IN2SAI – Het vergroten van de participatie van jonge vrouwen in exacte studies en de lucht- en ruimtevaart industrie Grant Agreement n° 2013-2936 001 - 001 Project Number: 539439-LLP-1-2013-1-ES-ERASMUS-ESIN
D11. IN2SAI Educatieve Programma’s Auteur: Francesca Lucchi – UNIBO Datum: 10/07/2015
IN2SAI Consortium:
SPAIN - Promoter Universidad Politécnica de Madrid Mr. Javier Crespo Moreno
[email protected]
ITALIË University of Bologna Ms. Francesca De Crescenzio francesca.decrescenzio@u nibo.it NEDERLAND Delft University of Technology Faculty of Aerospace Engineering Section of Air Transport & Operations Prof. Warren E. Walker
[email protected]
PORTUGAL – Coordinator Inova+ Ms. Candela Bravo
[email protected]
ITALIË CESIE Ms. Silvia Ciaperoni
[email protected]
OOSTENRIJK E.N.T.E.R. - European Network for Transfer and Exploitation of EU Project Results Ms. Petra Kampf
[email protected]
DUITSLAND Technische Universität Dresden Chair of Air Transport Technology and Logistics, Institute of Logistics and Aviation Ms. Stefanie Friedel
[email protected]
539439-LLP-1-2013-1-ES-ERASMUS-ESIN This project has been funded with support from the European Commission. This publication [communication] and all its contents reflect the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.
Inhoud INTRODUCTIE .............................................................................................................................................. 3 1.
METHODOLOGIE ................................................................................................................................. 5 1.1.
INPUT INFORMATIE EN ANALYSE VAN EDUCATIEVE PROGRAMMA'S GEBRUIKT VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE RICHTLIJNEN AAN STAKEHOLDERS........................................................................ FEHLER! TEXTMARKE NICHT DEFINIERT. 2.
PROFESSOR INTERVIEWS..................................................................................................................... 9 2.1
3.
UITKOMSTEN VAN DE PROFESSOR INTERVIEWS ............................................................................................... 9
REPORT VAN DE HUIDIGE SITUATIE (WP2 RESULTATEN) ................................................................... 16 3.1. UITKOMSTEN VAN HET REPORT OVER DE HUIDIGE SITUATIE ............................................................................. 17 3.1.1. Feedback van Hoger Onderwijs studenten ................................................................................ 17 3.1.2. Feedback van onderwijzend personeel ...................................................................................... 17 3.1.3. Human Resource feedback ........................................................................................................ 19
4. EDUCATIEVE PROGRAMMA'S DESIGN: RICHTLIJNEN VOOR HET VERHOGEN VAN DE VROUWEN PARTICIPATIE IN BÈTA STUDIES................................................................................................................. 20 4.1. 4.2. 4.3. 5.
RICHTLIJNEN VOOR HET HOGER ONDERWIJS ............................................................................................... 21 RICHTLIJNEN VOOR HET MIDDELBAAR ONDERWIJS ........................................................................................ 23 RICHTLIJNEN VOOR OUDERS (ONDERSTEUNEN VAN DE TOEKOMSTPLANNEN VAN STUDENTEN)............................... 25
CONCLUSIE ........................................................................................................................................ 27
BIJLAGEN – 1 .................................................................................... FEHLER! TEXTMARKE NICHT DEFINIERT. VERZAMELDE EDUCATIEVE PROGRAMMA'S............................................................................................................ 28 RICHTLIJNEN VOOR HET HOGER ONDERWIJS ......................................................... FEHLER! TEXTMARKE NICHT DEFINIERT. RICHTLIJNEN VOOR HET MIDDELBAAR ONDERWIJS................................................. FEHLER! TEXTMARKE NICHT DEFINIERT. RICHTLIJNEN VOOR OUDERS .............................................................................. FEHLER! TEXTMARKE NICHT DEFINIERT.
Introductie Het In2SAI project heft als doel om de vrouwelijke participatie in de exacte wetenschap (en dan met name lucht- en ruimtevaart) te vergroten en om bij te dragen aan hun integratie in de luchten ruimtevaart industrie. Om dit te bereiken richt het project zich vooral op middelbare scholieren/docenten, studenten/docenten van het voortgezet onderwijs, vrouwelijke studenten, professoren, wetenschappers, human resource managers en ouders en familie. In WP2, was er een grondige analyse van de huidige situatie uitgevoerd met het doel om inzicht te krijgen in de vrouwelijke participatie in de exacte wetenschapen en de lucht- en ruimtevaart industrie. Deze analyse bestond uit een onderzoek naar de huidige status van de vrouwen participatie in exacte studies in de partner landen. Daarnaast werd ook een aantal enquêtes uitgedeeld aan verschillende doelgroepen (middelbare scholieren, studenten in het hoger onderwijs, professoren en human resource managers). Een aantal belangrijke zaken worden duidelijk uit de WP2 resultaten (D7 – Report on Current Situation): het percentage vrouwelijk lucht- en ruimtevaart studenten zit tussen de 10 en 23 % in de zes partner landen. Verscheidene banen worden nog steeds aangeduid als mannelijk of vrouwelijk, en veel middelbare scholieren denken nog steeds dat technische studies iets voor mannen is. Uit dit overzicht blijkt dat stereotypen nog steeds het belangrijkste obstakel vormt voor een betere gender verhouding in de exacte wetenschap Vanwege deze obstakels zijn er specifieke acties gedaan om de vrouwen participatie in de exacte wetenschappen en de lucht- en ruimtevaart industrie te vergroten. Voornamelijk WP3 en WP4 hadden het breken van stereotypen en het creëren van een solide achtergrond voor vrouwen participatie als doel. WP3 partners, in het bijzonder, waren verantwoordelijk voor het organiseren van evenementen die het doel hadden om jonge vrouwelijke studenten in het contact te brengen met vrouwelijke specialisten uit zowel onderzoekscentra, universiteiten en industrie. Het belangrijkste doel van dit soort activiteit was om jonge vrouwen een inzicht te geven in mogelijke carrièremogelijkheden en om een constructieve interactie te creëren tussen vrouwelijke studenten en vrouwen die werkzaam zijn in de industrie. Deze interactie is erop gericht om ideeën, twijfels, et cetera te delen. WP3 had ook als doel om inzicht te krijgen in de huidige educatieve programma’s of curricula van het hoger onderwijs. Voornamelijk op het gebied van lucht- en ruimtevaart, maar ook in de exacte wetenschap. Om dit inzicht te krijgen werden de meningen van professionals (zoals professoren en docenten) verzamelt. Uiteindelijk zijn er aanbevelingen gedaan over hoe men het aantal vrouwen kan vergroten in de exacte wetenschap. Ten slotte werden er in WP4 17 case studies van succesvolle vrouwelijke rolmodellen, die werken of studeren in de exacte wetenschap, geselecteerd en verzamelt in een document. Deze rolmodellen zullen worden gebruikt om jonge vrouwen te motiveren te kiezen voor exacte wetenschap en de lucht- en ruimtevaart industrie. Daarnaast zijn er ook video’s geproduceerd om bij jonge vrouwen de interesse te wekken in de exacte wetenschap en de lucht- en ruimtevaart industrie. Ten slotte worden er open dagen gepromoot in alle participerende landen om de uitkomsten te delen van het project met de doelgroep en het grote publiek.
