Indicatorenset Nierstenen Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013
Definitieve versie – okt. 2013
Colofon Internet: Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013: http://ziekenhuizentransparant.nl. Meer informatie: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen: www.nvz-ziekenhuizen.nl/onderwerpen/zichtbare-zorg; Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra: www.nfu.nl.
Samengesteld door: Zorginhoudelijke indicatoren Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud Klantpreferentievragen Consumentenbond Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF)
Eerder tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van de stuurgroep Zichtbare Zorg Ziekenhuizen.
Let op: Zichtbare Zorg is per 1 januari 2013 gestopt en gaat op in het Kwaliteitsinstituut. De ondersteuning die het programmabureau Zichtbare Zorg leverde aan ziekenhuizen en ZBC’s met betrekking tot het verzamelen en aanleveren van de indicatoren, komt hiermee te vervallen. Het beschikbaar stellen van kwaliteitsinformatie is een wettelijke opdracht aan zorgaanbieders, die van kracht blijft. De indicatoren uit deze indicatorengids worden daarom in 2014 niet aangeleverd via de ZiZo-portal, maar via een webportal van Dutch Hospital Data.
Den Haag, oktober 2013
2
Inhoudsopgave Nierstenen Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren 2. Factsheets zorginhoudelijke indicatoren Nierstenen 3. Lijst te verzamelen variabelen Bijlage 1: Wijzigingstabel zorginhoudelijke indicatoren Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke verenigingen
4 5 7 13 22 23
Deel 2: Klantpreferentievragen Klantpreferentievragen Nierstenen Bijlage 1: Wijzigingstabel klantpreferentievragen
24 25 30
Afkortingenlijst
31
3
Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren
4
1. Algemene informatie over Zorginhoudelijke indicatoren Nierstenen Indicatorwerkgroep De werkgroep voor de ontwikkeling van de indicatorenset Nierstenen bestond in 2010 uit de volgende personen: NVU: Dhr. Drs. M.T.W.T. Lock, uroloog en androloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht (voorzitter) Dhr. Dr. P.C.M.S. Verhagen, uroloog, Erasmus MC Mw. Drs. A. Roelofs, uroloog, Ziekenhuis Rijnstate Dhr. Dr. B. Kroon, arts-assistent urologie, Haga Ziekenhuis NIV: Mw. Dr. N.A.T. Hamdy, internist, Leids Universitair Medisch Centrum (schriftelijke input) V&VN: Mw. C. Gerritsen, verpleegkundige, Slingeland Ziekenhuis ZN: Mw. Drs. R. Geels, medisch adviseur, Zorg en Zekerheid NPCF: Mw. H.S. Meijer, MSc., beleidsmedewerker NPCF, tot 1 juni 2010 De werkgroep voor de revisie van de indicatorenset Nierstenen bestond in 2011 uit de volgende personen: NVU: Dhr. Drs. M.T.W.T. Lock, uroloog en androloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht Dhr. Dr. B. Kroon, fellowship oncologie, Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Dhr. Dr. F. d’Ancona, uroloog, UMC St Radboud ZN: Mw. Drs. R. Geels, adviserend geneeskundige, Zorg en Zekerheid Afstemming met bestaande richtlijn De meest recente nationale richtlijn is afkomstig uit 1994. Bij het ontwikkelen van deze indicatoren zijn daarom de ‘Guideline for the management of ureteral calculi’ (Preminger, 2007; Preminger, 2007) en de ‘Guidelines on urolithiasis’ (Türk, 2010) gebruikt als achtergrondinformatie. Populatiebepaling Nierstenen De eerste stap in het bepalen van de indicatoren is het vaststellen van de populatie. Voor alle Zichtbare Zorg indicatorensets was als uitgangspunt gekozen om de populatie te bepalen aan de hand van de Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Door de invoering van DOT (DBC’s op weg naar transparantie) per 1 januari 2012, is de populatiebepaling van de Zichtbare Zorg indicatoren gewijzigd. In verslagjaar 2012 is zowel met DBC’s (patiënten bij wie in 2011 een DBC geopend is) als DBCzorgproducten gewerkt (patiënten die vanaf 1 januari 2012 in behandeling waren). Omdat er in deze set voor één of meerdere indicatoren gegevens worden gevraagd over een verslagjaar vóór 2013, zijn zowel het DBC als DBC-zorgproducten systeem van toepassing. Let op: In deze indicatorengids zijn alleen de DBC’s vermeld die nodig zijn om de populatie te bepalen. Specifieke DOT-instructies zijn opgenomen in een separaat document bij de indicatorengidsen. De populatie voor de indicatorenset Nierstenen bestaat uit het aantal patiënten bij wie op enig moment in het verslagjaar een DBC wordt afgesloten die voldoet aan: - 0306.11.21 (nieuwe patiënten met een uretersteen) 0306.21.21 (patiënten met een uretersteen in een vervolgtraject) 0306.11.11 (nieuwe patiënten met een niersteen) 0306.21.11 (patiënten met een niersteen in een vervolgtraject) - Inclusie/exclusiecriteria zoals benoemd in de factsheets in hoofdstuk 2. De populatie wordt uiteindelijk bepaald door de in 2013 afgesloten DBC-zorgproducten. In het document met DOT-instructies vindt u relevante DBC-zorgproducten. Uitzondering hierop zijn de indicatoren waar wordt gevraagd naar een afwijkende verslagperiode. Om dubbelregistratie te voorkomen, dient – indien de indicator gebaseerd is op tellingen op patiëntniveau – geselecteerd te worden op het unieke patiëntnummer. In alle andere gevallen wordt geteld op verrichtingenniveau en telt iedere verrichting apart mee. Voor codes en instructies, zie de variabelenlijst en rekenregels (tabellen 1 en 2).
