Historisch Genootschap
MiddenKennemerland
Museum
Kennemerland
LEDENBULLETIN
2 1975
/
HISTORISCH GENOOTSCHAP MIDDEN -
Leden-Bu~letin
nr. 2 -
KENNEMERLill~D
oktober 1275,
tevens uitnodiging voor algemene ledenvergadering.
Geachte leden, Ons eerste leden-bulletin is, gezien de aanmoedigende reakties die ons hebben bereikt, in de smaak gevallen. Daarom brengen wij de moed op om u nummer 2 toe te zenden, in de hoop dat een aantal hinderlijke drukfouten deze keer voorkomen kunnen worden. In het bijzonder danken wij de heer C.R. Hooijer, die spontaan een artikel over de Meisjeskostschool van de Dames Lojenga schreef. U vindt het in dit bulletin. Wij hopen dat zijn bijdrage anderen zal aanmoedigen. Indien u meent voldoende "stof" te bezi tten voor een artikel(tje),maar voordat u eraan begint eerst met ons wilt spreken, kunt u ons schrijven of bellen. Denkt u vooral aan de bronnen, zoals: dagboeken, verslagen van verenigingen, gegevens over zaken of bedrijven in Midden-Kennemerland. HET BESTUUR
LEDENVERGADERING: 6 november, 20.00 uur, Lutherse Kerk, zie pag. 11
o
Contributie:
o
~~~!~!~~~_~!~~~~~~~!~~~~~~~~_~~~~~~~d~:
Minimaal
f. 5,--
per jaar. de heer K. Groot, Boogaardlaan 7, te Beverwijk. Postgiro nr. 224943.
Penningmeeste~
Afhalen bij Oudheidkamer (f. 0,50) of toezenden. Voor dit laatste: bestellen bij penningmeester door overmaken van f. 1,25 op postgironr. 224943.
Afhalen bij Oudheidkamer (f. 1,00) of toezenden. Voor dit laatste: bestellen bij penningmeester door overmaken van f. 2,50 op postgironr. 224943.
o
~~_~!~~~_~~~~~~~~~: In de boekhandel f. 18,20, of bij de secretaris Drs R.M.T. Verwer, Van Tuyllweg 9, Velsen-Zuid •
.,Á
~ Zie ook punt 8 op b~z. 11
ALGEMENE LEDENVERGADERING donderdag 6 november 1975, 20.00 uur Lutherse Kerk, Koningstr. 119, Beverwijk.
-
2 -
1. Korte opmerkingen In het dagblad Kennemerland van 19 februari '75 ZlJn twee van uw bestuursleden getypeerd als "professionele hobbyisten". Dit naar aanleiding van de kaart van Van Breen en het boek "De Stede Beve r-w.i. j c k!' , Wij schrokken wel van di t soort etiket ... ten! Op het gevaar af dat men bestuursleden met "maniakale Breenologen" gaat naroepen, toch nog even iets gezegd over Daniel van Breen. Door een toeval is een tot nu toe onbekende tekening van hem in het Rijksarchief te Haarlem ontdekt door de heer W. van der Mark. Het betreft een plattegrond van het huis te Bergen, vervaardigd op 1 oktober 1652. Wij melden dit omdat wij verwachten dat dit niet de laatste vondst zal zijn. De tekening berust in de provinciale atlas onder nummer "Bergen 38". Ter gelegenheid van de restauratie van de tachtig jaar oude R.K. Sint Engelmunduskerk te Driehuis in 1974/1975 is een historisch interessant en verantwoord boek over Driehui~ uitgegeven. Het bevat o.a. hoofdstukken over de geschiedenis van de buurtschap en de parochie tot 1894, de bouw van de nieuwe kerk in 1893/1894, de ontwikkeling van de buurtschap Driehuis na 1894 en de geschiedenis van de parochie van Sint Engelmundus te Velsen-Driehuis vanaf 1900. Het boek is door het kerkbestuur zeer goed verzorgd uitgegeven met steun van de Papierfabrieken van Gelder Zonen N.V. en Hoogovens. Gezien de kwaliteit van zowel de tekst als van de vele afbeeldingen, maken wij u erop opmerkzaam. U kunt het bestellen bij het Kerkbestuur, p/a pater A. Freriks, Driehuizerkerkweg 60, Driehuis. De prijs bedraagt f. 10,--, over te maken op de rekening bij de RABO-bank IJmuiden nr. 37.35.30.374. De heer S. RolIe, archivaris van de gemeente Velsen, moet, als auteur van de meeste hoofdstukken, o.i. in het bijzonder worden genoemd en gelukgewenst. Spijtig is het dat in de regionale pers dit boek nauwelijk is opgemerkt. Een andere nieuwe publicatie die niet aan uw aandacht mag ontsnappen is Deel 24 uit de serie Nederlandse Kastelen. Het handel tover Beeckesti,jn en is uitgegeven door de Nederlandse Kastelenvereniging en de A.N.W.B. (44 pag.). Drs J. van Venetien en L.H. Kloek geven een nauwkeurige beschrijving van de historie van het huis en zijn bewoners, het verval en de restauratie. Mej. G.J.J. Nieuwenhuis behandelt de geschiedenis van de tuin. U kunt via de A.N.W.B. of de Nederlandse Kastelenvereniging dit boekje bestellen voor de prijs van f. 2,75. Voorts is zojuist verschenen een nieuw boek over het verleden en de tegenwoordige gesteldheid van het oude dorp Velsen. Deze bijzonder fraai verzorgde uitgave draagt als titel "Een kerk en een handvol huizen; Grepen uit de geschiedenis van het dorp Velsen". Het boek is verkrijgbaar in de boekhandel en kost f. 25,--.
