Verschenen als: De Loenen, T. (2001) Het notariële landschap te Aartselaar, Boom, Hemiksem, Niel en Kontich in de nieuwste tijd. In: Jaarboek 2001. Rumst: Geschiedkundige Kring Rumesta.
HET NOTARIELE LANDSCHAP TE AARTSELAAR, BOOM, HEMIKSEM, NIEL EN KONTICH IN DE NIEUWSTE TIJD Het notariaat is een onuitputtelijke bron. In zijn boek "Speuren naar je voorouders" drukt Jan Vanderhaeghe het belang van het notariaat als volgt uit: "De meest rijke bron voor de familiekunde wordt ongetwijfeld gevormd door het notariaat. Dit omwille van haar ongemeen grote verscheidenheid die haar praktisch noodzakelijk maakt voor elk onderzoek. We denken maar aan de sociale en economische geschiedenis, de volkskunde, het recht, de kunstgeschiedenis" (Vanderhaeghe, 1991).
Wie zoekt die vindt, zegt het cliché. Maar zoals het overgrote deel van de spreekwoorden en zegswijzen, bevat het maar een halve waarheid. Immers, om iets te kunnen vinden moet men weten waar men moet zoeken! Dit geldt evenzeer voor de notariële archieven…
Dat notarisakten heel wat informatie geven over het leven van onze voorouders en een krachtige bron vormen voor de studie van verscheidene aspecten van de (plaatselijke) geschiedenis weten we maar al te goed; maar weten welke notarisakten nu juist kunnen geraadpleegd worden, waar en onder welk nummer, weten welke notariaten reeds bewerkt zijn enz… is vaak een ander paar mouwen.
Dit artikel heeft tot doel om u, geïnteresseerde zoeker, wegwijs te maken in het notiariële landschap te Aartselaar, Boom, Hemiksem, Kontich en Niel - ofwel de dorpen op de rechter Rupeloever en hun buurgemeenten - in de nieuwste tijd. Met "nieuwste tijd" wordt de periode vanaf 1800 tot heden aangeduid.
Per gemeente en per standplaats vindt u een opsomming van de notarissen die er gedurende de genoemde eeuwen actief waren, met aanduiding van de respectievelijke jaartallen waarin ze in dienst traden en waarin ze ontslag namen. Om verder een zo goed mogelijk zicht te geven op de plaatsen waar u de minuten en / of repertoria kan consulteren zijn de bewaarplaatsen ervan opgenomen in een aparte kolom, met opgave van de archiefnummers als de minuten (M) of repertoria (R) gedeponeerd zijn in het Rijksarchief te Antwerpen (RAA); de nummers maken steeds deel uit van de collectie notariaat aldaar. Verder zijn er verklarende noten opgenomen betreffende het leven van de notarissen, hun werk of de bewerkingen en inventarissen van hun minuten of repertoria.
-2-
Met minuten of minuutakten worden de originele akten bedoeld, zoals de notaris ze heeft opgesteld en voorgelezen in het bijzijn van de contractanten. Hierop zijn de handtekeningen te vinden van de genoemde partijen. Sinds 1796 is de notaris eveneens verplicht om repertoria aan te leggen. Een repertorium bundelt alle essentiële gegevens betreffende een akte. Bovendien worden repertoria in dubbel opgesteld: één exemplaar dient de notaris jaarlijks neer te leggen bij de rechtbank, het andere exemplaar bewaart hij zelf. (de illustratie op deze plaats is ter beschikking in het lokaal van Geschiedkundige Kring Rumesta) Fragment van het eerste blad van het repertorium van Louis Leclef uit 1872 (bron: RAA, notariaat, 11734)
Bewaring en overdracht van minuten en repertoria Hoe komt het dat bepaalde minuten en repertoria nog in het bezit zijn van de notaris en andere te vinden zijn in het Rijksarchief? Dit alles is bij wet geregeld. Vooraf moeten we opmerken dat we hierin 2 elementen onderscheiden: 1) de bewaring van minuten en repertoria door de notaris zelf en 2) de overdracht van minuten en repertoria aan het Rijksarchief. De bewaring van de minuten en repertoria wordt geregeld door de wet van 16 maart 1803, de zogenaamde ventôse-wet, die vermeldt dat de notaris de akten die hij verlijdt moet bewaren. Daarnaast moeten de minuten en repertoria (…) van een notaris die is vervangen of overleden, door hem of zijn erfgenamen zonder vergoeding worden overgedragen aan de in opvolging benoemde notaris (…). Reeds in 1864 was er nood aan een lijst van de notarissen en van de protocollen die zij bewaarden vanaf het "begin van het notariaat". In 1963 werd aan de houders van de minuten en repertoria die ten minste 100 jaar oud zijn de toestemming gegeven om deze in bewaring te geven aan het Rijksarchief in de provincie waarbinnen hun ambts-gebied gelegen was, mits zij daarvan kennis gaven aan de Kamer van Notarissen van dat gebied. Deze mogelijkheid om minuten en repertoria neer te leggen werd in de wet van 4 mei 1999 gewijzigd in de verplichting om deze documenten in bewaring te geven zodra ze 75 jaar oud zijn en in de mogelijkheid om ze reeds in bewaring te geven vanaf ze 50 jaar oud zijn (Stevens, 1999). Voor wie de bescheiden wil raadplegen geldt: repertoria en minuten zijn vrij ter inzage indien ze ouder zijn dan 100 jaar; dewelke jonger zijn dan 100 jaar kunnen slechts geconsulteerd worden met toelating van de minuut-houdende notaris (RAA, 2).