5
Peildatum De structuurindicatoren worden, in verband met de actualiteit, eenmaal per jaar op peildatum 1 maart geregistreerd. In- en exclusiecriteria Om een eerlijke vergelijking tussen zorgaanbieders te kunnen maken, heeft de werkgroep in- en exclusiecriteria vastgesteld. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld op leeftijd of comorbiditeit worden uitgesloten. Ook kunnen extra eisen worden gesteld aan de DBC/het DBC-zorgproduct. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van een specifieke verrichting. In- en exclusiecriteria hoeven niet per definitie voor alle indicatoren in de set gelijk te worden toegepast. Soms dienen er bijvoorbeeld extra gegevens te worden verzameld om later te kunnen corrigeren voor comorbiditeit, die de waarde van de indicator beïnvloedt. Op basis van de populatie en de in- en exclusiecriteria wordt de noemer van de indicator vastgesteld.
6
2. Zorginhoudelijke indicatoren Nierstenen Indicator 1: ESWL-behandeling Relatie tot kwaliteit
Extracorporeal Shock Wave Lithotripsy (ESWL) is een niet-invasieve behandelmethode waarmee stenen over het algemeen zonder complicaties en bijwerkingen vergruisd kunnen worden. In de literatuur wordt een variabel herhalings-/succespercentage gerapporteerd. Deze indicator is voornamelijk opgesteld om inzicht te geven in de spreiding van Nederlandse herhalings-/succespercentages en uitschieters in kaart te brengen. Een indicatie voor het succes van een behandeling is of een patiënt binnen 1 jaar na de behandeling niet nogmaals een interventie hoeft te ondergaan (indicator 1b). Operationalisatie 1a Gemiddeld aantal ESWL-behandelingen per patiënt Teller 1a Aantal ESWL-behandelingen Noemer 1a* Aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen dat één of meerdere ESWLbehandelingen ondergaan heeft Operationalisatie 1b Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWLbehandeling is uitgevoerd én waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Teller 1b Aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWLbehandeling is uitgevoerd én waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Noemer 1b* Aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen dat één of meerdere ESWLbehandelingen ondergaan heeft In-/exclusiecriteria Inclusie: patiënten met nier- en/of ureterstenen Bron DBC- en Zorgverrichtingen Meetfrequentie Continu Verslagjaar 01-01-2013 tot en met 31-12-2013 Voor noemer 1b geldt een afwijkende verslagperiode: 01-01-2012 tot en met 31-12-2012. Rapportagefrequentie 1x per verslagjaar Type indicator 1a: Proces 1b: Uitkomst Meetniveau Patiëntniveau Kwaliteitsdomein Effectiviteit * Let op: De populatie in de noemer van indicator 1b is afwijkend ten opzichte van de populatie in de noemer van indicator 1a, aangezien het verschillende jaren betreft
Rekenregels Indicator 1 Teller 1a Noemer 1a
Teller 1b
Noemer 1b
ESWL-behandeling Bepaal het totaal aantal ESWL-behandelingen voor de patiënten uit de noemer. Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen en één of meerdere ESWL-behandelingen in 2013.
Formule # NI3
Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWL-behandeling heeft plaatsgevonden en waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd. Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen en één of meerdere ESWL-behandelingen in 2012.
# patiënten waarvoor NI20 geldt
# patiënten waarvoor NI11 geldt
# patiënten waarvoor NI11 geldt
7
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Extracorporeal Shock Wave Lithotripsy (ESWL) is een moderne, niet-invasieve behandelmethode voor nierstenen, waarmee stenen over het algemeen zonder complicaties en bijwerkingen op poliklinische basis of in dagbehandeling vergruisd kunnen worden. De stenen worden door middel van schokgolven vergruist tot kleine deeltjes, waarna de patiënt ze uit kan plassen (Türk, 2010). In de literatuur wordt een variabel succespercentage gerapporteerd, dat onder andere afhankelijk is van de apparatuur die gebruikt wordt, grootte en samenstelling van de steen, aanwezigheid van een stent in de ureter, en de ervaring van de behandelaar (El-Assmy, 2006; Salman, 2007; Türk, 2010). Deze indicator is voornamelijk opgesteld om inzicht te krijgen in de spreiding van Nederlandse herhalings-/slagingspercentages. Uitschieters kunnen hiermee in kaart gebracht worden. Mogelijkheden tot verbetering Deze indicator moet leiden tot een beter inzicht in de herhalingsfactor en het succespercentage van ESWL-behandelingen. Uitschieters kunnen met behulp van deze indicator in kaart gebracht worden. De werkgroep verwacht dat op dit moment nog veel variatie bestaat tussen de verschillende ziekenhuizen. Beperkingen bij gebruik en interpretatie Er worden geen beperkingen bij gebruik en interpretatie verwacht. Inhoudsvaliditeit De mate van bewijskracht voor deze indicator is D, wat wil zeggen dat de werkgroep indicatorontwikkeling hierover consensus heeft bereikt. De werkgroep is van mening dat deze indicator een belangrijke relatie heeft met de kwaliteit van zorg. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat er voldoende variatie in de praktijk bestaat, waardoor deze indicator discrimineert tussen de ziekenhuizen en verbetering van de kwaliteit van zorg kan registreren. Vergelijkbaarheid De werkgroep verwacht dat tertiaire centra verhoudingsgewijs complexere nierstenen doorverwezen zullen krijgen uit andere ziekenhuizen. Deze gegevens kunnen op termijn uit de Vektis-database gehaald worden waarbij het mogelijk is een doorverwezen patiënt te volgen. Hierdoor zal voor het case-mix probleem gecorrigeerd kunnen worden. Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep verwacht dat deze indicator op betrouwbare wijze is te meten en onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) dezelfde resultaten oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. De gegevens voor deze indicator worden structureel vastgelegd, en kunnen in veel gevallen direct afgeleid worden uit het ZIS. In de toekomst kunnen de gegevens wellicht ook beschikbaar komen via Vektis. Referenties - El-Assmy A, El-Nahas AR, Abo-Elghar ME, Eraky I, El-Kenawy MR, Sheir KZ. Predictors of success after extracorporeal shock wave lithotripsy (ESWL) for renal calculi between 20-30 mm: a multivariate analysis model. ScientificWorldJournal 2006;23:2388-95. - Salman M, Al-Ansari AA, Talib RA, El-Malik el-F, Al-Bozaom IA, Shokeir AA. Prediction of success of extracorporeal shock wave lithotripsy in the treatment of ureteric stones. Int Urol Nephrol. 2007;39(1):85-9. - Türk C, Knoll T, Petrik A, Sarica K, Seitz C, Straub M, Traxer O. Guidelines on urolithiasis. 2010: European Association of Eurology.
