Iedereen helpt elkaar toch wel?! Inwoners van Millingen, Kekerdom en Leuth over hun behoeften en bijdragen aan de leefbaarheid in hun dorp
Colofon
Nijmegen, 17 maart 2015
Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, Kenniscentrum HAN SOCIAAL, Verbonden aan het Centre of Expertise Krachtige Kernen,
Leeswijzer Iedereen helpt elkaar toch wel?! In deze samenvatting van het onderzoek lees je wat inwoners van Millingen, Kekerdom en Leuth ervaren en zelf bij (willen) dragen aan hun dorp. In deel 1 vind je de rode draad van het onderzoek terug. Deel 2 gaat concreet in op wat mensen zelf zeggen over de leefbaarheid in de dorpen. Daarna wordt in deel 3 ingegaan op wat mensen zelf aan oplossingen aandragen. Tot slot worden praktische handvaten gegeven hoe nu verder te gaan met de oplossingsrichtingen.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen * De titel van dit rapport is een letterlijke uitspraak van één van de respondenten uit het onderzoek. Auteurs: Daniëlle Damoiseaux en Erik Jansen
Dit is een onderzoeks- en adviesrapport in opdracht van Burgerplatform Millingen aan de Rijn, Vitaal Kekerdom en Huurders Vereniging Woonbelang, afd. Leuth, mede mogelijk gemaakt door gemeenten Millingen aan de Rijn en Ubbergen (2014), nu gemeente Groesbeek.
Inhoudsopgave
Voorwoord
Voorwoord
1
1. Rode draad
2
2. Behoeften
7
3. Ideeën en acties
11
4. Hoe nu verder?
14
Bijlagen
16
1. Onderzoeksverslag 2. Excel bestand met alle ideeën en acties 3. Contact
Na het succesvolle MUGaanZet-traject van de fuserende gemeenten op sociaal maatschappelijk gebied was volgens ons nog meer concreet inzicht gewenst in het perspectief van de burger. In overleg met de gemeente besloten wij om het onderzoek uit te breiden naar het hele gebied van het Sociale Team, dus ook in Leuth en Kekerdom. Huurders Vereniging Woonbelang en Vitaal Kekerdom sloten zich bij het initiatief aan en samen hebben we een begeleidingsgroep ingesteld, waarin ook de gemeente vertegenwoordigd is. In de begeleidingsgroep hebben wij onze eigen professionaliteit kunnen inbrengen: bij het formuleren van het onderzoeksvoorstel, de subsidieaanvraag, de inbreng van onze kennis over de drie dorpen en het waken over de kwaliteit van de rapportage. Sommigen van ons hebben ook deelgenomen als interviewer. Dit betekende voor ons weer terug in de schoolbanken met een heus certificaat als persoonlijke beloning. Wij zijn tot de conclusie gekomen, dat de methode van het open gesprek - met al zijn beperkingen - ideeën heeft opgeleverd voor concrete acties. Wij hopen dat alle betrokkenen, de inwoners, verenigingen, instellingen en de gemeente door dit onderzoek geïnspireerd worden tot acties, die in het belang van iedereen bijdragen aan ons aller welzijn. Wij hopen op een voorspoedig vervolg. Samenwerken tussen de kernen kan mooie dingen opleveren. De samenwerkende bewonersorganisaties, Burgerplatform Millingen aan de Rijn, Vitaal Kekerdom en Huurders Vereniging Woonbelang, afd. Leuth 1
1. Rode draad In Millingen, Kekerdom en Leuth zijn met behulp van open interviews verhalen verzameld van inwoners. De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op 43 interviews met 55 inwoners. In dit hoofdstuk worden de perspectieven en het aanbod per dorp weergegeven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de overkoepelende thema’s die uit het onderzoek naar voren komen.
Leuth Respondenten geven aan dat het prettig en rustig wonen is in het dorp. De mensen zijn er vriendelijk. Sommige respondenten wonen er al hun hele leven, anderen hebben bewust gekozen om naar Leuth te verhuizen. Jongeren spreken wisselend over het wonen in Leuth. De voorbeeldcitaten geven een weerspiegeling van hoe mensen over hun dorp spreken en geven een indruk van de verschillen in perspectief tussen bewoners. “De privacy, de ruimte, de eh rust… het… ja… Dat zijn voor mij wel de grootste voordelen” Volwassene uit Leuth (G2LEU2) “Een dorp met veel verenigingen, met uh… sociale contacten, als je je daarvoor openstelt. Uh ik denk dat ’t voor een nieuweling misschien wat moeilijker zal zijn, omdat het natuurlijk een... een... Ja, het is een dorpse gemeenschap, maar als je je daarvoor openstelt dan uuh… kun je hier heel goed terecht.” Oudere uit Leuth (A3LEU1) “Ik moet eerlijk zeggen, dat ik, dat wij, niet zo heel erg geïntegreerd zijn hier, maar dat heeft er mee te maken, dat ik altijd ben blijven werken. Ik ken natuurlijk wel heel veel mensen hier in Leuth, als je er al zolang woont en vooral ook van gezicht en ik weet wel waar ze wonen. En als ik naar de Spar ga, dan is het met die even kletsen en met die even…” Volwassene uit Leuth (J2LEU1)
“…er komt zoveel meer import. De straatjes, die vroeger allemaal Leuth waren, daar was toch wel de betrokkenheid van de mensen zelf en dat was eigenlijk het mooie van het dorp… Het karakteristieke van ‘iedereen kent mekaar’. En tegenwoordig wordt er van alles binnen gehaald.” Volwassene uit Leuth (J2LEU2) “Heel gezellig, heel knus allemaal en iedereen is heel vriendelijk. En ja het is gewoon een heel gezellig dorpje.” Jongere uit Leuth (A1LEU1) “Dat Leuth een piepklein gat is in ‘the middle of nowhere’ enne… dat het gewoon een heel klein dorpje is [Dat betekent dus, dat jij zelf niet zo positief over het dorp denkt?] Nee, ik vind het geen slecht dorp ofzo. En ik ben blij dat ik in een dorp ben opgegroeid, maar ik, naar mijn leeftijd, zit meer bij de stad.” Jongere uit Leuth (I1LEU3)
Aanbod activiteiten, diensten en voorzieningen Kookcafé, Mannenkoor Vox Virorum, Bibliotheek in Kulturhus, Leesclubs, Voetbalvereniging VVLK, Sinterklaas comité, Oranje comité, Biljartclubs, Yoga, KBO, Kakatoe jongerencentrum, Kindervakantieweek, Polderpop, Schutterij de Vriendenkring, Jeu de boules, Muziekvereniging D.E.S., Huurders Vereniging Woonbelang, Kulturhus, Platform Leuth.
