In dit nummer: De geestelijke wapenrusting “Er zijn nog steeds vier plaatsen vrij” De stelling Spreekwoorden en gezegden Jeugdredactie in actie door Mark van Loosen
Voorwoord Colofon Jeugdleven is een uitgave van de Gereformeerde Jeugdcentrale Urk. Het verschijnt 5 keer per jaar. Een abonnement kost € 4,50 en kan elk moment ingaan. Een abonnement wordt jaarlijks automatisch verlengd. Bij beëindiging van het abonnement of bij een adreswijziging wordt u verzocht dit schriftelijk of telefonisch door te geven aan de abonnementsadministratie. Redactie: Leo Koster Caroline Kramer Adinda Meun Fokke Post Lobke Romkes Harnold Smit Jeugdredactie: Mark van Loosen Redactieadres: Jeugdleven Enkhuizerzand 18 8321 ZL Urk Tel. (0527) 68 55 00 Bankrekening: SNS Bank 95.43.14.514 Abonnementsadministratie: Klaas de Vries Gammels 11 8321 SG Urk Tel. (0527) 68 48 28
Jeugdleven is een uitgave van de Gereformeerde Jeugdcentrale Urk
Jeugdleven 2
Voor je ligt het eerste Jeugdleven van 2004. Het thema van dit nummer is ‘Reizen & Vervoer’. Dit keer al weer het één na laatste deel in de serie ‘De geestelijke wapenrusting’. Nu gaat het over het Schild des Geloofs. De volgende keer volgen de laatste twee delen samen. Eize Kaptijn heeft voor ons een boekverslag geschreven over Jeroen en Jessie die een spannend avontuur beleven in een trein. Kijk maar snel op pagina 5! Nieuw in dit Jeugdleven is de rubriek ‘De Stelling’. Hierin laten we zowel jongeren als volwassen reageren op een bepaalde stelling. Dit keer over lopen of fietsen. De zondagsschoolklas van juf Greetje en Petrina heeft een aantal tekeningen voor ons gemaakt over het thema ‘Reizen & Vervoer’. Een aantal tekeningen vind je op pagina 18. De overige tekeningen staan op onze internetpagina. Mark van Loosen heeft deze keer de pagina’s van ‘Jeugdredactie in actie’ gevuld. Op pagina 20 en 21 kun je zien wat hij gemaakt heeft. Ook nieuw is de rubriek ‘Spreekwoorden & Gezegden’. Sommige spreekwoorden vinden hun oorsprong in de bijbel. Met ingang van dit nummer hebben we een nieuw redactieadres. Als je iets leuks hebt gemaakt voor in het Jeugdleven, dan kun je terecht bij Caroline Kramer, Enkhuizerzand 18. Uiteraard wensen we je veel leesplezier met dit Jeugdleven. De redactie
Bij de voorplaat
Als mensen vroeger op reis gingen, moesten ze gaan lopen. Of ze gingen op een ezel, of, als ze wat rijker waren, met een paard. Op Urk zie je meestal meisjes met een paard rijden, maar dit keer trof de fotograaf twee jongens op een paard aan in het bos. Voorop zit Riekelt en daarachter Sjerp.
Stof tot nadenken... Jezus is een vriend die bij je binnenloopt, wanneer iedereen bij je is weggelopen. “Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.” Johannes 16 : 33
Jeugdleven 3
Efeze 5
De geestelijke wapenrusting toegepast op de M.E.
Schild des geloofs Een cordon ME’ers moet, na het ontdekken van drugsgebruik, een discotheek in hartje Amsterdam ontruimen. De actie wordt pardoes uitgevoerd, zodat zij de gebruikers op heterdaad kunnen betrappen. Wanneer er inderdaad talloze kilo’s pilletjes aangetroffen worden, wordt het pand gevorderd. Daarbij drijft de ME de verontwaardigde en zwaar benevelde bezoekers naar buiten. Die laten dit niet zonder slag of stoot gebeuren. Met hatelijke verwensingen en geweld proberen ze de ME’ers te intimideren en tot verkeerd gedrag uit te lokken. De helers daarentegen proberen een fluwelen gesprek aan te knopen met sommige politiemensen in de hoop nog iets van hun pillen terug te krijgen. Zij geven het korps groot gelijk dat dit moet gebeuren en prijzen de individuele prestaties van de politieagent, waar ze mee staan te slijmen. Zo proberen ze binnen de discotheek te blijven en zo hun handelswaar alsnog te redden. Wanneer één ME’er, gevoelig voor die mooipraat, z’n schild laat zakken, komen er plotseling meer helers om hem heen staan en beloven hem een leuke beloning als hij met hen meewerkt. De ME’er blijkt bevattelijk te zijn voor hun plan en gaat naar de buit, om te kijken of een collega, die de pillen staat te bewaken, te porren is voor het afstaan van een deel van de vangst. Hij kent hem goed, zodat de kans groot is dat hij niet moeilijk gaat doen; het gaat tenslotte slechts om een tiende
Jeugdleven 4
deel. De plaatsvervangend commandant merkt echter dat er iemand mist in de linie en gaat op onderzoek uit. Spoedig verneemt hij waar onze ME’er mee bezig is en schorst hem meteen. De helers worden hardhandig geboeid en voor een proces-verbaal afgevoerd. De tent is eindelijk weer schoon! Dit voorbeeld toont het belangrijke verschil tussen het schild en het borstpantser, namelijk: het borstpantser beschermt je tegen de toorn van God over de zondeval en het schild beschermt je tegen de aanvallen van de tegenstander van God die de mens tot zonde verleid heeft. Het geloof in Christus blust de brandende pijlen uit, die de duivel van een afstand op ons afschiet. De Here Jezus bidt voor ons bij de Vader en de Vader kijkt bij ons of wij rekening houden met Zijn Zoon door op Hem te vertrouwen. Trouw zijn aan hem. Geloven is Vertrouwen. Laten we dat vertrouwen niet verliezen, want dan ontstaan er barsten in je schild. Hier geldt het versje ‘Lees je Bijbel, bid elke dag. Dat je groeien mag.’ Groeien in het geloof. Geloven doe je in de Zoon van God en ook in de wapenrusting die je van hem krijgt. Geloven in jezelf is er dus niet bij. Geloof liever in gemeenschap met anderen, want als jij een zwak moment doormaakt, kan de gemeenschap je steunen en je zo beschermen tegen compromissen met de duivel. Een voorbeeld van iemand die in zichzelf geloofde, is Petrus. Hij wist heel zeker dat hij z’n Heiland nooit zou verloochenen. Ook Goliath was overtuigd van z’n eigen kunnen. Niemand was groter en sterker dan hij, maar hij hield er geen rekening mee dat het steentje van David, door een sterk vertrouwen, geleid werd naar z’n zwakke plek. Stelling: Wanneer we de tegenstander uit beginnen te dagen, laten we ons geestelijke schild zakken.
