s tichting b ouwr esearch
iliging van gebouwen deel • • eZlnswonlngen
1
©Copyright SBR, Rotterdam
1
In de reeks Beveiliging van gebouwen zijn reeds verschenen: Deel 1: Eengezinswoningen, SBR-publikatie 304 Deel 2: Meergezinswoningen, SBR-publikatie 305 Deel 3: Winkels, SBR-publikatie 306 Deel 4: Kantoren, SBR-publikatie 205 DeelS: Bedrijfsgebouwenlterreinen, SBR-publikatie 210 Deel 6: Scholen, SBR-publikatie 215 Deel 7: Wijkcentra, SBR-publikatie 276
rapporteurs: Hein Stienstra Paul van 500meren Pauline de Savornin Lohman Van Dijk, Van Soomeren en Partners ©Copyright SBR, Rotterdam
ouw i,'<>esea rch
beveiliging van gebouwen deel • • eengezinswoningen
Rotterdam, 1994
©Copyright SBR, Rotterdam
1
Doelstelling Stichting Bouwresearch Stichting Bouwresearch (SBR) verleent de bouwnijverheid hulp bij het toepassen van nieuwe inzichten en ontwikkelingen op het gebied van management, organisatie en technologie. Belangrijkste doelstelling van SBR is het laten uitvoeren van onderzoek gericht op verbetering van kwaliteit, produktiviteit, arbeidsomstandigheden en zorg voor de werkgelegenheid in de bouw. SBR voert circa 80 onderzoeksprojecten per jaar uit en werkt actief aan het overdragen van de kennis naar alle geledingen binnen de bouwnijverheid. De Stichting en degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - naar de laatste inzichten - van de in deze publikatie opgenomen gegevens. De mogelijkheid dat zich desondanks onjuistheden in deze publikatie kunnen bevinden kan niet worden uitgesloten. Degene die van deze publikatie gebruik maakt aanvaardt daarvoor het risico. De stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie uit deze publikatie.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, getransformeerd tot software, of openbaar gemaakt. in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jo. het Besluit van 20juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze readers en uitgave in andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u zich te richten tot: Stichting Bouwresearch, Postbus 1819, 3000 BV Rotterdam. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, stored in a database or retrieval system, or any other means without written permission from the Stichting Bouwresearch - Rotterdam.
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Soomeren, P. van Beveiliging van gebouwen / Stichting Bouwresearch - Rotterdam; Stichting Bouwresearch. - (Stichting Bouwresearch; 304) DI. 1: Eengezinswoningen / [auteurs: Paul van Soomeren, Hein Stienstra, Pauline de Savornin Lohman]. 1e versie geschreven door P. van Soomeren en H. Stienstra: 1987. - (Stichting Bouwresearch; 160). - Met lil. opg. reg. - Met samenvatting in het Engels. ISBN 90-5367-100-5 NUGI833 Trefw.: beveiliging van eengezinswoningen.
©Copyright SBR, Rotterdam
Inhoud
Woord vooraf
5
Samenvatting
6
Summary
7
1 1.1 1.2 1.3
1.4
1.5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3
3.1 3.2 3.3
Inleiding 9 Het probleem 9 Begripsafbakening 9 Inbraakpreventie: wat wordt er (nog steeds niet) aan gedaan? 10 Om (de beveiliging van) hoeveel woningen gaat het eigenlijk? 12 Leeswijzer 12
Achtergronden van inbraak 13 . 13 Omvang en schade 14 17 Daders 18 Tijdstip en modus operandi Spreiding van inbraken over Nederland 20 Spreiding van inbraken over 21 de stad of gemeente Spreiding van inbraken binnen een buurt/straat/huizenblok 22
De preventie van woning inbraak Algemene maatregelen: dadergerichte preventie Buurtgerichte maatregelen Inbraakpreventie op het niveau van de woning: beveiligingsplan
4 Bouwtechnisch beveiligen 4.1 Inleiding 4.1.1 Bouwtechnisch beveiligen van woningen 4.1.2 Bevestiging en materiaalsoorten 4.1.3 Produktkeuze 4.1.4 Onderlinge samenhang 4.2 Keuze-aspecten van kozijnen, ramen en deuren 4.2.1 Houten kozijnen, ramen en deuren 4.2.2 Aluminium kozijnen, ramen en deuren 4.2.3 Kunststof kozijnen, ramen en deuren
4.2.4 4.2.5 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2
4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.5 4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.5.4 4.6 4.7
5
Nieuwe voorschriften 40 Conclusies 41 Hang- en sluitwerk 41 Deuren 43 43 Voordeuren Overige buitendeuren, zoals keuken-, terras- en balkondeuren 47 Enkelvoudige deuren 47 Dubbele deuren 48 Schuifdeuren 49 Deuren tussen de woning en aangebouwde bijgebouwen 49 Aansluitende constructies 50 Ramen 50 Beweegbare ramen 51 Uitzetramen 51 Schuiframen 52 Beglazing 52 Andere constructies (daken, dakramen, lichtkoepels enz.) 53 Onderlinge samenhang, projeetering en bevestiging 53