Recente ontwikkelingen De wettelijke grondslag van het notariaat in België wordt nog steeds gevormd door genoemde ventôse-wet. De voorbije 200 jaar zijn er echter tal van wijzigingen ten aanzien van deze wet aangebracht. Deze allemaal opsommen zou ons te ver voeren. Sporen van een aantal wijzigingen
-3aan de wet van 1803 zijn zelfs in de volgende tabellen te zien. Eén ervan betreft uiteraard de verplichte neerlegging van de bescheiden op het Rijksarchief. Een ander is het toegankelijk maken van het ambt voor vrouwen, hetgeen deel uitmaakt van een wet van 1950 (Stevens, 1998). Toch was het in de door ons in acht genomen gemeenten nog wachten tot in de helft van de jaren 90 voor de eerste vrouwelijke notaris het ambt bekleedde; deze eer valt Hilde Hellemans (zie 3, p. 33) te beurt, zij volgde in 1994 haar vader op. Nauwelijks een jaar later gaf Paul Janssens te Kontich de fakkel door aan zijn dochter Ilse Janssens (zie 4, p. 35), die als tweede vrouw in de door ons bestudeerde gemeenten tot notaris benoemd werd. In voornoemde wet van 1999 is eveneens gestipuleerd dat notarissen hun ambt slechts mogen uitoefenen tot de leeftijd van 67 jaar (Rens & Rens, 2000). Toen Jan Baptist Emmanuel Mommen in 1856 zijn ontslag gaf, was hij liefst 79! Daarmee stak hij zijn vader Jan Frans de loef af, die instrueerde tot aan zijn dood in 1810 op zijn 78ste (De Loenen, 2000b) (zie 2A, p. 30).
De opvolging Hiermee belanden we bij een volgend item: als de in functie zijnde notaris stierf of ontslag nam, wie volgde hem dan bij voorkeur op? In de tabellen op de volgende pagina's zal u ontdekken dat in bepaalde standplaatsen dezelfde familienamen meermaals voorkomen. Inderdaad, als iemand zoon (of dochter) was van een notaris, was dat - alvast tot voor heel kort - een criterium in zijn of haar voordeel opdat hij of zij als opvolger zou worden benoemd. Dit steunt op een lange traditie waarvan de argumenten continuïteit, vertrouwdheid met de studie en het cliënteel, erkentelijkheid jegens de overleden of ontslag nemende notaris de voornaamste voedingsbodems vormden (Stevens, 1998). Doorheen de geschiedenis van het notariaat wisselden pro’s en contra's ten aanzien van dit gebruik zich af. Kortgeleden werd bepaald dat het zijn van dochter of zoon van een notaris geen criterium meer mag zijn waaruit de kandidaat haar of zijn voordeel haalt. Dat dit in het verleden wel zo was, illustreren niet alleen de tabellen maar ook de brieven die de kandidaat-notarissen schreven aan de gouverneur (RAA, 3). Zeer vaak meldt de gouverneur in zijn voorstelling van de kandidaten aan de minister van Justitie op zijn beurt dat bepaalde kandidaten zonen zijn van in dienst zijnde of ontslagnemende notarissen. Zo wordt bijvoorbeeld in het