HGMK Ledenbulletin 2, 1975
- 3 Nu wij zoveel aandacht schenken aan nieuwe publicaties, moeten wij onwillekeurig denken aan een interessant boek over Beverwijk, dat in de vergeethoek is geraakt. Wij doelen hier op het "Gedenkboek van Beverwijk", dat ter gelegenheid van de herdenkingsfeesten van 1926 - 650 jaar marktrechten vierde men toen is uitgegeven. Het boek bevat o.a. artikelen over de kerkgeschiedenis van Beverwijk in de middeleeuwen, de stedelijke historie van de grafelijke tijd tot en met het verval der heerlijke rechten en de relatie van Beverwijk met de Nederlandse letterkunde. Opmerkelijk is het dat ook Scholtens dit gedenkboek in zijn "Uit het verleden van Midden-Kennemerland ll niet noemt. In dit bulletin vindt u gedeelten uit een brief welke WlJ naar aanleiding van het monumenten,jaar 1975 aan het gemeentebestuur van Beverwijk hebben gezonden. Zowel Zr Blom, als de heer J. Bleeker hebben ons geholpen om deze gegevens bijeen te garen. Zo u meent nadere informatie te kunnen aandragen over monumenten in Midden Kennemerland, zijn wij u zeer erkentelijk. Ook indien u kritiek hebt op de inhoud van deze brief horen wij dit gaarne van u. De heer en mevrouw Boogaard te Beverwijk en de heer A.F. Mineur danken wij voor hun schriftelijke reacties op het leden-bulletin van april.
2. Rond de meisjesschool van de dames Lojenga te
Beverwij~
Het gezin van Ds Lojenga telde elf kinderen, waarvan een zoon.tje jong is gestorven; de eerstgeboren~ Johanne~ en het elfde kin~ Anna Geertruida (mijn Grootmoeder), verschilden bijna twintig jaár in leeftijd. (Zie bijlage.) Het zal zeker hebben samengehangen met de ouderlijke domicilie in Beverwijk -oominee Lojenga zal daar op zijn laatste standplaats in 1894 overlijden, nadat zijn vrouw reeds zes jaar eer~ der was overleden 1) - dat drie dochters Jaaike, Betsyen Willemien aldaar in 1878 een meisjeskostschool begonnen. Helaas is er in het familie-archief weinig over bewaard gebleven: een cahier met gegevens over"Kostleerlingen en Onderwijzeressen", een fraai gecalligrafeerd album in 1903 "Ter Herinnering aangeboden aan het Vijf en twintig-jarig bestaan der School van de Dames Lojenga door de volgende leerlingen, oud-leerlingen en secondantes", en tenslotte enig fotomateriaal. De leerlingenlijst vermeldt naam, woonplaats, geboortedatum en de schooldata op de linkerbladzijde, terwijl· rechts nádere bijzonderheden over de verdere levensloop van de leerlingen zijn bijgeschreven. De eerste inschrijving was nog onvolledig: Betsy Junius, 3 Jan:1879 - Juli 1882. De tweede is al uitvoeriger: Cornelia Maria Vis (14 Dec:64) Zaandijk, 6 Mei 1879 - Dec:1880. getrouwd met Ingenegeren vertrokken naar Indië Djember ) zonen overleden. De laatste inschrijving is no. 232: Helena Duyvis 28 Maart 1890 Koog aid Zaan 15 Oct:1904 - 12 Juli 1905. De school is daarna in andere handen overgegaan. Wat de onderwijzeressen betreft zij hier alleen vermeld, dat uit een aanvraag van de Pensioenraad van 11 Februari 1932 blijkt, dat "belanghebbende o.m. opgaf dat zij van 19 Juni 1901 en 23 Mei 1905 op een wedde van f. 200,-, later r- 250,- 's jaars werkzaam was". Met genot ~.an·· vrije inwoning.