Diversen Buitenverlichting Projectering en installatie Efficiënte lichtbronnen Armaturen Alarmsystemen Huisvuilcontainers Seniorenwoningen Keuzekozijn
25
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.2 5.3 5.4 5.5
25 27
Bijlagen
59 59 59 60 61 62 63 64 65
1 Organisaties en instellingen
67
2 Inhoudsopgaven deel 1 tot en met 7
71
Literatuur
81
Trefwoordenregister
83
Colofon
85
30
33' 33 33 35 35 35 36 36 37 39 ©Copyright SBR, Rotterdam
4
©Copyright SBR, Rotterdam
Woord vooraf
Het veelvuldig voorkomen van vernieling aan en inbraken in gebouwen vraagt reeds in de ontwerpfase, en zelfs daarvoor, de aandacht van opdrachtgevers, ontwerpers en gebruikers. Door vroegtijdig een analyse te maken van de risico's die een gebouw kan lopen in de gebruiksperiode, kan worden voorkomen dat gebouwen naderhand een bron van ergernis worden omdat ze te gemakkelijk doelwit worden van ongewenste activiteiten of gasten. Met de gegevens van zo'n analyse kan de ontwerper rekening houden bij de situering, maar vooral ook in de preventieve sfeer technische maatregelen en middelen van voldoende kwaliteit toepassen, om de kans op inbraak en vandalisme te beperken. Tot dit laatste draagt ook de juiste keuze van materialen en de wijze van verwerking daarvan bij. De studiecommissie Beveiliging van Gebouwen (-40 heeft zich tot doel gesteld een serie goed leesbare en gedocumenteerde rapporten over deze onderwerpen op te stellen voor opdrachtgevers, ontwerpers en beheerders, voor de meest voorkomende typen gebouwen. Dit rapport over eengezinswoningen is het eerste deel in deze serie. Het rapport is een herziening van de in 1987 uitgebrachte versie (SBR-publikatie 160). Verder zijn in deze serie verschenen: deel 2: Meergezinswoningen (herziene versie), deel 3: Winkels (herziene versie), deel 4: Kantoren, deel 5: Bedrijfsgebouwen/terreinen, deel 6: Scholen en deel 7: Wijkcentra. De commissie hoopt dat deze rapporten een bijdrage zullen leveren aan het op rationele wijze beveiligen van gebouwen.
ir. P. van der Heiden, voorzitter studiecommissie
©Copyright SBR, Rotterdam
5
6
Samenvatting
Dit eerste deel in de serie 'Beveiliging van gebouwen' is een leidraad voor het beveiligen van doorsnee-eengezinswoningen bij nieuwbouw en renovatie. De nadruk wordt daarbij gelegd op het bouwtechnisch beveiligen van eengezinswoningen tegen inbraak. Dit rapport is een herziene versie van het originele deel, dat in 1987 verscheen. In dit herziene deel zijn recente onderzoeksgegevens en actuele ontwikkelingen op het gebied van inbraakpreventie verwerkt. Allereerst wordt in hoofdstuk 1 een korte probleemschets en begripsafbakening gegeven, waarna ingegaan wordt op het gebrek aan aandacht dat inbraakpreventie in Nederland nog steeds krijgt. Hierop volgen enkele argumenten om wèl iets aan inbraakpreventie te doen. Tenslotte wordt beschreven om hoeveel eengezinswoningen het - in Nederland eigenlijk gaat. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de kenmerken en achtergronden van het delict inbraak. Eerst wordt ingegaan op de omvang van het verschijnsel. Vervolgens wordt uitgebreid stilgestaan bij de resultaten van recente onderzoeken onder inbrekers, waarbij hun motieven, werkwijzen en werktijden worden besproken. Tenslotte wordt de geografische spreiding van het delict inbraak nader onder de loupe genomen. Er wordt een antwoord gegeven op de vraag welke delen van Nederland een groter risico hebben, welke (typen) steden meer de dupe zijn en op welke plekken in een buurt, straat of huizenblok inbraken vooral plaatsvinden. Dat er in dit boek aan dit soort zaken relatief veel aandacht wordt besteed, is een bewuste keus. Beveiligen doet men nooit 'zo maar'; de architect en/of opdrachtgever zal zich in het (ver)bouwproces steeds de vraag moeten stellen of er beveiligd moet worden (hoe hoog zijn de risico's) en waartegen men zich moet beveiligen. Het overslaan van deze vragen leidt tot geldverspilling: er wordt te veel, te weinig of verkeerd beveiligd. In hoofdstuk 3 wordt de overstap gemaakt van probleembeschrijving naar de mogelijkheden om via preventie en ©Copyright SBR, Rotterdam
