Informatieblad Wat betekent GMO voor telers Erkenning als producentenorganisatie Overzicht van de belangrijkste criteria
Waarom een erkende producentenorganisatie? Telers van groenten en fruit kunnen een producentenorganisatie oprichten om hun producten gezamenlijk te laten vermarkten. De Europese overheid stimuleert deze gemeenschappelijke marktordening (GMO). Erkende producentenorganisaties kunnen in aanmerking komen voor Europese subsidie om hun leden indirect te ondersteunen. Om gebruik te kunnen maken van de Europese steunmaatregelen moet een producentenorganisatie erkend zijn. Om erkend te zijn, moet een organisatie aan strenge voorschriften voldoen. Telers moeten bepaalde zaken aan de producentenorganisatie over laten om voor deze subsidie in aanmerking te komen. Deze voorschriften komen voort uit de GMO-regeling van de Europese overheid. De Nederlandse overheid is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling in ons land. De uitvoering is door de Nederlandse overheid opgedragen aan het Productschap Tuinbouw (PT). Het PT vertaalt de Europese regels naar de praktijk. Telers hebben een individuele en een collectieve verantwoordelijkheid om de regels van de GMO-regeling na te leven. Ook is het PT verantwoordelijk voor de erkenning van producentenorganisaties. Het PT verleent de erkenningen en indien nodig schorst het PT de erkenning of trekt deze in.
Belangrijkste criteria Dit informatieblad geeft een overzicht van de belangrijkste criteria waaraan een afzetorganisatie van producenten moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor erkenning. Opgericht door telers Om erkend te worden moet een producentenorganisatie zijn opgericht door producenten van groenten en/of fruit. Zij moeten hun initiatief kunnen aantonen met de oprichtingsakte en de notulen van de oprichtingsvergadering. Telers mogen maar lid zijn van één producentenorganisatie, althans voor de producten waarvoor deze organisatie is erkend. Soms zijn de handelsactiviteiten van een producentenorganisatie beperkt tot een bepaalde productgroep, bijvoorbeeld alleen champignons. Voor producten waarvoor hun producentenorganisatie niet is erkend, mogen telers zich aansluiten bij een andere producentenorganisatie. Er mag geen overlap in de erkenningen zitten. Organisaties die zijn erkend na 1 januari 2008 en organisaties die nu erkenning aanvragen, moeten minstens tien leden hebben en per jaar voor minstens 25 miljoen euro groenten en/of fruit verkopen. Voor oudere organisaties was vijf leden en een verkoopwaarde per jaar van 100.000 euro voldoende.
2
Voorwaarden aan de producentenorganisatie Een erkende producentenorganisatie moet een rechtspersoon zijn. De vorm van een coöperatie is in de praktijk de meest gebruikte rechtspersoonlijkheid. Een producentenorganisatie mag onder strikte voorwaarden bepaalde activiteiten uitbesteden. De hoofdactiviteiten van een erkende producentenorganisatie zijn aanbod concentreren en de producten waarvoor ze erkend zijn afzetten voor de leden. Daarbij streeft de organisatie ernaar het aanbod te plannen en aan te passen aan de vraag, de productiekosten te minimaliseren en de prijzen voor telers te stabiliseren. In de statuten moet onder meer zijn verankerd dat leden milieuvriendelijke teeltmethoden, productietechnieken en afvalbeheermethoden gebruiken om de kwaliteit van water, bodem en landschap te beschermen en de biodiversiteit te behouden of te bevorderen. Als een producentenorganisatie is erkend voor producten die alleen naar de verwerkende industrie gaan, moet de organisatie kunnen garanderen aan de verwerkende industrie dat het de producten kan leveren. Een producentenorganisatie is een democratische organisatie, die transparant moet zijn voor de leden. De organisatie is van de leden. Belangrijke besluiten, zoals inrichting van het verkoopproces, uitbesteding van activiteiten en de invulling van het operationele programma, moeten door de leden goedgekeurd worden. Een erkende producentenorganisatie moet een sanctiebeleid hebben voor leden die zich niet aan hun verplichtingen houden en hier naar handelen. Voorwaarden aan de leden Alleen personen of bedrijven met productieactiviteiten kunnen als lid gebruik maken van de GMO en daarop invloed uitoefenen. Leden moeten op een democratische manier toezicht kunnen houden op de organisatie en haar besluiten. De macht moet evenwichtig verdeeld zijn; één lid mag niet meer dan 10 procent van de stemmen hebben (voor erkende organisaties van voor 2008 is het maximum 20 procent). Het bestuur moet voor minstens de helft uit telende leden bestaan. Indien er in het bestuur of de raad van commissarissen tevens niet-leden zitting hebben, mogen deze geen afnemer zijn of met een afnemer verbonden zijn. Leden die langer dan één teeltseizoen geen productie aanleveren, mogen wel lid blijven, maar tellen niet mee voor de erkenning. Ze mogen niet profiteren van steun van de Europese Unie en mogen niet stemmen. Verkoop van product van niet-leden (50%-criterium) Een producentenorganisatie mag producten van niet-leden verhandelen. De organisatie mag echter niet meer groenten en fruit van niet-leden verkopen dan van de eigen leden. Dit geldt alleen voor groenten en fruit waarvoor de organisatie is erkend.