8
Indicator 2: URS-behandeling Relatie tot kwaliteit
Ureterorenoscopie (URS) is een delicate techniek, die ondanks het verbeterde materiaal nog niet altijd tot het gewenste resultaat leidt. Toch blijkt uit een Cochrane review dat URS-behandeling een hoger succespercentage heeft dan ESWL-behandeling. Deze indicator is voornamelijk opgesteld om inzicht te geven in de spreiding van Nederlandse herhalings-/succespercentages. Een indicatie voor het succes van een behandeling is, of een patiënt binnen 1 jaar na de behandeling niet nogmaals een interventie hoefde te ondergaan (indicator 2b). Operationalisatie 2a Gemiddeld aantal URS-behandelingen per patiënt Teller 2a Aantal URS-behandelingen Noemer 2a* Aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen dat één of meerdere URSbehandelingen ondergaan heeft Operationalisatie 2b Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een URSbehandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na URS-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Teller 2b Aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een URS-behandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na URS-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Noemer 2b* Aantal patiënten dat één of meerdere URS-behandelingen ondergaan heeft In-/exclusiecriteria Inclusie: patiënten met nier- en/of ureterstenen Bron DBC- en Zorgverrichtingen Meetfrequentie Continu Verslagjaar 01-01-2013 tot en met 31-12-2013 Voor noemer 2b geldt een afwijkende verslagperiode: 01-01-2012 tot en met 31-12-2012. Rapportagefrequentie 1x per verslagjaar Type indicator 2a: Proces 2b: Uitkomst Meetniveau Patiëntniveau Kwaliteitsdomein Effectiviteit * Let op: De populatie in de noemer van indicator 2b is afwijkend ten opzichte van de populatie in de noemer van indicator 2a, aangezien het verschillende jaren betreft
Rekenregels Indicator 2 Teller 2a
URS-behandeling Bepaal het totaal aantal URS-behandelingen.
Noemer 2a
Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen en één of meerdere URS-behandelingen in 2013.
Teller 2b
Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een URS-behandeling heeft plaatsgevonden en bij wie 1 jaar na URS-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd. Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen en één of meerdere URS-behandelingen in 2012.
Noemer 2b
Formule # patiënten waarvoor NI7 geldt # patiënten waarvoor NI12 geldt # patiënten waarvoor NI21 geldt
# patiënten waarvoor NI12 geldt
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Ureterorenoscopie (URS) is een procedure waarbij via de blaas in de ureter en in de nier kan worden gekeken met een ureterorenoscoop. Met behulp van diverse technieken (zoals laser) kunnen stenen in stukjes worden vergruisd, zodat ze later uitgeplast kunnen worden. URS is een delicate techniek, die ondanks het verbeterde materiaal nog niet altijd tot het gewenste resultaat leidt (NVU, 1994). Toch blijkt uit diverse studies dat URS in een aantal landen qua kosten/baten de meerdere kan zijn van ESWL. Uit een Cochrane review is gebleken dat URSbehandeling een hoger succespercentage heeft dan ESWL-behandeling (Nabi, 2009).
9
Deze indicator is voornamelijk opgesteld om inzicht te krijgen in de spreiding van Nederlandse herhalings-/slagingspercentages. Uitschieters kunnen hiermee in kaart gebracht worden. Mogelijkheden tot verbetering Deze indicator moet leiden tot een beter inzicht in de herhalingsfactor en het succespercentage van URS-behandelingen. Uitschieters kunnen met behulp van deze indicator in kaart gebracht worden. De werkgroep verwacht dat op dit moment nog veel variatie bestaat tussen de verschillende ziekenhuizen. Beperkingen bij gebruik en interpretatie Er worden geen beperkingen bij gebruik en interpretatie verwacht. Inhoudsvaliditeit De mate van bewijskracht voor deze indicator is D, wat wil zeggen dat de werkgroep indicatorontwikkeling hierover consensus heeft bereikt. De werkgroep is van mening dat deze indicator een belangrijke relatie heeft met de kwaliteit van zorg. Statistisch betrouwbaar onderscheiden Het statistisch betrouwbaar onderscheiden van deze indicator is laag. Echter, ondanks dat de indicator nu nog weinig variatie in de praktijk laat zien, verwacht de werkgroep dat dit in de toekomst wel zo zal zijn, omdat URS-behandelingen steeds meer uitgevoerd worden. De signaalvlag voor statistisch betrouwbaar onderscheiden van de indicator wordt daarom verwacht te verbeteren tot oranje. Vergelijkbaarheid De werkgroep verwacht dat tertiaire centra verhoudingsgewijs complexere nierstenen doorverwezen zullen krijgen uit andere ziekenhuizen. Deze gegevens kunnen op termijn uit de Vektis-database gehaald worden waarbij het mogelijk is een doorverwezen patiënt te volgen. Hierdoor zal voor het case-mix probleem gecorrigeerd kunnen worden. Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep verwacht dat deze indicator op betrouwbare wijze is te meten en onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) dezelfde resultaten oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. De gegevens voor deze indicator worden structureel vastgelegd, en kunnen in veel gevallen direct afgeleid worden uit het ZIS. In de toekomst kunnen de gegevens wellicht ook beschikbaar komen via Vektis. Referenties - Nabi G, Downey P, Keeley FX, Watson GM, McClinton S. Extra-corporeal shock wave lithotripsy (ESWL) versus ureteroscopic management for ureteric calculi. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009;issue 1. - Nederlandse vereniging voor Urologie (NVU). Behandeling van stenen in de tractus uropoëticus. Utrecht, 1994: Nederlandse Vereniging voor Urologie.
