Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
050 3130800
[email protected] www.nmfgroningen.nl
Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en kennis over bestaande milieukwesties, hebben we een voorselectie gemaakt van te bespreken onderwerpen: Uitstoot van stikstofoxiden (NOx) Stankoverlast Uitstoot van zware metalen en giftige stoffen In deze notitie vindt u achtergrondinformatie over bovengenoemde onderwerpen, zodat u zich kunt inlezen in de onderwerpen waarover u minder op de hoogte bent. Tijdens de bijeenkomst zullen we deze informatie verder toespitsen op de regio Eemsdelta.
Uitstoot van Stikstofoxiden (NOx) Milieueffect: vermesting Teveel stikstof in de bodem is een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang van zeldzame plant- en diersoorten. Dit milieueffect heet vermesting. Kwetsbare soorten verdwijnen wanneer er teveel stikstof op de bodem valt. Hoe hoger de overschrijding en hoe langer deze duurt, hoe groter de effecten. Voor alle beschermde natuurgebieden is een inschatting gemaakt van de maximaal toelaatbare stikstofbelasting. Dit noemt men de Kritische Depositie Waarde (KDW). De overschrijding van kritische depositie wordt gebruikt als indicator voor biodiversiteitsverlies. In 60% van de gebieden in Nederland wordt deze waarde (ver) overschreden.
Oorzaak: Ammoniak en Stikstofoxiden Vermesting van natuurgebieden door stikstofdepositie uit de lucht vormt een belangrijk knelpunt in Nederland. De uitstoot van stikstof noemt men emissie, het neerslaan heet depositie. Ammoniak maakt tweederde deel uit van de stikstof die op de bodem valt, en is hoofdzakelijk afkomstig van de landbouw. De rest van de stikstof komt van stikstofoxiden van onder andere verkeer en industrie. Stikstofoxiden slaan tot op grote afstand van de bron neer (rond de 50 km). Ammoniak bij veehouderijen op kleinere afstand.
1 140424-Achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta – Bijlage achtergrondinformatie
Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
050 3130800
[email protected] www.nmfgroningen.nl
In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.
Industriële processen die leiden tot de uitstoot van stikstof zijn: Energiecentrales (elektriciteit opwekking bij gasturbines) Gasketels (Stoom/warmte) Dieselvoertuigen (vrachtverkeer en generatoren) Trends Vanaf 1994 is landelijk een geleidelijke daling ingezet van uitstoot van vermestende stoffen. De uitstoot van stikstofoxiden in Nederland daalde sinds 1980 met 40%. Dit is het gevolg van maatregelen bij het verkeer, zoals de invoering van de katalysator aan het eind van de jaren tachtig. En als gevolg van vergunningseisen bij de industrie en in de energiesector. De emissie door agrarische bronnen in Nederland is sinds 1990 met 50% gedaald. Dit is het gevolg van verbeterde voersamenstelling, het gebruik van emissiearme stallen, het afdekken van mestsilo's en het direct onderwerken van mest bij de aanwending. De figuur op de volgende pagina lijkt aan te geven dat er de afgelopen 10 jaar geen daling meer heeft plaatsgevonden. Fluctuaties in de figuur die van jaar tot jaar voorkomen kunnen het gevolg zijn van meteorologische omstandigheden.
2 140424-Achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta – Bijlage achtergrondinformatie
Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
050 3130800
[email protected] www.nmfgroningen.nl
Lokale situatie – Groningen – Eemdelta - Oosterhorn In Groningen spelen een aantal zaken een belangrijke rol: 1) Er is minder uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak dan elders in Nederland; 2) Er zijn minder gebieden aangewezen als beschermd natuurgebied; 3) Oosterhorn en de Eemshaven bieden een groot potentieel aan nieuwe industrie en bijkomende verkeersbewegingen.
3 140424-Achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta – Bijlage achtergrondinformatie
Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
050 3130800
[email protected] www.nmfgroningen.nl
Stankoverlast Geur en Stank Geur dringt vanuit diverse bronnen onze leefomgeving binnen. Overmatige belasting met geuren wordt vaak omschreven als stank en kan leiden tot hinder en fysieke klachten. De meeste milieuklachten die Provincies ontvangen, hebben betrekking op geurhinder. In 2003 was dit percentage 69% van de meer dan 15.000 klachten.
Ernstige geurhinder door industrie komt in Nederland vooral voor in het Rijnmondgebied, de regio Amsterdam/Zaanstad/IJmuiden, in de regio Dordrecht en bij Delfzijl. De belangrijkste industrieën die geurhinder veroorzaken zijn de olie- en chemische industrie en afvalverwerkende bedrijven.
4 140424-Achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta – Bijlage achtergrondinformatie
Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
050 3130800
[email protected] www.nmfgroningen.nl
Hinder kan nog optreden op een afstand van tientallen kilometers van bedrijven. Ernstige geurhinder blijkt daarbij rond een flink aantal bedrijven nog op te treden tussen 300 meter en 3 kilometer. Trend Er zijn in het verleden diverse beleidsdoelstellingen geformuleerd over het aantal mensen dat hinder mocht ondervinden van geur. Op basis van dit beleid zijn verschillende acties uitgevoerd, zoals betere wet- en regelgeving en het verplaatsen van bedrijven of woningen. Dit heeft geleid tot een afname van het aantal klachten. De meest recente doelstelling voor afname van geurhinder (voor 2010) is echter niet gehaald.