Jeroen en Jessie op het spoor Jeroen en Jessie hebben een project op school over treinen. Jeroen vraagt aan ome Daan of hij zijn pet mag lenen. Ome Daan is trein conducteur. Jeroen moet ome Daan beloven dat hij de pet alleen in de klas zal laten zien, maar op het schoolplein laat Jeroen de pet toch stiekem aan zijn vriendje zien. Dan komt Wilco erbij de vervelendste jongen van de klas, en dan... Als Jeroen en Jessie de volgende dag de pet terug brengen naar ome Daan, mogen ze met hem mee naar het station en daar is heel wat te zien. In de vakantie mogen ze met ome Daan een dagje mee treinen. Alles verloopt rustig totdat er wordt omgeroepen “pas op voor zakkenrollers!!”, wie is die zakkenroller ? Jeroen en Jessie beleven een heel spannend avontuur in de trein. Dit boekverslag is gemaakt door Eize Kaptijn, 9 jaar. Jeugdleven 5
INTERNET Hier bespreken wij een aantal sites op internet, die interessant zijn om eens te bezoeken.
Auto’s, vrachtwagens, treinen, vliegtuigen, fietsen: overal om je heen kom je deze vervoermiddelen tegen. Veel links naar informatie over auto’s zijn te vinden op http://auto.pagina.nl. Hier staat bijvoorbeeld een link naar BMW (http:// www.bmw.nl). Een Urker autobedrijf is bijvoorbeeld Van Slooten: http://www.vanslooten.nl. Vrachtwagens zijn ook op internet te vinden, surf bijvoorbeeld eens naar http:// www.daf.nl of http://www.scania.nl, meer links zijn te vinden op http:// vrachtwagen.pagina.nl. Verder is informatie over treinen te vinden op http://www.ontdekns.nl/xhtml/ basisschool.html, waar ook heel veel info is te downloaden voor bijvoorbeeld je spreekbeurt! Meer links over treinen op http:// trein.pagina.nl. Wie aan vliegtuigen denkt, denkt natuurlijk aan de KLM, die op internet te vinden is op http://www.klm.com, en aan Schiphol, te vinden op http://www.schiphol.nl. Veel over de ontwikkeling van de fiets kun je lezen op http://home.student.uva.nl/judith.manni/ONTWIK_1/ontwik_1.HTM. Daar zijn ook foto’s te vinden van de ouderwetse fietsen. Meer foto’s van deze oude fietsen zijn te vinden op http:// www.perumountainbike.com/historiai.htm en http://www.pedalinghistory.com/ PHbikbio.htm. Misschien ga je wel eens op vakantie, of misschien wel meerdere keren per jaar. Veel mensen blijven in Nederland en gaan Jeugdleven 6
bijvoorbeeld naar de Waddeneilanden. Info over de Waddeneilanden is bijvoorbeeld te vinden op http://www.vvv-wadden.nl en http://www.startkabel.nl/k/ waddeneilanden. Maar er zijn ook veel mensen die naar het buitenland gaan. Als je op vakantie gaat kun je zelf gaan zoeken, maar je kunt ook naar een reisbureau gaan, die heel veel reisgidsen heeft. Kijk voor reisbureaus eens op http:// reisorganisaties.pagina.nl. Voor algemene info kun je terecht op http:// reizen.pagina.nl. Maar om op vakantie te gaan kun je ook dicht bij huis blijven: ook Camping Hazevreugd is op internet te vinden: http:// www.hazevreugd.nl. Hoe je verder vakantie kunt vieren op Urk staat beschreven op http://www.urkpromotie.nl. Verder veel reis- en vakantieplezier toegewenst!
KINDERRECEPT: POPCORN Nodig: 50 gr. maïs om te poppen 1 eetlepel olie Neem een hoge pan met een dikke bodem en een goed sluitende deksel. Verwarm de olie (niet laten dampen!) Voeg de popmaïs toe (niet meer dan een bodempje!) en sluit de pan. Zorg ervoor dat de maïs niet aanbrandt, door af en toe te schudden of het vuur wat lager te zetten. Open de pan pas als het 'poppen' helemaal afgelopen is. Strooi er een beetje zout overheen voor de smaak, maar niet te veel. Serveer elk kind een eigen portie. Jeugdleven 7
Kleurplaat + Raadsel Welke lijn moet het paard nemen om bij het suikerklontje te komen?
Jeugdleven 8
"Er zijn nog steeds vier plaatsen vrij"
R
oel van Slooten, wie kent hem niet. Hij werkt al jaren bij Garagebedrijf Van Slooten. Je kunt hem daar van maandag tot en met zaterdag vinden. En op zondag brengt hij de oudere gemeenteleden naar de Bethelkerk.