10
Indicator 3: PNL-behandeling Relatie tot kwaliteit
PNL (percutane nefrolitholapaxie) behelst de minimaal-invasieve, endourologische behandeling van grotere nierstenen. De procedure is minder invasief dan een open operatie en heeft een (veel) sneller postoperatief herstel. Over het algemeen hoeven patiënten slechts één PNLbehandeling te ondergaan. Over slagingspercentages is nu nog niet zoveel bekend. Deze indicator is opgesteld om inzicht te krijgen in de spreiding van Nederlandse succespercentages en uitschieters in kaart te brengen. Een indicatie voor het succes van een behandeling is of een patiënt binnen 1 jaar na de behandeling niet nogmaals een interventie hoeft te ondergaan. Operationalisatie 3a Gemiddeld aantal PNL-behandelingen per patiënt Teller 3a Aantal PNL-behandelingen Noemer 3a* Aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen dat één of meerdere PNLbehandelingen ondergaan heeft Operationalisatie 3b Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een PNLbehandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na PNL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Teller 3b Aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een PNL-behandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na PNL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd Noemer 3b* Aantal patiënten dat één of meerdere PNL-behandelingen ondergaan heeft In-/exclusiecriteria Inclusie: patiënten met nier- en/of ureterstenen Bron DBC- en Zorgverrichtingen Meetfrequentie Continu Verslagjaar 01-01-2013 tot en met 31-12-2013 Voor noemer 3b geldt een afwijkende verslagperiode: 01-01-2012 tot en met 31-12-2012. Rapportagefrequentie 1x per verslagjaar Type indicator 3a: Proces 3b: Uitkomst Meetniveau Patiëntniveau Kwaliteitsdomein Effectiviteit * Let op: De populatie in de noemer van indicator 3b is afwijkend ten opzichte van de populatie in de noemer van indicator 3a, aangezien het verschillende jaren betreft
Rekenregels Indicator 3 Teller 3a
PNL-behandeling Bepaal het totaal aantal PNL-behandelingen.
Noemer 3a
Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen en één of meerdere PNL-behandelingen in 2013.
Teller 3b
Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een PNL-behandeling heeft plaatsgevonden en bij wie 1 jaar na PNL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd. Bepaal het aantal patiënten met nier- en/of ureterstenen en één of meerdere PNL-behandelingen in 2012.
Noemer 3b
Formule # patiënten waarvoor NI9 geldt # patiënten waarvoor NI13 geldt # patiënten waarvoor NI22 geldt
# patiënten waarvoor NI13 geldt
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg PNL (percutane nefrolitholapaxie) behelst de minimaal-invasieve, endo-urologische behandeling van grotere nierstenen. Voor stenen groter dan één centimeter vormt PNL de voorkeursbehandeling (Albala, 2001), omdat PNL bewezen effectief en veilig is (Kim, 2003). De nier wordt door de huid heen met een naald aangeprikt, waarna een hol buisje na oprekken in de nier wordt gebracht. Via dit buisje kan de steen verwijderd worden. Indien deze te groot is, wordt hij
11
gefragmenteerd en worden de brokstukken verwijderd (NVU, 1994). Doel van deze ingreep is de nier steenvrij te krijgen. De procedure is minder invasief dan een open operatie en heeft een (veel) sneller postoperatief herstel (Türk, 2010). Deze indicator is voornamelijk opgesteld om inzicht te krijgen in de spreiding van Nederlandse slagingspercentages. Uitschieters kunnen hiermee in kaart gebracht worden. Mogelijkheden tot verbetering Deze indicator moet leiden tot een beter inzicht in het succespercentage van PNL-behandelingen. Uitschieters kunnen met behulp van deze indicator in kaart gebracht worden. De werkgroep verwacht dat op dit moment nog veel variatie bestaat tussen de verschillende ziekenhuizen. Beperkingen bij gebruik en interpretatie Er worden geen beperkingen bij gebruik en interpretatie verwacht. Inhoudsvaliditeit De mate van bewijskracht voor deze indicator is D, wat wil zeggen dat de werkgroep indicatorontwikkeling hierover consensus heeft bereikt. De werkgroep is van mening dat deze indicator een belangrijke relatie heeft met de kwaliteit van zorg. Statistisch betrouwbaar onderscheiden Het statistisch betrouwbaar onderscheiden van deze indicator is klein, aangezien het om kleine aantallen gaat. De werkgroep verwacht dat het gebruik van PNL-behandelingen in de toekomst zal afnemen waardoor de indicator niet zal verbeteren. Toch vindt de werkgroep het wenselijk deze indicator uit te vragen aangezien deze een voorkomende behandelmethode van nier- en ureterstenen behandelt. Vergelijkbaarheid De werkgroep verwacht dat tertiaire centra verhoudingsgewijs complexere nierstenen doorverwezen zullen krijgen uit andere ziekenhuizen. Deze gegevens kunnen op termijn uit de Vektis-database gehaald worden waarbij het mogelijk is een doorverwezen patiënt te volgen. Hierdoor zal voor het case-mix probleem gecorrigeerd kunnen worden. Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep verwacht dat deze indicator op betrouwbare wijze is te meten en onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) dezelfde resultaten oplevert. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. De gegevens voor deze indicator worden structureel vastgelegd, en kunnen in veel gevallen direct afgeleid worden uit het ZIS. In de toekomst kunnen de gegevens wellicht ook beschikbaar komen via Vektis. Referenties - Albala DM, Assimos DG, Clayman RV et al. Lower pole I: a prospective randomized trial of extracorporeal shock wave lithotripsy and percutaneous nephrostolithotomy for lower pole nephrolithiasis: initial results. J Urol 2001;166:2072-80. - Kim SC, Ramsay LK, Lingeman JE. Percutaneous nephrolithotomy: an update. Curr Opin Urol 2003;13:235-41. - Nederlandse vereniging voor Urologie (NVU). Behandeling van stenen in de tractus uropoëticus. Utrecht, 1994: Nederlandse Vereniging voor Urologie. - Türk C, Knoll T, Petrik A, Sarica K, Seitz C, Straub M, Traxer O. Guidelines on urolithiasis. 2010: European Association of Eurology.
