Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Trivium College locatie Trias
Inleiding Door het werken aan je sectorwerkstuk laat je zien dat je algemene vaardigheden voldoende beheerst. Met de algemene vaardigheden worden vaardigheden als plannen, samenwerken, zelfstandig werken, informatie zoeken, verwerken en presenteren bedoeld. Alle VMBO GL leerlingen in de 4eklas moeten een sectorwerkstuk maken. Dit is één van de onderdelen van het VMBO GL examen, het maken en presenteren ervan moet dus voldoende worden afgesloten.
Veel plezier! A. Cijfer okt 2013
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
2
Wat is een sectorwerkstuk? Een sectorwerkstuk is een grote opdracht waar elke GL vmbo leerling kan laten zien welke vaardigheden hij of zij in de loop van de jaren heeft opgedaan. Het sectorwerkstuk bestaat uit het doen van een onderzoek, waarbij een schriftelijk verslag, een presentatie en een procesverslag hoort. Het werkstuk bestaat dus uit verschillende onderdelen en het sectorwerkstuk is eigenlijk alle losse delen bij elkaar. Vaak wordt het sectorwerkstuk alleen gezien als een schriftelijk verslag, maar dat is dus maar 1 onderdeel ervan.
Onderzoek doen Het grootste gedeelte van je sectorwerkstuk ben je bezig met onderzoek doen. Een onderzoek start altijd met een vraag. Je wilt weten waarom iets op die manier gebeurt. Je onderzoek begint daarom altijd met een onderwerp en een hoofdvraag. Daarna kunt je op verschillende manieren onderzoek doen. Ten eerste doe je altijd een literatuuronderzoek en ten tweede doe je ook nog een actief onderzoek. a. Een literatuuronderzoek doen is het raadplegen van allerlei bronnen en daar schriftelijk een verslag van maken. In dit schriftelijk verslag worden de onderzoeksvragen beantwoord. De bronnen hoeven niet alleen literatuur te zijn. Je zou ook aan documentaires, folders en films kunnen denken. b. Voorbeelden van actief onderzoek zijn: veldwerk, enquête ,interview, onderzoek, meelopen , bezoek museum, bezichtiging c. Proefondervindelijk ; een proef bij natuurkunde/scheikunde/biologie. Je onderzoek moet dus ook een onderdeel actief onderzoek bevatten. Veel leerlingen vinden het handig om bijvoorbeeld een enquête te doen. Let daarbij ook op dat een enquête opstellen niet altijd gemakkelijk is. Je zult om actief onderzoek te kunnen uitvoeren eerste literatuuronderzoek moeten doen over het actief onderzoek doen. Uiteraard moet je hiervan verslag doen en al het bewijs kunnen overleggen, dus zorg dat je zorgvuldig te werk gaat!
Een onderzoeksplan maken Je start je sectorwerkstuk met het maken van een onderzoeksplan. Als je je onderzoekplan af hebt is dat al het halve werk. In je onderzoekplan noteer je je onderwerp. Vervolgens komt er in je onderzoeksplan een hoofdvraag en deelvragen. Ga je alvast op zoek naar wat informatiebronnen voor je onderwerp en maak je een planning voor je sectorwerkstuk. Als je dus je onderzoeksplan serieus opvat en daar je best voor doet dan hoef je voor de rest van het sectorwerkstuk alleen nog maar je planning te volgen. Makkelijker kan het toch niet
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
3
Onderwerp kiezen Je mag zelf een onderwerp kiezen, mits het onderwerp een relatie heeft met één van de vakken uit je sector. Probeer een onderwerp te vinden waarin je geïnteresseerd bent en waarvan je bereid bent er energie in te steken. Je mag opdrachten uit andere vakken gebruiken voor dit werkstuk, ook je stage ervaringen mag je inzetten (het werkstuk is wel iets anders dan je stageverslag!) Kies een onderwerp wat je interessant vindt. Zoek een onderwerp via internet, of blader door de encyclopedie of een krant. Wat je ook kiest: zorg ervoor dat je onderwerp niet te uitgebreid is. Anders zie je al snel door de bomen het bos niet meer. Beperk je tot één aspect, één periode of één gebied.