Garagebedrijf van Slooten is een familiebedrijf. Vroeger was het bedrijf van de vader en de oom van Roel. Het was oorspronkelijk een taxibedrijf voor de visserlui. Op maandag en vrijdag verzorgden ze het vervoer van en naar de kotters. Op de andere werkdagen namen ze het vrachtvervoer voor hun rekening. Dit gebeurde eerst met paard en wagen, later met de trekkar en op het laatst met een vrachtwagen. Toen alles economisch beter werd, kochten de vissermannen zelf een auto. Vanaf die tijd hebben ze zich toegelegd op de verkoop van auto’s. Op dit moment heeft garagebedrijf Van Slooten naar alle tevredenheid dealerschap met Mazda, Hyundai en Ford. Roel heeft ongeveer 12 jaar naast het bedrijf gewoond en was altijd al een garagejongen. Toch is het niet de bedoeling geweest om in de voetsporen van z’n vader te treden. Het was de bedoeling om iets met varen te gaan doen. Wat wist hij nog niet precies, maar hij volgde onderwijs aan de Visserijschool. Het laatste jaar van z’n opleiding begon hij te twijfelen. De richting die hij koos, kostte hem een vrije middag. Als hij economie en handelskennis in zijn vakkenpakket koos, had hij twee middagen vrij. Koos hij het vakkenpakket wat hij nodig had voor de grote vaart, had hij maar één middag vrij. Roel wilde zijn vrije middag niet kwijt, dus de keus was snel gemaakt. Na diverse omzwervingen, twee jaar school en daarna autoverkoper in Almere, begon hij op 21-jarige leeftijd als autoverkoper in het familiebedrijf. Dat is nu 15 jaar geleden. Op zondag verzorgt Roel het vervoer van en naar de Bethelkerk voor de oudere gemeenteleden. Z’n vader Jannes is hiermee begonnen. Chiel Post, voormalig medewerker van garagebedrijf Van Slooten, nam dit van zijn vader over. Als Chiel een keertje verhinderd was, bracht Roel de mensen naar de kerk. Toen Chiel ermee stopte, heeft Roel het eigenlijk automatisch van hem overgenomen. Omdat er nog steeds vier plaatsen over zijn in het busje en hiervoor niet meer geadverteerd wordt in het kerkenblad, wil Roel hierbij een oproep doen: Als u iemand kent die moeilijk naar de kerk kan komen, dan kunt u contact opnemen met Roel van Slooten.
Jeugdleven 9
De tien(er)vragen aan: Jacob Wakker (is ouderling van onze kerk geweest) 1. Wat is uw naam, bent u getrouwd, heeft u kinderen en wanneer waren uw tienerjaren? Jacob Wakker, getrouwd met Hennie Pruiksma, heb vier kinderen, 6 kleinkinderen, twee schoonzoons en een schoondochter. Van 1961 tot 1971 waren mijn tienerjaren. 2. Waar denkt u aan bij de volgende woorden: a. Puber: Aan mijn eigen kinderen in hun puberjaren, waar ik dus moedeloos van werd en echt niet tegen kon/kan en dan verbaasde ik me als ik zag hoe mijn vrouw er wel tegen kon/kan en alles in goede banen kan leiden. b. Jeugdvrienden: Harm Oost; nog steeds mijn vriend. Gerrie Oost; is politieman in IJmuiden, en Lubbert Kramer; is verdronken op de Larissa. c. School: Dan denk ik aan meester van der Meulen. Ik wou met alle geweld van school af en visserman worden toen ik 14 jaar was. Meester van der Meulen wou dat ik eerst mijn ULO-diploma haalde. Je krijgt er later spijt van als je van school gaat, zei hij dan. Hij heeft gelijk gekregen. Wel ben ik later weer naar school gegaan voor mijn stuurmandiploma en heb ik andere cursussen gedaan. 3. Hoe was u als puber? Stoer, uitkomend voor je geloof? Als puber was ik volgens mezelf niet moeilijk, ik ging naar de catechesatie en 1x naar de kerk omdat dat moest. Mijn vrienden moesten ook naar de kerk en dus ging ik samen met hen. Zo gingen we toen al de ene keer naar de hervormde kerk en de andere keer naar een gereformeerde kerk. Maar voor je geloof uitkomen in die tijd was er toen nog niet zo erg bij. Ik ging liever naar de wabu of over de haven kuieren. 4. Wat deed u op zaterdagavond/zondagavond? Zaterdagavond om zes uur naar de ‘laare’, daarna naar de wabu, toen nog de enige bar voor de jongeren. Om half tien was mijn zakgeld op en dan gingen we vaak naar een van de ouders thuis waar we altijd wel wat lekkers en te drinken kregen. Toen ik ongeveer 17 was kwamen we ook wel bij wat nu het Haventje van Urk is, om een kaartje te leggen of te biljarten.
Jeugdleven 10
Op zondagavond gingen we na de kerk als vier vrienden brood eten bij een van onze ouders, dan naar de torenstraat waar heel Urk samen kwam, heel gezellig!!! Daarna naar een kotter voor een biertje en om half elf naar bessien en bebe voor chocomel, de was meenemen en genacht zeggen. 5. Wat vond u als jongere van de kerkdiensten? Zondagsmiddags ging ik met mijn moas naar de kerk, ik hoorde het allemaal aan tot de preek begon. Dan ging het hoofd op de bank en wachtte je tot de dominee amen zei. Ik denk nu nog wel eens hoofdschuddend aan die tijd terug. Alleen als de kraakwacht in actie kwam (om de orde te bewaren, want het was vaak rumoerig op de kraak), dan ging het hoofd weer de lucht in en dan afwachten welke kant de kraakwacht opging, altijd wel spannend! Wat wel indruk op me maakte was als de dominee in het gebed de vissers opdroeg om bescherming bij storm en ontij te bieden, en dan zongen we gezang 28, het avondlied. 6. Hoe was in uw tienerjaren uw geloofsleven? Je geloofde wel dat er een God was, maar persoonlijk deed ik er weinig mee. Jongensclubs of verenigingen waren niets voor mij, dat kwam pas later toen ik vaste verkering kreeg. Toen ging ik ook pas beseffen dat ik veel onderwijs in het geloofsleven heb laten liggen. Vanaf die tijd ben ik bewust naar de kerk gegaan en ben ik tot de ontdekking gekomen dat als je luistert naar de preek het geloof begint te leven. Dat je dan tot de ontdekking komt dat God van je houdt en je het Leven aanbiedt. En ik in mijn tienerjaren God maar zo veel mogelijk ontlopen… 7. Wat is het grote verschil tussen uw geloof van toen als kind en uw geloof van nu? Als kind geloof je in God en in de Here Jezus, maar kun je het eigenlijk geen plek geven. Je kent natuurlijk de bijbelse verhalen van school en iedere week je psalmversje leren. Maar als je ouder wordt begin je te begrijpen dat het God om jou gaat. En dan verwonder ik me erover dat Hij van mij houdt zoals ik ben, als ik dan zie hoe ik me gedraag, geneigd tot alle kwaad, dan is er elke dag die verwondering van zijn liefde voor mij, voor ons. En daarom mogen we elke dag Hem de eer en de lof brengen voor zijn goedheid. Hem danken voor zijn liefde en vragen ons te laten leiden door Hem die ons is voorgegaan. 8. Wat is uw leukste jeugdherinnering en wat het minst leuke? Mijn leukste jeugdherinnering was dat ik lag te rollen in de sneeuw met een meisje, met een rood ponchootje aan, waarvan ik toen al dacht dat het later mijn vrouw worden zou... en dat werd ze ook nog! Mijn minst leuke is dat ik mijn moeder geplaagd had die toen drie huizenblokken achter me aan had gezeten, en me maar niet te pakken kon krijgen. Toen heb ik me maar laten pakken en heb ik een pak slaag gekregen.