Het huidige document richt zich op de evaluatie van educatieve programma’s ingevoerd onder WP3. Voornamelijk geeft het een overzicht van de methodologie die is gebruikt en de resultaten in de vorm van richtlijnen voor stakeholders om de vrouwelijke participatie te vergroten in de exacte wetenschap. Om dit te bereiken zijn de belangrijkste oorzaken van de kleine vrouwelijke participatie en interesse onder de loep genomen. Bepaalde aanbevelingen/aanpassingen zijn voorgesteld. Dit alles met als doel om de vrouwelijke participatie in de exacte wetenschap te vergroten.
1. Methodologie Dit artikel heeft als doel de belangrijkste factoren, vanuit de analyse van de educatieve programma’s, voor het vergroten van de participatie van jonge vrouwen in de exacte wetenschap te belichten en om de oorzaken van de lage participatie te identificeren. De basis voor deze activiteit, werd gebouwd op de bevindingen van WP2, namelijk artikel D7 - Verslag over de huidige situatie, aangevuld met een analyse van geselecteerde educatieve programma's en de verzamelde informatie uit een reeks interviews uitgevoerd door partners onder professoren en docenten, met als doel van het verzamelen van relevante inzichten / adviezen over de belangrijkste oorzaken voor de lage participatie van vrouwen en de manieren om dit te veranderen. De resultaten of uitkomsten van deze activiteit zijn gebundeld in een reeks richtlijnen voor specifieke doelgroepen. De richtlijnen omvatten suggesties en goede praktijken die zullen worden verspreid onder alle potentiële belanghebbenden, die gericht zijn op het bijdragen aan de participatie van vrouwen in de lucht- en ruimtevaart en de exacte wetenschap te verhogen. De belangrijkste activiteiten die in het kader van artikel D11 zijn geïmplementeerd zijn weergegeven in figuur 1.
Figuur 1.Het Educatieve Programma: activiteiten outline
In WP2, het rapport over de huidige situatie (D7), is onderstreept hoe de exacte wetenschap voornamelijk wordt gedomineerd door mannelijke geslacht, zowel bij studenten en werknemers, en de oorzaken houden niet strikt verband met de universitaire opleidingen en educatieve plannen, maar hebben voornamelijk betrekking op sociale en culturele kwesties. Om deze reden is deze methodologie toegepast:
niet alleen gericht zijn op de lucht- en ruimtevaart, maar ook andere exacte wetenschappen;
niet alleen gericht zijn op de universiteiten, maar op zowel de universiteiten als de middelbare scholen;
ook rekening houden met de onderwijzers van de studenten, omdat professoren, leraren en ouders een belangrijke rol spelen in het ondersteunen van de keuze van studenten betreft hun toekomstige carrière.
In deze context, presenteert dit artikel relevante acties, aanbevelingen en suggesties die door de belanghebbenden van het project zouden kunnen worden gebruikt om bij te dragen aan het verhogen van de participatie van vrouwelijke studenten in de exacte wetenschap. De doelgroepen waarnaar werd gekeken waren voortgezet onderwijs, universiteiten en onderwijzers (met inbegrip van docenten en ouders), waarvoor bijzondere richtlijnen zijn ontwikkeld (figuur 2).
Figuur 2. Educatieve Programma’s Output
1.1.
Input informatie en analyse van educatieve programma's gebruikt voor de ontwikkeling van de richtlijnen aan stakeholders
Professor Interviews
Data collectie
WP2 enquêtes
Data Analyse Figuur 3 – Informatie flow voor Educatieve Programma’s input
De richtlijnen voor de stakeholders werden ontwikkeld op basis van de input uit verschillende bronnen van informatie, namelijk de analyse van educatieve programma's, de resultaten uit het WP2 rapport over de huidige situatie en de interviews met docenten. De verkregen gegevens werden geanalyseerd en besproken om het bewustzijn van de partners over de belangrijkste oorzaken van de lage participatie van vrouwen in de exacte wetenschap te vergroten en mogelijke oplossingen of acties te identificeren. Figuur 3 toont de informatiebronnen die in de gegevensverzameling en analyse zijn gebruikt. De eerste set van gegevens zijn verzameld van lopende educatieve programma's die verband houden met vooral Lucht- en Ruimtevaarttechniek, maar ook andere bèta studies, zoals engineering. Elke partner verzamelde informatie met betrekking tot zowel de bachelor- en masteropleidingen, waartoe een template werd verstrekt. Algemene informatie over elke studie vak werd verzameld, waaronder het onderwerp en beschikbare leerresultaten (figuur 4).
Figuur 4 – Template voor huidige educatieve programma’s data collectie
De partners verzamelden informatie over zowel Bachelor en Master opleidingen op basis van de volgende categorieën: de onderwerpen van de huidige studies, type cursus (major, minor of keuzevak) en credits van de cursus (het aantal benodigde uren). De verzamelde gegevens van de educatieve programma's zijn opgenomen in Bijlage 1. De data-analyse toonde aan dat er geen directe connectie is tussen de studies en de participatie van vrouwen. Cursussen kunnen niet worden gewijzigd, ten einde de genderkloof te verkleinen. Over dit cruciale aspect is veel gedebatteerd tussen reguliere partners en tussen de universitaire partners en deskundigen. Om deze reden wordt de methodiek voor educatieve programma definitie niet gericht op het creëren van nieuwe onderwijsprogramma's of curricula per se, aangezien dit niet relevant en als niet haalbaar werd beschouwd, maar in plaats daarvan gericht op het beoordelen hoe gender word behandelt in de cursussen (zoals didactisch materiaal, professoren docenten, etc.) en duidelijk te maken welke acties uitgevoerd kunnen worden in het educatief programma om vrouwelijke belangstelling te vergroten. Daarnaast wordt gekeken hoe het voortgezet onderwijs gebruikt kan worden om het vrouwelijke bewustzijn te verhogen. Een andere bron van gegevens waren informele interviews met docenten uit het hoger onderwijs, met als doel om hun meningen en opvattingen over gender in de exacte wetenschap te verwerven. En ook om een aantal suggesties, vanuit het oogpunt van deskundigen, te verzamelen over hoe de participatie van vrouwen in bepaalde wetenschappelijke gebieden te verhogen. Extra informatie bronnen die gebruikt werden kwamen uit de resultaten van WP2: over de huidige situatie van de vrouwelijke participatie (artikel D7). De bevindingen van dit artikel werden op grote schaal gebruikt, namelijk de data die verzameld werd met de deskresearch en reacties op de vragenlijst uit het WP2.