Formuleren van een probleemstelling Je hebt een onderwerp gekozen, maar wat wil je precies weten? Je gaat je probleemstelling, ook wel de hoofdvraag, formuleren. Dat is de centrale vraag waarop je aan het eind van je werkstuk een antwoord geeft. De probleemstelling bevat altijd een vraagwoord als wie, wat, waar, waarom of wanneer? Formuleer je probleemstelling zo concreet en exact mogelijk. Het mag geen vraag zijn waar je alleen ja of nee op kunt antwoorden.
Deelvragen opstellen Je bedenkt aan de hand van je probleemstelling (hoofdvraag) deelvragen om tot een zo goed mogelijk antwoord te komen. Welke vragen kan je jezelf nog meer stellen om je hoofdvraag te kunnen beantwoorden?
Informatie verzamelen Informatie kun je op verschillende manieren verzamelen. Zoek op internet, ga naar de bibliotheek, bezoek een museum en zoek in kranten en tijdschriften. Je kunt zelfs aan personen denken die je kunt interviewen of film die je kan bekijken om meer in formatie te krijgen over jouw onderwerp. Als je bronnen hebt gevonden. Lees dan alles zorgvuldig en markeer eventueel nuttige informatie of maak een samenvatting.
Planning Maak een planning voor het werken aan je sectorwerkstuk. Het maken van een planning, het volgen van de planning en het nakomen van afspraken is een onderdeel van het sectorwerkstukproces. Ook hiervoor krijg je punten. Ga serieus aan de slag met het maken van de eigen planning. Je planning moet aan de volgende eisen voldoen: - Het aantal uren tot de presentatie - Wanneer/waar/wat je met je maatje en met je begeleiders bespreekt - Wat moet je regelen voor je onderzoek - Wat gaat wie wanneer doen? Stel dus een takenlijst op! - Onderscheid de verschillende onderzoeken/deelvragen
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
4
Zorg voor een overzichtelijke en gedetailleerde planning ! Let op: Informatie kun je uit verschillende bronnen verkrijgen. Soms is het handig om iemand te interviewen of om een enquête te houden. Dit zijn tijdrovende onderzoeksmethoden die voorbereiding vragen. Vraag je docent Nederlands om hulp bij het maken van een goed interview of een goede enquête.
Uren Aan het einde van het sectorwerkstuk moet je kunnen verantwoorden dat je voldoende tijd nuttig aan het sectorwerkstuk hebt besteed. Voor het werken aan het sectorwerkstuk staan 20 klokuren. Uiteraard gelden alleen de uren waarin je effectief, productief bezig bent geweest. Maak een overzicht waarin je de uren van het sectorwerkstuk kunt noteren. Alle uren moeten verantwoord worden, dus moet je in detail beschrijven wat je wanneer gedaan hebt De verantwoording van je uren moet in je procesverslag. In het opdrachtenboekje staat allerlei opdrachten om je procesverslag en logboek op te zetten en bij te houden.
Een schriftelijk verslag schrijven Heb je genoeg informatie verzameld, dan kun je beginnen met schrijven. Je zult na het verzamelen van de informatie wel allerlei stukjes tekst en informatie hebben, die niet goed 1 geheel vormen. Nu ga je er voor zorgen dat de teksten 1 geheel worden in de vorm van een schriftelijk verslag. Zorg ervoor dat ook het uiterlijk van je werkstuk goed verzorgd is, en denk erom, de hoeveelheid woorden doet er niet zo veel toe, helder en bondig formuleren is vaak beter. De richtlijn is ongeveer 3000 woorden exclusief plaatjes en tabellen etc. En nogmaals het gaat om de kwaliteit, niet om de hoeveelheid! Een werkstuk is opgebouwd uit de onderstaande onderdelen: 1. Titelpagina 2. Inhoudsopgave 3. Voorwoord 4. Inleiding 5. Probleemstelling en deelvragen 6. Uitwerking van de hoofd- en deelvragen 7. Resultaten 8. Conclusie 9. Discussie 10. Bronnenlijst 11. Bijlagen
Titelpagina Op de titelpagina staat tenminste één plaatje De naam van je werkstuk staat erop Naam, datum, klas, docent en vak staan vermeld
Inhoudsopgave Namen van de hoofdstukken en bladzijde nummering aan de rechterkant. Heeft een hoofdstuk subhoofdstukken dan wordt dat ook in de inhoudsopgave weergegeven door het hoofdstuk bijvoorbeeld 1.1 en 2.1 enz. te noemen.