2
Kekerdom Alle respondenten uit Kekerdom waarderen de natuur rondom Kekerdom. Het is een belangrijk aspect van de dorpsidentiteit. Dat er bijna geen voorzieningen zijn, vinden de respondenten niet zo erg. Ze zijn eraan gewend hun boodschappen ergens anders te halen. De respondenten verschillen van mening over de betrokkenheid onder elkaar. De voorbeeldcitaten weerspiegelen hoe mensen over hun dorp spreken en welke diversiteit we tegen komen in de narratieven. “Kekerdom is een kleine gemeenschap dat ligt in het groen, omgeven door de natuur. Waar je eigenlijk binnen de kortste keren, als je er moeite voor wilt doen, veel mensen kent. Met kinderen is dat makkelijk, met de hond ook. Er is een rijk verenigingsleven. […] Het lijkt afgelegen, maar dat is het totaal niet.” Volwassene uit Kekerdom (O2KEK1) “Kekerdom is heel rustig, een zeer saai dorp, want er is absoluut niks, geen voorzieningen. Behalve het Kulturhus en de lagere school. En er is dan wel een kroeg in het dorp […]. En er is ook nog een muziekvereniging gebouw […] En verder ja ehh, zijn er wel veel sportverenigingen in het dorp hier […] de trommelaars. […] Er wordt best wel veel georganiseerd, maar er zijn geen voorzieningen.” Oudere uit Kekerdom (N3KEK1)
“’t Is niet meer zoals vroeger. Want dan had je dus dat iedereen… die sprong voor elkaar bij als er iets was, maar dat is niet meer.” Oudere uit Kekerdom (I3KEK1) “RB: Ja, het is een kleine gemeenschap. Ongeveer 600 mensen. De helft is al import in de loop der jaren. En eh, ja iedereen kent iedereen en iedereen roddelt over iedereen. RA: Nou, dat valt wel mee.” Twee ouderen uit Kekerdom (O3KEK3)
Aanbod activiteiten, diensten en voorzieningen Zumba, Koersbal en jeu de boules KBO, Yoga, Tussenschoolse Opvang, Bibliotheek, St. Vrienden van ’t kerkje van Kekerdom, Voetbal Kekerdom United, Korfbal Klimop, Kulturhus, De Kekerkring, St. Laurentiusschool, Schutterij EMM (vendeliers & slagwerk), Carnavalsvereniging de Polderschuupers, Fanfare UNA, ‘t Hartkoor, Miet en Griet, Phoenix Alive, Biljartclub ‘t Luifeltje, Pubquiz, Visclub, Molen de Duffelt, Vrouwenbeweging, Seniorenbond, Sinterklaas comité, Oranje comité, Vitaal Kekerdom.
“Een klein rustig dorp waar weinig gebeurd. En waar eigenlijk geen voorzieningen zijn, maar waar ik geen last van heb. Je moet voor winkels moet je dus altijd weg. We hebben een café dat is wel leuk dat dat er is.” Volwassene uit Kekerdom (B2KEK1) “Nou ja, er is nu niet zoveel te doen, maar als kind maakt het verder niet uit. Alleen nu moet je echt een heel eind fietsen om naar school te gaan en dat soort dingen. Dus dat is wel een beetje vervelend.” Jongere uit Kekerdom (C1KEK1)
3
Millingen aan de Rijn Respondenten waarderen de voorzieningen in Millingen: de supermarkt, andere winkels en het Gasthuis. Ook het rijke verenigingsleven wordt vaak genoemd. Het ons-kent-ons gevoel is volgens de ene respondent meer aanwezig dan de andere respondent. Een aantal respondenten vergelijkt Millingen met Nijmegen en geeft aan de voorkeur te hebben voor het dorpse in plaats van het stadse. De voorbeeldcitaten hieronder weerspiegelen de diversiteit in de narratieven. “Dus ja… ik zie mezelf hier wel oud worden.” Jongere uit Millingen (D2MIL2) “Als ik dat zo bekijk met verenigingen en zo, denk ik toch wel dat het een gastvrij dorp is… en je toch snel in de gemeenschap zit, denk ik.” Volwassene uit Millingen (D2MIL3) “Ik zou zeggen dat er niet veel te doen is eerlijk gezegd. Maar dat is mijn mening. (lacht)” Jongere uit Millingen (F1MIL4)
“Ik ben een echte Millingenaar. Ik hou van Millingen, mijn dorp.” Oudere uit Millingen (K3MIL3)
Aanbod activiteiten, diensten en voorzieningen Sint Nicolaas Comité, Klussenservice, Maaltijdvoorziening, Vervoer, Alarmering, Beweegtuin, Ziekte comité, Sc Millingen, ODIO (korfbal en avondvierdaagse), Tennisvereniging PIT, Volleybalvereniging Switch’87, Badminton, Schaakclub, CV de Deurdouwers, Dartvereniging, Freerunning, Turnen de Hazenkamp, Speeltuin, Voedselbank, Zangkoren (4), Yoga, Bibliotheek, EHBO, Caritas Millingen, Zeg maar Pang (toneel), Kerkelijke activiteiten, Consultatiebureau, Konijnen- en pluimvee vereniging, Vogelvereniging Klank en Kleur, Rijwielvereniging Juliana, Kookclubs, Ondernemersvereniging, Kunstcommissie, Heemkundekring, Millings Jaarboek, Historisch vervoer, Inloop, Nordic Walking, Jeu de Boules, Volksdansen, Gym/koersbal, Kulturhus, Burgerplatform Millingen aan de Rijn.