Jeugdleven 11
9. Wat is het verschil van de jeugd van toen en de jeugd van nu? De jeugd van nu staat aan veel meer verleidingen bloot, door reclames op televisie, muziekprogramma’s en radio, dat was vroeger veel minder. De jeugd van nu is veel zelfstandiger met al zijn voor- maar ook nadelen. 10. Wilt u de jeugd van nu nog wat meegeven? In de bijbel staat: “Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede”. Maar weet dat heel veel dingen al onderzocht zijn en dat hoeven wij dus niet meer te doen. Ik bedoel dus de uitwerkingen van drank, drugs en rookwaren zijn bekend, dus hoeven wij niet meer te onderzoeken. Ook voor de reclames op televisie moeten we op onze hoede zijn, want de wereld wil ons alles geven behalve het Leven.
Steden-zoek-spel Welke acht plaatsen staan hier afgebeeld?
Jeugdleven 12
De Stelling is een nieuwe rubriek in het Jeugdleven. We leggen een stelling voor aan jongeren & volwassenen en vragen hier een reactie op. Iedere keer hebben we een andere stelling. De stelling voor dit nummer is:
Hier zijn de volgende reacties opgekomen: 1. “Ik ken m’n maat, dus ik zou op de fiets kunnen gaan, maar ik ga altijd lopend.” 2. “Ik drink weinig, ik ga altijd op de fiets of met m’n moat in de auto. Die is dan de BOB.” 3. “Ik ga op de fiets, want ik heb geen scooter. Maar het maakt eigenlijk niet uit. Of je nu hard valt of zacht, je valt en dat doet zeer.” 4. “Op de fiets, anders duurt het zo lang voor je thuis bent en ik ken m’n maat.” 5. “Ik drink geen drank, dus ga ik met de auto of met de fiets weg. Ik heb geen scooter.” 6. “Lopend uitgaan is veiliger, maar de rest is sneller. Maar ik weet wat ik kan drinken.” 7. “Ik ga echt niet fietsen. Dat ben ik verleerd. Ik ga op de brommer, omdat ik te lui ben om te lopen of te fietsen. Daar word ik zo moe van. Met drank op kan ik net zo goed rijden, ik rijd namelijk maar 35 km per uur, dus dat is volgens mij net zo snel als op de fiets.” 8. “Achter op de snorfiets, dat is veiliger. Degene die rijdt is namelijk de BOB.” 9. “Als je echt teveel op hebt, laat je dan naar huis brengen.” Zoals u ziet is het hartstikke leuk, om de verschillende reacties van mensen te zien. Daarom willen wij u hierbij vragen om op de stelling te reageren. De stelling voor de volgende keer is:
Uw reactie kunt u opschrijven en in de Jeugdleven-bus deponeren (achter in de kerk). Ook kunt u hem afleveren op het volgende adres: Adinda Meun, Wijk 7 - nr. 58. U kunt dit doen tot 27 maart 2004. Natuurlijk gebeurt dit anoniem. Jeugdleven 13
Kom aan boord
Jeugdleven 14
Jeugdleven 15
Ut Imd van je leef..... Marretje Bos Van wie bin je dur iene? Hampe en Lub Bos. Oe zwoar bin je? Achtunveertug kilo. In oe lank? Ien meter zesunzestug. In oe oud bin je dan? Vijftien. In bin je ok nog een bietjen vurliefd? Nee. Op wat voor school zit je of wat voor werk doe je? Berechja College 4VMBO. Wat dacht je vroeger welk beroep je later zou krijgen? Dierenarts. Wat zijn je hobby’s? Mijn eigen paard. Jeugdleven 16
Wat zou je binnen de kerk willen doen? Ik hoef niets speciaals te doen. Zou je iets aan de kerkdienst willen veranderen, zo ja wat? Misschien wat meer gezangen. Wat betekent geloof voor je in het dagelijks leven? Het houdt je bezig en je ziet het overal om je heen. Wat zou je voor antwoord geven op de vraag: hoe weet je dat God bestaat? Je ziet het aan alles om je heen, hoe goed je het wel niet hebt zoals elke dag weer brood op de tafel. Wat vind je van het Jeugdleven? Errug leuk blad met vele verschillende dingen.