HGMK Ledenbulletin 2, 1975
- 4 Mijn Grootmoeder, Anna Geertruida Lojenga, kreeg als leerling van de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijs en de School voor Kunstnijverheid in Amsterdam,les van Eugène Dubois, die daar op 1.9.1881 was benoemd voor ontleedkunde. Dubois studeerde in Amsterdam medicijnen en behaalde er in 1884 zijn artsdiploma. Leraar en leerling verloofden zich, trouwden in 1886 en in 1887 werd hun eerste kind, dochter Eugénie, geboren. (Eugénie op haar beurt zal in 1916 het leven schenken aan een zoon, Uw huidige chroniqueu~) Slechts kort worde aangestiptde geschiedenis is elders meermalen uitvoerig beschreven 2) _ hoe Dubois, gegrepen door de idee in Indië te gaan zoeken naar de ontbrekende schakel tussen mens en aap, zijn universitaire loopbaan voorlopig afsluit en als Officier van Gezondheid met zijn jonge gezin in 1887 naar Padang vertrekt; hoe hij vervolgens bij Trinil (Java) fossielen vindt die hij aanduidt als overblijfselen van een 'missing link', de Pithecanthropus erectus genaamd. Als hij in 1895 uit de Oost terugkeert - het gezin is dan met twee zonen vermeerderd - reizen mee Janet Boyd, de dochter van een Schotse planter, waarmee Dubois bevriend is geraakt, en een even oud meisje Leonora Pyma, die zeker onderweg toezicht gehouden zullen hebben op de drie kinderen Dubois. De meisjes Pyma en Boyd komen in september 1895 op de Meisjeskostschool in Beverwijk (no's 130 en 131 van de Leerlingenlijst), om na circa 3 jaar naar de Oost terug te keren. Eugénie Dubois volgt eerst het onderwijs van de Ursulinen in Breust bij Eysden (een zuster van Eugène Dubois is als Mère Angélique in deze orde opgenomen; h~t ouderlijk gezin Dubois was vanaf 1852 in Eysden gevestigd) om op haar beurt op 15 september 1898 bij haar Tantes in Beverwijk in te trekken (no. 162 van de lijst). Zij is dan elf jaar en uit haar brieven naar 'huis leren wij iets over lessen en lesrooster: 2 October 1898: ••. nu zal ik eens gaan vertellen wat ik alzoo leer, hollandsche taal, geschiedenis, aardrijkskunde. In de Fransche les vertellen wij van de plaat, wij moeten alles ook zonder fouten kunnen schrijven. Vormleer en knippen vind ik het prettigst, ik heb al een zakdoek van knippapier genaaid, later make~ wij er een van goed, ik zal alles in een doosje bewaren en met de vacantie meebrengen om het U te wijzen. Rekenen vind ik afschuwelijk maar het kasboekje opmaken vind ik heel prettig .•.. ,wij kunnen heel mooi teekenen op het bord ••• De volgende Donderdag krijgen wij van mijnheer Contente dansles. 23 October 1898: ••.• zal ik maar beginnen om de Maandag te beschrijven. 's Morgens staan wij om half zeven op, dan ontbijten we en gaan in de tuin spelen tot 9 uur, dan begint de school en kijken dé boeken na, dan hebben wij rekenles, alles duurt drie kwartier, dan handwerken en daarna Fransch werk maken. Dan gaan wij koffie drinken en weer in de tuin spelen tot half twee. Dan gaan wij in de school zitten en gaan eerst sommen uit het boek maken, dan hebben wij Fransche les van tante Jaaike en dan taalbespreking, dan moeten wij ons gereed maken voor de wandeling, na de wandeling gaan wij middageten. Dan hebben wij het studieuur en dan een weinig handwerken. Daarna is het tijd om naar bed te gaan. 6 November 1898: Vandaag moet ik de Woensdag beschrijven. Eerst Aardrijkskunde, dan~Rekenle,s, dan ontledingsbespreken en daarna Fransch met tante Jaaike. En 's middags van 1 tot 2 hebben wij schilderen, dan hebben wij handwerken. HGMK Ledenbulletin 2, 1975
,.