dossier van Louis Antonissen (zie 3, p. 33) bij zijn kandidaatstelling voor een ambt te Antwerpen in 1867 vermeld dat hij zoon is van een residerend notaris te Antwerpen; pas daarna meldt men dat hijzelf ook notaris is te Hoboken sinds 1858 (RAA, 4). In datzelfde jaar ging men bij Ferdinand Van Dijck (zie 3, p. 33), op dat moment notaris te Hemiksem, nog een stap verder in zijn familiegeschiedenis als men vermeldt dat hij kleinzoon is van een notaris die gedurende meer dan 40 jaar zijn ambt vervulde te Antwerpen (RAA, 5). En bij Edouardus Joannes Van Sulper (zie 5, p. 35) beroept men er zich op dat zijn oom notaris te Antwerpen is. Zo ontstaan algauw familietradities. Te Leuven bekleedt de familie Hollanders reeds sinds 1783 dezelfde studie (Van Dievoet, 1998). In Boom heerste de familie Mommen in 3 generaties vanaf 1758 tot 1885 - dus gedurende 127 jaar - over een notariaat (zie 2A, p. 30); te Niel levert de familie
-4Lamot - eveneens in 3 generaties - sinds 1925 tot op heden (76 jaar) notarissen voor de standplaats aldaar (zie 5, p. 36). Ook vermeldenswaard is de familie Tobback te Boom, die, alweer in 3 generaties maar ditmaal met telkens een onderbreking van ca. 5 jaar, het notariaat te Boom ook reeds sinds 1925 van notarissen voorziet (zie 2B, p. 31). Notaris Louis Leclef (zie 2B, p. 31), die 131 jaar geleden begon als notaris te Hoboken, 2 jaar later naar Boom kwam en nog eens 5 later (in 1877) naar Antwerpen trok, heeft nog steeds rechtstreekse nakomelingen die de continuïteit in zijn standplaats aldaar voor-zien: zijn achterkleinzoon Jacques Leclef is sinds enkele jaren erenotaris en diens zoon Jean-Jacques resideert nu als notaris te Antwerpen. Te Aartselaar tenslotte valt het op dat alle notarissen die er ooit resideerden ofwel een familielid hadden die hen voorging of die hen opvolgde (zie 1, p. 29).
"Satisfaisant à votre lettre du 31 Xber dernier, n° 648, par laquelle vous demandez notre avis sur la mérite et la moratlité plitique et privée de sieur Oeyen E.J.Fr. candidat notaire, quie sollicite la place de notaire à la résidence de Berchem, nous avons l'honneur de vous faire connaître, Monsieur le Gouverneur, que M Oeyen est de très bonne conduite et moralité et qu'à notre avis il est digne, sous tous les rapports, des fonctions auxquelles il aspire."
Fragment uit een brief van 3/1/1882 van burgemeester Verbeeck van Boom aan de gouverneur ter ondersteuning van de kandidatuur van Emiel Oeyen (bron: RAA, PA reeks N)
-5-
1. Standplaats te Aartselaar jaartallen
naam van de notaris
1783 - 1819 Balthazar Frans Eliaers
bewaring minuten en repertoria
noten
1819 - 1847 Jan Jacob Leonard Eliaers
M: 4605 - 4633; index (1784 - 1796): 4616; R (1796 - 1819) 8810 M: 4634 - 4661; R: 8811
