Ict-toepassingen voor taal en rekenen in het mbo Carolien van Rens Oktober 2012
Dit onderzoek is in opdracht van Kennisnet uitgevoerd en door Kennisnet gefinancierd.
Projectnummer: 34001267 Opdrachtgever: Kennisnet
2012 ITS / Kennisnet Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, behoudens in geval de verveelvoudiging van de inhoud van deze uitgave plaatsvindt onder de licentie ‘naamsvermelding, nietcommercieel, geen afgeleide werken’ als gehanteerd door Creative Commons. Naamsvermelding – NietCommercieel – GeenAfgeleideWerken 2.5 Nederland. De gebruiker mag: • Het werk kopiëren, verspreiden, tonen en op- en uitvoeren onder de volgende voorwaarden: - Naamsvermelding. De gebruiker dient bij het werk de naam van Kennisnet te vermelden. - Niet-commercieel. De gebruiker mag het werk niet voor commerciële doeleinden gebruiken. - Geen Afgeleide werken. De gebruiker mag het werk niet bewerken. • Bij hergebruik of verspreiding dient de gebruiker de licentievoorwaarden van dit werk kenbaar te maken aan derden. • De gebruiker mag uitsluitend afstand doen van een of meerdere van deze voorwaarden met voorafgaande toestemming van Kennisnet. Het voorafgaande laat de wettelijke beperkingen op de intellectuele eigendomsrechten onverlet.
ii
Inhoud
1 Aanleiding 1.1 aanleiding
1 1
2 Vraagstellingen en opzet van het onderzoek 2.1 Vraagstelling 2.1.1 Aanpak en uitvoering onderzoek
5 5 5
3 Begeleiding van deelnemers
7
4 Gebruik ict-toepassingen 4.1 Gebruik van ict-toepassingen door docent en collega’s
9 9
3 toepassingen 4.2 Gepercipieerd effect van ict-toepassingen voor taal en rekenen 4.3 Mogelijkheid om te differentiëren 4.4 Aandacht voor de beroepscontext 4.5 Gebruiksvriendelijkheid van de ict-toepassing
9 10 12 13 13
5 Registratie ontwikkeling taal- en rekenniveau 5.1 Verzameling van toetsgegevens 5.2 Gebruik van toetsgegevens
15 15 16
6 Conclusie
17
7 Bijlage: Lijst met ict-toepassingen
19
iii
iv
1 Aanleiding
1.1 aanleiding Referentieniveaus In het voorjaar van 2010 hebben de Eerste en Tweede Kamer het Wetsvoorstel referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen aanvaard. In deze wet is voor alle onderwijssoorten vastgelegd wat deelnemers en studenten op strategische momenten in hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. Vanaf het schooljaar 2010/2011 vormen de referentieniveaus een leidraad voor scholen bij de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s. De referentieniveaus zijn geen doel op zich, maar een instrument dat ertoe bij kan dragen dat de prestaties van deelnemers en studenten op het gebied van taal en rekenen beter worden1. Bij zowel taal als rekenen zijn er basisniveaus (F-niveaus) binnen het referentiekader. Deze niveaus zijn gekoppeld aan momenten in de schoolloopbaan van elke leerling:
schoolloopbaan einde basisschool einde vmbo / mbo-2 / mbo-3 einde havo / mbo-4 einde vwo
taal 1F 2F 3F 4F
rekenen 1F 2F 3F 3F (gedacht wordt aan 3S)
Om als volwassene goed te kunnen functioneren in de maatschappij is het nodig dat in ieder geval niveau 2F wordt gehaald. In het mbo wordt een vorm van centrale examinering voor Nederlands en rekenen/wiskunde ingevoerd, gebaseerd op de referentieniveaus. Uitgangspunt is dat studenten op niveau 4 vanaf 2013/14 deze centraal ontwikkelde examens afleggen. Een jaar later volgen de studenten op niveau 2 en 3. Tot die tijd wordt ervaring opgedaan met pilotexamens. Het is aan de scholen zelf om hun onderwijs zo in te richten dat studenten de taal- en rekentoetsen halen. Op dit moment blijken veel studenten nog niet aan de nieuwe hogere eisen te kunnen voldoen. Voorjaar 2012 hebben de eerste pilots plaats gevonden van de centrale exa-
1
Voortgangsrapportage implementatie referentiekader taal en rekenen, 7 juni 2012, Kamerstuk 297102.