Samengevat, zoals hierboven vermeld, de methodologie werd hoofdzakelijk samengesteld door (i) het verzamelen van relevante informatie over het bachelor en master curriculum (per partnerland), (ii) interviews met professor en/of docenten, en (iii ) analyse van de resultaten verkregen in WP2 over de huidige situatie van de participatie van vrouwen (artikel D7).
2. Professor Interviews Elke partner heeft op zijn minst twee professoren/onderwijzers geïnterviewd met de volgende doelen op het oog:
Het vinden van de belangrijkste oorzaken van de lage vrouwen participatie in de exacte wetenschap, Het vinden van meningen/suggestie over hoe men het aantal vrouwen kan verhogen bij bèta studies, Om erachter te komen of educatieve programma gender behandelen, Om achter meningen te komen over welke maatregelen genomen moeten worden bij educatieve programma’s om het gender balans te verbeteren.
In totaal warden er 13 interviews uitgevoerd, zoals de volgende tabel laat zien: Partners/Land Inova + (Portugal) Unibo (Italië) CESIE (Italië) TU Delft (Nederland) TU Dresden (Duitsland) TOTAAL
Aantal interviews 3 3 2 3 2 13
Een gestructureerd interview template werd gebruikt door de partners, met als doel het verzamelen van meningen over de manier waarop mannen en vrouwen worden behandeld in de Educatieve programma's van elke professor. (Het interview template is verkrijgbaar in de bijlage). De professoren die geïnterviewd werden gaven luchtvaart- en ruimtevaarttechniek cursussen/vakken en algemene bèta vakken.
2.1
Uitkomsten van de professor interviews
De vragen en de antwoorden van de professoren worden hieronder weergegeven: 1. Welk vak geeft u? 1
Fligh Mechanics
2
Design Methods in Industrial Engineering
3
Air Navigation Law in the Aerospace Engineering Degree Course
4
Statics; Research methodologies
5
Helicopters & Advanced Dynamics
6
Interactive Systems and Space Environment
7
Applied Mechanics and Aeroacoustics
8
Flight Dynamics
9
Project Management and Programming
10
Scenarios, Policy Analysis
11
Flight Performance and Terminal Processes
12
Air Transport
13
Aircraft Design and Systems
2. Ten opzichte van de gender distributie, denkt u dat er een balans is tussen de vrouwelijke en mannelijke participatie in de exacte wetenschappen en de lucht- en ruimte vaart? 1
In de exacte wetenschap: Ja; in de lucht- en ruimtevaart: Nog Niet
2
Nee
3
Nee, er is overduidelijk een mannelijke meerderheid
4
Nee, rond 90% (man) tot 10% (vrouw)
5
Nee, maar het percentage vrouwen in de exacte wetenschap neemt toe
6
Nee. Vrouwen zijn onder vertegenwoordigt ≤ 20%, in plaats van de wenselijke 50%
7
De vrouwelijke participatie is duidelijk minder dan de mannelijke participatie
8
Nee
9
Nee, in de exacte wetenschap zijn de studenten voornamelijk man(daaruit voortvloeiend ook in de industrie). De laatste Jaren is ere en trend dat meer vrouwen zich inschrijven bij exacte studies, maar de aantallen zijn nog steeds lag vergeleken met mannelijke studenten
10
Nee
11
Nee, ik denk dat er een onbalans is in de gender distributie met een hogere participatie van mannen. Ongeveer 20/80
12
Helemaal niet, hoewel we wel een positieve trend observeren (mijn team bestaat voor 25% uit vrouwen)
13
Nee
3. Ten opzichte van gender distributie, denkt u dat er een balans is tussen de mannelijke en vrouwelijke participatie in het vak dat u onderwijst? 1
Niet in balans
2
Nee, vorig jaar bestond mijn klas volledig uit mannen
3
Nee, de meeste studenten zijn man
4
Nee, rond 85% is man en 15% is vrouw
5
Nee
6
Nee. Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd ≤ 20% in plaats van de wenselijke 50%
7
Er is maar 15% vrouwelijke participatie ten opzichte van de totale groep. Traditiegetrouw kiezen weinig vrouwen voor de exacte wetenschap. Omdat dat dat wordt beschouwd als gedomineerd door mannen.
8
Nee
9
Nee, de meeste studenten zijn man. Alle twee de vakken die ik geef zijn verplicht voor alle studenten en alle twee zitten in het curriculum van bèta studies
10
Ja
11
Omdat de vakken die ik geef ook open zijn voor studenten uit andere studies, is de vrouwelijk participatie met 30% een klein beetje hoger dan bij de vakken die voor de bèta studies zijn. Deze hebben namelijk een participatie tussen de 20 en 25
12
Nee – max. 10% vrouwen
13
Nee
4. Als u van mening bent dat er geen gender balans is, welke factoren denkt u dat er invloed heeft op de gender balans? 1
Mogelijk de moeilijkheden van een vrouwelijke carrière in de lucht- en ruimtevaart industrie in Italië
2
Ik denk dat het een cultureel probleem is. De lucht- en ruimtevaart wereld wordt gezien als een mannelijke wereld, aangezien het dat ook is. Ik denk niet dat het licht dat de studie lucht- en ruimtevaart moeilijke vakken bevat
3
Culturele en onderwijs factoren
4
Het beeld van ingenieurs, de meeste meisjes denken er niet over na om ingenieur te worden. Ook wat de maatschappij van meisjes verwacht, met name de verwachting van ouders en de omgeving Vaak familie gerelateerde factoren & verschillen in interesse en carrière ambities/verwachtingen
5
6
- Familie: Meisjes spelen met poppen en niet met auto’s - Te weinig informatie over het onderwerp - Goede vrouwelijke kandidaten, maar te weinig
7
De algemene misvatting dat lucht- en ruimtevaart techniek meer gaat over productie en onderhoud en niet over design
8
Ik denk dat bèta studies te moeilijk zijn
9
Vrouwelijke studenten zijn nog steeds terughoudend met het zich inschrijven voor studies die men classificeert als STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics)
10
Te technisch georiënteerd
11
De hoge technische + wiskundige moeilijkheidsgraad, de door mannen gedomineerde omgeving (ook buiten het onderwijs)
12
Het demystificeren van de technische wetenschappen waaronder wiskunde en natuurkunde. Regel referenties en ondersteuning uit de industrie om te laten zien dat vrouwen meer dan welkom zijn.