1847 - 1849 Jacob Willem Jozef Hermans
M: 4668; R: 8849
1.1
1849 - 1869 Hendrik Joost Hermans
M: 9941 - 9956; R: 8848
1.2
1869 - 1885 August Lodewijk Hermans
M: 9957 - 9978
1.3
1912 - 1941 Francois De Groof
Peter Dehandschutter
1941 - 1980 Frans De Groof
Peter Dehandschutter
1980 - 1993 Ludo Dehandschutter
Peter Dehandschutter
vanaf 1993
Peter Dehandschutter
Peter Dehandschutter
1.1. Jacob Willem Jozef Hermans Notaris te Hoboken 1840 - 1847.
1.2. Hendrik Joost Hermans Notaris te Duffel 1836 - 1849.
1.3. August Lodewijk Hermans Notaris te Antwerpen 1885 - 1893.
-6-
2. Standplaatsen te Boom A. Standplaats A te Boom jaartallen
naam van de notaris
bewaring minuten en repertoria
1758 - 1810 Jan Frans Mommen
M: 5187 - 5231; R (1796-1810): 8890
1810 - 1856 Jan Baptist Emmanuel Mommen 1856 - 1885 Jozef Mommen
1885 - 1899 August Lamot
M: 5232 - 5274; R: 8889 en 8891 en 10698 - 10704 M (tot 1869): 10705 - 10717, vanaf 1870: Maurice D'Hoore; R (tot 1869): 8891, vanaf 1870: Maurice D’Hoore Maurice D’Hoore
1899 - 1919 Kamiel Convent
Maurice D’Hoore
1919 - 1930 Karel Van Reeth
Maurice D’Hoore
1930 - 1968 Fernand Van Reeth
Maurice D’Hoore
vanaf 1968
Maurice D’Hoore
Maurice D’Hoore
noten 2.1 2.4 2.4 2.2 2.4
2.4 2.3 2.4
2.1. Jan Frans Mommen Akten 1758 - 1764 bewerkt en uitgegeven (Verstrepen, 1997). Akten 1765 - 1774 bewerkt en uitgegeven (De Loenen, 1998). Akten 1775 - 1779 reeds beschikbaar als preprint (De Loenen, 2001a).
2.2. Jozef Mommen Repertoria 1871 - 1884 in het rechtbankarchief van het RAA (RAA, mededeling)
2.3. Kamiel Convent Notaris te Antwerpen 1919 - 1931 (RAA, mededeling).
2.4. Opmerking Gegevens over het leven en het werk van de notarissen te Boom in de 19de eeuw vindt men in het Jaarboek 2000 van Rumesta p. 27 – 43 (De Loenen, 2000b).
-7-
B. Standplaats B te Boom jaartallen 1819
naam van de notaris Jan Frans Schepens
bewaring minuten en repertoria R: 8941
noten 2.4 2.5 2.4 2.6 2.4
1819 - 1826 Frans Xavier Van Puyenaer
R: 8928
1826 - 1866 Carolus Joannes Antonius Vermeulen 1866 - 1871 Florent Vermeulen
M: 8646 - 8685; R: 8973 M: 10718 - 10723; R: 8975 en 10723
1872 - 1877 Louis Leclef
M: 11725 - 11733; R: 11734 en 11733
1877 - 1882 Jacobus Oeyen
M: 11735 - 11740; R: 11741
1883 - 1896 Emiel Oeyen
M + R: 11742 - 11755
2.4 2.7 2.4 2.8 2.4 2.9 2.4
1896 - 1925 Karel Begerem
Karel Tobback
2.4
1925 - 1954 Karel Tobback
Karel Tobback
1954 - 1960 Leon Denys
Karel Tobback
1960 - 1985 André Tobback
Karel Tobback
1985 - 1989 Theofiel Michielsens
Karel Tobback
vanaf 1989
Karel Tobback
Karel Tobback
2.10
2.5. Jan Frans Schepens Notaris te Antwerpen 1819 - 1825.
2.6. Frans Xavier Van Puyernaer Notaris te Antwerpen 1802 - 1819.
2.7. Florent Vermeulen De bewerking van het repertorium verschijnt in het voorjaar van 2002 (De Loenen, ter perse).
2.8. Louis Leclef Notaris te Hoboken 1870 - 1872 en te Antwerpen 1877 - 1905. Repertorium 1872 - 1877 bewerkt en uitgegeven (De Loenen, 2001b).
2.9. Jacobus Oeyen Notaris te Hemiksem 1872 - 1877 Repertorium 1877 - 1882 bewerkt en uitgegeven (De Loenen, 2000a).
-8-
C. Standplaats C te Boom jaartallen
naam van de notaris
bewaring minuten en repertoria
1923 - 1926 Ferdinand Jacobs
Steve Wellekens
1927
Steve Wellekens
Louis Sebrechts
1927 - 1929 Leon Lambrechts
Steve Wellekens
1929 - 1972 August Spillemaeckers
Steve Wellekens
1972 - 1990 Luc Willems
Steve Wellekens
vanaf 1991
Steve Wellekens
Steve Wellekens
noten
2.10
2.10. Karel Tobback en Steve Wellekens Vanaf 1 april 2001 zijn Karel Tobback en Steve Wellekens geassocieerde notarissen. Een ontwikkeling die in het toekomstige notariaat meer en meer te zien zal zijn (K. Tobback, mededeling).