12
3. Lijst te verzamelen variabelen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de gegevens voor het bepalen van de indicatoren verzameld worden. Dit gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen dataelement. Variabelenlijst Structuurindicatoren worden op ziekenhuisniveau verzameld. Het is voor deze indicatoren voldoende om één keer per jaar een vraag met ja of nee te beantwoorden. Om de proces- en uitkomstindicatoren te kunnen bepalen, worden gegevens op patiëntniveau verzameld en worden verschillende bronnen geraadpleegd. Op de volgende pagina’s worden alle variabelen beschreven die nodig zijn om de indicatoren te kunnen bepalen van de set Nierstenen. Van de variabelen worden de volgende gegevens vastgelegd:
Variabele nummer:
Naam: Vast te leggen waarde:
Bron:
Instructie:
Nodig voor indicator:
Het nummer van de variabele wordt later gebruikt om uit te kunnen leggen welke variabelen gebruikt moeten worden voor de berekening van een indicator. Naam/beschrijving van de variabele. De vast te leggen waarde is een omschrijving om aan te geven wat een ziekenhuis moet vastleggen. Dit kan bijvoorbeeld een codering zijn, ja/nee of een datum. De bron is bedoeld om het zoeken naar de variabele (het dataelement) te vereenvoudigen Dit is gebaseerd op de bevindingen van de ziekenhuizen uit de praktijktest. Het kan zijn dat dit in andere ziekenhuizen onder een andere naam of op een andere plaats/systeem wordt vastgelegd. Deze beschrijft met welke zoekwaarden gezocht moet worden. Ook worden praktijktips gegeven. Als laatste staat aangegeven voor welke indicatoren de variabele gebruikt wordt.
Voor sommige variabelen is het niet mogelijk om direct uit de data de waarde van de variabele te bepalen. Leeftijd is hierbij het meest duidelijke voorbeeld. Om de leeftijd te kunnen bepalen is een peildatum en een geboortedatum nodig. Deze eerste twee gegevens zijn opgenomen bij de variabelen. Bij de indicatoren zijn rekenregels gedefinieerd die de uiteindelijke variabele berekenen. Een voorbeeld is: peildatum – geboortedatum = leeftijd.
13
Tabel 1: Variabelen uit verschillende bronnen in het ziekenhuis Variabele
Naam
NI0
Patiëntnummer
NI1
Patiënten met een uretersteen
Vast te leggen waarde
DBC codering:
Bron
Instructie
Benodigd voor indicator
ZIS
Het patiëntnummer is een uniek element dat de basis vormt om koppelingen te maken tussen registratiesystemen.
1: ESWLbehandeling 2: URS-behandeling 3: PNL-behandeling
DBC registratie
Patiënten met een uretersteen dienen geselecteerd te worden.
1: ESWLbehandeling 2: URS-behandeling 3: PNL-behandeling
DBC registratie
Patiënten met een niersteen dienen geselecteerd te worden.
1: ESWLbehandeling 2: URS-behandeling 3: PNL-behandeling
DBC registratie
Alle ESWL-behandelingen dienen geselecteerd te worden.
1: ESWLbehandeling
0306.11.21 0306.21.21 Specialisme 0306. Urologie Zorgtype 11. Reguliere zorg 21. Vervolgtraject Diagnose 21. Uretersteen NI2
Patiënten met een niersteen
DBC codering: 0306.11.11 0306.21.11 Specialisme 0306. Urologie Zorgtype 11. Reguliere zorg 21. Vervolgtraject Diagnose 11. Niersteen
NI3
ESWLbehandeling
DBC-codering 0306.11/21.21/11
14
Variabele
Naam
Vast te leggen waarde
Bron
Instructie
Benodigd voor indicator
De datum van ESWL-behandeling dient genoteerd te worden. Alle patiënten bij wie 1 jaar na behandeling een interventie voor stenen is uitgevoerd dienen geselecteerd te worden.