Voorwoord
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
5
Het voorwoord is het laatste wat je als auteur schrijft en het eerste wat lezers lezen van je werkstuk In het voorwoord schijf je wat de lezers van je verwachten. Je verteld hierin waarom jouw werkstuk het lezen waard is. Je legt verantwoording af aan je lezers. Vaak word er ook in het voorwoord een aantal mensen bedankt.
Inleiding In je inleiding geef je kort weer waar je onderzoek over gaat en je probeert met de inleiding je lezers warm te maken voor je werkstuk. Je beschrijft hierin waarom lezers jouw werkstuk moeten lezen.
Probleemstelling en deelvragen In dit gedeelte geef je in je verslag weer wat je hoofd- en deelvragen zijn.
Uitwerking van de hoofd- en deelvragen In dit gedeelte worden je hoofd en deelvragen uitgewerkt in hoofdstukken. Je onderzoek naar de antwoorden op je hoofdvraag en deelvragen worden in dit deel beargumenteerd. Dit doe door de bronnen te raadplegen en je verhaal te ondersteunen door plaatjes. Als je bronnen gebruikt verwijs dan naar die bronnen door middel van een noot. In je bronnenlijst vermeld je dan de bron.
Resultaten In dit deel presenteer je je resultaten. Dit kan in de vorm van tabellen grafieken, interviews en bijvoorbeeld enquêtes.
Conclusie Uit je onderzoek trek je een conclusie. Je geeft kort antwoorden op je vragen. De onderzoeken en de literatuurstudie zullen je antwoorden geven op de deelvragen. Als je alle antwoorden hebt gevonden, kun je je onderzoeksvraag beantwoorden en je conclusie schrijven. Je komt dus niet met nieuwe feiten en argumenten.
Discussie In de discussie beschrijf je of je hypothese of verwachting is uitgekomen en waarom dit wel of niet juist is. Verder beschrijf je in de discussie wat een mogelijk vervolgonderzoek zou kunnen zijn en waar je meer over zou kunnen vertellen wat verband houd met het onderwerp. Je beschrijft ook wat er goed is gegaan aan je onderzoek en at er fout is gegaan. Ook beschrijf je welke dingen je de volgende keer anders zou doen en waarom.
Bronnenlijst Hierin geef je aan welke bronnen je hebt gebruikt Dit kunnen artikelen, boeken, tijdschriften, films, personen, websites enz. zijn. Vermeld altijd de naam datum en titel van je bron! Je bronnen voldoen aan de volgende eisen: Minimaal vijf keer verschillende bronnen van boeken, kranten, folders, tijdschriften Minimaal drie keer verschillende bronnen van internet
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
6
Bijlagen De bijlagen komen documenten die wel je verslag versterken, maar die niet in je verslag horen. Als je bijvoorbeeld een artikel of reclamefolder als bijlage wilt gebruiken dan kan je in je verslag naar verwijzen en dat dan als bijlage toevoegen aan je verslag. Resultaten van je onderzoek kunnen als bijlage dienen.
TIPS voor het uitwerken van je verslag! Vormgeving De uiterlijke verzorging is bijna net zo belangrijk als de inhoud van je werkstuk. Een aantal algemene tips:
Afkortingen Afkortingen als t.a.v. en m.b.t. kun je beter voluit schrijven. Andere afkortingen moeten de eerste keer verklaard worden.
Citaten en parafraseren Soms is het nodig tekstgedeelten uit de literatuur over te nemen. Dit kan op twee manieren: de tekst letterlijk overnemen (citeren) of de tekst in eigen woorden weergeven (parafraseren). Na het citaat of de parafrase vermeld je tussen haakjes van wie en uit welk jaar die informatie afkomstig is. In de literatuurlijst geef je een uitgebreidere beschrijving van de betreffende bron. Probeer het gebruik van andermans teksten te beperken en citeer geen grote lappen tekst.