“Heel veel voorzieningen, een bejaardenhuis dat is ook een goede voorziening, een dokterspraktijk zit hier. Er zit aan de achterkant… aan het bouwen voor demente mensen om die hier te houden. Nu moeten ze nog allemaal naar Nijmegen toe. En deze is nu aan het bouwen voor 22, 24 mensen. En dat vind ik wel erg goed. Hoef ik tenminste niet weg.” Oudere uit Millingen (N3MIL3) “Uh een heel gezellig dorp. Iedereen kent elkaar. Dat is soms ook niet altijd even leuk maar meestal wel.” Jongere uit Millingen (F1MIL3) “Ja, de gebondenheid en het enthousiasme van een vreemde, of tenminste import, of de niet-Millingenaar, die is minder enthousiast. Niet allemaal, maar over het algemeen… Die hebben er toch wel… niet zo’n match mee. Dat merk ik wel gewoon. Als je hier ziet… ook steeds bij elke activiteit dezelfde mensen.” Volwassene uit Millingen (H2MIL2)
Foto: Hans van Overbeek, Leuth
4
Dorpsoverstijgend De polder wordt gewaardeerd vanwege de rust, natuur en mooie omgeving. Over het algemeen typeren de respondenten de dorpen als gastvrij. Mensen zijn er vriendelijk en er is makkelijk contact te maken. Denk hierbij aan een praatje op straat maken of met de buren iets ondernemen. Per dorp worden veel jaarlijks terugkerende evenementen genoemd waar (bijna) het hele dorp aan meedoet, zoals carnaval en de kermis. De meeste respondenten geven aan dat zij dit soort tradities belangrijk vinden. In alle dorpen is een rijk verenigingsleven en veel respondenten geven aan hierbij actief te zijn of in het verleden veel te hebben gedaan. Sommige respondenten noemen het belang van een hechte familie en/of buurt in het dorp. Anderen geven aan dit niet per se nodig te hebben. De respondenten maken verschil tussen mensen die geboren en getogen zijn in de dorpen en mensen die er later zijn komen wonen. Je bent welkom als nieuweling, maar je moet wel meedoen. Volgens ouderen was er vroeger meer samenhorigheid dan nu. Men vindt het over het algemeen prettige dorpen om in te wonen. Verder komt vaak ter sprake dat de mensen uit de polder anders zijn dan ‘de mensen voorbij de stoplichten in Beek’. Dit mentaliteitsverschil komt met name ter sprake bij de fusie van de drie gemeenten (per 01-01-2015) als gespreksonderwerp. Men spreekt afwachtend over deze fusie en de veranderingen die deze met zich meebrengt. Tot slot noemen respondenten ook dat de dorpen vergrijzen en ontgroenen. Met name volwassenen en ouderen maken zich hier zorg over; jongeren zijn hier veel minder mee bezig.
“Gaat dat niet vervelen in de polder? Maar dat verveelt niet! Het is heel anders dan dichtbij het groen te wonen, zoals je in Nijmegen doet, of in het groen te wonen. En dan ook nog met een natuurgebied hierom heen.” Volwassene uit Kekerdom (O2KEK1) “Ik denk dat een heel klein dorp, zoals Kekerdom ook, zijn gemoedelijkheid heeft, en iedereen kent elkaar… dat is heel gezellig. Maar dat is in Millingen precies hetzelfde, maar dan in grotere mate. Ik denk dat hier ook bijna iedereen elkaar kent en dat er ook veel gemoedelijkheid heerst.” Jongere uit Millingen (H1MIL2) “Zo langzaam aan wordt het minder. Maar ik vind het toch mooi dat er dingen gebeuren zoals met de kermis of met carnaval. Dat vind ik allemaal hartstikke leuk om te zien. Ook al is het een klein dorpje, er is toch nog van alles.” Oudere uit Kekerdom (O3KEK3) “Uh een heel gezellig dorp. Iedereen kent elkaar. Dat is soms ook niet altijd even leuk maar meestal wel. Dus uh ja, vooral met carnaval en kermis enzo… Is het super gezellig.” Jongere uit Millingen (F1MIL3)
Aanbod activiteiten, diensten en voorzieningen Natuurinfocentrum, Landschapsbeheer Ploegdriever, Stichting Landschap Ooijpolder-Groesbeek, Woningcorporatie Oosterpoort, Woningcorporatie Waardwonen, Molenstichtingen, Yoga, Loopgroep Ooijpolder, Sociaal team, ZZG, Vrijwilligers Palliatieve en Terminale Zorg, SWOM, KBO’s, Mantelzorg, NIM, Zieken comité, Huisartsen, Gasthuis St. Jan de Deo (verzorgings- en verpleeghuis), Ouderenadviseurs, Gemeente, Buurtzorg, Fysiotherapie, Wmo-loket, Hospice, Kalorama, Zorgbelang, Wmoraad, Seniorenraad, Hoogwaterplatform.
5
Thema’s die als rode draad door het onderzoek lopen Deze thema’s zijn overkoepelend. Dat betekent dat ze in meerdere gesprekken met inwoners van Kekerdom, Leuth en Millingen aan bod kwamen. Ze vormen een rode draad door alle interviews.
1. Ik wil er (blijven) wonen Veel respondenten zien Leuth, Kekerdom en Millingen als hun thuishonk omdat het er prettig wonen is. De rust, ruimte en natuur worden vaak als redenen genoemd. Dit is niet vanzelfsprekend, omdat het ook mogelijk zou zijn om vooral naar buiten toe gericht te zijn, bijvoorbeeld op Nijmegen, maar men richt zich naar de dorpen als permanente verblijfplaats. Echter, het is niet voor iedereen mogelijk om in de dorpen te (blijven) wonen ook al willen ze dat. Sommige jongeren willen per se niet in de dorpen blijven wonen, anderen juist wel. Voor hen zijn er onvoldoende betaalbare huurwoningen aanwezig, vooral in Kekerdom. Daarnaast is het ook voor ouderen met zorg vaak niet mogelijk om zelfstandig te kunnen blijven wonen in hun woning. Het Gasthuis biedt soms uitkomst. Niet alleen mensen die nu met deze situaties te maken hebben maken zich zorgen. Ook mensen die nu nog geen zorg nodig hebben, vragen zich af of zij later met zorg en ondersteuning in het dorp kunnen blijven wonen, het liefst in hun eigen woning. Er heerst veel onduidelijkheid over het langer zelfstandig wonen.