13
Teveel wiskunde en andere technische vakken
5. Wat zou u suggereren dat er gedaan moet worden om de vrouwelijke participatie te verhogen in de lucht- en ruimtevaart? 1
Gelijkwaardige carriers in de industrie, onderzoekscentra en universiteiten
2
Ik zou de baan kansen die je hebt met een lucht- en ruimtevaart diploma goed duidelijk maken. Dit kan naar mening de grootste impact hebben
3
Promoot de interesse van vrouwen in de exacte wetenschap al in het begin van de educatie
4
Gender-neutrale processen op de basisschool, hiermee bedoel ik dat men al vroeg de meisjes moet introduceren met de wetenschappelijke wereld. Door meisjes aan te moedigen om dingen uit te vinden in de exacte wetenschap stel je ze al vroeg bloot aan technische concepten. Ik heb een groep basisschool leerlingen meegenomen naar de vliegtuighal; elke leerling was enthousiast en wou de pilotenstoel uitproberen, de meisjes ook
5
Programma’s die gericht zijn op de interesses van vrouwen & multidisciplinaire onderwerpen
6
- Onderwijs de ouders - Informeer de vrouwelijke studenten - Zorg voor gelijke behandeling
7
Adverteer de details van de vakken. Namelijk dat het meeste werk wordt gedaan in de ontwerpfase en niet in productie en onderhoud
8
Het zou handig zijn om een netwerking activiteit te hebben tussen afgestudeerde vrouwen en toekomstige studenten
9
Er zijn veranderingen nodig in de cultuur dat zo vroeg mogelijk moet starten door vrouwelijke studenten al vroeg kennis te laten maken met STEM activiteiten
10
Leg uit dat technologie geen ”mannelijk“ ding is; verander hoe vakken gepresenteerd worden
11
Belicht de carrièremogelijkheden van vrouwen. Moedig jonge vrouwen aan op het gebied van technologie en wiskunde en vertel ze dat ze net zo succesvol kunnen zijn als mannen op dat gebied. Zorg voor een open cultuur ten opzichten van de mogelijkheden die vrouwen hebben in de gehele maatschappij (in families, school, universiteiten en op de werkplek)
12
Nee – we geven constant de bovengenoemde onderwerpen aan de kandidaat studenten vanaf het begin, onder andere uitnodigingen aan middelbare scholen, technische universiteiten, kleine en middelgrote bedrijven
13
Organiseer meer evenementen die de vrouwelijke participatie aanmoedigen
6. In het algemeen, denkt u dat de bepaalde kenmerken van een technisch vak (bijv. gebruikte thema’s, gebruikte materialen, de gegeven voorbeelden, onderwerp of inhoud) invloed kan hebben op de gender gelijkheid in de sector?
1
Absoluut niet
2
Ik wil graag duidelijk maken dat bij de meeste vakken, het creatieve deel van het vak niet genoeg word belicht
3
Nee
4
Nee. De kenmerken van een vak hebben geen invloed op de gendergelijkheid. Ik geef geen feminiene-statistiek. Hetgene wat de gendergelijkheid beïnvloed is voornamelijk psychologisch. Meisjes houden meer rekening met risico’s. Ze zijn bang om te falen en proberen dat te vermijden. Vergeleken met jongens denken meisjes meer na over consequenties. Ze laken een beetje zelfvertrouwen, terwijl jongen wel van een beetje risico houden. Een meisje zal iets technisch doen als wij het haar vragen om te doen. Ze hebben positieve informatie nodig. Het Nederlandse toelatingssysteem geeft de volledige vrijheid aan middelbare scholieren om te kiezen wat ze studeren. Meisjes denken heel voorzichtig na over het studeren op een technische universiteit, omdat ze zelfvertrouwen missen. Maar minder meisjes stoppen, omdat ze zorgvuldig gekozen hebben
5
Er is weinig of geen verschil in de capaciteiten van vrouwen of mannen . Toch kunnen de thema’s die worden gepresenteerd invloed hebben op hun keus
6
Ze zouden geen effect moeten hebben: vrouwen doen het net zo goed als mannen. Een obstakel kan een foute preconceptie zijn zoals “het is de baan voor een man en niet voor een vrouw”
7
Persoonlijk zie ik geen verschil tussen een mannelijke of vrouwelijke student, noch denk ik date r iets verandert moet worden aan de manier waarop les gegeven word. Er zou meer moeten worden gedaan om scholieren van het middelbaar onderwijs te motiveren naar een technische school te gaan.
8
Er zou geen enkele gender discriminatie moeten zijn in het houden van de wetenschap
9
Nee, ik geloof dat het een culturele mind-set is en niet echt een vraag van kenmerken van technische vakken
10
Ja
11
Nee, ik denk dat het meer een probleem is van hoe vrouwen zichzelf identificeren met hun rol in de maatschappij en wat er van oudsher van ze word verwacht
12
Ja – als de bovengenoemde factoren (zware wiskunde et al) worden aangepakt zonder een gladde transitie. Wij zorgen dat…
13
Er zou geen gender discriminatie moeten zijn. Het belangrijkste is dat je van zulke vakken houd
7. Wat is uw suggestie om technische vakken aan te passen zodat de vrouwelijke participatie wordt vergroot? 1
Niets
2
Soms de relatie tussen onderwerpen en hoe ze voor een uitgebreide kennis in de luchten ruimtevaart zorgen is niet duidelijk. Een systematische aanpak bij het presenteren van het curriculum kan helpen, moet worden
3
Betrek er meer vrouwelijke experts bij (professoren, vrouwelijke gast docenten uit het bedrijfsleven, organisatie van seminars..), en meer bewustzijn creëren van de voordelen van een carrière in de technische wetenschap
4
- Meer opties toevoegen voor meisjes om zichzelf te testen om meer zelfvertrouwen te creëren in technische vakken - Meer coaching is nodig om meisjes aan te moedigen via positieve feedback
5
Meer multidisciplinaire activiteiten
6
Nee. De kwalificaties zouden gelijk moeten zijn voor alle studenten. Vrouwen hebben bewezen dat ze geen special behandeling nodig hebben om net zo goed te presteren als mannen
7
Zoals eerder gezegd, ik kan redden vinden syllabus van een technisch vak aan te passen
8
Niets
9
Nee
10
Minder traditionele klassen, wel oefeningen voor onderwijzers, meer discussie, debat, probleem oriëntatie, context gerelateerd
11
Niet bij de vakken zelf, meer bij de condities rondom het studeren (sociale evenementen, accommodaties, student vertegenwoordigers, etc.)