1
mens taal en rekenen in het mbo. Vrijwel alle bekostigde instellingen in het mbo hebben deelgenomen aan deze pilots. In totaal zijn er zo’n 30.000 examens afgenomen. De resultaten zijn opgenomen in Tabel 1. Vooral de rekenprestaties lijken nog sterk tekort te schieten (43%-83% onvoldoendes), maar ook bij taal halen nog lang niet alle studenten het gewenste niveau (15%-39% onvoldoendes).
Tabel 1 – Deelnemerresultaten pilots taal- en rekentoetsen mbo, voorjaar 2012 mbo-2 (2F)
mbo-3 (2F)
mbo-4 (3F)
Nederlandse taal gemiddeld cijfer
5,8
6,8
5,9
% onvoldoendes
39%
15%
38%
gemiddeld cijfer
4,7
5,9
3,6
% onvoldoendes
65%
43%
83%
Rekenen
Bron: brief Tweede Kamer: Pilots rekentoets in vo en examens taal en rekenen mbo, 8 juni 2012
Om te voorkomen dat studenten uitvallen door deze hogere eisen, is extra inzet nodig om de taal- en rekenvaardigheden te verbeteren. Instellingen worstelen met de vraag hoe ze hieraan kunnen voldoen en hoe ze tegemoet kunnen komen aan de verschillende behoeftes van hun zeer heterogene studentenpopulatie. Inzet ict in taal- en rekenonderwijs op mbo Op veel mbo-instellingen wordt ict al ingezet om geconstateerde tekorten op het gebied van taal en rekenen te repareren (Hofman & Spijkerboor, 2009) 2. Onderzoek van Oomens e.a. (2010) laat zien dat er zes verwachte en ervaren voordelen zijn van gebruik van ict in het mbo3: 1. Studenten leveren betere prestaties 2. Studenten zijn meer gemotiveerd 3. Het biedt mogelijkheden tot zelfstandig werken 4. Het helpt het onderwijsaanbod te differentiëren 5. Onderwijstijd wordt efficiënt gebruikt 6. Het biedt kansen voor toetsing en feedback Deze bijdragen komen echter alleen tot stand onder de volgende randvoorwaarden: 2
Hofman, R. & Spijkerboer, A. Ervaren deficiënties door havo- en mbo-opleidingen in de basisbaggage van vmbo’ers. (2009). GION:Groningen. 3 Zes voordelen van ict voor het mbo. Kennisnet onderzoekreeks. 2011 # 32.
2
-
Formuleer een duidelijke visie over wat je met ict in het onderwijs wilt. Wanneer je digitaal lesmateriaal kiest, stem dit dan duidelijk af op je onderwijsdoelen. Zorg ervoor dat de docenten moeiteloos met ict kunnen omgaan. Zorg voor een goede ict-infrastructuur en helpdesk.
Het Steunpunt taal en rekenen ondersteunt instellingen in hun taal- en rekenbeleid. Zij hebben een website laten ontwikkelen met een overzicht van het aanbod voor mbo op het gebied van rekenen, Nederlands en moderne vreemde talen. Dit overzicht bevat o.a. leermiddelen, toetsen en volgsystemen4. Ook heeft Kennisnet in samenwerking met het Steunpunt een Portaal taal en rekenen mbo ontwikkeld, waarop docenten lesmateriaal op het gebied van taal en rekenen kunnen delen5. Er bestaat hierdoor een aardig beeld van het aanbod aan ict-toepassingen dat beschikbaar is voor het taal- en rekenonderwijs in het mbo. Kennisnet heeft echter nog weinig zicht op het gebruik van deze voorzieningen in de praktijk. Ook is de vraag welke ervaringen de betrokkenen hebben in het mbo met het gebruik van deze toepassingen. Het gaat daarbij met name om de geschiktheid om te differentiëren in het onderwijs en de mate waarin deze ict-toepassingen bijdragen aan verbeteringen van taal- en rekenprestaties van de deelnemers.
4 5
Zie: www.aanbodoverzichttaalenrekenen.nl/ Zie . http://taalenrekenen.kennisnet.nl/
3
4
2 Vraagstellingen en opzet van het onderzoek
2.1 Vraagstelling Het is aan de scholen zelf om hun onderwijs zo in te richten dat studenten de taal- en rekentoetsen halen. Veel docenten en opleidingen in het mbo worstelen met de vraag hoe zij op korte termijn tegemoet kunnen komen aan deze aangescherpte eisen op het gebied van taal en rekenen. Ze hebben behoefte aan informatie over differentiatiemogelijkheden en hoe deze in de praktijk worden gerealiseerd. Dit onderzoek beoogt antwoord te geven op vier onderzoeksvragen: 1. Welke ict-toepassingen op het gebied van taal en rekenen worden gebruikt in het mbo om te differentiëren in het onderwijs? 2. Bij welke doelgroepen wordt de ict-toepassing gebruikt, in welke mate en bij welke opleidingen? 3. Hoe worden de taal- en rekenprestaties vastgesteld en gemonitord? 4. Welke kansen bieden de gebruikte toepassingen om aan de verscherpte eisen tegemoet te komen?