2. Zorg dat je erbij hoort/komt! Sociale activiteiten en sociale netwerken worden belangrijk gevonden omdat inwoners elkaar kunnen ontmoeten. Zowel in Millingen, Kekerdom als Leuth zijn families, buren en verenigingen belangrijk voor ontmoeting. De kermis en carnaval worden door oud en jong gewaardeerd. Nieuwkomers (die niet uit de dorpen komen of die niet bij een vereniging horen) worden gastvrij ontvangen. Als je maar meedoet. Als je niet meedoet vind je minder snel aansluiting bij de dorpsgemeenschap. De meeste respondenten geven wel aan dat ze hun buren kennen.
3. Voor ieder wat wils In de sociale activiteiten vindt men elkaar, maar men kiest voor een sociale activiteit uit persoonlijke interesse (intrinsieke motivatie): men houdt bijvoorbeeld van sporten en kiest ervoor te gaan voetballen en lid worden van de voetbalvereniging schept de gelegenheid om anderen uit het dorp te ontmoeten. In de vrije tijd gebeurt er dus veel in het verenigingsleven en sommige buren zijn heel close. Dat geldt echter niet voor iedereen. Jongeren geven bijvoorbeeld aan dat er niet veel is dat bij hun interesses past. Veel gebeurt ook binnen verenigingen, waarbij je minder goed weet wat er te doen is als je geen lid bent, zoals feesten of voetbalkampen. Ondanks dat je niet in het verenigingsleven actief wil zijn, kun je wel behoefte hebben aan activiteiten in de buurt: deelnemen wordt dus niet gezien als een alles-of-niets activiteit. Denk hierbij aan een hardloopgroep of leesgroep, waarbij de organisatie minder formeel is en mensen elkaar op grond van gedeelde interesse meer losjes opzoeken.
4. Verandering doet leven In deze tijden van transitie spreken mensen in Leuth, Kekerdom en Millingen vanuit een afwachtende houding over de veranderingen die op til zijn. Denk daarbij aan de veranderingen in de zorg en ondersteuning, de fusie van de gemeenten, het verdwijnen van voorzieningen en vergrijzing/ontgroening van de dorpen. Deze veranderingen zorgen echter wel voor een soort stilte-voor-de-storm-achtige onrust. Vooral de zorg en het wegtrekken van jongeren wordt vaak genoemd als bron van zorg, met name door volwassenen. Zij zien hun kinderen wegtrekken en ouderen worstelen met veranderingen in de zorg. Tegelijk heeft men wel ideeën over wat men graag zou willen en zelf zou kunnen bijdragen om op een zodanige manier met de veranderingen om te gaan dat de gewenste situatie, wonen in een vitaal dorp waar men van jong tot oud kan blijven als men dat wil, tot de reële mogelijkheden blijft behoren. Vooral mogelijkheden en vertrouwen in de informele diensten die men elkaar zou kunnen bieden is iets waar danig behoefte aan is.
6
2. Behoeften Woning en tuin Ruimte, rust en natuur zijn belangrijk volgens de respondenten uit Millingen, Kekerdom en Leuth. Mensen voelen zich bovendien veilig in de dorpen. Respondenten noemen specifiek de mogelijkheden om te wonen met zorg een punt van zorg. Zij willen zo lang mogelijk in hun eigen woning blijven wonen en zijn bereid daar aanpassingen voor te doen, zoals ‘beneden’ (op de begane grond) leven of de badkamer laten aanpassen. Volwassenen en ouderen zijn bijna altijd honkvast in hun eigen dorp. Een paar respondenten geeft letterlijk aan niet te willen verhuizen, ook niet binnen het dorp of de polder, zelfs al zou het moeten in verband met te ontvangen zorg. Het Gasthuis St. Jan de Deo biedt de mogelijkheid om in de polder te blijven wonen als het thuis niet meer kan. Dit stelt veel respondenten gerust, want dan hoef je op je oude dag niet meer naar de stad (Nijmegen) te verhuizen. Ook heeft het Gasthuis voor veel mensen een emotionele waarde. Zij geven aan dat een van hun ouders daar heeft gewoond en daar zelf (als het echt nodig blijkt) ook graag te wonen in de laatste fase van hun leven. Jongeren zijn minder honkvast: de een wil wel in de polder blijven wonen, de ander absoluut niet.
Dorp en regio Over de ligging ten opzichte van Nijmegen en Duitsland zijn de respondenten het eens: je moet eerst een stuk reizen voordat je
in de stad bent. Er wordt echter weinig geklaagd over de afstanden. Men geeft aan het gewend te zijn. Waar wel veel over gesproken wordt, is bijvoorbeeld het terug fietsen vanuit Nijmegen in het donker, het gemis van openbaar vervoer in Kekerdom, de onveilige oversteek van de Zeelandsestraat in Leuth en stoepen die niet geschikt zijn voor ouderen in Kekerdom. Ook geven ouderen aan dat het in Kekerdom helemaal niet begaanbaar is als er sneeuw en ijs in de straten ligt. Wat wel een paar keer naar voren komt is dat men vrij tevreden is met het aantal speeltuinen in de dorpen. Met name de afhankelijkheid van het openbaar vervoer voor scholieren (in de winter), ouderen en andere mensen zonder auto wordt veel genoemd. Het openbaar vervoer en het busje van de SWOM mogen niet verdwijnen. De meeste respondenten geven echter aan het liefst niet afhankelijk te zijn en kiezen liever voor auto of fiets. Bij het uitgaan in Nijmegen vinden jongeren een taxi of de uitgaansbus prettig, of iemand is de BOB. Ook voor het toerisme is de fysieke omgeving belangrijk. Toeristen zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de dorpen. Veel fietsers en motorrijders brengen een bezoek aan de polder. De pontjes over de Rijn zijn hierbij een belangrijk punt voor bereikbaarheid. Het is de verbindende schakel tussen de Millingerwaard en de Liemers voor toeristen. Ook noemen enkele respondenten het Pieterpad. Ze zijn er trots op dat het door Leuth en Millingen loopt en vinden het belangrijk gastvrij te zijn. Men wil dat het dorp meer is voor de wandelaars dan ‘één van die dorpen van het Pieterpad’.