Zou je wat aan het Jeugdleven willen veranderen? Een interview met de dominees lijkt me wel leuk. Waar denk je aan bij de woorden: Vriendschap: Erg belangrijk in je leven. Uitgaan: Lol maken. Geld: Het gaat veel te snel op. Wat is je beste eigenschap en wat is je slechtste eigenschap? Beste: ik kan goed luisteren. Slechtste: ik ben best rommelig. Wat is je favoriete muziek? R&B, hiphop, ik vind eigenlijk alles wel leuk. Wat is je raarste gewoonte? Heb ik niet (denk ik). Wat is het leukste/gaafste/ heftigste dat je ooit hebt gedaan? Vakantie naar Spanje. Wat was je laatste, grootste blunder? Ik zat nog op het Emelwerda College, daar gleed ik van de trap af (de
laatste paar treden) en toen greep een meisje me net in m’n kraag. Wanneer had je voor het laatst de slappe lach? Op school, maar dat heb ik altijd met m’n moat. Waar mogen ze je ‘s nachts voor wakker maken? Liever niet, laat mij maar liggen. Hoe breng je een vrije dag door? Uitslapen tot een uur of één en dan wat met m’n moas doen. Wat vind je geldverspilling? Gokken. Wat vind je een mooi bijbelverhaal? Noach. Wat vind je de mooiste psalm/ gezang? De Heer is mijn Herder (Psalm 23). Wat is je wens? Later gelukkig worden. Wie is de volgende en wat wil je tegen diegene zeggen? Jojanneke van der Meulen, veel succes.
Jeugdleven 17
Van de zondagsschool Van de klas van juf Greetje en juf Petrina, van groep 4 van de Beatrixschool, kregen we een aantal mooie tekeningen over het thema ‘Reizen & Vervoer’.
Jantine maakte een tekening van een paard.
Boudien tekende Jozef en Maria, die op weg zijn op een ezel Vrouwke tekende de vissersboot van de discipelen, waarmee Jezus naar de overkant van het meer wordt vervoerd.
Jeugdleven 18
Wie ben je en wat doe je voor de kerk? Ik heet Cees Hoekstra, ben jeugdouderling, zit in de Jeugdraad, het Jeugdleven en de begeleidingscommissie Jeugdpastoraat. Hoe ben je daartoe gekomen? Door God, als die mij niet had laten geboren worden bij gelo‐ vige ouders. Die mij vervolgens gedoopt en onderwezen had‐ den in de dingen van de Bijbel, meenamen naar de kerk en met de juiste vrien‐ den of mensen om mij heen, zou ik hierop niet kunnen antwoorden. Rond mijn twintigste levensjaar heb ik een bewuste geloofskeuze gemaakt. Door deze keuze deed ik een aantal jaren daarna belijdenis van mijn geloof. Gelijk daarna nam mijn buurman mij mee voor (inval)leiding bij een jongensvereni‐ ging. Dit resulteerde in 15 jaar club geven en acht jaar bestuur Jeugdcentrale. Doordat je kerkelijk betrokken raakt en leeft voor je geloof, kom je van het een in het andere. Zoals in het Jeugdleven, Jeugdpastoraat, Jeugdraad en Kerkenraad. Daarbij vind ik organiseren en financiële verantwoordelijkheid leuk. Als je die gave of dat talent mag gebruiken voor werken aan de kerk, krijg je daarin veel voldoening. Ik begreep vooraf nooit wat ze bedoelden met de uitspraak van “de eerste zegeningen zijn voor jezelf”. Daar kom je pas achter als je iets voor de kerk doet, wanneer je club geeft, of mee mag werken aan een Gemeentedienst in de Schelp, of een Gezinsdag met Elly & Rikkert, enz. Hierbij krijg je het gevoel dat je (aan)geraakt of gedragen wordt door de Heilige Geest. Dit geeft aan je geloof een extra dimensie en tevens een verrijking aan heel je leven (in Hem). Dan is het ook een eer als je gekozen wordt door de gemeente voor een taak binnen de kerk als (jeugd)ouderling of diaken of voor andere taken. Hierin groei je, word je da‐ gelijks versterkt en begrijp je veel meer dingen dan voorheen. Ook zijn er in dit werk teleurstellingen waar je overheen moet komen. Hiervoor ontvang je kracht en kun je alleen maar dragen als je veel liefde voor elkaar hebt en vertrouwt op God. Ik wil daarom ook besluiten met de gedachte dat als je niets doet met je ga‐ ven of talenten die je gekregen hebt, het een verarming voor jezelf is. (Matt. 25: 14‐30) Met broederlijke groet, Cees Hoekstra Jeugdleven 19
Onder redactie van: Mark van Loosen
Ik ben Mark van Loosen. Ik ben 11 jaar en zit in groep 8. Mijn hobby’s zijn voetbal, poeren en mondharmonica spelen. Later wil ik graag politieagent worden. Vervoer is heel belangerijk.we kunnen er niet buiten in deze maatschappij. Er zijn verschillende vervoersmiddelen. auto,bus,vrachtauto,boten,vliegtuigen,De fiets,en de brommer enzovoort. vroeger werd alles lopent en met dieren vervoert. nu gaat alles veel makkelijker met vrachtauto vliegtiug of per boot en trein. En wie weet wat er in de toekomst nog bij komt bijvoorbeelt internet. het wort ons allemaal makkelijk gemaakt,want we stappen met kleine afstanden de auto in of op de brommer. het is gezonder om op de fiets te stappenen het beeter voor het milljeu. met elkaar carpolen of het openbaarvervoer nemen is een beter plan. Zelf vervoer ik folders en een krant met m'n fiets.
Jeugdleven 20
Nu wat moppen. Cees en Jacob reden op de fiets. Ineens stapt Jacob af. En laat zijn banden leeg lopen. Cees zegt waarom doe jij dat nou. mijn zadel stont te hoog. Het rijst door de wereld en zit tog in een hoekje. een postzegel. Er komt een man de bus in en vraagt aan de buschaufeur moet ik voor deze kinderen betalen onder de vijf jaar niet meneer. O gelukkig ik heb er vier bij mij.
Deze tekening is gemaakt door mijn zus Maria
Jeugdleven 21
Onze taal kent een heleboel spreekwoorden en gezegden. Maar waar komen die spreekwoorden en gezegden toch vandaan? Wist je dat een aantal spreekwoorden uit de bijbel afkomstig is? Hieronder volgen er een paar, met hun uitleg en waar ze vandaan komen.
