Hoe verloopt de muzikale ontwikkeling bij dove – en slechthorende kinderen En de invloed die de ontwikkeling van het Cochleair Implant daar op heeft Marianne Bloemendaal
Inleiding Zingen en musiceren, ondersteunt de ontwikkeling van sleutelvaardigheden als luisteren en lezen en stimuleert de emotionele intelligentie. De impact van muziek op de ontwikkeling van het auditieve hersencentra; het systeem dat kinderen in staat stelt om goed te luisteren. Muzikale training van kinderen lijkt bij te dragen aan de ontwikkeling van het auditieve systeem. Het onderzoek is eenduidig en vrij consistent in die conclusie. Volwassenen en kinderen met muzikale scholing zijn beter in staat om te luisteren dan anderen. Ze worden minder gestoord door het achtergrondgedruis. Ander onderzoek bevestigt dit beeld: wie zich muzikaal ontwikkelt traint zijn auditieve systeem om de relevante informatie uit geluid te filteren en de ruis te onderdrukken. Musici zijn bijvoorbeeld veel gevoeliger voor boventonen, waarin de melodie, de belangrijkste inhoud van een muziekstuk, meestal zit. De emotie in stemgeluid zit vaak verborgen in fragmenten van niet meer dan 50 milliseconde. Muzikaal getrainde hersenen pikken die fragmenten er feilloos uit. Hoe vroeger die muzikale training van de proefpersoon in diens jeugd begon hoe beter de hersenstam zich op de emotie richt Zo stimuleert muziek dus de emotionele intelligentie. Maar wat als er een verstoring is waardoor muziek niet ten volle tot de persoon kan komen? Als er belemmeringen zijn waardoor de sleutelvaardigheden zich niet ten volle kunnen ontplooien?
Niet kunnen horen?
In onze samenleving is de overdracht van informatie nog altijd grotendeels afhankelijk van gesproken taal, en daarmee van het ‘auditieve-systeem’. Ieder kind heeft het vermogen en de aanleg om muziek te leren. Dit vermogen kan het krachtigst ontwikkeld worden vanaf de geboorte tot de leeftijd van negen jaar. De belangrijkste jaren zijn echter de eerste drie. Als het kind niet de juiste muzikale prikkels krijgt tijdens de eerste jaren, zal zijn kostbare aangeboren vermogen verloren gaan. Hoewel baby’s geboren worden met een bepaalde aanleg om muziek te leren, wordt deze aanleg sterk beïnvloed door de omgeving. De muzikale omgeving waarin een kind opgroeit, is daarom essentieel voor zijn muzikale ontwikkeling. Maar wat als dit in aanleg er niet is of verstoort raakt?
1.
Wanneer begint het horen Vroeger dacht men dat een baby helemaal blanco werd geboren. het snapte nog niets, herkende nog niets en maakte dus ook niets mee in de tijd dat het in de buik zat. Gelukkig weten we inmiddels beter, veel beter. Als de foetus zo’n 20 weken oud is, kan het al geluiden horen. Iedere week dat het langer in de buik zit hoort de kleine deze geluiden steeds duidelijker. Zelfs zo duidelijk, dat het na de geboorte de geluiden die het vaak hoorde al kan herkennen! Denk daarbij aan het geblaf van de hond, de harde stemmen van de andere kinderen in het gezin en natuurlijk de stem van vader en moeder! De foetus hoort allerlei geluiden. Harde klanken en lage tonen vindt het vaak minder fijn. Je kunt het kind zelfs voelen schrikken van een knal of een ander hard en onverwachts geluid. Gehoorschade kan ook in de baarmoeder ontstaan doordat het kind met te harde geluiden wordt geconfronteerd. Er zijn onderzoeken die aantonen dat schadelijk geluid zelfs een spontane abortus kan veroorzaken.
Het verschil in de muzikale ontwikkeling van horende- en dove kinderen Ontwikkeling bij horende kinderen • •
• •
•
Ontwikkeling bij dove kinderen •
Baby’s horen al in voor de geboorte. Vanaf het begin reageren baby’s op geluid. Het gehoor van een pasgeborene werkt prima. Het begrijpt alleen nog niet wat al die geluiden betekenen. Door het allerlei geluiden aan te bieden, kan het zijn hersenen trainen om het te begrijpen. Baby’s leren hun eigen stemgeluid te herkennen en gaan daar mee experimenteren. Het leert toonhoogtes en ritmes onderscheiden en de hersenen krijgen meer prikkels die de ontwikkeling zullen stimuleren. Taal- en muziekontwikkeling komen op hetzelfde moment op gang. Dit is in het begin nog sterk met elkaar verweven in het fonemisch bewustzijn.