- 5 13 November 1898: Ik zal maar beginnen om de Donderdag te beschrijven. 's Morgens ' t eerste uur is schrijfles, dan Îransche les met tante Jaaike, dan heerlijk handwerken en ' t laatste uur ontledingen maken en 's middags vertellen, dan fransch werken en het laatste uur sommen maken, mijn grootste ramp. 's Avonds hebben we dansles. 20 November 1898: .... Nu zal ik de Vrijdag beschrijven: Eerst hebben wij rekenles (dat ga ik al een beetje prettiger vinden)! dan geschiedenis, daarna Îransch en het laatste uur teekenen. 's Middags eerst dictee dan vormen maken en dan fransch werk maken, maar ' t laatste uurtje krijg ik een bad en dan haal ik 's avonds het fransch in. Nu gaat de bel voor de wandeling dus moet ik eindigen. 5 Februari 1899: •... We zullen morgen veel plezier hebben \Vant tante Willemien is morgen jarig. De tantes hebben ons op een dineetje gevraagd, dan doen wij onze lichte japonnetjes aan. 12 Februari 1899: Vandaag heb ik U veel te vertellen van Maandag. 's Morgens gingen we gewoon naar school maar we behoefden geen lessen te leeren. Daarna gingen we koffie drinken, toen naar school, de twee eerste uren zooals gewoonlijk maar de twee laatste uren hebben we chocolade en koekjes gehad, de dagmeisjes ook. Toen hebben we koffie gedronken, toen zijn wij gaan wandelen en daarna bloemen gaan maken. Toen we klaar waren zijn we onze witte jurk aan gaan doen voor ' t diner. Ik zal U ' t menu opschrijven, eerst vermicellisoep, vleeschpasteitjes, waterbaars, kalfsfricandeau met slaboontjes en aardappelen, gebak, vruchten en ' t dessert. Toen zijn we naar beneden gegaan, toen werden de lichten uitgedaan en daar op ' t totneel verschenen zes witte geesten, eene was Uw vriendje Ma, de geest van Meester Steenbeek, hij was verwonderd dat die kleine Willemien nu zoo'n knappe dame was geworden. Het volgende tooneelstuk was van domme· Hans en Grootje. Grootje was Jo van Rossem Hoogendijk. ' t Laatste was Irma en Hare Mama. Dat was zoo leuk, ' t reÎrain is: Als wij op straat Îlaneeren, dan kijkt ièder ons na, dan roepen al de heeren, kijk Irma en hare Mama. Met deze wufte geschiedenis sluit onze blik in de correspondentie en het relaas van de kostschool. De tantes Jaaike, Betsyen Willemien vestigen zic~nadat de school aan anderen is overgedaan, in Arnhem. Misschien om in de nabijheid van de andere zusters te wonen? Twee broers, Andries en Johannes waren in 1870 en 1877 in Atjeh gesneuveld, een zuster Margaretha Dingena, getrouwd met Dirk Pieter Jentink, trok met haar man naar Borneo en stierf daar in 1887. Weer een andere zuster, Ypkje, zocht de eerstgenoemde in Borneo op, huwde er met de militair Willem Dumortier, het echtpaar kwam terug naar Nederland, waar Ypkje in 1914 in Oosterbeek overleed. Ook Cor (Cornelia Josina), wier levensloop mij onb'ekend is, stierf in 1908 in Arnhem. Tenslotte was Dora huishoudster in het gezin van de weduwe Hooijer-Knoops in Arnhem. Toen deze in 1901 overleed bleef ze het huishouden verzorgen voor zoon C.O. Hooijer. Deze had al jaren tevoor de raad van z'n vader in de wind geslagen, die toen de zoon in 1898 zijn eerste auto wilde kopen had geconstateerd: "Jongen, je bent gek, neem een hitje" ~ want dat hitje kon ergens buiten in de wei van de steenfabriek rondstappen. Na twee primitieve vehicels onder . rijksnummer 38 en 489 had Hooijer van 1904 tot 1914 een open HGMK Ledenbulletin 2, 1975
- 6 Clément-Bayard onder provincienummer M 69, en was zo vriendelijk nu en dan de gezamenlijke dames mee uit te nemen. Daarbij zal ook geweest zijn Anna Dubois en haar dochter Eugénie, die in Arnhem de HBS bezocht, waar ze in 1907 eindexamen deed. Vele jaren later vraagt, 0 kruis, Hooijer niet Dora, maar de jonge nicht Eugénie ten huwelijk en krijgt het ja-woord. Dan ontstaan er stekeligheden tussen de tantes Lojenga en de Dubois. Sancties zouden we tegenwoordig zeggen: de tantes houden op zuster Anna en het gezin Dubois het Zaterdagbijvoegsel van de NRC te zenden! Helaas zal nooit met voldoende zekerheid. zijn vast te stellen welke afschuwelijke hiaten dit uitvallen van de pluriforme informatie in de sociale weerbaarheid van de betrokkenen veroorzaakt heeft. Maar in de loop der tijden wordt de goede