7
Voorzieningen In Millingen zijn de meeste basisvoorzieningen voorhanden, van café en slager tot supermarkt. In Leuth spreekt met vooral over de Spar als belangrijke voorziening in het dorp. In Kekerdom is geen winkel aanwezig. Sommige respondenten geven aan dat het belangrijk is om bijvoorbeeld de Spar en het autobedrijf in het dorp te steunen, omdat deze anders (ook) verdwijnen. Aan de andere kant doen veel inwoners boodschappen in Duitsland of Nijmegen. Mensen met een auto vinden het niet erg om verder te rijden en combineren het graag met bijvoorbeeld terugrijden van werk of op pad zijn met de kinderen. Ook veel ouderen doen boodschappen in Duitsland als een soort uitje. Ontmoeting is een belangrijk onderdeel voor voorzieningen. In de dorpen zijn de gebouwen van schutterijen, voetbalclubs (kantines), jongerencentrum TOF en het Gasthuis in Millingen (verzorgingshuis) een belangrijke plek voor ontmoeting. Dit worden zeer gewaardeerd. Ook heeft elk dorp een eigen Kulturhus. Deze worden wisselend gewaardeerd: de huur wordt als hoog ervaren door clubs en verenigingen. Verder zijn in het voortraject bewoners onvoldoende betrokken bij de planvorming. Nu de Kulturhusen er zijn, lijkt er concurrentie met andere ontmoetingsplekken in het dorp. Men is erg afwachtend en geeft vaak aan er zelf nog niet te zijn geweest.
Het aanbod van vrijetijdsvoorzieningen is vooral geregeld door clubs en verenigingen, denk aan voetbal, muziek, jeu des boules en de schutterij. Voor speciale sporten (zwemmen, hockey), de film of theater zijn mensen aangewezen op Nijmegen of Duitsland. De meeste mensen geven aan tevreden te zijn met het vrijetijdsaanbod van verenigingen. Je moet je wel echt aansluiten bij een vereniging, anders wordt het moeilijker om je hobby in het dorp uit te voeren. Voorzieningen voor jeugd en jongeren zijn niet overal aanwezig, met name niet in Kekerdom en Leuth. De TOF in Millingen is voor een beperkte groep jongeren aantrekkelijk. Voor ouderen in de dorpen is de SWOM belangrijk, met name voor vervoer. Qua voorzieningen hebben volwassenen en ouderen enkele zorgen voor wat betreft de zorg. Met name door de veranderingen in de zorg, het langer thuis wonen en de onzekerheid of supermarkt en andere voorzieningen in hun dorp blijven bestaan. Dit geldt voor Millingen, maar meer nog voor Kekerdom en Leuth. Er is bijna geen werkgelegenheid in de dorpen. In Leuth praten met name ouderen over de verdwenen steenfabriek en in Millingen over het verdwijnen van de scheepswerf. Men geeft aan dat daardoor ook een gemeenschapsgevoel is verdwenen. Nu zijn er ‘nieuwe mensen’ in de dorpen komen wonen die er soms alleen maar slapen. ’s Ochtends rijden ze naar hun werk in Nijmegen of elders
8
Ontmoeten Mensen vinden een praatje maken op straat en in de winkel fijn. Wandelen met de hond wordt ook genoemd als een gelegenheid om een praatje te maken. Elkaar groeten op straat is belangrijk. Bij elkaar over de vloer komen is meer weggelegd voor goede vrienden, goede buren en familie. Vrienden en familie komen niet altijd uit het dorp zelf. Jongeren zoeken het contact meer buiten het dorp/de polder, ook omdat ze daar op school zitten of studeren. Contact tussen ouderen en jongeren in het dorp is niet vanzelfsprekend. Net als contact met de buren. In de ene straat is het contact heel hecht, in de andere niet. Sommige mensen geven aan dat er sterke familiebanden zijn in hun dorp. Veel sociale contacten in het dorp lopen via verenigingen. Er zijn veel vrijwilligers actief bij verenigingen; mensen doen meer dan alleen lid zijn. De kermis, het carnaval en vooral voetbalkantines zijn belangrijke plekken voor ontmoeting. Soms sluiten activiteiten voor ontmoeting in de vrije tijd niet aan, bijvoorbeeld bij een groep jongeren of mensen die geen lid willen zijn van een vereniging of mensen die geen familiebanden hebben in het dorp. Voor deze groepen is het lastiger om mensen te ontmoeten in het dorp. Wel is er een goed beeld van wat er allemaal te doen is in de dorpen. Ook als mensen geen lid zijn van een vereniging weten ze wat er te doen is bij verenigingen en clubs door de kabelkrant en de Rozet. Veel respondenten geven aan een laagdrempelige activiteit/plek te missen in hun dorp. Er is behoefte aan iets waar je geen lid van hoeft te zijn, dat vaak open is, waar je binnen kan lopen, waar iets georganiseerd wordt, een plek om samen koffie te drinken. Daarbij wordt wel specifiek door jongeren aangegeven dat het echt van hen moet zijn. Ze willen liever niet gemixt zijn met ouderen. Voor ouderen geldt dit net zo.
Actieve bijdrage Naast ontmoeten zijn verenigingen belangrijk voor vrijwilligerswerk. Respondenten dragen vooral via verenigingen en clubs iets bij aan de lokale gemeenschap. Gezelligheid en sociaal contact levert hen daarbij voldoening op. Gezelligheid is zelfs een voorwaarde om actief bij te dragen. Los van de bestaande verenigingen zijn er weinig (nieuwe) initiatieven. Daarnaast is het aanbod van vrijwilligerswerk niet voor iedereen toegankelijk. Soms kiezen mensen er specifiek voor om niet actief bij te dragen, bijvoorbeeld omdat ze niet bij een bepaalde club of vereniging willen horen. Verder geven sommige respondenten aan dat ze een hechte buurt hebben. De buren zijn met elkaar begaan en organiseren ook barbecues en speldagen. Ook ondernemers zetten zich graag maatschappelijk in voor het dorp, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van opslagruimte. Bijna elke respondent is bereid om iets te doen voor een ander mocht dat nodig zijn. Mensen hebben wensen, maar weinig concrete voorbeelden of ideeën van wat ze zelf kunnen bijdragen. Een paar respondenten geeft aan al actief bij te dragen (buiten verenigingen) door de buurtbus te rijden, een kookclub op te richten of praktische klussen te doen bij een ander. Over het algemeen willen mensen graag zelfredzaam zijn en blijven. Men laat niet graag aan een ander zien dat men zwak is. Hulp vragen blijkt lastig. Vitale ouderen leveren graag kleine hand- en spandiensten, maar liever niet op de lange termijn en niet te intensief. Minder vitale ouderen zeggen vaak: “Ik ben nu oud, ik kan rustig aan doen!” of “Ik zou wel willen, maar ik kan niet meer.” Volwassenen geven aan wel iets te willen doen voor een ander als het nodig is en als het past in hun drukke schema.