Illustraties Illustraties verhelderen de tekst en zorgen voor afwisseling. Ze moeten wel een functie hebben en je werkstuk niet gaan overheersen. Plaats er een toelichting naast of onder.
Lay-out Begin ieder hoofdstuk op een nieuwe pagina;; paragrafen begin je niet op een nieuwe pagina. Voorwoord, inleiding, conclusie, bibliografie en bijlagen kun je ook als aparte hoofdstukken beschouwen en die begin je dus ook steeds op een nieuwe pagina. Zorg voor een overzichtelijke en logische alinea-indeling.
Hoofdstuknummering Hoofdstukken en paragrafen krijgen altijd een titel en worden genummerd. Het voorwoord en de bibliografie krijgen geen nummer. Bijlagen nummer je met letters of Romeinse cijfers.
Paginanummering Nummer de pagina's en zet het nummer steeds op dezelfde plaats. Zorg dat de paginanummering overeenkomst met de nummering in de inhoudsopgave.
Spelling Vermijd spellingsfouten. Lees je werkstuk goed na en laat iemand anders het ook nog nakijken op spelfouten.
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
7
Een product maken Naast een schriftelijk verslag is het ook mogelijk om een product te maken voor je sectorwerkstuk. Je zou dan kunnen denken aan een film, een practicum, een toneelstuk, schilderijen of zelf een muziek cd. Bedenk wel dat voor het afsluiten van je sectorwerkstuk altijd een schriftelijk verslag nodig is. Tevens is het in kaart brengen van je proces ook een vereiste.
Eisen voor het sectorwerkstuk vmbo-GL Trivium College * Je mag zelf een onderwerp kiezen dat past in je sector * Een begeleider moet je ook zelf kiezen anders krijg je er een toegewezen * Het werkstuk moet voldoende worden afgesloten, want het is onderdeel van het eindexamen * De richtlijn voor de inhoud van het verslag is ongeveer 3000 woorden * Het werkstuk moet uitgeprint en ingebonden ingeleverd worden in tweevoud * Lever het geheel op tijd in! Lukt dat niet dan zul je het werkstuk moeten uitbreiden tot ongeveer 5000 woorden * De presentatie moet voldoende zijn. Bij afwezigheid op de presentatieavond moet de presentatie herkanst worden * Voor het werken aan het sectorwerkstuk staan 20 klokuren. Dit moet genoteerd worden in je procesverslag!
Inleverdata Hieronder in het schema staat een globale planning voor het maken van je sectorwerkstuk. In de laatste kolom kun je de data zelf invullen. Zorg er ook voor dat deze data in je agenda staan!
Planning sectorwerkstuk
Inlevermomenten
Inleveren onderzoeksplan
3e week
Inleveren 1e klad versie ter controle Inleveren definitieve kladversie Presentatie draaiboek inleveren Inleveren werkstuk (niet digitaal, maar gebonden in een map) Herkansing inleveren
Voor de kerstvakantie
Presentaties
Eind Maart
Datum: zelf invullen!
na de herfstvakantie
Eind Januari Begin Maart Maart Voor eind april
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
8
Presenteren Als je je verslag af hebt dan kun je gaan beginnen aan het voorbereiden van je presentatie. Kies nu een presentatievorm die bij je onderwerp en onderzoeksvraag past. Er zijn veel verschillende presentatievormen. Als presentatievorm maak je een product. Tijdens je presentatie vertel je het verhaal bij je product en je onderzoeken. Afhankelijk van je onderwerp en onderzoek zal een ander soort product of presentatievorm bij jullie sectorwerkstuk passen.
