Huizenbezitter Cornelis Niet alle huizen waar Cornelis in Zweden woonde, bestaan nog. Zijn ouderlijk huis in Lidingö moest al in 1961 wijken voor een fietspad. Met zijn eerste vrouw Ingalill bewoonde hij een sloopwoning in de wijk Södermalm. En zijn roemruchte ‘vrijgezellen’-woonboot zonk. Maar er blijft genoeg Cornelisvastgoed over.
Het houten huisje in Ekerö. Minder idyllisch dan het lijkt. Nibbla Gård, Ekerövägen, Ekerö (1951-1956) Hoe lang we deze plek nog kunnen bekijken, is de vraag. De eerste echte woning van de familie Vreeswijk in Zweden moet waarschijnlijk wijken voor de aanleg van een villawijk. Het is een gevolg van de waardeontwikkeling van Ekerö, het eiland ten westen van Stockholm. In Cornelis’ dagen was het een wat achtergebleven, agrarisch gebied. Tegenwoordig is het de goudkust van Stockholm. Dat het houten hutje waar Cornelis Vreeswijk gitaar leerde spelen van enige culturele waarde is, zullen de Zweden niet ontkennen. Maar in nostalgie kun je niet beleggen. En dus hebben de gemeente Stockholm en enkele projectontwikkelaars hun begerige oog op dit stukje heilige grond laten vallen.i
De gestolen plaquette van de Tomtebogatan op een foto van Mats Forsberg. Tomtebogatan 26, Stockholm (1962-1963) Het appartement van verpleegster Ingalill Rehnberg waar de verliefde Cornelis begin 1962 graag introk. Het is niet eenvoudig in het gebouw binnen te geraken daarvoor heb je de hulp nodig van een van de huidige bewoners - en dan moet je twee trappen omhoog. Op een paar bruine deuren na valt er niet veel te zien. Ooit hing er een plaquette in de hal, gemaakt door een fan ter herinnering aan de zanger. Maar dat stukje huisvlijt is gejat. Hoogstwaarschijnlijk door een andere ‘fan’.
Te burgerlijk voor Cornelis: nieuwbouwflatje in Hökarängen. Saltvägen 14 II, Stockholm (1964-1967) In de jaren ‘50 en ‘60 bouwde Stockholm grote nieuwbouwwijken om het woningtekort op te lossen. Eén was Hökarängen, een dertien in het dozijn wijk op 12 kilometer van het centrum. In een van de gloednieuwe woonflatjes betrokken Cornelis, Ingalill en Jack in december 1964 een driekamerappartement. De bedoeling was dat Cornelis, ver van de stadse verleidingen, zijn rol van vader en toegewijd echtgenoot zou gaan ontwikkelen. Het kwam er niet echt van: tussen Hökarängen en stamkroeg Den Gyldene Freden reden te veel taxi’s.
Het huis in Tallkrogen met een tak van De Eik. Cornelis bewoonde de bovenste verdieping. Tallkrogsvägen 66, Stockholm (1969-1971) Na jaren rondzwerven en wonen in hotels kreeg Cornelis in oktober 1969 de kans een deel van een ‘kulturhus’ te huren in Tallkrogen, nog zo’n slaapbuurt in outerStockholm. Een kulturhus was een door de gemeente gesubsidieerd pand waar kunstenaars een tijd konden verblijven. Dat ook Cornelis ervoor in aanmerking kwam, bewees dat de zanger succesvol de oversteek had gemaakt van de lagere naar de hogere kunst. De immense eik in de voortuin, die in de zomer veel licht wegneemt, stond er ook al in de dagen van Cornelis. Het is een boom die alles zag.
Achter een muur gaat de Beverly Hills villa schuil. Foto nemen en snel verder rijden, is het devies! Ekholmsvägen, Klågerup (Vismarlöv) (1971-1975) ‘De verdomde Beverly Hills-villa’, zou Cornelis er later over zeggen. Hij wilde liever niet herinnerd worden aan zijn verblijf op het Zuid-Zweedse platteland. Maar toen hij in 1971 eigenaar werd van dit vrijstaande landhuis met zwembad was hij de koning te rijk. Hier zou hij met zijn tweede vrouw Bim in alle rust gaan leven en werken, maar liefst 600 kilometer van de stadse verleidingen in Stockholm. Helaas voor het prille geluk van Cornelis en Bim reden er ook in Vismarlöv taxi’s. Naar Malmö en, indien gewenst, zelfs naar Den Gyldene Freden. Echt gelukkig werd Cornelis nooit in Vismarlöv. Het huis staat er nog wel (al is het zwembad in onbruik geraakt). Aanbellen geschiedt geheel op eigen risico! De huidige bewoner is niet gediend van Vreeswijk-fans en schijnt een verleden in extreem-rechtse kringen te hebben. Dan is een bezoekje aan de buurman meer aan te raden. Op nummer 357 heeft Morgan Levin een pittoresk koffiehuis met zelfgebakken brood, taartjes en streekproducten. Morgan Levin is ook de lokale historicus die diverse boeken over de geschiedenis van Vismarlöv op zijn naam heeft staan. Hij is zelf een Cornelisliefhebber en vooral Hollanders zijn bij hem van harte welkom!
Op adem komen bij de vriendelijke buurman Morgan Levin: Cornelis-fan, schrijver en uitbater van een koffiehuis met zelfgebakken taart en brood. Odengatan 27, Stockholm (1979-1982) Na de roerige jaren ‘70 vond Cornelis eindelijk de door hem zo gewenste rust bij zijn derde vrouw, Anita Strandell. Samen betrokken ze dit appartement. Cornelis was er gelukkig, maar niet erg lang. Het huwelijk strandde in 1982, Anita trok weg en Cornelis bleef achter. Een man alleen met een drankprobleem: geen goed idee. In juli 1982 wist de zanger ternauwernood uit zijn brandende huis te vluchten nadat hij waarschijnlijk in slaap was gevallen met een sigaret. De buurt had toch al geen goed karma voor Cornelis. Het appartement was op steengooiafstand van de Handelshögskolan, waar Cornelis begin jaren 60 zijn eerste, totaal mislukte publieke optreden als zanger had. Renstiernas gata 16, Stockholm (1985-1987) Ook in Cornelis’ leven was een cirkel wel eens rond. Zijn laatste woning stond in Södermalm, de wijk op de heuvel waar hij woonde toen hij in 1964 doorbrak in Zweden. Het appartement aan de Renstiernas Gata was de zieke zanger ter beschikking gesteld door de gemeente Stockholm, wegens ‘bewezen verdiensten voor de stad’. De diabeet Cornelis moest vijf trappen op en af, maar dat was juist goed voor hem, meende hij. De inrichting van het huis was Spartaans. En dan te bedenken dat Ikea in 1985 nog het enige Zweedse bedrijf was waar Cornelis op afbetaling mocht kopen! Op 500 meter van het appartement vond de dichterzanger in november 1987 zijn laatste rustplaats.
i
Voor de exacte locatie zie: www.stockholmslansmuseum.se/site_media/upload/Rapport2011_06L.pdf