3
Regie over de afzet De producentenorganisatie bepaalt de verkoopvoorwaarden, inclusief de prijs. Leden mogen niet betrokken zijn bij de verkoop van hun producten (bestuursleden uitgezonderd onder bepaalde voorwaarden). De organisatie moet kunnen bewijzen dat het verkoopproces zo is ingericht dat zij de regie heeft over het bepalen van verkoopvoorwaarden en met name de prijs. In ruil voor de Europese steun moet de teler afstand doen van het zelf verkopen van zijn product (zie uitzonderingen onder leveringsplicht). De teler bepaalt moment van oogsten en geeft aan wanneer zijn product verkocht kan worden. De producentenorganisatie bepaalt het moment van verkoop, de verkoopvoorwaarden en de prijs. Als de prijzen zo slecht zijn dat de kostprijs voor oogsten of bewaren hoger is dan de opbrengstprijs mag een teler besluiten om niet te oogsten of voorraden te vernietigen. Deze groenten en fruit mogen niet in de handel komen. Leden moeten bij al hun marketing- en communicatieuitingen verwijzen naar de producentenorganisatie waar zij lid van zijn en daarbij vermelden dat de afzet via die organisatie loopt. Verplichtingen leden Financiële bijdrage en functioneren organisatie Een teler moet meebetalen aan de organisatie door middel van provisies etc.. Leden hebben een eigen en een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van de organisatie. Door zich niet aan de verplichtingen te houden kunnen zij de erkenning van de organisatie in gevaar brengen. Via democratische procedures stemmen zij in met o.a. het operationele programma en de besteding van het actiefonds. Gegevens verstrekken De leden zijn verplicht de juiste gegevens te verstrekken over onder meer hun areaal, hun productie(omvang), aanvoerprognoses en hun milieumaatregelen en andere informatie waar de organisatie om vraagt. Ook moet een teler opgave doen van belangen die hij (indirect) heeft in handelsondernemingen. Deze verplichtingen moeten in de statuten zijn opgenomen. Leveringsplicht (met uitzonderingen) Leden zijn verplicht alle producten die onder de erkenning vallen te verkopen via hun producentenorganisatie. Deze verplichting moet in de statuten zijn opgenomen. Er zijn uitzonderingen mogelijk op deze leveringsplicht. De uitzonderingen moeten statutair vastliggen en altijd vooraf schriftelijk worden vastgelegd per lid. Huisverkoop aan consumenten kan bijvoorbeeld toegestaan zijn. De leden moeten elk individueel vooraf toestemming vragen en krijgen om van deze uitzondering gebruik te maken. Een producentenorganisatie is verplicht om op verzoek toestemming te geven voor huisverkoop aan consumenten voor ten minste 10 en maximaal 25 procent van de productie van dat lid. Huisverkoop aan tussenhandel, retail, grootverbruikers en horeca is niet toegestaan. 4
Ook producten, waarvan een producentenorganisatie heeft bepaald deze niet te verhandelen, mogen leden buiten de organisatie om verkopen als er toestemming voor is verleend. Ook kan een producentenorganisatie leden toestemming geven een kleine hoeveelheid producten zelf te verkopen (maximaal 5 procent van het volume van de verhandelbare productie van de organisatie). De producentenorganisatie kán besluiten om een ontheffing te verlenen, dit is geen plicht (zie uitzondering bij huisverkopen). De organisatie moet voorwaarden stellen en de teler moet deze voorwaarden naleven. Zo niet, dan moet de producentenorganisatie sancties toepassen. Verplichtingen producentenorganisatie