Voorbeelden van presentatievormen/producten -Een video (film/documentaire/videoclip) maken - Een informatiepakket samenstellen - Een spel ontwerpen - Een interactieve poster maken - Een eigen product ontwerpen (ook visueel) - Een voorstelling geven - Een diapresentatie (Powerpoint) houden (dia’s moeten zelf gemaakt zijn) - Een website bouwen - Een model bouwen - Een maquette bouwen - Een webquest maken - Een fotopresentatie/fotoboek maken (foto’s moeten zelf gemaakt zijn) Uiteraard zijn er nog andere presentatievormen en misschien heb je zelf een idee. Leg je idee vooraf wel voor ter goedkeuring aan je begeleider. Je verwerkt in je presentatie de gevonden informatie en de conclusie. In de presentatie beantwoord je telkens de onderzoeksvraag, de deelvragen, resultaten en bevindingen. De presentatie geef je voor alle medeleerlingen uit je klas, de ouders en natuurlijk een aantal docenten. De presentatie duurt ongeveer 8-10 minuten. Bedenk dat je presentatie maximaal 10 minuten duurt, want op een presentatieavond worden er veel presentaties gehouden en bij elkaar is dat een lange tijd. Vergeet niet om je voorbereidingen en uitvoering van je presentatie in je procesverslag te vermelden! Vind je het moeilijk om een presentatie voor te bereiden. In het opdrachtenboekje voor het sectorwerkstuk staat een opdracht die wellicht kan helpen.
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
9
Proces Tijdens de uitvoering van je sectorwerkstuk moet je jouw proces goed bijhouden in de vorm van een schriftelijk verslag. In je procesverslag
Logboek bijhouden Wanneer doe ik welke taak? Het bijhouden van een logboek is heel belangrijk, want aan het logboek kun je zien, wanneer je wat hebt gedaan. De taken die je hebt verricht zullen je helpen bij het schrijven van je procesverslag, want in je procesverslag schrijf je over de taken die je hebt verricht tijdens het uitvoeren van het sectorwerkstuk. Tevens geeft het bijhouden van de taken een mooi overzicht wat je allemaal gedaan hebt.
Tijdschema bijhouden Hoe lang heeft elke taak geduurd? De tijd dat je minimaal aan je sectorwerkstuk moet besteden is 20 klokuren. Wanneer je je logboek goed bijhoudt dan kun je de uren verantwoorden voor het werken aan je sectorwerkstuk.
Procesverslag Schrijf ook een uitgebreide nabeschouwing. Dit is de vorm van een procesverslag. Hoe verliep het hele proces, wat vond je er van. Wat heb je ervan geleerd, was het wat je ervan verwacht had. Wat vind je van deze opdracht en vorm, moet de volgende groep het ook zo doen, wat moet/kan je veranderen. Zoals boven beschreven kunnen de taken die je hebt verricht helpen bij het schrijven van je procesverslag. In je procesverslag schrijf je dan of je taken moeilijk of makkelijk vond en waarom, maar bijvoorbeeld ook of je de taak de volgende keer weer nop deze manier zou uitvoeren. Houdt goed in de gaten dat je in je procesverslag altijd beschrijft waarom iets zo is, dus je moet altijd hetgeen dat je beschrijft uitgebreid uitleggen.
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
10
Een begeleider zoeken Tijdens de uitvoering van je sectorwerkstuk krijg je hulp van een begeleider. Deze begeleider kan je mentor zijn, maar ook een docent waarvan je les krijgt. Het handigst is om een begeleider te zoeken die lesgeeft in de sector die je hebt gekozen, want deze docent weet vaak al veel af van de onderwerpen die in jouw sector voorkomen. Uiteraard mag een docent dat buiten je sector valt ook. Wanneer je je begeleider hebt gekozen zal hij of zij je eerst helpen met het opstarten van je sectorwerkstuk en daarna volgen nog een aantal gesprekken tot de afronding van je sectorwerkstuk en de presentatie. Denk er wel aan dat je begeleider er is om je te helpen en te coachen, maar dat je tijdens het maken van je sectorwerkstuk ook een grote mate van zelfstandigheid zult moeten ontwikkelen. Je zult minimaal 4 gesprekken met je begeleider hebben tijdens de uitvoering van je sectorwerkstuk.
1e voortgangsgesprek met je begeleider In dit gesprek bespreek je jouw onderzoeksvraag, de deelvragen en je hypothese. Je bespreekt ook een eerste opzet voor je plan van aanpak.