De lier aan de wilgen hangen Met een bepaalde activiteit of met een beroep stoppen. In plaats van lier wordt vaak iets genoemd dat direct te maken heeft met de activiteit of het beroep waarmee iemand stopt. Wilgen zijn bomen met heel buigzame takken. Een lier is een snaarinstrument. In het vroegere Griekenland begeleidden dichters zichzelf vaak op een lier. Ze zeiden hun gedichten op en maakten tegelijkertijd muziek op een lier. Psalm 137: Aan Babels stromen daar zaten wij, ook weenden wij, als wij aan Sion dachten. Aan de wilgen aldaar Hingen wij onze citers. Jeugdleven 22
In deze regels gaat het dus nog niet over een lier maar over een citer. Een citer is eenzelfde soort snaarinstrument als een lier. Met Sion is de stad Jeruzalem bedoeld. Je handen wassen in onschuld wassen Laten merken of zeggen dat je vindt dat je ergens geen schuld aan hebt. De uitdrukking komt uit de bijbel. Toen Jezus gevangengenomen was, werd Hij naar Pilatus gebracht, die hem moest veroordelen. Het volk wilde dat Jezus gedood zou worden, maar Pilatus vond dat daar geen redenen voor waren. Hij liet Hem wegvoeren, terwijl hij zijn handen waste. Daarmee gaf hij aan dat hij geen schuld wilde hebben aan het oordeel van het volk.
Door het oog van de naald kruipen Maar net kunnen ontkomen aan gevaar. Het oog van een naald is het gaatje in een naald waardoorheen een draad getrokken moet worden. De uitdrukking komt uit de bijbel. In Mattheüs zegt Jezus dat het voor een kameel gemakkelijker is om door het oog van een naald te kruipen dan voor een rijke om het koninkrijk Gods te komen.
Mt. 19:24: 23 Jezus zeide tot zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg U, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der hemelen binnengaan. 24 Wederom zeg Ik u, het gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat. 25 Toen de discipelen dit hoorden, waren zij zeer verslagen en zeiden: Wie kan dan behouden worden? 26 Jezus zag hen aan een zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
Welke plaatjes horen bij elkaar?
Wie hoort bij welk transportmiddel? Iedere persoon heeft een nummer en ieder transportmiddel heeft een letter. Zoek het juiste transportmiddel bij de juiste persoon. Zo krijgt ieder cijfer een letter. Als je de letters in de juiste volgorde achter elkaar zet, krijg je er een woord uit. Welk woord is dat? Jeugdleven 23
Van de jeugdpastor
T
oen ik nog naar het voortgezet onderwijs ging, moest ik elke dag van Bunschoten naar Amersfoort fietsen, ongeveer 12 kilometer lang. Meestal was het prima te fietsen, met soms mooi zonnig, maar meestal bewolkt en droog weer. Soms regende het en dan baalde ik flink. Vooral omdat je dan die regenpakken aan moest. Het aantrekken was al een heel gedoe, want die pakken waren wat kleverig. Maar wat dacht je van het uittrekken. Je kleren waren nog steeds nat, niet van de regen, maar van het zweet. Tijdens zo’n regenachtige fietstocht zat ik altijd te balen en verlangend naar de autoweg te kijken die langs het fietspad ging. Dan dacht ik: “was ik maar 18” of “had ik maar mijn rijbewijs” of “mocht ik maar autorijden, want dan zat ik warm en droog”. Ja dat regenweer heb ik vaak vervloekt en ik heb lang reikhalzend uitgekeken naar het halen van mijn rijbewijs. En toen ik hem had (in één keer) werd ik gelijk op mijn wenken bediend. Ik mocht voor mijn studie van Bunschoten naar Kampen rijden met de auto van mijn moeder. En juist die eerste periode was het heel nat. Oh, wat genoot ik achter het stuur. Oh, wat zag ik weinig door mijn ramen. Oh, wat reed ik hard Jeugdleven 24
er doorheen. Maar ik zat warm en droog. Nu ik wat ouder ben denk ik daar niet zo vaak meer aan. Maar sinds ik op Urk woon ben ik weer meer gaan fietsen. Heerlijk, de frisse lucht in. Heerlijk, wat beweging. Soms een klein buitje… nou ja, ik ben niet van zout. Met echt slecht weer pak ik natuurlijk de auto, maar anders probeer ik zoveel mogelijk te fietsen. Dat is voor mij en voor het milieu veel gezonder. De laatste maanden gebeurde het nog wel eens dat het erg slecht weer was, precies op de avonden van catechisatie. En toen kwamen mijn “geloofshelden” als verzopen katten binnendruppelen. Ze hadden regen en wind getrotseerd (en zelfs één keer sneeuw) om op de lare te komen. Ja, ik was ook wel op de fiets, maar ik hoef niet zo ver: van de Petrakerk naar de Bethelkerk. Een compliment voor al die jongens en meiden die zelf kwamen fietsen. Natuurlijk waren er ook die gebracht waren, maar de meesten maakten gebruik van hun eigen vervoermiddel: de fiets. In de tijd van de Bijbel had je geen
auto’s. Als je niet wilde lopen, dan nam je een “rijdier” (een ezel) of een paard. Voor de mensen met meer geld was er paard en wagen. Hoe Jezus ging lees je niet echt, maar het komt zo over als dat Hij over land ging dat Hij dan lopend was. Varen deed Hij ook regelmatig. Beide manieren van vervoer zijn niet zo snel. Maar moet het altijd snel? Natuurlijk, als je verder weg moet is het fijn dat je er snel komen kan, maar snel is ook vaak onveilig. Als je bijvoorbeeld veel op doorgaande wegen zit, dan kom je op snelheden waar je – als je een foutje maakt – grote brokken kan maken. Misschien ben je wel eens gevallen op de fiets, dan weet je wel wat ik bedoel. Ook het rijden op brommers en scooters is niet de veiligste manier om van A naar B te gaan. Er gebeuren veel ongelukken mee met ernstige verwondingen. Zou de Here Jezus in onze tijd geen auto of scooter hebben genomen om van A naar B te gaan? Ik weet het niet. Aan de ene kant vervuilen ze best wel. Aan de andere kant kom je wel verder en kan je meer plaatsen bereiken. Maar misschien wilde de Here Jezus dat wel niet. Want soms is het wel eens goed dat je tijd voor elkaar neemt. Met de auto wil je nog wel eens naar een ander
gaan, maar als je loopt of fietst dan is dat niet mogelijk. Zo ook als je “vort” gaat. Op de fiets kan je wel snel, maar met de scooter of auto is het een klein kunstje om snel naar een andere “tent” te gaan, misschien zelfs buiten Urk. Maar op de fiets doe je dat niet. Dat maakt het ook dat “vort” gaan met de fiets veiliger is. Maar als je veilig wilt fietsen, doe dan in het donker je licht eens aan! Automobilisten kunnen jullie amper zien. Ze hoeven maar één keer een foutje te maken en een erg ongeluk is gebeurd. Dat wil je toch niet op je geweten hebben dat jijzelf jezelf in gevaar brengt en een automobilist door jouw laksheid en stommiteit een ongelukkig leven wilt geven? Nou dan, aan dat ding en laat je licht maar schijnen. Niet alleen je fietslamp. Maar je mag dat ook in je geloof doen. Hoe bewust ga je de weg op? Denk je dat je alleen op de wereld bent of moet je ook rekening met elkaar houden. In dit geval gaat het natuurlijk om het laatste. En daarover heeft de Here Jezus gezegd dat je je naaste lief moet hebben als jezelf. Allemaal een veilige vaart in het verkeer gewenst en tot ziens. Ds. Arend-Wim Estié E-mail:
[email protected] Of:
[email protected]
Jeugdleven 25
Reizen over land
R
eizen was ongemakkelijk en gevaarlijk: je verdwaalde al snel en er waren veel rovers die reizigers aanvielen.