-9-
3. Standplaats te Hemiksem jaartallen
naam van de notaris
bewaring minuten en repertoria
noten
1802 - 1834 Louis Plottier
M: 9892 - 9922; R: 8921 en 9923
1834 - 1849 Jacob Bernard Plottier
M: 9924 - 9939; R: 8920-8921 en 9940
1849 - 1854 Jan Baptist Beuckeleers
M: 9979 - 9983; R: 8742 en 9984
1855 - 1859 Pieter Jan Verbeeck
M: 9985 - 9989; R: 8965 en 9990
3.2
1859 - 1867 Ferdinand Van Dijck
M: 9991 - 9996; R: 8809 en 9997
3.3
1867 - 1871 Louis Antonissen
M: 10026 - 10030; R: 8725 (tot 1870)
3.4
1872 - 1877 Jacobus Oeyen
M: 10031 - 10036; R: 10037
1885 - 1887 Nikolaas Joannes Van den Haute 1887 - 1889 Petrus Eugenius Van Dijck
M + R: 11756
3.5 2.4 3.6
M + R: 11757
3.7
1889 - 1893 Louis De Deken
M + R: 11758; R: 13991
3.8
1893 - 1894 Emile De Winter
M + R: 11757
3.9
1894 - 1906 Frans Claes
M: 11759 - 11761; R: 11761
1906 - 1907 Emmanuel Koelman
Hilde Hellemans
1907 - 1911 Arthur Janssens
Hilde Hellemans
1912 - 1933 Albert Van Reeth
Hilde Hellemans
1933 - 1937 Gabriel Smout
Hilde Hellemans
1937 - 1944 Maurice De Waelhens
Hilde Hellemans
1944 - 1958 Edouard Vandermolen
Hilde Hellemans
1958 - 1994 Paul Hellemans
Hilde Hellemans
vanaf 1994
Hilde Hellemans
Hilde Hellemans
3.1. Louis Plottier Notaris te Zandvliet 1801 - 1803.
3.2. Pieter Jan Verbeeck Notaris te Berchem 1859 - 1864 en te Antwerpen 1864 - 1890.
3.3. Ferdinand Van Dijck Notaris te Antwerpen 1867 - 1879.
3.4. Louis Antonissen Notaris te Antwerpen 1871 - 1878.
3.1
- 10 -
3.5. Jacobus Oeyen Notaris te Boom 1877 - 1882.
3.6. Nikolaas Joannes Van den Haute Notaris te Antwerpen 1887 - 1893. Repertoria bewerkt en beschikbaar als preprint (De Loenen, 2001c).
3.7. Petrus Eugenius Van Dijck Notaris te Kontich 1889 - 1914. Repertoria bewerkt en beschikbaar als preprint (De Loenen, 2001c).
3.8. Louis De Deken Notaris te Antwerpen 1893 - 1924.
3.9. Emile De Winter Notaris te Antwerpen 1894 - 1924.
- 11 -
4. Standplaats te Kontich jaartallen
naam van de notaris
bewaring minuten en repertoria
noten
1798 - 1806 Jan Baptist Verbeeck
M: 4662 - 4667; R: 8964
1807 - 1815 Jan Antoon Bovera
M: 4599 - 4604; R: 8757
1816 - 1843 Pieter Hendrik Claessens
M: 7045 - 7070; R: 8778
4.1
1843 - 1888 Jan Frans Van Camp
1889 - 1914 Pieter Eugene Van Dijck
M: 10168 - 10187, 10190 - 10197 en 11973 - 11990; R: 10188 - 10189 en 12008 M: 13398 - 13445; R: 13446 - 13450
4.2
1917 - 1918 George Harrewijn
M + R: 15205
4.3
1919 - 1923 Joseph Guillaume De Pooter
M: 13451 - 13454; R: 13455
4.4
1924 - 1926 Jan Adams
M: 13456 - 13459; R: 13460
1926 - 1933 Frans De Coninck
M: 13461 - 13485; R: 13486
1933 - 1954 Robert Sansen
Ilse Janssens
1954 - 1962 Joris Sansen
Ilse Janssens
1962 - 1995 Paul Janssens
Ilse Janssens
vanaf 1995
Ilse Janssens
Ilse Janssens
4.1. Pieter Hendrik Claessens Zoon van Pieter Herman Claessens, notaris te Boom en Niel 1757 - 1804. Notaris te Antwerpen 1843 - 1860.