12
Zoals eerder genoemd. Doe iets aan het bestaande beeld in de maatschappij “meisjes zijn geen goede ingenieurs”
13
Niets
8. Op het Educatieve Programma niveau, welke actie denkt u dat er nodig is om een hogere vrouwelijke participatie te krijgen bij de lucht- en ruimtevaart studievakken? 1
Ik denk niet dat er specifieke acties nodig zijn
2
Er kan onderzocht worden of meer teamwork of ontwerp projecten een positief effect kunnen hebben op de gender balans en of het de interesse van vrouwen meer kan
wekken 3
Moedig vrouwen aan met informatieve evenementen
4
- Een zelf-assessment test aan het begin, voor dat de scholieren naar de universiteit gaan - Succesvolle vrouwelijke rolmodellen. Op onze faculteit hebben we een vrouwelijke decaan, enkele zeer goede vrouwelijke professoren en docenten; en we hebben vrouwelijke studenten die werken voor NASA. Dat zijn goede voorbeelden van vrouwen in de exacte wetenschap. Meisjes hebben deze rolmodellen nodig! - Doormiddel van verschillende media vrouwen laten zien die werkzaam zijn in de exacte wetenschappen. Waarom ze daarvoor hebben gekozen, waar ze heen kunnen gaan, wie ze kunnen zijn. Meisjes zullen hierdoor worden aangemoedigd
5
Multidisciplinaire activiteiten
6
Verhoog het aantal kandidaten. Informeer de vrouwen beter over hun kansen en maak de ouders bewust van vooroordelen
7
Meer informatie overbrengen over de kenmerken van de vakken
8
Niets
9
Al in een vroeg stadia (basis en zelfs peuterschool) alle studenten (zowel man als vrouw) betrekken bij activiteiten die hun interesse kunnen wekken in STEM onderwerpen
10
Trek bijvoorbeeld meer vrouwelijke onderwijzers aan. Als er groepsopdrachten zijn zorg dan voor gendergelijkheid in de groep
11
Zie vorige vragen
12
Een samenvatting van het eerder genoemde: Van een “haalbare” inhoud van vakken tot meer inhoud over vrouwelijk succes verhalen tot meer vrouwelijke professoren inhuren om dit verhaal duidelijk te maken
13
Niets
3. Report van de huidige situatie (WP2 Resultaten) Er is nuttige informatie verkregen uit het verslag van de WP2 over de huidige situatie van de participatie van vrouwen, uit artikel D7 - met name uit de antwoorden op de vragenlijsten verspreid onder studenten in het hoger onderwijs, onderwijzend personeel, en Human Resource Managers.
Het volgende hoofdstuk bevat de antwoorden van deze doelgroepen, die relevant zijn voor de beoordeling van de genderaspecten in de educatieve programma's en de ontwikkeling van de richtlijnen voor de stakeholders.
3.1.
Uitkomsten van het report van de huidige situatie
3.1.1. Feedback van Hoger Onderwijs studenten
Onder de motivaties om techniek te studeren, waren de belangrijkste redenen voor de respondenten "de attractie voor de exacte wetenschap in het algemeen", en "de belangstelling voor een bepaald gebied van de exacte wetenschap". Een aantal minder belangrijke redenen waren "het salaris" of "denken dat het een goede carrière is". Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de belangstelling jonge studenten om een wetenschappelijke studie te studeren vooral een kwestie is van roeping. Bovendien vonden de meeste leerlingen dat de kenmerken van de ingenieursopleidingen in het algemeen gendergelijkheid bevorderen (figuur 5), dus de oorzaken voor de lage participatie van vrouwen zullen niet worden onderzocht voor elke afzonderlijk vak.
Figuur 5 Uitkomst van vraag 8: In het algemeen denkt u dat de kenmerken van de ingenieursopleidingen gendergelijkheid bevorderen in de sector?
3.1.2. Feedback van het onderwijzend personeel Uit de enquêtes, die verspreid zijn onder docenten, blijkt dat ondanks dat er melding was van een meerderheid van mannen die deelnemen aan de cursussen, de vrouwelijke studenten meer dan de mannelijke gebruik te maken van de tutorials, leermiddelen en examens. Ze krijgen ook betere cijfers (figuur 6).
Figuur 6 Gender benadering bij studies. Vraag 7: identificeer welke geslacht het beter doet bij een aantal vragen
Bovendien, net als de eerder genoemde studenten in het hoger onderwijs, reageerde het onderwijzend personeel ook met de reactie dat de kenmerken van ingenieursopleidingen in het algemeen gendergelijkheid bevorderen. Ook zijn de kenmerken niet de echte oorzaak voor de lage participatie van vrouwen (figuur 7).
Figuur 7 Studies en Gendergelijkheid. Vraag 8: In het algemeen, denkt u dat de kenmerken van de ingenieursopleidingen gendergelijkheid bevorderen in de sector?
Als laatst is de vraag “Wat zou u suggereren om de vrouwelijke participatie in uw vakgebied (zowel inde academia als de industrie) te vergroten?” toegevoegd in de enquête van WP2. De vraag werd ook gezien als relevant voor de huidige analyse, omdat het extra suggestie toevoegt voor onderwijspersoneel on het hoger onderwijs. Suggesties om de vrouwen participatie te verhogen op het academische niveau Meer reclame op scholen Begeleiding Flexibele werktijden Vakken die helpen om vrouwen meer zelfvertrouwen te geven in hun eigen kunnen Bezoeken aan middelbare scholen Verstoor niet de natuurlijke verloop Fellowships
Meer voorzieningen op de werkplek, zoals kinderopvang Associatie met vrouwelijke onderwijzers en wetenschappers als referentie voor jonge vrouwelijke studenten
3.1.3. Human Resource feedback Enkele suggesties van Human Resource managers vloeien voort uit de volgende vraag "Wat zijn de meest nuttige vaardigheden die een ingenieur moet verwerven tijdens zijn / haar studie? '. Nuttige vaardigheden voor HRMs • Kennis van methodologie evaluatie opgedaan door zowel universitaire studies als ervaring in het veld en de flexibiliteit om dit aan te passen aan specifieke problemen en deze op te lossen • Lucht- en ruimtevaart, mechanica, elektronica en computer wetenschappen • Analyserend vermogen, ontwerp, materiaal, productie processen, kwaliteitscontrole en kennis van certificatie • Team werk • Communicatie • Management • Proactief zijn • Flexibiliteit • Kritisch analyseren • Netwerken • Sociale vaardigheden • Talen
4. Educatieve Programma's design: Richtlijnen voor het verhogen van de vrouwen participatie in bèta studies Alle input en informatie die in de voorgaande hoofdstukken van dit rapport zijn beschreven zijn gebruikt om een aantal richtlijnen voor stakeholders op te stellen. Deze richtlijnen hebben als doel bij te dragen aan het verhogen van de participatie van vrouwen in de exacte wetenschap en in de luchtvaartsector. Verschillende strategieën zijn gemaakt voor meer betrokkenheid en steun van stakeholders. Gezien het onderwijs doel van dit document zijn de hoger onderwijs scholen, middelbare scholen en gezinnen (de maatschappij) de primaire doelgroepen. Er zijn suggesties gepresenteerd voor elk van deze doelgroepen in een gebruikersvriendelijke vorm. Het doel is om deze op grote schaal te verspreiden binnen de partnerlanden. De richtlijnen voor elke van deze drie doelgroepen bestaan uit een korte introductie van het IN2SAI project, gevolgd door een aantal aanbevelingen die gericht zijn op een bepaalde doelgroep. Een aantal dingen die alle drie de richtlijnen gemeen hebben zijn:
Verbeter de samenwerking tussen het middelbaar en het hoger onderwijs met als doel meer bewustzijn te creëren bij studenten wanneer ze hun toekomstige studie kiezen; belicht en promoot succesvolle vrouwelijke rolmodellen. Hiermee kan men studenten bewust maken dat het ook voor vrouwen mogelijk is om succesvol te zijn in de exacte wetenschap; moedig aan en ondersteun sociale veranderingen en open-mindedness, die leiden tot verdwijnen van stereotypen en verwijder het idee dat een bepaalde studie of baan alleen voor mannen of vrouwen is; geef meer informatie over bestaande baan mogelijkheden door succesvolle voorbeelden te presenteren. Promoot ook evenementen en activiteiten die gerelateerd zijn aan gender gelijkheid en bewustzijn bij studenten.