2.1.1 Aanpak en uitvoering onderzoek Voor dit onderzoek is een digitale vragenlijst opgesteld. De vragenlijst bevatte onderwerpen zoals de begeleiding van deelnemers in het mbo, de inzet van icttoepassingen, de ervaring met deze toepassingen en registratie van toetsgegevens. De respondenten zijn op verschillende manieren benaderd. Het Steunpunt taal en rekenen heeft zijn adressenlijst ter beschikking gesteld om een uitnodigingsmail naar te sturen. Daarna is er door dezelfde partij een oproep geplaatst in de periodieke digitale nieuwsbrief. Daarnaast heeft Kennisnet haar ambassadeurs uit het mbo opgeroepen op deel te nemen aan het onderzoek. In totaal gaven in totaal 331 personeelsleden gehoor aan de oproep. In tabel 2 is de respons per functie en sector te zien. De meeste respondenten zijn of taaldocent (153) of rekendocent (152), twintig ondervraagden zijn beide. De respondenten werken in
5
alle leerwegen en op alle niveaus (zie tabel 3). De meeste (77%) werken onder andere op BOL niveau 4.
Tabel 2 – Aantal respondenten naar functie en sector (meerdere antwoorden mogelijk) functie
taalcoach/-coördinator taaldocent rekencoach/-coördinator rekendocent
economie
techniek
zorg en welzijn
groen
sectoroverstijgend
totaal
32 50 30 56
17 33 23 38
31 52 24 43
5 7 8 9
33 26 27 26
101 153 93 152
Tabel 3 – Verdeling respondenten naar leerweg en niveau (meerdere antwoorden mogelijk) niveau
BOL
BBL
1 2 3 4
18% 46% 58% 77%
14% 33% 35% 35%
6
3 Begeleiding van deelnemers
De meeste mbo-instellingen bieden specifieke individuele begeleiding voor rekenen/taal. Het type begeleiding dat wordt aangeboden in volgorde van vaakst genoemd door docenten/coördinatoren/coaches: 1. Bijspijkeraanbod (46%) 2. Extra lessen (40%) 3. Taalcoaches (32%) 4. Rekencoaches (32%) 5. Ondersteunend rekenaanbod (29%) 6. Ondersteunend taalaanbod (25%) 7. Service/expertisecentrum (24%) 8. Specialisten (remedial teachers) (23%) Qua aanbod aan individuele begeleiding wordt er ongeveer evenveel aandacht besteed aan taal en rekenen. Bijspijkeraanbod is de meest populaire vorm van individuele begeleiding. Het inhuren van specialisten zoals remedial teachers voor begeleiding van rekenen en taal komt in mindere mate voor. Hoewel de meerderheid van de instellingen begeleiding biedt, is deze begeleiding volgens 39 procent passend. Volgens de overige ondervraagden schiet de begeleiding echter tekort. Als we kijken naar het aanbod van begeleiding en het oordeel over de effectiviteit vallen er twee dingen op. Ten eerste lijkt de aanwezigheid van de taal- en rekencoaches niet voldoende om effectieve begeleiding te bewerkstelligen. Als er coaches zijn aangesteld leidt dat dus niet per definitie tot effectieve begeleiding. Aangezien een groot deel van de ondervraagden zelf als coach is aangesteld geven zij zelf dus ook aan dat alleen hun aanwezigheid niet voldoende is om rekenen en taal naar een hoger plan te tillen. Vooral de aanwezigheid van specialisten en een service/expertisecentrum lijken effectieve bijdragen te leveren voor begeleiding. Docenten/coördinatoren/coaches geven hierbij wel aan dat het eigenlijk nog wat te vroeg is om te oordelen over de effectiviteit. De organisatie van de begeleiding is al enige tijd geleden gestart maar heeft vaak veel voeten in de aarde gehad. De organisatie gaat vaak moeizaam, er is te weinig flexibiliteit in het rooster om individuele begeleiding goed te kunnen organiseren. Omdat het nu vaak buiten het reguliere rooster gebeurd is de animo onder deelnemers minimaal. Er is echter geen alternatief omdat begeleiding tijdens het lesrooster betekent dat toch al zwakke deelnemers andere lessen missen.