verstandhouding hersteld en als uw verslaggever in de schoolvacanti~de fiets pakt en de tantes in Hilversum gaat opzoeken, waar ze na Arnhem zijn gaan wonen, wordt hij zeer hartelijk ontvangen. Daar wonen in de twintiger jaren tezamen: ons drietal van de kostschool Jaaike, Betsy en Ivillemien, met Dora en ook Anna Dubois heeft zich bij hen gevoegd. Jaaike, de oudste, mager en zwijgzaam; Betsy, een dik bewegelijk propje; Willemien, met een hartelijke warme lach, de lievelingstante (ook de vertrouwelinge uit de oudere generatie voor mijn Ooms Dubois); Dora, wat hard en zelfzuchtig. Tenslotte mijn Grootmoeder, helaas geplaagd door hevige aanvallen van asthma, maar overigens een lieve, hartelijke grootmoeder zoals elk kleinkind zich die mag wensen. Na zovele jaren samen te hebben gewerkt, is ook het einde voor het drietal vrijwel tegelijk gekomen: op 24 april 1929 overleed plotseling Betsy. Het evenwicht was verstoord; de twee andere konden dit niet verwerken: Jaaike stierf op 2 mei en Willemien op 3 mei. Ze werden op dezelfde dag in Hilversum begraven. Tante Dora heeft tot 1935 geleefd, in de laatste jaren van ziekte verzorgd door haar zuster Anna, die daarna in de nabijheid van het gezin Hooijer woont in Arnhem en Velp, om in Haarlem in 1943 te overlijden. Dat betekent het einde van de laatste telg van het kinderrijke gezin van dominee Lojenga. C.R. Hooijer. BIJLAGE: Jan Ypes Lojenga, geboren Leeuwarden 26.8~ 1813, zoon van Johannes Lojenga (1783-1849) en Ypkje Jans Ypes (1785-1853), predikant, overleden 30.4.1894 te Beverwijk, huwt op 21.11.1841 te Steenwijk Willemina Elisabeth Jentink, geboren 21.11.1817 Steenwijkerwold, dochter van Ds Andries Jenxink (circa 1772-1854) en Margaretha Dingena van Velsen (1776-1846), overleden 22.1.1888 te Beverwijk. Hun kinderen: 1. Johannes, geb. 3.9.1842 Leeuwarden, overl. 11.8.1877 Atjeh 2. Margaretha Dingena, geb. 15.11.1843 Leeuwarden, overl. 8.11.1887 Borneo, gehuwd met Dirk Pieter Jentink (1846- ? ) 3. Ypkje, geb. 4.1.1845 Leeuwarden, overl. 1914 Oosterbeek, gehuwd met Willem Dumortier (1839 - ? ) 4. Andries, geb. 14.11.1846 Leeuwarden, overl. 24.9.1870 Atjeh 5. Jaaike, geb. 17.6.1848 Leeuwarden, overl. 2.5.1929 Hilversum 6. Cornelia Josina, geb. 7.11.1850 Leeuwarden, overl. 1908 Arnhem 7. Anna Meckina Elisabeth, geb. 14.7.1852 Groenlo, overl. 24.4.1929 Hilversum 8. Theodora Frederika, geb. 6.10.1854 Groenlo, overl. 16.5.1935 Hilversum 9. Jan Willem/ geb~ 12.11.1857 Groenlo, overl.28.11.1857 Groenlo 10.Willemina Elisabeth, geb. 6.2.1860 Groenlo, overl. 3.5.1929 Hilversum 11.Anna Geertruida, geb. 12.6.1862 Elburg, overl. 14.9.1943 gehuwd met E.M.F.Th. Dubois (1858-1940). HGMK LedenbulletinHaarlem, 2, 1975
- 7 NOTEN: 1) Door de hoge vegetatie en de restauratiewerkzaamheden heb ik geen grafsteen (zo deze er geweest is) kunnen terugvinden van graf no. 71 op het kerkhof rond de NH kerk te Beverwijk, waar Ds Lojenga en zijn vrouw W.E. Jentink begraven liggen. 2) Zie bijv. de Time-Life reeks: Het ontstaan der mensheid, in het deel De Ontbrekende Schakel.
3. Beverwijkse monumenten Naar aanleiding van het monumentenjaar heeft het bestuur van het Historisch Genootschap een brief aan het college van B. en W. der gemeente Beverwijk gezonden. Wij menen er goed aan te doen het belangrijkste uit de brief te publiceren. Indien deze aanleiding geeft tot suggesties, opmerkingen of kanttekeningen; zij zijn ons welkom. Zeker wanneer zou blijken dat wij bepaalde aspecten over het hoofd gezien hebben waarover door u nadere informatie kan worden aangedragen! Velsen, 10 augustus 1975: "In het kader van het 'monumentenjaar 1975' heeft de Stichting Culturele Raad Noord-Holland (Werkgroep Monumenten) ons gevra~, aan de hand van de 'Lijst van Monumenten' van de gemeente Beverwijk, na te gaan in welke staat deze monumenten zich thans bevinden. Hieronder treft u een verslag aan van onze bevindingen. Wij menen dit vergezeld te moeten doen gaan van een aantal aanbevelingen onzerzijds. Wij zouden het bovendien op hoge prijs stellen wanneer wij met u een gesprek zouden kunnen hepben, om na te gaan welke maatregelen genomen dienen te worden om het behoud van de Beverwijkse monumenten te verzekeren. A. Op de Beverwijkse