•
•
•
•
2.
Voor de geboorte ervaart de baby alleen trillingen, geen geluid. Bij de postnatale gehoorscreening ( 10 dagen na de geboorte) wordt geconstateerd dat de baby problemen aan het gehoor heeft. Baby’s reageren niet op geluid en dus ook niet op zijn eigen stem. Het legt geen verbanden tussen geluid horen en produceren. Op zijn vroegst krijgen kinderen rond hun 1e levensjaar een CI. Ze beginnen dus met 1 jaar en 9 maanden achterstand. Daarbij is het afhankelijk wat de zwaarte van de doofheid is om tot een versnelde inhaalslag te komen. Achterstanden blijven uiteindelijk in de meeste gevallen behoorlijk groot. Ook bijkomende problemen kunnen tot nog meer vertraging leiden, bv. Het niet onderkennen van de doofheid of bijkomende syndromen zoals Pendred, autisme enz.
Hulpmiddelen om het horen te bevorderen BAHA = Bone Anchored Hearing Aid Bij hoorproblemen van het buitenoor
Gehoorapparaat bij oorproblemen van het middenoor
3.
Cochleair Implant = CI Bij gehoorproblemen in het binnenoor.
Ontvanger met magneet Zendspoel met magneet Electrode
Electrode in slakkenhuis
Gehoorzenuw
Spraakprocessor met microfoon
Trommelvlies
De geschiedenis van de cochleaire implantatie Vanaf eind jaren 50 beginnen steeds meer onderzoeken te komen naar de mogelijkheid om doven door middel van elektronische stimulatie, de gehoorzenuw te stimuleren en zo te kunnen horen. Hoewel de eerste tien jaar daarna er maar enkele experimentele pogingen worden ondernomen om in het cochleair iets in te planten, dat vervolgens de patiënt iets van gehoor terug kan geven, is de toon gezet. (Frijns, 2006) De draad wordt goed opgepakt in 1972 als de KNO-arts William F. House en ingenieur Jack Urban het eerste cochleair implantaat ontwikkelen dat uiteindelijk in 1979 door de Amerikaans Drug and Food Administration goed wordt gekeurd. Het is helaas nog maar een èènkanaals implantaat en mensen komen hiermee niet verder dan het ervaren van geluid, verder is het een hulp bij het spraakafzien. (Frijns, 2006)
4.
In het midden van de jaren tachtig komt het meerkanaalsimplantaat ter beschikking en dit maakt dat het CI een vlucht neemt. Als aan het eind van de jaren negentig de neonatale gehoorscreening steeds meer de gewoonte wordt bij pasgeboren baby’s en daarmee een snelle diagnosticering van doofheid, wordt ook de leeftijd van de eerste implantatie steeds lager. (Vermeulen 2009)
Onderzoek naar de muzikale ontwikkeling bij kinderen met een CI De grootste wens van ouders van dove kinderen is dat ze uiteindelijk gewoon in de horende wereld kunnen functioneren. Sinds de introductie van het cochleair implantaat is die hoop dan ook alleen maar toegenomen. Ook omdat het steeds duidelijker wordt dat de voordelen zoveel groter zijn bij een CI dan bij hoorapparaten. (Tomblin,1999) Muzikale training blijkt bij kinderen met een CI uit verschillende onderzoeken het toonhoogte begrip bij pre-linguale dove kinderen te vergroten. Iets wat eerst nooit werd ervaren. (Chen, 2010). Het onderscheiden van klanken en verschillen blijkt met de toegenomen technologie te zijn vergroot. Dit maakt dat de muzikale ontwikkeling minder achter aan het lopen is bij dove kinderen dan bij kinderen die goed kunnen horen. Het is wel belangrijk, blijkt uit onderzoek dat bij het revalidatie programma na een CI operatie muziek en muzikaal begrip ook meegenomen gaat worden zodat het kind ook daarin beter wordt getraind.
Conclusie Dit betekent dus dat er meer kan worden verwacht van kinderen met een CI dan we eventueel eerder hebben aangenomen. Het is belangrijk hoog te mikken in het muziekonderwijs met dove- en slechthorende kinderen. Ze kunnen meer dan we soms verwachten. Muziek is een belangrijk onderdeel van het menselijk zijn, en dat geldt niet minder voor diegene waarbij het horen ervan niet vanzelf spekend is.
5.