7
Naast de inzet van de eerder genoemde vormen van begeleiding probeert de instelling ook nog op andere manieren het niveau van taal en rekenen op een gewenst niveau te krijgen. Het lesrooster wordt bij veel instellingen uitgebreid met reken- en taallessen, reken- en taalonderwijs wordt geïntegreerd in andere vakken, er wordt bij de instroom van deelnemers een nulmeting afgenomen en ten slotte worden zowel taal- en rekendocenten als overige docenten geschoold in het geven van ondersteunend onderwijs.
8
4 Gebruik ict-toepassingen
4.1 Gebruik van ict-toepassingen door docent en collega’s Docenten in het mbo hebben een ruime keuze aan ict-toepassingen om Nederlandse taal of rekenen aandacht te geven in hun onderwijs. We hebben de docenten/coördinatoren/coaches een lijst met mogelijke toepassingen voorgelegd met de vraag of deze ict-toepassingen gebruiken. Verreweg de meeste taaldocenten/-coördinatoren/-coaches gebruiken ten minste één ict-toepassing voor taal (94%). Hetzelfde geldt voor de rekendocenten/coördinatoren/coaches: 80 procent gebruikt ten minste één ict-toepassing voor rekenen. Gemiddeld gebruiken taaldocenten/coördinatoren/coaches 2,2 verschillende ict-toepassingen voor taal, waar de rekendocenten/ coördinatoren/coaches gemiddeld 1,4 ict-toepassingen voor rekenen gebruiken. Voor de complete lijst van ict-toepassingen zie bijlage 1.
Tabel 4 – Gebruik aantal ict-toepassingen per docent/coördinator/coach % taaldocenten/ coördinatoren/coaches 0 toepassingen 1 toepassing 2 toepassingen 3 toepassingen >3 toepassingen
6% 27% 32% 20% 15%
% rekendocenten/ coördinatoren/coaches 20% 29% 27% 9% 15%
De methodes op Studiemeter zijn verreweg het populairst onder de ondervraagden die betrokken zijn bij taalonderwijs. Van de 189 respondenten gebruikt 59 procent Starttaal. De verschillende modules van Muiswerk worden ook door veel ondervraagden gebruikt (32%). Werkwoordspelling, lezen en basisspelling zijn de populairste modules. Nieuwsbegrip.nl en Taalblokken (beide 21%) behoren ten slotte ook nog in de top 4 van de meest gebruikte ict-toepassingen voor taal. Ook bij het rekenonderwijs is Studiemeter favoriet. Van de 175 rekendocenten/coördinatoren/coaches gebruikt 61 procent Startrekenen online. Rekenblokken wordt door 26 procent gebruikt en Rekenbeter door 15 procent.
9
De meeste ict-toepassingen die worden gebruikt voor rekenen en taal zijn onderdeel van een grotere methode. Slechts een op de vijf docenten/coördinatoren/coaches gebruiken hun ict-toepassing los van een methode. Als ze de ict-toepassingen in de lessen gebruiken naast een methode sluit deze volgens een kwart van de gebruikers matig aan op de gebruikte methode. Nog eens 6 procent van de gebruikers noemt de aansluiting op de methode ronduit slecht. De verschillen tussen gebruikers van taalen rekentoepassingen zijn marginaal. Punten van kritiek zijn bijvoorbeeld het niet volgen van dezelfde indeling van het boek (Startrekenen, ViaStarttaal en NU rekenen), geen koppeling met referentieniveaus (Khanacademie en Rekenblokken) en geen toegang tot foutenanalyse (Startrekenen). Maar natuurlijk zijn er ook gebruikers van (deels dezelfde) ict-toepassingen die wel tevreden zijn over de aansluiting op de methoden. Bijvoorbeeld omdat de opgaven goed aansluiten bij de theorie uit het boek (Startrekenen), boek en ict vullen elkaar goed aan (Startrekenen) en de ict ondersteunt generieke taalvaardigheden terwijl de methode wordt gebruikt voor het oefenen van beroepsproducten (Vaktraject).
4.2 Gepercipieerd effect van ict-toepassingen voor taal en rekenen De ict-toepasssingen worden in of naast de lessen ingezet met als doel het niveau van rekenen en taal op te schroeven. Docenten/coördinatoren/coaches geven echter aan dat het gebruik van de ict-toepassing niet altijd dit effect heeft. Een kleine minderheid (3%) vindt de bijdrage van de toepassingen onvoldoende. Ongeveer een kwart beoordeelt de bijdrage aan het ophogen van het niveau als matig. De docenten/ coördinatoren/coaches voor taal zijn negatiever over de bijdrage van de toepassingen dan de collega’s die toepassingen inzetten voor rekenen (30% versus 18% die de bijdrage van de toepassing matig vindt). Bijna de helft van de docenten/ coördinatoren/coaches vindt dat de gebruikte ict-toepassing wel voldoende bijdraagt aan het op niveau brengen van taal of rekenen (46%). Nog eens meer dan een kwart vindt deze bijdrage zelfs goed tot zeer goed.