De volgende drie paragrafen zijn:
Richtlijnen voor het hoger onderwijs
Richtlijnen voor middelbare scholen
Richtlijnen voor ouders (ondersteunen van de toekomstplannen van studenten)
4.1.
Richtlijnen voor het hoger onderwijs
Geachte decaan, Geachte professor, Het IN2SAI project heft als doel het vergroten van de participatie van vrouwelijke studenten in het hoger onderwijs op het gebied van de exacte wetenschap (en dan special op het gebied van lucht- en ruimtevaart). Ook wil de IN2SAI bijdragen aan de integratie van deze studenten in de lucht- en ruimtevaart industrie. De afgelopen twee jaar zijn er verschillende evenementen en activiteiten gehouden in Spanje, Portugal, Italië, Duitsland, Nederland en Oostenrijk. Deze hadden als doel de interesse te wekken van jonge vrouwen in de exacte wetenschap en de lucht- en ruimtevaart industrie. We zijn nu in de laatste fase en hopen uw interesse te kunnen wekken in ons project. Daarnaast vragen we uw steun bij het uitvoeren van onze activiteiten. Om dit te doen vragen we u om te kijken naar de richtlijnen die we hebben ontwikkelt met ons project. Als u het met ons eens bent denk er dan eens over na om deze onze richtlijnen te gebruiken tijdens uw educatieve activiteiten. Bedankt voor uw steun, Het IN2SAI Consortium
Hoe kan men een exact vak interessanter maken voor de vrouwelijke studenten en hoe maken we haar daarop attent? Dat is een cruciale vraag die beantwoord moet worden. Tijdens het IN2SAI project zijn er een aantal aanbevelingen en suggesties geformuleerd die kunnen bijdragen aan het wekken van interesse van vrouwelijke studenten in de exacte wetenschap. Voorbeelden van deze aanbevelingen en suggesties zijn: hoe men om moet gaan met informatie over vakken, het organiseren van evenementen of andere activiteiten die middelbare scholen erbij betrekken, en het creëren van activiteiten in het klaslokaal.
1. Verspreid meer informatie & betrek er meer scholen bij! Omdat scholen een plaats zijn die belangrijk zijn voor de student zijn educatie en ontwikkeling is het belangrijk om activiteiten te organiseren tussen het middelbaar onderwijs en de universiteiten. Deze activiteiten zijn ideaal om vrouwen meer interesse te laten krijgen in de exacte wetenschap. Activiteiten zoals het bezoeken van universiteiten, meedoen aan workshops en andere interactieve activiteiten (bijv. vliegsimulators, wind tunnels, motorproductie, etc) kunnen bijdragen aan het vergroten van de (beperkte) kennis over bepaalde onderwerpen en baan kansen. Vrouwelijke studenten moeten gemotiveerd worden om te kiezen voor de exacte wetenschap, maar moeten ook goed geïnformeerd worden over wat het inhoud. Daarom is meer
reclame maken voor de verschillende kenmerken van opleidingen en baankansen handig om meer interesse te kweken voor de exacte wetenschap.
Moedig vrouwelijke studenten aan om zelfverzekerd te zijn over hun potentie en introduceer succesvolle voorbeelden of rolmodellen. Laat studenten zich identificeren met een rolmodel en doe interviews. Laat iedereen inzien hoe belangrijk het studeren van exacte wetenschap is voor de maatschappij, voor de economie, voor het milieu, etc. Voer zelf-assessment tests uit met middelbare scholieren voordat ze naar de universiteit gaan. Hiermee kunnen de scholieren een inzicht krijgen in hun eigen capaciteiten en het verbetert hun zelfvertrouwen.
2. Maak exacte vakken aantrekkelijker! Ondersteun informatieve evenementen en stimuleer de vrouwelijke participatie. Probeer een minimum percentage aan vrouwelijke aanwezigen te realiseren. Het percentage is tevens een indicator van het succes van een evenement. Vrouwelijke studenten, wetenschappers en onderwijzers zijn een belangrijk referentiepunt voor vrouwelijke scholieren en het is daarom belangrijk dat zij ook aanwezig zijn bij dit type evenement. Het bouwen van relaties met bedrijfs/academische verenigingen, studenten verenigingen en andere netwerken kan ook meehelpen met creëren van bewustzijn, het verbeteren van de betrokkenheid van de vrouwelijke gemeenschap en/of organisatie van evenementen die gericht zijn op jonge vrouwen. Maak duidelijke connecties en relaties tussen de verschillende vakken. Dit met het doel om een uitgebreide kennis en begrip te creëren van de exacte wetenschap als geheel. Daarnaast promoot het ook multidisciplinaire opleidingen. Lever up-to-date informatie over de connectie tussen wetenschappelijke onderwerpen met relevante baan kansen en voorbeelden uit de industrie of SMEs. Studenten zouden een beter inzicht moeten krijgen in het toepassen van exacte wetenschap in een professionele carrière. Dit zou kunnen op academisch niveau d.w.z. wetenschappers of ondernemerschap op industrieel niveau. Volgens dit perspectief zouden mentoring activiteiten tussen universiteiten, studenten en industrie moeten worden bevorderd.