Financiële en administratieve verplichtingen Een producentenorganisatie moet zorgen dat de leden aan hun verplichtingen voldoen. Daarbij is de organisatie verplicht om sancties op te leggen bij nietnaleving van de verplichtingen door een lid. Ook moet de organisatie controleren of de aangeleverde gegevens juist zijn. Ze moet dit kunnen bewijzen, erover rapporteren en zich hierop laten controleren door een accountant. Een producentenorganisatie moet statutair hebben vastgelegd hoe de organisatie gefinancierd gaat worden, welke financiële bijdrage de leden gaan leveren en hoe de organisatie gaat voldoen aan de wettelijke voorschriften voor budgettering en boekhouding. Een producentenorganisatie moet voldoende vermogen en liquiditeit hebben om haar werk uit te voeren. Ze moet in elk geval personeel, infrastructuur (onder meer een eigen kantoorruimte met eigen opgang) en uitrusting hebben voor commercieel en budgettair beheer en voor een centrale boekhouding en een factureringssysteem. Ten slotte moet een producentenorganisatie een uitgewerkte beschrijving hebben van de administratieve organisatie. En ze moet de interne beheersing beschreven hebben van de procedures die de organisatie volgt om te voldoen aan de Nederlandse en Europese regelgeving voor erkenning. Ondersteuning aan leden Erkende producentenorganisaties moeten hun leden in staat stellen om technische hulp te krijgen om milieuvriendelijk te produceren. Er moet personeel, apparatuur en materiaal zijn voor bijvoorbeeld sorteren, verpakken, keuren, residuanalyse en transport. Producentenorganisaties kunnen hier ook aan voldoen door deze taken uit te besteden aan leden, dochterondernemingen of derden. Ze blijven wel zelf verantwoordelijk. Indien technische hulpmiddelen uit de GMO worden gefinancierd en bij leden op het bedrijf worden geplaatst, moet de producentenorganisatie eigenaar van deze investeringen blijven. Investeringen moeten indien nodig ook ter beschikking staan van andere leden.
5
Schorsing of intrekking van de erkenning Als een producentenorganisatie niet voldoet aan essentiële erkenningcriteria, zoals die in de GMO-regeling zijn voorgeschreven, dan kan het PT een schorsing van de erkenning opleggen. Bij een schorsing worden de betalingen aan de producentenorganisatie stopgezet tot het moment dat aangetoond is dat weer aan de erkenningvoorwaarden is voldaan. Dan worden de betalingen alsnog hervat. Iedere teler die zich niet houdt aan de verplichtingen brengt in principe de erkenning van zijn producentenorganisatie in gevaar. Bij het niet voldoen aan essentiële erkenningcriteria door opzet of grove nalatigheid en in geval van fraude dan moet de erkenning worden ingetrokken door het PT. Intrekken van de erkenning gebeurt vanaf het moment van ontstaan van de inbreuk op de erkenningscriteria. De steun die na dat moment is ontvangen moet worden terugbetaald. Meer informatie Dit informatieblad geeft een overzicht van de belangrijkste criteria waaraan een producentenorganisatie moet voldoen om erkend te worden. De tekst in dit informatieblad heeft geen rechtsgeldigheid. In circulaire GMO-014 2012 zijn alle criteria voor de erkenning van producentenorganisaties vastgelegd. U kunt deze criteria raadplegen op www.tuinbouw.nl/EU-regelingen. Wilt u meer informatie dan kunt u contact opnemen met uw producentenorganisatie.
December 2012 Productschap Tuinbouw Louis Pasteurlaan 6 Postbus 280 2700 AG Zoetermeer 6
www.tuinbouw.nl
7