Tabel 5 – Mate waarin toepassing bijdraagt aan het op niveau brengen van taal/rekenen
onvoldoende matig voldoende goed zeer goed
10
taal
rekenen
totaal
2% 30% 43% 20% 5%
3% 18% 49% 26% 4%
3% 24% 46% 23% 5%
Nog belangrijker dan de algemene bijdrage van de ict-toepassing, is de bijdrage aan het op niveau brengen van taal en rekenen bij de zwakke deelnemers. De docenten/coördinatoren/coaches zijn kritischer over de bijdrage bij juist de belangrijkste doelgroep voor de toepassingen. Niet 3 procent, maar 14 procent van hen beoordeelt de bijdrage aan het op niveau brengen van taal/rekenen bij zwakke deelnemers als onvoldoende (zie tabel 6). Nog eens meer dan een derde (38%) beoordeelt de bijdrage bij zwakke deelnemers als matig. Slechts 16 procent beoordeelt de bijdrage van de toepassing voor zwakke leerlingen als goed/zeer goed. Er is weinig verschil tussen ict-toepassingen voor taal of rekenen.
Tabel 6 – Mate waarin toepassing bijdraagt aan het op niveau brengen van taal/rekenen bij zwakke deelnemers
onvoldoende matig voldoende goed zeer goed
taal
rekenen
totaal
14% 37% 31% 13% 5%
14% 39% 34% 12% 1%
14% 38% 32% 13% 3%
Als de ict-toepassing onvoldoende of matig bijdraagt aan het op niveau brengen van taal/rekenen zijn daar twee redenen die door meerdere docenten/coördinatoren/ coaches worden genoemd. Ten eerste het ontbreken van een goede foutenanalyse. Als er geen goed zicht is op welke fouten de deelnemers maken dan remt dat de vooruitgang. De tweede belemmering is de leerling zelf. Deelnemers moeten zelfstandig achter de pc aan de slag met het oefenmateriaal. De leerling bepaalt hierbij de mate van inzet en die is soms niet voldoende om goede resultaten te kunnen halen. Het ontbreken van een goede feedback bij fouten vermindert de motivatie van deelnemers aanzienlijk. Andere belemmeringen die genoemd zijn, zijn bijvoorbeeld de aanwezigheid van multiple choice waardoor deelnemers blindelings gokken, de invuloefeningen die geen gepaste werkvorm zijn om de geleerde vaardigheid ergens anders te gebruiken anders dan bij de toets, en opdrachten die niet conform de richtlijnen van Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen zijn opgesteld. De ict-toepassing zou meer effect hebben als de feedback duidelijk en begrijpelijk is voor deelnemers. Er zou een blokkade in het programma gebouwd moeten worden als een leerling eindeloos dezelfde fouten maakt, want dan heeft hij/zij meer individuele begeleiding nodig. Los van de ict-toepassing moet de omgeving ook geschikt zijn om zelfstandig te kunnen werken; er moeten voldoende pc’s aanwezig zijn, toegang tot
11
andere programma’s moeten geblokkeerd zijn en ict moet storingvrij gebruikt kunnen worden. De deelnemers zijn anders te snel afgeleid. Als de ict-toepassing volgens de docent/coördinator/coach voldoende bijdraagt aan het verhogen van het niveau van taal/rekenen komt dat over het algemeen door de mogelijkheid om veel oefeningen aan te bieden. De ict-toepassing wordt dan gebruikt om ‘extra meters te maken’ en net zo lang te oefenen totdat er een automatisme ontstaat bij de deelnemers. Volgens deze docenten/coördinatoren/coaches kan de ict-toepassing verbeterd worden door oefenstof beter aan te laten sluiten met de inhoud van het centrale examens. De opgaven zouden bijvoorbeeld meer contextgebonden moeten zijn omdat het landelijk eindexamen ook veel contextrijke opgaven bevat. De bijdrage van de ict-toepassing wordt als goed/zeer goed ervaren als de deelnemers ermee kunnen werken aan een eigen leertraject op basis van scans die het instapniveau bepalen en de toepassing instaptoetsen bevat die de domeinen verder uitspitten. Daarnaast werkt het goed voor de motivatie als een reeks van goede antwoorden beloond wordt door bijvoorbeeld punten zodat deelnemers succes kunnen ervaren. Toch kunnen deze docenten/coördinatoren/coaches ook nog verbeterpunten noemen. Zo zou het verschil tussen niveau 2F en 3F duidelijker aangegeven kunnen worden en zou het niveau ook bij de opdrachten moeten staan zodat deelnemers weten waar ze aan toe zijn.