monumentenlijst staan geregistreerd: Breestraat 96, 100 en 101; Kerkstraat 21, 27 en de Wijkertoren; Koningstraat 117, 119 en 121; Nieuwstraat 4; Velserweg 2, 14-16 en 20; de N.H. kerk te Wijk aan Zee; de resten van het kasteel Foreest; Huis Duynwijk; het theehuisje van Betje Wolff en Aagje Deken; de zgn. Linie van Beverwijk met de aan de Creutzberglaan gelegen obelisk. Een aantal van deze monumenten geven aanleiding tot opmerkingen. Breestraat'96 (zie bijgaande-fotoI): Alhoewel de winkelonderbouw zeer lelijk is, mag men verwachten dat bij deskundige restauratie hier een bijzonder aantrekkelijk historisch pand tevoorschijn zal komen. Foeilelijk pleisterwerk verbergt fraai metselwerk. De gemeente dient o.i. attent te blijven op de mogelijkheid van restauratie. Tijdige gesprekken met de eigenaren kunnen er wellicht toe bijdragen dat te gelegener tijd een verantwoord herstel plaatsvindt. Breestraat 101, R.K. pastorie: Op 28 juli 1969 hebben wij bezwaar gemaakt tegen het bestemmingsplan ~Stadscentrum Beverwijk' omdat in dit plan de afbraak van dit pand is begrepen. Gaarne zouden wij van u vernemen of sloping van dit gebouw nog wordt overwogen. Kerkstraat 21: Op 20 augustus 1974 hebben W1J u vijf argumenten voorgel~gd die voor handhaving van dit pand pleiten. Op 26 november 1974 heeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg ons geschreven dat men daar onze argumenten onHGMK Ledenbulletin 2, 1975
8 derschrijft. Het is ons mogelijk u in contact te brengen met architecten die in staat geacht kunnen worden inpassing van dit pand in een nieuwbouwomgeving te realiseren. Kerkstraat 27, De N.H. kerk: Wij vertrouwen erop dat u de sedert kort ondernomen restauratiepogingen krachtig zult steunen. De kerk is dit ten volle waard. Koningstraat 117 en 119: De slechte toestand waarin de 18deeeuwse Lutherse kerk en het daarin aanwezige orgel verkeren baart ons veel zorgen. Vooral door lekkages is reeds veel schade aangericht. De Evangelisch-Lutherse gemeente zal zonder uw steun de noodzakelijke restauratiewerkzaamheden niet ter hand kunnen nemen. Het probleem is hier de geringe omvang van het kerkgenootschap en de beperkte draagkracht van de leden. Tijdige aanvang der werkzaamheden zal nog omvangrijker restauratiekosten kunnen voorkomen. Wellicht kan Openbare Werken hier adviseren. Velserweg 2, Scheybeek: Wij verzoeken u om de lJzeren 'groeisels', nu gebleken is dat zij toch niet in bloei gaan staan of vruchten geven, uit het park te verwijderen. De Linie van Bevendjk (zie foto' s II + III): In 1957 heeft dr. J. Belonje in het Jaarboek der vereniging 'Haerlem' een tijdig, ter zake kundig en warm pleidooi gehouden voor het behoud van deze uit 1800 daterende verdedigingslinie. Wij mogen nu constateren dat zijn adviezen geen indruk hebben gemaakt. Beverwijk heeft een kans verspeeld om de nieuwe stadswijken een wat speelser aanzien te geven door integratie van oud en nieuw. En dit terwijl in ons land de linie enig in zijn soort is. Tussen het Wijkermeer en de voet der duinen bevonden zich voorheen 14 lunetten. Daarvan zijn er nu nog 7 over. De toestand waarin deze verkeren variëert van treurig tot erbarmelijk. Het bestemmingsplan 1963 bedreigt de bestaande drie oostelijke lunetten. Aangezien ook de elf eertijds in de duinen gelegen verdedigingswerken zijn verdwenen, moeten wij b e s Lu i t e n d a t, hiJ een ongewijzigd beleid, van de totale verdedigingslinie van 25 lunetten er slechts vier in de toekomst enige kans op 'overleven' hebben. Doordat de gemeente Beverwijk het verdedigingswerk aan de Gladiolenlaan heeft 'weggepland', heeft het weinig zin om nu met de gemeente Heemskerk te gaan spreken over behoud van de twee lunetten tussen de Gladiolenlaan en de Alkmaàrseweg. Door vernietiging van eerstgenoemde komen de beide andere in de lucht te hangen. Voor Midden-Kennemerland achten wij de wijze waarop met deze linie is omgesprongen bedroevend. Ook de eigenaar, de Staat der Nederlanden, heeft het belang ervan niet kunnen of willen inzien. Het verdient de hoogste prioriteit om tezamen met de gemeente Heemskerk en andere betrokkenen op korte termijn acties te ondernemen om de zeven resterende lunetten te redden door deze op te nemen in een