9
Dan gaat het vooral om klussen als een wasje doen, de tuin onderhouden of kinderen van school halen. Voor het ontwikkelen van nieuwe vormen van ondersteuning wordt door respondenten vaak gesproken over anderen. Inwoners zijn wel actief, alsook afwachtend. Ze schrijven bijvoorbeeld een brief aan de gemeente. Soms is er sprake van een negatief afwachtende houding: “Dat kan toch niet. Dat krijgen we hier niet voor elkaar.” Wat ook opvalt is dat mensen weinig over zorg praten, hoewel ze afwachtend en onzeker zijn over hoe deze zich in de toekomst gaat ontwikkelen (thuis blijven wonen, zorg aan huis/in de buurt). Het lijkt erop dat dit te maken heeft met het feit dat er nu veelal nog niets aan de hand is. Men is wel bereid praktische voorzorgsmaatregelen te nemen. Steun van familie is niet altijd vanzelfsprekend. Sommige respondenten geven bijvoorbeeld aan dat hun kinderen niet meer in de buurt wonen.
Digitaal Tijdens de bijeenkomst in Kekerdom kwam naar voren dat digitale vaardigheden ook een thema van belang is. Digitaal vaardig zijn en digitaal de weg kennen is niet vanzelfsprekend. Er is niet één site waarop alle informatie uit de dorpen te vinden is. Daarnaast zijn sites, bijvoorbeeld die van de gemeente, niet helder en toegankelijk. Je moet lang zoeken en doorklikken. Ook kunnen sommige mensen niet overweg met een iPad of laptop, met name ouderen. Sommige mensen geven aan behoefte te hebben aan een heldere digitale wegwijs. Een enkeling geeft al aan daar best iets in te willen betekenen.
“Nou je hoort tegenwoordig op de radio, Maatjes ofzo, dat je dan een vrijwilliger koppelt aan een bejaarde om bijvoorbeeld iets leuks te doen. Dat zou ik ook nog wel willen doen hoor… Om bijvoorbeeld uitleg te geven op de iPad, dan hebben ze er ook nog iets aan.” Jongere uit Millingen (F1MIL5)
10
3. Ideeën en acties Tijdens het onderzoek kwamen al ideeën en vervolgacties tot stand voor Millingen, Kekerdom en Leuth. Ten eerste tijdens de individuele gesprekken met inwoners. In deze samenvatting worden enkele voorbeelden gegeven. Ten tweede werden tijdens de bijeenkomst in Kekerdom op 14 januari 2015 met groepen al verdergaande acties benoemd. Alle ideeën, bijdragen en acties zijn terug te vinden in een apart Excel bestand. Dit hoofdstuk geeft een inzicht in de kansen en mogelijkheden.
Individueel niveau “We hebben 10 jaar geleden dit stuk eraan gebouwd. En we hebben er toen goed over nagedacht: nou, we gaan het nu zo verbouwen dat, mocht de nood aan de man komen, dat we in ieder geval helemaal beneden kunnen wonen. Dus zonder trappen enzo. En dat is nu zo, dus, we hebben hier beneden ook een badkamer, we hebben een wc beneden, we hebben beneden nog een slaapkamer, dus we kunnen met een hele kleine ingreep kunnen we helemaal beneden wonen. En we hebben het hier gewoon zo goed naar onze zin dat we gewoon hier oud willen worden. Ja, we zijn al een beetje oud, maar… we willen nog ouder worden. [lacht] En dat willen we graag hier doen.” Oudere uit Leuth (I3LEU3) “We begonnen met de Kekerkring. We hebben toen huis aan huis een briefje bezorgd en we dachten nou we zijn benieuwd hoeveel mensen er zouden reageren we dachten misschien 8 ofzo. We hadden ook al nieuwe 06-nummers gevraagd, voor een eventuele groepsApp, en toen bleken er 35 mensen op te reageren.” Volwassene uit Kekerdom (O2KEK2) “[Je eigen tuin, wie onderhoudt die?] Toen ik hier kwam wonen was er een vrouwspersoon, en een zoon van haar, die onderhoudt mijn tuin. Hij doet dan groenten en die zijn voor hun en dan onderhoudt hij ook mijn tuin. [Dus hij gebruikt de achtertuin voor groenten en onderhoudt voor jou ook de voortuin?] Ja, goed geregeld, haha. [Dat is fantastisch geregeld.] Ja, zo hoef ik niet om te kijken naar het onkruid.” Oudere uit Millingen (J3MIL3)
“Ik probeer ook gewoon ook zoveel mogelijk de boodschappen toch hier te doen… Die ik hier kan doen… Want anders als je straks ook geen supermarkt meer hebt… Ja, dan heb je een dorp zonder winkel.” Volwassene uit Leuth (G2LEU4) “[En heb jij ideeën daarover? Wat daar, bij de oude Rabo, uh…] Uh ja, een fitnesscentrum, want daar moeten ze echt voor de meeste dingen naar Nijmegen toe. En heel veel jeugd fitnest wel. Het lijkt mij een hele goede plek voor een fitnesscentrum.” Jongere uit Millingen (F1MIL2) “[Zoiets als de regiotaxi of de SWOM bus?] Ja en nee, maar ook gewoon een echte buurtbus van uh Breng. En die zorgt voor busjes alleen uh… de chauffeurs, die zijn vrijwilligers. En die rijden alleen overdag op werkdagen. Toevallig ga ik over een paar weken zelf ook op zo’n bus zitten. Haha, als chaufeur, ja.” Oudere uit Leuth (A3LEU1) “Ik ben in 2000 afgekeurd. Ik werk nog 40 uur in de week… Ik mag het werk niet meer doen wat ik deed…nee… Maar ik heb wel ander werk gevonden… wat ik wel mag. Ik heb hier heel hard voor te moeten vechten om de ambtenaar (UWV) aan het verstand te brengen wat ik wel kan en wat ik niet kan. […] Ik zeg: waarom mogen mensen in een rolstoel wel auto rijden en ik niet? Ik heb nog mijn armen, mijn ogen, mijn benen… Het enige waarom ik afgekeurd ben is, omdat ik last heb van mijn schouder. Dus waarom zou ik dan niet mogen rijden? Nou, toen hebben we lang en breed zat anderhalf jaar erover gevochten… Ik ben in de tussentijd bij een busbedrijf begonnen…” Volwassene uit Millingen (H2MIL1)
11