2e voortgangsgesprek Bespreking plan van aanpak met je begeleider. Je logboek wordt besproken. Het plan van aanpak wordt besproken. Je begeleider let op haalbaarheid in tijd, of de stappen in de goede volgorde staan, of je voldoende bronnen gebruikt en of je de tijd hebt ze te raadplegen.
1e beoordelingsgesprek met je begeleider op basis van logboek en voorlopige conclusies en het verzamelde materiaal. Je kunt je begeleider laten zien wat je allemaal hebt verzameld aan materiaal, je hebt een “ruwe vorm” sectorwerkstuk, maar je hebt het nog niet geschreven. Dit is de eerste kladversieversie. Je levert de eerste kladversie in tijdens het 1e beoordelingsgesprek. Je hebt eerder teveel dan te weinig materiaal verzameld. Samen met je begeleider ga je kijken wat bruikbaar is, wat je niet gaat gebruiken, waar je nog extra onderzoek moet doen, wat aanvulling behoeft.
2e beoordelingsgesprek naar aanleiding van je definitieve sectorwerkstuk Als het tweede beoordelingsgesprek voldoende wordt beoordeeld door je begeleider dan kun je je bezig gaan houden met de voorbereidingen voor de presentatie. Je levert dan ook definitieve versie van je sectorwerkstuk in tijdens het 2e beoordelingsgesprek. Je kiest in overleg met je begeleider een presentatievorm. Meestal zal dat een schriftelijk verslag zijn, maar ook een mondelinge presentatie, een maquette, een powerpoint presentatie, een film, een multimediale computerpresentatie, of een website kan. Wanneer de presentatievorm anders is dan een schriftelijk verslag moet je zorgen voor een schriftelijke toelichting met een verantwoording.
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
11
Beoordeling van het sectorwerkstuk De volgende onderdelen van het sectorwerkstuk worden beoordeeld. 1. HET PROCES 2. DEFINITIEVE BEOORDELING VAN HET WERKSTUK 3. BEOORDELING VAN DE OPBOUW VAN HET WERKSTUK 4. PLANNING 5.: PRESENTATIE 6. EINDBEOORDELING Naam van de leerling Onderwerp
ONDERDEEL: HET PROCES Beoordelingsaspecten
Beoordeling/punten Opmerkingen Onvoldoende =4 Matig =5 Voldoende =6 Ruim Voldoende = 7 Goed =8 Zeer Goed =9 Uitmuntend = 10 Hoe is de kwaliteit van het logboek? Onvoldoende =4 Denk daarbij aan: Matig =5 - gemaakte keuzes Voldoende =6 -‐ motivering van de keuzes Ruim Voldoende = 7 -‐ overzichtelijkheid -‐ voldoen aan alle benoemingen Goed =8 -‐ tussentijdse controles volgens Zeer Goed =9 - afspraken met (begeleidende docent(en) Uitmuntend = 10 ONDERDEEL: DEFINITIEVE BEOORDELING VAN HET WERKSTUK Beoordelingsaspecten Beoordeling/punten Opmerkingen Is de inhoud van een voldoende Onvoldoende =4 vakinhoudelijk Matig =5 niveau? Voldoende = 6 Denk daarbij aan: Ruim Voldoende = 7 -‐ introductie van het onderwerp -‐ formulering van de vraagstelling Goed =8 -‐ beschrijving van het onderzoeksopzet en Zeer Goed =9 uitvoering Uitmuntend = 10 -‐ ingaan op de hoofdvraag/ het thema Zijn er voldoende gegevens verzameld? Denk daarbij aan: - niveau van de verzamelde gegevens -‐ verscheidenheid van bronnen (minimaal 5 verschillende) -‐ actualiteit en omvang
-‐ ingaan op de deelvragen/ -‐ diepgang -‐ niveau van de conclusie -‐ wel of geen eigen mening
deelaspecten
Is het taalgebruik correct? Denk daarbij aan: -‐ duidelijkheid & begrijpelijkheid -‐ eigen woordgebruik -‐ leesbaarheid -‐ spelling en interpunctie -‐ consistentie en begrippengebruik Is de bronvermelding correct? Denk aan de vermelding van:
Onvoldoende Matig Voldoende Ruim Voldoende Goed Zeer Goed Uitmuntend Onvoldoende
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
=4 =5 =6 =7 =8 =9 = 10 =4
12
-‐ gebruikte literatuur -‐ artikelen uit kranten en tijdschriften -‐ geraadpleegde internetsites -‐ illustraties afkomstig uit boeken ,
Matig =5 Voldoende =6 Ruim Voldoende = 7 Goed =8 internet, artikelen, bedrijven, Zeer Goed =9 Uitmuntend = 10 ONDERDEEL: BEOORDELING VAN DE OPBOUW VAN HET WERKSTUK Beoordelingsaspecten Beoordeling/punten Opmerkingen Van welk niveau is de opbouw? Onvoldoende =4 Denk daarbij aan: Matig =5 -‐ de introductie van het onderwerp in de Voldoende = 6 inleiding en formulering probleemstelling Ruim Voldoende = 7 -‐ ingaan op de hoofdvraag in de hoofdtekst / het thema Goed =8 -‐ aansluiten van de conclusie bij de Zeer Goed =9 -‐ vraagstelling / het thema Uitmuntend = 10 -‐ feiten worden niet als meningen gepresenteerd en omgekeerd -‐ leerling beperkt zich niet tot weergeven bronnen/citaten maar geeft betogend of beschouwend antwoord op de vraagstellig -‐ waarheidsgehalte -‐ correcte en begrijpelijke weergave van bronnen en gegevens -‐ correcte samenvatting van de inhoud van het middenstuk -‐ antwoord op de hoofdvraag/deelvragen -‐ bij de vraagstelling aansluitende conclusies -‐ een eigen mening over het onderwerp -‐ het nakomen voor alle tussentijdse controles volgens afspraak met de begeleidende docent(en) Hoe is de uiterlijke verzorging? Denk daarbij aan: -‐ omvang -‐ verzorging en lay-out -‐ logische opbouw van de tekst -‐ overzicht bronnen en literatuurverwijzingen -‐ zorg besteed aan afwerking -‐ illustraties -‐ vormgeving
ONDERDEEL: PLANNING Beoordelingsaspecten PLANNING -‐ houden aan de takenplanning -‐ op tijd inleveren van producten -‐ niet houden aan de planning
Onvoldoende Matig Voldoende Ruim Voldoende Goed Zeer Goed Uitmuntend
=4 =5 =6 =7 =8 =9 = 10
Beoordeling/punten Onvoldoende =4 Matig =5 Voldoende =6 Ruim Voldoende = 7 Goed =8 Zeer Goed =9 Uitmuntend = 10
ONDERDEEL: PRESENTATIE Beoordelingsaspecten Beoordeling/punten Hoe is de presentatie? Onvoldoende =4 Denk daarbij o.a. aan: Matig =5
Opmerkingen
Opmerkingen
-‐ duidelijkheid
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
13
-‐ originaliteit -‐ relatie
met publiek -‐ adequate hantering hulpmiddelen -‐ beantwoorden van publieksvragen
ONDERDEEL Zijn er voldoende gegevens verzameld?
Voldoende Ruim Voldoende Goed Zeer Goed Uitmuntend
=6 =7 =8 =9 = 10
EINDBEOORDELING SCORE WEGING EIND = SCORE * WEGING 10% * 0,10 =
Hoe is de kwaliteit van het logboek?
10%
* 0,10 =
Is de inhoud van een voldoende vakinhoudelijk niveau?
15%
* 0,15 =
Is het taalgebruik correct?
10%
* 0,10 =
Is de bronvermelding correct?
10%
* 0,10 =
Van welk niveau is de opbouw?
15%
* 0,15 =
Hoe is de uiterlijke verzorging?
10%
* 0,10 =
PLANNING
5%
* 0,05 =
Hoe is de presentatie?
15%
* 0,15 =
100% + -------------------Eindcijfer = In het geval het eindcijfer 5,5 of lager is, geldt dit als onvoldoende en moet de leerling het werkstuk overdoen of tenminste verbeteren (op nader aan te geven onderdelen). 1e corrector Plaats
2e corrector datum
Sectorwerkstuk Trivium College 2013 - 2014
Plaats
datum
14