nieuw gezamenlijk bestemmingsplan. Beverwijk dient hiertoe o.i. het initiatief te nemen. De toestand waarin de overblijfsels zich nu bevinden is slecht. De binnenzijde van de lunetten wordt voor agrarisch bedrijf benut, in de schanswerken zelf hebben reeds lang kleine in- en afgravingen plaatsgevonden. Duidelijk ontbreekt enig toezicht. Omdat in de schootsvelden herhaaldelijk wordt gebouwd - wanneer de bouw te maken heeft met een agrarische bestemming is dit kennelijk toegestaan - verdwijnt het verband in de linie meer en meer. Zou men overgaan tot kassenbouw dan is dit linieverband binnen de kortste keren geheel zoek. HGMK Ledenbulletin 2, 1975
foto I
H H H
o
+J
o
.li-l
HGMK Ledenbulletin 2, 1975
foto IV
foto V
H H
> o o
-iJ lH
HGMK Ledenbulletin 2, 1975
H H H
> o o
-iJ lH
- 9 De obelisk (zie bijgaande foto IV): Dit gedenkteken, dat zich op de direct ten westen van de Creutzberglaan liggende lunet bevindt, vraagt dringend om restauratie. Tot zover enige opmerkingen over de bestaande monumenten. Er zou hierover zeker meer te zeggen zijn, ware het niet dat wij ook uw aandacht willen vragen voor eventueel nieuw op de monumentenlijst te plaatsen panden. Wij realiseren ons enerzijds dat wij hier in een aantal gevallen - gelukkig niet steeds grensgevallen bespreken en anderzijds dat het plaatsen op de monumentenlijst op zichzelf nog geen garantie biedt voor het behoud. Ifanneer argumenten van hoger orde voorhanden zijn kan een op de monumentenlijst geplaatst pand toch worden gesloopt. De visie ende overtuigingskracht van bestuurders en vertegenwoordigers van belangen zijn hier, als puntje bij paaltje komt, doorslaggevend. Zelfs wanneer echter bij koninklijke goedkeuring van een bestemmingsplan een monument mág worden gesloopt, betekent dit nog niet dat het gesloopt móét worden. Zo is het ook denkbaar dat een pand, zonder dat dit op de monumentenlijst staat, op grond van beleidsoverwegingen wordt behouden. B. Voor plaatsing oE de monumentenlijst komen in aanmerking:
onzes inziens
R.K. kerk, Arendsweg: Deze kerk van A.J. Kropholler is, mét de bijgebouwen, het behouden alleszins waard. Kropholler kan men zien als de trouwste volgeling van Berlage. De kerk is gereedgekomen in 1915. Ter vergelijking diene: de Koopmansbeurs te Amsterdam heeft Berlage gebouwd in de jaren 1898-1903. Het is aan te bevelen om een architectonisch oordeel op te laten stellen over de plaats van deze kerk in het oeuvre van Kropholler. Daarmee" zou dan tevens de nationale betekenis ervan op de juiste waarde kunnen worden geschat. R.K. kerk, Breestraat: Voor deze kerk van Joseph Cuypers (1924) geldt een overeenkomstig betoog. Zeker nu de op de monumentenlijst staande panden Meerstraat 116 en 118 zijn afgebroken om deze kerk beter in het plan 'stadscentrum' in te passen, lijkt plaatsing op de monumentenlijst voor de hand liggend. Vroegere raadhuis Wijk aan Zee en Duin Westerhoutplein: Wanneer de semi-permanente bijbouw wordt gesloopt en het groen hersteM, zal dit gebouw een sieraad kunnen zijn voor het Westerhoutplein. Wij verwijzen naar onze brief van 3 januari 1965, waarin wij reeds hebben gepleit voor plaatsing op de monumentenlijst. Dr. Schuitfontein, Moensplein: Het is spijtig dat deze fontein er zo naakt en armetierig bijstaat. De oorspronkelijke metalen versieringsstukken zouden, zo zij nog voorhanden zijn, weer dienen te worden aangebracht. Voormalig oudeliedenhuis, Gasthuisstraat Wijk aan Zee: De architectonische waarde van het gebouwtje is gering. Wij willen echter pleiten voor het behoud van de aardige gevelsteen, gedateerd 1628, waarop een afbeelding van een visser prijkt en van de steen die het opschrift 'Tehuis voor oude lieden' o.i.d. draagt. De huidige bewoner heeft de laatste steen met een plaat board bedekt. ..."" ." Koningstraat 164: Wij hebben de stellige indruk dat dit sterk verwaarloosde pand veel ouder is dan oppervlakkig is waar. te HGMK Ledenbulletin 2, 1975
-
10 -