Lokale situatie – Groningen – Eemdelta - Oosterhorn In de provincie Groningen heeft gemiddeld 8% van de mensen wel eens last van stank. In de regio Delfzijl is dit 20%. Grootste veroorzakers zijn de bedrijven ESD en North Refinery. Afhankelijk van de aard van de vestiging van de nieuwe bedrijven kan deze hinder nog verder toenemen. In de Eemshaven is op dit moment geen bron van overmatige geurhinder bekend.
5 140424-Achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta – Bijlage achtergrondinformatie
Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
050 3130800
[email protected] www.nmfgroningen.nl
Uitstoot van zware metalen en giftige stoffen Milieugevaarlijke stoffen De belasting van het milieu met gevaarlijke stoffen, zoals zware metalen, vluchtige organische verbindingen, bestrijdingsmiddelen en dioxinen, kan leiden tot nadelige gevolgen voor de natuur en de volksgezondheid. Door toedoen van de mens komen in het milieu stoffen voor die daar van nature niet of slechts in zeer lage concentraties voorkomen. Sommige van deze stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, zware metalen, PCB’s, dioxinen en olieachtige stoffen zijn schadelijk voor mensen, planten en dieren. Herkomst milieugevaarlijke stoffen Milieugevaarlijke stoffen worden verspreid naar water, bodem en lucht door gebruik van chemicaliën en producten waarin deze stoffen voorkomen door onder andere de industrie, landbouw en consumenten. Deze verspreiding vindt plaats via bijvoorbeeld uitstoot en lozingen door de industrie. Maar ook door gebruik van bestrijdingsmiddelen of de uitstoot van chemicaliën bij gebruik van consumentenproducten. Effecten van milieugevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen in lucht, water en bodem kunnen ongewenste effecten hebben op het functioneren van ecosystemen en op de gezondheid van mensen. Dit uit zich in een verminderd functioneren, bijvoorbeeld bij vogels in de vorm van verminderd broedsucces, verminderde weerstand, en dergelijke. Voor sommige stoffen uit dit zich vaak het eerst aan de top van voedselketens, als gevolg van het opstapelen van stoffen (bioaccumulatie). Ongewenste effecten zijn onder andere waargenomen bij visdieven, uilen en muizen en bij micro-organismen op verontreinigde bodemlocaties. Stoffenbeleid De doelstelling van het Nederlandse stoffenbeleid is zorg dragen voor een zodanig veilig gebruik van stoffen dat binnen één generatie (uiterlijk in 2020) mens en milieu geen of verwaarloosbare gevaren en risico's lopen. Daarnaast heeft de overheid een nieuwe (of aanvullende) lijst van prioritaire stoffen samengesteld sinds het eerste Nationale Milieubeleidsplan. De overheid streeft voor een groot aantal giftige stoffen naar een duurzame situatie in 2020, waarin een goede kwaliteit van bodem, water, lucht en leefomgeving is gerealiseerd en kan blijven gehandhaafd. Dit heeft geleid tot een afname van de uitstoot van diverse stoffen Trend Voor alle zware metalen geldt dat de gemeten concentraties in de lucht (ver) onder de niveaus van de Europese kwaliteitsdoelstellingen liggen. De afname kan worden toegeschreven aan de volgende ontwikkelingen: reductie van de emissie van arseen in de energiesector (tot 1995); afname van de cadmiumemissie bij de doelgroepen industrie en afvalverwerking en in het buitenland; afname van de emissie van lood door het verkeer; de emissies van nikkelverbindingen zijn in tien jaar tijd gehalveerd. Dit komt vooral door omvangrijke emissiereducties bij raffinaderijen. Zeescheepvaart was in 2005 de grootste bron van nikkelverbindingen met een bijdrage van 75% van het totaal. Toch worden er nog regelmatig vergunningen afgegeven waarbij grote hoeveelheden zware metalen mogen worden uitgestoten. Zo mag de RWE-centrale per jaar ruim 100 kg kwik uitstoten. Er is volgens de vergunning toegestaan dat er bij North Refinery ruim 100 kg zware metalen (arseen, cadmium en lood) 10.000 liter olie- en bezine-achtige stoffen mogen uitstoten.
6 140424-Achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta – Bijlage achtergrondinformatie
Natuur en Milieufederatie Groningen Zuiderpark 16 9724 AG Groningen
050 3130800
[email protected] www.nmfgroningen.nl
Lokale situatie – Groningen – Eemdelta – Oosterhorn Ondanks dat Nederland tot één van de meest vervuilde landen van Europa behoort, is de milieukwaliteit in Groningen relatief goed. Zo geldt dat de concentraties van zware metalen in de lucht afnemen van Zuid- naar Noord-Nederland. Toch zijn er al lange tijd zorgen in de gebieden rondom bedrijfsterrein Oosterhorn dat de uitstoot van diverse stoffen gezondheidsrisico’s met zich mee brengt. Vooral de ongecontroleerde en niet vergunde uitstoot van diverse onbekende mengsels van stoffen bij het bedrijf North Refinery heeft tot veel onrust geleid. Ondanks een rapport van de GGD en het toezicht van de Provincie is er nog steeds een risico op incidentele uitstoot van giftige stoffen. Daarnaast is er een continue emissie vanuit de bedrijven en de scheepvaart. Vooral deze laatste is een bron waar weinig zicht op is. Ondanks de strengere milieuvergunningseisen is de geleidelijk opeenstapeling van giftige stoffen een mogelijke reden tot zorg als het volledige braakliggende terrein op Oosterhorn wordt gevuld met zware industrie.
7 140424-Achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta – Bijlage achtergrondinformatie