Huisdieren en vakantie
Huisdieren en Vakantie 1.
Wat te regelen om ze thuis te laten
2.
Wat te regelen als ze naar een pension of logeeradres gaan
3.
Wat te regelen als ze meegaan op vakantie
1. Wat te regelen om ze thuis te laten Over het algemeen is het beter om katten niet mee op vakantie te nemen, maar in hun eigen omgeving te laten. Een lange reis en een volkomen nieuwe omgeving veroorzaken behoorlijk wat stress bij een kat. Het is dan wel belangrijk dat de katten voldoende aandacht van de oppas krijgen. De oppas kan dan goed in de gaten houden of ze geen afwijkend gedrag gaan vertonen. Katten die erg gehecht zijn aan hun eigenaar kunnen bijvoorbeeld stoppen met eten of buiten de bak gaan plassen. Alleen even eten neerzetten en de bak verschonen is in dit geval dus niet voldoende. Maak ook duidelijke afspraken met de oppas over voeding, wat te doen bij ziekten e.d. en laat de oppas eens op proef een weekend voor de kat zorgen. Met honden is natuurlijk hetzelfde het geval, alleen moet de oppas nog veel meer tijd aan hen besteden: 2 x uitlaten en snel een bak voer is geen oppassen: maak ook hier duidelijke afspraken! Een proefweekend is eigenlijk verplicht. Laat ook hier het adres van de dierenarts achter en zorg dat uw hond geïdentificeerd (d.m.v. een chip) en geregistreerd is. 2. Wat te regelen als ze naar een pension of logeeradres gaan Indien uw hond naar een pension in Nederland gaat is het wettelijk verplicht dat uw hond ingeënt is tegen hondenziekte en parvo. Katten moeten ingeënt zijn tegen katteziekte en niesziekte. Informeer ook altijd bij het pension, sommige pensions hebben aanvullende eisen zoals een enting tegen kennelhoest. In het Honden en Kattenbesluit is gesteld dat voor een verblijf in een pension deze entingen minimaal 7 dagen voor het verblijf gegeven moeten zijn en dat dit is geregistreerd in een vaccinatieboekje dat aanwezig is tijdens het verblijf. Het inentingsboekje moet u dus meenemen naar het pension en daar bij de hond of kat laten! Voor een verblijf in een pension is er geen wettelijke verplichting tot identificatie! ( Zie de tekst van het Honden en Kattenbesluit, op de homepage van www.minlnv.nl) Voor een logeeradres ( we bedoelen hiermee een kennis die niet
beroepsmatig uw huisdier tijdelijk onderdak verleent) zijn er geen wettelijke eisen. Vergeet dan niet de identificatie en registratie van uw huisdier: Er lopen nogal wat honden en katten weg van hun logeeradres!!
3. Wat te regelen als ze meegaan De hond gaat mee op autovakantie: 1. De hond moet gewend zijn aan auto rijden. Regelmatig oefenen in de auto met of zonder rijden kan geen kwaad. 2. Tijdens de rit regelmatig stoppen om de hond te laten plassen en te laten drinken. Vooral bij warm weer is dit erg belangrijk. Zijn eigen drinkbak meenemen stimuleert de wateropname evenals wat eigen (droog)voer voor onderweg en ter plaatse. Ook een fles drinkwater voor onderweg is handig om bij u te hebben omdat niet bij elke parkeerplaats water te verkrijgen is. 3. Als de hond veel last heeft van wagenziekte zijn tabletjes daar tegen bij de drogist te krijgen.
Noodzakelijke vaccinaties in het buitenland: hondsdolheid Voor bijna alle landen moeten honden en katten geënt zijn tegen hondsdolheid (rabiës), minstens 21 dagen voor vertrek! Informeer altijd naar de laatste stand van zake bij uw dierenarts. Verder is het raadzaam om de andere vaccinaties enkele maanden voor de vakantie te plannen, met name de ziekte van Weil en Parvo. Zo is de bescherming tegen deze ziektes optimaal. Gaat u naar een plek waar meer honden zijn, dan is inenting tegen hondenziekte, besmettelijke leverziekte en kennelhoest ook aan te bevelen. Vanaf 3 juli 2004 gelden voor het vervoer van honden, katten en fretten binnen de Europese Unie de volgende algemene regels:
De dieren moeten in het bezit zijn van een paspoort volgens Europees model De dieren moeten gevaccineerd zijn tegen rabiës De dieren moeten geïdentificeerd zijn.
EU-paspoort Het EU-paspoort vervangt vanaf 3 juli 2004 alle in Nederland reeds bestaande reisdocumenten die gebruikt worden voor het vervoer van dieren naar het buitenland.
Identificatie Een identificatie is verplicht. Dit kan door middel van een microchip of een tatoeage (de komende zes jaar nog toegestaan). Het nummer van de microchip of de tatoeage moet in het paspoort worden vastgelegd. Naast een identificatie en vastlegging daarvan in het paspoort is een registratie bij een centrale databank aan te bevelen (zoals Nederlandse Databank Gezelschapsdieren, Petlook, Daisyweb e.a.)