nemen. Naar onze mening staat het huis reeds aangegeven op de plattegrond van Daniel van Breen (ca. 1650). Ons is ter ore gekomen dat de glashandel Kröder plannen heeft het pand aan te kopen om het vervolgens te doen slopen. C. Grensgevallen bij een discussie over Beverwijkse monumenten: Brees traa t 126 (zie bi jgevoegde fot 0 V): Deze bakkerswinkel ui t 1902 is het meest zuivere voorbeeld van Jugendstil te Beverwijk. Men kan nog over de schoonheid van mening verschillen. Omdat het pand opmerkelijk is, bevelen wij u aan te streven naar behoud. Breestraat 37, Bureau van politie: Voor dit vroegere raadhuis uit ca. 1865, dat zeer typerend is voor die tijd, gelden soortgelijke overwegingen. 1vesterhoutweg 22 (zie bijgevoegde foto VI): Deze t.u i.nma.n s wo n Lrrg , gebouwd in het begin van deze eeuw, is geen stijlvoorbeeld, maar wel een prachtig voorbeeld van degelijk ambachtelijk, evenwichtig bouwen. Deze woning is waard voor het nageslacht behouden te blijven. Hendrik.Mandeweg 5:.Dit is evenzeer een voorbeeld van een degelijke, ambachtelijk gebouwde woning uit het begin van deze e e uw , Romerkerkweg 91-93 (zie bijgevoegde foto VIT): Wanneer Beverwijk een glimp van zijn vroegere betekenis als tuinderscentrum wil bewaren, dient men zich te realiseren dat hier een van de weinige, laatste kansen ligt om een karakteristieke tuinderswoning te behouden. Vondellaan 78 (zie bijgevoegde foto"\lOI): Hier geldt hetzelfde als bij het pand aan de Romerkerkweg, zij het dan dat behoud met iets minder overtuigingskracht onzerzijds wordt bepleit. D. Vervolgens geven wij u nog een beknopt overz i cht van en i{';e p:;eboowen uit het begin van deze eeuw, waarvoor wij uw aandacht vragen. Het belangrijkste voorbeeld van Jugendstil, het pand Prins Bernhardlaan 2, is jammer gènoeg gesloopt. Zijn wij goed ingelicht dan is hiermee het eerst gebouwde huis in het villapark verdwenen. Het is te betreuren dat dit geschied is: het gebouw was nog vrij zuiver van stijl en was niet geteisterd door aanbouwsels. Men moet er evenwel niet van wakker liggen. Andere panden die min of meer typische voorbeelden zijn van de stijl van deze periode zijn: Dr Schuitstraat 44, Breestraat 2, 2A en 52 en Zeestraat 126. Niet alle panden zijn, architectonisch gezien, even interessant te noemen. Onze voorkeur gaat uit naar het pand aan de Dr. Schuitstraat. Wij hopen dat dit beknopte en onvolledige overzicht aanleiding geeft tot een nadere bezinning op hetgeen nog uit het Beverwijkse verleden rest. Wij hebben de stellige overtuiging dat de gemeente veel aan charme en betekenis heeft ingeboet doordat in het verre en nabije verleden architectonische en stedebouwkundige beslissingen zijn genomen die onvoldoende gedragen werden door een helder historisch besef. Mr H.J.J. Scholtens heeft hierop in zijn publikaties reeds eerder gewezen. " Tot zover onze brief.
HGMK Ledenbulletin 2, 1975
-
4.
11 -
Bestuur Oudheidkamer Op grond van artikel 3 der statuten van de Stichting Kennemer Oudheidkamer heeft het College van Burgemeester en Wethouders van Beverwijk de heren Ir J. Camfferman, Laan van Blois 187, Beverwijk en M.J.C. Hendriks, Rendorppark 48, te Heemskerk aangewezen als lid van het bestuur. Het verzoek tot deze benoeming is uitgegaan van de huidige bestuursleden. Wij prijzen ons gelukkig dat het college deze heren bereid heeft gevonden om met ons de bestuurstaak te w i.Ll.e n delen. Op de komende algemene ledenvergadering zal u de functieverdeling van het bestuur worden bekend gemaakt.
5. Algemene ledenvergadering Hierbij nodigen wij u uit tot het bijwonen van de algemene ledenvergadering op donderdag 6 november 1975, om 20.00 uur in de Lutherse Kerk, Koningstraat 119, te Beverwijk. De agenda bestaat uit: 1. Opening. 2. Jaarverslag secretaris. 3. Jaarverslag penningmeester. 4. Mededeling betreffende mogelijke integratie Oudheidkamer Genootschap. In verband daarmee zal er geen benoeming van nieuwe bestuursleden plaatsvinden. 5. Jaarverslag Kennemer Oudheidkamer. 6. Rondvraag en sluiting. De vergadering wordt in dit "Monumentenjaar" met voorbedachte rade in de Lutherse Kerk gehouden, één van de weinige overgebleven Beverwijkse monumenten, die zoals u met eigen ogen zult kunnen zien, wel aan restauratie toe is. Voor een toelichting op de situatie waarin het gebouw thans verkeert zal worden gezorgd. In aansluiting op de vergadering zullen er enige films worden vertoond, die alle tot onderwerp hebben: de Nederlandse monumenten.
HGMK Ledenbulletin 2, 1975