WEGEN In de tijd van het Oude Testament bestonden alle wegen uit karrensporen. Die karrensporen kregen indrukwekkende namen, zoals ‘de weg van de zee’, of ‘de koninklijke weg’, maar ze deden hun naam geen eer aan. In 1200 v. Chr. schreef een Egyptenaar dat de wegen in Kanaan ‘vol met keien en steentjes waren… overwoekerd met stengels, dorens en struiken.’ Als een koning of heerser op reis ging, ging er iemand voor hem uit om de wegen te repareren. ROMEINSE WEGEN De Romeinen waren het eerste volk dat goede wegen maakte. Hun (in totaal 80.000 km.) rechte wegen hadden net zoveel invloed op de wereld als de uitvinding van trein, auto en vliegtuig in deze eeuw. Romeinse legers en boodschappers konden nu snel naar elk deel van het rijk reizen. Alleen soldaten en boodschappers van de regering mochten de wegen gebruiken. Andere reizigers moesten ernaast lopen! De wegen waren gemaakt van een laag zand, een laag stenen en een laag steengruis dat met cement vermengd was. Daar bovenop kwamen Jeugdleven 26
grote straatstenen die aan beide kanten schuin afliepen naar een goot. Om de 1000 passen (1480 m.) werden mijlpalen neergezet. In Romeinse winkels kon je kaarten kopen van het Romeinse wegennetwerk. TRANSPORT De meeste mensen liepen of reden op een ezel. Kamelen werden voor lange afstanden in de woestijn gebruikt, om handel te drijven. De karren, die door ossen getrokken werden, waren niet geschikt voor de rotsachtige bergpaden in Israël. Ze werden soms wel gebruikt om producten van de boer te vervoeren. RIJKE MENSEN OP REIS In de tijd van het Nieuwe Testament reisden rijke en belangrijke mensen in wagens met vier paarden ervoor. Heel rijke mensen konden een wagen met twee wielen huren en die zelf besturen. De meest luxueuze manier van reizen was in een draagstoel die gedragen werd door slaven.
Reizen over zee
V
eel joden waren bang voor de zee. Als je een schipbreuk al overleefde, liep je het risico door piraten te worden gedood. Gewoonlijk reisden alleen soldaten en handelaren over zee. De Egyptenaren en Foeniciërs waren bekwame scheepsbouwers.
SALOMO’S MARINE Slechts één koning van Israël bouwde ooit een vloot: koning Salomo. Om dat voor elkaar te krijgen, sloot Salomo een overeenkomst met de beste zeelui en scheepsbouwers die er waren: met de Foeniciërs. VISSERSBOTEN Het meer van Galilea is geen zee, maar een groot meer in het binnenland van Kanaän. Als Jezus naar de andere kant wilde oversteken, deed Hij dat per vissersboot. Alle vissersboten hadden roeispanen en sommige hadden zelfs zeilen. Jezus en zijn twaalf discipelen pasten net met z’n allen in één boot. PAULUS OP ZEE Paulus maakte een paar dingen op zee mee die je de haren te berge doen rijzen. Lucas’ verslag van Paulus’ schipbreuk is een van de beste beschrijvingen van een zeereis uit de antieke literatuur. Paulus heeft waarschijnlijk met een graanschip gereisd. Het schip heeft waarschijnlijk een gebeeldhouwde figuur op de boeg gehad, die de naam van het schip uitbeeldde. Zeelui zagen hun schip graag als persoon. Vaak schilderden ze een oog aan elke kant van de boeg.
De mast in het midden droeg een groot vierkant zeil en een klein marszeil. Een klein zeil aan de voorkant, een ‘fok’, werd gebruikt als hulp bij het sturen. De achterkant van het schip, de achtersteven, werd vaak gebouwd in de vorm van een ganzennek met een ganzenkop er op. Twee grote roeispanen aan de achtersteven dienden als onderwaterroer. Er waren drie zware ankers. BEMANNING EN PASSAGIERS
Er bestonden geen passagiersschepen. De reizigers sliepen op het dek van een vrachtschip en brachten hun eigen matras, eten en serviesgoed mee. Er zaten 276 mensen op het schip van Paulus. Er waren geen kompassen, de kapitein bepaalde zijn positie met de sterren.
Jeugdleven 27
Zoekpuzzel In deze puzzel vind je allemaal woorden die te maken hebben met reizen en vervoer. Kun jij ze allemaal vinden?
