Er zijn nog steeds beroepen waarin parttime werken gelijk staat aan gebrek aan ambitie. Neem de advocatuur. Vier parttimers bewijzen het tegendeel. Al is parttime wel een rekbaar begrip.
Parttimer en toch hoog in de boom W
anneer Rogier Raas, partner bij advocatenkantoor Stibbe, op zijn vrije dag met zijn dochters van twee en vier bij de geitjes staat te kijken en zijn werktelefoon gaat, dan neemt hij op. Altijd. Hij meldt de beller nog wel dat hij een vrije dag heeft, maar zijn boodschap is duidelijk: jammer voor de kinderen, maar als het moet gaat hij meteen naar huis en snel door naar kantoor. Niet dat hij zijn kinderen aan hun lot overlaat. In huize Raas is doordeweeks fulltime een au pair aanwezig. Raas heeft dus een permanente achtervang voor dringende gevallen. ‘Er zijn ook hele dagen dat de telefoon niet gaat. Dan heb je mazzel en kun je tijd aan de kinderen spenderen.’ Raas werkt 90%, eens in de twee weken heeft hij een vrije dag. ‘Het is niet zo dat je minder
werkt, maar je bent flexibeler. De kinderen slapen ook weleens en de oudste gaat naar school, dan kun je gemakkelijk wat tussendoor doen. En mijn klanten waarderen het extra als ik voor ze aan de slag ga op mijn vrije dag.’ De reden dat Raas parttime ging werken, was omdat hij zijn kinderen vaker wil zien. ‘Ik ben er niet altijd met eten, en ook in de weekenden gaat het werk soms door. Die vrije dag kan ik met mijn kinderen doorbrengen; dat de telefoon af en toe gaat, hoort erbij.’
Het hoogste doel Voor veel advocaten is partner worden het hoogste doel. Dan ligt niet alleen het grote geld binnen bereik, maar heb je status en mag je meepraten over de koers van een kantoor. Maar partner word je alleen, althans volgens de mores, wanneer je je halfdood werkt en — om een moderne term te gebruiken — 24/7 beschikbaar bent. En
Tekst Laura Walburg | foto’s Marie Cécile Thijs
pagina 16, 28-05-2011 © Het Financieele Dagblad Bijlage
Rutger Kalsbeek: ‘In mijn praktijkgroep werken verscheidene partners parttime, ook mannen. Ik heb het er nooit over, het is geen probleem.’
pagina 17, 28-05-2011 © Het Financieele Dagblad Bijlage
Veel grote advocatenkantoren hebben nog vooroordelen tegen parttime werken. Want hoe kun je ambitieus zijn in vier dagen?
dat is moeilijk te rijmen met parttime werken. Toch zijn ze er wel, parttime partners bij advocatenkantoren. En hun aantal neemt toe. In de Verenigde Staten groeide het aantal parttime partners van 1,6% in 1999 naar 12% in 2008, zo blijkt uit onderzoek van het Project for Attorney Retention. Ook in Nederland groeit het aantal partners dat parttime werkt, al gaat het langzaam. In de stand van de Advocatuur van 2009 stelde partner Lokke Moerel van De Brauw Blackstone Westbroek nog dat het bij drie van de zes grote kantoren onmogelijk was om als partner 80% te werken. Volgens Claartje Vinkenburg, universitair hoofddocent en managing director aan het Amsterdam Center voor Career Research aan de Vrije Universiteit, hebben veel grote kantoren nog vooroordelen tegen parttime werken. ‘De baas hoort twee dingen. Aan de ene kant is er de boodschap dat iemand ambitieus is omdat hij of zij partner wil worden. Aan de andere kant wordt die ambitie tegengesproken door de wens om parttime te werken, want daaraan hangt vaak nog het stigma dat iemand geen ambities heeft.’ Nicolien van den Biggelaar, partner bestuursen milieurecht bij De Brauw Blackstone Westbroek, was in 2006 de eerste bij het kantoor die in een parttime functie partner werd. ‘Ik werkte als senior-medewerker al 80% en wilde per se een dag in de week bij mijn kinderen zijn. Ik had toen niet de ambitie om compagnon te worden.’ Later begon het te knagen. ‘Ik werkte in de praktijk wel als partner, maar deed alleen niet mijn eigen zaken. Toen wilde ik niet langer gekke Henkie zijn en heb besloten het toch te proberen.’ De compagnons om haar heen waren heel behulpzaam. ‘Vanaf het eerste moment dat ik aangaf op te willen gaan voor partner, zeiden zij dat
het moest gaan over mij en mijn functioneren. Niet over hoeveel dagen ik op kantoor ben.’ Toen ze eenmaal partner was, heeft Van den Biggelaar het nooit meer hoeven uitleggen. Ook heeft ze in de procespraktijk, wat inhoudt dat ze voornamelijk rechtszaken doet, geen last van het feit dat ze één dag in de week niet op kantoor is. Ze kan grotendeels zelf haar agenda bepalen. Volgens Van den Biggelaar zijn het vooral de extra zaken die er inhakken, de extra commissies bijvoorbeeld. Die uren gaan bij Van den Biggelaar van haar vier dagen af, en bij haar fulltime collega’s van vijf.