1b: ESWLbehandeling 1b:ESWLbehandeling 2b: URSbehandeling 3:PNL-behandeling
ESWL - 211: poliklinisch - 212: dagopname - 213: klinische episoden - 216: KZD met klinische episoden
NI4 NI5
Datum ESWLbehandeling Interventie voor stenen
Zorgverrichting: ESWL 36193. Extracorporale schokgolf behandeling (ESWL) pr zijde 36194. Extracorporale schokgolf behandeling (ESWL)
Zorgverrichting en
dd-mm-jjjj
ZIS
DBC-codering 0306.11/21.21/11
DBC registratie
ESWL - 211: poliklinisch - 212: dagopname - 213: klinische episoden - 216: KZD met klinische episoden
Zorgverrichting en
URS - 321: poliklinisch - 322: dagopname - 323: klinische episoden - 326: KZD met klinische episoden PNL - 331: poliklinisch - 332: dagopname -333: klinische episoden
15
Variabele
Naam
Vast te leggen waarde
Bron
Instructie
Benodigd voor indicator
-336: KZD met klinische episoden Zorgverrichting: ESWL 36193. Extracorporale schokgolf behandeling (ESWL) pr zijde 36194. Extracorporale schokgolf behandeling (ESWL) URS 36195. Ureter operatie, open procedure 36197. Endoscopische ureter operatie 39172. Ureterorenoscopie PNL 36003. Verwijdering van niersteen met behulp van endoscopie via een door de radioloog aangelegde en gedilateerde nephrostomie, inclusief nabehandeling, open procedure 36004. Endoscopische verwijdering van niersteen met behulp van endoscopie via een door de radioloog aangelegde en gedilateerde nephrostomie, inclusief nabehandeling 36086. Endoscopisch aanleggen van een nephrostomie en dilatatie van het kanaal, inclusief niersteenverwijdering 36261. Lithotrypsie 36085. Aanleggen van een nephrostomie en dilatatie van het
16
Variabele
Naam
Vast te leggen waarde
Bron
Instructie
Benodigd voor indicator
Dubbel J kathether 036170. Retrograde endoscopische plaatsing van een stent, al dan niet met dilatatie van de ureter dd-mm-jjjj
ZIS
De datum van interventie voor stenen dient genoteerd te worden.
DBC-codering 0306.11/21.21/11
DBC registratie
Alle URS-behandelingen dienen geselecteerd te worden.
1b: ESWLbehandeling 2b: URSbehandeling 3: PNL-behandeling 2: URS-behandeling
kanaal, inclusief niersteenverwijdering, open procedure 36088. Percutane niersteenverwijdering (PNL)
NI6
Datum interventie voor stenen
NI7
URSbehandeling
URS - 321: poliklinisch - 322: dagopname - 323: klinische episoden - 326: KZD met klinische episoden
NI8 NI9
Datum URSbehandeling PNLbehandeling
Zorgverrichting: URS 36197. Endoscopische ureter operatie 39172. Ureterorenoscopie 36195. Ureter operatie, open procedure dd-mm-jjjj
Zorgverrichting en
DBC-codering 0306.11/21.21/11
DBC registratie
ZIS
De datum van URS-behandeling dient genoteerd te worden. Alle PNL-behandelingen dienen geselecteerd te worden.
2b: URSbehandeling 3: PNL-behandeling
17
Variabele
Naam
Vast te leggen waarde
PNL - 331: poliklinisch - 332: dagopname -333: klinische episoden -336: KZD met klinische episoden
Bron
Instructie
Benodigd voor indicator
Zorgverrichting en
Zorgverrichting: PNL 36003. Verwijdering van niersteen met behulp van endoscopie via een door de radioloog aangelegde en gedilateerde nephrostomie, inclusief nabehandeling, open procedure 36004. Endoscopische verwijdering van niersteen met behulp van endoscopie via een door de radioloog aangelegde en gedilateerde nephrostomie, inclusief nabehandeling 36086. Endoscopisch aanleggen van een nephrostomie en dilatatie van het kanaal, inclusief niersteenverwijdering 36261. Lithotrypsie 36085. Aanleggen van een nephrostomie en dilatatie van het kanaal, inclusief niersteenverwijdering, open procedure 36088. Percutane niersteenverwijdering (PNL)
18
Variabele
Naam
Vast te leggen waarde
Bron
Instructie
Benodigd voor indicator
NI10
Datum PNLbehandeling
dd-mm-jjjj
ZIS
De datum van PNL-behandeling dient genoteerd te worden.
3: PNL-behandeling
19
Tabel 2: Rekenregels voor te berekenen variabelen Variabele
Te berekenen gegevens
NI11
Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij wie een of meerdere ESWL-behandeling(en) hebben plaatsgevonden
NI12
NI13
NI14
Berekening
Patiënten met een uretersteen bij wie een of meerdere ESWL-behandelingen hebben plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie een of meerdere ESWL-behandelingen hebben plaatsgevonden Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij Patiënten met een uretersteen bij wie een of wie een of meerdere URS-behandeling(en) meerdere URS-behandelingen hebben hebben plaatsgevonden plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie een of meerdere URS-behandelingen hebben plaatsgevonden Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij Patiënten met een uretersteen bij wie een of wie een of meerdere PNL-behandeling(en) meerdere PNL-behandelingen hebben hebben plaatsgevonden plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie een of meerdere PNL-behandelingen hebben plaatsgevonden Interventie voor stenen binnen 3 maanden tot Datum interventie voor stenen – datum ESWL1 jaar na ESWL-behandeling behandeling Datum interventie voor stenen – datum URSbehandeling
Formule
Validatieregels
Nodig voor indicator
(NI1 + NI3) + (NI2 + NI3)
1b: ESWLbehandeling
(NI1 + NI7) + (NI2 + NI7)
2b: URSbehandeling
(NI1 + NI9) + (NI2 + NI9)
3: PNLbehandeling
N6 – N4 N6 – N8
≥3 1b: ESWLmaanden behandeling en < 1 jaar < 1 jaar 1b: URSbehandeling
NI15
Interventie voor stenen binnen 1 jaar na URS-behandeling
NI16
Interventie voor stenen binnen 1 jaar na PNL- Datum interventie voor stenen – datum URSbehandeling behandeling
N6 – N10
NI17
Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij wie binnen 3 maanden tot 1 jaar na ESWLbehandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden
(NI1 + NI14) + (NI2 + NI14)
1b:ESWLbehandeling
NI18
Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij wie binnen 1 jaar na URS-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden
(NI1 + NI15) + (NI2 + NI15)
2b: URSbehandeling
Patiënten met een uretersteen bij wie binnen 1 jaar na ESWL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie binnen 1 jaar na ESWL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden Patiënten met een uretersteen bij wie binnen 1 jaar na URS-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie binnen 1 jaar na URS-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden
< 1 jaar
3: PNLbehandeling
20
Variabele
Te berekenen gegevens
Berekening
Formule
Validatieregels
Nodig voor indicator
NI19
Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij wie binnen 1 jaar na PNL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden
(NI1 + NI16) + (NI2 + NI16)
3: PNLbehandeling
NI20
Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij wie binnen 3 maanden tot 1 jaar na ESWLbehandeling geen interventie voor stenen heeft plaatsgevonden
NI11 – NI17
1b: ESWLbehandeling
NI21
Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij wie binnen 1 jaar na URS-behandeling geen interventie voor stenen heeft plaatsgevonden
NI12 – NI18
2b: URSbehandeling
NI22
Patiënten met een ureter- en/of niersteen bij wie binnen 1 jaar na PNL-behandeling geen interventie voor stenen heeft plaatsgevonden
Patiënten met een uretersteen bij wie binnen 1 jaar na PNL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie binnen 1 jaar na PNL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden (Patiënten met een uretersteen bij wie een of meerdere ESWL-behandelingen hebben plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie een of meerdere ESWL-behandelingen hebben plaatsgevonden) – (patiënten met een uretersteen bij wie binnen 1 jaar na ESWL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie binnen 1 jaar na ESWL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden) (Patiënten met een uretersteen bij wie een of meerdere URS-behandelingen hebben plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie een of meerdere URS-behandelingen hebben plaatsgevonden) – (patiënten met een uretersteen bij wie binnen 1 jaar na URS-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie binnen 1 jaar na URS-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden) (Patiënten met een uretersteen bij wie een of meerdere PNL-behandelingen hebben plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie een of meerdere PNL-behandelingen hebben plaatsgevonden) – (patiënten met een uretersteen bij wie binnen 1 jaar na PNL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden + patiënten met een niersteen bij wie binnen 1 jaar na PNL-behandeling een interventie voor stenen heeft plaatsgevonden)
NI13 – NI19
3: PNLbehandeling
21
Bijlage 1: Aanpassingen in zorginhoudelijke indicatoren n.a.v. gegevensuitvraag in 2013 over verslagjaar 2012
Indicator* Indicator 1b, 2b en 3b.
Nierstenen Aanpassingen Afwijkende verslagperiode benadrukt.
Opmerkingen Voor noemers 1b, 2b en 3b geldt een afwijkende verslagperiode: 01-01-2012 tot en met 31-12-2012. * Indien een indicator niet in deze lijst voorkomt, is deze ongewijzigd gebleven
22
Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke vereniging De zorginhoudelijke indicatoren uit deze set zijn in 2010 geautoriseerd door: - Nederlandse Vereniging voor Urologie
23
Deel 2: Klantpreferentievragen
24
Klantpreferentievragenlijst Nierstenen De volgende vragen gaan in op het aanbod van de zorg rondom nierstenen. Deze informatie kan bijdragen aan de beeldvorming van de patiënt/consument om een keuze te maken voor een zorgaanbieder. De klantpreferentievragen zijn opgesteld door de Consumentenbond en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie. Om te achterhalen welke informatie de patiënt wil gebruiken om een ziekenhuis op te kiezen, zijn er focusgroepen en/of telefonische interviews gehouden. Door middel van een vragenlijst aan een grotere groep patiënten is onderzocht welke aspecten voor deze groep patiënten het meest van belang zijn. Bij elke vraag worden, waar nodig, definities beschreven en de technische haalbaarheid toegelicht. Daar waar ‘ziekenhuis’ of ‘ziekenhuislocatie’ staat, kan ook ‘zelfstandig behandelcentrum’ gelezen worden.
Vaste arts Vraag 1
A. Heeft de patiënt met nierstenen op uw ziekenhuislocatie één vaste uroloog?
1*
(aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee
B. Wordt de patiënt met nierstenen vooraf geïnformeerd indien de patiënt bij een 1 vervolgafspraak door een andere uroloog dan de vaste uroloog wordt gezien (bij onvoorziene verhindering van de vaste uroloog)?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja, de patiënt wordt geïnformeerd wanneer hij/zij zich meldt op de polikliniek Ja, indien de verhindering vóór de dag waarop de afspraak plaatsvindt bekend is, wordt de patiënt voor aankomst op de polikliniek geïnformeerd Nee Niet van toepassing, op onze ziekenhuislocatie hebben patiënten met nierstenen geen vaste uroloog Anders, namelijk _____ Definities
1
Technische haalbaarheid
* Peildatum: 1 maart 2014
Met vaste uroloog wordt bedoeld: de uroloog die de patiënt bij elk poliklinisch consult, en/of (dag)opname en controleafspraak ziet en die het behandelplan opstelt, uitvoert en controleert (situaties uitgezonderd waarbij de patiënt tijdens afwezigheid van de vaste behandelaar wegens medische noodzaak door een vervangend uroloog wordt gezien).