3. Een nieuwe visie voor in de klassen! Wat belangrijk is om te bevorderen zijn het ontwerpen van producten en systemen, het vinden van nieuwe oplossingen voor een bepaald probleem, groep projecten en teambuilding. Moedig vrouwelijke studenten aan om meet te doen aan deze activiteiten. Probeer ook ze aan te moedigen om een leidende rol te spelen in groep activiteiten. Groepsactiviteiten spelen een belangrijke rol bij het verbeteren van de capaciteiten van studenten om ideeën te delen en samen te werken. Een gender balans binnen deze groepen zou moeten worden gepromoot.
Volgens onze analyse zouden vrouwelijke studenten meer educatieve materialen en/of tutorials gebruiken. Daarom suggereren wij het introduceren van zelf-assesment activiteiten. Dit zou een positieve rol kunnen spelen in het vergroten van het zelfvertrouwen van vrouwen in de exacte wetenschap. Maak ook gebruik van coaching om jonge vrouwen aan te moedigen met positieve feedback. Er zijn een aantal vaardigheden die nodig zijn om succesvol te zijn in de industrie. Deze vaardigheden moeten worden aangeduid en verbetert worden in het onderwijs. Voorbeelden van deze vaardigheden zijn: het kunnen evalueren met de methodologie en deze flexibel toepassen bij het oplossen van problemen, analyserend vermogen, goede team mentaliteit. Communicatie en management vaardigheden, een proactieve houding en goede taalvaardigheden.
4.2.
Richtlijnen voor middelbare scholen
Geachte decaan, Geachte docent, Het IN2SAI project heft als doel het vergroten van de participatie van vrouwelijke studenten in het hoger onderwijs op het gebied van de exacte wetenschap (en dan special op het gebied van lucht- en ruimtevaart). Ook wil de IN2SAI bijdragen aan de integratie van deze studenten in de lucht- en ruimtevaart industrie. De afgelopen twee jaar zijn er verschillende evenementen en activiteiten gehouden in Spanje, Portugal, Italië, Duitsland, Nederland en Oostenrijk. Deze hadden als doel de interesse te wekken van jonge vrouwen in de exacte wetenschap en de lucht- en ruimtevaart industrie. We zijn nu in de laatste fase en hopen uw interesse te kunnen wekken in ons project. Daarnaast vragen we uw steun bij het uitvoeren van onze activiteiten. Om dit te doen vragen we u om te kijken naar de richtlijnen die we hebben ontwikkelt met ons project. Als u het met ons eens bent denk er dan eens over na om deze onze richtlijnen te gebruiken tijdens uw educatieve activiteiten. Bedankt voor uw steun, Het IN2SAI Consortium
Middelbare scholen spelen een belangrijke rol bij het sturen van de keuzes van scholieren over hun toekomstige studie en carrière. Docenten zijn de mentoren van studenten en ondersteunen de ontdekking van de roeping van een scholier. Hierdoor kunnen middelbare scholen een belangrijke bijdragen leveren aan het vergroten van de interesse van meisjes in de exacte wetenschap. De volgende strategieën kunnen daarbij helpen.
1. Wees een mentor!
Creëer bewustzijn, lever informatie en verbeter de leeractiviteiten al vanaf het eerste jaar. Vergroot de kennis van de scholieren in de exacte wetenschap en de daaraan gerelateerde banen kansen. Wijs daarbij niet op de verschillen in gender. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke scholieren moeten bewust zijn dat ze dezelfde kans op een baan hebben. Verbeter het zelfvertrouwen van de jonge vrouwelijke scholieren. Maak ze bewust van hun sterktes, potentie en capaciteiten. Ze zullen vertrouwen genoeg hebben om alles te kunnen studeren en elke baan te kunnen krijgen.
2. Steun netwerk activiteiten met universiteiten! Misconcepties en stereotypes kunnen er toe leiden dat een student de verkeerde keuze maakt. Meer netwerking of informatieve evenementen tussen scholieren en de universiteit kunnen effectief zijn om scholieren een beter begrip te geven van hun carrièremogelijkheden en andere kansen. Deze evenementen kunne gehouden worden op verschillende niveaus. Tussen scholieren en studenten of tussen scholieren en professoren. Ontmoetingen, informatie en training evenementen tussen vrouwelijke scholieren en vrouwelijke studenten kunnen de mogelijkheid geven voor het uitwisselen van ervaringen en het ondersteunen van vrouwelijke scholieren bij het kiezen van hun vervolgstudie. Vrouwelijk studenten zouden twijfels en zorgen, die ze misschien zelf hebben gehad, kunnen wegnemen bij vrouwelijke scholieren. Daarnaast kunnen netwerk activiteiten tussen onderwijs personeel van de universiteit en de vrouwelijke scholieren kunnen bijdragen aan kennis van scholieren over vakken, onderwerpen, opleidingen en toekomstige banen. Dit type activiteit kan een aantal misconcepties over exacte wetenschap, exacte vakken en baan kansen wegnemen. Bij exacte vakken zou het duidelijk moeten zijn dat deze vakken niet alleen bestaan uit ontwerpen of “saaie” wiskunde, maar ook uit heel veel creativiteit om innovatieve oplossingen te vinden. Baan kansen zijn er niet alleen in productie en onderhoud, maar bijvoorbeeld ook het leveren van service, onderzoek en educatie.
3. Laat succesvolle vrouwelijke rolmodellen zien! Er zijn heel veel succesvolle vrouwen in Europa die leidend zijn in de exacte wetenschap en in de lucht- en ruimtevaart industrie. Maak vrouwelijke scholieren bewust van deze rolmodellen en onderstreep dat het mogelijk is om vrouw te zijn en succesvol in de exacte wetenschap. Moedig het organiseren van bezoeken aan bedrijven aan. Deze bezoeken creëren de kans voor jonge vrouwelijke scholieren om succesvolle vrouwen uit het bedrijfsleven te ontmoeten. Tijdens deze ontmoetingen kunnen de vrouwen hun ervaringen delen, keuzes van de scholieren steunen en twijfel wegnemen.
4.3.