“’t zou nou leuk zijn als er bij de Lange Poal ook nog eens een bankje zou staan. [Een bankje, wat een idee.] Ja, even gaan zitten, ja want dan loop je hier zo heen en dan moet je nog dat hele eind terug. [Dat is heel concreet, he.] Want dat zeggen wij heel vaak, want dan zijn we bij de Lange Poal en dan zeggen we: he, als hier nou eens effe een bankje stond. Ja, ik denk dat ook voor mensen die op de fiets zijn die zie je daar dan vaak wat staan en dan denk ik ja, die zouden daar ook wel, eh… Daar is dan niet alleen Kekerdom mee gebaat, maar… [daar is iedereen mee gebaat?] Iedereen mag erop zitten. Desnoods nog een picknicktafel.” Oudere uit Kekerdom (I3KEK1) “En anders is het ons-kent-ons en dan rij je met iemand mee. Die komt voorbij rijden: 'Oh ja Nijmegen, ja tuurlijk.' [Oh wat grappig…] Ja, dan sta je met vrienden te praten en dan is het van: 'Oh ik rij even met die mee.' Want dan staat er op Facebook: wie moet er toevallig naar Nijmegen zo en zo laat? [Wat leuk. Zonder organisatie?] Ja, want het is gewoon uit zichzelf. [Uit eigen initiatief?] Ja, want als je toch een auto… Ja, in je eentje in de auto zit dan, ja... waarom neem je dan niet mensen mee?” Jongere uit Millingen (F1MIL2) “En nu ben ik bezig, ik ben nu lid van de werkgroep. We zijn nu bezig in Leuth met een kookcafé op te richten. [Oh, wat leuk!] We hebben een nieuwe school he, met het Kulturhus. [Ja?] In Leuth wonen ook steeds meer mensen alleen, door leeftijd of gescheiden of er wonen een paar allochtonen mensen heb ik gehoord. Voormalig vluchtelingen die nu hier een huisje hebben gekregen. En in het Kulturhus zit een Wmo ruimte en met een clubje mensen gaan we daar een kookcafé beginnen, we beginnen met een keer in de week, heel klein. En kijken of mensen daar naar toe willen komen, om te eten samen. Samen koken, samen eten.” Volwassene uit Leuth (Q2LEU1) “Ik zou best wel mensen die eenzaam zijn, dat is m'n werk ook een beetje, die wil ik best opzoeken bijvoorbeeld. Ik zou ook wel... Ja, ik wil best wel wat doen voor iemand, zo ben ik ook wel weer, als ik de tijd heb. Een maatje voor iemand zijn of iemand helpen die ziek is ofzo. Ja, ik kan niet zo gauw bedenken wat dat dan zou kunnen zijn. Ik zou
dan gastvrouw kunnen zijn in het Kulturhus ofzo. Dat soort werk kan ik wel. Ik heb mijn hele leven natuurlijk met mensen gewerkt, dus ik kan wel iets met mensen doen. Ja.” Volwassene uit Kekerdom (B2KEK1) “[Heb je ook nog contact met de buren?] Uhm ja eigenlijk wel. We doen vaak één keer in het jaar een soepdag en dan kookt één van ons en dan komt iedereen bij elkaar op bezoek.” Jongere uit Millingen (F1MIL5) “Ik..uh.. mijn vrouw en ik, wij hebben ons hele leven in de zorg gewerkt en ik denk dat we, als mensen een beroep op ons doen dat we daarvoor klaar staan om dat ook op latere leeftijd te doen. Ja, zeker wel.” Oudere uit Leuth (I3LEU3) “Maar ze hebben nu een dorpsbelangclubje…hoe heet dat? Hoe heet dat nou? Nou, ik weet het niet… ben het kwijt…” Oudere uit Kekerdom (G2KEK1) “[Het Burgerplatform eh… Millingen. Zien jullie daar nog een rol in weggelegd?] Nou, daar hoor je helemaal niks van… nee… Ik weet dat het er is, maar waar ik nog wel meer verwacht dat er in het Rozet nog wel iets meer in zou staan of eh… Maar dat zie je haast nooit nergens…” Volwassene uit Millingen (H2MIL1) “Ze (Leuth Actief) doen wel dingen, maar die zijn dan net niet af. Bijvoorbeeld de hondenuitlaat, d’r zit geen poort in of niks. […] Ze zetten er een mooi bankje neer, maar als je een houten bank onder een boom zet, dan ja… gegarandeerd dat dat groen wordt binnen de kortste keren. En dan gaat er niemand meer zitten, want dat ding is vies. Waarom moest dat er komen? Heeft een hoop geld gekoste, zonde. Dat zijn van die kleine dingen.” Volwassene uit Leuth (J2LEU2) “Uhm nou ja, volgens mij qua uit de gemeente… Worden beslissingen altijd heel laat genomen. Dat was volgens mij ook met het sportpark. Dat heeft ook even geduurd. Dat is wel een puntje waarvan ik denk: dat is wel typisch dorps. [Maar er mag wat vaart achter wat jou betreft?] Ja.” Jongere uit Millingen (F1MIL5)
12
Collectief niveau In groepen zijn op 14 januari 2015 vervolgacties geformuleerd: wat kunnen inwoners, vrijwilligers, beleidsmakers en/of anderen concreet bijdragen? Hier volgt een samenvatting van de geformuleerde ideeën en acties. Sommige ideeën zijn concreet genoeg om direct mee aan de slag te gaan, andere vergen nog verdere concretisering. (Zie voor een gedetailleerdere uitwerking met initiatiefnemers en ondersteuners het Excel bestand.) 1a. Groepswonen: inventariseren woningbehoeften jongeren, alleenstaanden en ouderen. Verkennen mogelijkheden voor groepswoningen in bijvoorbeeld Millingen en Leuth. 1b. Opschoon dagen: met jong en oud in straatteams openbaar groen en zwerfvuil opruimen. 1c. Kekerdom bereikbaar: openbaar vervoer van en naar Kekerdom mogelijk maken. 2a. Campagne “Zeg elkaar gedag”: stimuleer het contact op straat, in de winkel, etc. Het liefst in de hele gemeente promoten om elkaar gedag te zeggen. 2b. Digitaal dorpsplein: een digitaal prikbord geïnspireerd door mijnbuurtje.nl uit Nijmegen voor de drie dorpen samen. 2c. Bestaande netwerken versterken: ondersteuningsnetwerken die er al zijn als Platform Leuth (voorheen: Leuth Actief) en Kekerkring bekend(er) maken en oproepen een bijdrage te leveren. 3a. Knipkaart activiteiten: een knipkaart of chipkaart voor wisselende deelname aan bestaande en nieuwe activiteiten, dorpsoverstijgend. Zonder dat je lid hoeft te zijn van de vereniging.