4.3 Mogelijkheid om te differentiëren We hebben al gezien dat een ict-toepassing bijdraagt aan het verhogen van het niveau van rekenen/taal als de toepassing ruimte geeft om te kunnen differentiëren. Icttoepassingen zijn uitermate geschikt om te differentiëren. Door middel van ict kunnen opdrachten relatief eenvoudig aangepast worden aan het niveau en leerstijl van de leerling. We hebben de docenten gevraagd hoe ze ict-toepassingen inzetten om te differentiëren. Ongeacht de leerweg of het niveau, differentieert de meerderheid van de docenten het lesmateriaal om ervoor te zorgen dat de stof aansluit bij de deelnemer. Bij zowel rekenen als taal wordt er vooral gedifferentieerd tijdens of naast de reguliere lessen. Tussen de 10 en 20 procent van de leraren gebruikt de ict-toepassing bij extra begeleiding en een kleine minderheid zet de ict-toepassingen in voor online begeleiding van deelnemers. De ict-toepassingen voor taal en rekenen worden op dezelfde wijze ingezet om te differentiëren. Er is alleen een verschil te zien bij de lessen voor niveau 1-2. Voor taal maken meer docenten überhaupt gebruik van icttoepassingen om te differentiëren (95% bij taal en 84% bij rekenen). En de docenten zetten de ict-toepassing bij taal vaker in tijdens de reguliere lessen (62% bij taal en 39% bij rekenen). Er is weinig verschil in de wijze waarop docenten differentiëren als 12
ze lesgeven aan BOL-ers of BBL-ers. Ook het niveau is weinig bepalend voor de wijze van differentiatie.
4.4 Aandacht voor de beroepscontext Een veel gehoorde klacht binnen het mbo is het tekort aan lesmateriaal met aandacht voor de beroepscontext. Docenten/coördinatoren/coaches geven aan dat de icttoepassingen voor taal en rekenen ook geen aandacht besteden aan de beroepscontext van de mbo-leerling. Dit is echter voor de meeste docenten/coördinatoren/coaches geen probleem. Het voert te ver om algemene taal- en rekenoefeningen om te bouwen zodat ze passen in de grote diversiteit aan opleidingen binnen het mbo. Sommige basisvaardigheden behoeven geen specifieke beroepscontext; het is voldoende om basisvaardigheden aan te leren die zijn gebaseerd op situaties uit het dagelijkse leven. Van de andere kant zou aandacht voor de beroepscontext vooral de deelnemers in niveau 1-2 kunnen helpen met hun motivatie. Aansluiting met de beroepsinteresses en leefwereld van de zwakkere leerling is geen must maar docenten/coördinatoren/ coaches zouden deze aansluiting wel als een groot pluspunt ervaren.
4.5 Gebruiksvriendelijkheid van de ict-toepassing Ongeveer drie kwart van de docenten/coördinatoren/coaches vindt de gebruikte icttoepassing gebruiksvriendelijk. De toepassing wordt als gebruiksvriendelijk bestempeld als de docent op allerlei manieren de resultaten kan zien, zowel per groep als individueel. Het klaarzetten van lesmateriaal moet gemakkelijk gaan net als het selecteren van toetsen. Een veelgehoorde klacht is het aantal doorklikken die een docent/coördinator/coach moet maken voordat hij op de juiste plek in het menu is of dat hij na het inzien van een rapportage eerst weer naar de startpagina wordt gelinkt zodat hij/zij weer helemaal door het programma heen moet klikken om de volgende rapportage te kunnen bekijken. Zodra de leerling een goede instructie heeft gekregen, beoordeelt de meerderheid van de docenten/coördinatoren/coaches (70%) de toepassing ook als gebruiksvriendelijk voor de leerling. Het is niet zo dat deelnemers er meteen zelfstandig mee aan de slag kunnen. Minstens één les met uitgebreide instructie is nodig om ze wegwijs te maken in inlogprocedures en menustructuren. Een ict-toepassing is gebruiksvriendelijk voor deelnemers als de resultaten goed worden opgeslagen, het programma ten alle tijden afgesloten kan worden met behoud van resultaten (dus ook midden in een oefening)
13
en dat deelaspecten geoefend kunnen worden zonder andere oefeningen te moeten maken om bij het gevraagde deelaspect te komen.