Strafkorting Een andere manier waarop parttime partners worden benadeeld, is door ze een strafkorting te geven. Partners die minder werken, krijgen minder uitbetaald dan waar ze op basis van hun percentage recht op zouden hebben. Van den Biggelaar deelde de eerste drie jaar dat ze als partner 80% werkte maar voor 70% in de winst. Bij haar toetreding als partner maakte ze geen bezwaar tegen deze korting. ‘Toen ik opging voor partner wist ik dat deze regel bestond. Toen ik eenmaal partner was, heb ik me wel hardgemaakt voor afschaffing ervan.’ Bij De Brauw Blackstone Westbroek is deze regel inmiddels afgeschaft, maar het blijft een veelvoorkomend fenomeen. Volgens onderzoek van Raymakers van de Bruggen naar arbeidsvoorwaarden in de advocatuur, werkt nog zo’n 40% van de kantoren in Nederland met deze korting. Claartje Vinkenburg meent dat bedrijfscultuur een belangrijke factor is bij de bepaling of er parttime gewerkt wordt binnen een bedrijf. ‘In de advocatuur is er over het algemeen een vrij
pagina 18, 28-05-2011 © Het Financieele Dagblad Bijlage
Rogier Raas: ‘Er zijn ook vrije dagen dat de telefoon niet gaat. Dan heb ik mazzel en kan ik tijd aan de kinderen spenderen.’
pagina 19, 28-05-2011 © Het Financieele Dagblad Bijlage
De discussie over parttime werken gaat vooral over vrouwen. Is een vrouw zwanger, dan wordt meteen gevraagd hoeveel ze dan wil gaan werken
duidelijk carrièrepad: na een x-aantal jaar als medewerker stroom je door naar het partnerschap. Het is een grote gok om dan parttime te gaan werken, omdat je niet weet wat dit voor je loopbaan betekent. Kun je wel doorstromen? Hoeveel langer duurt dat dan? Je moet erg stevig in je schoenen staan om het er dan op te wagen. Duidelijkheid helpt, bijvoorbeeld als een kantoor aangeeft dat het voor parttime medewerkers zo veel jaar langer duurt voordat ze partner kunnen worden.’ Bij het Utrechtse kantoor Wijn en Stael advocaten hebben van de negen partners er maar drie een fulltime contract. De overige zes werken allemaal 80 of 90%. Van de zestien medewerkers werkt de helft parttime. ‘Het was een geleidelijk proces dat begon met de secretaresses’, vertelt Jan Henk van der Velden, partner bij Wijn en Stael, die zelf fulltime werkt. ‘Die wilden graag parttime werken. Daarna kwamen de eerste medewerkers die 80 of 90% wilden werken. Toen kwamen we voor een dilemma te staan: laat je goede mensen vertrekken, of kijk je hoe het gaat als je mensen parttime laat werken? Daarna zijn die medewerkers doorgegroeid naar partnerfuncties. En het gaat allemaal prima. Op een gemiddelde dag zijn de meeste mensen gewoon op kantoor.’ Voor Noor Zetteler, managing partner bij Wijn en Stael, was haar parttime partnerschap dan ook geen punt van discussie. ‘Het gaat om je werkinstelling en ambitie. Als het je mentaliteit is om te werken van negen tot halfzes, en je daarna je telefoon uitzet, dan word je, ook al werk je fulltime, geen partner.’ Voor Zetteler is het geen probleem om op haar vrije dag beschikbaar te zijn. ‘Als je op een bepaald niveau met een bepaalde kwaliteit werkt, gaat het werk altijd door. Je werkt regelmatig ’s avonds en in het weekend.
Met parttime werken geldt dat dus ook voor spoedeisende zaken op je vrije dag.’ Dat vergt wel enige planning, vertelt Zetteler. Ze is moeder van twee kinderen, een derde is op komst. ‘Een conference call met tien man kun je beter niet aan de keukentafel doen wanneer er twee kinderen rondrennen die aandacht vragen en roepen dat ze een ijsje willen.’ Dat soort werk probeert Zetteler dus zo veel mogelijk naar de avond te verplaatsen. En lukt dat niet, dan zorgt ze ervoor dat er een andere passende oplossing gevonden wordt. ‘Ik doe veel faillissementen en herstructureringen. Dat gaat door in de avonden en weekenden. Natuurlijk wringt het af en toe wel eens, maar minder werken is voor mij geen optie.’