B U S H A L T E B R O M M E R H V N
Y S T E O K D U B B E L D E K K E R
Z T R F N D L E V G E I L V H G R F
E A A T T S I N I H C A M S A W V Y
aanhangwagen autoped brommer bus bushalte conducteur cruiseschip driewieler dubbeldekker ezel fiets Jeugdleven 28
I T M R D G O E D E R E N W A G O N
L I O U V R A C H T W A G E N F E T
B O C C G N I M N G G N V D V P R R
O N O K I N D E R W A G E N N T S E
O D N D T P C D W H S A U I E R M K
fietstas goederenwagon heftruck kinderwagen koets kruiwagen machinist paard parkeervak reisbureau scooter
T E D R E I N N N I P A Z E G O A K
O P U A X H K A V R E E K R A P A E
O O C A N C A T O R E L S T W S T R
B T T P G S T O U A D W E H I N S S
R U E R U E P B M S B O Q R U A C N
scootmobiel snelweg speedboot spoor station stoomboot tandem taxi taxicentrale tram transport
E A U S V S S U S C O O T E R R H E
E N R L E I B O M T O O C S K T A L
V I B Z E U S A T S T E I F A I P W
V V E R T R E K H A L C V B F B P E
R L Q E E C P E C V L I E G T U I G
G P T O O B M O O T S M O I H V J E
trein trekker veerboot vertrekhal vervoersmaatschappij vliegtuig vliegveld vrachtwagen zeilboot
Samen Op Weg – Waar gaat het over? Misschien horen jullie thuis wel eens het woord “samenopweg” vallen. Iedereen heeft daar wel een mening over: het is goed of het is verkeerd. Maar wat is “Samen op Weg” (SoW) nu eigenlijk en waarom maken veel mensen zich hier druk over.
H
et SoW-proces is al zo’n 40 jaar aan de gang. In 1962 kwamen 18 predikanten van de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Nederlands Hervormde Kerk samen om eens te praten of het niet mogelijk was om twee kerkgenootschappen samen te laten gaan. Toen waren de Gereformeerde Kerken nog recht in de leer en de Nederlands Hervormde Kerk kende veel verschillende manieren van geloven. Dat lag dus moeilijk in die tijd. In de loop van de jaren gingen ook de landelijke vergaderingen (synodes) zich ermee bemoeien. Zij besloten ook om uit te gaan zoeken of een landelijk samengaan niet mogelijk was. Dat was allemaal in de jaren ’70. Toch besloot men pas in 1986 om de kerken die in de 19e eeuw uit elkaar waren gegaan weer samen te brengen. Het had veel tijd nodig gehad, maar vooral de Gereformeerde Kerken in Nederland waren heel erg veranderd en zo recht in de leer als ze eerst waren, zo ruimdenkend waren zij later geworden. (Op Urk is dat niet gebeurd.) Maar toen kwam de puzzel. Hoe krij-
gen wij twee verschillend georganiseerde kerken samen? Want daarin verschillen gereformeerden en hervormden het meest. Een hervormde gemeente (De Ark, De Bron) is een onderafdeling van de grote Nederlands Hervormde Kerk. Een gereformeerde kerk (Bethelkerk, Petrakerk, De Poort) is een kerk op zich in de plaats waarin zij staat. Landelijk komen al die gereformeerde kerken samen, maar dat is alleen maar om die dingen te regelen die landelijk spelen, zoals de opleiding voor predikanten, de kerkorde (spelregels voor kerken) en de zending. In de Nederlands Hervormde Kerk wordt juist veel landelijk geregeld, ook voor de gemeentes in alle plaatsen. Alleen de inhoud van geloven kan elke gemeente voor zich bepalen.
V
anaf 1993 ligt er een ontwerp voor een nieuwe kerkorde, waarin geprobeerd is om het beste van beide kerken samen te brengen. Het beste van de Nederlands Hervormde Kerk is de eenheid, ondanks de verschillen van geloven. Het beste van de Gereformeerde Kerk is de inzet van de geJeugdleven 29
meenteleden voor het geloof en de kerk. Daarnaast is het natuurlijk heel moeilijk om alles te houden zoals het is. Zo moest er geregeld worden van wie kerkgebouwen en het geld is en hoe je alles betaalbaar moet houden. Dat is niet echt geestelijk, maar elke kerk heeft ook met die vragen te maken en die doen daar ook iets aan. En wat ook moeilijk is, is hoe je met het geloof in deze kerk gaat staan. Want deze nieuwe kerk (hij gaat Protestantse Kerk in Nederland heten – PKN) is heel duidelijk over wat een kerk gelooft, maar laat ook afwijkend geloof toe. Ook in de Gereformeerde Kerken in Nederland was dat zo, maar die beschreef dat niet. Daar gebeurde het gewoon. Maar nu staat het zwart op wit dat het kan. Aan de andere kant is het aan elke gemeente om te bestrijden wat Gods Woord en de belijdenis van de kerk tegenspreekt.
Oplossingen van de puzzels Pagina 8: lijn 3 Pagina 12: Oostzaan, Oldeberkoop, Epe, Assen, Den-Helder, Utrecht, Halfweg, Sneek Pagina 23: Scooter Pagina 28: Jeugdleven 30
Misschien was dit een moeilijk verhaal, maar dat is het ook. Voor predikanten, ouderlingen en diakenen en voor alle gemeenteleden is het iets heel moeilijks. Ik hoop dat ik iets duidelijk heb mogen maken. Anders kan je mij altijd e-mailen met je vragen. De kerkenraad en de gemeente gaan er nu beslissingen over nemen over wel of niet meegaan in de PKN. Het is een spannende tijd voor onze kerk. Daarom vraag ik jullie gebed voor de kerkenraad en voor het besluit dat genomen moet worden. Laat God met Zijn Geest in onze kerk werken, zodat het leven mag en getuigen mag van Zijn Koninkrijk, in Jezus’ Naam. Ds. A.W. Estié
[email protected] [email protected]
Puzzelkleurplaat 1
2
In deze puzzel zie je allemaal verschillende soorten van vervoer, die in de tijd van de Bijbel gebruikt werden. Weet jij welke soorten dit zijn?
4
3
5
Jeugdleven 31
Jeugdleven 32