14
5 Registratie ontwikkeling taal- en rekenniveau
5.1 Verzameling van toetsgegevens Om te kunnen differentiëren is het van belang om van iedere leerling het taal- en rekenniveau vast te stellen. We hebben de docenten/coördinatoren/coaches gevraagd welke toetsgegevens worden verzameld, en op welke wijze deze gegevens worden verzameld. Niet alle docenten/coaches/coördinatoren zijn op de hoogte van de wijze van gegevensverzameling. Een kwart van de ondervraagden weet niet of en hoe toetsgegevens worden verzameld binnen de opleiding. Over gegevensverzameling op centraal niveau zijn ze nog minder op de hoogte; een op de drie coaches/coördinatoren/coaches kan niet aangeven hoe toetsgegevens worden geregistreerd. De verzameling van toetsgegevens is een glijdende schaal waarin toetsgegevens vooral bij eerstejaars worden verzameld en in elk jaar daaropvolgend worden steeds minder vaak toetsgegevens verzameld. Zo wordt er volgens 91 procent van de docenten/coördinatoren/coaches bij eerstejaars BOL-deelnemers toetsgegevens verzameld. Bij vierdejaars van dezelfde leerweg gebeurt deze verzameling nog maar volgens de helft (49%) van ondervraagden. Verzameling van toetsgegevens komt veel vaker voor bij BOL-deelnemers dan bij BBL-ers.
Tabel 7 – Verzameling toetsgegevens voor taal/rekenen volgens docenten/ coördinatoren/coaches die hiervan op de hoogte zijn
eerstejaars tweedejaars derdejaars vierdejaars
BOL
BBL
91% 80% 70% 49%
65% 59% 44% 31%
De meerderheid van de verzamelde toetsgegevens is afkomstig van methodegebonden toetsen. Een veel gebruikte toets is de TOA (Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt); een toetsenbank met toetsen voor taalvaardigheid voor de referentieniveaus 1F, 2F en3F en toetsen voor rekenvaardigheid die gekoppeld zijn aan het Referentiekader
15
Rekenen-Meijerink. Daarnaast wordt er door de gebruikers van Starttaal en Startrekenen ook vaak gebruik gemaakt van de Niveautesten voor rekenen en taal die beschikbaar zijn op de digitale leeromgeving Studiemeter.nl.
5.2 Gebruik van toetsgegevens Toetsgegevens zijn een handig hulpmiddel om op het juiste niveau te kunnen differentiëren. Er kan met een nulmeting een begeleidingsplan opgesteld worden om waar nodig taal en rekenen bij te spijkeren. Ook als toetsgegevens worden verzameld, geven dezelfde docenten/coördinatoren/coaches aan dat er nog maar weinig gedaan wordt met deze gegevens. Volgens 14 procent van de ondervraagden worden de gegevens helemaal niet gebruikt om te kunnen differentiëren. Volgens bijna de helft gebruikt slechts een enkele docent de gegevens om te kunnen differentiëren. Zo is het echter niet overal; een kwart van de docenten/coördinatoren/coaches zegt dat de gegevens structureel gebruikt worden door (bijna) alle docenten. De overige ondervraagden hebben geen zicht op het gebruik van de toetsgegevens.