Harmonisatie In principe vervallen per 3 juli 2004 alle overige regels voor het nietcommercieel vervoer van honden, katten en fretten binnen de EU. Aanvullende gezondheidsverklaringen en dergelijke zijn dus niet meer nodig. Groot-Brittannië, Ierland en Zweden Deze landen zijn wel lid van de EU maar mogen (voorlopig nog drie jaar) aanvullende eisen stellen. Dit houdt in dat voor die landen een rabiëstiterbepaling vereist is om aan te tonen dat het dier gevaccineerd is. Die test moet binnen de door de nationale regelgeving vastgestelde termijnen zijn uitgevoerd, voor Groot-Brittannië betekent dit minimaal zes maanden voor vertrek, voor Noorwegen vijf maanden en voor Zweden vier maanden. Ook met betrekking tot echinococcose- en tekenbehandelingen kunnen voorlopig extra eisen gesteld worden. Bij uw
dierenarts kunt u hier meer informatie over krijgen, u kunt ook informeren op www.ambassade.pagina.nl.
Dieren jonger dan drie maanden Wanneer dieren jonger dan drie maanden op reis gaan, hoeven ze niet gevaccineerd te zijn. Wel moet de eigenaar dan aan kunnen tonen (d.m.v. een verklaring) dat het jong tot aan de reis is opgegroeid op de geboorteplek en niet in contact is geweest met dieren die mogelijk besmet waren met rabiës. Het jonge dier mag ook de grens over wanneer het vergezeld wordt door de moeder van wie het nog afhankelijk is. Het is aan de lidstaten zelf om te bepalen of ze dieren jonger dan drie maanden toelaten. Op dit moment laten Groot-Brittannië, Ierland, Polen, Noorwegen, Malta, Letland, Italië, Cyprus en Frankrijk ze niet toe. In Zeden worden uitzonderingsgevallen toegelaten. Nederland laat dieren jonger dan drie maanden onder bovenvernoemde voorwaarden wel toe. Niet-EU-landen Wie vanuit Nederland met een huisdier op vakantie gaat naar een land dat geen lid is van de EU dient vóór vertrek een rabiëstiter te laten bepalen d.m.v. bloedafname en dit door de dierenarts op te laten tekenen in het paspoort. Als daarna jaarlijks (volgens de bijsluiter van het vaccin) hervaccinatie plaatsvindt, is dit maar één keer nodig. Er is een aantal landen dat niet tot de EU behoort, maar waarvoor wel de EU-regels gelden. Deze landen voeren hetzelfde beleid als de EU om Rabiës tegen te gaan. Op dit moment zijn dat:
Binnen Europa:
Zwitserland
Liechtenstein Monaco San Marino Vaticaanstad
Buiten Europa: Antigua en Barbuda Aruba Bahrein Barbados Bermuda Kaayman eilanden Falkland eilanden Fiji Frans Polynesie Jamaica Japan Kroatie Mauritius Mayotte Montserat
Nederlandse Antillen Nieuw Caledonie St. Helena St. Kitts en Nevis St. Vincent en de Grenadinen Singapore Verenigde Staten Vanuatu Wallis en Futuna Om met een huisdier van en naar deze landen te reizen is een paspoort, een identificatie en een Rabiësvaccinatie dus voldoende. Niet-EU-landen mogen zelf wel aanvullende eisen stellen.
Handhaving en sancties Controles vinden in principe plaats aan de buitengrenzen van de EU. Maar ook binnen de EU kunnen de bevoegde instanties desgewenst controleren. Wanneer de papieren niet in orde zijn, kan het dier in quarantaine geplaatst worden of worden teruggezonden naar het land van herkomst. Wanneer dit niet mogelijk is, is in het uiterste geval euthanasie mogelijk. Hond en auto in de zon Een stilstaande auto wordt in de zon zeer snel heet, vaak tot boven de 50 graden, ook al staan de ramen enigszins open. Laat dus nooit de hond achter in de auto bij warm weer. Als het niet anders kan zet dan de auto met de ramen tegenover elkaar open in de schaduw, onder bomen of in de carport. Als u een oververhitte hond in de auto aantreft, haal de hond uit de auto en overgiet hem met koud water, eventueel met een natte doek overdekken (let op onderkoeling). Tips bij heet weer: o
letten op schaduw voor uw hond (op stand etc)
o
niet/ niet te lang in de auto
o
niet te veel activiteiten: rustig fietsen, geen stokken gooien etc.
o
altijd vers/fris drinkwater ter beschikking
o let op kwaliteit zwemwater in verband met botulisme (bij dode watervogels de hond niet laten zwemmen)
Bron: www.dierenartsenpraktijkpurmerend.nl