PZ RH RVT SF TZ UC VFSIPH VIPA VUB vzw WGZC WVC ZH
Algemeen Ziekenhuis Bijzondere jeugdbijstand Belgisch Staatsblad Beschut wonen Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Centrum voor Gezins- en Bevolkingsstudie Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Centrum voor Informatie, Communicatie en Vorming in de Welzijnssector (het vroegere COVK) Dagverzorgingscentrum Economische Hogeschool Sint-Aloysius (Brussel) Financieringsfonds voor Eenmalige Uitgaven Hoger Instituut voor de Arbeid Kind en Gezin Katholieke Universiteit Leuven Centrum voor Kortverblijf Lokaal Dienstencentrum Multiple sclerose Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Onze-Lieve-Vrouw Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Ouderenvoorzieningen (afdeling) Ondersteuning Werking Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Psychiatrisch Centrum Psychiatrisch Verzorgingstehuis Psychiatrisch Ziekenhuis Rusthuis Rust- en verzorgingstehuis Serviceflat Thuiszorg Universitair Centrum Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden Vrije Universiteit Brussel Vereniging zonder winstoogmerk Wijkgezondheidscentrum (departement) Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Ziekenhuis
Verantwoordelijke uitgever: Guido Deblaere Secretaris-generaal Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Markiesstraat 1, 1000 Brussel Samenstelling: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden Eindredactie: Karine Moykens Productcoördinatie: Liesbeth Van Huffelen Vormgeving en druk: Gevaert Printing n.v.
Depotnummer: D/2004/3241/157
VIPA jaarverslag 2003