16
6 Conclusie
Dit onderzoek beoogde antwoord te geven op vier onderzoeksvragen. We zullen in de conclusie kort ingaan op deze vier vragen. Welke ict-toepassingen op het gebied van taal en rekenen worden gebruikt in het mbo om te differentiëren in het onderwijs? Onder de ondervraagden zijn de methoden Starttaal en Startrekenen verreweg het meest populair. Voor taal staat op de tweede plaats Muiswerk Educatief met verschillende modules. Daarna wordt er door een behoorlijk aantal docenten/coördinatoren/coaches gebruik gemaakt van Taalblokken van uitgeverij Malmberg en Nieuwsbegrip van CED Groep waarin begrijpend lezen kan worden geoefend met het nieuws van de dag. Bij rekenen staat Rekenblokken van uitgeverij Malmberg op de tweede plaats, gevolgd door Rekenbeter, een gratis website waar je na aanmelding elke dag 3 sommen krijgt gemaild die gekoppeld zijn aan de referentieniveaus. Bij welke doelgroepen wordt de ict-toepassing gebruikt, in welke mate en bij welke opleidingen? Er is geen onderscheid tussen leerwegen en niveaus en de mate waarin ict-toepassingen worden ingezet om te differentiëren. Dit gebeurt zowel bij rekenen als bij taal. Ook de sector waarin docenten/coördinatoren/coaches werkzaam zijn, heeft geen invloed op de mate waarin ict-toepassingen voor taal en rekenen worden gebruikt en in welke mate ze ingezet worden voor differentiatie. Hoe worden de taal- en rekenprestaties vastgesteld en gemonitord? De toetsgegevens worden voornamelijk verzameld via methodegebonden toetsen of de algemene toetsen van TOA of als er gebruik wordt gemaakt van de digitale leeromgeving Studiemeter van Niveautoetsen van uitgeverij Deviant. Welke kansen bieden de gebruikte toepassingen om aan de verscherpte eisen tegemoet te komen? De inzet van de toepassingen dragen nu al bij aan het verhogen van het niveau van taal en rekenen. De organisatie van het beleid rondom taal en rekenen is veelal nog in ontwikkeling. Er zijn hierdoor nog volop kansen om de toepassingen op een dusdanige wijze te gebruiken dat ze bijdragen aan de tegemoetkoming van de verscherpte eisen. Wij komen op basis van dit onderzoek tot de volgende punten:
17
Ict-toepassingen Gebruik een ict-toepassing met een duidelijke feedback bij een verkeerd antwoord. Gebruik een ict-toepassing met uitgebreide mogelijkheden om foutenanalyse per groep en individu uit te draaien. Toetsgegevens Gebruik de verzamelde toetsgegevens om een individueel begeleidingsplan op te stellen. Blijf toetsgegevens verzamelen en gebruik deze voor een monitoring om periodiek het individuele begeleidingsplan waar nodig bij te stellen. Organisatie taal- en rekenbeleid Probeer extra uren rekenen en taal in te roosteren omdat animo in eigen tijd van deelnemers gering is. Het aanstellen van coaches is niet voldoende; zij moeten ondersteuning kunnen krijgen van experts. Organiseer scholing op het gebied van taal- en rekenonderwijs voor zowel de taal- en rekendocenten als de vakdocenten. Zorg voor voldoende, werkende hardware. Deelnemers zijn bij storingen snel afgeleid en dit werkt door op hun motivatie. Zorg voor begeleiding tijdens zelfstandig werken met de ict-toepassingen voor vragen, extra uitleg en monitoring van bezigheden. Maak een instellingsbeleid voor het toetsen van de taal- en rekenniveau's en betrek de docenten/coördinatoren/coaches bij het verzamelen van (toets)gegevens.
18
7 Bijlage: Lijst met ict-toepassingen
Tabel 8 – Gebruik ict-toepassingen voor taal door docenten/coaches/coördinatoren (n=317) Taal Via Starttaal Taalblokken www.nieuwsbegrip.nl Muiswerk werkwoordspelling Muiswerk lezen vaktraject Muiswerk begrijpend lezen Muiswerk basisspelling Beterspellen.nl Muiswerk schoolwoorden Taal de baas Taalperfect Muiswerk praktijkgericht lezen Taal op niveau Nederlands NU Nederlands Muiswerk argumenteren Jufmelis.nl Eigen gemaakt materiaal bruutTaal Boeken uitgeverij PAK GPS Nederlands Taalwijzer Hoogspanning Beter leren en schrijven Instruct
Zelf in gebruik
Bij collega’s in gebruik
174 39 39 14 12 12 11 11 8 6 6 6 4 4 3 3 3 2 2 2 2 1 1 1 0
203 59 47 17 15 12 13 17 2 10 3 2 10 7 7 4 1 3 2 0 0 0 0 0 1
19
Tabel 9 – Gebruik ict-toepassingen voor taal door docenten/coaches/coördinatoren (n=317) Rekenen Startrekenen Rekenblokken Rekenbeter.nl Ffrekenen Beterrekenen.nl Gecijferd 1,2 NU rekenen Gecijferd 3,4 Eigen gemaakt materiaal RekenAPK Muiswerk rekenen en wiskunde Nieuwsrekenen.nl SCORE Khanacademie.nl Rekenen op niveau TWIN Instruct Apps van het Freudenthal Inistituut Edurom Digkidz Visiria rekentrainer Math4all.nl Exact GPS rekenen Onlineklas.nl Rekenweb Rekengroen Wisweb Breukenoefenen.nl EIW rekenen Getal en ruimte - HAVO Rekentuin Muiswerk meten en meetkunde 4x4 software - rekentest Rekenen en wiskunde verbanden
20
Zelf in gebruik 134 64 28 14 9 6 6 6 6 5 3 3 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0
Bij collega’s in gebruik 172 85 19 11 4 6 6 5 3 3 2 0 4 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0