4.2. Petrus Eugenius Van Dijck Notaris te Hemiksem 1887-1889.
4.3. George Harrewijn Minuten 29/7/1917 - 7/11/1918 en repertorium 29/10/1917 - 15/11/1918.
4.4. Joseph Guillaume De Pooter Notaris te Antwerpen 1924 - 1939.
- 12 -
5. Standplaats te Niel jaartallen
naam van de notaris
bewaring minuten en repertoria
1877 - 1887 Joannes Edouardus Van Sulper 1887 - 1890 Jan Lodewijk De Kock
Ludo Lamot
1890 - 1894 Lodewijk Adriaan Bullens
Ludo Lamot
1894 - 1925 Karel De Wachter
Ludo Lamot
5.1 5.5 5.2 5.5 5.3 5.5 5.5
1925 - 1961 Ludovicus Lamot
Ludo Lamot
5.4
1961 - 1991 Benoit Lamot
Ludo Lamot
vanaf 1991
Ludo Lamot
Ludo Lamot
Ludo Lamot
noten
5.1. Joannes Edouardus Van Sulper Notaris te Antwerpen.
5.2. Jan Lodewijk De Kock Notaris te Antwerpen 1893 - 1912.
5.3. Lodewijk Adriaan Bullens Notaris te Antwerpen 1894 - 1907.
5.4. Ludovicus Lamot Zoon van August Lamot, notaris te Boom 1885 - 1899.
5.5 Opmerking Repertoria van Joannes Edouardus Van Sulper, Jan Lodewijk De Kock en Lodewijk Adriaan Bullens berusten in het rechtbankarchief in het RAA (RAA, mededeling). Repertoria van Karel De Wachter tot 1899 in het rechtbankarchief van het RAA (RAA, mededeling).
- 13 Bronnen RAA (2). Inventaris van de minuten en repertoria van notarissen: aanwinsten 1999 - mei 2001. Antwerpen: RAA. RAA (3). PA reeks N. RAA (4). PA N48 A7. RAA (5). PA N49 A7. Rens, J.L. en Rens, L. (2000). Notarissen en notariële akten sedert 1 januari 2000. Tijdschrift voor notarissen, 2, 59 – 74. Stevens, F. (1998). De opleiding en de toegang tot het notariaat in België sinds 3 prairial jaar IV (22 mei 1796). Belgisch tijdschrift voor nieuwste geschiedenis, XXVIII, 117-151. -. Stevens, F. (1999). Het notariaat. In: Van den Eeckhout, P. & Vanthemsche, G. Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19de - 20ste eeuw. Brussel: VUBpress. -. Vanderhaeghe, J. (1991). Speuren naar je voorouders: praktisch stamboomonderzoek (2de druk). Antwerpen: VVF. Van Dievoet, G. (1998). Een notariskantoor te Leuven (1783-1983). In: Bruneel, C. e.a. Het notariaat in België. Brussel: Gemeentekrediet. www.notaris.be
Voor het samenstellen van de tabellen werd gebruik gemaakt van Bousse, A. (1977a). Rijksarchief Antwerpen: inventaris van de notariële archieven. Brussel: ARA Bousse, A. (1977b). Rijksarchief Antwerpen: inventaris van de notariële archieven: aanvullingen aangebracht in de periode 1977-1998. De Loenen, T. (2000b). Genealogie van het notariaat te Boom in de 19de eeuw. Jaarboek 2000, 27-43. Rumst: Rumesta. RAA (1). Aanwinsten notariaat 1999 - 2000. RAA (2). Inventaris van de minuten en repertoria van notarissen: aanwinsten 1999 - mei 2001. Antwerpen: RAA. www.notaris.be
Bibliografische gegevens van de bewerkte en uitgegeven notariaten De Loenen, T. (1998). Notariaat Jan Frans Mommen, notaris te Boom, akten 1765 1774. Rumst: Rumesta. De Loenen, T. (2000a). Notariaat Jacobus Oeyen, notaris te Boom, repertorium 1877 1882. Rumst: Rumesta. De Loenen, T. (2001a). Preprint van Notariaat Jan Frans Mommen, notaris te Boom, akten 1775 - 1779. Niel: eigen beheer. De Loenen, T. (2001b). Notariaat Louis Leclef, notaris te Boom, repertorium 1872 1877. Rumst: Rumesta. De Loenen, T. (2001c). Preprint van Notariaten te Hemiksem: repertoria 1885 - 1889. Niel: eigen beheer. De Loenen, T. (ter perse). Notariaat Florent Vermeulen, notaris te Boom, repertorium 1866 - 1871. Rumst: Rumesta. Verstrepen, C. (1997). Notariaat Jan Frans Mommen, notaris te Boom, akten 1758 1764. Rumst: Rumesta.
Tom De Loenen