Richtlijnen voor ouders (ondersteunen van de toekomstplannen van studenten)
Geachte familie, Geachte expert, Het IN2SAI project heft als doel het vergroten van de participatie van vrouwelijke studenten in het hoger onderwijs op het gebied van de exacte wetenschap (en dan special op het gebied van lucht- en ruimtevaart). Ook wil de IN2SAI bijdragen aan de integratie van deze studenten in de lucht- en ruimtevaart industrie. De afgelopen twee jaar zijn er verschillende evenementen en activiteiten gehouden in Spanje, Portugal, Italië, Duitsland, Nederland en Oostenrijk. Deze hadden als doel de interesse te wekken van jonge vrouwen in de exacte wetenschap en de lucht- en ruimtevaart industrie. We zijn nu in de laatste fase en hopen uw interesse te kunnen wekken in ons project. Daarnaast vragen we uw steun bij het uitvoeren van onze activiteiten. Om dit te doen vragen we u om te kijken naar de richtlijnen die we hebben ontwikkelt met ons project. Als u het met ons eens bent denk er dan eens over na om deze onze richtlijnen te gebruiken tijdens uw educatieve activiteiten. Bedankt voor uw steun, Het IN2SAI Consortium
De belangrijkste oorzaak voor de lage vrouwen participatie in de exacte wetenschap zijn culturele factoren. Om deze reden is het van groot belang dat sommige veel gebruikte stereotypen, zoals dat sommige banen en studies alleen voor mannen zijn, worden overwonnen.
1. Onderwijs vanaf het begin! Het veranderen van de mind-set van mensen is zeer moeilijk. Het kost heel veel tijd en vele sociale actoren (van familie tot onderwijzers en de maatschappij als geheel) die bijdragen zijn nodig. Al in een vroeg stadia van de educatie van kinderen kan er iets gedaan worden om bij te dragen aan de verandering. Een voorbeeld is de keuze van speelgoed. Het is een vaak voorkomende mening dat poppen voor meisjes zijn en auto’s voor jongens. Speelgoed en spelletjes dragen heel erg bij aan een kinds ontwikkeling en onderwijs. Het ondersteunen van vrouwelijke creativiteit vanaf het begin met een grote verscheidenheid aan speelgoed kan meehelpen aan een open mind tegenover toekomstige carrières en banen. Ander activiteiten die bij dragen aan het vinden van een kind zijn talent, passie of roeping moeten ook worden ondersteund.
Het bewustzijn van de wetenschap en hoe belangrijk het is voor de samenleving moet al worden gepromoot op de basisschool. Moedig wetenschappelijke educatie al aan bij kleine kinderen. Een enthousiasme en passie voor de wetenschap zal dan vanzelf ontstaan bij de jeugd!
2. Wees geinformeerd en open minded! Het veranderen van de perceptie van meisjes is niet genoeg. Familie en ouders spelen een sleutelrol bij de kind zijn keuze van studie. Daarom is het heel belangrijk dat ouders hun eigen perceptie en verwachtingen van hun dochters toekomst verruimen. Er zijn vele voorbeelden van vrouwen die succesvol zijn in de exacte wetenschap. Het is belangrijk om zowel de scholier als de ouders bewust te maken van deze succesvolle vrouwen. Zij kunnen namelijk aan jonge meisjes laten zien dat het mogelijk is om succesvol te zijn in de exacte wetenschap als baan, als moeder en als vrouw. Ook zou er meer informatie beschikbaar moeten worden gesteld aan de ouders en de scholieren over de baankansen die een exacte studie bied. Deze informatie kan een goed gevoel gegeven over de toekomst van de kinderen ongeacht het geslacht.
3. Zorg voor gelijke behandeling! Het academische en werk leven zou hetzelfde moeten zijn voor man en vrouw. Allebei studeren ze af en vinden een baan. In deze context zijn er geen gender gerelateerde onderwerpen of banen. De valse vooroordelen dat vrouwelijke studenten meer getalenteerd zijn in taal en niet in wiskunde en natuurkunde zouden moeten worden verworpen. Mensen hebben onafhankelijk van hun gender bepaalde vaardigheden, talenten of enthousiasme in bepaalde onderwerpen of banen. Mannen en vrouwen zouden dezelfde banenkansen moeten hebben, aangezien ze dezelfde capaciteiten hebben. De maatschappij, universiteiten en de industrie zouden dit principe moeten verdedigen en er voor moeten zorgen dat iedereen dezelfde kansen krijgt.
5. Conclusie Dit artikel presenteert de analyse die uitgevoerd is op de educatieve programma’s, met als doel het definiëren van een reeks richtlijnen voor de stakeholders. Het doel van deze activiteit is om alle potentiële stakeholders op de hoogte te brengen van bepaalde suggesties/aanbevelingen om bij te dragen aan de participatie van vrouwen en hun inschrijving in exacte studies. De stakeholders overwogen zijn: (i) het hoger onderwijs: hoogleraren, docenten en decanen, (ii) het voortgezet onderwijs: leerkrachten en (iii) ouders en andere opvoeders, omdat hun bijdrage in de ondersteuning van de toekomstige plannen van studenten belangrijk is. De beoordeling van IN2SAI over de educatieve programma’s is gebaseerd op een aantal gegevens, namelijk de analyse van de educatieve programma's (bachelor en master ); meningen/inzicht die verzameld zijn uit interviews met professoren uit het hoger onderwijs, en last but not least input verkregen uit de gegevens en analyse van de huidige situatie van de participatie van vrouwen in de wetenschappelijke studies die zijn uitgevoerd onder WP2. Op basis van deze informatie zijn er een reeks acties/aanbevelingen geïdentificeerd met als doel de participatie van vrouwen in de exacte wetenschappen te verhogen, en richtlijnen werden uitgewerkt en aan elke stakeholder voorgesteld. In het bijzonder wil het IN2SAI wijzen op de volgende acties/aanbevelingen die gelden voor alle stakeholders: Verbeter de relatie en samenwerking tussen hoger onderwijs, industrie, voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs door middel van de promotie van evenementen, communicatie, netwerken en bijeenkomsten om het vrouwelijke bewustzijn over wetenschappelijke studies te ondersteunen. Ook is er ondersteuning nodig van vrouwelijke studenten om ze bewust te maken van potentiële loopbaantrajecten in de exacte wetenschappen en de lucht- en ruimtevaart industrie. Verschillende acties zijn geïdentificeerd die bijdragen aan een grotere participatie van vrouwen in de exacte wetenschap: de stakeholders moeten zich bewust zijn van dergelijke acties en strategieën en moeten worden aangemoedigd om ze te implementeren in hun onderwijsactiviteiten (onafhankelijk van het opleidingsniveau en de rol). IN2SAI partners zullen bijdragen aan dit door het op grote schaal verspreiden van de voorgestelde richtlijnen, tussen universiteiten, middelbare scholen, professoren en in de samenleving.
Bijlagen Verzamelde Educatieve Programma’s Template voor Professor Interviews Verspreidings materiaal: Richtlijnen voor het Hoger onderwijs Verspreidings materiaal: Richtlijnen voor middelbare scholen Verspreidings materiaal: Richtlijnen voor ouders en iedereen die de toekomst plannen van de student steunt