25
Voorkeur voor specialist 1 A. Indien een patiënt telefonisch een afspraak wil maken met de uroloog voor de Vraag 2 behandeling van nierstenen, wordt dan altijd aan de patiënt gevraagd of hij/zij 1 voorkeur heeft voor een bepaalde arts? * (aanvinken, één antwoord mogelijk) 2 Ja, dit is beleid Nee
B. Wordt bij een afspraak via de website altijd gevraagd of de patiënt voorkeur 1 heeft voor een bepaalde uroloog? * (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee Nee, bij ons kan geen online afspraak worden gemaakt Definitie
Technische haalbaarheid
1
Met uitzondering van een doorverwijzing naar een specifieke arts door een andere (huis)arts. 2 Onder beleid wordt verstaan: iedereen van de afdeling handelt op een gelijke manier. Dit kan bijvoorbeeld door dit tijdens het inwerkproces mee te nemen of doordat collega’s elkaar er op wijzen. * Peildatum: 1 maart 2014
26
Informatievoorziening A. Wordt de volgende informatie op papier aan de patiënt meegegeven?* Vraag 3 (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Verschillende typen nierstenen Behandelopties inclusief voor- en nadelen Verdoving tijdens de behandeling Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van niersteenbehandelingen Eet- en drinkvoorschriften om recidieven te voorkomen Koliek en soorten pijnstilling in geval van optredend koliek Anders, namelijk ____
B. Wordt de volgende informatie uitgebreid met de patiënt besproken?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Verschillende typen nierstenen Behandelopties inclusief voor- en nadelen Verdoving tijdens de behandeling Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van niersteenbehandelingen Eet- en drinkvoorschriften om recidieven te voorkomen Koliek en soorten pijnstilling in geval van optredend koliek Anders, namelijk ____
C. Wordt de uitleg aan patiënten met nierstenen ondersteund door beeldmateriaal?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Ja, door foto’s en plaatjes Ja, door filmpjes of videomateriaal Nee
D. Is alle algemene informatie die op papier aan de patiënt wordt meegegeven over nierstenen ook via de website van het ziekenhuis te downloaden en te printen voor de patiënt?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee, maar wij verwijzen wel door naar andere websites waar de informatie op staat Nee, niet alle informatie die op papier wordt verstrekt staat ook op de website
Definities
Technische haalbaarheid
1
Met website wordt de website van de ziekenhuislocatie bedoeld. Verschillende typen nierstenen zijn calciumhoudende, infectie-, urinezuur- en cystinestenen. * Peildatum: 1 maart 2014 2
27
Aangeboden behandelmethoden A. Welke van de onderstaande behandelmethoden voor nierstenen worden er Vraag 4 aangeboden op uw ziekenhuislocatie?* (aanvinken, per behandelmethode meerdere antwoorden mogelijk) Methode van sedatie 1. Orale/ 2. 3. intraveneuze Spinale Alpijnstilling anesgehele Behandelthesie anesmethoden thesie a. Niersteenvergruizing (ESWL) met waterkussen/gelmatras b. Niersteenvergruizing (ESWL) met bewegende vergruiskop (waarbij alle stenen in rugligging behandeld kunnen worden) c. Niersteenvergruizing (ESWL) met ultrasound én röntgen d. Niersteenvergruizing (ESWL) met röntgen e. Niersteenvergruizing (ESWL) met ultrasound f. URS semirigide g. URS flexibel h. URS semirigide én flexibel i. URS met laser j. Gecombineerde URS ESWL ingreep k. Percutane niersteenverwijdering (PNL) l. Gecombineerde PNL en URS ingreep m. Open chirurgische operatie n. Laparoscopische operatie: pyelolithotomie o. Laparoscopische operatie: ureterolithotomie p. Anders, namelijk ______
4. Behandeling wordt niet aangeboden*
*Voor de behandelmethoden die elders worden uitgevoerd kunt u antwoordmogelijkheid 4 aanvinken.
B. Wordt op uw ziekenhuislocatie na een niersteenvergruizing de urine van de patiënt standaard gecontroleerd op gruis?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee
28
C. Wordt er op uw ziekenhuislocatie de samenstelling van verwijderde nierstenen standaard onderzocht?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Ja Nee, echter wel bij een tweede episodelijden bij de patiënt Nee, echter wel op indicatie Nee Definities Technische haalbaarheid
Geen bijzonderheden. * Peildatum: 1 maart 2014
Patiëntendossier A. Hoe is het patiëntendossier op uw ziekenhuislocatie georganiseerd?* Vraag 5 (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Ieder specialisme houdt een papieren patiëntendossier bij 1 De ziekenhuislocatie werkt met één EPD per patiënt. Alle specialismen werken 1 in dit EPD 1 Ieder specialisme houdt een EPD bij. Dit is tevens inzichtelijk voor alle andere specialismen op uw locatie 1 Ieder specialisme houd een EPD bij. Dit is dit is tevens inzichtelijk voor andere specialismen op andere locaties van uw ziekenhuis Anders, namelijk ___
B. Is er onderlinge uitwisseling van gegevens uit het patiëntendossier mogelijk tussen de polikliniek en de kliniek van de ziekenhuislocatie?* (aanvinken,één antwoord mogelijk) Ja Nee Niet van toepassing, er is geen (poli)kliniek Definities
Technische haalbaarheid
1
Een elektronisch patiënten dossier is een softwaretoepassing waarbij medische patiëntengegevens in digitale vorm bewaard en beschikbaar gemaakt worden. Via een elektronisch patiënten dossier kunnen artsen en andere zorgverleners informatie uitwisselen over hun patiënten en medicijngebruik bij hun patiënten. * Peildatum: 1 maart 2014
29
Bijlage 1: Wijzigingstabel vragenlijst klantpreferenties De klantpreferentievragen van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
30
Afkortingenlijst indicatorengids Nierstenen AUA CT-scan DBC EAU EPD ESWL GFR Ho:YAG IGZ MET NIV NPCF NSAID NVU OP PCNL PNL RIRS SWL URS US V&VN X-ray ZIS ZN
American Urological Association Computertomografie Diagnose Behandel Combinatie European Association of Urology Elektronisch Patiënten Dossier Extracorporeal Shock Wave Lithotripsy Glomerular Filtration Rate Holmium-gedopeerd YAG (Yttrium-aluminium-granaat) kristal Inspectie voor de Gezondheidszorg Medical Expulsive Therapy Nederlandse Internisten Vereniging Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs Nederlandse Vereniging voor Urologie Open procedure Percutaneous nephrolithotomy Percutaneous Nephrolithotomy Retrograde Intrarenal Surgery Shock Wave Lithotripsy Uretero-Reno-Scopie Ultrasound Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland Röntgenstraling Ziekenhuisinformatiesysteem Zorgverzekeraars Nederland
31