3b. Digitale vaardigheden: jongeren leren ouderen uit het dorp digitaal wegwijs op een tablet van de bibliotheek. 3c. Bekend maken wat er al is: activiteiten van verenigingen, clubs, Kulturhusen verzamelen in Leuth, Kekerdom en Millingen. Een overzicht aanbieden via een speciale uitgave van de Rozet, borden langs de weg en een digitaal platform (bijvoorbeeld een digitaal dorpsplein). 4a. Sociaal team en ouderenadviseurs: informatie verstrekken over wat het sociaal team en ouderenadviseurs kunnen betekenen voor inwoners. Ook de gevolgen van de veranderingen in de zorg toelichten. 4b. Vraag en aanbod koppelen: net als bij de Kekerkring hulpvragen en hulpaanbod van inwoners matchen. 4c. Demografie in beeld: weten wie er zijn in de dorpen, nu en in de toekomst. 5a. Digitaal ondersteunen laaggeletterden: maatjesproject voor laaggeletterden en zorgen voor een heldere en duidelijke digitale communicatie (denk aan site gemeente, digitaal dorpsplein).
13
4. Hoe nu verder? Over tot acties en bijdragen van een ieder. Er zijn al een paar acties geformuleerd inclusief vervolgstappen, initiatiefnemer en ondersteuners (zie Excel bestand). Voor elke actie gelden de volgende vragen1. Vul elk blok in per actiepunt.
Wat ga ik doen?
Wat gaan we doen?
Wat vragen we aan anderen om te doen?
1
Deze stappen komen voort uit de Partnerschapskaart (Jansen, 2014). Meer informatie over de Partnerschapskaart: http://blog.han.nl/wmowerkplaatsnijmegen/partnerschapskaart/ 14
De resultaten en geformuleerde acties in deze samenvatting kunnen als startpunt fungeren voor (vernieuwde of voortgezette) burgerparticipatie in Millingen, Kekerdom en Leuth. We bevelen het volgende aan:
Sluit aan bij ontwikkelingen die er al zijn: een sterk verenigingsleven is een goede basis om op verder te bouwen.
Wacht niet tot de nieuwe gemeente het initiatief neemt, maar onderneem zelf actie. De gemeente geeft nu de ruimte voor nieuwe initiatieven. Ontwikkel deze bottom-up en wacht niet tot de gemeente iets top-down organiseert.
Specifiek voor de burgerinitiatieven Burgerplatform Millingen aan de Rijn, Vitaal Kekerdom en Huurders Vereniging Woonbelang, afd. Leuth: vul het Excel schema uit bijlage 5 verder in en ondersteun inwoners met het oppakken van concrete acties en ideeën. Faciliteer samen met de nieuwe gemeente een platform voor bestaande, vernieuwde en nieuwe concrete burgerinitiatieven. Ontwikkel je als platform tot de hub in het netwerk van initiatieven.
Bij sommige geformuleerde acties hebben zich al initiatiefnemers en ondersteuners gemeld met naam en contactgegevens. Gebruik het enthousiasme van deze inwoners om samen aan de slag te gaan.
Communiceer over het oppakken van de vervolgacties, zodat mensen zien wat er gebeurt met de ideeën. Dat is niet alleen van belang nu het onderzoek net is afgerond, maar ook op langere termijn over een paar maanden of een jaar. Foto: Hans van Overbeek, Leuth
15
Bijlagen 1. Onderzoeksverslag Damoiseaux, D. et.al. (2015), Iedereen helpt elkaar toch wel?!, Onderzoek naar de behoeften en bijdragen van inwoners uit Leuth, Kekerdom en Millingen aan de Rijn, Kenniscentrum HAN SOCIAAL, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Verkrijgbaar via de burgerinitiatieven, zie bijlage 3: contact.
2. Excel bestand met alle ideeën en acties In het -
Excel bestand kan met behulp van de pijltjes gefilterd worden op: Dorp: Leuth, Millingen, Kekerdom of alle 3 Thema: woning & tuin, dorp & regio, voorzieningen, ontmoeten, digitaal of actieve bijdrage(n) Leeftijd: jongere (15-25), volwassene (26-69) of oudere (70+) Bron: individueel gesprek of bijeenkomst Kekerdom
Het Excel bestand kan ook gebruikt worden als werkbestand: nieuwe acties kunnen worden toegevoegd, meer informatie kan worden toegevoegd zoals de initiatiefnemer en ondersteuners van de actie en genomen acties kunnen worden afgevinkt. Verkrijgbaar via de burgerinitiatieven, zie bijlage 3: contact.
3. Contact Bugerplatform Millingen aan de Rijn: Alphons Klomberg en Anneke Nijenhuis Vitaal Kekerdom: Gaby Haukes Huurders Vereniging Woonbelang en Platform Leuth: Hans van Overbeek en Beppie Daamen Gemeente: Mariëlle van Heertum 16