Allebei vier dagen In Nederland gaat de discussie over parttime werken nog vooral over vrouwen. Dat ziet ook Van den Biggelaar van De Brauw Blackstone en Westbroek: ‘Als een vrouw zwanger is, krijgt ze meteen de vraag hoeveel ze wil gaan werken. Van vrouwen met kinderen wordt eigenlijk verwacht dat ze parttime aan de slag gaan.’ Op mannen die parttime willen werken, rust nog een taboe. Dat blijkt ook uit onderzoek van Claartje Vinkenburg en Marloes van Engen van de Universiteit van Tilburg. Een onderzoeksgroep kreeg een profiel voorgelegd van een kandidaat voor de functie van senior marketingmanager. De respondenten werd gevraagd hun oordeel over de competentie, toewijding en geschiktheid van de kandidaat te geven. Wat bleek: de meest ambitieuze, competente en geschikte kandidaten werden vrouwen gevonden die vier dagen werken, en waarvan de man ook vier dagen werkt. Mannen die minder werken en thuis de taken eerlijk verdelen, worden als minder am-
pagina 20, 28-05-2011 © Het Financieele Dagblad Bijlage
Noor Zetteler: ‘Een conference call met tien man kun je beter niet aan de keukentafel doen wanneer er twee kinderen rondrennen die aandacht vragen.’
pagina 21, 28-05-2011 © Het Financieele Dagblad Bijlage
‘De tijd dat mannen een topbaan hadden en vrouwen niet werkten of er een heel kleine baan op na hielden, is op dit niveau voorbij’
Nicolien van den Biggelaar: ‘De compagnons om mij heen waren heel behulpzaam. Vanaf het eerste moment dat ik aangaf op te willen gaan voor partner, hebben zij gezegd dat het moest gaan over mij en mijn functioneren. Niet over hoeveel dagen ik op kantoor ben.’
bitieus en minder beschikbaar, competent en succesvol gezien dan mannen die fulltime werken. Uit onderzoek van TNS Nipo blijkt dat mannen meer vrezen voor hun reputatie als ze parttime gaan werken dan vrouwen. Toch zegt Rutger Kalsbeek, partner corporate en commercial litigation bij NautaDutilh, weinig te merken van een taboe op parttime werken bij mannen. ‘In mijn praktijkgroep werken verschillende partners parttime, ook mannen. En eerlijk gezegd is het nooit een probleem geweest. Ik heb het er op kantoor ook eigenlijk nooit over met anderen.’
Volledige toewijding Kalsbeek ging vanwege de kinderen parttime werken op het moment dat hij partner werd. ‘Ik heb mijn eigen praktijk, en ben zelf verantwoordelijk voor mijn prestaties. Ik kan flexibel mijn tijd indelen, wanneer ik iets doe is niet belangrijk. Als het maar goed en op tijd gebeurt. Of het werkt, is afhankelijk van mijn eigen efficiëntie en planning. Je moet zorgen dat niemand anders er last van heeft dat jij er die ene dag niet bent.’ Kalsbeeks vrouw werkte ook parttime, nu heeft ze een sabbatical. Ook de partners van Noor Zetteler en Rogier Raas werken allebei vier dagen; Raas’ vrouw is ook partner, bij advocatenkantoor Boekel de Nerée. Claartje Vinkenburg ziet dit onder dertigers steeds vaker gebeuren. ‘De tijd dat mannen een topbaan hadden en vrouwen niet werkten of een heel kleine baan hadden, is op dit niveau voorbij. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat je in vier dagen prima carrière kunt maken. In drie dagen is dat alweer lastiger. Omdat in Nederland voor kinderen drie dagen naar de crèche de norm is, werken meer
mannen een dag minder. We zien het aantal stellen dat allebei vier dagen werkt, groeien.’ Bij Wijn en Stael advocaten is 80% het minimum om parttime te werken, anders is het volgens Van der Velden onmogelijk om continuïteit te garanderen. Daar zijn alle parttime advocaten het mee eens: partner zijn in minder dan vier dagen, gaat niet. Van den Biggelaar van De Brauw Blackstone Westbroek vindt ook niet dat parttime de norm zou moeten zijn. ‘De regel is dat we als kantoor 24/7 bereikbaar zijn, volledige toewijding is de hoofdlijn. Dat wordt in de basis van iedereen verwacht, ook van parttimers .’
pagina 22, 28-05-2011 © Het Financieele Dagblad Bijlage