beveiliging iets te doen tegen woninginbraak. In dit hoofdstuk komen allereerst een aantal algemene preventiestrategieën aan de orde: gericht op de dader of gericht op buurten. Afsluitend wordt kort stilgestaan bij het beveiligingsplan voor een individuele eengezinswoning. In hoofdstuk 4 (en 5) wordt de bouwtechnische hoofdmaaltijd van dit boek opgediend. Centraal hierbij staat de vraag hoe men de woning kan beveiligen door het toepassen van geschikt hang- en sluitwerk en een betere inbraakpreventieve detaillering van de gevelopeningen. Uitgangspunt daarbij is dat de woning op een normaal beveiligingsniveau gebracht wordt: zeker geen fort, eerder een minimaal beveiligde woning. Na een korte begripsomschrijving wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de keuze van kozijnen, deuren en ramen. Daarbij wordt aandacht besteed aan houten, metalen en kunststof gevelelementen. Vervolgens worden de verschillende soorten deuren en ramen tegen het inbraakpreventieve licht gehouden. Het hoofdstuk besluit met de samenhangende benadering die bij technische beveiliging van belang is. In hoofdstuk 5 worden onder de kop 'diversen' nog een aantal relevante punten aangesneden. Er wordt onder andere kort ingegaan op: · buitenverlichting; · alarmsystemen; · huisvuilcontainers; · seniorenwoningen; · keuzekozijnen. In de bijlagen treft u een overzicht aan van de gebruikte literatuur en de voor dit onderwerp relevante organisaties en instellingen.
Summary This book, the first part in the series 'Building Security' gives advice on how to make the average family dwelling house secure, either in basic design or by renovation. The book stresses the technical aspects of designing out the risk of burglary. Chapter 1 gives a brief description of the problem. Then the present lack of attention to burglary prevention in the Netherlands is mentioned, and reasons are presented for taking positive steps for burglary prevention. The chapter ends with a short overview of the number of family dwellings that have been build in the Netherlands, and the number of this type of dwellings that will be built in the near future. Chapter 2 examines the background to burglary more extensively. It describes the concept of burglary and examines the extent of the phenomenon. Then some recent research findings on the decision making process of burglars are presented. The geographical distribution of burglaries is then considered. An answer is given to the question which parts of the Netherlands are at higher risk and which types of cities are more prone than others and which particular parts of neighborhoods, streets and housing blocks are more susceptible to burglary. The reason why considerable attention is given to these facts is that burglary prevention shouldn't be a random activity. Architect and principal should ask themselves at the planning stage if the risks are high enough to warrant security and what security precautions should be taken, given the expected risks. Ignoring these questions can lead to a waste of money: too much, too little or the wrong type of security is installed.
7
The main course of the book - designing out burglary - is served in chapters 4 and 5. The core question is how one can protect a dwelling through the use of suitable hinges and locks and improved burglar-proof doors, windows, ventilation shafts, etc. Answers to th is question are wqrked out within the criterion that the dwelling is brought up to a 'normal' level of security: certainly not a fortress, rather a house with the minimum protection. Chapter 4 examines the choice of window frames, doors and windows available, taking into account wooden, metal and plastic elements. These products are described as to their burglary preventative qualities. In the final paragraphs the necessity to implement' technical security measures inter-related (the chain and its weakest link) is discussed. Chapter 5 briefly considers a number of other relevant topics: ·Iighting; · alarm systems; · garbage containers; · designing houses for the elderly; · flexible housefronts.
The book ends with a list of the references used and the relevant organizations and institutions.
Chapter 3 deals with burglary prevention in a general sense. Attention is given to prevention directed at the burglars themselves (prevention of recidivism) and to different types of prevention directed at neighborhoods and their inhabitants, including Neighborhood Watch projects. The chapter ends with a short description of prevention at the level of the dwelling, and a dwelling security plan is presented.
©Copyright SBR, Rotterdam
8
©Copyright SBR, Rotterdam